Delta Lloyd magazine Maart 2014
Opinieblad over de wereld van Delta Lloyd Groep
de wijmaatschappij samen doen
THEM A
De wij-maatschappij
Het
D
Door globalisering, internet en sociale media bewegen we van een ik-tijdperk naar een wij-maatschappij. Op allerlei terreinen pakken we, al dan niet vrijwillig, zelf het stuur. Maar dan wel: met elkaar. Doe het zelf – doe het samen. ‘Wij’ staat voor delen. Maar dan wel delen uit eigen keuze, delen met wie wij dat zelf willen. We vertrouwen niet meer vanzelfsprekend op grote instanties, maar zoeken verbinding met andere individualisten, of het nu gaat om hulp geven en vragen of om het waarderen van een kritische mening. We gaan op zoek naar nieuwe relaties, zowel persoonlijk als in zakelijke samenwerkingsverbanden. Met als uitgangspunt: samen. Delen is het nieuwe hebben.
Dit icoontje staat voor aanvullende digitale content. Kijk op layar. com, download de gratis app en scan de pagina.
Colofon DL magazine is een uitgave van Delta Lloyd Groep Hoofdredactie David Brilleslijper Karin Kortekaas (Delta Lloyd Groep) Concept & realisatie Proof Reputation | consultancy, concept & creation www.proof.nl Art direction & vormgeving Proof Studio | creative department
Prepress Bloem Digital Imaging Drukwerk Twigt Productiebegeleiding Jansen&Go Redactieadres
[email protected] Delta Lloyd Groep Corporate Communications
FSC logo hierin plaatsen
Delta Lloyd magazine toont waar Delta Lloyd Groep voor staat en hoe wij de wereld om ons heen zien. Wil je meer weten over onze onderneming, onze merken en onze producten, kijk dan op www.deltalloydgroep.com.
2
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
woord DE V ER BEEL DING
ESSAY
ONDER ZOEK
Mensenwerk Honderden mensen stapelen zich om de twee jaar op in Tarragona. ‘Kracht, evenwicht, moed en gezond verstand’ is daarbij het motto. Fotograaf David Oliete volgt ze al tien jaar. pagina 18
Wij hebben zij niet nodig Wat betekent het voor de gevestigde instanties als ‘wij’, de burgers, steeds meer zelf, samen, gaan doen? pagina 4
Het D-woord Een stapje terug doen – het klinkt zo makkelijk. Hoe wordt demotie acceptabel? pagina 32
7 X ON L INE
K L A N T BEL A NG
IN T ERV IEW
COL L ECT IEF
Digitale wijverschijnselen
Rémi van der Elzen
‘David en Goliath hebben elkaar nodig’
De nieuwe rijken
Van slaptivisme tot social peeing, er komt geen einde aan wat we online kunnen delen. pagina 8
Filosofe Rémi van der Elzen verkende de wetten in de wereld van het nieuwe wij. pagina 16
COLU MN
A L L ES VA N WA A R DE
Vincent Bijlo
Playing for Success
Lekker ding. pagina 15
Les in het voetbalstadion! Zo wordt leren iets leuks. pagina 40
COLU MN
K U NST & CU LT U U R
Wim Daniëls
Horen, zien, lezen
Een curieus woord. pagina 39
pagina 42
Niek Hoek, bestuursvoorzitter van Delta Lloyd Groep, en duurzaamheidsadviseur Wouter Scheepens over de wij-maatschappij. pagina 10
Als delen het nieuwe hebben is, dan is wie veel te delen heeft, dus rijk. Drie verrassende voorbeelden. pagina 26
ECONOMIE
W ET ENSCH A P
Op zoek naar echt geld
Wij zijn niet alleen
Het mkb wil groeien, maar als het om krediet gaat, geven banken vaak niet thuis. Hoe de nieuwe geldzoekers de financiële boer op gaan. pagina 36
Het lijkt steeds logischer dat er ook buiten de aarde leven bestaat. Inmiddels is er een nieuwe manier om naar mederuimtewezens te zoeken. De eerste ontdekking: onszelf. pagina 30
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
3
ESSAY
Wij hebben zij niet nodig T E K S T: M A R I E K E E N T E R
B E E L D : J A N U S VA N D E N E I J N D E N
Er voltrekt zich een revolutie in het bedrijfsleven, waaraan geen enkele sector zal ontkomen. Dit artikel schetst die revolutie aan de hand van de ontwikkelingen in de energiesector.
4
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
5
‘Sociaal vertrouwen is een asset aan het worden’
De trend is onmiskenbaar: wij gaan steeds meer zelf doen. En dat zal een grote impact hebben op het ‘oude’ bedrijfsleven. Wat betekent het bijvoorbeeld voor IKEA of voor aannemers als we straks onze eigen meubels of zelfs complete huizen kunnen 3D-printen? Wat is de impact op zorginstellingen als we via onze selftrackende smart watches uitstekend zelf kunnen checken hoe het gesteld is met ons lichaam? Als wij het straks zelf kunnen, zijn zij – de ‘grote jongens’ – niet meer nodig. Vraag maar aan omgevallen giganten als Kodak of Polaroid. Aan Baobab of Oad Reizen. Aan Lonely Planet of Selexyz Boekhandels. Uitgaan van oude regels In de energiewereld tekent dat ‘doe-het-zelven’ zich al duidelijk af. En de vraag is of energiebedrijven op deze trend in weten te spelen. Verander-evangelist Daan Roosegaarde verwoordde het zo in een vakblad: ‘Zo’n Eneco gaat er nog steeds van uit dat zij over dertig jaar de controle hebben. En dat zeggen ze ook: mensen gaan hun eigen stroom opwekken, bijvoorbeeld via een zonnepaneel, en dan stoppen ze dat in het stopcontact en krijgen ze korting op hun maandelijkse rekening. Ik zei tegen Eneco: “Maar als mensen hun eigen energie kunnen opwekken, waar hebben ze jullie dan nog voor nodig? Dat is het juiste idee op de verkeerde manier uitgevoerd en er nog steeds van uitgaan dat de oude regels nog gelden.”’ ‘Zelf doen’ vaak is vaak ook ‘samen doen’. Gedreven door een sterk moreel besef en geholpen door technologische ontwikkelingen. Het aantal consumenten en ondernemers dat als collectief zelf aan de slag gaat met duurzame energie, is de afgelopen jaren enorm gegroeid. In nog geen vijf jaar zijn er meer dan vierhonderd serieuze, formele initiatieven ontstaan, die soms duizenden leden hebben. Het aantal informele initiatieven – inkoopcollectieven van buurtbewoners of vve’s die bijvoorbeeld samen zonnepanelen inkopen – is al bijna niet meer te tellen.
6
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
Enorme groeikansen Zet dat de energiewereld op z’n kop? Nog niet. Op dit moment vormt decentrale energieproductie slechts een druppel op de gloeiende plaat van het landelijke energieverbruik. En voorlopig groeit de vraag naar energie harder dan het decentrale aanbod. Maar de groeikansen zijn enorm. Eneco becijferde begin vorig jaar dat op termijn 9% van alle elektriciteit uit duurzame lokale bronnen opgewekt kan worden als Nederland doorgaat in het huidige tempo. Bij betere benutting van de mogelijkheden zou dit zelfs 19% kunnen zijn. Er zijn tekenen dat deze cijfers aan de zuinige kant zijn. De opwekking van zonne-energie is in 2012 bijvoorbeeld verdubbeld ten opzichte van het jaar ervoor. En die groei komt grotendeels op het conto van particulieren die zonnepanelen op hun eigen huizen plaatsen. Daarvoor investeerden ze in 2012 voor bijna € 300 miljoen. Power to the people! Sociaal vertrouwen Researcher Anne Marieke Schwencke deed onderzoek naar de opkomst van de ‘energie-doe-het-zelvers’. ‘Het belang van deze ontwikkeling zit vooral in het feit dat de tot voor kort passieve categorie eindgebruikers zich nu als collectief begint te organiseren. Minstens zo relevant is dat ze zich doelbewust inzetten voor een hoger doel: een lokale, duurzame, decentrale energievoorziening. Groepen burgers
‘Groepen burgers stappen in het vacuüm dat de grote spelers laten liggen’
stappen in het vacuüm dat de grote, traditionele spelers laten liggen. Ze vormen zelf nieuwe decentrale markten, met nieuwe decentrale marktspelers.’ De nieuwe energiecollectieven zijn typische social enterprises, waar het maatschappelijke en sociale belang centraal staan. Vaak genoemde drijfveren zijn de wens om de energietransitie te versnellen en om bij te dragen aan klimaat- en milieudoelstellingen. Schwencke: ‘Men vindt dat de markt en overheid kansen laten liggen of het laten afweten en neemt zelf het heft in handen. Daarnaast gaat het ook om lokale werkgelegenheid en sociale cohesie. Er zit een sterke behoefte achter aan meer zeggenschap over de eigen leefomgeving. Mensen streven naar meer autonomie en zelfvoorziening. Ik denk dat de schaalvergroting van de energiebedrijven dat gevoel ook getriggerd heeft. Mensen willen niet meer afhankelijk zijn van grote, onbeheersbare partijen en gaan op zoek naar kleinschalige alternatieven. Sociaal vertrouwen is een asset aan het worden.’ Dansen en gekleurd servies Mensen ontwikkelen zich van consumer tot prosumer omdat ze het willen én omdat ze het kunnen. Technologie speelt een belangrijke rol. Wie tien jaar geleden z’n eigen energie wilde opwekken, moest er veel voor overhebben. Tegenwoordig is het doodeenvoudig om zonnepanelen te installeren, die bovendien beter en betaalbaarder zijn dan ooit. De energie-prosumer krijgt steeds meer instrumenten ter beschikking. In Hamburg voorziet een kantoorpand volledig in z’n eigen energie via microalgen die op de gevel zijn aangebracht. De Sustainable Dance Floor en de Smart Highway van Studio Roosegaarde, waarbij de bewegingen van dansers respectievelijk het verkeer energie opleveren, zijn bekende Nederlandse voorbeelden. Of neem The Energy Collection van ontwerpster Marjan van Aubel: een glasservies met gekleurde zonnecellen die via het principe van fotosynthese energie produceren.
Wie groots durft te denken, snapt dat deze innovaties onze wereld in korte tijd ingrijpend kunnen veranderen. Straks is het kinderspel voor (collectieven van) individuen om zelf hun duurzame energie op te wekken en op te slaan. De grote spelers in de energiewereld en de overheid bereiden zich al voor op deze veranderingen. In het Energieakkoord hebben zij zich gecommitteerd aan de afspraak dat in 2020 minimaal een miljoen Nederlandse huishoudens aan hun eigen elektriciteitsvraag voldoen door zelf energie op te wekken. Ter indicatie: dat zijn ongeveer alle huishoudens in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht. Sociaal kapitaal Wat voor de energiesector geldt, kan voor veel andere ‘gevestigde’ sectoren opgaan. Broodfondsen voor zzp’ers en andere initiatieven laten zien hoe groepen mensen zich verenigen, deels voor eigen ‘gewin’, maar ook hier vanuit een morele drijfveer, dat ‘hogere doel’, namelijk om onderling verantwoordelijkheid voor elkaar te nemen. Zo kunnen studenten gezamenlijk hun studieschuld fi nancieren en kunnen ondernemers op een bedrijvenpark gezamenlijk de verantwoordelijkheid nemen voor het terugdringen van de CO2-uitstoot in ruil voor lagere vestigingslasten. Zoals exjournalist en nu Amsterdamse wethouder Pieter Hilhorst ooit in de Volkskrant schreef: ‘De crux van samenredzaamheid is dat op kleine schaal collectieve waarden vorm krijgen en mensen de kans krijgen hun sociaal kapitaal te mobiliseren.’
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
7
7 x online Moeten we het er nog apart over hebben? Online is bijna per definitie delen. Zelfs in een vliegtuig. Toch nog wat opmerkelijke digitale wij-verschijnselen. T EK S T: PH I L I P D R Ö G E I L LU S T R AT I E S: L A T I G R E
MENSEN DIE OP FACEBOOK HUN STEUN UITSPREͳ KEN VOOR EEN GOED DOEL, ZIJN MINDER GENEIGD OM DAAR GELD AAN TE GEVEN
Ongemakken-app Slaptivisme
Nooit ver weg zijn
Eten delen
Om hulp roepen
Buiten spelen
Moderne burgers willen graag meepraten. Over de leefbaarheid van hun buurt en de manier waarop de gemeente is ingericht. Technologiebedrijf Intel en de Ierse hoofdstad Dublin doen een proef waarin burgers via hun mobiele telefoon met ingebouwde gps input kunnen leveren over troep op straat, overgelopen riolen en andere ongemakken. Die berichten worden gecombineerd met gegevens van sensoren die overal in de stad zijn opgesteld. Daarmee zijn verstopte putten, beijzelde straten en milieuverontreiniging te zien. Het resultaat is een dashboard voor de stads-
Een van de geneugten van vliegen is de relatieve rust. Niemand kan je op 10 kilometer hoogte bellen en e-mail bereikt je niet, peper-
In de moderne samenleving koken en eten mensen vaak alleen. Kunnen we daar niet iets mee doen? Dat is de centrale vraag achter de gemeenschap rond thuisafgehaald.nl. Het is een soort marktplein waar kokers en eters samen komen om eetlust en kookkunsten naadloos op elkaar af te stemmen. Het werkt uitstekend, mits je in een stedelijk gebied woont. Alleen daar is genoeg aanbod van kokers en eters om de kritische massa te genereren die dergelijke systemen nodig hebben. De pannenkoeken, pasta’s en gehaktballen vliegen je op de site om de oren.
Internet biedt ook particulieren een krachtig medium. Om hulp te vragen, bijvoorbeeld. Voor anderen of voor zichzelf. Dan blijkt weer eens het succes van de
Voor wie het spel Ingress begint te spelen, gaat letterlijk een nieuwe wereld open. Een ingewikkelde wereld, dat wel. Met verzetshelden en mensen die de verlichting omarmen. Energiebronnen die je kunnen helpen of juist niet. Verwarrend? Dat is ook juist de bedoeling, want Ingress moet vooral mysterieus zijn. Waar het om draait is om de echte wereld te gaan
bestuurders, waarmee ze kunnen zien welk deel van de stad het goed doet en waar meer interventie mag plaatsvinden. citywatch.ie
Meer weten over deze digitale wij-verschijnselen?
8
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
Iedereen die op Facebook zit, kent ze. Posts voor goede doelen, voor paarden die naar de slager dreigen te worden gestuurd, voor meisjes uit Pakistan die niet leren lezen. Oproepen om in actie te komen die eindeloos worden gedeeld. Canadees onderzoek toont aan dat mensen hun steun uitspreken voor een goed doel op Facebook, minder geneigd zijn om daar geld aan te geven. Zodra mensen een
bericht delen, denken ze dat ze genoeg hebben gedaan. Geld geven is dan niet meer nodig. Volgens het onderzoek, gepubliceerd in het Journal of Consumer Research, geven mensen wél geld als ze worden opgeroepen een papieren petitie te ondertekenen. De onderzoekers bedachten een nieuwe term voor het delen op Facebook: slacktivism, van ‘slack’ (slap) en activism.
dure verbindingen via de airphone daargelaten. Dus daalt de heerlijke digitale rust neer over stoel 35B. Eindelijk tijd voor een heel seizoen The Big Bang Theory achter elkaar op het kleine scherm. Wel kun je online je reis aardig voorbereiden, bijvoorbeeld door je te laten voorlichten over de kwaliteit van je zitplaats via seatguru.com. Wil je graag naast iemand zitten die tuiniert of vol tatoeages zit? KLM biedt de mogelijkheid om daarop te selecteren via de sociale media: meet and seat. Ben je eenmaal in de lucht, dan kunnen achterblijvers je reis makkelijker dan ooit over de hele aardbol volgen met zogenoemde trackers, online kaarten waarop vliegbewegingen in real time worden weergegeven. Zo is een wereldreiziger nooit ver weg. Seatguru.com Flightradar24.com
Betaling is op basis van de ingrediënten plus een kleine opslag voor de moeite (en het verstookte gas). Zo brengt de virtuele wereld mensen in de echte wereld samen. thuisafgehaald.nl
combinatie ‘persoonlijk’ en ‘massa’. Er zijn inmiddels al vele kreten om hulp gehonoreerd. Zoals die van Lotte. Zij is sinds een ernstig autoongeluk zwaar gehandicapt. Ze kan alleen nog communiceren via speciale computers. Haar ouders hebben een stichting opgericht om 150.000 euro in te zamelen voor een stamcel- en zuurstoftherapie in de Verenigde Staten. Dat inzamelen ging via een website waarop mensen initiatieven konden aanmelden waarmee ze geld wilden ophalen. Het startbedrag is inmiddels binnen, maar giften die nu nog binnenkomen, worden gebruikt voor vervolgbehandelingen. lottes-leven.nl
zien als het slagveld waarop een epische strijd wordt gevoerd. Die strijd draait om een geheimzinnige energie die overal in het landschap aanwezig kan zijn. Je speelt en communiceert met andere spelers via een app voor de Androidsmartphones. Medestanders treffen elkaar online, maar vaak ook in de echte wereld. De wereld van Ingress ligt namelijk over die echte wereld heen. Spelers moeten dan ook letterlijk naar buiten, naar openbare plekken, zoals monumenten, een markant gebouw of een caféterras, om daar samen verder te spelen. Want ook in de wereld van Ingress sta je samen sterker. ingress.com
Social peeing
Een app voor de moderne pappa en mamma. Luierfabrikant Huggies heeft een hebbedingetje bedacht dat mededeelt dat je baby in zijn luier heeft geplast. Het systeem bestaat uit een vochtsensor die de ouders op de luier moeten bevestigen. Plast hun baby, dan meet de sensor een verhoogd vochtgehalte en stuurt een signaal naar de ouderlijke smartphone. Die dat dan natuurlijk meteen delen op de sociale media. Het systeem heet TweetPee en is bedoeld voor drukbezette ouders. Die zo, al Facebookend, niet kunnen vergeten dat ze een kind op de wereld hebben gezet. De app waarschuwt niet alleen dat je de luier moet verwisselen, hij houdt ook bij hoeveel je kind plast (statistieken!) en of je nieuwe Huggies moet kopen. huggiestweetpee.com
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
9
INTERVIEW
‘David en Goliath hebben elkaar nodig’ T EK S T: M I R J A M VA N I M M ER Z EEL
NIEK HOEK 57 Trad na zijn studie bedrijfseconomie in dienst van Shell, onder meer in Uruguay en als directeur beleggingen bij het Shell Pensioenfonds. In 1997 stapte hij over naar Delta Lloyd Groep. Daar was hij eerst CFO en sinds 2001 CEO.
10
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
F O T O G R A F I E: D U C O D E V R I E S WOUTER SCHEEPENS 49 Wouter Scheepens is oprichter en partner van internationaal adviesbureau Steward Redqueen. Na zijn studie rechten werkte hij bijna twaalf jaar voor ABN AMRO Bank in commerciële en staffuncties. Als partner van Steward Redqueen adviseert hij grote bedrijven en overheden in binnen- en buitenland over duurzaamheid, verantwoord ondernemen, impact en toezicht.
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
11
niek hoek
Als mensen onderling oplossingen zoeken, waar blijven de grote instituties dan? En als ‘ons soort mensen’ voor elkaar zorgt, wie zorgt er dan voor de anderen? Niek Hoek, bestuursvoorzitter van Delta Lloyd Groep, en duurzaamheidsadviseur Wouter Scheepens over de dilemma’s van de wij-maatschappij.
Hebben grote bedrijven nog wel een rol te spelen? Links en rechts ontstaan kleinschalige initiatieven en innovatieve bedrijfjes. Met dank aan de voortschrijdende technologie kan David opstaan tegen Goliath. ws ‘Die ontwikkeling is al jaren aan de gang. Wachten op de overheid of op grote partijen om in actie te komen, past niet meer. Toch is het niet een kwestie van het een of het ander. Je hebt iedereen nodig. In kleine bedrijven worden nieuwe dingen verzonnen. Grote bedrijven kunnen dingen opschalen. Als Delta Lloyd bijvoorbeeld ergens zijn gewicht achter zet, dan neemt het een vlucht. Die Davids, de kleine luiden met hun innovatieve bedrijfjes en kleinschalige initiatieven, kunnen grote partijen scherp houden, alleen al door hun bestaan en energie. Als groot bedrijf moet je dat vooral laten gebeuren en erop aansluiten. Misschien wel letterlijk ruimte bieden. Als je ergens een kantoor leeg hebt staan, geef dat soort mensen daar dan een plek om zich te ontwikkelen en houd contact. Misschien ben je ook wel de eerste klant.’ nh, instemmend: ‘Voor fi nanciële producten geldt bijvoorbeeld dat je schaalgrootte nodig hebt. Veel kleine initiatieven lopen vast op het feit dat ze klein zijn en hun kosten hoog. Ze maken niet zelfstandig de stap naar een grotere schaal.’ ws ‘En andersom: zonder activisten gaan grote bedrijven niet veranderen. Wel zitten raden van bestuur tegenwoordig veel dichter op de markt en de mensen dan twintig jaar
12
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
‘We moeten ombuigen naar een structureel kleinere overheid en meer ruimte voor grote en kleine bedrijven’
geleden. Toen zat je vanuit een grote toren de wereld te besturen. Maar de wereld van nu is niet meer bestuurbaar op die manier. Jongeren vinden hiërarchie sowieso minder interessant. Die hoeven vaak ook niet groot te groeien.’ nh ‘Traditioneel hiërarchische bedrijven of instituten als overheden hebben in mijn ogen ook geen toekomst meer. Top-down aansturen is niet houdbaar. Dat is volgens mij geen bewuste keuze van jongeren, het is de nieuwe technologie die het mogelijk maakt. Informatie reist veel sneller. Door aanpassingen in de software bij een leverancier waren betalingen door OHRA vertraagd. Meteen verschenen er twitterberichten dat OHRA in de problemen zou zijn. Het internetteam van OHRA kwam meteen in actie en kon de berichten ontzenuwen. Ze hadden al gereageerd voordat de leiding van het probleem afwist. Dat is het mooie van technologie. Het is nu veel makkelijker om mensen eigen verantwoordelijkheid te geven.’
ws ‘Wat we vaak liever vergeten, is dat ook positieve transities pijn doen. Neem duurzaamheid. Niemand is daartegen. Iedereen wordt blij van duurzaamheid. Maar als ik bestuurders vraag wat ze echt anders gaan doen in plaats van alleen de ‘voordeur groen verven’, is de reactie vaak: dat zien we later wel. We gaan eerst het laaghangende fruit plukken. Maar verandering naar een duurzame economie is nooit vrijblijvend.’ nh ‘Wij veranderen van een heel traditionele administratieve fabriek in een online bedrijf. Dit interview gebeurt nu nog bij mij op kantoor. Het is niet zeker dat dit kantoor over tien jaar nog bestaat. Er is eigenlijk geen reden meer, behalve de goede gewoonte en de huidige behoefte om persoonlijk contact te houden met collega’s, dat ik elke dag hiernaartoe ga. Ik zit al zolang in dit ritme dat ik het waarschijnlijk niet meer afleer. Maar we zullen veel meer in een virtuele wereld gaan werken.’
Wat betekent dat voor de toekomst van leiderschap? nh ‘Een leider is straks iemand die faciliteert, die randvoorwaarden schept en richtlijnen aangeeft voor ethisch gedrag en het goede voorbeeld geeft. En minder iemand die anderen vertelt wat ze moeten doen. Mensen denken nog altijd dat je als baas van een groot bedrijf alles weet. Daar is geen sprake van. Al blijf je natuurlijk eindverantwoordelijk als leider.’
Hoe zien jullie de rol van de overheid in de toekomst? Op papier is die natuurlijk van ons allemaal. Het summum van ‘wij’. Wordt die ook platter? nh ‘De virtuele wereld maakt het voor overheden, belastingdiensten en toezichthouders heel moeilijk om grip op te houden op zaken die ze liever niet loslaten. Neem bitcoins. Hoe ga je daar als overheid mee om? De centrale bank mag munten maken en in omloop brengen als betaalmiddel. In de virtuele wereld is het niet zeker of zij dat monopolie behouden.’
De zegeningen van zelfsturende teams? nh ‘Ik geloof daar echt in. Al is er ook een keerzijde aan de brede ontwikkeling naar zelfredzaamheid. Die is vooral heel gunstig voor hoogopgeleide mensen die het aankunnen. Het is heel ongunstig voor mensen die dat niet kunnen. Daar moeten we als bedrijf en als samenleving wat mee. Wij helpen medewerkers hun kennis en vaardigheden te verbeteren zodat ze inzetbaar blijven, bij Delta Lloyd of elders.’
Staat de overheid de wij-samenleving in de weg? nh ‘In zekere zin wel. Vijftig procent van het bnp gaat naar de overheid. We hebben weleens projecten met ministeries gedaan. Dan kwamen wij met zijn tweeën en zat er een batterij ambtenaren tegenover ons die slechts beperkt een bijdrage leverde. Daar ben ik best van ge-
schrokken. Zo’n overheid werkt remmend op onze samenleving. Ik zeg niet dat we meteen een derde van de ambtenaren moeten ontslaan. Maar wel dat we dit moeten ombuigen naar een structureel kleinere overheid en meer ruimte voor grote en kleine bedrijven.’ ws ‘Begin nou eens met ruimte bieden. Zorg als overheid dat je de aspiraties van burgers de kans geeft. Maak ze niet kapot. Ik ben ook voor mezelf begonnen en daar hoef ik echt geen bosje bloemen voor. Maar de eerste communicatie van de overheid gaat via blauwe enveloppen. Die vlogen mij om de oren in het begin. Ondernemers bieden een bredere maatschappelijke impact dan via belasting. Men is zo bang dat als burgers iets zelf gaan doen, het allemaal misgaat.’ nh ‘Als politicus moet je die regelreflex bedwingen. Als je de bomen te dicht op elkaar zet, dan groeien ze niet meer. Je moet financiële instellingen weer de ruimte geven om te doen wat ze moeten doen. Hoe slecht het ook is gegaan, geef ze weer vertrouwen.’ Bedreigt eigen verantwoordelijkheid de samenhang van de samenleving? Als we vooral de warmte van ‘ons soort mensen’ opzoeken, wat doet dat met de solidariteit? nh ‘Dat is een dilemma waarop ik het antwoord ook niet weet. Ik weet wel dat Delta Lloyd graag een rol wil spelen in een zogenaamde inclusieve economie; een economie waarin het talent van een ieder zoveel mogelijk wordt benut. Daarbij gaat het niet alleen om fatsoenlijk zaken doen, maar ook over de continuïteit van de business. Wij geloven dat dat de enige manier is om als bedrijf te blijven bestaan. Delta Lloyd Foundation is een voorbeeld van hoe wij onze rol kunnen pakken: we lenen onze talenten en vaardigheiden uit aan kwetsbare groepen.’ ws ‘Ongelijkheid van kennis en kansen is het probleem van nu. Grote ongelijkheid is slecht voor iedereen, ook voor de kansrijken. Onder het mom van eigen verantwoordelijk-
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
13
wouter scheepens
‘Grote bedrijven zijn een opleidingsinstituut voor samenlevingen’
Delta Lloyd roept op tot verantwoord ondernemen. Wat betekent dat voor jullie concreet? nh ‘Het begint ermee dat we bedenken wat in het belang van onze klant is. Daarin hebben we een enorme slag gemaakt. We hebben beter over onze producten nagedacht. Ons vak is ook dat mensen ons geld geven dat wij duurzaam en verantwoord moeten beleggen. Als je beide goed doet en daarover goed communiceert, krijg je klanten die bij je willen blijven. Daarbij voelt het goed omdat je doet wat je zou moeten doen.’
14
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
lekker ding
Dan kun je ook zeggen: we zijn verantwoord en duurzaam voor jullie bezig door hoe dan ook het hoogste rendement te behalen... nh ‘Ik vind het gevaarlijk om alleen voor rendement te gaan. Zeker als dat betekent dat je alleen nog maar in het buitenland belegt. Wij zijn een Nederlands bedrijf en ik vind dat we ook verantwoordelijkheid moeten nemen voor de Nederlandse samenleving. Als het mkb, waaronder veel klanten van ons, het niet goed doet, dan moet hier (Hoek tikt met zijn vinger op zijn bureau – red.) een belletje gaan rinkelen. Hebben wij dan niet een verantwoordelijkheid om hier iets aan te doen?’ ws ‘Neem zo’n initiatief als Qredits, het beleggingsfonds dat het mkb financiering biedt en waar grote verzekeraars als Delta Lloyd dertig miljoen in hebben gestoken. Met zo’n fonds laat je als financiële sector zien dat je ook dienstbaar bent aan de reële economie. Wat beleggen betreft zijn er een heleboel witte gebieden en zwarte gebieden en een heel groot grijs gebied. Stel gezondheid is een belangrijk thema in je bedrijf en je zorgt dat medewerkers fit blijven. Wat betekent dat voor je investeringen in bedrijven die bijdragen aan obesitas? Je moet daar als bedrijf heel goed over nadenken en vervolgens ook een streep in het zand zetten.’ nh ‘Als we een significante positie in een bedrijf hebben, dan vinden we dat we er ook op kunnen worden aangesproken. Daarbij kunnen we ons kritisch vermogen wat mij betreft nog best wat verder opvoeren. Als hier in huis wordt gezegd: wat jammer dat we niet in dit of dat kunnen investeren, zeg ik: er blijft nog genoeg over.’
JUR JEN ALKEMA
heid kun je je niet alleen bezighouden met je eigen kring. Dan functioneert de samenleving niet meer en moeten we maar in gated communities gaan wonen en dat willen we niet.’ nh ‘We moeten ons verantwoordelijk blijven voelen voor de onderkant van de samenleving. Daarom heeft Delta Lloyd BASTA (Bedrijven Amsterdam “Samen tegen Armoede”) opgezet, waarmee we het Amsterdamse bedrijfsleven stimuleren om armoede in hun directe omgeving aan te pakken. Dat is niet eens altijd een kwestie van geld. Het gaat erom mensen te betrekken, ze de taal te leren spreken, netwerken te helpen creëren. Daarmee kun je als bedrijf in de samenleving het verschil maken. Je moet dat niet allemaal bij de overheid leggen.’ ws ‘Grote bedrijven zijn een opleidingsinstituut voor samenlevingen en dat wordt nog weinig erkend. Als privaat bedrijf heb je een publieke functie. We kunnen de kwaliteit van dit land niet hoog houden zonder grote bedrijven.’ nh ‘Interessant dat je dat zegt. Wij willen marktleider worden, maar niet in de zin van de meeste business en het meeste geld vergaren. We willen het mentale marktleiderschap hebben. Dat wij zo goed zijn dat anderen zeggen: die mensen willen we graag hebben. Veel verzekeringsbedrijven hebben mensen in de top die lang bij Delta Lloyd hebben gewerkt. Een beter compliment kun je niet wensen.’
COLUMN
Delen is het nieuwe hebben. Vroeger had je pijn, nu deel je pijn. Je zegt tegen iemand dat je pijn hebt en dan heb je iets minder pijn omdat je de pijn deelt. Niet dat de ander dan ook echt pijn heeft, hij lijdt een beetje mee. Zoals je ook de zwangerschap kunt delen en kunt meepuffen en -persen tijdens de bevalling. Dat gaat ook zonder weeën, de eerste man die weeën krijgt moet nog geboren worden. Als het kind geboren is, dan heb je het niet. Nee, dat is zoo 20e-eeuws, je deelt het, omdat je er al snel achterkomt dat de vrouw met wie je je leven deelt er iemand bij heeft, met wie ze zo af en toe het bed deelt. Je deelt haar mede dat je weliswaar een modern mens bent, maar dat partnersharing wat jou betreft geen optie is en dat je wilt scheiden van tafel en bed. Je surft naar www.flitsscheiding.nl en in vier muisklikken ben je single. De boedel wordt verdeeld en je neemt je intrek in een driekamerappartement in een seniorenflat die voor een groot deel leegstaat. Vanaf dat moment deel je het kind, dat na een DNAtest voor de helft van jou blijkt te zijn. Dat is geen onverdeeld genoegen, dat kinddelen. Vrijdag haal je het, met de deelauto, bij je ex op, en zondagavond lever je het, als ware het een DHL-pakketje, weer af. De rest van de week breng je in eenzaamheid door. Er is niemand om die eenzaamheid mee te delen. Tot je op een grijze maandagochtend, gezeten in de kantoortuin aan je flexbureau, een artikel leest over thougtsharing. Thoughtsharing is telepathie versie 2.0. Onze hoofden zijn eigenlijk wifimodems. Wifimodems
die allemaal uitzenden op verschillende golflengtes. Wat zou er gebeuren als er een apparaat bestond dat al onze hoofden in een netwerk kon zetten? Zo’n apparaat bestaat, als prototype weliswaar, maar het is er, een collectieve gedachteninterface. Ze zoeken, lees je in het artikel, proefpersonen die hun hoofd willen laten hacken. Een week later zit je met tien proefpersonen in een kamer met een petje met draden op je kop. De hersenprofessor telt af en start je eerste thoughtsharingsessie. Mentos, is het eerste dat in je opkomt. Dacht je dat nou zelf of dacht iemand anders dat? Winterbanden, vogelhuisje ophangen, droger is kapot, promotie morgen, en dan denk je opeens aan jezelf. Wat een lekker ding, denk je. Met hem zou ik wel eens wat willen drinken en dan... De professor beëindigt de sessie. ‘Zo,’ zegt hij, ‘en wat dachten jullie allemaal?’
‘Ze zoeken proefpersonen die hun hoofd willen laten hacken’ Iedereen begint enthousiast door elkaar heen te praten, men is het erover eens, thoughtsharing is geweldig. De professor bukt zich, kijkt onder zijn bureau en zegt: ‘O, sorry, jullie petjes waren helemaal niet aangesloten, stekker zat er niet in.’ Teleurgesteld staan alle proefpersonen op, volgende keer beter. Je doet je jas aan, je ziet als een berg tegen de avond op. Je sloft naar buiten. Opeens staat ze naast je. Ze zat tegenover je, net, in de kamer. Ze schraapt haar keel en vraagt: ‘Zullen we wat gaan drinken?’
VINCENT BIJLO (1965) is cabaretier en schrijver. Meer info op www.vincentbijlo.com (met een versie voor blinden, zienden en lichtontberenden).
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
15
5
FILOSOFIE
geboden van het nieuwe wij T E K S T: R É M I VA N D E R E L Z E N
Met het ik-tijdperk verdween het oude wij. Het wij van kerken, omroeporganisaties, vakbonden, politieke partijen, vaste dienstverbanden, in beton gegoten hypotheken, levenslange huwelijken en andere bastions. Te duur, te traag, te stroperig, te lang, te saai of te moeilijk vol te houden. Maar nu is ook ik voorbij en zoeken we naar het nieuwe wij, een wij zonder het oude collectivisme, maar wel een wij dat ruimer is dan ‘ik en een paar gelijkgestemden’. Filosofe Rémi van der Elzen verkende de wetten in de wereld van het nieuwe wij.
16
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
Benadruk de overeenkomsten Deel emotie Heeft Nederland succes op een EK voetbal? We kleuren collectief oranje en juichen onze jongens toe, dansend op zinkende woonboten in de grachten van Amsterdam. Een extreem strenge winter? Nederland neemt massaal vrij en vindt elkaar op het ijs met koek en zopie. We worden boos als iemand ‘ons’ ontkent, zoals Máxima ervoer toen ze zei: dat dé Nederlander niet bestaat. En ook woedend op die VNmevrouw die riep dat ‘onze’ Zwarte Piet mogelijk racistisch was. Ook angst en verdriet verbinden. Een prins die in coma uit de sneeuw wordt gered en alsnog overlijdt: we verdrieten en rouwen met elkaar. Maar dit wij-gevoel dat van buitenaf komt, is als een tijdelijke ruime jas waar iedereen in past tot we weer overgaan tot de orde van de dag.
Erken de verschillen
Zoek echte verbondenheid Terwijl de wereld om ons heen razendsnel verandert, blijven wij mensen die vooral gelukkig worden door en in contact met anderen en met een onuitwisbare behoefte om ergens bij te horen en ons voor iets of elkaar in te zetten. Misschien zit u wel samen met anderen in een netwerk, een broodfonds bijvoorbeeld, of huurt u elke dag ergens een andere ‘workspace’. Misschien bouwt u samen aan een duurzaam eigen houtskeletbouwhuis met zonnepanelen. Of leeft u met anderen in een uitruil van diensten - ‘jij mijn oplaadbare Segway, ik een week producten uit jouw biologische dakterrastuin’. Zoiets. De economische recessie bracht naast malheur ook iets dat heel erg waardevol is. Een andere focus op wij. In een economie waarin de behoefte aan verbinding en contact ook echt gestalte krijgt. So far so good.
Maar kan iedereen wel mee in deze zich razendsnel ontvouwende wereld van netwerken en dwarsverbindingen? In een wereld waarin je als individu bijvoorbeeld moet snappen dat ‘delen het nieuwe hebben’ is, iets wat je meestal pas kunt begrijpen als iets van dat hebben al ooit ruimhartig vervuld is? Is zo’n wereld niet te veel berekend op het vrijwillig samenwerken van gelijkgestemden? Een economie van dat wij zou per definitie kansloos zijn, want te beperkt. Het nieuwe wij is een wij dat ruimer is dan het ik plus een paar gelijkgestemden. Dat gaat ook over solidariteit. Over het erkennen dat niet iedereen gelijk is.
En ja, dat betekent dus ook dat u en ik uit de comfortzone moeten. Het nieuwe wij strekt zich uit tot de erkenning van een verwantschap met ook, en zelfs, diegenen bij wie we liever niet op de koffie gaan. Op mijn betere momenten begrijp ik dat best, en u ook. Dan begrijpen we dat het benadrukken van verschillen tot afscheiding leidt en het benadrukken van overeenkomsten ons verbindt. Als cohesie het doel is, dan is compassie het middel en daar is niks softs aan.
Betrek en daag uit Die nieuwe compassie is iets anders dan pamperen, het is aanspreken. Uitdagen en erbij betrekken. Dat vraagt inspanning van onze kant. En de erkenning dat er ook bij ons misschien wel altijd een voorhoede is, die in contact wil zijn met een achterhoede die wat trager is, minder weet, minder kan. En dat als we dat beseffen, wij daarvan groter groeien. En dan wordt delen pas écht het nieuwe hebben. Want hoe minder ik, hoe meer wij.
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
17
DE VERBEELDING
MENSEN WERK B E E L D : D AV I D O L I E T E
T E K S T: S I M O N E KO U D I J S
Al meer dan 200 jaar is het een traditie in Catalonië. Mannen en vrouwen die zich opstapelen, met de zwaarsten aan de basis en jonge lichtgewichten aan de top. Fotograaf David Oliete volgt ze al tien jaar. In zijn geboorteplaats Tarragona vindt om de twee jaar de belangrijkste ‘human tower competition’ plaats. 32 teams, bestaande uit honderden mensen, ademloos gadegeslagen door 20.000 toeschouwers, stapelen zich zes tot tien lagen op. ‘Kracht, evenwicht, moed en gezond verstand’ is daarbij het motto. In 2010 zijn de ‘towers’ door UNESCO uitgeroepen tot een van de meesterwerken in de ‘Oral and Intangible Heritage of Humanity’. www.davidoliete.com
18
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
19
22
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
23
Samen een zwembad runnen COLLECTIEF
de nieuwe rijken T E K S T: M A R I E K E E N T E R
B E E L D : L A R S VA N D E N B R I N K
Als delen het nieuwe hebben is, wie zijn dan de nieuwe rijken? Drie uiteenlopende mensen voor wie de wij-maatschappij allang realiteit is. Annemiek de Groot over De Ommezwaoi, André Jonkers over het Broodfonds en Irene Rompa over de Buy Nothing New-Maand.
26
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
Annemiek de Groot (42) Voorzitter dorpsbedrijf De Ommezwaoi ‘De gemeente Borger-Odoorn moest bezuinigen; sluiting van het zwembad leverde 250.000 euro op. Dan kun je protesteren en vechten. Maar je kunt ook in gesprek. Dus vormden we een actiecomité en schreven een businessplan. Onze gemeente wil bewoners stimuleren meer te bewegen. Al die losse initiatieven kunnen ook in het water worden georganiseerd. Ook is het zwembad een mooie plek om een werkbedrijf te starten voor mensen in de bijstand of met een beperking. Daarnaast zagen we kansen om het zwembad te verduurzamen. De gemeente zag ons initiatief wel zitten. We zijn het eerste zwembad in Nederland dat geen gemeentesubsidie krijgt. We ontvangen giften van bewoners en lokale ondernemers en instellingen, zoals de woningbouwvereniging. De lokale Rabobank schonk vijfduizend euro, waar-
mee we warmtepijpen hebben aangeschaft voor op het dak van de kleedkamers. De zon verwarmt de pijpen en dat scheelt behoorlijk op de energienota. Voor zwemlessen hebben we gediplomeerd personeel, maar de groenvoorziening, de techniek, de kiosk en het bestuur: allemaal vrijwilligers. Afgelopen zomer telden we 25.000 bezoekers! Vooral de oudere dorpsbewoners dragen ons een warm hart toe, want in de jaren zeventig is het bad ook door bewoners opgericht. Toen al wilde de gemeente het niet financieren. Elke bewoner betaalde een gulden en boeren hebben het buitenbad samen uitgegraven. Weinig geld daagt uit om op een andere manier te denken.’
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
27
Samen een nieuwe economie starten
Samen verzekerd tegen ziekte
Irene Rompa (29) Organisator van de Buy Nothing New-Maand
André Jonkers (52) Oprichter van het eerste Broodfonds
‘Elke dag verbaas ik me over de hoeveelheid spullen die we bezitten. Uiteindelijk komt alles uit de aarde en die is eindig. Mensen denken vaak: hoe meer spullen ik vergaar, hoe gelukkiger ik word. Ik ervaar juist meer rust en geluk sinds ik het met minder doe. Vrijwel nooit koop ik iets wat nieuw is. Kleding leen ik van of ruil ik met vriendinnen, meubels koop ik tweedehands en elektronica koop ik “refurbished” – ooit stuk maar weer gerepareerd en zo goed als nieuw. Een tijdje geleden hoorde ik een TEDx-speech van voormalig Greenpeace-directeur Paul Gilding. Hij is oprichter van de ‘Buy Nothing New-Maand’ die elk jaar in oktober wordt georganiseerd. Na het event heb ik hem opgezocht en zo ben ik de oprichter van de Nederlandse beweging geworden. Elk jaar in oktober daag ik Nederlanders uit om een
28
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
maand niets wat nieuw is te kopen en te ontdekken wat je al hebt. Ruilen, delen, huren, lenen, repareren, zelf maken en tweedehands kopen mag wel. De Nederlandse beweging heeft op Facebook al ruim 3500 volgers. En ik heb alweer een nieuw project. Op een A-locatie in Amsterdam wil ik mensen samenbrengen in een werkplaats annex winkel waar zij hun spullen kunnen (ver)maken en verkopen. Het project heet The Foundary. De slogan: You can buy nothing new here. Voor de openingsborrel moet iedereen zijn eigen glas, bordje en bestek meenemen. Dat ga ik natuurlijk niet allemaal kopen.’ Meer weten over Irene en haar initiatieven: volg haar blog op Facebook.
‘Als zelfstandig organisatieadviseur zat ik in een ondernemersnetwerk. Veel ondernemers bleken niet verzekerd tegen arbeidsongeschiktheid: te duur, te ingewikkeld. Dus zochten we uit of het anders kon. Zo richtten we het eerste Broodfonds op: Solidair. Het werkt als een “schenkkring”: een groep zzp’ers stort elke maand een afgesproken bedrag op een rekening die de groep beheert. Bij ziekte van een lid keert de pot een bepaald bedrag uit. Nu ondersteunen we andere groepen die een Broodfonds willen vormen. Twintig man heb je nodig om genoeg in de pot te hebben en meer dan veertig wordt te veel. Want een Broodfonds draait om vertrouwen. Mensen geven aan dat ze een Broodfonds sociaal vinden; je zit in hetzelfde schuitje en weet hoe vervelend
het is als je tijdelijk niet kunt werken. En: in een Broodfonds is iedereen gelijk. Iemand met diabetes betaalt niet meer. Het kan gebeuren dat er meer mensen tegelijk ziek worden en er geen volledige schenking gedaan kan worden. Dan krijgen de zieken naar rato een bedrag per maand. Het is dan ook geen verzekering, maar een voorziening die in geval van ziekte maximaal twee jaar een schenking doet. Broodfondsen maken verzekeraars niet overbodig. Een arbeidsongeschiktheidsverzekering met een eigen risico van twee jaar raden wij aan als aanvulling. Ons idee is niet nieuw: in de negentiende eeuw zijn veel verzekeraars zo ontstaan.’
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
29
‘Misschien horen ze ons wel, maar vinden ze Gordon of Paul de Leeuw gewoon niet interessant’
WETENSCHAP
wij zijn niet alleen T E K S T: P H I L I P D R Ö G E
B E E L D : K L AU S P I C H L E R
De naam Mazlan Othman zal de meeste aardbewoners weinig zeggen. En dat is opmerkelijk, want deze dame is in potentie een van de belangrijkste mensen op onze planeet. Van het niveau Barack Obama, Vladimir Poetin en Ban Ki-moon. Othman is namelijk door de Verenigde Naties benoemd als hoofd van de afdeling Buitenaardse Zaken. Als morgen voor het VN-hoofdkwartier in New York een vliegende schotel landt, dan zal het waarschijnlijk deze dappere Maleisische astrofysica zijn die erheen wandelt om handen (tentakels? gelatine? hersengolven?) te schudden met de bemanning en ze hartelijk welkom te heten op onze blauwe knikker. Othman ontkent dat ze specifiek voor dat doel is aangesteld. Ze houdt zich ook bezig met ruimteafval, landingsrechten op de maan en botsende satellieten. Toch is zij volgens ruimtedeskundigen de aangewezen persoon om namens de aarde op te treden als het ooit tot een buitenaards contact komt. Het grappige is: Othman heeft zelf in interviews aangegeven dat ze heilig gelooft in die mogelijkheid. Ze is niet de enige. Veel mensen die de ruimte bestuderen, geloven tegenwoordig dat het niet lang meer zal duren voor we een ontmoeting hebben met wezens van buiten deze planeet. Overal Goudhaartje
Steeds meer wetenschappers weten het zeker: buitenaardse wezens bestaan. De vraag is alleen nog: hoe komen we met ze in contact?
Dat was niet altijd zo. Tot een paar jaar geleden dachten ruimtekundigen in meerderheid dat de aarde een soort briljant toeval was. Een planeet met exact genoeg zoet water en de juiste atmosfeer; niet te dicht bij en niet te ver van een ster die zorgt voor warmte. Met precies de goede chemische elementen om leven mogelijk te maken, zoals kooldioxide en ozon. De kans dat er een tweede planeet is waar alles zo pico bello is geregeld, werd zeer klein geacht. Maar toen begon de Kepler-missie. Dit in 2009 gelanceerde ruimteobservatorium is ontworpen om planeten te zoeken waarop min of meer dezelfde omstandigheden heersen als op aarde. Verwacht werd dat het zoeken naar deze speld in een hooiberg lang zou duren. Misschien dat we na jaren een of twee planeten zouden ontdekken. Dat liep echter anders. Eind 2013 zijn er al 2740 aardeachtige planeten gevonden en er komen bijna wekelijks nieuwe bij. Lang niet op al deze planeten zal leven zijn ontstaan, maar ze bewegen zich in ieder geval in een baan om een ster die de Goldilocks zone (‘Goudhaartjeszone’) wordt genoemd. Daarin zijn de temperaturen warm genoeg om leven mogelijk te maken, maar weer niet zo heet dat het meteen verbrandt. Onaardige wezens Kepler onderzoekt maar een heel klein stukje ruimte. NASA extrapoleerde de cijfers van dit observatorium naar
het hele universum en kwam tot een opzienbarende conclusie: 1,2 procent van alle planeten in de Melkweg zou leven kunnen bevatten. Dat komt neer op meer dan 1 miljard planeten. Als maar op een honderdste van één procent van die planeten echt leven is ontstaan, dan hebben we het al over 100.000 planeten. Onderzoek dat vijf Kepler-planeten analyseerde op het voorkomen van water, leverde nog iets opmerkelijks op: op al die vijf planeten is water. Geen wonder dat steeds meer wetenschappers van naam en faam zeggen dat het niet lang meer kan duren voor we contact hebben. De beroemde natuurkundige Jocelyn Bell Burnell (Oxford) zegt dat het nog deze eeuw zover is. Haar nog beroemdere collega Stephen Hawking is ook overtuigd dat er aliens bestaan. Maar volgens hem kunnen we ze beter mijden, omdat we niet zeker weten of ze wel aardig tegen ons zullen zijn. Geen gehoor Er zijn echter ook tegengeluiden. Astrofysicus Howard Smith kwam na veel rekenen tot de conclusie dat buitenaards leven juist helemaal niet waarschijnlijk is. Zijn scepsis wordt onder andere ingegeven door de oorverdovende stilte in het universum. Als er intelligent buitenaards leven is, waarom hebben we er dan nog geen contact mee? Al decennia speurt de organisatie SETI met grote radiotelescopen het firmament af op zoek naar radiosignalen van andere beschavingen. Intelligente wezens zullen zonder twijfel vroeger of later radiogolven gaan gebruiken voor telecommunicatie, net als wij hebben gedaan. Toch is een dergelijke golf nog nooit opgevangen. Nieuwe ontdekking? Andere wetenschappers brengen daartegen in dat buitenaardse wezens misschien helemaal geen radiogolven nodig hebben. Het kan ook zijn dat ze een heel andere technologie hebben ontwikkeld en zich vertwijfeld afvragen waarom zij niets horen. Of ze horen ons, maar vinden het aanbod dat tot ze komt (Gordon, Paul de Leeuw) niet zo bijster interessant. Dus ze geven geen antwoord. Het nieuwste idee is daarom om niet langer alleen naar radiogolven te speuren, maar vooral naar licht. Kunstlicht zit in een ander deel van het spectrum dan sterrenlicht. Door in de ruimte naar licht met die specifieke eigenschappen te zoeken, kun je vreemde beschavingen ontdekken. Al op de eerste dag dat dit lichtzoeksysteem online ging, begon de computer van de onderzoekers te piepen: er was iets ontdekt. Helaas bleek dat de reflectie van aards licht te zijn op de maan. We hadden onszelf ontdekt. We zoeken dus driftig verder.
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
31
ONDERZOEK
Demotie? We zijn nu wel gewend aan het idee dat we langer moeten doorwerken. Maar een stapje terug doen zodat we het ook langer volhouden? Dan komt de embarrassment-factor om de hoek kijken.
Het
D
ONDER ZOEK SU I T KOMST 1:
Delta Lloyd liet in ‘Hoe gaat Nederland met pensioen?’ onderzoek doen naar de verwachtingen van werknemers ten aanzien van langer doorwerken. JOOP SCHIPPERS, hoogleraar arbeidseconomie in Utrecht, reageert op enkele onderzoeksuitkomsten.
woord T E K S T: W I L M A VA N H O E F L A K E N
Werknemers denken dat ze tot hun 65e kunnen werken, maar vrezen dat ze pas op hun 67e met pensioen mogen.
Joop Schippers: ‘Dat er een verband is tussen de leeftijd waarop je kunt stoppen en de leeftijd waarvan je denkt: zo lang kan ik het volhouden, is niet zo vreemd. Als je een wandeling van 22 kilometer maakt, zeg je na 16 kilometer niet dat je moe bent. Maar bij 19 kilometer kun je lekker gaan klagen, want dan is het einde in zicht. Het is een herkenbaar mechanisme. Toen we allemaal nog stopten met 62, dachten we waarschijnlijk dat we het tot ons 59e wel zouden redden.’
Bent u klaar voor demotie? ONDER ZOEK SU I T KOMST 2:
huh?!
laat maar zitten
kom maar door
make my day
Bijna iedereen is het erover eens dat het belangrijk is om je voor te bereiden op langer doorwerken. Maar de meeste werknemers doen dat niet. Schippers: ‘Je ziet vaak dat mensen zich steeds
sla dit verhaal over
32
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
lees verder
pak een goed boek
verder specialiseren in iets waar ze goed in zijn. Piet is handig met de machine uit 1963. Dus komt iedereen met klusjes voor die machine bij Piet. Daardoor heeft hij geen tijd om te leren werken met nieuwe machines. Ervaringsconcentratie noemen we dat. Op een dag gaat de machine onherstelbaar kapot. Piet zit met zijn
handen in het steeds dunner wordende haar. Hij moet zich in ijltempo omscholen. Iemand had bijtijds moeten zeggen: ga één dag in de week met andere machines werken. Het komt te vaak voor dat mensen maar één trucje kunnen. Voordat dit een probleem is, moeten leidinggevenden in functioneringsgesprekken vragen: waar zie jij jezelf over tien jaar?’
‛Te veel mensen hebben maar één kunstje geleerd’
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
33
‘Kees mocht tot kerst zijn auto naast de deur parkeren, maar in januari moet hij in de regen de parkeerplaats over’ ONDER ZOEK SU I T KOMST 3:
Werknemers die zich wel voorbereiden doen dat door fit te blijven en hun kennis te verbreden. Schippers: ‘Gezondheid en een goede opleiding zijn de twee belangrijkste condities om het langer vol te houden. Kort geleden was het normaal om vóór je 60e te stoppen en nu ligt de gemiddelde pensioenleeftijd al op 63,9 jaar. Nederlanders hebben zich razendsnel aangepast aan de noodzaak om langer door te werken. Daarin zijn we uniek in Europa. Wij waren het land waar men al op relatief jonge leeftijd stopte. Dat kwam door arrangementen als de VUT. We creëerden een tegennatuurlijke situatie: fit zijn en niet werken. Maar nu zijn we een van de Europese landen waar het langst wordt doorgewerkt. Dat kan, want we zijn een van de gezondste en hoogst opgeleide volken van Europa.’
ONDER ZOEK SU I T KOMST 4:
Genoegen nemen met minder (demotie, een lager salaris, omscholing) is voor de meesten geen optie. Schippers: ‘Wat is een lager salaris? Mensen willen niet hetzelfde werk doen voor minder geld, maar misschien willen ze wel een dag minder werken. Wat je accepteert, hangt ook af van je vaste lasten. Veel ouderen van nu hebben nog studerende kinderen. Ook de sociale zekerheid kan een rol spelen. Als je minder verdient en je wordt werkloos of arbeidsongeschikt, wordt je uitkering nóg lager. Voor die situaties zou een werkgever een overgangsregeling kunnen maken. Als je net een lager loon hebt en je wordt werkloos, is de klap extra groot. Maar als je dat lagere loon al vijf jaar hebt, ben je erop ingesteld. Dan is de inkomensachteruitgang bij werkloosheid minder drastisch. Wat ook kan meespelen bij demotie, is statusverlies. Dat ligt vaak gevoelig.’
ONDER ZOEK SU I T KOMST 5:
Driekwart van de werknemers vindt het belangrijk dat werkgevers zich voorbereiden op langer doorwerken. Schippers: ‘Werkgevers kunnen het werk gemakkelijker maken door gedoe weg te nemen, de dingen die mensen als belastend ervaren. Misschien niet voor iedereen permanent, maar afwisselend voor sommigen een tijdje wel en voor anderen een tijdje niet. Of ervoor zorgen dat iemand die het vermoeiend vindt om dagelijks in de spits te reizen op andere tijden kan werken of meer thuis werkt. Dat zijn zaken die het werken makkelijker maken. Dat geldt in principe ook voor demotie – iemand krijgt dan een minder belastend takenpakket. Maar daarover aarzelen werkgevers. Zij voelen zich moreel verplicht tegenover de ouderen die al jaren in dienst
34
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
zijn. Ze willen geen privileges afnemen. Er zit ook een ‘embarrassment-factor’ bij. Kees mocht tot kerst zijn auto in de parkeervakken naast de deur parkeren en lunchen in de kamer met de andere hoofden, maar in januari moet hij met zijn broodtrommeltje door de regen over de parkeerplaats lopen. Dat wil zijn werkgever hem niet aandoen. Voor collega’s is het ook ongemakkelijk. De chef die medewerker wordt en moet toezien hoe zijn opvolger alles afbreekt wat hij had opgebouwd. Je kunt dit soort situaties vaak niet omzeilen, dus dan maar geen demotie.’
zij weten meer
DE WERKGEVER ERNST RUNGE IS DIRECTEUR VAN ADVIESBUREAU MENEA
‘Tot vijf jaar geleden was levensfasebewust personeelsbeleid een hot topic. De idee was: er is vergrijzing, dus je moet mensen aan je binden en langer aan het werk houden. Toen kwam de crisis. Sindsdien benaderen werkgevers ons voor begeleiding van werknemers die ontslagen worden. Wij verzorgen het ene outplacementtraject na het andere. In zo’n traject vragen werknemers zich af wat ze willen en kunnen. Dat had veel eerder moeten gebeuren en niet pas als er ontslag dreigt. Werkgevers zouden zich bezig moeten houden met duurzame
‘Je kunt niet eeuwig blijven “outplacen”’ inzetbaarheid van werknemers. Zorgen dat zij hun kennis en vaardigheden verbreden. Dan kun je als bedrijf gemakkelijker anticiperen op nieuwe ontwikkelingen. Dat gebeurt niet, want in een crisis kijken werkgevers alleen naar de korte termijn. Maar je kunt niet eeuwig blijven “outplacen”. Wij voorzien dat werkgevers over niet al te lange tijd belangstelling krijgen voor duurzame inzetbaarheid. Daar hoort bij dat je ouderen langer aan het werk houdt. Als dat bij kleinere werkgevers om werkzaamheden gaat waar je geen werkweek mee kunt vullen, kun je ook denken aan een pool van werknemers die bij verschillende werkgevers werken.’
DE WERKNEMER KOOS MARKUS IS ORGANISATIE ADVISEUR BIJ DE GEMEENTE DE RONDE VENEN
‘Ik was tot vorig jaar zomer afdelingsmanager Sociale Zaken. Vanuit de inhoud was ik naar dat niveau opgeklommen, eerst als meewerkend leidinggevende en later als integraal manager. Dat was pittig. Je bent verantwoordelijk voor de processen, de financiële middelen, het personeelsbeleid en de ondersteuning van de politiek. Ik vroeg me steeds vaker af of ik dat wel wilde. Gelukkig kreeg ik ruimte om na te denken over wat ik in de laatste jaren van mijn loopbaan wilde. Ik mocht een carrièrescan doen. Dat voelde als een cadeautje. De uitkomst was dat ik inhoudelijk gericht ben en dat integraal management me veel energie kostte. Dat was geen verrassing. Ik kreeg de kans om organisatieadviseur LEAN te worden.
‘Lagere salarisschaal, meer energie’ In die functie ben ik aan de slag bij een afdeling waar de werkprocessen verbeterd moeten worden. Dat geeft me energie. De overstap betekende een lagere salarisschaal met een prestatietoeslag. Als ik het niet waarmaak, krijg ik geen toeslag meer. Dat is prima. Ik vertrouw op mijn kwaliteiten. Ik heb jaren gezegd dat ik op mijn 63e wilde stoppen, maar nu wil ik misschien langer doorwerken.’
DE POLITICUS CORA VAN NIEUWENHUIZEN IS TWEEDE KAMERLID VOOR DE VVD
‘Er wordt vaak negatief geoordeeld over oudere werknemers. Onterecht. Kijk maar hoe succesvol de uitzendbureaus voor ouder personeel zijn. Ouderen melden zich op maandagochtend niet ziek met een kater, oudere vrouwen worden niet zwanger en ouderen hoeven niet eerder weg om kinderen van school te halen. Dat sommige mensen een stapje
‘Dé oudere bestaat niet’ terug willen doen als ze ouder worden, begrijp ik wel. Maar je moet geen generieke maatregelen nemen, want dé oudere bestaat niet. Werkgevers en werknemers komen daar onderling wel uit. De vergrijzing komt eraan, dus dan wordt er vanzelf nagedacht over oplossingen. De rol van de politiek hierin moet bescheiden zijn. Wel heb ik een motie ingediend waarin staat dat de minister geen cao verbindend verklaart als er geen afspraken gemaakt zijn over duurzame inzetbaarheid. Ik denk dat veel ouderen het geen probleem vinden om in een lagere functie minder te verdienen. De kinderen zijn de deur uit en de woonlasten zijn lager, zeker nu de hypotheekregels zijn veranderd en mensen direct beginnen met de aflossing. Overigens hoeft een andere functie niet te betekenen dat je een stapje terug doet. Je kunt ook een carrièreswitch maken. Dat wordt steeds normaler.’
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
35
‛Vorige week zag ik hoe er in een uur 35.000 euro opgehaald werd’
ECONOMIE
op zoek naar echt geld T E K S T: R O N E L K E R B O U T
BEELD: MA ARTEN WILLEMSTEIN
Financiering nodig? Bij de bank vind je als ondernemer nauwelijks meer gehoor. Maar geen nood: geld lenen we steeds vaker van en aan elkaar.
Drie innovaties die op het eerste gezicht niets met elkaar te maken hebben. Eén: Phonebloks, de smartphone opgebouwd uit componentjes die je makkelijk kunt vervangen als ze stuk zijn. Of weglaten als je ze niet nodig hebt. Dé manier om wereldwijd elektronisch afval drastisch te verminderen. Twee: De Correspondent, het digitale nieuwsmedium van bedenker Rob Wijnberg om samen met ‘de meest interessante journalisten’ lezers de weg te wijzen door het dagelijkse woud van actualiteiten. Drie: PowerPlane, het vlieger-vliegtuig waarmee Ampyx Power zeer effectief windkracht omzet in elektriciteit. Wat deze drie gemeen hebben? De manier waarop ze financiering vonden. Namelijk via crowdfunding. Banken remmen groei In dit social-media-tijdperk lijkt crowdfunding de oplossing voor start-ups die geld nodig hebben. Family, friends and fools lenen een klein bedrag aan een sympathieke onderneming en al snel is er startkapitaal beschikbaar. Dat lijkt – door de gebruikte voorbeelden – eenvoudig, maar dat is het zeker niet. Het is dan ook niet uit gemakzucht dat ondernemers zoeken naar alternatieven voor financiering die ze voorheen bij de bank vonden. Volgens minister van Economische Zaken Henk Kamp wordt bij kleine bedrijven (tot 50 werknemers) 52 procent van de kredietaanvragen door een bank geweigerd. Bij middelgrote bedrijven (50-250 werknemers) is dat 28 procent en bij grote bedrijven 6 procent. Banken kijken – noodgedwongen – kritischer naar kredietaanvragen. Geleden verliezen, extra buffers en regelgeving onder Basel III geven ze minder armslag. Bovendien worden
36
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
volgens minister Dijsselbloem van Financiën bancaire kredieten nauwelijks nog afgelost. Geld dat nog uitstaat, kan niet opnieuw geïnvesteerd worden. De mogelijkheid bestaat zelfs dat banken onvoldoende vermogen hebben voor investeringen als de economie werkelijk aantrekt. Nu al blijkt uit een onderzoeksrapport van BNP Paribas dat banken zo weinig krediet verlenen aan het mkb dat de economische groei erdoor geremd wordt. Ook de overheid doet mee Paul Dirken, directeur Bedrijven van Rabobank Nederland, bevestigt dat kredietaanvragen scherper worden beoordeeld. Hij verwacht voor 2014 en 2015 een lichte economische groei en ziet het aantal aanvragen de laatste maanden al ‘heel voorzichtig’ toenemen. Dirken stelt dat zijn bank goed aan de vraag van het mkb kan beantwoorden, maar geeft ook aan dat ‘er op de langere termijn spanningen kunnen ontstaan’. Om die spanning op te lossen kijkt ook Rabobank naar nieuwe financieringsmogelijkheden voor haar zakelijke klanten. Dirken: ‘Vroeger zorgden banken in hun eentje voor de financiering, maar nu zie je dat er daarnaast ook plaats is voor alternatieve oplossingen.’ Crowdfunding springt als nieuwe kredietvorm het meest in het oog, maar ook andere financieringsvormen (via kredietunies, familievermogen, mkb-obligaties, private geldverschaffers en pensioenfondsen) zijn populair. Al dan niet gestimuleerd door de overheid. In het regeerakkoord is namelijk vastgelegd dat nieuwe alternatieve financieringsvormen zullen worden ondersteund, onder meer door het
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
37
COLUMN
Curieus woord
In 2013 nam het aantal beleggers bij de online beurs NPEX met 400 procent toe
Enorme power ‘Je schrikt van de enorme power achter financieringsplatforms. Vorige week nog zag ik dat er voor een project in een uur tijd 35.000 euro opgehaald werd. Het is gigantisch hoe snel sommige platforms groeien en hoeveel geld ze wegzetten in de markt’, zegt Rene Kamphuis van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Dat het Nationaal Crowdfunding Onderzoek 2013 een jaarlijkse groei van 200 procent voorziet, vindt hij dan ook ‘absoluut aannemelijk’. ‘Er zijn steeds meer financieringsvormen, dus ondernemers hebben meer keus. En dat is goed nieuws’, stelt Kamphuis. Hij denkt dat tachtig procent van het mkb over enkele jaren een hybride financieringsvorm heeft: ‘Bedrijven benutten dan misschien wel vier financieringsvormen. Zo krijg je een betere spreiding van mogelijkheden en risico’s.’ Een van die nieuwe financieringsvormen is de kredietunie, een coöperatie van ondernemers in een branche of regio, die geld inleggen waarmee ze leden-ondernemers financieren. Met zeven pilots is het nu nog pionieren, maar er is een wetsvoorstel in de maak dat het toezicht op de unies regelt en ook het ministerie van Economische Zaken haakt in. Kamphuis: ‘Wij kijken of we met borgstellingen de kredietunies kunnen ondersteunen.’ Zodra dergelijke formaliteiten geregeld zijn, wordt ook voor de kredietunies een bliksemstart voorzien. ‘De belangstelling is enorm, we worden overspoeld met reacties van mensen die dit ook gaan doen’, zegt Jan Kamminga, voorzitter van de Samenwerkende Kredietunies. Hij verwacht dat het aantal aangesloten unies nog dit jaar stijgt van vijf naar zo’n vijftig. Aan geld geen gebrek, volgens Kamminga. ‘Ik heb zojuist bij de kredietunie voor bakkers een presentatie gedaan; zeker honderd ondernemers. Er waren meer uitleners dan leners. Er is in de samenleving best veel geld. We geven door de crisis minder uit, maar het geld dat we niet uitgeven is niet weg.’ Groei belegd vermogen: 500 procent Dat er voldoende vermogen in de markt is, merkt ook Adriaan Hendrikse, directeur van NPEX, de online beurs die zich richt op de 60.000 middenbedrijven in Nederland. Die kunnen sinds de oprichting in 2009 hun leningen recht-
38
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
streeks voorleggen aan de meer dan 10.000 beleggers van de beurs. Bij NPEX staat bijna 90 miljoen euro genoteerd. Opmerkelijker is de groei: in 2013 nam het aantal beleggers met 400 procent toe, het belegde vermogen met 500 procent. De verklaring van Hendrikse is eenvoudig: ‘Beleggers kunnen een rendement halen van zeven of acht procent op leningen die aan alle wettelijke eisen voldoen. Dat is aantrekkelijk. En ze investeren rechtstreeks in een mkb-bedrijf dat ze begrijpen.’ In de opmars van nieuwe financieringsvormen in Nederland herkent Hendrikse een trend uit de Verenigde Staten. Daar
‘Je schrikt van de enorme power achter financieringsplatforms’ werd in 1994 nog 70 procent van de bedrijfsleningen gefinancierd door banken. Nu is dat slechts 10 procent. De rest wordt opgevangen door beleggers en andere financiers. ‘In Nederland gaat het heel snel ook die kant op’, meent hij. Alleen onbekendheid staat volgens de NPEX-directeur een sterke groei van alternatieve financieringsvormen in Nederland nog in de weg. ‘Veel ondernemers hebben helaas weinig weet van de nieuwe mogelijkheden.’ Een klik met je investeerder Peter van Meersbergen herkent die onwennigheid van ondernemers met de nieuwe situatie. Hij is managing partner bij Investormatch, een online platform dat investeerders en ondernemers – zo nodig onder begeleiding – ‘matcht’. Van Meersbergen: ‘Ondernemers komen bij ons omdat ze moeite hebben een investeerder te vinden. Ze hebben nooit eerder een investeerder gezocht. Hoe doe je dat, waar letten investeerders op, welke afspraken maak je?’ Steeds vaker bemiddelt Investormatch voor ondernemers dieop zoek zijn naar ‘smart capital’. ‘Een investeerder die meedenkt en adviseert is voor een ondernemer enorm belangrijk. We zoeken dan gericht naar een of enkele passende investeerders – met specifieke kennis, een bruikbaar netwerk – die betrokken willen zijn bij hun investering. Zij zoeken een ondernemer waarmee ze een klik hebben. Maar onderschat niet: het gaat uiteindelijk om rendement. Cash is king in deze markt.’
‘They are the we of me’, is de cruciale zin in het boek The Member of the Wedding (uit 1946) van Carson McCullers. Wat de zin in het boek precies betekent, doet er hier niet toe. Ik claim hem hier graag voor een ander doel, met wellicht ook een andere betekenis, namelijk dat iedereen niet alleen een ‘ik’ is maar ook een ‘wij’. En de anderen om ons heen vormen die wij in onszelf. Zoiets. In dat opzicht hebben we met het woord ‘wijze’ een curieus woord; niet in de betekenis ‘wijs persoon’, maar als combinatie van twee losse woorden: ‘wij’ en ‘ze’, een soort tegenstelling binnen één woord, zoals je ook ‘onderop’ hebt. De wij-maatschappij is de participatiesamenleving. Dat laatste woord stond in de troonrede van afgelopen jaar. En het werd door leden van het Genootschap Onze Taal zelfs gekozen tot woord van 2013. Het is een merkwaardig woord. ‘Participatie’ geeft in dit geval aan dat je je steentje moet bijdragen aan de samenleving. Maar in het woord ‘samenleving’ zit die deelname natuurlijk al, want daarop slaat immers ‘samen’. Je doet het samen, met elkaar. ‘Participatiesamenleving’ lijkt dan ook aan te geven dat de ‘samenleving’ als zodanig niet goed genoeg functioneert. We doen onvoldoende mee. Daarom hebben we een samen-samenleving nodig, een participatiesamenleving. ‘Participatiesamenleving’ is niet echt een nieuw woord. In de laatste papieren editie van het woordenboek Van Dale (uit 2005) staat al het vergelijkbare ‘participatiemaatschappij’, zij het zonder betekenisverklaring erbij. Van Dale bestaat dit jaar precies 150 jaar en het is interessant om te kijken wat ‘wij’ 150 jaar geleden in het woordenboek betekende en welke betekenis er nu aan toegekend wordt. In de allereerste editie, uit 1864, werd ‘wij’ omschreven als ‘meervoud van ik’, met de toevoeging: ‘Wij, hoewel meervoudig van vorm, wordt soms in het enkelvoud gebruikt in de beteekenis van ik; b.v. wij Willem, bij de gratie Gods enz.’ In de laatste editie uit 2005 staat er bij ‘wij’ dit: ‘1. (beklemtoonde vorm en schrijftaalvorm van) we; 2. (in sommige formules) als pluralis majestatis: Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.’
HEIDI WIL S FOTOGRAFIE, VALKENSWA ARD
wegnemen van belemmeringen in de regelgeving. De aanpak van de verschillende geldzoekers varieert van online inschrijven tot persoonlijk advies. Het doel is echter steeds gelijk: investeerder en ondernemer bij elkaar brengen. De belangstelling groeit ronduit spectaculair.
We is ik is je is jullie is zij is wij
‘Wij’ wordt hier dus gezien als de beklemtoning van ‘we’ en meer als een schrijftaalwoord dan een spreektaalwoord. In dezelfde Van Dale uit 2005 wordt bij ‘we’ evenwel niet gezegd dat het vooral een spreektaalwoord is. Wel staat er onder andere: - ik (met name in geschriften, beoordelingen e.d., als de spreker zichzelf uit bescheidenheid minder op de voorgrond wil plaatsen); - je of jullie (in paternalistische zin, bv. van moeder tot kind of van verpleegster tot patiënt): ‘Hebben we weer in ons bed geplast?’ Opvoedkundig gezien is deze voorbeeldzin niet heel wenselijk, lijkt me. Maar alles bij elkaar genomen valt op dat ‘we’ heel veel in kan houden: ik, je, jullie en wij. En dan hebben we ook nog de zin ‘They are the we of me’. Dus ook ‘zij’ hoort er nog bij. Daarmee kunnen ‘we’ en de beklemtoonde vorm ‘wij’ alles zijn wat mogelijk is. Kortom, in de wij-maatschappij telt echt iedereen mee.
WIM DANIËLS is schrijver en cabaretier en geeft taaladvies. www.wimdaniels.nl http://www.twitter.com/wimdaniels http://www.youtube.com/taalwim
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
39
A L L E S VA N WA A R D E
PLAYING FOR SUCCESS T E K S T: R O N E L K E R B O U T BEELD: THIJS WOL Z AK
WIE
WAAR
Gewone kinderen. Toch presteren ze minder dan ze kunnen. Omdat ze negatieve ervaringen hebben gehad met leren. Die hebben hun zelfbeeld, zelfvertrouwen en motivatie beïnvloed. Dat ze goed kunnen leren, geloven ze zelf niet. Vooral taal, rekenen en ICT vinden ze lastig.
In het voetbalstadion. Dat is andere koek dan leren in de klas. En dan ook nog een trainer ontmoeten of een topspeler... wow! Zo wordt leren iets leuks. Delta Lloyd Foundation ondersteunt Playing for Success bij Vitesse in Arnhem en bij PEC Zwolle met gastlessen waarin kinderen op speelse wijze leren omgaan met geld.
WAT
WAAROM
Playing for Success wil deze kinderen inspireren, uitdagen. De bedoeling is dat zij ‘leren’ gaan associëren met ervaringen op bijzondere locaties. Dit noemen we de wow- factor. Bij Playing for Success werken ze aan opdrachten die aansluiten bij hun interesses. Kinderen leren bij ons hun talenten ontdekken. Ieder kind heeft wel iets waar het goed in is. Dat hoeft niet altijd een schoolvak te zijn. Als het zijn eigen talent ontdekt, geeft dat het kind meer eigenwaarde en autonomie. Dat heeft vaak weer een positieve invloed op het schoolse leren.
In Engeland, de bakermat van Playing for Success, lopen kinderen met dit programma een tot anderhalf jaar leerachterstand in. Deelnemertjes in Nederland gaan licht tot matig vooruit in taal en rekenen. De sociaal-emotionele ontwikkeling is echter zeer positief. Kinderen leren bij Playing for Success dat ze iets kunnen, dat ze samen met anderen kunnen werken en communiceren. Deze bagage nemen ze mee naar school. Zo gaat deze groep kinderen de school anders ervaren: ik kan iets en ik kan het zelf.
www.playingforsuccess.nl
40
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
41
C U LT U U R
Makkelijk: richt je eigen tribe op
zien
lezen Crowdfunding (Erwin Blom, 2012)
Tribes (Seth Godin, 2008)
Crowdfunding is niet al leen een manier om projecten gefinancierd te krijgen waar anders moeilijk geld voor te vinden zou zijn. Het is ook een manier om de gemeenschap mee te laten denken over de ontwikkeling van de dienst of het product. De Nederlandse internetgoeroe Erwin Blom geeft praktische adviezen.
Tribes zijn groepen die elkaar vinden op het web: mensen met gemeenschappelijke belangen of interesses. Te weinig mensen zijn zich ervan bewust hoe makkelijk het is om zo’n beweging te starten, vindt de Amerikaanse marketinggoeroe Godin. Hij wil de lezers aanmoedigen zelf het heft in handen te nemen.
Invictus (2009)
De nieuwe coöperatie (Walter Lotens, 2013) Het coöperatieve gedachtegoed is helemaal terug. In dit essay verkent de Belgische schrijver Lotens hoe de coöperatie als samenwerkingsvorm in de loop der jaren gestalte heeft gekregen. Met veel voorbeelden laat hij zien dat niet alleen in België maar ook in derdewereldlanden allerlei vormen van zelfredzaamheid ontstaan.
The abundant community (John McKnight en Peter Block, 2012) De consumptiemaatschappij brengt schadelijke gevolgen met zich mee, zoals vervuiling en eenzaamheid. McKnight en Block beschrijven hoe de oplossing dicht bij huis kan worden gevonden:
Verder lezen, kijken en luisteren
Peter van Lonkhuyzen (boeken) is journalist en recensent, publiceert de blog ‘Hypewatcher’ en schreef het boek ‘Taboe: macht’, over de psychologie van de macht in organisaties. Erwin van der Zande (films) is hoofdredacteur van Bright, lifestyleglossy voor technologie en design. Ook is hij initiator van Screenzine, een vernieuwingsproject voor digitale magazines. Menno Pot (muziek) is popjournalist voor de Volkskrant en Muziek.nl. Daarnaast is hij voetbalcolumnist en schrijver. Zijn supportersroman ‘Vak 127’ won de Nico Scheepmaker Publieksprijs. En hij schreef het boek ‘Sporen van Ajax’.
42
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
Marketing lessons from the Grateful Dead (David Meerman Scott en Brian Halligan, 2010) De Amerikaanse rockgroep Grateful Dead liep jarenlang voorop op marketinggebied. Ze sloegen de platenmaatschappijen over en werkten samen met een gemeenschap van
trouwe fans, die zelfs werden gestimuleerd om concerten op te nemen en de opnames uit te wisselen. Een vroeg en succesvol voorbeeld van communitymarketing.
Pay it forward (2000) Kevin Spacey speelt een onderwijzer maatschappijleer die zijn klas de opdracht geeft iets te verzinnen dat de wereld verandert en dat ook uit te voeren. De jonge Trevor neemt het idee dat je een gunst of goede daad moet terugbetalen en draait dat om: bewijst iemand je een gunst, dan ‘beloon’ jij drie andere mensen met een goede daad. Het idee slaat aan, altruïsme loont en we hebben elkaar allemaal nodig.
Het waargebeurde verhaal over hoe de kersverse president Nelson Mandela, sterk neergezet door Morgan Freeman, een alliantie smeedt met de aanvoerder van het Zuid-Afrikaanse rugbyteam. Zo hoopt hij de natie na de afschaffing van de apartheid via de sport dichter tot elkaar te brengen. Die tactiek loont: het team, daarvoor nog uitgesloten van deelname wegens apartheid, is in 1995 gastheer van het WK rugby en wint het toernooi.
Avatar (2009)
Derek (2013) Een keer geen film maar een serie. Want die zijn op betaalzenders als HBO en Netflix inmiddels net zo goed als de gemiddelde Hollywood-productie. Derek is bepaald geen Hollywoodproductie: Derek is een lichtelijk autistische bewoner van een Brits verzorgingshuis, die alleen het goede in mensen ziet. Een verfrissend perspectief. De serie wordt compleet gedragen door komiek Ricky Gervais, die net als in The Office de mockumentary-stijl hanteert. Het eerste seizoen is op Netflix te zien.
horen
door een beroep te doen op de buren en familie. Ze beschrijven buurtprojecten uit de hele wereld waarmee armoede en jeugdproblematiek worden bestreden.
Iedereen is van de wereld The Scene Een ‘wij-maatschappij’, zo meent Thé Lau van The Scene, omarmt ook de zwakken, de misfits, de mensen die je in het donker niet ziet staan. ‘Ik hef het glas op jouw gezondheid, want jij staat niet alleen/ Iedereen is van de wereld, de wereld is van iedereen.’
The Secret Life of Walter Mitty (2014) Wat voor ons als samenleving geldt, zelf in actie komen, geldt in het klein voor Walter Mitty, de in zichzelf gekeerde, dagdromende fotoredacteur bij Life. Door een verschuivende markt stopt het legendarische magazine en gaat online door. Zijn baan staat op de tocht en tot overmaat van ramp is hij ook nog het negatief kwijt van Life’s sterfotograaf van de foto die op de laatste cover moet verschijnen. Hij heeft niets meer te verliezen en stort zich in het diepe. Zijn dagdromen maken plaats voor echte avonturen. Wonderlijk verteld door Ben Stiller, die zowel de hoofdrol als de regie op zich nam.
We All StandTogether Paul McCartney and The Frog Chorus
You’ve Got A Friend James Taylor Carole King had zelf nooit zo’n grote hit als James Taylor met het lied dat ze hem in 1971 schonk. Het is een boodschap die iedereen graag hoort: als het erop aankomt, is er iemand die voor je klaar staat, je hoeft maar te bellen, ‘winter, spring, summer or fall.’
Grootse sciencefictionfilm van James Cameron waarin een marinier die verlamde benen heeft, maar als zijn avatar wél kan lopen, naar de planeet Pandora wordt gestuurd. Daar moet hij infiltreren in de inheemse bevolking en deze overhalen weg te trekken uit een rijk mijnbouwgebied. Hij krijgt steeds meer sympathie voor deze Na’vi. Voor hoe ze in de wereld staan, met elkaar en voor elkaar, en voor hun relatie met de natuur. Wanneer hij dan ook nog verliefd wordt op zijn Na’vicontactpersoon, is het pleit natuurlijk beslist.
With A Little Help From My Friends The Beatles Op elk album van The Beatles mocht drummer Ringo Starr één liedje zingen. ‘Does it worry you to be alone?’ zongen zijn bandmakkers in 1967. ‘Are you sad because you’re on your own?’ Ach, antwoordde Ringo, het komt allemaal goed, met wat hulp van mijn vrienden.
Paul McCartney schonk ‘We All Stand Together’ in 1984 aan een kinderfilm. De boodschap: soms lijkt het alsof je er alleen voor staat (‘Play the game, fight the fight’), maar dat is schijn. ‘Side by side, hand in hand, we all stand together.’ Met lieve zingende kikkers in de tekenfilmvideoclip.
15 miljoen mensen Fluitsma & Van Tijn Goed, we zijn inmiddels met 17 miljoen, maar verder is het alternatieve volkslied van Fluitsma & Van Tijn (1996) tamelijk onverwoestbaar gebleken: wij, Nederlanders, individualistisch en eigengereid, maar toch verenigd. We herkennen onszelf er graag in.
DELTA L LOY D M AGA ZI N E , M A A RT 2014
43
Wie kritisch is, reageert alert op veranderingen.