UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010– 2011
De winstgevendheid van een collectieve schuldenregeling voor de schuldbemiddelaar: een studie met Time-Driven Activity-Based Costing
Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen
Lander Bruneel Onder leiding van Prof. Patricia Everaert
UNIVERSITEIT GENT
FACULTEIT ECONOMIE EN BEDRIJFSKUNDE ACADEMIEJAAR 2010– 2011
De winstgevendheid van een collectieve schuldenregeling voor de schuldbemiddelaar: een studie met Time-Driven Activity-Based Costing
Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van Master in de Toegepaste Economische Wetenschappen
Lander Bruneel Onder leiding van Prof. Patricia Everaert
PERMISSION Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of gereproduceerd worden, mits bronvermelding. Lander Bruneel
Woord vooraf Ik zou graag enkele personen willen bedanken die geholpen hebben bij het tot stand komen van deze masterproef. Ten eerste wil ik prof. dr. Patricia Everaert bedanken voor haar vertrouwen in mij, de steun die ze mij gaf en de kans om dit onderzoek te voeren. Ten tweede zou ik graag dhr. Rik Marynissen, dhr. Elie Van Acker en mevr. Els Verté willen bedanken voor hun kostbare tijd. Hierbij wil ik ook dhr. Bertel De Groote bedanken om mij in contact te brengen met deze drie schuldbemiddelaars en mij te vergezellen op het eerste interview. Ten slotte nog een woord van dank voor alle personen die mij geholpen hebben met het nalezen van deze masterproef.
I
Inhoudsopgave Woord vooraf ............................................................................................................................... I Inhoudsopgave ........................................................................................................................... II Lijst van de gebruikte afkortingen .............................................................................................. III Lijst van de figuren .................................................................................................................... IV Lijst van de tabellen.................................................................................................................... V
1
Inleiding............................................................................................................................... 1
2
Kostprijsmodellen ................................................................................................................ 4 2.1
Traditionele volume-gebaseerde verdeelsleutels.......................................................... 4
2.2
Activity-Based Costing ................................................................................................. 5
2.3
Time-driven activity-based costing ............................................................................... 7
3
Literatuurstudie ................................................................................................................. 13
4
Onderzoeksmethode ......................................................................................................... 14
5
Winstbepaling van een dossier .......................................................................................... 15
6
5.1
De vergoeding van de schuldbemiddelaar .................................................................. 15
5.2
De kost van een dossier ............................................................................................. 16
5.3
De berekeningswijze van de tijdsdrijvers .................................................................... 26
Resultaten ......................................................................................................................... 30 6.1
Algemene resultaten .................................................................................................. 30
6.2
Sensitiviteitsanalyse ................................................................................................... 33
6.3
Regressie-analyse ..................................................................................................... 33
7
Conclusie .......................................................................................................................... 37
8
Tabellen ............................................................................................................................ 39
Bibliografie ............................................................................................................................... VII
II
Lijst van de gebruikte afkortingen
ABC
Activity-Based Costing
Ger. W.
Gerechtelijk wetboek
TDABC
Time-Driven Activity-Based Costing
III
Lijst van de figuren Figuur 1: de vier categorieën van activiteiten die de schuldbemiddelaar uitvoert ........................ 5 Figuur 2: de vijf categorieën van activiteiten die de schuldbemiddelaar uitvoert ....................... 17 Figuur 3: Een voorbeeld van een uniform verdeelde tijdsdrijver met minimumwaarde 1 en mmmmmffmaximumwaarde 5 .................................................................................................. 26 Figuur 4: Een voorbeeld van een normaal verdeelde tijdsdrijver met gemiddelde 9 en mmmmmfffstandaardafwijking 3 ............................................................................................... 27 Figuur 5: Een voorbeeld van een binomiaal verdeelde tijdsdrijver met 12 experimenten en kans mmmmmffop succes 0,04 ........................................................................................................ 28 Figuur 6: de verdeling van de dossiers volgens de winst .......................................................... 30 Figuur 7: De onderverdeling van de opbrengst naar de oorsprong (in euro) ............................. 31 Figuur 8: De onderverdeling van de kosten naar de oorsprong (in euro) .................................. 31 Figuur 9: Het aandeel van iedere activiteit in de tijd die besteed wordt aan een dossier ........... 32
IV
Lijst van de tabellen Tabel 1: Kostprijsberekening met behulp van ABC ................................................................... 39 Tabel 2: Kostprijsberekening met behulp van TDABC .............................................................. 41 Tabel 3: De verschillende vergoedingen waar de schuldbemiddelaar recht op heeft ................ 42 Tabel 4: De activiteiten van de schuldbemiddelaar en het secretariaat..................................... 43 Tabel 5: De kosten van de schuldbemiddelaar ......................................................................... 58 Tabel 6: De berekening van de kost per minuut........................................................................ 60 Tabel 7: de berekeningswijze van de tijdsdrijvers ..................................................................... 61 Tabel 8: Een overzicht van de brieven die verstuurd worden .................................................... 76 Tabel 9: De winst van iedere wijze van contact en van eenmalige betalingen (in euro) ............ 79 Tabel 10: De winst bij verschillende fouten van de kost per middelengroep ............................. 80 Tabel 11: Het resultaat van de regressie .................................................................................. 81
V
1 Inleiding Sinds de start van de financiële crisis in 2008 is het belang van collectieve schuldenregelingen toegenomen. Dit blijkt uit het aantal nieuwe beschikkingen van toelaatbaarheid. Dit is het bericht dat
meldt
dat
de schuldenaars
toegelaten zijn
tot
de procedure
van collectieve
schuldenregeling. In 2010 waren er 17.864 nieuwe beschikkingen van toelaatbaarheid (Nationale Bank van België, 2011). Dit is een stijging van 12% ten opzichte van 2009. De collectieve schuldenregeling wordt geregeld in het art. 1675 Ger. W. In dit artikel worden onder andere de toelatingsvoorwaarden, de procedure, de gevolgen van de procedure en de vereisten om schuldbemiddelaar te worden bepaald. De vergoeding van de schuldbemiddelaar wordt behandeld door een KB van 18 december 1998. Meer specifiek door het Koninklijk besluit houdende vaststelling van de regels en barema's tot bepaling van het ereloon, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar. In dit KB worden enkele forfaitaire vergoedingen voorzien. Er worden vergoedingen voorzien voor een aantal activiteiten die de schulbemiddelaar uitvoert. Tevens worden er vergoedingen voorzien voor een aantal kosten die de schuldbemiddelaar maakt. Het doel van deze masterproef is na te gaan of deze vergoedingen volstaan om alle gemaakte kosten te vergoeden. Indien dit niet zo is, zouden schuldbemiddelaars geneigd kunnen zijn enkel
schuldbemiddeling
te
verlenen
in
dossiers
waar
ze
winst
maken of
geen
schuldbemiddeling meer uitvoeren. Dit zal onderzocht worden door de opbrengst van een dossier te vergelijken met de kost ervan. De opbrengst van de schuldbemiddelaar wordt, zoals eerder vermeld, door het KB van 18 december 1998 bepaald. Om de kost van een dossier te berekenen, zal er gebruik gemaakt worden van Time-Driven Activity-Based Costing. Deze methode werd ontwikkeld door Anderson en Kaplan (2004). Bij TDABC wordt de kost van een kostenobject, in dit geval een dossier, berekend door het optellen van de kosten van verschillende activiteiten. Deze activiteiten kunnen uitgevoerd worden door verschillende middelengroepen. Een middelengroep is een verzameling van kosten die samen horen, zoals het salaris van de bediende, de afschrijving van de computer en het meubilair dat de bediende gebruikt. De kost van een activiteit kan berekend worden door het vermenigvuldigen van twee factoren. De eerste factor is de kost per tijdseenheid. Deze wordt berekend door de totale kost van de middelengroep te delen door de praktische capaciteit ervan. De praktische capaciteit is de tijd
1
die de middelengroep kan presteren verminderd met tijd die niet nuttig wordt gebruikt, zoals pauzes of training. De tweede factor is de tijd die de middelengroep nodig heeft om de activiteit uit te voeren. Deze tijd kan berekend worden door middel van een tijdsvergelijking. Een tijdsvergelijking bevat verschillende tijdsdrijvers die aanduiden welke factoren er invloed hebben op de tijd die nodig is om de activiteit uit te voeren. TDABC wordt gebruikt om drie redenen. Ten eerste voert de schuldbemiddelaar een dienst uit. Hierbij zijn er veel diverse handelingen nodig. Deze handelingen kunnen makkelijk gevat worden door een tijdsvergelijking. Ten tweede is een TDABC-model gemakkelijk en snel te implementeren (Kaplan & Anderson, 2004). Ten derde kan TDABC goed overweg met de complexiteit die ontstaat door de verscheidenheid tussen de verschillende dossiers (Bruggeman, Everaert, Moreels, & Lowyck, 2005). De loonkost van de schuldbemiddelaar en het secretariaat werd benaderd door wedden die bepaald zijn in het gerechtelijk wetboek. De andere kosten zoals huur en telefoonkosten, werden geschat op basis van marktprijzen. De tijdsvergelijkingen werden bekomen op basis van interviews met drie schuldbemiddelaars. Voor alle tijdsdrijvers uit deze tijdsvergelijkingen, werd een statistische verdeling gekozen. Deze verdelingen werden gebaseerd op dezelfde interviews. Vervolgens werden 5000 dossiers gesimuleerd en de resultaten ervan geanalyseerd. Ten slotte werd er met behulp van een regressie nagegaan welke variabelen de grootste invloed hadden op de winstgevendheid van een dossier. Deze masterproef heeft drie belangrijke bijdragen. Ten eerste blijkt dat een gemiddeld dossier in collectieve schuldenregeling winstgevend is voor de schuldbemiddelaar. Ten tweede wordt er aangetoond dat het aantal contacten met derden dat de schuldbemiddelaar heeft, de belangrijkste factor is die een invloed heeft op de winst. Ten derde voegt deze masterproef aan de management accounting literatuur, een nieuwe toepassing van TDABC toe. De voornaamste beperking van deze studie is dat deze gebaseerd is op de schattingen van de schuldbemiddelaars. Deze zouden een vertekend beeld over de gemiddelde waarden kunnen hebben. Daarenboven kunnen andere schuldbemiddelaars een andere werkwijze volgen of hun kantoor anders organiseren. Dit heeft alleen een impact op de kost van een dossier. Tevens zijn deze bevindingen enkel geldig in het arrondissement Gent. In andere arrondissementen kan het KB anders geïnterpreteerd worden of worden er andere eisen gesteld aan documenten, waardoor de tijd om deze op te stellen verandert. Het vervolg van deze masterproef is als volgt georganiseerd. In het tweede deel wordt de evolutie van traditionele volume-gebaseerde kostprijsmodellen naar TDABC besproken. In het 2
derde deel wordt de literatuur rond TDABC overlopen. Het vierde onderdeel behandelt over de gevolgde onderzoeksmethode. In deel vijf wordt de winst van een dossier bepaald. Deel zes bespreekt de resultaten en deel 7 geeft de conclusie en de beperkingen van dit onderzoek weer.
3
2 Kostprijsmodellen Er
zijn
verschillende
methodes
waarop
kosten
toegerekend
kunnen
worden
aan
kostenobjecten. Voorbeelden van kostenobjecten zijn producten, productlijnen, klanten en dossiers. Er zullen drie verschillende methodes besproken worden. Deze zijn de traditionele volume-gebaseerde verdeelsleutels, Activity-Based Costing en Time-Driven Activity-Based Costing.
2.1 Traditionele volume-gebaseerde verdeelsleutels 2.1.1
Methode
Een veel gebruikte methode om kosten toe te rekenen is op basis van volume-gebaseerde verdeelsleutels. Bij het toerekenen van kosten met behulp van traditionele volume-gebaseerde verdeelsleutels moeten er drie stappen ondernomen worden. Deze drie stappen zullen geïllustreerd worden met een fictief voorbeeld. Stap 1: het berekenen van de totale indirecte kosten. Dit zijn alle kosten die niet direct toewijsbaar zijn aan kostenobjecten. Voorbeelden zijn de huur, energiekosten, de kosten van het beheer van de onderneming. De totale indirecte kosten van de schuldbemiddelaar bedragen bijvoorbeeld 13.500,00 euro per maand. Stap 2: het bepalen van de verdeelsleutel en de waarde ervan. Dit is de variabele aan de hand van welke de kosten verdeeld zullen worden. Dit kan het aantal geproduceerde eenheden zijn, maar ook het aantal directe arbeidsuren, het bedrag van de omzet, enzovoort. Het aantal lopende dossiers lijkt de beste verdeelsleutel in verband met collectieve schuldenregeling. De schuldbemiddelaar heeft momenteel 200 lopende dossiers. Stap 3: de indirecte kosten toerekenen aan de hand van de verdeelsleutel. Ieder dossier zal deze maand 67,50 euro toegerekend krijgen. Dit bedrag wordt bekomen door 13.500,00 euro te delen door 200 dossiers. 2.1.2
Problemen
Volgens Robin Cooper en Robert Kaplan (1988b) voldoen volume-gebaseerde verdeelsleutels niet om kosten toe te rekenen aan kostenobjecten. Zij halen een voorbeeld aan van een bedrijf dat 100 000 blauwe balpennen maakt. Tevens maakt dit bedrijf 999 kleurvarianten, waarvan er samen 900.000 stuks gemaakt worden. De tijd die nodig is om een kleurenbalpen te maken is dezelfde als die van een blauwe balpen. Wanneer de indirecte kosten verdeeld zouden worden op basis van de directe arbeidsuren, zou ieder kleur van balpen dezelfde kost toegerekend krijgen (aangezien de benodigde tijd dezelfde is). Doordat de andere kleuren van balpennen in kleinere hoeveelheden gemaakt worden, zijn er voor die kleuren meer setups, expeditie en
4
planning nodig (Cooper & Kaplan, 1988a). Aangezien er voor deze kleurvariant meer werk nodig is, zouden deze dus bijgevolg meer indirecte kosten toegerekend moeten krijgen. Dit
voorbeeld
kan
vertaald
worden
naar
collectieve
schuldbemiddeling.
Als
de
schuldbemiddelaar naar een openbare verkoop moet gaan, zal hij hier enkele uren voor nodig hebben. Doordat de schuldbemiddelaar niet op kantoor is, zal het secretariaat de binnenkomende telefoons moeten beantwoorden. Wanneer er echter een vraag voor de schuldbemiddelaar is, zal het secretariaat moeten vragen om terug te bellen. De kosten die deze openbare verkoop veroorzaakt, zijn dus niet enkel de kosten m.b.t. de verkoop zelf, maar ook deze van de telefoongesprekken waarvoor er terug gebeld moet worden.
2.2 Activity-Based Costing 2.2.1
Methode
Als antwoord op de beperkingen van traditionele verdeelsleutels ontwikkelden Robin Cooper en Robert Kaplan (1988b) Activity-Based Costing. Bij deze methode gebeurt het toerekenen van kosten aan kostenobjecten in vijf stappen (Bruggeman, Bruyneel, Hoozée, & Moreels, 2007). In de volgende paragrafen zullen deze vijf stappen uitgelegd worden aan de hand van een fictief voorbeeld dat over collectieve schuldbemiddeling gaat. Stap één: het identificeren van alle activiteiten die worden uitgevoerd. De schuldbemiddelaar voert vier1 categorieën van activiteiten uit. Deze worden weergegeven in figuur 1. De eerste activiteit is het verzamelen van informatie als voorbereiding op het uitwerken van een aanzuiveringsregeling. De tweede activiteit is het opstellen en het verdedigen van een minnelijke aanzuiveringsregeling ten opzichte van de schuldeisers. De derde activiteit is het opvolgen van deze aanzuiveringsregeling. Dit houdt in dat in sommige gevallen er een nieuwe aanzuiveringsregeling opgesteld moet worden. Ten slotte zijn er enkele algemene activiteiten die niet bij de vorige drie activiteiten horen. Hiervan is de belangrijkste deelactiviteit het contact hebben met derden. Figuur 1: de vier categorieën van activiteiten die de schuldbemiddelaar uitvoert
Voorbereiding
Aanzuiveringsregeling
Opvolging
Algemeen
1
Eigenlijk zijn er vijf categorieën. De vijfde categorie neemt slecht een klein deel van de tijd in beslag en werd voor de eenvoud van het voorbeeld niet gebruikt.
5
Stap twee: het berekenen van de kost van elke activiteit. Hiervoor moeten eerst de middelengroepen bepaald worden. Een voorbeeld van een middelengroep is het secretariaat. Deze bevat o.a. het salaris van de bediende, de computer en het meubilair die de bediende gebruikt. Vervolgens worden de kosten van elke middelengroep verdeeld over de verschillende activiteiten. Deze verdeling gebeurt naar rata van het aandeel van de tijd dat de middelengroep besteedt aan de activiteit ten opzichte van de totale tijd die de middelengroep besteedt. Om de kost van een middelengroep voor een bepaalde activiteit te berekenen zijn er twee gegevens nodig. Ten eerste de kost van de middelengroep. Het salaris en de andere kosten met betrekking tot de schuldbemiddelaar en het secretariaat kunnen bijvoorbeeld respectievelijk 7.000,00 en 6.500,00 euro per maand bedragen. Ten tweede is het relatief tijdsgebruik van iedere middelengroep nodig, dit wordt weergegeven in luik 1 van tabel 1. [Voeg tabel 1 hier in] Aan de hand van deze gegevens kan de kost die elke middelengroep gemaakt heeft voor iedere activiteit berekend worden. Dit wordt weergegeven in luik 2 van tabel 1. De kosten die de schuldbemiddelaar en het secretariaat gemaakt hebben voor de voorbereiding bedragen respectievelijk 700,00 euro (10% van 7.000,00 euro) en 1.300,00 euro (20% van 6.500,00 euro). Deze kosten kunnen vervolgens over de middelengroepen heen gesommeerd worden, om zo de totale kost per activiteit te bekomen. De totale kost van de voorbereiding bedraagt bijgevolg 2.000,00 euro. Stap drie: het bepalen van de activiteitendrijver van elke activiteit. Dit is de factor die bepalend is voor hoeveel werk er aan een activiteit is. Het aantal schuldeisers die voorkomen in een dossier dat voorbereid wordt, is de beste activiteitendrijver voor de voorbereidingsactiviteit. Het grootste deel van de tijd die nodig is om een dossier voor te bereiden, wordt namelijk bepaald door het aantal schuldeisers. Zo moet elke schuldeiser aangifte doen van zijn schuldvordering. Indien deze afgifte niet duidelijk is, dan moet er gevraagd worden om opnieuw aangifte te doen. De schuldeisers die vergeten aangifte te doen, worden aangeschreven. In luik 3 van tabel 1 wordt de activiteitendrijver van iedere activiteit weergegeven. Stap vier: de kost per eenheid activiteitendrijver berekenen. Dit wordt berekend door de totale kost van de activiteit (zie stap 2) te delen door het aantal eenheden activiteitendrijver die in normale omstandigheden verwerkt kunnen worden. Als er maandelijks 100 schuldeisers behandeld kunnen worden in de voorbereiding van een dossier, wordt de kost per schuldeiser 20,00 euro (= 2.000 euro / 100 schuldeisers). Deze berekening wordt weergegeven in luik 4 van tabel 1.
6
Stap vijf: de kostprijs van een kostenobject berekenen. Deze kostprijs wordt bekomen door het aantal eenheden activiteitendrijver van een kostenobject te vermenigvuldigen met de kost van één eenheid activiteitendrijver. Luik 5 van tabel 1 bevat de kostprijsberekening van twee dossiers. Dossier A telt 12 schuldeisers. De voorbereiding van dossier A werd deze maand afgerond en er werd een ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling opgesteld. Er vonden 20 contacten plaats. De kostprijs van dit dossier bedraagt 715,00 euro. Dossier B werd deze maand herzien. Tevens waren er 15 contacten. De kostprijs van dit dossier bedraagt 285,00 euro. 2.2.2
Problemen
Ondanks dat ABC beter is dan volume-gebaseerde verdeelsleutels, heeft het toch een aantal nadelen. Een eerste nadeel is dat de werknemers regelmatig geïnterviewd moeten worden over hun tijdsbesteding. Dit neemt veel tijd in beslag en zorgt voor een grote kost. Indien de tijdsbesteding niet updatet wordt, zullen de kostprijzen van de kostenobjecten niet meer accuraat zijn (Kaplan & Anderson, 2004). Een ander probleem met betrekking tot de tijdsbesteding is dat mensen meestal percentages zullen geven die sommeren tot 100% (Kaplan & Anderson, 2004). Dit wil zeggen dat ze hun volledige tijd nuttig besteden, wat in de praktijk niet het geval zal zijn. Daarenboven zijn deze schattingen subjectief en neemt de moeilijkheid van het schatten toe wanneer het aantal activiteiten stijgt (Bruggeman et al., 2005). Tevens kan ABC moeilijk de complexiteit van activiteiten vatten. De kost van een activiteit kan afhangen van verschillende activiteitendrijvers. Indien men in een ABC-model met meer dan één activiteitendrijvers rekening wil houden, moet men nieuwe activiteiten toevoegen (Kaplan & Anderson, 2004). Zo zou de voorbereidingsactiviteit uit het voorbeeld kunnen worden opgesplitst in twee activiteiten. Namelijk in “gesprekken met de schuldenaars” en “verzameling van de aangiftes van schuldvordering”. Dit heeft tot gevolg dat het model complexer wordt en de tijdsbesteding over meer activiteiten geschat moet worden (Kaplan & Anderson, 2004). Dit maakt, zoals eerder gezegd, het schatten van het tijdsgebruik moeilijker en dus minder betrouwbaar.
2.3 Time-driven activity-based costing 2.3.1
Methode
Om de nadelen van ABC te verhelpen, hebben Robert Kaplan en Steve Anderson (2004) een nieuwe methode ontwikkeld om kosten toe te rekenen aan kostenobjecten. Deze methode 7
wordt Time-Driven Activity-Based Costing genoemd. Bij TDABC gebeurt het berekenen van kostprijzen in zes stappen (Bruggeman et al., 2007). Deze zes stappen zullen nu geïllustreerd worden aan de hand van een fictief voorbeeld met betrekking tot schuldbemiddeling2. Stap één: de middelengroepen en hun activiteiten identificeren. De twee middelengroepen in het geval van collectieve schuldbemiddeling zijn de schuldbemiddelaar en het secretariaat. Het secretariaat omvat twee personeelsleden. Een voorbeeld van een activiteit die de schuldbemiddelaar in de voorbereidingsfase uitvoert, is het voeren van een gesprek met de schuldenaars. Een voorbeeld van een activiteit van het secretariaat is het versturen van brieven. Stap twee: de totale kost van de middelengroep berekenen. De kosten met betrekking tot de schuldbemiddelaar en het secretariaat bedragen bijvoorbeeld respectievelijk 7.000,00 en 6.500,00 euro per maand. Stap drie: de praktische capaciteit van de middelengroep berekenen. De praktische capaciteit is de tijd die de middelengroep kan presteren verminderd met de tijd die niet nuttig wordt gebruikt, zoals pauzes of training. De praktische capaciteit kan geschat worden op 80% van de theoretische capaciteit (Kaplan & Anderson, 2004). Als een maand 20 werkdagen van elk 8 uur bevat dan is de theoretische capaciteit gelijk aan 9.600 minuten per persoon per maand. Bijgevolg zal de praktische capaciteit 7.680 minuten per persoon per maand bedragen. Aangezien het secretariaat twee medewerkers bevat, is de praktische capaciteit van het secretariaat gelijk aan 15.360 minuten. Stap vier: de kost per tijdseenheid van iedere middelengroep berekenen. Deze kost wordt berekend door de totale kost van de middelengroep te delen door de praktische capaciteit ervan. De kost per minuut van de schuldbemiddelaar en het secretariaat bedragen respectievelijk 0,91 en 0,42 euro. In luik 1 van tabel 2 wordt de berekeningswijze van de kost per tijdseenheid samengevat. [Voeg tabel 2 hier in] Stap vijf: het bepalen van de tijd die nodig is om de activiteit uit te voeren. Deze tijd kan geschat worden door middel van een tijdsvergelijking. Tijdsvergelijkingen bevatten tijdsdrijvers, dit zijn factoren die er voor zorgen dat een activiteit langer duurt. De tijd, uitgedrukt in minuten, die het secretariaat nodig heeft om een standaardbrief te versturen kan als volgt beschreven worden:
2
Aangezien zowel dit voorbeeld als het voorbeeld met betrekking tot ABC fictieve bedragen en tijden bevatten, zijn beide resultaten niet vergelijkbaar.
8
Waarin de tijdsdrijver A_personen staat voor het aantal personen die deze brief moeten ontvangen. Deze naam start met de letter A om aan te duiden dat het over een aantal gaat. Uit deze vergelijking blijkt dat er voor het versturen van een standaardbrief altijd vijf minuten nodig zijn (o.a. om de brief op te stellen). Bovenop deze vaste tijd komen er nog eens drie minuten per persoon die deze brief moet ontvangen bij. Deze extra tijd is nodig omdat de brief geprint, gevouwen en in de enveloppe gestoken moet worden. De tijdsvergelijking, uitgedrukt in minuten, van het eerste gesprek ziet er als volgt uit:
In deze vergelijking staat D_documenten_mee voor het feit dat de schuldenaars nog een stapel documenten mee hebben. A_activa staat voor het aantal activa die in de inventaris opgenomen worden en D_inventaris_gesprek staat voor het feit of de inventaris tijdens het eerste gesprek wordt opgesteld. D_documenten_mee en D_inventaris_gesprek zijn dummy-variabelen. Deze nemen de waarde 1 aan indien een feit waar is (bv. dat de schuldenaars een stapel papieren meehebben), indien dit niet zo is neemt de dummy-variabele de waarde 0 aan. Alle namen van dummy-variabelen starten met de letter D. In deze tijdsvergelijking is er een interactie aanwezig tussen D_inventaris_gesprek en A_activa. Een deel van de tijd hangt dus zowel af van het aantal activa, als het feit of deze activa besproken worden. De tijdsvergelijking van het eerste gesprek kan als volgt geïnterpreteerd worden. Het eerste gesprek duurt op zijn minst 35 minuten. Wanneer de schuldenaars een stapel documenten meehebben, komt hier nog een kwartier bij. Wanneer de inventaris tijdens het eerste gesprek opgesteld wordt, komen hier twee minuten per actief bij. Indien de inventaris niet tijdens het eerste gesprek opgesteld wordt, komt er geen tijd bij aangezien het aantal activa (bv. 10) met 0 vermenigvuldigd wordt. Stap zes: het bepalen van de kost van een specifieke activiteit. Dit kan gedaan worden door het vermenigvuldigen van de benodigde tijd met de kost per tijdseenheid. Luik 2 en 3 van tabel 2 geven de kostprijs van respectievelijk twee gesprekken en twee brieven weer. Een gesprek waarop de schuldenaars een stapel documenten meehebben en er geen inventaris wordt opgesteld, heeft een kostprijs van 45,50 euro (= 50 minuten * 0,91 euro / minuut). Een gesprek waar 10 activa in de inventaris opgenomen worden, duurt 55 minuten en kost bijgevolg 50,05 euro. De kostprijs om een brief naar drie personen te versturen is 5,88 euro (= 14 minuten * 0,42 euro per minuut). Een standaardbrief die naar 10 personen verstuurd wordt, kost 14,70 euro.
9
2.3.2
Voordelen
Het gebruik van TDABC heeft vele voordelen. Eerst zal er besproken worden waarom TDABC accurater is dan ABC, vervolgens waarom TDABC een flexibel model heeft en ten slotte hoe TDABC kan helpen om kosten te verlagen. a. Accurater Een tijdsvergelijking kan meerdere tijdsdrijvers kan bevatten. Hierdoor kan TDABC beter overweg met de complexe realiteit, waar kosten door verschillende factoren beïnvloed worden (Kaplan & Anderson, 2004). In de groothandel die besproken wordt door Everaert et al. had slechts 36% van de activiteiten één tijdsdrijver. Deze activiteiten consumeerden 45% van de totale kosten. Onder ABC zou dus 55% van de totale kosten onterecht toegerekend worden aan de hand van één tijdsdrijver. Dit kan tot fouten in kostprijzen leiden. Een ander voordeel met betrekking tot de tijdsdrijvers is dat deze zich meestal al in het informatiesysteem van grote bedrijven bevinden. Hierdoor wordt deze informatie gemakkelijk verkregen (Kaplan & Anderson, 2004). TDABC kan ook helpen bij het maken van beslissingen door “wat als?” analyses uit te voeren. Zo kan men kijken wat de invloed van een bepaalde beslissing is op de kost per tijdseenheid of de benodigde tijd. Deze hebben beiden een invloed op de kostprijs van een kostenobject (Kaplan & Anderson, 2007). TDABC zorgt tevens voor accuratere kostprijzen, aangezien het gemakkelijker is in te schatten hoeveel tijd er nodig is om één maal een activiteit uit te voeren dan in te schatten hoeveel procent van de tijd men bezig is met een bepaalde activiteit (Bruggeman et al., 2005). Indien er toch een grote fout in de tijdsschattingen zou zitten, zal dit resulteren in een te hoge of een te lage totale tijd, wat zal opvallen (Kaplan & Anderson, 2004). De kostprijzen zijn ook accurater omdat ze afhankelijk zijn van alle kenmerken van het kostenobject (Kaplan & Anderson, 2004). Om deze standaardtijd op een betrouwbare wijze te bepalen, is het nodig dat de klant weinig invloed heeft op de output (Allain & Gervais, 2008). Wanneer dit zo is, kunnen er fouten in de berekende kostprijs opduiken. b. Flexibel model In tegenstelling tot ABC kunnen de TDABC-gegevens snel door de computer verwerkt worden en is er minder geheugen voor nodig. Ook het analyseren van de gegevens gaat sneller (Kaplan & Anderson, 2004). Bijgevolg krijgt men sneller een inzicht in de winstgevendheid van kostenobjecten (Bruggeman et al., 2005). Een TDABC-model heeft twee voordelen met betrekking tot het updaten ervan. Ten eerste moet het enkel bij bepaalde gebeurtenissen geüpdatet worden. Voorbeelden van gebeurtenissen zijn
10
het toevoegen van nieuwe activiteiten, veranderingen in efficiëntie (het sneller uitvoeren van activiteiten) en veranderingen in kosten per tijdseenheid (Kaplan & Anderson, 2004). Bij ABC daarentegen moeten de gegevens met betrekking tot de tijdsbesteding periodiek geüpdatet worden. Een nadeel bij het updaten van TDABC is dat er op regelmatige basis gecontroleerd moet worden of er veranderingen hebben plaatsgevonden (Gervais, Levant, & Ducrocq, 2010). Het tweede voordeel met betrekking tot het updaten is dat er slechts kleine aanpassingen nodig zijn wanneer er geüpdatet moet worden. Enkel de tijdsvergelijking of de kost per tijdseenheid moeten aangepast worden. Verschillende vestigingen van een bedrijf hebben vergelijkbare activiteiten. Hierdoor is het relatief eenvoudig om een TDABC-model van de ene vestiging toe te passen op een andere vestiging, mits enkele kleine aanpassingen (Kaplan & Anderson, 2004). Tevens kan TDABC gebruikt worden om te onderhandelen met klanten (Kaplan & Anderson, 2004). De gevolgen van bepaalde eisen van de klant op de kosten van het bedrijf kunnen worden aangetoond. Aan de hand van deze analyse kan men proberen om ofwel deze eisen aan te passen of kan men een hogere prijs vragen aan de klant. Een voorbeeld hiervan wordt gegeven door Everaert et al. (2008), waar minimum groottes voor orders werden ingevoerd. c. Kosten verlagen Een eerste manier waarop TDABC kosten kan verlagen is door het bestuderen van de tijdsvergelijking. Op deze manier kan men trachten sommige (delen van) activiteiten niet meer uit te voeren of mogelijkheden te zoeken om de activiteit sneller uit te voeren (Bruggeman et al., 2005). Een andere manier om kosten te laten dalen met behulp van TDABC is het vergelijken van tijdsvergelijkingen van verschillende vestigingen of departementen. In de dagkliniek besproken door Demeere, Stouthuysen en Roodhooft (2009), werd een centraal secretariaat met rotatiesysteem geïnstalleerd in de departementen die er nog geen hadden. De aanleiding hiervan was dat uit een interne vergelijking bleek dat dat dit soort van secretariaat het snelste werkte. Een laatste mogelijkheid waarbij TDABC de benodigde tijd laat dalen is door het herkennen van investeringsopportuniteiten. Zo kocht de bibliotheek waar Stouthuysen, Swiggers, Reheul en Roodhooft (2010) TDABC toepasten, een nieuw programma om boeken te bestellen. Dit nieuw programma zorgde ervoor dat de benodigde tijd om een binnenlands boek te bestellen drastisch daalde.
11
Er zijn drie redenen waarom de kosten in deze masterproef berekend werden aan de hand van TDABC, namelijk: 1. Er worden complexe activiteiten uitgevoerd bij collectieve schuldenregeling. TDABC kan hier, dankzij de tijdsvergelijkingen, goed mee overweg. 2. Het is snel en gemakkelijk te implementeren. 3. Het kan goed overweg met de verscheidenheid tussen de verschillende dossiers.
12
3 Literatuurstudie In dit deel zal er een kort overzicht gegeven worden van de cases die besproken worden in de management accounting literatuur. Everaert et al. (2008) vonden dat de kostprijs die berekend wordt met behulp van TDABC accurater is dan wanneer deze berekend wordt met ABC. De reden hiervoor is dat tijdsvergelijkingen rekening houden met de verschillende kenmerken van de uitgevoerde activiteiten. Gervais et al. (2010) vonden in het zelfde bedrijf enkele jaren later dat de geschatte tijden 20% mochten afwijken van de werkelijk tijden. Dit zorgde ervoor dat de kosten, berekend met behulp van deze tijdsvergelijkingen, niet altijd even betrouwbaar zijn. Dalci et al. (2010) bestudeerden de winstgevendheid van types van klanten in een hotel. Het hotel dacht, gebaseerd op berekeningen met ABC, dat er twee types van klanten verlieslatend waren. Na de implementatie van een TDABC-model door Dalci et al., bleek dat deze klantengroepen onder TDABC wel winstgevend waren. Dit verschil werd verklaard doordat TDABC rekening houdt met de ongebruikte capaciteit. Bibliotheken kunnen hun kosten verlagen door gebruik te maken van TDABC. Dit komt doordat TDABC er voor zorgt dat er inzicht gecreëerd wordt in welke factoren de kost bepalen. Dit werd zowel vastgesteld bij het bestellen van boeken en artikels (Pernot, Roodhooft & Van den Abbeele, 2007) als bij het verlenen van interbibliothecaire leningen (Stouthuysen et al., 2010). TDABC is tevens makkelijk te implementeren wanneer verschillende departementen gelijkaardige activiteiten uitvoeren. Aangezien de activiteiten gelijkaardig zijn, zullen ze gelijkaardige tijdsvergelijkingen hebben. Door verschillen tussen tijdsvergelijkingen te bestuderen, kunnen kosten verlaagd worden (Demeere et al., 2009).
13
4 Onderzoeksmethode Om te onderzoeken of de vergoeding voorzien in het KB van 18 december 1998 voldoende is om de kosten van de schuldbemiddelaar te dekken, werden er verschillende stappen ondernomen. Deze zullen nu besproken worden. Om een inzicht te verwerven in de thematiek van collectieve schuldenregeling werden: „Praktische gids voor schuldbemiddelaars‟ (Van Acker & Wylleman, 2006), „Collectieve schuldenregeling in de praktijk‟ (Dirix & Taelman, 1999) en het artikel 1675 Ger. W. gelezen. Op basis van deze drie werken werd een voorlopige lijst met activiteiten van de schuldbemiddelaar opgesteld. Na het opstellen van deze lijst werd er contact opgenomen met drie schuldbemiddelaars. Deze schuldbemiddelaars besteden het grootse deel van hun tijd aan collectieve schuldbemiddeling in het arrondissement Gent. Tijdens een interview met deze schuldbemiddelaars werd de lijst met voorlopige activiteiten gecontroleerd. Er werd nagegaan of deze activiteiten wel degelijk uitgevoerd worden, hoe ze uitgevoerd worden en of er activiteiten ontbraken. Tevens werd er nagegaan welke factoren een invloed hebben op de duur van een activiteit. Op basis van deze interviews werd de lijst met activiteiten aangepast. Er werd een schatting gemaakt van de tijdsvergelijking van iedere activiteit en van de bijhorende tijdsdrijvers. Deze schattingen werden tijdens een tweede interview voorgelegd aan twee van de drie schuldbemiddelaars. Aan de derde schuldbemiddelaar werden een aantal vragen gesteld rond de vergoeding van de schuldbemiddelaar. Na deze tweede gesprekken werd er een definitieve lijst met activiteiten en hun tijdsvergelijking opgesteld. Aangezien de waarden voor de tijdsdrijvers gesimuleerd werden, werd voor iedere tijdsdrijvers de meest gepaste berekeningswijze gekozen. Vervolgens werden er 5000 dossiers gesimuleerd met behulp van Java. Deze dossiers werden geanalyseerd en er werd gekeken wat invloed was van fouten in de totale kosten van middelengroepen. Na deze algemene analyse werd er onderzocht welke variabelen de grootse impact hebben op de winst van de schuldbemiddelaar. Hiervoor werd er een regressie uitgevoerd. Deze had als afhankelijke variabele de winst van het dossier. Als mogelijke onafhankelijke variabele werd een aangepaste lijst van de tijdsdrijvers genomen.
14
5 Winstbepaling van een dossier In dit deel zal er besproken worden hoe de winst van de schuldbemiddelaar berekend wordt. Eerst wordt er een overzicht gegeven van alle vergoedingen die de schulbemiddelaar krijgt. Vervolgens zal er een TDABC-model opgesteld worden om de kosten van een dossier te berekenen. Ten slotte wordt de wijze waarop de tijdsdrijvers bepaald werden, uitgelegd.
5.1 De vergoeding van de schuldbemiddelaar De vergoeding van de schuldbemiddelaar wordt geregeld door het KB houdende vaststelling van de regels en barema‟s tot bepaling van het ereloon, de emolumenten en de kosten van de schuldbemiddelaar van 18 december 1998. Dit KB wordt per arrondissement anders geïnterpreteerd. De interpretatie van het arrondissement Gent zal nu besproken worden. Deze gegevens worden samengevat in tabel 3. [Voeg tabel 3 hier in] De eerste maal dat de schuldbemiddelaar de staat van erelonen, emolumenten en kosten moet opmaken, is bij het verslag van zijn werkzaamheden. In deze staat van erelonen heeft de schuldbemiddelaar recht op een bedrag van 478,91 euro. Wanneer er meer dan vijf schuldeisers zijn, wordt dit bedrag verhoogd met 31,93 euro per extra schuldeiser. Wanneer er bijvoorbeeld 8 schuldeisers zijn, heeft de schuldbemiddelaar recht op 478,91 euro + 3 * 31,93 euro. Tevens mag er bij de eerste staat van erelonen een bedrag van 95,78 euro aangerekend worden. Dit bedrag dient ter dekking van de kosten die gemaakt worden om inlichtingen te verkrijgen omtrent het vermogen van de schuldenaars. Deze kosten bevatten o.a. de kosten voor de brieven die naar de centrale voor kredieten aan particulieren en het registratiekantoor verzonden worden. Aangezien deze brieven hier vergoed worden, mag hiervoor het forfaitair bedrag voor brieven (infra, p.15) niet aangerekend worden. Telkens er een jaarverslag (en bijhorende staat van erelonen) opgesteld wordt, mag de schuldbemiddelaar 191,55 euro aanrekenen als vergoeding van de opvolging van het dossier. Wanneer er meer dan vijf schuldeisers zijn, mag dit bedrag verhoogd worden met 12,77 euro per extra schuldeiser. Bij zowel de eerste als de volgende staten van erelonen, krijgt de schuldbemiddelaar een forfaitaire vergoeding voor de gemaakte kosten. Ten eerste wordt er in het KB een bedrag van 7,97 euro voorzien voor iedere betaling in het belang van de schuldenaar. Voorbeelden van deze betalingen zijn leefgeld, huur, alimentatie en energiekosten. De betalingen aan de schuldeisers of de betaling van zijn eigen erelonen
15
behoren niet tot deze categorie. Het aantal betalingen dat vergoed wordt, is echter gelimiteerd tot 50 per jaar. Tevens krijgt de schuldbemiddelaar 11,17 euro per verzonden brief en 6,40 euro per verzonden omzendbrief (een brief naar meer dan 3 derden-schuldenaars of schuldeisers). Bovenop deze bedragen krijgt de schuldbemiddelaar de kosten van aangetekende zending terugbetaald. Voor de kosten van telefonie, elektronische berichtgeving en fotokopieën krijgt de schuldbemiddelaar jaarlijks een forfait van 95,78 euro. Telkens de schuldbemiddelaar ergens verplicht aanwezig moet zijn, bijvoorbeeld op een zitting bij de arbeidsrechter of bij de verkoop van onroerend goed, mag hij hiervoor 79,80 euro aanrekenen. Ten slotte krijgt de schuldbemiddelaar voor elke lichte herziening van de aanzuiveringsregeling en voor iedere schriftelijke verklaring om herroeping te verkrijgen, een bedrag van 159,63 euro. Voor iedere grondige herziening van de aanzuiveringsregeling krijgt de schuldbemiddelaar 239,45 euro. Indien er meer dan 5 schuldeisers zijn krijgt hij nog eens 15,97 euro per extra schuldeiser. Bij een grondige herziening heeft de schuldbemiddelaar echter geen recht op het bedrag voor de herziening, noch op het bedrag voor de opvolging.
5.2 De kost van een dossier In dit onderdeel zullen de zes stappen besproken worden om de kostprijs van een dossier te berekenen met behulp van TDABC. Eerst zullen de middelengroepen en hun activiteiten geïdentificeerd worden. Vervolgens worden hun kosten en praktische capaciteit berekend, waaruit de kost per tijdseenheid vloeit. Eenmaal de tijd per dossier bekend is, kan de kostprijs van een dossier berekend worden. 5.2.1
Het bepalen van de middelengroepen en hun activiteiten
In het geval van collectieve schuldbemiddeling zijn er twee middelengroepen die activiteiten uitvoeren, namelijk de schuldbemiddelaar en het secretariaat. Er wordt aangenomen dat er één schuldbemiddelaar is en dat het secretariaat uit twee leden bestaat. In het vervolg van dit deel zullen de activiteiten van de schuldbemiddelaar en het secretariaat overlopen worden. De vijf categorieën waarin deze activiteiten onderverdeeld worden, worden weergegeven in figuur 2.
16
Figuur 2: de vijf categorieën van activiteiten die de schuldbemiddelaar uitvoert
Voorbereiding
Aanzuiveringsregeling
Opvolging
Einde
Algemeen
1. Voorbereiding, dit zijn de activiteiten die ondernomen moeten worden voor er een aanzuiveringsregeling kan worden opgesteld. 2. Aanzuiveringsregeling, deze categorie omvat alle activiteiten die nodig zijn om tot een aanzuiveringsregeling te komen. 3. Opvolging, deze activiteiten hebben te maken met de opvolging van de bekomen aanzuiveringsregeling. 4. Algemene activiteiten, de activiteiten die zowel voor als na het opstellen van de aanzuiveringsregeling worden uitgevoerd. 5. Einde, deze categorie bevat de activiteiten die uitgevoerd worden wanneer de aanzuiveringsregeling eindigt. Tabel 4 geeft een samenvatting van alle activiteiten die uitgevoerd worden samen met hun tijdsvergelijking (infra, p.24). [Voeg tabel 4 hier in] Vooraleer de activiteiten per categorie besproken worden, zal er eerst een toelichting gegeven worden hoe de brieven opgesteld en verstuurd worden. 1. Brieven Bij het versturen van brieven zijn er twee mogelijke werkwijzen die de schuldbemiddelaar kan volgen. 1. De schuldbemiddelaar dicteert welke standaardbrieven er verstuurd moeten worden, het secretariaat stelt deze vervolgens op. Niet-standaardbrieven worden gedicteerd door de schuldbemiddelaar, waarna het secretariaat deze uittypt. 2. Standaardbrieven worden meestal vanzelf door een secretariaatsmedewerker opgesteld wanneer deze dit nodig acht. Niet-standaardbrieven worden door de schuldbemiddelaar zelf uitgetypt. Eenmaal de brief opgesteld of uitgetypt is, leest de bemiddelaar deze na en tekent hem, waarna het secretariaat de brief verzendt. Brieven kunnen op drie wijzen opgestuurd worden, deze zijn per normale brief, per aangetekende brief en per aangetekende brief met ontvangstbericht. Het
17
versturen van een aangetekende brief duurt langer omdat hiervoor een aantal bijkomende handelingen nodig zijn. 2. Voorbereiding De procedure wordt geïnitieerd door de schuldenaars (hetzij iemand alleen, hetzij met zijn partner). De schuldenaars leggen een verzoekschrift om tot de collectieve schuldenregeling toe te treden neer. Wanneer de arbeidsrechter dit verzoek aanvaardt, zal hij de beschikking van toelaatbaarheid opstellen. De datum van dit document wordt als startdatum van de procedure gezien. In deze beschikking wordt de naam van de schuldbemiddelaar vermeld, deze werd voorafgaand door de griffie gebeld met de vraag of hij dit dossier wil behandelen. Indien de schuldbemiddelaar onafhankelijk is (wat door art. 1675/17 § 2 Ger. W. vereist is), zal hij deze opdracht aanvaarden. Na dit telefoontje schrijft de schuldbemiddelaar de gegevens van de schuldenaars op en maakt hij een papieren dossier aan. Verder wordt er ook een rubriekrekening geopend op naam van de schuldenaars. De volgende activiteiten hangen af van de werkwijze die de schuldbemiddelaar volgt. Sommige schuldbemiddelaars laten het secretariaat minder zelfstandig werken (dit zijn dezelfde als zij die de brieven dicteren). In dit geval zal de schuldbemiddelaar het dossier ontvangen. Dit dossier bevat onder andere de beschikking van toelaatbaarheid en het verzoekschrift. Nadat het dossier doorgenomen werd, zal de schuldbemiddelaar dicteren wie aan het elektronisch dossier toegevoegd moet worden. Tevens zal hij dicteren welke verschillende standaardbrieven verstuurd moeten worden. Andere schuldbemiddelaars laten het secretariaat meer zelfstandig werken, in dit geval zal het secretariaat het dossier ontvangen en zelf de personen zoeken die toegevoegd moeten worden aan het elektronisch dossier. Na het bestuderen van het ontvangen dossier, door ofwel de schuldbemiddelaar ofwel het secretariaat, worden de relevante personen toegevoegd aan het elektronisch dossier. Er worden tevens standaardbrieven verstuurd naar de schuldenaars, de derden-schuldenaars (bv. de werkgevers van de schuldenaars), de centrale voor kredieten aan particulieren, het registratiekantoor en indien er zijn, de borgen. De schuldbemiddelaar moet, in overeenstemming met art. 1675/10 §1 Ger. W., de berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling inkijken ter griffie. De standaardbrief voor de schuldenaars bevatte de uitnodiging om een afspraak te maken voor een gesprek. Om deze afspraak te maken bellen de schuldenaars naar het secretariaat. Vervolgens zal de schuldbemiddelaar ter voorbereiding op dit gesprek, het dossier grondig bestuderen.
18
Op het eerste gesprek bespreekt de schuldbemiddelaar de gevolgde werkwijze en maakt hij enkele afspraken. Vervolgens overloopt hij een vragenlijst, deze bevat o.a. de inkomsten, uitgaven, vergeten schuldeisers en (financiële) schulden van de schuldenaars. De antwoorden op deze vragen worden door sommige schuldbemiddelaars in de computer opgeslagen, terwijl anderen dit tijdens het gesprek op papier noteren. Soms brengen de schuldenaars een stapel documenten mee en moet de schuldbemiddelaar deze onderzoeken. De inventaris (welke goederen er aanwezig zijn bij de schuldenaars) wordt door sommige schuldbemiddelaars tijdens dit gesprek opgesteld. Ten slotte kan ook nog de hoogte van het leefgeld3 besproken worden op dit gesprek. Indien de inventaris niet opgesteld wordt tijdens het eerste gesprek, stelt een lid van het secretariaat dit bij de schuldenaars thuis op en brengt hierover verslag uit bij de schuldbemiddelaar. Als het leefgeld niet tijdens het eerste gesprek bepaald werd, denkt de schuldbemiddelaar er na het gesprek over na en laat vervolgens het secretariaat hierover een brief versturen. Eenmaal de berichten van beslag gecontroleerd zijn en het antwoord van de centrale voor kredieten aan particulieren ontvangen is, worden deze vergeleken met het verzoekschrift. Deze documenten worden vergeleken om zo eventueel nog schuldeisers te vinden die niet in het verzoekschrift stonden, ook wel vergeten schuldeisers genoemd. Alle vergeten schuldeisers worden door het secretariaat aangeschreven met de vraag om aangifte te doen van hun schuldvordering. De schuldeisers die in het verzoekschrift stonden, worden niet aangeschreven aangezien deze al aangeschreven werden door de griffie. Indien de schuldenaars een onroerend goed bezitten, worden de relevante documenten vergeleken. De aangiftes van schuldvorderingen mogen zowel per aangetekende brief opgestuurd worden als op kantoor afgegeven worden (art. 1675/9 § 2 Ger. W.). Dit laatste duurt langer om te verwerken aangezien de schuldeisers meestal nog een aantal vragen stellen. Nadat deze aangiftes ontvangen zijn, wordt er gecontroleerd of de opsplitsing van het hoofdbedrag, de interesten en de kosten van elke aangifte duidelijk genoeg is. Dit wordt door de schuldbemiddelaar gedaan indien het secretariaat minder zelfstandig werkt. Wanneer het secretariaat zelfstandig werkt, doet het secretariaat dit. Naar elke schuldeiser wiens aangifte van schuldvordering niet duidelijk genoeg was, wordt er een brief verstuurd met de vraag om een duidelijke aangifte te doen. Alle duidelijke aangiftes van schuldvordering worden op computer opgeslagen door het secretariaat.
3
Vanaf de beschikking van toelaatbaarheid moeten derden-schuldenaars betalen aan de schuldbemiddelaar in plaats van aan de schuldenaars. De schuldbemiddelaar betaalt de schuldenaars periodiek een bedrag (het leefgeld) uit om gewone uitgaven te kunnen doen.
19
Eén maand na de verklaring van toelaatbaarheid wordt er gecontroleerd of alle schuldeisers een aangifte van hun schuldvordering hebben gedaan. Aan alle schuldeisers die dit nog niet gedaan hebben, wordt er een aangetekende brief gestuurd. Deze brief bevat, zoals voorgeschreven in art. 1675/9 § 3 Ger. W., de melding dat zij nog 15 dagen de tijd hebben om hun aangifte te doen. Sommige schuldbemiddelaars hebben een gesprek met de schuldenaars over de ontvangen aangiftes van schuldvordering. Op dit gesprek wordt er gekeken of de schuldenaars wel akkoord gaan met alle aangiftes van schuldvordering. Indien dit niet zo is worden er brieven gestuurd naar de desbetreffende schuldeisers met daarin de reden waarom de schuldenaars hun schuldvordering betwisten. 3. Aanzuiveringsregeling Na
het
verwerven
van
de
informatie
(uit
de
voorbereidingsfase)
wordt
er
een
aanzuiveringsregeling opgesteld. Deze regeling bevat o.a. een afbetalingsplan, waarin de schulden van de schuldenaars systematisch worden afgebouwd. Het bevat tevens de voorwaarden waaraan de schuldenaars aan moeten voldoen. Voorbeelden van deze voorwaarden zijn werk zoeken of verhuizen. Eerst wordt er gepoogd om een minnelijke aanzuiveringsregeling op te stellen, dit is een aanzuiveringsregeling waarmee zowel de schuldenaars als alle schuldeisers instemmen. Wanneer niet iedereen met deze aanzuiveringsregeling instemt, dan zal de rechter een gerechtelijke aanzuiveringsregeling opleggen. Wanneer er zes maand na de beschikking van toelaatbaarheid nog geen aanzuiveringsregeling is, kan er een verlenging van deze termijn gevraagd worden aan de arbeidsrechter. In speciale gevallen kan deze termijn enkele keren verlengd worden Nadat alle benodigde informatie verkregen werd, stelt de schuldbemiddelaar een ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling op. Sommige ontwerpen zijn moeilijker om op te stellen, bijvoorbeeld wanneer er een kwijtschelding van een deel van de hoofdsom nodig is. Vervolgens wordt, indien de schuldbemiddelaar dit ontwerp gedicteerd heeft, het ontwerp uitgetypt door het secretariaat. Na het uittypen van het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling, door de schuldbemiddelaar of het secretariaat, wordt het ontwerp aangetekend verzonden naar alle schuldeisers en de schuldenaars (art. 1675/10 § 4 Ger. W.). Op dit ontwerp reageren de schuldeisers door te zeggen of ze er al dan niet akkoord mee gaan. Sommige schuldeisers reageren niet en worden geacht stilzwijgend akkoord te gaan. De schuldbemiddelaar stelt een antwoordbrief op voor de schuldeisers die niet akkoord gaan met het ontwerp. Met deze brief probeert hij deze schuldeisers te overtuigen om toch akkoord te gaan. 20
Indien alle schuldeisers uiteindelijk akkoord gaan met het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling,
wordt
werkzaamheden opgesteld.
er
door
Hierbij
de
vraagt
schuldbemiddelaar hij
een
aan de rechter
om
verslag
van
zijn
deze minnelijke
aanzuiveringsregeling goed te keuren. Wanneer er minstens één schuldeiser bij zijn bezwaar blijft, wordt het PV van vaststelling van gebrek aan minnelijke aanzuiveringsregeling opgesteld. Zowel het verslag van zijn werkzaamheden als het PV bevatten de staat van erelonen, emolumenten en kosten. Bij sommige schuldbemiddelaars wordt dit automatisch opgesteld door het juridisch programma. Bij andere schuldbemiddelaars, moet dit manueel opgesteld worden, wat langer duurt. Vervolgens stelt het secretariaat het neer te leggen dossier samen. Dit dossier bevat onder andere de aangiftes van schuldvordering en de reacties van de schuldeisers. Hierna wordt dit dossier door de schuldbemiddelaar ter griffie neergelegd. In het geval dat er een PV van vaststelling van gebrek aan minnelijke aanzuiveringsregeling neergelegd werd, zal er een gerechtelijke aanzuiveringsregeling opgelegd worden. Hiervoor zal de rechter eerst een zitdag bepalen. De schuldbemiddelaar bereid zich voor op het verslag dat hij zal moeten uitbrengen op deze zitting. Vervolgens verplaatst hij zich naar de zitting en brengt er zijn verslag uit (art. 1675/11 §2 Ger. W.). Na deze zitting legt de arbeidsrechter een gerechtelijke aanzuiveringsregeling op. 4. Opvolging Vanaf
wanneer
de
minnelijke
aanzuivering
goedgekeurd
is
of
een
gerechtelijke
aanzuiveringsregeling opgelegd is, kan de schuldbemiddelaar beginnen met de opvolging van de aanzuiveringsregeling. Conform art. 1675/17 §3 Ger. W. moet er ieder jaar een jaarverslag neergelegd worden ter griffie. Het opstellen ervan duurt langer wanneer er dat jaar een belangrijk feit gebeurd is. Voorbeelden van deze feiten zijn dat een van de schuldenaars zijn werk verloren heeft of dat de schuldenaars verhuist zijn. Bij het jaarverslag wordt de staat van erelonen, emolumenten en kosten bijgevoegd. Deze staat van erelonen wordt net zoals de eerste keer automatisch of manueel opgesteld. Als de schuldbemiddelaar de inhoud van deze jaarverslagen dicteert, wordt dit uitgetypt door het secretariaat. Jaarlijks stuurt het secretariaat een overzicht van de rubriekrekening naar de schuldenaars. Sommige schuldbemiddelaars versturen een brief naar de schuldeisers wanneer ze geen betaling zullen ontvangen. Soms gebeurt het dat het saldo van de rubriekrekening niet toereikend is om de vergoeding van de schuldbemiddelaar te betalen. Wanneer er verwacht wordt dat dit in de nabije toekomst niet zal veranderen, kan er wegens art. 1675/19 § 2 een betaling aan het fonds ter bestrijding van overmatige schuldenlast gevraagd worden. Hiervoor worden er brieven opgestuurd naar het fonds. 21
De aanzuiveringsregeling kan, zoals eerder vermeld, voorwaarden bevatten waaraan de schuldenaars moeten voldoen. Wanneer er niet aan deze voorwaarden voldaan wordt, kan er een herroeping van de beschikking van toelaatbaarheid gevraagd worden (art. 1675/15 Ger. W.). Dit gebeurt door een schriftelijke verklaring neer te leggen ter griffie. Vervolgens wordt er een zitting georganiseerd waarna de rechter beslist om de beschikking van toelaatbaarheid al dan niet te herroepen. Indien de aanzuiveringsregeling herroepen wordt, zorgt dit voor het einde van de aanzuiveringsregeling. In sommige dossiers zorgt een nieuw feit ervoor dat de huidige aanzuiveringsregeling niet meer geschikt is, met andere woorden dat een herziening van de regeling nodig is. Wanneer er een minnelijke aanzuiveringsregeling was, zal de schuldbemiddelaar genoodzaakt zijn om een nieuw ontwerp op te stellen. Dit herziene ontwerp kan een kleine aanpassing zijn aan de bestaande aanzuiveringsregeling of een totaal nieuwe aanzuiveringsregeling. Het nieuwe ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling wordt vervolgens verzonden naar de schuldeisers en de schuldenaars. Hierop volgen dan net zoals bij het eerste ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling, de reacties van de schuldeisers. Wanneer er een goede reden is waarom er een herziening nodig is, reageren de schuldeisers altijd met een goedkeuring. Vervolgens stelt de schuldbemiddelaar het verslag van zijn werkzaamheden op en legt het dossier neer ter griffie. In sommige dossier zijn er meerdere herzieningen nodig. 5. Algemeen De hoofdactiviteit van de schuldbemiddelaar en het secretariaat is het contact met de schuldenaars en andere personen onderhouden. Dit kan via verschillende media verlopen. Ten eerste worden er vragen per mail beantwoord. Ten tweede zijn er telefoongesprekken die door de schuldbemiddelaar en het secretariaat gevoerd worden. Ten derde zijn er de gesprekken op kantoor bij de schuldbemiddelaar. Ten slotte zijn er ook nog brieven die verstuurd worden. Voor elk medium, behalve gesprekken op kantoor, wordt er een opsplitsing gemaakt tussen een variant met een simpele vraag en een met een moeilijke vraag. Deze activiteit bevat alle communicatie, behalve deze van de brieven die tijdens de andere activiteiten besproken werden. Iedere keer er een beschikking wordt opgesteld door de rechter, wordt deze gescand door het secretariaat. Wanneer er een onroerend goed verkocht wordt, moet er eerst de toelating gevraagd worden aan de rechter. Om deze toelating te krijgen moet de schuldbemiddelaar eerst een aantal documenten verkrijgen. Het onroerend goed kan ofwel uit de hand verkocht worden ofwel via een openbare verkoop. In beide gevallen zal de schuldbemiddelaar een verplichte zitting hebben, respectievelijk bij de notaris of op de openbare verkoop. Tevens zal de 22
schuldbemiddelaar vele contacten hebben om de verkoop te organiseren. In het geval van een verkoop uit de hand moet de schuldbemiddelaar wanneer er een bod is, de toelating vragen aan de rechter om het aan deze prijs te mogen verkopen. De schuldbemiddelaar ontvangt alle betalingen die de schuldenaars normaal zouden ontvangen van de derden-schuldenaars. Voor deze inkomende betalingen kijkt het secretariaat na of deze betaald worden. Indien dit niet het geval is, wordt deze betaling een periode opgevolgd. Wanneer er na deze periode nog steeds geen betaling gebeurt is, wordt er een brief naar de desbetreffende derden-schuldenaar gestuurd met de vraag waarom er nog niet betaald is. Aangezien de schuldenaars geen geld ontvangen, zal de schuldbemiddelaar betalingen moeten uitvoeren. Er zijn drie types van uitgaven. Een eerste type van betaling is een uitgave buiten het normale vermogensbeheer, dit zijn heel belangrijke uitgaven. Hiervoor moet de schuldbemiddelaar aan de arbeidsrechter vragen of hij deze mag uitvoeren (art. 1675/7 § 3 Ger. W.). Een tweede type van uitgaven is een belangrijke betaling. Dit is een belangrijke uitgave die wel binnen het normaal vermogensbeheer past. Voor deze betaling wordt er aan de schuldenaars een offerte gevraagd. Na afgifte van de offerte krijgen zij het geld. Nadat zij de uitgave hebben gedaan, geven de schuldenaars het betalingsbewijs aan de schuldbemiddelaar. Een derde type van uitgave zijn de normale uitgaven. Deze kunnen ofwel met een bestendige opdracht betaald worden (bv. voor de huur of het leefgeld) ofwel éénmalig betaald worden. Deze betalingen worden opgesplitst in twee groepen. Als eerste zijn er betalingen van bepaalde kosten die de schuldenaars hebben (bv. hun energiekosten of de huur) en betalingen aan de schuldenaars (bv. het leefgeld). Als tweede zijn er de betalingen aan de schuldeisers, welke verlopen zoals afgesproken in de aanzuiveringsregeling. Soms meldt de bank dat de betaling niet uitgevoerd kan worden. In dit geval wordt de rekening opgevolgd en wordt de betaling uitgevoerd van zodra er genoeg geld op de rekening staat. 6. Einde Wanneer de regeling ten einde loopt, worden alle schuldeisers aangeschreven met het bericht dat alle afgesproken bedragen ontvangen hebben. Wanneer schuldeisers menen dat dit niet zo is, kunnen zij hierop protest indienen. Alle protesten worden onderzocht en beantwoord. Wanneer dit protest gegrond blijkt, krijgen zij nog een laatste betaling. In plaats van een jaarverslag stelt de schuldbemiddelaar een eindverslag op, dat hij neerlegt ter griffie. Nadien worden de derden-schuldenaars verwittigd dat zij niet meer op de rubriekrekening moeten betalen.
23
5.2.2
Het berekenen van de totale kost van de middelengroepen
Na het identificeren van de middelengroepen en hun activiteiten moet de totale kost van elke middelengroep berekend worden. De belangrijkste kost van beide middelengroepen is de loonkost. Schuldbemiddelaars zijn meestal zelfstandige advocaten en ontvangen dus geen maandelijks salaris. Om de kost van de middelengroep te berekenen is er echter een jaarlijkse loonkost nodig. Om deze reden zal het brutosalaris van de schuldbemiddelaar benaderd worden door de brutowedde van een rechter in de arbeidsrechtbank. Deze wedde wordt als benadering genomen om twee redenen. Ten eerste is de arbeidsrechtbank de bevoegde rechtbank bij een collectieve schuldenregeling. Ten tweede worden de wedden van rechters bepaald door het gerechtelijk wetboek (art. 355 en volgende). Deze informatie is publiekelijk beschikbaar. De belangrijkste factor die de hoogte van de wedde van een arbeidsrechter bepaalt, is de nuttige anciënniteit die hij heeft. Deze anciënniteit bevat ook de jaren die deze persoon gestudeerd heeft aan een Belgische universiteit en de jaren die hij stage liep. Als basis voor de berekenen het brutosalaris van de schuldbemiddelaar zal er een nuttige anciënniteit van 21 jaar verondersteld worden. Deze 21 jaar bevat 5 jaar studies, 3 jaar stage en 13 jaar werkervaring. Een arbeidsrechter met 21 jaar nuttige anciënniteit ontvangt een brutowedde van 57.698,09 euro.
Bovenop
het
brutosalaris
van
de
schuldbemiddelaar
moet
er
tevens
de
werkgeversbijdrage RSZ betaald worden. Deze bedraagt 32,93% voor vrije beroepen (ADMB, 2010). De totale loonkost van de schuldbemiddelaar komt hierdoor op 76.698,07 euro per jaar. Naast de loonkost van de schuldbemiddelaar is er ook nog de loonkost van de secretariaatsmedewerkers. Als benadering van hun brutosalaris wordt de wedde van een secretariaatsmedewerker van de rechtbank genomen. Deze wedde wordt bepaald door art. 366 Ger. W. en volgende. De voornaamste factoren die deze wedde bepalen zijn de weddeschaal waarin de medewerker valt en de anciënniteit van de medewerker. De wedde van iemand die 13 jaar werkt en zich in weddeschaal BJ2 bevind, bedraagt 25.452,00 euro per jaar. De totale loonkost na werkgeversbijdrage RSZ bedraagt bijgevolg 33.833,34 euro per jaar. Naast de loonkosten zijn er andere vaste kosten. Deze kosten bevatten bv. de huur van het kantoor, de energie- en telefoonkosten. De berekeningswijze van deze kosten worden samengevat in luik 1 van tabel 5. Deze kosten bedragen samen jaarlijks 18.962,50 euro. Deze kosten worden verdeeld over de twee middelengroepen volgens het aantal personen dat de middelengroep telt. De schuldbemiddelaar krijgt bijgevolg 6.320,83 euro toegerekend en het secretariaat 12.641,67 euro. [voeg tabel 5 hier in]
24
De schuldbemiddelaar gebruikt ook een juridische databank, dit kost 1.180,00 euro per jaar. Aangezien het enkel de schuldbemiddelaar is die deze databank gebruikt, worden deze kosten volledig aan hem toegerekend. De berekeningswijze hiervan wordt weergegeven in luik 2 van tabel 5. Naast deze vaste kosten, komen er nog variabele kosten. De eerste variabele kost is die van een brief, deze kost bedraagt 0,67 euro per verzonden brief4. De tweede variabele kost is de kost van een telefoongesprek. Hiervoor wordt er 0,10 euro per minuut gerekend. Aangezien er ook binnenkomende telefoongesprekken zijn, wordt deze kost slechts voor de helft van de gebelde minuten gerekend. De berekeningswijze van deze kosten worden weergegeven in luik 3 van tabel 5. 5.2.3
Het berekenen van de praktische capaciteit van de middelengroepen
De schuldbemiddelaar heeft een theoretische capaciteit van 115.200 minuten per jaar (= 48 weken per jaar * 40 uur per week * 60 min per uur). De praktische capaciteit kan berekend worden door 80% van de theoretische capaciteit te nemen en bedraagt dus 92.160 minuten per jaar. De praktische capaciteit van een secretariaatsmedewerker wordt op een identieke manier berekend. De totale praktische capaciteit van het secretariaat bedraagt bijgevolg 184.320 minuten. 5.2.4
Het berekenen van de kost per tijdseenheid van de middelengroepen
Luik 1 van tabel 6 geeft de totale kost per middelengroep weer. Het tweede luik van tabel 6 geeft de berekening van de kost per tijdseenheid weer. Deze bedraagt 0,91 euro per minuut voor de schuldbemiddelaar en 0,44 euro per minuut voor het secretariaat. Om de kost van een dossier te berekenen werd deze kost per minuut niet afgerond. [voeg tabel 6 hier in] 5.2.5
Het bepalen van de tijd die nodig is om een activiteit uit te voeren
Tabel 4 bevat een overzicht van de activiteiten en hun tijdsvergelijking die de schuldbemiddelaar en het secretariaat uitvoeren. De beschrijving en de berekeningswijze (infra, p.25) van de tijdsdrijvers worden samengevat in tabel 7. [voeg tabel 7 hier in] Wanneer de activiteit een brief versturen bevat, wordt er een opsplitsing gemaakt tussen de opsteltijd van de brief en de verzendtijd. Wanneer er iets neergelegd wordt ter griffie, wordt
4
Aangetekende brieven hebben een hogere kost per brief. Daar deze kost aan de exacte waarde wordt terugbetaald (supra, p.15), zal er geen kost gerekend worden voor aangetekende zendingen. Bijgevolg zal deze ook niet als vergoeding van kosten gezien worden.
25
deze tijd (18 min) ook apart vermeld. Wanneer er verschillende werkwijzen voorkomen bij een activiteit, eindigt het nummer van de activiteiten met “(*)”. 5.2.6
Het berekenen van de kost per dossier
Deze kost werd berekend door de som te nemen van de volgende elementen:
De totale tijd die de schuldbemiddelaar besteedt aan het dossier vermenigvuldigd met zijn kost per minuut van de schuldbemiddelaar
De totale tijd die het secretariaat besteedt aan het dossier vermenigvuldigd met de kost per minuut van het secretariaat.
Het aantal brieven dat verzonden wordt maal de kost per brief (0,675 euro).
De helft van de tijd dat er gebeld wordt maal de kost per minuut (0,10 euro / minuut)
De eerste twee elementen hangen af van de tijdsdrijvers. De wijzen waarop deze berekend werden, wordt in het volgende onderdeel behandeld.
5.3 De berekeningswijze van de tijdsdrijvers Om de kost van een dossier te kunnen berekenen zijn er waarden voor de tijdsdrijvers nodig. De wijzen waarop deze waarden gegenereerd worden, zullen nu overlopen worden. Eerst zullen de vier statistische verdelingen die gebruikt worden, overlopen worden. Vervolgens worden een aantal andere berekeningswijzen besproken. De eerste gebruikte statistische verdeling is de discrete uniforme verdeling. Bij deze verdeling liggen de mogelijke waarden tussen het zelf gekozen minimum en maximum. Iedere waarde heeft dezelfde kans om gekozen te worden. Deze kans is gelijk aan één op het aantal mogelijke waarden. Een voorbeeld van een discrete uniforme verdeling is het werpen van een dobbelsteen. Hierbij is de kans om iedere waarde te werpen gelijk aan één op zes. Figuur 3 geeft een voorbeeld van een discreet uniform verdeelde tijdsdrijver weer, namelijk het aantal bestendige opdrachten.
De kans op dit aantal bestendige opdrachten
Figuur 3: Een voorbeeld van een uniform verdeelde tijdsdrijver met minimumwaarde 1 en maximumwaarde 5
0,25 0,2 0,15 0,1 0,05 0 1
2
3
4
5
Het aantal gebruikte bestendige opdrachten
26
De discrete uniforme verdeling wordt voornamelijk gebruikt voor de tijdsdrijvers in verband met de contacten met derden. De minimumwaarde voor het aantal contacten was 0. Om de maximumwaarde te bepalen werden de volgende stappen gevolgd. Eerst werd er aan de schuldbemiddelaars gevraagd wat het gemiddeld aantal contacten per medium per maand is. Vervolgens werden deze waarden vermenigvuldigd met A_looptijd_maanden. Zodoende werd het gemiddeld aantal contacten per medium over de hele looptijd van de procedure bekomen. Als maximumwaarde voor de uniforme verdeling werd 2 maal dit gemiddelde genomen. Door op deze wijze de minimum- en maximumwaarde te bepalen, was de gemiddelde waarde van deze verdeling gelijk aan de gemiddelde waarde van het aantal contacten per medium. De tweede statistische verdeling die gebruikt wordt, is de normale verdeling. Deze heeft twee parameters, namelijk het gemiddelde en de standaardafwijking. De meeste waarnemingen liggen dicht bij het gemiddelde. Een willekeurige waarde uit een normale verdeling ligt in ongeveer 68% van de gevallen tussen het gemiddelde min één keer de standaardafwijking en het gemiddelde plus één keer de standaardafwijking. In ongeveer 99% van de gevallen ligt deze waarde tussen het gemiddelde min drie en het gemiddelde plus drie keer de standaardafwijking. De normale verdeling is een continue verdeling, bijgevolg kunnen er ook waarden met een decimaal voorkomen. Deze waarden worden afgerond tot op de dichtste eenheid. Indien er een negatieve waarde bekomen wordt, wordt er een nieuwe waarde genomen. De normale verdeling werd gebruikt wanneer de uiterste waarden van een tijdsdrijver een lagere kans hadden om voor te komen dan middelste waarden. Figuur 4 geeft een voorbeeld van een normaal verdeelde tijdsdrijver. Figuur 4: Een voorbeeld van een normaal verdeelde tijdsdrijver met gemiddelde 9 en standaardafwijking 3
De kans op dit aantal schuldeisers
0,14 0,12 0,1 0,08 0,06 0,04 0,02 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Het aantal schuldeisers die in het verzoekschrift vermeld stonden
27
Ten derde wordt de Bernoulli verdeling gebruikt. Aan de basis van deze verdeling ligt een Bernoulli experiment. Dit experiment kan ofwel slagen (de waarde 1) of falen (de waarde 0). Voor deze verdeling is er één parameter nodig, namelijk de kans op slagen. Wanneer deze bijvoorbeeld 0,25 (= 25%) is, dan zal de kans op de waarde 1 gelijk zijn aan 25%. De kans op de waarde 0 zal dan gelijk zijn aan 75%. Deze verdeling wordt gebruikt voor de tijdsdrijvers die een verschillende werkwijze uitdrukken. De laatste statistische verdeling die gebruikt wordt, is de binomiale verdeling. Bij de binomiale verdeling wordt een aantal keer een Bernoulli experiment uitgevoerd. Een voorbeeld hiervan is het opwerpen van drie muntstukken (het aantal experimenten gelijk aan drie). De kans dat er exact één van de muntstukken op munt valt, is gelijk aan de kans dat er één dobbelsteen op munt valt (= 1 / 2) maal de kans dat er bij de andere twee muntstukken op kop vallen (= 1 / 2 * 1 / 2). Omdat er drie mogelijkheden zijn (het kan munt één, twee of drie zijn die op munt valt) moet de voorgaande kans vermenigvuldigd worden met drie. De kans op iedere waarde hangt bijgevolg af van de kans op slagen en het aantal uitgevoerde experimenten. Figuur 5 geeft een voorbeeld weer van een binomiaal verdeelde tijdsdrijver. Figuur 5: Een voorbeeld van een binomiaal verdeelde tijdsdrijver met 12 experimenten en kans op succes 0,04
De kans dat dit aantal schuldeisers een bezwaar heeft
0,70 0,60 0,50 0,40 0,30 0,20 0,10 0,00 0
1 2 Het aantal schuldeisers dat een bezwaar heeft
3
De binomiale verdeling wordt gebruikt in twee gevallen. Ten eerste wanneer deze intuïtief past. Een voorbeeld hiervan is het aantal schuldeiser die niet akkoord gingen met het voorstel van minnelijke aanzuiveringsregeling. De kans dat een individuele schuldeiser niet akkoord gaat met dit ontwerp is 4%. Ten tweede wordt deze verdeling ook gebruikt wanneer er hoge kans op een hoge (of lage) waarde is en de kans op een lage (of hoge) waarde, klein is. De kansen van de onderliggende Bernoulli experimenten werden berekend door eerst te vragen hoeveel keer het feit voor kwam. Vervolgens werd, gegeven het aantal experimenten, gezocht naar individuele kans op succes.
28
Naast statistische verdelingen worden sommige tijdsdrijvers berekend door middel van een functie. Deze functie kan een som van andere tijdsdrijvers zijn. Zo is het totaal aantal schuldeisers bijvoorbeeld gelijk aan aantal schuldeisers in het verzoekschrift plus het aantal schuldeisers die niet in het verzoekschrift stonden. Deze functie kon ook een als-functie zijn. Bv. het feit of er borgen zijn, is waar (de waarde 1) als het aantal borgen groter is dan 0, in het andere geval is dit feit niet waar (de waarde 0).
29
6 Resultaten In dit deel worden de resultaten besproken. Eerst worden enkele algemene resultaten besproken. Vervolgens wordt er nagegaan wat de invloed is van fouten in de berekende kosten, op de winst. Ten slotte worden de 10 variabelen, die het grootste deel van de winst bepalen, besproken.
6.1 Algemene resultaten De gemiddelde winst van een dossier bedraagt 665,87 euro over zijn gehele looptijd. De standaardafwijking van deze winst bedraagt 1251,85 euro. Ongeveer 30% van de dossiers levert een verlies op. De gemiddelde looptijd van een dossier bedraagt 101,89 maanden. Figuur 6 geeft de verdeling van de dossiers volgens de winst weer. Figuur 6: de verdeling van de dossiers volgens de winst
De gemiddelde opbrengst van een dossier bedraagt 9.097,36 euro. Figuur 7 geeft de onderverdeling van de opbrengst naar de oorsprong weer. De betalingen, de gewone brieven en het bedrag voor de opvolging blijken de voornaamste oorsprong van de opbrengst te zijn. De betalingen nemen een groot deel in aangezien. Dit komt omdat in 63% van de dossiers de limiet van 50 betalingen per jaar overschreden wordt, in deze simulatie zijn m.a.w. weinig dossiers waar er slechts enkele betalingen per jaar gebeuren.
30
Figuur 7: De onderverdeling van de opbrengst naar de oorsprong (in euro)
Opstellen Betalingen Opvolging
2283 96
717 1991
Gewone brieven 53
555 673
68
Telefonie, etc. 32
306
Omzendbrieven Inlichtingen verkrijgen
2879
Vonnissen Zittingen Grondige herzieningen
De gemiddelde kost van een dossier bedraagt 8.431,49 euro. Figuur 8 geeft een overzicht van de oorsprong van de kosten weer. Hieruit blijkt dat het grootste deel van de kost door de schuldbemiddelaar ontstaat. Ongeveer 31% van de kosten wordt gemaakt door het secretariaat. Figuur 8: De onderverdeling van de kosten naar de oorsprong (in euro)
2.656,86 31% Bemiddelaar 5.547,63 66%
Brieven en Telefoon Secretariaat
227,00 3%
Het aandeel dat iedere categorie van activiteiten heeft in de totale gebruikte tijd, wordt weergegeven in figuur 9. Uit deze grafiek blijkt dat de categorie “Algemeen” het grootste deel van de tijd in beslag neemt. 31
Figuur 9: Het aandeel van iedere activiteit in de tijd die besteed wordt aan een dossier
100%
2,51%
0,20%
90% 80% 70% 60%
83,00%
86,96%
50% 40% 30% 20% 6,47%
10%
6,47%
3,86%
0% Bemiddelaar Voorbereiding
3,68% 5,22%
1,62% Secretariaat
Aanzuiveringsregeling
Opvolging
Algemeen
Einde
De algemene activiteiten vertegenwoordigen 83% van de tijd die de schuldbemiddelaar besteedt aan een gemiddeld dossier. Dit komt voornamelijk door de vele contacten met derden. Het secretariaat besteedt ongeveer 87% van de totale tijd van een dossier aan de algemene activiteiten. De oorzaak hiervan is zowel de vele contacten met derden als de activiteiten met betrekking tot de activiteiten. Aangezien de contacten het grootste deel van de tijd in beslag nemen, zullen deze ook het grootste deel van de kost veroorzaken. Om deze reden werd er voor iedere wijze van contact de kost berekend. Tevens wordt er de kost van een eenmalige betaling berekend. Deze werd zowel berekend wanneer de limiet van 50 betalingen bereikt was, als dat deze limiet nog niet bereikt was. De resultaten van deze analyse bevinden zich in tabel 9. [Voeg tabel 9 hier in] Bij het bekijken van deze tabel vallen de volgende elementen op:
Voor brieven wordt er in het KB van 18 december 1998 een vergoeding voorzien. Deze vergoeding blijkt niet hoog genoeg te zijn voor de kosten die een brief veroorzaakt. Simpele en moeilijke brieven veroorzaken respectievelijk een verlies van 6,26 en 15,40 euro per stuk.
Een brief kost 3,72 euro voor het printen, het versturen en het klasseren. Deze kosten zijn niet nodig voor mails of telefoongesprekken.
32
Het dicteren van een brief zorgt voor een belangrijke extra kost. Het uittypen van een simpele brief kost 2,61 euro extra, het uittypen van een moeilijke brief 4,79 euro.
Voor telefoongesprekken en mails wordt er geen vergoeding per eenheid voorzien in het KB. Bijgevolg wordt er voor deze voor deze contacten geen opbrengst gerekend en zijn deze verlieslatend. Een simpele mail beantwoorden kost de schuldbemiddelaar 3,65 euro, een moeilijke mail kost daarentegen 10,96 euro. De kost van een telefoongesprek varieert van 1,46 tot 7,71 euro, afhankelijk of het een lang of een kort gesprek was en wie het gesprek voerde.
Eenmalige betalingen zijn winstgevend wanneer de limiet van 50 betalingen niet overschreden wordt. Bij de tijd van de betaling wordt er verondersteld dat de factuur met de post binnen komt. Wanneer dit niet zo is en de betaling gevraagd wordt bij een contact, daalt de winst van een betaling. Wanneer deze gevraagd wordt in een moeilijke mail of brief, wordt het geheel verlieslatend.
6.2 Sensitiviteitsanalyse De gemiddelde winst van 665,87 euro per dossier is gebaseerd op een kost per tijdseenheid en de totale tijd die besteed wordt per dossier. Dit zijn slecht schattingen en gemiddelden. Hierdoor zullen er fouten ontstaan. Deze fouten zouden voor een vertekend beeld van het resultaat kunnen zorgen. Om te kijken wat de invloed is van fouten in deze schattingen wordt de winst berekend met verschillende kosten. De kost per middelengroep worden vermenigvuldigd met verschillende factoren. Deze factoren lopen van 85% (de echte kost van de middelengroep is 15 % lager) tot 115% (de echte kost van de middelengroep is 15% hoger). Dit levert tabel 10 op. [Voeg tabel 10 hier in] Uit deze tabel blijkt dat vooral fouten in de kost van de schuldbemiddelaar een groot effect hebben op de winst. Wanneer de schuldbemiddelaar 5% hoger ligt, halveert de winst van een gemiddeld dossier. Als de kost van het secretariaat juist geschat is, wordt een gemiddeld dossier verlieslatend wanneer de kost van de schuldbemiddelaar 15% hoger zou zijn. Telkens de kosten van de schuldbemiddelaar met 1 procentpunt (841,99 euro per jaar) stijgen, daalt de gemiddelde winst van een dossier met 54,68 euro. Wanneer de kosten van het secretariaat met 1 procentpunt (803,08 euro) stijgen, daalt de gemiddelde winst van een dossier met 26,57 euro.
6.3 Regressie-analyse Zoals daarnet aangetoond neemt de categorie “algemeen” de meeste tijd in beslag. Bijgevolg zal dit de voornaamste factor zijn die de winst bepaalt. Om dit te bevestigen werd er een 33
regressie uitgevoerd. Bij deze regressie werd er gezocht naar de tien variabelen die het grootste deel van de winst kunnen verklaren. Eerst zal er besproken welke variabelen er gebruikt werden, vervolgens zullen de resultaten van de regressie besproken worden. De mogelijke variabelen die gebruikt werden, zijn de tijdsdrijvers. Alle interacties die tussen tijdsdrijvers in de tijdsvergelijkingen voorkomen, werden aan deze lijst toegevoegd. Een voorbeeld hiervan is de interactie tussen A_simpele_brieven en D_dicteren. Aangezien het aantal vergoedde betalingen gelimiteerd is, werd A_eenmalige_extra_betalingen aan deze lijst toegevoegd. Deze variabele geeft weer hoeveel eenmalige betalingen er zeker niet vergoed werden. A_eenmalige_extra_betalingen werd volgens de volgende formule berekend:
Wanneer deze waarde kleiner was dan 0, werd deze op 0 gezet. De vergoeding van de schuldbemiddelaar hangt ook af van het aantal schuldeisers. Wanneer dit aantal groter is dan 5, krijgt de schuldbemiddelaar een bijkomend bedrag per extra schuldeisers. Hiervoor werd A_extra_schuldeisers toegevoegd aan deze lijst. Deze wordt als volgt berekend:
Deze waarde werd op 0 gezet indien het resultaat negatief was. De tijdsdrijvers uit de categorie “Vergoeding” werden uit de lijst met mogelijke variabelen verwijderd, omdat deze geen intrinsiek kenmerk zijn van een dossier. Het zijn slechts afgeleide gegevens van het dossier en worden berekend door sommen te nemen van andere tijdsdrijvers. Hierdoor
zou
het
effect
van
een
herroeping
bijvoorbeeld
in
de
coëfficiënt
van
A_vergoedde_vonnisen komen, waardoor de coëfficiënt van A_gevraagde_herroepingen vertekend zou zijn. Tevens weden A_korte_telefoons en A_lange_telefoons verwijderd omdat deze niet gebruikt werden in een tijdsvergelijking. De tien belangrijkste variabelen5 worden weergegeven in tabel 11. Deze tabel bevat de coëfficiënten van de variabelen. Deze coëfficiënten geven weer hoeveel de gemiddelde winst daalt of stijgt wanneer de variabele met één eenheid stijgt, gegeven al de andere variabelen gelijk blijven. De tabel bevat tevens de bèta‟s van de variabelen, deze duiden het belang van iedere variabele aan. Een variabele met bèta 0,6 is dubbel zo belangrijk als een variabele met 5
Omdat de uiteindelijke regressie heteroskedasticiteit bevatte, werden de standaardfouten van
de coëfficiënten geschat met de White-methode. De regressie heeft een adjusted R² van 0,88 en verklaart dus ongeveer 88% van de totale winst. De F-waarde van deze regressie bedraagt 3695,00 (p < 0,001), de gevonden adjusted R² is dus significant verschillend van 0.
34
bèta 0,3. De tabel bevat ten slotte ook de t-waarde en bijhorende p-waarde. Deze tonen aan dat de coëfficiënt significant verschilt van 0. [Voeg tabel 11 hier in] Bij de regressie vallen enkele elementen op
De looptijd van de aanzuiveringsregeling is de belangrijkste variabele die de winst bepaald. Als twee dossiers, A en B, identiek zijn, behalve dat de looptijd van dossier A één jaar langer duurt. Dan zal de winst van A gemiddeld 560,04 euro hoger zijn. Deze hoge waarde ontstaat doordat er een jaar extra de vergoeding voor de opvolging verkregen wordt. De kosten van beide dossiers zullen gelijk zijn omdat de andere tijdsdrijvers hetzelfde zijn. Aangezien de looptijd van dossier B korter is, zal B dus een hoger aantal contacten per jaar hebben dan A.
Het aantal extra schuldeisers heeft een positieve invloed op de gemiddelde winst. De winst stijgt gemiddeld met 108,87 euro per schuldeiser meer dan 5.
Een eenmalige betalingen die niet vergoed wordt, laat de winst gemiddeld met 1,85 euro dalen.
Alle overige variabelen hebben allen te maken met de contacten die de schuldbemiddelaar en het secretariaat hebben. Namelijk het aantal simpele en moeilijke brieven en mails en het aantal lange telefoongesprekken die de schuldbemiddelaar en het secretariaat hebben. Tevens zijn het aantal gesprekken die de schuldbemiddelaar op kantoor heeft belangrijk. Ten slotte is de interactie tussen A_moeilijke_brieven en D_dicteren van belang.
De coëfficiënten van de variabelen in verband met contacten hadden allen een negatief teken. Dit stemt overeen met resultaten van tabel 9.
De simpele brieven zijn de belangrijkste vorm van contact die de winst bepalen.
Aan deze regressie werden de dummy-variabelen met betrekking tot de gevolgde werkwijze toegevoegd. Er hadden drie werkwijzen een significante impact op de winst.
D_brief_betalingen heeft een coëfficiënt van 61,92 (p<0,001). Deze methode levert winst op omdat dit standaardbrieven zijn, welke snel opgesteld worden. Tevens worden deze brieven vergoed aan 6,40 euro per brief.
De coëfficiënt van D_dicteren is -71,41 (p<0,001). Bijgevolg daalt de winst van gemiddeld dossier met 71,41 euro als de schuldbemiddelaar teksten dicteert (dit is zonder het effect van gedicteerde moeilijke brieven gerekend).
D_se_bestendige_opdracht is ook significant en heeft een coëfficiënt van 94,06 (p < 0,001). Wanneer de schuldeisers met een bestendige opdracht betaald worden, moet de
35
betaling slechts één maal ingegeven worden. Dit levert een tijdswinst op ten opzichte van betalingen die ieder jaar ingegeven moeten worden.
36
7 Conclusie In deze masterproef wordt er nagegaan of de schulbemiddelaar winst maakt aan een dossier collectieve schuldenregeling. De opbrengsten worden bepaald aan de hand van het KB van 18 december 1998, wat de vergoeding van de schulbemiddelaar regelt. De kosten worden berekend met behulp van TDABC. De kost per middelengroep wordt geschat op basis van marktprijzen en het gerechtelijk wetboek. De tijdsvergelijkingen werden gebaseerd op interviews met drie schuldbemiddelaars. Deze leverden ook de inputs voor de tijdsdrijvers die in de tijdsvergelijkingen voorkwamen. Uit de analyse van gesimuleerde dossiers blijkt dat een gemiddeld dossier collectieve schuldenregeling winstgevend is. De winst bedraagt gemiddeld 665,87 euro. De winstgevendheid is tamelijk zeker, aangezien de kosten van beide middelengroepen minstens 5% hoger zouden moeten zijn om tot een verlies te leiden. Dit lijkt onwaarschijnlijk aangezien fouten in de kost per tijdseenheid en de benodigde tijd elkaar waarschijnlijk zullen opheffen. Het aantal contacten die de schuldbemiddelaar heeft, is heel belangrijk voor de winstgevendheid van een dossier. De schuldbemiddelaar besteedt ongeveer 83% van de gemiddelde tijd van een dossier aan de algemene activiteiten. Van deze 83% wordt er ongeveer 70% van de tijd besteed aan contacten en 10% aan het ondertekenen en nalezen van alle brieven. Uit de uitgevoerde regressie blijkt dat 7 van de 10 belangrijkste variabelen die de winst bepalen, te maken hebben met contacten met derden. Deze hadden alleen een negatieve impact. Van deze zeven variabelen heeft het aantal simpele brieven dat beantwoord wordt, de grootste impact. De looptijd van een dossier had een sterke positieve invloed op de winst. Ondanks dat het aantal vergoedde betalingen per jaar gelimiteerd is, zorgen de betalingen voor het grootste deel van de vergoeding. Eenmalige betalingen zijn winstgevend op twee voorwaarden. Ten eerste dat ze niet in een moeilijke brief of mail gevraagd worden. Ten tweede de limiet van 50 betalingen nog niet overschreden is. Deze resultaten zijn niet veralgemeenbaar voor alle schuldbemiddelaars. Hiervoor zijn er verschillende redenen Ten eerste hangt de winst per dossier af van het arrondissement waar de schuldbemiddelaar werkt. Het arrondissement heeft zowel een invloed op de kosten als op de opbrengsten van de schuldbemiddelaar. Rechtbanken in andere arrondissementen stellen andere eisen aan de inhoud van documenten zoals een jaarverslag. Hierdoor is de tijd en kost om dit document op te stellen anders. Tevens verschilt de interpretatie van het KB van 18 december 1989 per arrondissement. 37
Ten
tweede
werden
de
gegevens
bekomen
op
basis
van
interviews
met
drie
schuldbemiddelaars. Doordat er een grote verscheidenheid is tussen de verschillende dossiers, konden deze schuldbemiddelaars bepaalde tijden of gemiddelden voor tijdsdrijvers misschien niet goed inschatten. Tevens hebben de geïnterviewde schuldbemiddelaars veel ervaring, misschien werken zij hierdoor efficiënter dan andere schuldbemiddelaars. Ook de grootte en de organisatie van het advocatenkantoor kan een invloed hebben. Wanneer de schuldbemiddelaar bijvoorbeeld geen secretariaat heeft, zal de kost van een dossier hoger liggen. Een derde beperking is dat bij het berekenen van het aantal contacten per medium, er enkel rekening gehouden wordt met de looptijd van de procedure. Er kunnen verschillende factoren een invloed hebben op het aantal contacten. Enkele voorbeelden zijn:
Het aantal schuldeisers: deze kunnen bijvoorbeeld vragen hebben omtrent de stand van zaken.
Eigenschappen van de schuldenaars: deze kunnen alleen of met twee zijn, ze kunnen kinderen hebben, of het kan in hun karakter liggen om veel vragen te stellen.
Kenmerken van de procedure: er kunnen vragen over een herroeping of een herziening zijn.
Ten slotte nog enkele mogelijkheden voor verder onderzoek. Ten eerste kan er nagegaan worden of het arrondissement waar de schuldbemiddelaar werkt een invloed heeft op de winst. Tevens kan men nagaan wat de invloed is van de wijze waarop het kantoor georganiseerd is. Ten slotte kan men ook nagaan welke factoren er een invloed hebben op het aantal contacten dat de schuldbemiddelaar heeft. Op deze manier zou men de onderliggende elementen van de winstgevendheid kunnen achterhalen.
38
8 Tabellen Tabel 1: Kostprijsberekening met behulp van ABC
Luik 1: het relatief tijdsgebruik van de schuldbemiddelaar en het secretariaat per activiteit Voorbereiding
Aanzuiveringsregeling
Opvolging
Algemeen
Totaal
Schuldbemiddelaar
10%
30%
10%
50%
100%
Secretariaat
20%
10%
10%
60%
100%
Luik 2: de kost per activiteit (in euro) Voorbereiding
Aanzuiveringsregeling
Opvolging
Algemeen
Totaal per middelengroep
Schuldbemiddelaar
700,00
2.100,00
700,00
3.500,00
7.000,00
Secretariaat
1.300,00
650,00
650,00
3.900,00
6.500,00
Totale kost per activiteit
2.000,00
2.750,00
1.350,00
7.400,00
13.500,00
Luik 3: de activiteitendrijver van iedere activiteit
Activiteitendrijver
Voorbereiding
Aanzuiveringsregeling
Opvolging
Algemeen
Het aantal schuldeisers
Het aantal opgestelde aanzuiveringsregelingen
Het aantal opgestelde herzieningen
Het aantal contacten met derden
39
Luik 4: de berekening van de kost per activiteitendrijver Voorbereiding
Aanzuiveringsregeling
Opvolging
Algemeen
2.000,00
2.750,00
1.350,00
7.400,00
Aantal eenheden activiteitendrijver
100,00
10,00
10,00
740,00
Kost per eenheid activiteitendrijver (in euro)
20,00
275,00
135,00
10,00
Totale kost per activiteit (in euro)
Luik 5: de berekening van de kost per dossier Voorbereiding
Aanzuiveringsregeling
Opvolging
Algemeen
Aantal eenheden activiteitdrijver dossier A
12,00
1,00
0,00
20,00
Toegerekende kost per activiteit dossier A (in euro)
240,00
275,00
0,00
200,00
Aantal eenheden activiteitdrijver dossier B
0,00
0,00
1,00
15,00
Toegerekende kost per activiteit dossier B (in euro)
0,00
0,00
135,00
150,00
40
Totaal
715,00
285,00
Tabel 2: Kostprijsberekening met behulp van TDABC
Luik 1: de berekening van de kost per minuut
Maandelijkse kost (A)
Theoretische capaciteit per persoon
Praktische capaciteit per persoon
(B)
(C = B * 0,8)
Aantal personen
Totale praktische capaciteit
Kost per minuut
(D)
(E = C * D)
(D = A / C)
Schuldbemiddelaar
€ 7.000,00
9.600,00 min
7.680,00 min
1
7.680,00 min
€ 0,91 / min
Secretariaat
€ 6.500,00
9.600,00 min
7.680,00 min
2
15.360,00 min
€ 0,42 / min
Luik 2: de berekening van de kost van een gesprek D_documenten_mee
A_activa
D_inventaris_ gesprek
Tijdsvergelijking
Totale tijd
Kost per minuut
Kost per gesprek
Gesprek A
1
5
0
35 + 15 * 1 + 2 * 5 * 0
50 min
0,91
€ 45,50
Gesprek B
0
10
1
35 + 15 * 0 + 2 *10 * 1
55 min
0,91
€ 50,05
Luik 3: de berekening van de kost van een brief A_personen
Tijdsvergelijking
Totale tijd
Kost per minuut
Kost per brief
Brief A
3
5+3*3
14 min
€ 0,42 / min
€ 5,88
Brief B
10
5 + 3 * 10
35 min
€ 0,42 / min
€ 14,70
41
Tabel 3: De verschillende vergoedingen waar de schuldbemiddelaar recht op heeft
Naam van de vergoeding
Bedrag
Wanneer heeft de schuldbemiddelaar recht op deze vergoeding
Opstellen
478,91 euro + 31,91 euro per schuldeiser meer dan 5
Enkel bij de eerste staat van erelonen.
Betalingen
7,97 euro
Per betaling (maximum 50 per jaar).
Opvolging
191,55 euro + 12,77 euro per schuldeiser meer dan 5
Per jaar (behalve in het eerste jaar en telkens wanneer er een grondige herziening is).
Vonnissen
159,63 euro
Per gevraagde herroeping en per herziening (behalve wanneer er een grondige herziening is).
Inlichtingen verkrijgen
95,78 euro
Enkel bij eerste staat van erelonen.
Zittingen
79,80 euro
Per zitting.
Gewone brieven
11,77 euro
Per gewone brief.
Omzendbrieven
6,40 euro
Per omzendbrief.
Telefonie, etc.
95,78 euro
Per jaar.
Grondige herzieningen
239,45 euro +15,97 euro per schuldeiser meer dan 5
Per grondige herziening.
42
Tabel 4: De activiteiten van de schuldbemiddelaar en het secretariaat
Nr.
1
2 (*)
3 (*)
Categorie
Naam
Omschrijving
Tijdsvergelijking (in minuten)
Tijdsvergelijking in woorden
Voorbereiding
Aanvaarding dossier
De griffie vraagt per telefoon of de schuldbemiddelaar wil bemiddelen in dit dossier. De schuldbemiddelaar schrijft de gegevens van de schuldenaars op. Vervolgens maakt hij een papieren dossier aan en opent hij een nieuwe rubriekrekening.
11
11 min
Voorbereiding
Dossier doornemen
De schuldbemiddelaar leest het dossier en dicteert aan het secretariaat wat er moet gebeuren.
28 * D_dicteren
28 min als de schuldbemiddelaar dicteert
Elektronisch dossier maken
Het secretariaat zoekt de relevante gegevens op in het dossier. Hierna worden de relevante personen en gegevens door het secretariaat opgeslagen in een juridisch programma.
23 * D_niet_dicteren + 5 + 1 * A_personen_dossier
23 min als de schuldbemiddelaar niet dicteert + 5 min + 1 min per toe te voegen persoon
Voorbereiding
43
Nr.
4
5
6
7
Categorie
Naam
Omschrijving
Tijdsvergelijking (in minuten)
Tijdsvergelijking in woorden
Eerste brieven versturen
Het secretariaat verstuurt brieven naar de schuldenaars, de centrale voor kredieten aan particulieren, het registratiekantoor, de derdenschuldenaars en indien er zijn, de borgen.
(5 + 3) * 3 + (5 + 3 * A_derden_schuldenaars) + (5 * D_borgen + 3 * A_borgen)
(5 min + 3 min) * 3 + (5 min + 3 min per derden-schuldenaar) + (5 min als er borgen zijn + 3 min per borg)
Beslag berichten raadplegen
De schuldbemiddelaar neemt ter griffie kennis van de opgestelde berichten van beslag, delegatie, overdracht en collectieve schuldenregeling.
18
18 min
Voorbereiding
Afspraak maken
Het secretariaat heeft een telefoongesprek met de schuldenaars om een afspraak te maken voor het eerste gesprek.
5
5 min
Voorbereiding
Dossier bestuderen
De schuldbemiddelaar bestudeert het dossier als voorbereiding op het eerste gesprek.
20
20 min
Voorbereiding
Voorbereiding
44
Nr.
8 (*)
Categorie
Voorbereiding
Naam
Omschrijving
Tijdsvergelijking (in minuten)
35 + 15 * D_documenten_mee + 2 * De schuldbemiddelaar heeft A_vergeten_schuldeisers_gesprek Eerste gesprek een eerste gesprek met de + 5 * A_financiële_schuldeisers + 6 schuldenaars. * D_leefgeld_gesprek + 2 * A_activa * D_inventaris_gesprek + 15 * D_antwoorden_computer
Tijdsvergelijking in woorden 35 min + 15 min als schuldenaars een stapel documenten mee hebben + 2 min per vergeten schuldeiser + 5 min per financiële schuldeiser + 6 min als het leefgeld tijdens het eerste gesprek bepaald wordt + 2 min per actief dat opgenomen wordt in de inventaris indien de inventaris tijdens het eerste gesprek opgesteld wordt + 15 min indien de antwoorden achteraf ingegeven worden in de computer
Inventaris thuis
Een secretariaatsmedewerker neemt de inventaris bij de schuldenaars thuis op.
(75 + 3 * A_activa) * D_inventaris_thuis
(75 min + 3 min per actief dat opgenomen wordt in de inventaris) als de inventaris na het eerste gesprek opgesteld wordt
Voorbereiding
Leefgeld bepalen
De schuldbemiddelaar bepaalt het leefgeld na het gesprek.
16 * D_leefgeld_achteraf
16 min als het leefgeld na het eerste gesprek bepaald wordt
Voorbereiding
Leefgeld meedelen
Het secretariaat verzendt een brief over het leefgeld.
(5 + 3) * D_leefgeld_achteraf
(5 min + 3 min) als het leefgeld na het eerste gesprek bepaald wordt
9 (*)
Voorbereiding
10 (*) 11 (*)
45
Nr.
12
13
14 (*)
Categorie
Voorbereiding
Voorbereiding
Voorbereiding
Naam
Gegevens vergelijken
Vergeten schuldeisers aanschrijven
Aangiftes verwerken
Omschrijving
Tijdsvergelijking (in minuten)
De schuldbemiddelaar vergelijkt de gegevens van het verzoekschrift, de berichten van 3+2* beslag en het antwoord van de A_schuldeisers_verzoekschrift + nationale bank. Wanneer er 4* een onroerend goed is, A_vergeten_schuldeisers_vergel controleert hij tevens het ijking + 5 * D_onroerend_goed verzoekschrift, het antwoord van het registratiekantoor en de kadastrale uittreksels. Het secretariaat verzendt een aangetekende brief met ontvangstbewijs naar de schuldeisers die niet in het verzoekschrift vermeld stonden.
Het secretariaat ontvangt de aangiftes van schuldvordering en controleert deze op hun duidelijkheid. Alle duidelijke aangiftes worden in de computer opgeslagen.
46
5 * D_vergeten_schuldeisers + 9 * A_vergeten_schuldeisers
3 * A_aangiftes_brief + 8 * A_aangiftes_kantoor + (2 * A_aangiftes + 5 * A_onduidelijke_aangiftes) * D_niet_dicteren + 1 * A_schuldeisers
Tijdsvergelijking in woorden
3 min + 2 min per schuldeiser uit het verzoekschrift + 4 min per vergeten schuldeiser + 5 min als er een onroerend goed is
5 min als er vergeten schuldeisers zijn + 9 min per vergeten schuldeiser
3 min per aangifte die per brief gebeurt + 8 min per aangifte die op kantoor gebeurt + (2 min per aangifte van schuldvordering + 5 min per onduidelijke aangifte van schuldvordering) als de schuldbemiddelaar geen teksten dicteert + 1 min per schuldeiser
Nr.
15 (*)
Categorie
Voorbereiding
Naam
Tijdsvergelijking (in minuten)
Tijdsvergelijking in woorden
Aangiftes controleren
De schuldbemiddelaar controleert de aangiftes van schuldvordering op hun duidelijkheid.
(2 * A_aangiftes + 5 * A_onduidelijke_aangiftes) * D_dicteren
(2 min per aangifte van schuldvordering + 5 min per onduidelijke aangifte van schuldvordering) als de schuldbemiddelaar teksten dicteert
Brieven onduidelijke aangiftes
Het secretariaat schrijft de schuldeisers met een onduidelijke aangifte aan met de vraag om opnieuw aangifte te doen.
(3 + 5) * A_onduidelijke_aangiftes
(3 min + 5 min) per onduidelijke aangifte van schuldvordering
De schuldbemiddelaar kijkt welke schuldeisers er na één maand nog geen aangifte van schuldvordering hebben gedaan.
4
4 min
16
Voorbereiding
17
Schuldeisers Voorbereiding zonder aangifte zoeken
18
Voorbereiding
Herinnering aangiftes versturen
Omschrijving
Het secretariaat stuurt een brief naar alle schuldeisers die nog 5 * D_schuldeisers_te_laat + 9 * geen aangifte van A_schuldeisers_te_laat schuldvordering hebben gedaan.
47
5 min als er schuldeisers te laat zijn + 9 min per schuldeiser die te laat is
Nr.
19 (*)
20 (*)
21
22 (*)
Categorie
Voorbereiding
Voorbereiding
Naam
Tijdsvergelijking (in minuten)
Omschrijving
Tijdsvergelijking in woorden
Aangiftes bespreken
De schuldbemiddelaar heeft (10 + 1 * A_aangiftes + 3 * een gesprek met de A_aangiftes_niet_akkoord) * schuldenaars over de aangiftes D_bespreken_aangiftes van schuldvordering.
(10 min + 1 min per aangifte van schuldvordering + 3 min per aangifte waarmee de schuldenaars niet akkoord gaan) als de aangiftes van schuldvordering besproken worden op een gesprek
Brief niet akkoord met aangifte
Het secretariaat stuurt een brief (5 * naar alle schuldeisers met D_aangiftes_niet_akkoord + wiens aangifte van 3* schuldvordering de A_aangiftes_niet_akkoord) * schuldenaars niet akkoord D_bespreken_aangiftes gingen.
(5 min als de schuldenaars met minstens één aangifte van schuldvordering niet akkoord gaan + 3 min per aangifte waarmee de schuldenaars niet akkoord gaan) als de aangiftes van schuldvordering besproken worden op een gesprek
Aanzuivering
Verlenging vragen
De schuldbemiddelaar vraagt een verlenging van de termijn om tot een minnelijke aanzuiveringsregeling te komen. Dit gebeurt door een verzoekschrift op te stellen en af te geven ter griffie.
Aanzuivering
Vragen verlenging uittypen
Het secretariaat typt de bovenstaande verzoekschriften uit.
48
(6 + 18) * D_verlenging + (16 + 18) * A_extra_verlengingen
(3 * D_verlenging + 8 * A_extra_verlengingen) * D_dicteren
(6 min + 18 min) als er minstens één verlenging van de termijn is + (16 min + 18 min) per extra verlenging van de termijn
(3 min als er minstens één verlenging van de termijn is + 8 min per extra verlenging van de termijn) als de schuldbemiddelaar teksten dicteert
Nr.
23
24 (*)
25
26
27 (*)
Categorie
Naam
Omschrijving
Tijdsvergelijking (in minuten)
Tijdsvergelijking in woorden
Aanzuivering
Ontwerp opstellen
De schuldbemiddelaar stelt het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling op.
80 + 30 * D_moeilijke_regeling
80 min + 30 min als er moeilijkheden zijn bij het opstellen van het ontwerp
Ontwerp verzenden
Het secretariaat typt het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling uit en verzendt het.
Antwoorden ontwerp verwerken
Het secretariaat ontvangt, leest en verwerkt de goedkeuringen en de bezwaren op het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling.
Aanzuivering
Aanzuivering
Aanzuivering
Aanzuivering
5 min + 9 min per persoon die akkoord moet gaan met een 5 + 9 * A_personen_akkoord minnelijke aanzuiveringsregeling + 45 + 45 * D_dicteren min als de schuldbemiddelaar teksten dicteert
4 * A_goedkeuringen
4 min per goedkeuring
+ 6 * A_bezwaren
+ 6 min per bezwaar
Regeling verdedigen
De schuldbemiddelaar stelt een brief op voor iedere schuldeiser die een bezwaar heeft tegen het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling.
26 * A_bezwaren
26 min per bezwaar
Verdediging versturen
Het secretariaat typt en verzend de brief uit de vorige activiteit.
(4 + 3 + 13 * D_dicteren) * A_bezwaren
(4 min + 3 min + 13 min als de schuldbemiddelaar teksten dicteert) per bezwaar
49
Nr.
Categorie
Naam
Tijdsvergelijking (in minuten)
Omschrijving
De schuldbemiddelaar stelt het verslag van zijn + 50 * werkzaamheden of stelt het PV D_gerechtelijke_regeling van vaststelling van gebrek aan + 2 * D_erelonen_automatisch minnelijke aanzuiveringsregeling op. + 6 * D_erelonen_manueel
30 min als de minnelijke aanzuiveringsregeling aanvaard wordt + 50 min als er een gerechtelijke aanzuiveringsregeling nodig is + 2 min als de erelonen automatisch opgesteld worden + 6 min als de erelonen manueel opgesteld worden
Het secretariaat typt het (15 * D_minnelijke_regeling + document uit de vorige activiteit 25 * D_gerechtelijke_regeling) uit. * D_dicteren
(15 min als de minnelijke aanzuiveringsregeling aanvaard wordt + 25 min als er een gerechtelijke aanzuiveringsregeling nodig is) als de schuldbemiddelaar teksten dicteert
30 * D_minnelijke_regeling
28
Aanzuivering
Verslag opstellen
29 (*)
Aanzuivering
Verslag uittypen
30
Aanzuivering
Dossier samenstellen
Het secretariaat stelt het neer te leggen dossier samen.
Dossier neerleggen
De schuldbemiddelaar legt het dossier neer ter griffie.
31
Aanzuivering
Tijdsvergelijking in woorden
50
5 + 2 * A_schuldeisers + 1 * A_bezwaren
5 min + 2 min per schuldeiser + 1 min per bezwaar
18
18 min
Nr.
32
33 (*)
34
35
Categorie
Naam
Omschrijving
Tijdsvergelijking (in minuten)
Tijdsvergelijking in woorden
Verslag uitbrengen
De zitting om tot een gerechtelijke aanzuiveringsregeling te komen, wordt voorbereid door de schuldbemiddelaar. Op de dag van de zitting verplaatst hij zich naar de arbeidsrechtbank en wacht hij op deze zitting en brengt er verslag uit.
101 * D_gerechtelijke_regeling
101 min als er een gerechtelijke aanzuiveringsregeling nodig is
Bief geen betaling versturen
Het secretariaat stuurt een brief naar de schuldeisers met de melding dat er geen betaling zal gebeuren.
(5 + 3 * A_schuldeisers) * A_jaren_geen_betaling * D_brief_betalingen
(5 min + 3 min per schuldeiser) per jaar dat er geen betaling aan de schuldeisers kon gebeuren als er een brief rond de betalingen wordt opgestuurd
Opvolging
Fonds contacteren
Het secretariaat stuurt een brief naar het fonds ter bestrijding van de overmatige schuldenlast om (een deel van) de erelonen te krijgen.
(5 + 9) * A_jaren_fonds
(5 min + 9 min) per jaar dat een deel van de honoraria ten laste gelegd werden van aan het fonds ter bestrijding van overmatige schuldenlast
Opvolging
Overzicht rekening versturen
Het secretariaat stuurt een overzicht van de rubriekrekening op naar de schuldenaars.
(3 + 5) * A_looptijd_regeling
(3 min + 5 min) per jaar van de aanzuiveringsregeling
Aanzuivering
Opvolging
51
Nr.
Categorie
Naam
Omschrijving
Tijdsvergelijking (in minuten)
(20 + 18) * A_jaarverslagen 36
Opvolging
Jaarverslag afgeven
De schuldbemiddelaar stelt het jaarverslag op en legt het neer ter griffie.
+ 10 * A_jaarverslagen_speciaal + 2 * D_erelonen_automatisch + 6 * D_erelonen_manueel
37 (*)
38
39 (*)
Tijdsvergelijking in woorden (20 min + 18 min) per jaarverslag + 10 min per jaarverslag met een speciale gebeurtenis + 2 min als de erelonen automatisch opgesteld worden + 6 min als de erelonen manueel opgesteld worden
Opvolging
Jaarverslag uittypen
Het secretariaat typt de jaarverslagen uit de vorige activiteit uit.
(10 * A_jaarverslagen + 5 * A_jaarverslagen_speciaal) * D_dicteren
(10 min per jaarverslag + 5 min per jaarverslag met een speciale gebeurtenis) als de schuldbemiddelaar teksten dicteert
Opvolging
Nieuw ontwerp maken
De schuldbemiddelaar stelt een herzien ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling op.
30 * A_herzieningen + 30 * A_grondige_herzieningen
30 min per herziening + 30 min per grondige herziening
(5 + 9 * A_personen_akkoord + 10 * D_dicteren) * A_herzieningen
(5 min + 9 min per persoon die akkoord moet gaan met een minnelijke aanzuiveringsregeling + 10 min als de schuldbemiddelaar teksten dicteert) per herziening
Opvolging
Nieuw ontwerp versturen
Het secretariaat typt het herzien ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling uit en verzendt het.
52
Nr.
Tijdsvergelijking (in minuten)
Tijdsvergelijking in woorden
Opvolging
Antwoorden nieuw ontwerp verwerken
Het secretariaat ontvangt, leest en verwerkt de goedkeuringen op het herzien ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling.
3 * A_nieuwe_goedkeuringen * A_herzieningen
3 min per schuldeiser die akkoord gaat met de nieuwe ontwerpen van minnelijke aanzuiveringsregeling.
Opvolging
Nieuw verslag maken
De schuldbemiddelaar stelt het nieuwe verslag van zijn werkzaamheden op.
(30 + 2 * D_erelonen_automatisch + 6 * D_erelonen_manueel) * A_herzieningen
(30 min + 2 min als de erelonen automatisch opgesteld worden + 6 min als de erelonen manueel opgesteld worden) per herziening
Opvolging
Nieuw verslag typen
Het secretariaat typt het nieuwe verslag van de werkzaamheden 15 * D_dicteren * A_herzieningen uit.
43
Opvolging
Nieuw dossier samenstellen
Het secretariaat stelt het nieuwe neer te leggen dossier samen.
(5 + 2 * A_schuldeisers) * A_herzieningen
(5 min + 2 min per schuldeiser) per herziening
44
Opvolging
Nieuw dossier neerleggen
De schuldbemiddelaar legt het nieuwe dossier neer ter griffie.
18 * A_herzieningen
18 min per herziening
Opvolging
Herroeping vragen
De schuldbemiddelaar stelt een schriftelijke verklaring op om herroeping te verkrijgen.
(16 + 18) * A_gevraagde_herroepingen
(16 min + 18 min) per gevraagde herroeping
Opvolging
Vraag herroeping uittypen
Het secretariaat typt de 8 min per gevraagde herroeping 8 * A_gevraagde_herroepingen * verklaring uit de bovenstaande als de schuldbemiddelaar teksten D_dicteren activiteit uit. dicteert
40
41
42 (*)
45
46 (*)
Categorie
Naam
Omschrijving
53
15 min per herziening als de schuldbemiddelaar teksten dicteert
Nr.
47
Categorie
Opvolging
Naam
Omschrijving
Tijdsvergelijking (in minuten)
Zitting herroeping
De schuldbemiddelaar verplaatst zich naar de rechtbank en neemt deel aan de zitting om herroeping te verkrijgen.
Tijdsvergelijking in woorden
91 * A_gevraagde_herroepingen 91 min per gevraagde herroeping
5 * A_simpele_mails + 14 * A_moeilijke_mails
48
Algemeen
De schuldbemiddelaar Contacten beantwoordt mails en brieven, schuldbemiddel heeft gesprekken op kantoor en aar heeft telefoongesprekken.
+ 30 * A_gesprekken_kantoor + 3 * A_korte_telefoons_B + 8 * A_lange_telefoons_B + 22 * A_moeilijke_brieven
5 min per simpele mail + 14 min per moeilijke mail + 30 min per gesprek op kantoor + 3 min per korte telefoon + 8 min per lange telefoon + 22 min per moeilijke brief + 12 min per simpele brief
+ 12 * A_simpele_brieven
Het secretariaat verstuurt de brieven uit de vorige activiteit en beantwoordt vragen per telefoon.
+ (4 + 3 + 11 * D_dicteren) * A_moeilijke_brieven + (4 + 3 + 6 * D_dicteren) * A_simpele_brieven
3 min per korte telefoon + 8 min per lange telefoon + (4 min + 3 min + 11 min als de schuldbemiddelaar teksten dicteert) per moeilijke brief + (4 min + 3 min + 6 min als de schuldbemiddelaar teksten dicteert) per simpele brief
De schuldbemiddelaar leest alle brieven na en ondertekent ze.
1 * A_omzendbrieven + 3 * A_gewone_brieven
1 min per omzendbrief + 3 min per gewone brief
3 * A_korte_telefoons_S
49
50
Algemeen
Algemeen
Contacten secretariaat
Brieven nalezen
54
+ 8 * A_lange_telefoons_S
Nr.
Categorie
Naam
Omschrijving
Tijdsvergelijking (in minuten)
Tijdsvergelijking in woorden
51
Algemeen
Beschikkingen scannen
Het secretariaat scant alle beschikkingen.
4 * A_beschikkingen
4 min per beschikking
Algemeen
Verkoop onroerend goed
De schuldbemiddelaar vraagt aan de arbeidsrechter of er een onroerend goed verkocht mag worden. Vervolgens wordt dit onroerend goed uit de hand of openbaar verkocht.
(60 + 18) * D_onroerende_verkoop + (90 + 18) * D_verkoop_uit_de_hand + 195 * D_openbare_verkoop
(60 min + 18 min) als er een onroerende verkoop is + (90 min + 18 min) als er een verkoop uit de hand is + 195 min als er een openbare verkoop is
Algemeen
Verzoekschrift verkoop opstellen
52
53 (*)
54
Algemeen
Controle inkomsten
55 (*)
Algemeen
Brief betalingen versturen
(10 * D_onroerende_verkoop Het secretariaat typt de bovenstaande verzoekschriften + 10 * D_verkoop_uit_de_hand) * uit. D_dicteren
(10 min als er een onroerende verkoop is + 10 min als er een verkoop uit de hand is) als de schuldbemiddelaar teksten dicteert
Het secretariaat kijkt welke 2 min per maand + 4 min per derden-schuldenaars er niet 2 * A_looptijd_maanden betaling die opgevolgd wordt + (5 betaald hebben en volgt dit op. + 4 * A_op_te_volgen_betalingen min + 3 min) per keer dat er per Indien er geen betaling gebeurt, brief uitleg gevraagd wordt omdat + (5 + 3) * stuurt het secretariaat een brief een derde-schuldenaar niet A_uitleg_vragen_geen_betaling met de vraag om uitleg naar betaalde deze derde-schuldenaar. Het secretariaat verzendt een brief rond de betalingen naar de schuldeisers.
55
(5 + 3 * A_schuldeisers) * D_brief_betalingen
(5 min + 3 min per schuldeiser) als er een brief rond de betalingen wordt opgestuurd
Nr.
56
57
Categorie
Algemeen
Algemeen
Naam
Omschrijving
Tijdsvergelijking (in minuten)
Tijdsvergelijking in woorden
Uitgaven buiten normaal vermogensbeh eer vragen
De schuldbemiddelaar vraagt aan de arbeidsrechter de toelating om een uitgave die buiten een normaal vermogensbeheer gaat, te mogen doen.
10 * A_vragen_buiten_vermogensbeh eer
10 min per vraag om een uitgave buiten het normaal vermogensbeheer te mogen doen
Uitzonderlijke uitgaven betalen
Het secretariaat betaalt uitzonderlijke uitgaven. Indien de schuldbemiddelaar de vragen uit de vorige activiteit dicteerde, worden deze uitgetypt.
5 min per keer dat er een extra uitgave gevraagd wordt + 5 min per vraag om een uitgave buiten het normaal vermogensbeheer te +5* mogen doen als de A_vragen_buiten_vermogensbeh schuldbemiddelaar teksten eer * D_dicteren dicteert
Het secretariaat geeft eenmalige betalingen en bestendige opdrachten in. Wanneer de bank meldt dat een betaling niet uitgevoerd kan worden, controleert het secretariaat regelmatig of er geld genoeg op de rekening staat. Indien dit zo is wordt er een betaling ingegeven.
4 min per eenmalige betaling + 6 min per bestendige opdracht + (4 + 6 * A_bestendige_opdrachten min + 7 min) per niet gebeurde + (4 + 7) * betaling + 6 min per schuldeiser A_niet_gebeurde_betalingen min als de schuldeisers per bestendige opdracht betaald + 6 * A_schuldeisers * worden + 4 (min per jaar van de D_se_bestendige_opdracht aanzuiveringsregeling - min per + 4 * (A_looptijd_regeling jaar dat er geen betaling aan de A_jaren_geen_betaling) * schuldeisers kon gebeuren) min A_schuldeisers * per schuldeiser min als de D_se_geen_bestendige_opdrach schuldeisers niet per bestendige t opdracht betaald worden
5* A_vragen_belangrijke_uitgave
4 * A_eenmalige_betalingen
58
Algemeen
Betalingen uitvoeren
56
Nr.
59
60
61 (*)
62
Categorie
Naam
Omschrijving
Tijdsvergelijking (in minuten)
Tijdsvergelijking in woorden
Einde
Laatste brief schuldeisers
Het secretariaat stuurt een laatste brief naar alle schuldeisers.
5 + 9 * A_schuldeisers
5 min + 9 min per schuldeiser
Protsten onderzoeken
De schuldbemiddelaar ontvangt en onderzoekt de protesten op de brief uit de vorige activiteit en stelt een antwoordbrief op.
10 * A_bezwaren_einde
10 min per schuldeiser die protesteert
Einde
Prostesten beantwoorden
Het secretariaat typt de antwoordbrief uit de vorige activiteit uit en verzendt deze. Indien het nodig is, voert de het secretariaat een laatste betaling uit.
(4 + 3 + 5 * D_dicteren) * A_bezwaren_einde + 4 * A_betalingen_bezwaren_einde
(4 min + 3 min + 5 min als de schuldbemiddelaar teksten dicteert) per schuldeiser die protesteert + 4 min per bijkomende betaling
Einde
Laatste brief derdenschuldenaars
Het secretariaat stuurt een laatste brief naar alle derdenschuldenaars.
5 + 3 * A_derden_schuldenaars
5 min + 3 min per derdenschuldenaar
Einde
57
Tabel 5: De kosten van de schuldbemiddelaar
Luik 1: de kosten van de beide middelengroepen Naam
Huur
Kost
Berekeningswijze
6.000,00
De geschatte prijs om een kantoorruimte van ongeveer 50 m² te huren in Gent. De gemiddelde prijs bedroeg 20 euro per m² per jaar. Bron: verschillende immobiliënsites
Elektriciteit
1.100,00
De geschatte prijs van een verbruik van 5450 kWh6 elektriciteita per jaar (= 109 kWh / m² * 50 m²). Bron: www.aanbieders.be
Gas
640,00
De geschatte prijs van een verbruik van 1050 m³ gasa per jaar (= 21 m³ / m² * 50 m²). Bron: www.aanbieders.be
Auto
6.600,00
De geschatte prijs om een auto te leasen (incl. verzekeringen, brandstof,…) Bron: http://directlease.be
Telefoon
Computerkosten
180,00
412,50
Een gemiddeld kost van een telefoonabonnement. Bron: www.aanbieders.be De afschrijving over vijf jaar van 3 computers (350,00 euro elk) en 3 printers (100,00 euro elk). Plus de afschrijving van 3 licenties Microsoft office (380,00 euro elk) over 8 jaar. Bron: www.dell.be en office.microsoft.com
Meubilair
630,00
De afschrijving van 10 kasten (250,00 euro elk), 5 stoelen (400,00 euro elk) en 3 bureaus (600,00 euro elk) over 10 jaar. Bron: http://www.inofec.be/
Advocatensoftware
1.400,00
De geschatte prijs van een advocatenprogramma. Hiervoor werd er een offerte gevraagd aan drie leveranciers van advocatensoftware.
Totaal gemeenschappelijke 16.962,50 vaste kosten
6a
Het verbruik per vierkante meter werd geschat op basis van de gegevens van SenterNovem (2007).
58
Luik 2: de vaste kosten van de schuldbemiddelaar Naam
Kost
Gebaseerd op
Juridische databank
1180
Gemiddelde van drie belangrijke juridische databanken Luik 3: de variabele kosten
Naam
Kost
Gebaseerd op
Kost per minuut uitgaande telefoon
0,1
De gemiddelde prijs om een halve minuut naar een vaste lijn te bellen en een halve minuut naar een gsm-nummer te bellen.
0,675
De postzegel van 0,56 euro, drie pagina‟s van 0,025 euro (de prijs om 1 A4 te kopiëren in een copy center) en de enveloppe van 0,025 euro.
Kost per brief
59
Tabel 6: De berekening van de kost per minuut
Luik 1: de kosten per middelengroep (in euro) Kost per middelengroep Type kost
(in euro) Bemiddelaar
Secretariaat
Loonkost
76.698,07
67.666,69
Toegerekende kosten
6.320,83
12.641,67
Juridische databank
1.180,00
0,00
Totaal
84.198,90
80.308,35
Luik 2: de berekening van de kost per minuut Totale kost (in euro)
84.198,90
80.308,35
92.160,00
184.320,00
0,91
0,44
Praktische capaciteit (in minuten) Kost per minuut (in euro per minuut)
60
Tabel 7: de berekeningswijze van de tijdsdrijvers
Nr.
Naam tijdsdrijver
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
1
A_schuldenaars
Personen
Het aantal schuldenaars die een collectieve schuldenregeling hebben aangevraagd.
Uniform verdeeld met minimum 1 en maximum 2.
2
A_schuldeisers_verzoekschrift
Personen
Het aantal schuldeisers dat in het verzoekschrift vermeld stond.
Normaal verdeeld met gemiddelde 9 en standaardafwijking 3.
Personen
Het aantal schuldeisers dat niet in het verzoekschrift vermeld stond. Deze schuldeisers worden de vergeten schuldeisers genoemd.
Normaal verdeeld met gemiddelde 3 en standaardafwijking 1.
Personen
Het aantal vergeten schuldeisers dat opdook tijdens het eerste gesprek.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten A_vergeten_schuldeisers en met de kans op succes 0,5.
Personen
Het aantal vergeten schuldeisers dat opdook door het vergelijken van het verzoekschrift, de berichten van beslag en het antwoord van de nationale bank.
Het verschil tussen A_vergeten_schuldeisers en A_vergeten_schuldeisers_gesprek.
3
4
5
A_vergeten_schuldeisers
A_vergeten_schuldeisers_gesprek
A_vergeten_schuldeisers_vergelijking
61
Nr.
Naam tijdsdrijver
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
6
D_vergeten_schuldeisers
Personen
Het feit dat er vergeten schuldeisers zijn.
Als A_vergeten_schuldeisers groter is dan 0, dan krijgt D_vergeten_schuldeisers de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
7
A_schuldeisers
Personen
Het totaal aantal schuldeisers.
De som van A_schuldeisers_verzoekschrift en A_vergeten_schuldeisers
8
A_financiële_schuldeisers
Personen
Het aantal financiële schuldeisers.
Normaal verdeeld met gemiddelde 2 en standaardafwijking 0,75.
Het aantal derden-schuldenaars.
Normaal verdeeld met gemiddelde (3 + 2 * A_schuldenaars) en standaardafwijking 2.
Het aantal borgen.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten 3 en met de kans op succes 0,1.
Het feit dat er borgen zijn.
Als A_borgen groter is dan 0, dan krijgt D_borgen de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
9
10
11
A_derden_schuldenaars
A_borgen
D_borgen
Personen
Personen
Personen
62
Nr.
Naam tijdsdrijver
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
12
A_personen_dossier
Personen
Het aantal personen dat aan het elektronisch dossier toegevoegd moet worden.
De som van A_schuldenaars, A_schuldeisers, A_derden_schuldenaars en A_borgen. Bij deze som wordt er nog een aantal andere personen opgeteld. Dit aantal is normaal verdeeld met gemiddelde 7 en standaardafwijking 2.
13
A_personen_akkoord
Personen
Het aantal personen dat akkoord moet gaan met het ontwerp tot minnelijke aanzuiveringsregeling.
De som van A_schuldeisers en A_schuldenaars.
14
D_dicteren
Methode
Het feit dat de schuldbemiddelaar teksten dicteerde aan het secretariaat.
Bernoulliverdeling met kans op succes 0,5.
Methode
Het feit dat de schuldbemiddelaar geen teksten dicteerde aan het secretariaat.
Als D_dicteren gelijk is aan 0, dan krijgt D_niet_dicteren de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
Bernoulliverdeling met kans op succes 0,5.
Bernoulliverdeling met kans op succes 0,5.
15
D_niet_dicteren
16
D_antwoorden_computer
Methode
Het feit dat de antwoorden op de vragenlijst van het eerste gesprek achteraf ingegeven werden in de computer.
17
D_inventaris_gesprek
Methode
Het feit dat de inventaris tijdens het eerste gesprek werd opgesteld. 63
Nr.
Naam tijdsdrijver
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
18
D_inventaris_thuis
Methode
Het feit dat de inventaris bij de schuldenaars thuis werd opgesteld.
Als D_inventaris_gesprek gelijk is aan 0, dan krijgt D_inventaris_thuis de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
19
D_leefgeld_gesprek
Methode
Het feit dat het leefgeld op het eerste gesprek besproken werd.
Bernoulliverdeling met kans op succes 0,5.
Methode
Het feit dat het leefgeld achteraf bepaald werd.
Als D_leefgeld_gesprek gelijk is aan 0, dan krijgt D_leefgeld_achteraf de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0. Bernoulliverdeling met kans op succes 0,5.
20
D_leefgeld_achteraf
21
D_bespreken_aangiftes
Methode
Het feit dat de aangiftes van schuldvordering besproken werden met de schuldenaars.
22
D_erelonen_automatisch
Methode
Het feit dat de erelonen automatisch opgesteld werden.
Bernoulliverdeling met kans op succes 0,5.
Methode
Het feit dat de erelonen manueel opgesteld werden.
Als D_erelonen_automatisch gelijk is aan 0, dan krijgt D_erelonen_manueel de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
Methode
Het feit dat de schuldeisers per bestendige opdracht betaald werden.
Bernoulliverdeling met kans op succes 0,5.
23
24
D_erelonen_manueel
D_se_bestendige_opdracht
64
Nr.
25
Naam tijdsdrijver
D_se_geen_bestendige_opdracht
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
Methode
Als D_se_bestendige_opdracht gelijk Het feit dat de schuldeisers niet per is aan 0, dan krijgt bestendige opdracht betaald D_se_geen_bestendige_opdracht de worden. waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
Bernoulliverdeling met kans op succes 0,5.
26
D_brief_betalingen
Methode
Het feit er of er brieven omtrent de betalingen verstuurd werden. Er wordt zowel een brief verstuurd omtrent de eerste betaling als telkens wanneer er geen betaling kan gebeuren.
27
D_documenten_mee
Schuldeisers
Het feit dat de schuldenaars een stapel documenten mee hadden op het eerste gesprek.
Bernoulliverdeling met kans op succes 0,5.
28
A_onduidelijke_aangiftes
Aangiftes
Het aantal aangiftes van schuldvordering die niet duidelijk genoeg waren.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten A_schuldeisers en met de kans op succes 0,075.
29
A_aangiftes
Aangiftes
Het aantal aangiftes van schuldvordering dat werd ontvangen.
De som van A_schuldeisers en A_onduidelijke_aangiftes
Aangiftes
Het aantal aangiftes van schuldvordering die per aangetekende brief werden ontvangen.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten A_aangiftes en met de kans op succes 0,95.
30
A_aangiftes_brief
65
Nr.
31
32
33
34
Naam tijdsdrijver
A_aangiftes_kantoor
A_schuldeisers_te_laat
D_schuldeisers_te_laat
A_aangiftes_niet_akkoord
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
Aangiftes
Het aantal aangiftes van schuldvordering die op kantoor werden ontvangen.
Het verschil tussen A_aangiftes en A_aangiftes_brief.
Aangiftes
Het aantal schuldeisers die na één maand hun aangifte van schuldvordering nog niet gedaan hadden.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten A_schuldeisers en met de kans op succes 0,10.
Aangiftes
Het feit dat er schuldeisers waren die te laat waren met hun aangifte van schuldvordering.
Als A_schuldeisers_te_laat groter is dan 0, dan krijgt D_schuldeisers_te_laat de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
Aangiftes
Het aantal aangiftes van schuldvordering waarmee de schuldenaars niet akkoord gingen.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten A_schuldeisers en met de kans op succes 0,05. Als A_aangiftes_niet_akkoord groter is dan 0, dan krijgt D_aangiftes_niet_akkoord de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0. Uniform verdeeld met minimum 6 en maximum 40.
35
D_aangiftes_niet_akkoord
Aangiftes
Het feit dat de schuldenaars met minstens één aangifte van schuldvordering niet akkoord gingen.
36
A_activa
Activa
Het aantal activa dat in de inventaris opgenomen werd.
66
Nr.
Naam tijdsdrijver
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
37
D_onroerend_goed
Activa
Het feit dat er een onroerend goed was.
Bernoulliverdeling met kans op succes 0,3.
Het feit dat er een onroerend goed verkocht werd.
Als D_onroerend_goed groter is dan 0, dan is D_onroerende_verkoop verdeeld volgens de bernoulliverdeling met kans op succes 0,5. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
Het feit dat het onroerend goed uit de hand verkocht werd.
Als D_onroerende_verkoop gelijk is aan 1, dan is D_verkoop_uit_de_hand verdeeld volgens de bernoulliverdeling met kans op succes 0,5. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
38
39
D_onroerende_verkoop
D_verkoop_uit_de_hand
Activa
Activa
40
D_openbare_verkoop
Activa
Het feit dat het onroerend goed openbaar verkocht werd.
Als D_onroerende_verkoop gelijk is aan 1 en D_verkoop_uit_de_hand niet gelijk is aan 1, dan krijgt D_openbare_verkoop de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
41
A_verlengingen
Aanzuiveringsregeling
Het aantal verlengingen van de termijn om tot een minnelijke aanzuiveringsregeling te komen.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten 4 en met de kans op succes 0,25.
67
Nr.
42
43
44
45
46
Naam tijdsdrijver
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
D_verlenging
Aanzuiveringsregeling
Het feit dat er minstens één verlenging van de termijn om tot een minnelijke aanzuiveringsregeling te komen was.
Als A_verlengingen groter is dan 0, dan krijgt D_verlenging de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
A_extra_verlengingen
Aanzuiveringsregeling
Het aantal keer dat de termijn verlengd werd, zonder rekening te houden met de eerste verlenging.
Als D_verlenging gelijk is aan 1, dan krijgt A_extra_verlengingen de waarde A_verlengingen - 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
D_moeilijke_regeling
Het feit dat er moeilijkheden waren Aanzuiverings- bij het opstellen van het ontwerp regeling van minnelijke aanzuiveringsregeling.
Bernoulliverdeling met kans op succes 0,35.
A_bezwaren
Aanzuiveringsregeling
Het aantal bezwaren op het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten A_personen_akkoord en met de kans op succes 0,04.
A_goedkeuringen
Aanzuiveringsregeling
Het aantal goedkeuringen van het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling.
Het verschil tussen A_personen_akkoord en A_bezwaren.
68
Nr.
47
48
49
50
Naam tijdsdrijver
A_bezwaren_die_blijven
D_gerechtelijke_regeling
D_minnelijke_regeling
A_looptijd_regeling
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
Aanzuiveringsregeling
Het aantal schuldeisers die niet door de schuldbemiddelaar overtuigd konden worden om toch akkoord te gaan met het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten A_bezwaren en met de kans op succes 0,5.
Aanzuiveringsregeling
Het feit dat er een gerechtelijke aanzuiveringsregeling nodig was.
Als A_bezwaren_die_blijven groter is dan 0, dan krijgt D_gerechtelijke_regeling de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
Aanzuiveringsregeling
Het feit dat het ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling aanvaard werd.
Als D_gerechtelijke_regeling gelijk is aan 0, dan krijgt D_minnelijke_regeling de waarde 1. In het andere geval krijgt het de waarde 0.
De looptijd van de aanzuiveringsregeling in jaren (deze looptijd start wanneer de Normaal verdeeld met gemiddelde 8 aanzuiveringsregeling goedgekeurd Aanzuiveringsen standaardafwijking 1,5. Zolang wordt door de rechter of wanneer regeling deze waarde kleiner is dan 2 wordt er deze een aanzuiveringsregeling een nieuwe waarde genomen. oplegt en stopt wanneer deze aanzuiveringsregeling beëindigd of herroepen wordt).
69
Nr.
51
52
Naam tijdsdrijver
A_looptijd_maanden
A_op_te_volgen_betalingen
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
De totale looptijd van de procedure 6 maand (de oorspronkelijke termijn) in maanden (vanaf de beschikking plus 6 maand per verlenging van de Aanzuiveringsvan toelaatbaarheid tot het einde termijn plus 12 maand maal de regeling van de aanzuiveringsregeling of de looptijd van de aanzuiveringsregeling herroeping ervan). in jaren.
Betalingen
Het aantal betalingen van derdenschuldenaars die niet ontvangen werden en dus opgevolgd moesten worden.
Normaal verdeeld met gemiddelde A_looptijd_maanden * 3 / 12 en standaardafwijking A_looptijd_maanden * 1 / 12.
Het aantal keer dat er per brief uitleg gevraagd werd aan een derde-schuldenaar die niet betaalde.
Normaal verdeeld met gemiddelde A_op_te_volgen_betalingen * 20,0 / 100 en standaardafwijking A_op_te_volgen_betalingen * 5,0 / 100.
53
A_uitleg_vragen_geen_betaling
Betalingen
54
A_eenmalige_betalingen
Betalingen
55
A_bestendige_opdrachten
Betalingen
Het aantal bestendige opdrachten die gebruikt werden.
Uniform verdeeld met minimum 1 en maximum 5.
Betalingen
Het aantal betalingen dat niet uitgevoerd werd door de bank omdat er te weinig geld op de rekening stond.
Normaal verdeeld met gemiddelde A_looptijd_maanden * 2 / 12 en standaardafwijking A_looptijd_maanden * 1 / 12.
56
A_niet_gebeurde_betalingen
Het aantal eenmalige betalingen die Uniform verdeeld met minimum 0 en uitgevoerd werden. maximum 10 * A_looptijd_maanden.
70
Nr.
57
58
Naam tijdsdrijver
A_simpele_mails
A_moeilijke_mails
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
Communicatie
Het aantal simpele mails die de schuldbemiddelaar verzonden of beantwoord heeft.
Uniform verdeeld met minimum 0 en maximum 3 * A_looptijd_maanden.
Communicatie
Het aantal moeilijke mails die de schuldbemiddelaar verzonden of beantwoord heeft.
Uniform verdeeld met minimum 0 en maximum 0,6 * A_looptijd_maanden. Uniform verdeeld met minimum 2 en maximum 2,0 / 12 * A_looptijd_maanden.
59
A_gesprekken_kantoor
Communicatie
Het aantal gesprekken die op kantoor hebben plaatsgevonden.
60
A_korte_telefoons
Communicatie
Het aantal korte telefoongesprekken die plaatsvonden.
Uniform verdeeld met minimum 0 en maximum 2 * A_looptijd_maanden.
61
A_korte_telefoons_B
Communicatie
Het aantal korte telefoongesprekken die de schuldbemiddelaar had.
Uniform verdeeld met minimum 0 en maximum A_korte_telefoons.
62
A_korte_telefoons_S
Communicatie
Het aantal korte telefoongesprekken die het secretariaat had.
Het verschil tussen A_korte_telefoons en A_korte_telefoons_B.
Nr.
Naam tijdsdrijver
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
Communicatie
Het aantal lange telefoongesprekken die plaatsvonden.
Uniform verdeeld met minimum 0 en maximum 2 * A_looptijd_maanden.
63
A_lange_telefoons
71
Nr.
64
65
Naam tijdsdrijver
A_lange_telefoons_B
A_lange_telefoons_S
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
Communicatie
Het aantal lange telefoongesprekken die de schuldbemiddelaar had.
Uniform verdeeld met minimum 0 en maximum A_lange_telefoons.
Communicatie
Het aantal lange telefoongesprekken die het secretariaat had.
Het verschil tussen A_lange_telefoons en A_lange_telefoons_B. Uniform verdeeld met minimum 0 en maximum 3 * A_looptijd_maanden.
66
A_simpele_brieven
Communicatie
Het aantal simpele brieven die de schuldbemiddelaar beantwoord heeft.
67
A_moeilijke_brieven
Communicatie
Het aantal moeilijke brieven die de schuldbemiddelaar beantwoord heeft.
Uniform verdeeld met minimum 0 en maximum 0,6 * A_looptijd_maanden.
Communicatie
Het aantal keer aan de rechter gevraagd werd om een uitgave buiten het normale vermogensbeheer te mogen doen.
Normaal verdeeld met gemiddelde A_looptijd_maanden / 12 * en standaardafwijking A_looptijd_maanden / 24 Normaal verdeeld met gemiddelde 4 / 12 * A_looptijd_maanden en standaardafwijking A_looptijd_maanden / 12. Gelijk aan de looptijd van de regeling
68
A_vragen_buiten_vermogensbeheer
69
A_vragen_belangrijke_uitgave
Communicatie
Het aantal keer dat er om een belangrijke uitgave gevraagd werd waarvoor er eerst een offerte gevraagd moest worden.
70
A_jaarverslagen
Opvolging
Het aantal jaarverslagen die opgesteld werden.
72
Nr.
71
72
73
74
75
76
77
Naam tijdsdrijver
A_jaarverslagen_speciaal
A_jaren_fonds
A_jaren_geen_betaling
A_herzieningen
A_grondige_herzieningen
A_nieuwe_goedkeuringen
A_gevraagde_herroepingen
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
Opvolging
Het aantal jaar dat er een speciale gebeurtenis in het jaarverslag werd opgenomen.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten A_jaarverslagen en met de kans op succes 0,3.
Opvolging
Het aantal jaar er een deel van de honoraria ten laste gelegd werd van Uniform verdeeld met minimum 0 en het fonds ter bestrijding van maximum A_looptijd_regeling. overmatige schuldenlast.
Opvolging
Het aantal jaren dat er niet genoeg geld op de rubriekrekening stond om de schuldeisers te betalen.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten A_looptijd_regeling en met de kans op succes 0,075.
Opvolging
Het aantal keer dat er een herziening van de minnelijke aanzuiveringsregeling nodig was.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten 3 en met de kans op succes 0,08.
Opvolging
Het aantal grondige herzieningen die nodig waren.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten A_herzieningen en met de kans op succes 0,4.
Opvolging
Het aantal schuldeisers die melden akkoord gaan met het nieuwe ontwerp van minnelijke aanzuiveringsregeling.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten A_personen_akkoord en met de kans op succes 0,96.
Opvolging
Het aantal keer dat er een herroeping aangevraagd werd.
Binomiaal verdeeld met als aantal experimenten 4 en met de kans op succes 0,075.
73
Nr.
78
Naam tijdsdrijver
A_bezwaren_einde
Categorie
Einde
Het aantal betalingen die gedaan Binomiaal verdeeld met als aantal werden omdat bleek dat een experimenten A_bezwaren_einde en schuldeiser niet alles gekregen had met de kans op succes 0,2. waar hij recht op had.
A_betalingen_bezwaren_einde
Einde
Nr.
Naam tijdsdrijver
Categorie
81
A_beschikkingen
A_vergoedde_betalingen
Berekeningswijze
Het aantal schuldeisers die Binomiaal verdeeld met als aantal meenden dat ze niet alles gekregen experimenten A_schuldeisers en met hadden waar zij recht op hadden. de kans op succes 0,10.
79
80
Beschrijving
Andere
Vergoeding
Beschrijving
Berekeningswijze
Het aantal beschikkingen dat opgemaakt werd door de arbeidsrechter.
De som van 1 (de beschikking van toelaatbaarheid), twee maal D_onroerende_verkoop, A_vragen_buiten_vermogensbeheer, A_verlengingen, 1 (de aanzuiveringsregeling), A_jaarverslagen, A_herzieningen en A_gevraagde_herroepingen
Het aantal betalingen die vergoed werden.
Het aantal eenmalige betalingen plus 12 maal het aantal bestendige opdrachten. Indien 50 maal de looptijd van de regeling kleiner is dan dit getal, dan wordt dit getal vervangen door 50 maal de looptijd van de regeling.
74
Nr.
Naam tijdsdrijver
Categorie
Beschrijving
Berekeningswijze
82
A_vergoedde_vonnissen
Vergoeding
Het aantal vonnissen die vergoed werden.
Het aantal herzieningen min het aantal grondige herzieningen plus het aantal keer er een herroeping gevraagd werd.
83
A_gewone_brieven
Vergoeding
Het aantal gewone brieven die vergoed werden.
Zie tabel 8
84
A_omzendbrieven
Vergoeding
Het aantal omzendbrieven die vergoed werden.
Zie tabel 8
Vergoeding
Het aantal zittingen dat vergoed werd.
De som van D_gerechtelijke_regeling, A_gevraagde_herroepingen en D_onroerende_verkoop
86 A_vergoedde_grondige_herzieningen
Vergoeding
Het aantal grondige herzieningen die vergoed werden.
Gelijk aan A_grondige_herzieningen
87
Vergoeding
Het aantal jaar dat het bedrag voor de opvolging betaald werd.
A_looptijd_regeling min A_grondige_herzieningen
85
A_vergoedde_zittingen
A_jaarlijkse_vergoedingen
75
Tabel 8: Een overzicht van de brieven die verstuurd worden
Standaard- Aangetekend brief verzonden
Activiteitnr.
Naam van de activiteit
Wie ontvangt de brief
4
Eerste brieven versturen
De schuldenaars
Ja
4
Eerste brieven versturen
De centrale voor kredieten aan particulieren
4
Eerste brieven versturen
4
Omzendbrief
Aantal vergoedde brieven
Nee
Nee
1
Ja
Nee
Nee
(wordt niet vergoed)
Het registratiekantoor
Ja
Nee
Nee
(wordt niet vergoed)
Eerste brieven versturen
De derden-schuldenaars
Ja
Nee
Hangt af van het aantal
A_derden_schuldenaars
4
Eerste brieven versturen
De borgen
Ja
Nee
Nee
A_borgen
11 (*)
Leefgeld meedelen
De schuldenaars
Ja
Nee
Nee
D_leefgeld_achteraf
13
Vergeten schuldeisers aanschrijven
De vergeten schuldeisers
Ja
Ja
Hangt af van het aantal
A_vergeten_schuldeisers
16
Brieven onduidelijke aangiftes
De schuldeisers met een onduidelijke aangifte
Ja
Nee
Nee
A_onduidelijke_aangiftes
Herinnering aangiftes versturen
De schuldeisers die nog geen aangifte van schuldvordering gedaan hebben
Ja
Ja
Hangt af van het aantal
A_schuldeisers_te_laat
18
76
Activiteitnr.
Naam van de activiteit
Wie ontvangt de brief
20 (*)
Brief niet akkoord met aangifte
De schuldeisers met wiens aangifte de schuldenaars niet akkoord gaan
24 (*)
Het aantal personen dat akkoord moet gaan met een Ontwerp verzenden minnelijke aanzuiveringsregeling
Standaard- Aangetekend brief verzonden
Omzendbrief
Aantal vergoedde brieven
Ja
Nee
Nee
A_aangiftes_niet_akkoord
Nee
Ja
Ja
A_personen_akkoord
27 (*)
Verdediging versturen
De schuldeisers met een bezwaar
Nee
Nee
Nee
A_bezwaren
33 (*)
Bief geen betaling versturen
De schuldeisers
Ja
Nee
Ja
A_schuldeisers * A_jaren_geen_betaling * D_brief_betalingen
34
Fonds contacteren
Het fonds ter bestrijding van overmatige schuldenlast
Ja
Ja
Nee
A_jaren_fonds
35
Overzicht rekening versturen
De schuldenaars
Ja
Nee
Nee
A_looptijd_regeling
39 (*)
Nieuw ontwerp versturen
Het aantal personen dat akkoord moet gaan met een minnelijke aanzuiveringsregeling
Nee
Ja
Ja
A_personen_akkoord * A_herzieningen
77
Standaard- Aangetekend brief verzonden
Activiteitnr.
Naam van de activiteit
Wie ontvangt de brief
48
Contacten schuldbemiddelaar
De verzender van de brief die beantwoord wordt
Nee
49
Contacten secretariaat
De verzender van de brief die beantwoord wordt
54
Controle inkomsten
55 (*)
Omzendbrief
Aantal vergoedde brieven
Nee
Nee
A_simpele_brieven
Nee
Nee
Nee
A_moeilijke_brieven
De derden-schuldenaars die niet betalen
Ja
Nee
Nee
A_uitleg_vragen_geen_betaling
Brief betalingen versturen
De schuldeisers
Ja
Nee
Ja
A_schuldeisers * D_brief_betalingen
59
Laatste brief schuldeisers
De schuldeisers
Ja
Ja
Ja
A_schuldeisers
61 (*)
Prostesten beantwoorden
De schuldeisers die protesteerden
Nee
Nee
Nee
A_bezwaren_einde
62
Laatste brief derdenschuldenaars
De derden-schuldenaars
Ja
Nee
Hangt af van het aantal
A_derden_schuldenaars
78
Tabel 9: De winst van iedere wijze van contact en van eenmalige betalingen (in euro)
Naam Simpele brief
Kost Kost bemiddelaar secretariaat 13,70
Uittypen van simpele brief Moeilijke brief
3,05
Andere kosten
Totale kost
Opbrengst
Winst Per eenheid
0,68
17,43
11,17
-6,26
2,61 22,84
Uittypen van moeilijke brief
3,05
2,61 0,68
4,79
26,57
-2,61 11,17
-15,40
4,79
-4,79
Korte telefoon bemiddelaar
2,74
0,15
2,89
-2,89
Lange telefoon bemiddelaar
7,31
0,40
7,71
-7,71
Korte telefoon secretariaat
1,31
0,15
1,46
-1,46
Lange telefoon secretariaat
3,49
0,40
3,89
-3,89
Gesprek op kantoor
27,41
27,41
-27,41
Moeilijke mail
10,96
10,96
-10,96
Simpele mail
3,65
3,65
-3,65
Eenmalige betaling
1,74
1,74
Niet vergoedde eenmalige betaling
1,74
1,74
79
7,97
6,23 -1,74
Tabel 10: De winst bij verschillende fouten van de kost per middelengroep
Echte kost schuldbemiddelaar / geschatte kost schuldbemiddelaar
Echte kost Secretariaat / geschatte kost secretariaat
85%
90%
95%
100%
105%
110%
115%
85%
1897
1764
1631
1498
1365
1232
1099
90%
1619
1486
1353
1221
1088
955
822
95%
1342
1209
1076
943
810
678
545
100%
1064
932
799
666
533
400
267
105%
787
654
521
388
256
123
-10
110%
510
377
244
111
-22
-155
-287
115%
232
99
-33
-166
-299
-432
-565
80
Tabel 11: Het resultaat van de regressie
Variabele
Coëfficiënt
Bèta
t-waarde
p-waarde
C
-509,69
NA
-15,66
0,00
A_SIMPELE_BRIEVEN
-7,60
-0,57
-104,41
0,00
A_LOOPTIJD_REGELING
560,04
0,68
114,27
0,00
D_DICTEREN___A_MOEILIJKE
-21,88
-0,36
-69,68
0,00
A_EENMALIGE_EXTRA_BETALI
-1,85
-0,33
-65,01
0,00
A_LANGE_TELEFOONS_B
-7,87
-0,30
-54,98
0,00
A_SIMPELE_MAILS
-3,63
-0,28
-53,22
0,00
A_EXTRA_SCHULDEISERS
108,87
0,27
53,97
0,00
A_MOEILIJKE_MAILS
-11,38
-0,18
-33,27
0,00
A_LANGE_TELEFOONS_S
-3,87
-0,15
-26,17
0,00
A_GESPREKKEN_KANTOOR
-28,78
-0,13
-23,99
0,00
81
Bibliografie ADMB.
(2010).
RSZ
cijfers
per
sector
10
2010.
Opgehaald
van
https://www.admb.be/portal/page/portal/IMAGES/ONLINE/RSZ%20cijfers%20per%20se ctor%2010%202010.pdf. Allain, É., & Gervais, M. (2008). La fiabilité du temps de travail dans les activités de services: un test sur un centre d'appels d'une société d'assurances. Comptabilité, contrôle, audit, 14(1), 119-144. Bruggeman, W., Bruyneel, T., Hoozée, S., & Moreels, K. (2007). Time-driven activity-based costing: Inspiratiebron voor prestatieverbetering en winstverhoging. Antwerpen: Intersentia. Bruggeman, W., Everaert, P., Moreels, K., & Lowyck, T. (2005). Time-Driven Acitivity-Based Costing: een nieuwe doorbraak in Management accounting. ACCOUNTANCY & BEDRIJFSKUNDE. KWARTAALSCHRIFT, 25(7), 15-23. Cooper, R., & Kaplan, R. (1988a). How Cost Accounting Distorts Product Costs. Management Accounting, 69(10), 20-27. Cooper, R., & Kaplan, R. (1988b). Measure Cost Right: Make the Right Decision. Harvard Business Review, 66(5), 96-103. Dalci, I., Tanis, V., & Kosan, L. (2010). Customer profitability anaylis with time-driven activitybased costing: a case study in a hotel. International Journal of Contemporary hospitality management, 22(5), 609-637. Demeere, N., Stouthuysen, K., & Roodhooft, F. (2009). Time-driven activity-based costing in an outpatient clinic environment: Development, relevance and managerial impact. Health Policy, 92, 296-304. Dirix, E., & Taelman, P. (1999). Collectieve schuldenregeling in de praktijk. Antwerpen: Intersentia. Everaert, P., Bruggeman, W., Sarens, G., Anderson, S., & Levant, Y. (2008). Cost modeling in logistics using time-driven ABC: experiences from a wholesaler. International Journal of Physical Distribution & Logistics Management, 38(3), 172-191. Gervais, M., Levant, Y., & Ducrocq, C. (2010). Time-Driven Activity-Based Costing (TDABC): An Initial Appraisal through Longitudinal Case Study. Journal of Applied Management Accounting Research, 8(2), 1-20. VII
Hoozée, S., & Bruggeman, W. (2010). Identifying operational improvements during the design process of a time-driven ABC system: The role of collective worker participation and leadership style. Management Accounting Research, 21(3), 185-198. Kaplan, R., & Anderson, S. (2004). Time-driven activity-based costing. Harvard Business Review, 82(11), 131-139. Kaplan, R., & Anderson, S. (2007). Time-Driven Acitivty Based Costing: A Simpler and More Powerful Path to Higher Profits. Boston: Harvard Business School Press. Nationale Bank van België. (2011). Statistieken Centrale voor kredieten aan particulieren 2010.
Opgehaald
van
http://www.nbb.be/DOC/CR/CCP/Publications/BRO_CKPSTAT2010N_31122010.pdf. Pernot, E., Roodhooft, F., & Van den Abbeele, A. (2007). Time-driven activity-based costing for inter-library services: A case study in a university. Journal of academic librarianship, 33(5), 551-560. SenterNovem.
(2007).
Cijfers
en
tabellen
2007.
Opgehaald
van
http://www.rijksoverheid.nl/bestanden/documenten-en-publicaties/publicatiespb51/cijfers-en-tabellen-2007/39br2007g002-2008515-145713.pdf. Stouthuysen, K., Swiggers, M., Reheul, A.-M., & Roodhooft, F. (2010). Time-driven activitybased costing for a library acquisition process: A case study in a Belgian University. Library collections acquisitions & Technical services, 34(2-3), 83-91. Van Acker, E., & Wylleman, B. (2006). Praktische gids voor schuldbemiddelaars. Mechelen: Kluwer.
VIII