Juli 2009
Relatiemagazine van Laurens en Zorg Compas
De wijkzuster: terug van weggeweest Marokkaanse ouderen treffen elkaar Ontmoetingscentrum Prinsenhof
Richard Scalzo
‘Professionals hebben bewegingsruimte nodig’
Laurens is een uitgave van Laurens en Zorg Compas. Dit relatiemagazine verschijnt twee keer per jaar en wordt verspreid onder de zakelijke relaties van Laurens en Zorg Compas. Laurens is de grootste aanbieder van wonen, diensten en zorg voor ouderen in Rotterdam en omstreken. Een sterke, professionele zorgorganisatie met een kleinschalige aanpak, dicht bij mensen in de buurt waar zij wonen. We bieden zorg en dienstverlening die met onze klanten meegroeit, in iedere levensfase. Dagelijks staan ruim 5000 medewerkers klaar in vrijwel alle buurten in de Rotterdamse regio om dit waar te maken. Om optimale ketenzorg te kunnen garanderen, werken wij nauw samen met professionele zorgverleners, ziekenhuizen, welzijnsorganisaties, maatschappelijk werk, woningcorporaties en projectontwikkelaars in de regio. Ook bieden wij diverse vormen van kortdurende, gespecialiseerde zorg, zoals reactiveringszorg en revalidatie. Adviesraad Marleen Goumans Bert van der Lende Heleen Post Erik Strating Miranda Velazquez Caroline Wuite Samenstelling en redactionele productie De Nieuwe Lijn Bladcoördinatie Trudy van Dijk Vormgeving BNL, Harrie Remie Fotografie Louis Haagman, Michelle Muus, Hadewych Veys, Zeeuwse Bibliotheek Drukwerk Veenman Drukkers Uitgever Laurens en Zorg Compas Afdeling Marketing & Communicatie Groene Tuin 1 3978 KA Rotterdam T: 010 - 479 86 98 E:
[email protected] W: www.laurens.nl
Buurtgericht werken
Uitgelicht
Inhoud
8 In Bleiswijk is de Wmo echt
4
door Marcel van Woensel
waargemaakt. In het net geopende woonzorgcentrum De Tuinen is de hele keten van (gemeentelijke) dienstverlening in samenhang vormgegeven met de activiteiten van Laurens en Zorg Compas. Daar heeft de burger wat aan!
Gaan marktwerking en vraaggestuurde zorg samen? Volgens Richard Scalzo is het mogelijk. ‘Maar dan moeten professionals in de wijk wél de ruimte krijgen.’
17 Ik heet (her)intreders met
een zorghart van harte welkom. Voldoende en goede medewerkers zijn de sleutel tot succes van de organisatie. Vanwege onze maatschappelijke verantwoordelijkheid en de krappe arbeidsmarkt is het van groot belang dat wij niet alleen putten uit de reguliere instroom. Initiatieven zoals het opleiden van langdurig werklozen voor de zorg zijn nodig en goed, zij passen bij Laurens en Zorg Compas!
7
Marokkaanse ouderen ontmoeten elkaar in woonzorgcentrum Laurens Dorpsveld
Van Zellem blijkt hoe cruciaal goede samenwerking met de 1e lijn is. Van oudsher staan we samen met de huisarts en de paramedici voor de klus in de wijk. Gelukkig is die tijd - in een modern jasje - weer helemaal terug!
In dit nummer van
Met gepaste trots presenteren wij u het eerste nummer van Laurens; het
het relatiemagazine
gezamenlijke relatiemagazine van Laurens en Zorg Compas. Laurens staat
een beknopte
voor de naam die de nieuwe fusieorganisatie per 1 januari 2010 zal dragen. Als
samenvatting van
zorgorganisatie staan wij midden in de samenleving en werken hard aan een
In ontmoetingscentrum
de jaardocumenten
netwerk van voorzieningen voor ouderen zodat zij zo goed mogelijk hun eigen
Prinsenhof voeren klanten
van Laurens,
leven kunnen leiden. Dat doen we samen met heel veel andere mensen en partijen
van Laurens zelf de regie. ‘De
Zorg Compas en
in de wijk. Met dit magazine willen we de samenleving, de lezer, u, meenemen in
ouderen in de buurt hebben
Laurens Wonen.
wat we doen, welke keuzes we daarbij maken, hoe we dat doen en met wie. Niet
in Charlois.
24 Uit het interview met huisarts
9
alleen omdat we willen laten zien wie we zijn en waar we voor staan, maar ook
weer een betekenisvol leven.’
omdat we verbinding zoeken met partijen in de samenleving die voor hetzelfde
20
staan. We willen dialoog, interactie en synergie. Alles wat leidt tot een beter en breder netwerk van voorzieningen op buurtniveau voor ouderen. Dankzij jeu de boules en
Thema van dit eerste nummer is ‘buurtgericht werken’. In de zorg staat de
andere spelen ontmoeten bewoners uit
individuele mens centraal. Dat leren we op elke zorgopleiding; van universitair
verschillende huizen én de wijk elkaar.
tot mbo-niveau. Maar veel regelingen en systemen in de zorg doen geen recht aan die uniciteit. Het buurtgerichte perspectief biedt tegenwicht. Niet de huisarts, de thuiszorg of het woonzorgcentrum bepalen de leefomgeving. Dat is het eigen
Altijd een bekend gezicht, korte lijnen naar andere zorgprofessionals
22
sociale netwerk van buren, vrienden en familie, waarbij ‘de buurt’ een wezenlijke schaal vormt. Als zorgorganisatie willen op dát niveau samen met andere partijen de ondersteuning bieden waaraan behoefte is.
en immer goed bereikbaar. De wijkzuster
Wij horen graag van u wat u van onze activiteiten in de buurt vindt. Doen we het
is terug van weggeweest.
goed in uw ogen, kunnen we het beter doen? Zijn er kansen die we laten liggen? Knelpunten die we verzuimen aan te pakken? Deze editie over de buurt, maar ook
Copyright: Niets in deze uitgave mag, op welke wijze dan ook, worden verveelvoudigd zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. De redactie kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele druk- of zetfouten.
Laurens
8 13 21 24
En verder
de volgende edities, zijn een uitnodiging. Een uitnodiging aan u.
Nieuws uit de buurt Nieuws uit de buurt (vervolg) Jargon op de korrel Laurens & huisarts Jan van Zellem
Marc Scholten, Marcel van Woensel en Ids Thepass (v.l.n.r.) Raad van Bestuur Laurens
Laurens
Het ontstaan van woonzorgzones past precies in het straatje van de wijkgerichte aanpak, waar Rotterdam en Laurens voor staan. Problemen en kansen verschillen immers per wijk, evenals de behoefte aan voorzieningen. Een gesprek met Richard Scalzo, portefeuillehouder Jeugd, Welzijn en Zorg in deelgemeente Rotterdam Noord.
‘Wij hebben niet zoiets als een meerjarenbeleid voor ouderen, jongeren, autochtonen, allochtonen of andere groepen,’ vertelt Richard Scalzo, en maakt daarmee meteen duidelijk waar het wél om gaat. ‘Iedereen moet op zijn of haar manier mee kunnen doen aan de samenleving. Bij wie dat niet op eigen kracht lukt, wil de deelgemeente ondersteuning bieden. De individuele mens en zijn behoefte staan daarbij centraal. De vraag is dan: wie heeft het beste zicht op die behoeften? Dat zijn de organisaties in de wijk. Professionals hebben bewegingsvrijheid nodig om daar op in te spelen.’ Wijkteams De marktwerking dwingt de zorg- en welzijnssector tot schaalvergroting, maximale efficiency en concurrentie. Kunnen die organisaties zich dan wel echt op de mensen in een buurt richten? Scalzo: ‘Dat levert zeker een spanningsveld op, je merkt dat organisaties daarmee worstelen. Ze willen vraaggericht werken en de mens als individu zien, maar de markt leert dat een standaardaanbod voor iedereenhet meest kosteneffectief is. En om
Laurens
mensen zo goed mogelijk van dienst te zijn, willen organisaties best samenwerken met andere partijen in de buurt, maar dat kunnen tevens concurrenten zijn. De ouderenzorg heeft ook nog eens te maken met veranderingen in de AWBZ en de komst van de Wmo. Er is een schemergebied ontstaan op het snijvlak van zorg, wonen en welzijn. Laurens en Zorg Compas gaan behoorlijk vooruitstrevend om met dat spanningsveld, vind ik. Zij werken bijvoorbeeld met wijkteams, onder aansturing van een wijkverpleegkundige. De teams staan dicht bij de mensen in de wijk en hebben goed zicht op wat er speelt. Signaleren zij gaten in het vangnet dan kunnen ze daar meteen wat mee doen, binnen eigen gelederen of door samenwerking met andere partijen in de wijk.’
een vangnet van voorzieningen is te realiseren voor bewoners in de wijk. ‘Het mooie aan dit soort samenwerkingsverbanden is dat het de uitvoerders zijn die met elkaar om de tafel gaan zitten en over de grenzen van hun eigen organisatie heen kijken,’ vindt Scalzo. ‘Samen hebben ze een goed beeld van wat de kwetsbare ouderen in de wijk nodig hebben en hoe je dat kunt regelen met elkaar. Ze zijn er niet op uit elkaars klanten weg te halen, maar werken wijkgericht vanuit de eigen locaties. Dat sluit mooi aan bij het gebiedsgericht werken en de wijkactieplannen die de deelgemeente opstelt. Met wethouder Jantine Kriens heb ik dit initiatief omarmd en uitgebreid naar een breder voorstel voor woonzorgzones in Blijdorp en de Provenierswijk.’
Woonzorgzones In Noord zijn vier organisaties op het vlak van ouderenzorg actief. Laurens en Zorg Compas, De Singels, Humanitas en het Maatschappelijk Ondersteuningsbureau (MOB) dat zich richt op transculturele zorg. In 2008 zijn zij bij elkaar gaan zitten om te kijken hoe
Facilitator Wat is de rol van de deelgemeente bij initiatieven vanuit het maatschappelijk veld? Scalzo: ‘Waar nodig nemen wij de rol van regievoerder, bruggenbouwer of facilitator op ons. ‘In de woonzorgzone Provenierswijk (zie kader) ondersteunen we bijvoorbeeld de profes-
Woonzorgzone Provenierswijk De Provenier is onderdeel van Stichting De Singels, één van de zorgaanbieders in Rotterdam Noord. Samen met andere woon-, zorg- en welzijnsorganisaties vormen zij al jaren een succesvolle woonzorgzone in de Provenierswijk. Buurtbewoners maken gebruik van voorzieningen in of van het huis en bewoners uit het huis maken op hun beurt gebruik van nabijgelegen voorzieningen in de wijk. Goris Verhoef, hoofd Welzijn en Zorg: ‘Een voorbeeld van een activiteit
die voortvloeit uit dit samenwerkingsverband is de professionele ondersteuning die wij vanuit De Provenier bieden aan vrijwilligers in De Waerschut, een nabijgelegen buurtcentrum waar veel ouderen uit de wijk komen. Ook is er vanuit het samenwerkingsverband een presentatiemedewerker aangesteld die de behoeften van ouderen in de wijk in kaart brengt door senioren thuis op te zoeken. De deelgemeente financiert deze projecten vanuit Vogelaar-gelden.’
Laurens
Contact aan tafel Met het project Contact aan tafel in het multiculturele Oude Noorden konden buurtbewoners kennismaken met elkaars cultuur en keuken. Döndü Özdemir, hoofd Welzijn en Diensten bij Laurens regio Centrumen en projectcoördinator: ‘In de directe omgeving van Kerkeplaats zijn ook stichting SPIRIT (Surinaamse Participatie en Integratie in Rotterdam) en MOB actief. Wij vroegen ons af hoe we buurtbewoners op een laagdrempelige manier meer met elkaar in contact konden brengen. Samen eten is een sterk sociaal bindmiddel. Dus dat werd het uitgangspunt. Een jaar lang hebben we op woensdagmiddag vanaf 15.00 uur bijeenkomsten georganiseerd rondom een bepaald thema met een multiculturele maaltijd ter afsluiting. Met gemiddeld zo’n 40 tot 50 bezoekers liep het erg goed. Het grappige was dat taal niet altijd nodig blijkt om te communiceren.’ Het project, dat liep van 2008 tot februari 2009 en werd betaald met Vogelaar-geld, is inmiddels afgerond. Döndü: ‘Dankzij het project is in Kerkeplaats een dagvoorziening gestart die zich met name richt op Hindoestaanse ouderen, er is een inloopmiddag voor senioren uit de wijk gekomen en we organiseren nog steeds gezamenlijke uitstapjes. Met de deelgemeente zijn we in overleg over middelen om het aanbod te kunnen continueren.’
Laurens
sionele begeleiding van vrijwilligers in buurthuis De Waerschut vanuit woonzorgcentrum De Provenier. Op het gebied van de Wmo zijn onze bevoegdheden echter beperkt. Als deelgemeente zijn we verantwoordelijk voor dat deel van de Wmo dat gaat over leefbaarheid en sociale cohesie, ondersteuning van vrijwilligers en mantelzorgers en het bevorderen van deelname aan de samenleving. Voor de woonzorgzones Provenierswijk en Blijdorp hebben we samen met de vier zorgaanbieders een aanvraag ingediend bij het Wmo-in-
novatiefonds voor een projectleider die de regie kan voeren over die twee wijken. Op die manier ondersteunen we dit soort initiatieven en hopen dat de ervaringen leiden tot meer buurtgerichte samenwerking.’ Ondanks schaalvergroting, marktwerking en ingewikkelde financieringsstromen lukt het organisaties in de deelgemeente Noord om buurtgerichte samenwerkingsverbanden op te zetten, volgens Richard Scalzo •
Mieke van Gorcom in gesprek met v.l.n.r. A. Touhami (bestuurslid) en A. Sghiri (secretaris) van de Al Wahda-moskee
Ids Thepass, voorzitter van de Raad van Bestuur, reageert:
‘We willen groeien met kleine teams’ ‘Marktwerking en het streven naar grootschaligheid staan niet haaks op het idee ‘terug naar de buurt’. Door bepaalde processen grootschalig te regelen, schep je voorwaarden om kleinschalig te kunnen werken. De kunst is de uitvoeringspraktijk leidend te laten zijn. We kiezen voor de menselijke maat, want op die schaal vindt de ontmoeting plaats die de kwaliteit van de zorg bepaalt. Dat betekent kleine, zelfregulerende (wijk)teams; niet te veel klanten, een niet te groot team met vaste collega’s en ruimte om het werk zelf te kunnen regelen en plannen. Werken met wijkteams is iets duurder omdat je relatief meer hoogopgeleiden nodig hebt. Maar de effectiviteit van een klein, slagvaardig team weegt daar ruimschoots tegenop. Zelfregulerende teams kunnen flexibel inspelen op onverwachte situaties; de lijnen zijn kort, de kennis van klanten, collega’s en de sociale kaart van de wijk is groot. Dat komt zowel de efficiency als de kwaliteit ten goede. Mensen hebben meer plezier in hun werk en het ziekteverzuim is aanzienlijk lager. Vanuit de wijkteams komt samenwerking met andere organisaties in de wijk op een natuurlijke wijze tot stand. De woonzorgzones in Noord bewijzen dat. De financiering is inderdaad complex
maar dat is niet het belangrijkste. Wezenlijk is een open mind van organisaties in de wijk. Op dit moment werkt 20 procent van onze organisatie in kleinschalige teams. We willen daarin groeien en hebben uiteraard ook nog veel te leren. Dat was voor ons een reden om een lectoraat te financieren bij de Hogeschool Rotterdam ‘Samenhang in de ouderenzorg’. Twee lectoren, waarvan er ook een bij Laurens en Zorg Compas werkt,
‘Een open mind van organisaties in de wijk’ onderzoeken wat er nodig is om kleinschalig en buurtgericht te werken en welke knelpunten moeten worden aangepakt. Zij werken nauw samen met docenten op bijvoorbeeld het vlak van ICT en welzijn. Het lectoraat blijkt nu al waardevol, want we hebben verschillende studenten in huis die projecten uitvoeren en onderzoek doen naar bijvoorbeeld de relatie tussen intra- en extramuraal, ketenzorg en samenwerking met andere partijen in de wijk. Dat geeft een hoop kruisbestuiving en je merkt dat de grenzen echt verlegd worden.’
Het valt voor allochtone ouderen niet altijd mee de juiste zorg te vinden. Vaak is het Nederlandse zorgsysteem hen onbekend of vormt de Nederlandse taal een barrière. Laurens en Zorg Compas hebben daarom in de afgelopen jaren een aantal succesvolle ontmoetingsprojecten opgezet voor allochtone ouderen. Eén ervan is het ontmoetingsproject voor Marokkaanse senioren in woonzorgcentrum Laurens Dorpsveld in Charlois.
Sleutelfiguren Al Wahda-moskee breken het ijs ‘Het is het enige project waarbij de activiteiten voor mannen en vrouwen gescheiden zijn’, vertelt Mieke van Gorcom, regiodirecteur van Laurens regio Zuid-West. We willen dat onze klanten zich bij ons thuis voelen. Daarom stemmen we ons aanbod exact af op de specifieke wensen van verschillende bevolkingsgroepen. Bij alle andere ontmoetingscentra, bijvoorbeeld voor Turkse of Surinaams/Hindoestaanse groepen, zijn de bijeenkomsten gezamenlijk.’ Laagdrempelig Deze gedifferentieerde aanpak werkt, want tientallen Marokkaanse ouderen uit de buurt komen meerdere malen per week naar de ontmoetingsbijeenkomsten in Dorpsveld. ‘Bij de oprichting
hebben we samenwerking gezocht met de Al Wahda-moskee’, vertelt Van Gorcom. ‘Enkele sleutelfiguren en vrijwilligers vanuit de moskee hebben ouderen geattendeerd op de ontmoetingsbijeenkomsten. Tijdens deze bijeenkomsten is een aantal vrijwilligers aanwezig die de ouderen in hun eigen taal aanspreekt. De senioren maken een praatje met elkaar of doen een spelletje. Een andere keer wordt er gekookt en samen gegeten of naar muziek geluisterd. Tegelijkertijd maken ze op een laagdrempelige manier kennis met onze organisatie. We geven ook voorlichting over de zorgvoorzieningen in Nederland en vertellen wat wij kunnen bieden.’ ‘Genoemde sleutelfiguren en vrijwilligers spelen een essentiële rol’, vertelt Van Gorcom. ‘Zij verlagen de drempel bij de ouderen om over de behoefte aan zorg te praten. Doordat zij een vertrouwd gezicht zijn, weten ze het ijs te breken en vertrouwen te wekken. Door met elkaar om de tafel te gaan, ontdekken we welke zorgbehoeftes er zijn en hoe we die op de juiste manier kunnen invullen. Want het is heel belangrijk je te voegen naar de wensen van de ouderen’, weet Van Gorcom, ‘anders mis je de aansluiting.’ Toegankelijkheid verbeteren De ontmoetingsprojecten verbeteren de toegankelijkheid van de zorg en fungeren als brug naar allerlei AWBZ-voorzieningen zoals dagverzorging en Zorg aan Huis. ‘Zo komen ook mensen die in een sociaal isolement zitten of psychische klachten hebben bij de juiste instantie terecht. Laurens Wonen is op het moment bezig met het opzetten van een woongroep voor Marokkaanse ouderen. Een initiatief dat ook vanuit dit ontmoetingsproject is ontstaan.’ •
Laurens
Het jaar 2008
Nieuws uit de buurt
Wmo waargemaakt: ontmoeting in De Tuinen
Speciaal voor dit relatiemagazine is een beknopte samenvatting gemaakt van de jaardocumenten over 2008 van Laurens, Zorg
Dichtbij de stad, maar toch midden in de natuur. De nieuwe locatie De Tuinen van Zorg Compas, ontwikkeld door Woon Compas, die 14 mei haar deuren opende heeft het allemaal. Het gebouw is gelegen in het rustige Bleiswijk - ‘het centrum van tuinbouw en recreatie’- maar Rotterdam is om de
hoek. Heleen Post, regiomanager Lansingerland: ‘Het complex is ontworpen met de omgeving in het achterhoofd. Het ruime atrium doet denken aan een kas en in de belevingsgerichte tuin kunnen bewoners en omwonenden tuinieren en ontspannen.’ Het nieuwbouwcomplex bestaat uit
zeven woonvilla’s voor groepswonen, bedoeld voor mensen met dementie, en 42 appartementen voor ouderen met een zorgvraag. Het eigentijdse complex is verbonden met dienstencentrum De Leeuwerik van Stichting Welzijn Senioren Lansingerland, die net als de gemeente een grote rol heeft gespeeld bij het ontstaan van De Tuinen. De locatie huisvest een gezondheidscentrum, een grand café, een winkel en kapper. Faciliteiten waar ook buurtbewoners dankbaar gebruik van maken. Post vertelt dat De Tuinen een belangrijke aanvulling voor Bleiswijk is: ‘Steeds meer senioren in Bleiswijk hebben behoefte aan zwaardere zorg. Dankzij De Tuinen kunnen zij in ‘hun eigen dorp’ blijven wonen.’ De zorg en diensten verleent Zorg Compas in samenhang met een aantal gemeentelijke welzijnstaken. Daarmee is invulling gegeven aan de Wmo zoals hij bedoeld is.
Compas en Laurens Wonen. De volledige jaardocumenten zijn te vinden op de websites: www.laurens.nl, www.zorgcompas.nl en www.laurenswonen.nl.
Kwaliteit met vlag en wimpel Zorg aan Huis van Laurens heeft haar zaakjes goed op orde. ‘Zorg aan Huis levert betrouwbare resultaten en werkt voortdurend aan het verbeteren van de zorg- en dienstverlening’, aldus auditor Det Norske Veritas. Alle regio’s ontvingen daarom op 8 april jongstleden het HKZ (Harmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in de Zorgsector)-certificaat. Bob Janse, projectmanager regio NoordOost: ‘We zijn ontzettend blij en trots dat we het certificaat in één keer behaald hebben. Maar we hebben er dan ook Laurensbreed een jaar lang hard voor gewerkt. Er is ontzettend goed samengewerkt om er voor te zorgen dat
Laurens
we allemaal uniform werken.’ Ook de cliëntenraad was nauw bij het proces betrokken. Janse: ‘Het is essentieel dat Zorg aan Huis aan de verwachtingen en behoeften van onze klanten voldoet. Heel toepasselijk heeft Marcel van Woensel, van de Raad van Bestuur van Laurens en Zorg Compas, daarom het certificaat uitgereikt aan Else Lipjes, de voorzitter van de Centrale Cliëntenraad van Laurens en Zorg Compas.’ De feestelijk uitreiking vond plaats in De Schutse en werd afgesloten met een diner. ‘Alle medewerkers van Zorg aan Huis uit alle regio’s waren uitgenodigd. Het was een erg gezellige avond.’
Laurens
Samenvatting jaarverslagen Laurens en Zorg Compas 2008
Sinds 1 juli 2008 zijn Laurens en Zorg Compas bestuurlijk gefuseerd en is de Bestuursstichting Zorg Compas Laurens opgericht. Deze bestuurlijke fusie heeft nog weinig consequenties gehad voor beide organisaties, die op dezelfde voet zijn blijven functioneren. Het enige verschil is dat de Raden van Toezicht en Raden van Bestuur van Laurens en Zorg Compas zijn samengevoegd. In de loop van 2009 integreren beide organisaties verder en de juridische fusie volgt per 1 januari 2010. De bestuursstichting Zorg Compas Laurens is verbonden met woningcorporatie Laurens Wonen. Beide organisaties hebben één Raad van Bestuur en één Raad van Toezicht. Laurens Wonen legt verantwoording af met een eigen jaarverslag. In 2007 is de BV Landgoed Olaertsduyn opgericht. Stichting Laurens is enig aandeelhouder. In de BV is de exploitatie van een conferentiehotel en dienstverlening aan ouderen ondergebracht. Tevens richtte Laurens in 2007 samen met de Evean Groep de BV Thuishulp Evean-Laurens op. Deze BV richt zich op de uitvoering van de huishoudelijke zorg in de regio Rijnmond in het kader van de Wmo. Laurens bezit 20 procent van de aandelen van deze BV.
Belanghebbenden Laurens en Zorg Compas onderhouden gezamenlijk op regionaal en landelijk niveau formele en informele contacten met een scala aan relevante organisaties. Het betreft onder andere overheden, ziekenhuizen en diverse zorgorganisaties, woningcorporaties, brancheorganisaties en zorgkantoren. Rondom een aantal specifieke thema’s zijn samenwerkingsverbanden gevormd. Hieronder volgt een opsomming.
Samenwerkingsverbanden Zorg Compas
•
Partners in de Brede School Nesselande (Woon Compas, schoolbesturen Het Tangram, Passe-Partout en Het Spectrum, kinderopvang BijDeHand B.V., Stichting Buurtwerk Alexander en Sport en Recreatie Gemeente Rotterdam);
•
Mekân-project Rotterdam Delfshaven: Zorg Compas is trekker van dit project. Mekân is een laagdrempelige ontmoetingsruimte voor allochtone ouderen binnen de deelgemeente Delfshaven. Participanten in dit project zijn: gemeente Rotterdam, deelgemeente Delfshaven, Thuiszorg Rotterdam, Com.Wonen, Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam, Woonbron, Werkgroep Mekân;
•
Daginloopproject ‘Bribi nanga Blesi’ is een samenwerking tussen Zorg Compas, Stichting Prefuru en de werkgroep ouderen van de Evangeli-
10 Laurens
sche Broedergemeente Rotterdam en richt zich op Surinaamse ouderen boven 55 jaar, die wonen in Zevenkamp, Ommoord en Alexanderpolder.
Samenwerkingsverbanden Laurens
• Rotterdam Stroke Service (RSS). Doelstelling van de RSS is het bieden van kwalitatief hoogwaardige ketenzorg voor klanten met een cerebrovasculair accident (CVA). Participanten in dit netwerk zijn o.a. de ziekenhuizen Erasmus Medisch Centrum, het Ikazia Ziekenhuis, Maasstad Ziekenhuis, het Sint Franciscus Gasthuis, de Laurens-verpleeghuizen Antonius IJsselmonde en Antonius Binnenweg, het Rheumaverpleeghuis en de Stromen; • Thuishulp BV Evean-Laurens. Doelstelling van de Thuishulp BV Evean-
Laurens is om de huishoudelijke verzorging in het kader van de WMO uit te voeren in de regio Rijnmond. In deze BV participeren Evean en Laurens;
•
Stichting Prinsenhof. Het doel van Stichting Prinsenhof is om de dienstverlening op het gebied van zorg en welzijn te integreren in het woongebouw Prinsenhof. In deze stichting werkt Laurens samen met de Stichting Pameijer en de Bewonersorganisatie Prinsenhof.
Meerjarenbeleid In het kader van de bestuurlijke fusie is in 2008 op basis van bestaande strategieën van Laurens en Zorg Compas de koers voor de nieuwe organisatie bepaald. Deze zal in 2009 nader worden uitgewerkt. Ambitie Laurens en Zorg Compas Laurens en Zorg Compas vormen een organisatie gebaseerd op de christelijk-sociale traditie. De organisatie wil bijdragen aan een samenleving waarin mensen zorgen voor elkaar vanuit een holistische mensopvatting. Dit betekent dat er aandacht is voor iedere persoon met zijn vragen en behoeften, sociale verbanden, waarden en levensbeschouwing. Vanuit deze opvatting richt de organisatie zich op ouderen en anderen die zorg of verpleging behoeven. De organisatie heeft oog voor de klant, draagt bij aan een zo zelfstandig mogelijk en betekenisvol bestaan van iedere klant en biedt een samenhangend geheel van zorgverlening, diensten en woonvoorzieningen. Dit wordt gedaan met betrokkenheid, vakbekwaamheid, ondernemingszin en betrouwbaarheid. De kleinschalige vorm van zorg- en dienstverlening, dichtbij de klant georganiseerd, is een belangrijke kracht. In de stadsregio Rotterdam Om deze ambitie te realiseren kiezen Laurens en Zorg Compas voor een
Laurens 11
Samenvatting jaarverslag Laurens Wonen 2008
sterke aanwezigheid in de stadsregio Rotterdam. Ze willen dichtbij hun klanten staan, kennis hebben van de sociaal-maatschappelijke context en een actieve wisselwerking realiseren met gespecialiseerde voorzieningen en netwerken. De klant centraal Om de kwaliteit te kunnen bieden die ze voor ogen staat, zeker gezien de krimpende collectieve budgetten, kiezen Laurens en Zorg Compas voor een efficiënt ingerichte organisatie. De directe dienstverlening aan de klant staat voorop, de locaties - met hun eigen identiteit - realiseren de verbinding met de lokale samenleving en de organisatie als geheel biedt de daartoe noodzakelijke handvatten.
Financieel Beleid Voor Laurens en Zorg Compas waren een versterking van de RAK-positie en een sluitende begroting per locatie en op stichtingsniveau de belangrijkste uitgangspunten in 2008. Er is ook een eerste start gemaakt met het werken met prestatie-indicatoren. Het exploitatieresultaat 2008 van beide stichtingen is positief en bedraagt voor Laurens 7,17 mln. en voor Zorg Compas 2,1 mln. In de begroting voor de komende jaren zal rekening gehouden worden met een groei van de RAK van ca. 1 procent. Het eigen vermogen van beide stichtingen is door de resultaten 2008 en opname van de egalisatierekening instandhouding onder het eigen vermogen, aanzienlijk toegenomen en zit boven het gemiddelde van de sector. Onderstaand zijn alle ratio’s weergegeven. Deze laten bijna allemaal een verbetering zien ten opzichte van voorgaande jaren. Het solvabiliteitspercentage per ultimo 2008 bedraagt voor Laurens 18,47 procent (was 14,95) van de opbrengsten en voor Zorg Compas 17,76 procent (was 13,49). Er wordt gestreefd naar een percentage van 20-25 procent om de toenemende ondernemersrisico’s te kunnen dragen die het gevolg zijn van de gewijzigde manier van contractering door het zorgkantoor, de gevolgen van de Wet maatschappelijke ondersteuning (per 1 januari 2007) en de Wet toelating zorginstellingen (per 1 januari 2006) en de invoering van de zorgzwaartepakketten. Naast het verhogen van het weerstandsvermogen worden positieve regioresultaten zoveel mogelijk gebruikt om te investeren in kwaliteit en betere zorg door introductie van innovatieve concepten.
Laurens Wonen is een corporatie waar wonen en zorg bij elkaar komen. In 2008 heeft Laurens Wonen de eigenaarsrol op zich genomen van het vastgoed dat eigendom is van Laurens. Niet door een juridische overdracht, maar door een nauw samenspel met de zorginhoudelijke kant. Binnen Laurens Wonen is de organisatie daarom versterkt op de afdeling Projecten en op de afdeling Vastgoed. Laurens Wonen heeft zich aangesloten bij de uitvoeringsovereenkomst die de Rotterdamse corporaties over de Vogelaarwijken hebben gesloten. Ook Laurens Wonen heeft een vijftal complexen in de bedoelde wijken. Daar zullen de komende jaren extra inspanningen geleverd worden op het gebied van investeringen, leefbaarheid en integratie. In het kader van de Vogelaarwijken zijn er in 2008, samen met zorgpartners, activiteiten ontwikkeld in woongebouw Kerkeplaats en Maasveld. Wat betreft de bouwprojecten van Laurens Wonen is in september 2008 om financieel-technische redenen besloten het project De Wilgenborgh een vijftal jaren uit te stellen. De ontwikkeling van het gebouw Simeon & Anna is voortgezet. De functies in woongebouw Laurens zijn gerealiseerd en inmiddels volledig in gebruikgenomen. Er is een veelheid van (para)medische functies zoals een HOED-kliniek (huisartsen onder een dak), apotheek, psycholoog, zorgkantoor en een fysiotherapeut gehuisvest. Laurens Wonen heeft een aanvraag ingediend en verkregen voor vrijstelling van de vennootschapsbelasting (VPB) op basis van artikel 5, waarin organisaties die zich voor meer dan 90 procent bezighouden met de huisvesting van ouderen vrijstelling kunnen krijgen. Laurens Wonen voldoet aan dit criterium. Ook heeft Laurens Wonen vrijstelling gekregen van de Vogelaarheffing, omdat er een bepaald percentage van de woningen in Vogelaarwijken ligt. Voor deze woningen zijn ook plannen ingediend om met name de leefbaarheid te vergroten. In 2008 is overeenstemming bereikt over een verkoopbeleid waarbij selectief woningen worden verkocht. In 2009 zullen bij mutatie woningen in het complex de Mariniershof te koop worden aangeboden. Financieel heeft 2008 niet tot verrassingen geleid. De (positieve) effecten van een later dan geplande sloop van De Wilgenborgh vormen de belangrijkste afwijking van de begroting. In 2008 is het treasurybeleid vormgegeven en op basis daarvan zijn een aantal (her)financieringen gedaan. Het milieubeleid heeft vorm gekregen in de EPA-norm en Laurens Wonen heeft het KWH-label gehaald.
12 Laurens
Laurens 13
Belangrijk was het ontwikkelen van beleid op het gebied van Zelf Aangebrachte Verbeteringen (ZAV), waarbij bewoners meer vrijheid krijgen in het aanpassen van de woning. De Overkoepelende HuurdersCommissie heeft hierover een unaniem positief advies uitgebracht. In 2008 is er geen sprake geweest van het vervreemden van onroerend goed, zijn er geen verbindingen aangegaan en zijn er geen activiteiten in het buitenland verricht.
Resultatenrekening Zorg Compas (x €.000)
Resultatenrekening Laurens (x €.000) BEDRIJFSOPBRENGSTEN Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
58.032 3.517 61.549
55.981 3.573 59.554
105.154 8.914 41.156 155.224
BEDRIJFSLASTEN Personeelskosten Afschrijvingen materiële, immateriële en financiële vaste activa Overige bedrijfskosten Som der bedrijfslasten
38.607 2.342 16.650 57.599
39.011 2.295 16.359 57.665
3.950
1.889
-1.854
-1.366
RESULTAAT BOEKJAAR
2.096
523
RESULTAATBESTEMMING Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten Bestemmingsreserves Bestemmingsreserve inventarissen
1.098 1.024 -26
-43 593 -27
2.096
523
157.694 9.979 167.673
BEDRIJFSLASTEN Personeelskosten 107.835 Afschrijvingen op materiële, immateriële en financiële vaste activa 8.876 Overige bedrijfskosten 41.482 Som der bedrijfslasten 158.193 9.480
3.922
-2.308
-2.716
RESULTAAT BOEKJAAR 7.172 RESULTAATBESTEMMING Toevoeging/(onttrekking): Reserve aanvaardbare kosten 1.240 Bestemmingsreserve 6.003 Overige reserves -71
1.206
7.172
1.206
Financiële baten en lasten
14 Laurens
2007
2007
BEDRIJFSRESULTAAT
2008
152.012 7.134 159.146
BEDRIJFSOPBRENGSTEN Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en/of subsidie Overige bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfsopbrengsten
2008
420 849 -63
BEDRIJFSRESULTAAT Financiële baten en lasten
Laurens 15
Nieuws uit de buurt
Laurens en Zorg Compas leiden zorgverleners zélf op
Resultatenrekening Laurens Wonen (x €.000) Bedrijfsopbrengsten - Huren - Vergoedingen - Overheidsbijdragen - Verkoop onroerende zaken - Overige bedrijfsopbrengsten
12.767 2.033 96 - 763 15.659
12.483 2.064 96 93 700 15.436
Bedrijfslasten - Afschrijvingen - Waardeverandering mat. vaste activa - Erfpacht - Onderhoud - Personeelskosten - Overige bedrijfslasten
1.032 832 88 3.511 1.848 3.545 10.856
939 298 86 3.546 1.380 3.607 9.856
Bedrijfsresultaat
4.803
5.580
Financiële baten en lasten Rentebaten en soortgelijke opbrengsten Rentelasten en soortgelijke kosten
-153 4.369 4.216
-931 4.268 3.337
587
2.243
-224 811
27 2.216
Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Belastingen Vennootschapsbelasting Resultaat na belastingen
16 Laurens
2008
2007
Laurens en Zorg Compas gaan het komende anderhalf jaar honderd langdurig werklozen aan een baan in de zorg helpen. De organisatie sloot daartoe eind april tijdens de tweede Rotterdamse Werktop een convenant met de gemeente Rotterdam. Wil Schipper, hoofd opleidingen in de regio Noord-West van Laurens: ‘Er is altijd tekort aan verzorgenden. Wij zijn daarom een paar jaar geleden een proef gestart met de gemeente Rotterdam om langdurig werklozen op te leiden tot verzorgenden niveau 3. Dit bleek zo succesvol dat we het nu groter willen gaan aanpakken. Vanaf september gaan er verspreid over de verschillende regio’s elk half jaar een stuk of veertig stagiaires aan de slag. Ze volgen eerst een stage van een half
jaar waarbij zij een dag in de week les volgen aan het Albeda College. Daarna begint een Begeleid Leren traject van drie jaar. Naast verzorgenden willen we ook helpenden (zorgverleners niveau 2) op gaan leiden vanuit hetzelfde project. De opleiding tot helpende duurt één jaar, dus zij zijn sneller klaar.’
Schipper is erg enthousiast over ‘haar’ leerlingen. ‘Het is heel mooi om te zien hoe de stagiaires groeien. Onze leerlingen zijn veelal allochtone vrouwen die jaren niet hebben gewerkt, omdat ze voor hun gezin zorgden. Een baan geeft ze hun eigenwaarde terug. Ze doen weer mee aan de maatschappij.’
Nieuwe buren: Delfshaven en De Schans Het historische Delfshaven is twee nieuwe woonzorgcentra rijker: Delfshaven en De Schans. De Schans is ontwikkeld door Zorg Compas in samenwerking met de Stichting Ouderenhuisvesting Rotterdam. Woonzorgcentrum Delfshaven is begin 2009 opgeleverd. Monica Riewald, regiomanager Zorg Compas regio Delfshaven en Noord: ‘Delfshaven biedt plaats aan honderd klanten die in 12 units samenwonen. De bewoners hebben allemaal een eigen kamer en er is een gezamenlijke huiskamer met keuken.’ Het nabijgelegen De Schans opende officieel op 3 juni haar deuren. ‘De Schans biedt verpleeghuiszorg aan 42 bewoners en is daarnaast een spil in de wijk voor omwonenden senioren. Riewald: ‘Net als de bevolking in de wijk vormt de groep bewoners van De Schans een multicultureel gezelschap.
De mensen die er werken spreken daarom bijna allemaal twee ‘moedertalen’ en zijn ook vertrouwd met een andere dan de Nederlandse cultuur.’ De Schans bevindt zich op loopafstand van winkels, het openbaar vervoer en alle culturele en horecavoorzieningen
van historisch Delfshaven. Net als in Delfshaven worden ook in De Schans vele activiteiten georganiseerd. Bewoners, maar ook omwonenden, kunnen bijvoorbeeld lid worden van een kaartclub, zangclub of cultuurclub, en eten in het restaurant.
Laurens 17
Achter de geraniums? Niet als het aan de bezoekers van De Prinsenhof ligt. Sterker nog, in dit ontmoetingscentrum voeren ouderen samen met klanten van Pameijer zélf de regie. Dat betekent dat je niet raar moet opkijken als een 85-jarige samen met een collega met een verstandelijke beperking de receptie bemant en senioren zelf koffie schenken en cursussen geven. ‘Dankzij De Prinsenhof hebben de ouderen in de buurt weer een betekenisvol leven,’ aldus Bert van der Lende.
‘Het is vandaag de dag niet altijd een pretje om een oudere te zijn’, zegt Bert van der Lende, regiodirecteur van Laurens regio Noord-Oost. ‘Bij de kassa in de supermarkt wordt er op je gemopperd als je niet snel genoeg je portemonnee pakt. En wil je op zaterdagmiddag de stad in? Dan moet je er rekening mee houden dat je een grote mond krijgt als je niet vlot genoeg achter je rollator loopt. Sla je thuis vervolgens de krant open, dan staat die vol berichten over het probleem van de toenemende vergrijzing en de AOW die daardoor niet meer wordt opgebracht. Ouderen krijgen daardoor meer en meer het gevoel dat ze tot last zijn. Ze gaan minder naar buiten, vereenzamen en raken in een sociaal isolement. Daardoor krijgen ze eerder lichamelijke en geestelijke klachten, neemt hun zorgvraag toe en komen ze sneller in een verzorgingshuis terecht.’ Civil society Laurens en Zorg Compas doen er alles aan om deze negatieve spiraal te doorbreken. Van der Lende: ‘Gezond oud worden in het eigen vertrouwde huis, ofwel levensloopbestendig wonen, dat is ons belangrijkste speerpunt. Dit bereik je alleen als je er voor zorgt dat ouderen mee blijven doen in de maatschappij.’ Eén van de projecten waaruit deze visie naar voren komt, is ontmoetingscentrum De Prinsenhof, een samenwerkingsverband tussen Laurens, woningcorporatie Woonstad Rotterdam en Pameijer, zorgaanbieder voor mensen met een verstandelijke beperking en/of psychiatrische problematiek. De Prinsenhof is een zogenaamde ‘civil society’ waarin ouderen samen met mensen met een verstandelijke beperking zélf de regie voeren. Van der Lende: ‘Wij hebben met elkaar een mini-maatschappij gecreëerd waarin ouderen weer belangrijk zijn voor de samenleving.’
Prijzenkast Ontmoetingscentrum De Prinsenhof is een landelijk voorbeeld voor zorgorganisaties en maakt deel uit van het project Transitie in de langdurige zorg, waarbinnen innovatieve experimenten
18 Laurens
gemonitord worden. Het centrum is al meerdere malen in de prijzen gevallen. Van der Lende: ‘We wonnen in 2007 de VPR (Versterking van de Positie van de patiënt in de Regio)-stimuleringsprijs (€ 15.000), in 2008 de Rotterdamse vrijwilligersprijs in de categorie Zorg en Welzijn en de stimuleringsprijs Kern
met Pit van de Provincie Zuid-Holland.’ Onlangs won het project ook de ZorgVisie Best Practice Award 2009, de jaarlijkse prijs voor het beste initiatief in de sectoren zorg, welzijn en wonen. In het ontmoetingscentrum is inmiddels een prijzenkast ingericht.
Eigen plekkie Het initiatief voor De Prinsenhof kwam van de bewoners uit de buurt. Van der Lende: ‘Toen een aantal jaren geleden de Prinsessenflat, waar klanten van Laurens en Pameijer wonen, gerenoveerd werd, plaatste Woonstad, toen nog De Nieuwe Unie, een koffiekeet
voor een kopje koffie of een hapje eten kunnen omwonenden in De Prinsenhof terecht. Er is bovendien een vestiging van de Rabobank in het pand, er zit een fysiotherapeut en er is een kantoor voor verpleging en verzorging nabij. ‘Voor de omwonenden waren er op rollatorafstand eigenlijk geen voorzieningen, nu is alles in de buurt.’ •
Bert van der Lende voor de bewoners. Zo werden zij gecompenseerd voor de overlast die de verbouwing met zich meebracht. In die koffiekeet hebben de bewoners elkaar gevonden. Toen de renovatie gereed was, wilden de bewoners ‘hun plekkie’ dan ook niet meer kwijt. Het toeval wilde dat midden tussen de flats een gezinsvervangend tehuis van Pameijer leeg kwam te staan. Dé ideale plek voor een ontmoetingscentrum. De bewonersvereniging heeft vervolgens Pameijer, Laurens en Woonstad Rotterdam benaderd. Zo is het balletje gaan rollen.’ Voor en door bewoners ‘Wat het ontmoetingscentrum zo uniek maakt, is dat het vrijwel helemaal draait op de inzet van vrijwilligers. De vrijwilligers krijgen ondersteuning van een activiteitenplanner, een vrijwilligerscoach en een huismeester. Daarnaast worden ze een aantal uren per week bijgestaan door het managementteam dat bestaat uit Marc Lansink, projectleider wijken bij Woonstad, Bob Janse, projectmanager bij Laurens en Steven Mersch, manager bij Pameijer. Maar het dagelijkse beheer verzorgen ze zelf. Een club van ongeveer vijftig vrijwilligers runt het grand café en de lounge, verzorgt de tuin en de receptie, en organiseert en begeleidt activiteiten, zoals kaarten maken, line-dancen, computerles en bingo. Daarnaast worden er regelmatig voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd, bijvoorbeeld over valpreventie. Ook
Bundeling van krachten We vroegen Marc Lansink en Steven Mersch van het managementteam Prinsenhof wat voor hun organisaties de meerwaarde van de samenwerking is. Lansink: ‘De Prinsenhof stelt onze bewoners in staat om mét elkaar vóór elkaar te zorgen. Voor onze senior klanten is Laurens belangrijk als het gaat om het langer zelfstandig wonen, voor de bewoners met een verstandelijke beperking is dat onze partner Pameijer.’ Ook Mersch hoeft niet lang over de meerwaarde na te denken. ‘Empowerment, mensen de ruimte geven om hun eigen kracht te ontdekken. Dat is onze doelstelling en dat zie je terug in De Prinsenhof. Zonder de partners was het initiatief niet op deze manier van de grond gekomen. Iedere partij heeft haar eigen kennis, kunde en netwerk meegenomen. Daardoor werkt het zo goed. Het leuke is dat we door de samenwerking elkaar nu ook makkelijker weten te vinden voor andere projecten.’
Laurens 19
Daaf Frielink, bewonerscommissie Borghave:
Tony van den Broek, bewonerscommissie Borghave:
‘Ik heb de leiding over het jeu de boulesspel. Een fantastische club mensen, we hebben altijd enorm veel schik met elkaar. Door de jaarlijkse competitiedagen groeit ook de belangstelling vanuit de wijk voor jeu de boules. En dat is precies de bedoeling, we willen een laagdrempelige club zijn waar iedereen welkom is.’
‘Zolang mogelijk wil ik leuke dingen blijven doen. Dus ben ik bij de meeste activiteiten van de partij. Als mijn kinderen voor me bellen, zegt mijn man: ‘Nee, ma is er weer vandoor’. In de winter heb ik de leiding over de sjoelactiviteiten. En natuurlijk ben ik altijd bezig om mensen over te halen ook eens langs te komen. Al is het maar om te kijken, gewoon voor de gezelligheid.’
Zorgroute ‘Elke ochtend komt ze mijn benen zwachtelen. Fijn hoor. Het is een schat, Anilda van Laurens. Ze komt van de Kaapverdische Eilanden. Om twee voor negen gaat de bel. Je kunt de klok er op gelijk zetten. Gisteren vroeg ze opeens of ze alsjeblieft wat later mocht komen, zo rond half tien. Lastig hoor, want dan heb ik me altijd net geïnstalleerd met een kop koffie en mijn krantje. Maar ja, toen zette ze die mooie donkere kijkers op de vriendelijkste stand. Kon ik geen nee zeggen natuurlijk. Had te maken met de zorgroute, zei ze. Ik zeg: wat? Dat we zorg moeten? Nee, zegt
Jargon op de korrel
Buurtactiviteiten op de Laurens manier
ze, zorgroute. Dat is de handigste bewoner van een van de huizen, kaart ik dat aan bij de zorgmedewerkers. Die regelen dan eventueel een doorverwijzing naar bijvoorbeeld de ergotherapeut.’
brengt mensen samen Ieder voorjaar worden in de woonzorgcentra van Laurens en Zorg Compas de sjoelbakken opgeborgen en de jeu de boulesbanen in gereedheid gebracht. Het jeu de boulesseizoen is weer aangebroken! Zowel bij De Wilgenborgh, Borghave als Borgsate leeft het spel onder de bewoners. In de maand augustus worden er competities gespeeld met de andere huizen in de regio. Ook wijkbewoners zijn van harte welkom. Rita Suiker, coördinator welzijn Laurens woonzorgcentra Borgsate en De Wilgenborgh: ‘Jeu de boules brengt de ouderen, overwegend tachtigers, lekker in de buitenlucht en in beweging. Ook mensen in een rolstoel spelen mee, daarbij geholpen door de anderen. Maar nog belangrijker dan de fysieke beweging, is het levendig sociale karakter van de club. Er wordt volop gepraat en gelachen met elkaar. Vaak zijn er ook “kijkers” bij, die zelf niet
20 Laurens
(kunnen) meespelen, maar gewoon voor de gezelligheid komen.’ Ongedwongen sfeer ‘Eigenlijk zorgen we vanuit Laurens en Zorg Compas alleen voor de randvoorwaarden, zoals het onderhoud van de banen en de koffie. Verder hebben de ouderen de organisatie helemaal zelf in de hand genomen. Dat is geweldig om te zien. Als het buiten fris is, komen ze ook, daarvoor hebben ze speciaal warme sweaters aangeschaft.’ Voor Suiker is de club ook een middel om in een ongedwongen sfeer contact te maken met ouderen uit de wijk. ‘Je maakt eens een praatje met ze, vraagt hoe het gaat. Soms adviseer ik iemand om toch maar eens naar de dokter te gaan met een bepaalde klacht. Als ik merk dat het niet zo goed gaat met een
Zien doen, doet doen Het hoogtepunt is de jaarlijkse jeu de boulescompetitie die samen met welzijnsorganisatie Thermiek wordt georganiseerd op Borgsate. Aan de competitie doen bewoners van andere huizen in de regio mee en zelfstandig wonende ouderen uit de wijk. ‘Zien doen, doet doen’, zegt Suiker. ‘Dit jaar proberen we met een demonstratie jeu de boules en een ‘poffertjesmiddag’ zoveel mogelijk publiek naar de wedstrijd te trekken. En natuurlijk is er een feestelijke afsluiting met muziek, een drankje en een hapje en prijsuitreiking.’
In de wintermaanden zijn sjoelen en koersbal populaire activiteiten bij Laurens en Zorg Compas. Ook is er een gymnastiekclub. Bij de Avondvierdaagse waren dit jaar ruim honderd bewoners van de Laurens en Zorg Compas-huizen van de partij. Suiker: ‘Met de activiteiten willen we ouderen laten bewegen, maar vooral ook samenbrengen. Niet alleen ontmoeten bewoners uit de verschillende zorgcentra in de regio elkaar, er ontstaan ook contacten tussen de mensen binnen en buiten de huizen. Voor de wijkgebonden activiteiten werk ik vooral samen met Thermiek, maar in de toekomst willen we de deelgemeente en andere zorgorganisaties benaderen. We hebben immers allemaal hetzelfde doel: zorgen dat de ouderen plezier hebben.’ •
weg die ik kan afleggen tussen mijn klanten, zegt ze. Dat ik niet kriskras de hele stad door hoef te fietsen en daardoor tijd verlies. Kijk, zegt ze, de verzorgster kan natuurlijk het beste zelf haar ideale route indelen. Zij weet precies wie welke zorg nodig heeft. Als een teamleider of een bestuurder dat zou doen, zou ze veel meer reistijd kwijt zijn. Toen vertelde ze nog iets van verantwoordelijkheden laag in de organisatie leggen, maar daar heb ik geen kaas van gegeten. Goed, ze had dus een paar van haar klanten gevraagd hun dagelijkse schema iets om te gooien. Zorgen voor de juiste balans tussen mijn route en de wensen van de klanten, zegt ze. Ja, ondernemend typetje hoor, die Anilda. En ach, ik snap het ook wel in deze snelle tijd. En eigenlijk maakt het niet zoveel uit. Dan drink ik toch wat later koffie? Als je denkt dat ze dan gezellig een bakkie meedoet, heb je het mis. Dan is ze alweer gevlogen. Maar morgen, zo heeft ze me beloofd, maakt ze wel tijd voor me vrij.’ Groeten van Loes (84) uit de Burgemeester Knappertlaan
Laurens 21
‘Korte lijnen met huisarts, apotheek en andere hulpverleners’
Vorig jaar roemde staatssecretaris Jet Bussemaker in de Telegraaf de werkwijze van de wijkverpleegkundigen uit de jaren vijftig tot tachtig: ‘Jarenlang kenden we de bijzondere traditie van de wijkverpleegkundige, die op haar solex rondreed. Ze was de oren en ogen van de buurt en kende iedereen. Wist dus of iemand hulp nodig had. Dat moet terugkomen in de zorg.’ Lillian van Nieuwenhuize, verpleegkundige en teamleidster Zorg aan Huis bij Laurens, vertelt hoe haar team deze methode nu toepast.
Productie draaien en alleen naar cijfers kijken: jarenlang het imago van de thuiszorg. Alles moest efficiënt en daarom was de thuiszorg opgeknipt in verschillende functies. ‘Alleen al ‘s ochtends tien verpleegkundige handelingen verrichten bij tien verschillende mensen; het werk werd er niet leuker op’, vertelt Van Nieuwenhuize. ‘Daarom hebben wij Zorg aan Huis, waar kleine, vaste teams weer zelf hun werk indelen. We werken inmiddels een jaar of vijf volgens deze aanpak, dus het is geen reactie op de oproep van Jet Bussemaker. Wij misten zelf het contact met klanten en onze klanten misten een bekend gezicht, een vertrouwenspersoon.’ Betere band In ieder team werken ongeveer tien medewerkers, van verzorgenden niveau 2 tot verpleegkundigen op HBOniveau. Gemiddeld heeft een team zo’n 35 klanten onder zijn hoede. ‘We krijgen een betere band met mensen en raken meer betrokken. Doordat we onze klanten zo goed kennen, signaleren we het als hun situatie verandert’, aldus Van Nieuwenhuize. ‘We zijn opnieuw de ogen en oren van de wijk.
22 Laurens
Als je als wijkverpleegkundige bijvoorbeeld geregeld in een flat komt waar je iedere ochtend een man op een bankje ziet wachten op iemand, maak je sneller een praatje. En kun je als dat nodig is andere hulpverleners inschakelen.
‘We zijn opnieuw de ogen en oren van de wijk’ Ook andersom werkt het beter’, vervolgt Van Nieuwenhuize. ‘Als klanten je meer vertrouwen, vertellen ze je meer. Als je een bekend gezicht wordt in een wijk, schieten vreemde mensen je makkelijker aan. Voor wijkteams die veel in één gebouw komen, geldt dat nog sterker. Ook voor familie is het prettiger om een bekende aan te kunnen spreken.’ Netwerk De kleine teams hebben korte lijnen met huisarts, apotheek en andere hulpverleners. Van Nieuwenhuize: ‘We hebben, kortom, weer een overzichtelijk netwerk. Ons teamgebonden 06-nummer levert een grote bijdrage
aan de samenwerking met andere organisaties in de wijk.’ Op dit nummer is van zeven uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds altijd iemand van het team bereikbaar. Na elf uur wordt doorgeschakeld naar de nachtdienst. ‘Is bijvoorbeeld onze hulp acuut nodig bij een terminaal zieke patiënt, dan kan een huisarts ons snel bereiken. Die is dan zelf ook sneller genegen om ons zijn mobiele nummer te geven. In zulke bijzondere omstandigheden is het prettig als hulpverleners elkaar goed kunnen bereiken. Ook voor de familie.’ Zelfstandigheid en autonomie Tegenwoordig hoor je dat sommige wijkverpleegkundigen overstappen op Buurtzorg Nederland, waar autonome buurtzorgteams hun eigen toko draaien. ‘Wij hebben ook zelf de touwtjes in handen’, zegt Van Nieuwenhuize. ‘Bij veel thuiszorgorganisaties krijg je ’s ochtends de planning, waar je niet van af kunt wijken. Heb ik eens een keer een rare ochtend waardoor een afspraak in de soep loopt, dan kan ik er zelf voor kiezen om ’s middags terug te gaan naar een klant om er nog een kopje thee te drinken. Daarbij kunnen we rekenen op de kracht van een grote
organisatie’, vervolgt Van Nieuwenhuize. ‘Tijdrovende administratie wordt bijvoorbeeld verzorgd door iemand op het hoofdkantoor. Bovendien kunnen we de regierol efficiënter vervullen doordat Laurens en Zorg Compas ook
andere disciplines en dienstverlening in huis heeft. Merken we als wijkteam dat iemand een verwijzing naar een fysiotherapeut nodig heeft, dan kunnen we dat binnen de organisatie gemakkelijk regelen.’
Specialisatie Momenteel werken Laurens en Zorg Compas hard aan een ander voordeel van een grote organisatie: de mogelijkheid om specialisten op te leiden. ‘Per aandachtsgebied – onder andere wondzorg, diabetes, orthopedie, psychiatrie, oncologie – specialiseren twee verpleegkundigen zich: een voor Zorg aan Huis en een voor het verpleeghuis’, legt Van Nieuwenhuize uit. ‘De specialistische verpleegkundigen zijn goed op de hoogte van de ontwikkelingen en scholen de teams daarin bij. Dat kan bijvoorbeeld tijdens een consult bij een klant thuis, waarin de kennis en vaardigheden aan de teamleider worden overgedragen. Maar bij ingewikkelde veranderingen initiëren de specialistische verpleegkundigen een training voor het hele team. Onlangs heeft een aantal van ons een dag meegelopen op de wondpoli in het Erasmus Medisch Centrum, waar we zijn bijgepraat over de nieuwste technieken op het gebied van complexe wondzorg. Door ervoor te zorgen dat die kennis in de hele keten aanwezig is, kunnen we hoogwaardige thuiszorg bieden. Maar wél met een persoonlijk karakter.’ •
Laurens 23
Huisarts Jan van Zellem leidt al ruim 27 jaar een solopraktijk in Rotterdam IJsselmonde. De samenwerking met de buurtzorgteams van Laurens ervaart hij als een sprong vooruit: ‘De vaste contactpersonen en directe lijnen maken het voor mij gemakkelijk en prettig werken.’
Dichter bij elkaar, dichter bij de patiënt Samen met zijn vrouw, een doktersassistente en een praktijkondersteuner runt Van Zellem één van de kleinere praktijken in Rotterdam IJsselmonde. ‘Prettig’, zegt hij zelf, ‘want ik houd graag de ruimte om wat meer tijd te nemen voor een patiënt als dat nodig is’. De samenwerking met Laurens is door de komst van buurtzorgteams prettiger geworden, stelt Van Zellem. ‘Sinds vorig jaar heb ik vaste contactpersonen, zowel bij de intensieve thuiszorg en palliatieve zorg als bij Laurens Zorg aan Huis. Via een direct telefoonnummer kan ik ze snel bereiken als er iets aan de hand is met een patiënt. Laurens onderneemt dan meteen actie en ze koppelen aan mij terug wat er is gedaan. Ook zorgt Laurens voor de centrale aanmelding, heel gemakkelijk voor mij!’
wissel je altijd meer informatie uit dan via telefoon of email. Je hebt het ook eens over de gezinssituatie of het welzijn van patiënten in de wijk. Soms hoor ik op het spreekuur weleens dat iemand zich zorgen maakt over de situatie van een ouder familielid, die nog geen contact met mij heeft
Kwetsbare groep ‘Heb ik meerdere terminale patiënten in behandeling, dan ga ik met de wijkverpleegkundige van Laurens om de tafel zitten voor een bespreking. Dit doet me denken aan de ouderwetse wijkverpleging van het Groene Kruis, toen de huisarts en de wijkverpleegster ook iedere zes weken alle patiënten in de wijk doornamen. In een persoonlijk gesprek
opgenomen. Dan vraag ik de wijkverpleegkundige om eens extra te gaan kijken bij die patiënt. Laurens heeft immers weer op andere manieren toegang tot de patiënt dan ik. De kwetsbare mensen die extra zorg nodig hebben, worden eerder gesignaleerd en we kunnen iets ondernemen vóór er een acute noodsituatie ontstaat. Als zorgverleners dichter bij elkaar staan, staan we ook dichter bij de patiënt.’ •
24 Laurens
‘De samenwerking met Laurens doet denken aan de ouderwetse wijkverpleging’