Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam Beschrijving van de good practice
Auteur(s)
Maaike Kluft
Datum
Utrecht, November 2009
© MOVISIE
Utrecht, 12 februari 2010 * 't Groene Sticht
Deze publicatie is ontwikkeld als één van de onderdelen van het project Professionaliteit Verankerd. Het project Professionaliteit Verankerd maakt deel uit van het VWS programma Beter in Meedoen dat een kwaliteitsimpuls wil geven aan de uitvoering van de Wmo. Dit gebeurt door kennis beschikbaar te stellen waarmee gemeenten, uitvoerende instellingen in wonen-zorg-en welzijn, professionals, organisaties op het gebied van vrijwillige inzet, actieve burgers en cliënten optimaal kunnen werken aan het succes van de Wmo. Het project Professionaliteit Verankerd heeft tot doel een kwaliteitsimpuls te geven aan de professionele kwaliteit van de uitvoering van de Wmo. Het is een samenwerkingsproject van de MOgroep, VGN, GGZ Nederland, ABVAKABO, NVMW, Phorza en BON en het project wordt uitgevoerd door MOVISIE Beroepsontwikkeling.
MOVISIE is het landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema’s centraal: huiselijk en seksueel geweld, diversiteit en participatie, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet. Kijk voor meer informatie op www.movisie.nl/professionaliteitverankerd.
COLOFON Auteur(s): Maaike Kluft Projectnummer: P1854 Datum: November 2009 © MOVISIE
Inhoudsopgave 1
2
3
4
5
6 7
De context.......................................................................................................................................... 5 1.1 De kern van het ontmoetingscentrum........................................................................................ 5 1.2 Het bijzondere............................................................................................................................ 5 1.3 Prinsenhof en Wmo ................................................................................................................... 6 1.4 Financiering ............................................................................................................................... 7 1.5 Vergelijkbare initiatieven in Nederland ...................................................................................... 8 De start en voortgang van Prinsenhof ............................................................................................... 9 2.1 Totstandkoming ......................................................................................................................... 9 2.2 Betrokkenheid van externe partijen ......................................................................................... 10 2.3 Organisatie............................................................................................................................... 11 2.4 Werkwijze van het managementteam ..................................................................................... 12 Het proces van uitvoering................................................................................................................ 14 3.1 De functies van het centrum .................................................................................................... 14 3.2 De bezoekers........................................................................................................................... 16 3.3 De vrijwilligers .......................................................................................................................... 17 3.4 De professionals ...................................................................................................................... 18 3.5 Ondersteuning van vrijwilligers ................................................................................................ 19 3.6 De toekomst............................................................................................................................. 21 Maatschappelijke effecten ............................................................................................................... 22 4.1 Resultaten bij bezoekers en vrijwilligers .................................................................................. 22 4.2 Resultaten voor de professionals en betrokken organisaties .................................................. 23 4.3 Resultaten voor de buurt ......................................................................................................... 23 4.4 Resultaten voor de financiers en beleidsmakers..................................................................... 24 4.5 Overdraagbaarheid van het project ......................................................................................... 25 Voorwaarden en professionaliteit .................................................................................................... 27 5.1 Voorwaarden............................................................................................................................ 27 5.2 Professionaliteit........................................................................................................................ 27 Ten slotte ......................................................................................................................................... 29 Bronnen ........................................................................................................................................... 30
1
De context
Prinsenhof is een nieuw en innovatief ontmoetingscentrum bij de Prinsessenflats in de wijk Het Lage Land in Rotterdam. Doel van het centrum is senioren en mensen met een verstandelijke en sociale beperking bij de maatschappij te betrekken en vereenzaming tegen te gaan. Vanaf de opening in 2007 runnen buurtbewoners met en zonder een verstandelijke beperking vrijwillig het centrum. Professionele steun is aanwezig. Prinsenhof heeft ook een belangrijke signaalfunctie voor sociaal isolement buiten het centrum. De vrijwilligers, het buurtteam en andere betrokken organisaties hebben goed zicht op wat er zich in de Prinsessenflats afspeelt en bieden hulp waar mogelijk. Daarnaast biedt Prinsenhof een compleet pakket aan informatie, advies en ondersteuning op sociaal, medisch en financieel niveau. 1.1
De kern van het ontmoetingscentrum
De kern van ontmoetingscentrum Prinsenhof is terug te vinden in het begrip ‘civil society’. Civil society staat voor een samenleving waarin mensen oog hebben voor elkaar en voor elkaar klaarstaan. Prinsenhof draagt dit idee uit op buurtniveau. Het ontmoetingscentrum biedt kansen aan bewoners om in de eigen vertrouwde buurt in contact te komen met andere buurtbewoners en om samen met hen iets te ondernemen. Door mogelijkheden te creëren om actief te blijven in de buurt, wil Prinsenhof eraan bijdragen dat de doelgroep van circa 2200 senioren langer zelfstandig kan wonen en kan participeren in de samenleving. Deze wens ziet men terug in de naam PRINSENHOF, die staat voor Participatie, Rotterdams, Innovatief, Netwerken, Samen, Empowerment, Nieuwe aanpak, Huiskamer, Ontmoeten en Fantastisch (bron: www.ontmoetingscentrumprinsenhof.nl). Het centrum heeft vier doelstellingen: 1. Mogelijk maken dat mensen (zo lang mogelijk) zelfstandig in hun eigen vertrouwde buurt kunnen blijven wonen door de inzet van diverse partijen. 2. Vergroten van de sociale samenhang en leefbaarheid van de woonomgeving, en het voorkomen van isolement waardoor de kwaliteit van leven van de bewoners verbetert. 3. Bevorderen van integratie van mensen met een verstandelijke en sociale beperking. 4. In de praktijk invulling geven aan het begrip ‘civil society’ en de Wmo. 1.2
Het bijzondere
Het meest bijzondere aan het ontmoetingscentrum zijn de mensen en de open sfeer. De mensen staan voor elkaar klaar en willen het leuk maken voor elkaar. Essentieel is dat de behoeften van de
Utrecht, 12 februari 2010 * 't Groene Sticht
buurbewoners zo veel mogelijk leidend zijn voor de diensten en activiteiten die Prinsenhof aanbiedt. Hierdoor wordt er voor de vrijwilligers een eigen zorg- en welzijnsaanbod gecreëerd. Ouderen en mensen met een verstandelijk en sociale beperking kunnen door het vrijwilligerswerk hun vaardigheden en kwaliteiten blijven inzetten en met elkaar in contact komen. Het ontmoetingscentrum heeft een grand café en biedt de mogelijkheid deel te nemen aan activiteiten op het gebied van beweging, creativiteit, entertainment en educatie. Daarnaast zijn er verschillende gezondheidspunten in het centrum aanwezig zoals het consultatiebureau voor ouderen. Hier kunnen de buurtbewoners een medische check krijgen.
Een ander uniek punt is dat Prinsenhof zeven dagen in de week open is vaak van acht uur ’s ochtends tot elf uur ’s avonds als er een feestje of activiteit is. Het zijn ook juist de avonduren en de weekenden dat mensen elkaar willen ontmoeten en activiteiten willen ondernemen. Dat kan in Prinsenhof doordat vrijwilligers het centrum runnen. Doordat vrijwilligers het centrum draaiende houden is de sfeer ook anders. Mensen zijn minder kritisch naar elkaar, omdat men weet dat de vrijwilligers zich volledig inzetten. 1.3
Prinsenhof en Wmo
In dezelfde periode dat Prinsenhof openging werd de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ingevoerd. Hoewel dat niet het streven was, kreeg het centrum de Wmo-prijs, omdat het initiatief goed paste in de nieuwe wet. Het sluit aan op verschillende prestatievelden (bron: www.invoeringwmo.nl): 1. ‘het bevorderen van de sociale samenhang in en leefbaarheid van dorpen, wijken en buurten’; 5. ‘het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijke verkeer en van het zelfstandig functioneren van mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en van mensen met een psychosociaal probleem’; 6. ‘het verlenen van voorzieningen aan mensen met een beperking of een chronisch psychisch probleem en aan mensen met een psychosociaal probleem ten behoeve van het behoud van hun zelfstandig functioneren of hun deelname aan het maatschappelijke verkeer’.
Prinsenhof kon aantonen dat participatie en meedoen in de samenleving voor hen centraal stonden. Hiermee was het centrum eigenlijk een voorloper van de Wmo. Het hielp dat wethouder Kriens van de gemeente Rotterdam de deelgemeente Prins Alexander heeft gestimuleerd het concept vanaf het begin te steunen. In eerste instantie was er namelijk bij de deelgemeente nogal wat weerstand tegen het ontmoetingscentrum.
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
6
1.4
Financiering
Bij de opening van het ontmoetingscentrum overhandigden wethouder Jantine Kriens, namens de gemeente Rotterdam, en Robert Krul, namens de deelgemeente Prins Alexander, een cheque van 70.000 euro aan de bewonersvereniging (bron: nieuwsbrief mei 2007 ontmoetingscentrum Prinsenhof). Deze subsidie diende als opstart en hulp bij de eerste periode. Het was de bedoeling dat het centrum na twee jaar zelfvoorzienend zou zijn, door onder andere de verhuur van kantoorruimten en ruimten van het gezondheidsdeel en de opbrengst van de activiteiten. In het eerste jaar werd Prinsenhof deel van het Transitieprogramma in de Langdurende Zorg, waarmee Prinsenhof meer ruimte kreeg om zijn concept te verdiepen, verbreden en op te schalen. Het ontmoetingscentrum wordt op dit moment nog financieel ondersteund door een aantal stakeholders. Deze stakeholders zijn twee organisaties in de zorg; Laurens en Pameijer en de wooncorporatie Woonstad Rotterdam. Na drie jaar van experimenteren blijkt dat er structurele ondersteuning van de bewonersvereniging gewenst is. Daarvoor wordt momenteel financiële ondersteuning gezocht bij zorgaanbieders, de gemeente en het zorgkantoor. Het managementteam legt verantwoording af aan deze stakeholders over gebruik en uitgaven van het budget. Naast bijdragen van sponsors, de (deel)gemeente en deelnemende organisaties en (geld)prijzen die Prinsenhof heeft gewonnen, is het nog niet duidelijk hoe de financiering vanaf 2010 geregeld zal worden. Het is belangrijk dat het managementteam manieren vindt om het centrum nog slimmer te organiseren en te financieren. De partijen, Pameijer, Woonstad Rotterdam en Laurens die alle in het managementteam van Prinsenhof zitten, hebben al aangegeven dat ze door willen gaan in 2010, dus het draaiende houden van het centrum moet te realiseren zijn. Sinds 2007 draait het centrum mee als een van de experimenten in het Transitieprogramma in de Langdurende Zorg. Het Transitieprogramma wil nieuwe innoverende oplossingen bedenken voor problemen in de zorg- en welzijnssector waar de huidige voorzieningen geen structurele oplossing voor bieden. Dit is precies wat Prinsenhof doet. In deze nieuwe vorm van zorg verlenen is het perspectief van alle betrokkenen zichtbaar in het businessmodel, genaamd de Maatschappelijke BusinessCase (MBC). Het concept is opgezet in samenwerking met cliënten, participanten en de stakeholders. Het goede aan dit businessmodel is dat de verwachte effecten en de kosten en baten direct zichtbaar worden. Dit is een belangrijk hulpmiddel voor gesprekken met stakeholders en financiers. In de MBC heeft het ontmoetingscentrum zijn groei doorberekend tot het jaar 2013. Het model is niet gebaseerd op realistische gegevens, maar op aannames en verwachtingen rondom kosten en baten. Volgens het model blijkt dat de totale kosten zullen neerkomen op € 514.210,- en de totale opbrengsten op € 207.050,-. Het ontmoetingscentrum komt daarmee op een negatief saldo van - € 307.160,-. Het is dus nodig om genoeg financiële steun van de verschillende stakeholders te behouden. Als naar de maatschappelijke baten wordt gekeken, blijkt Prinsenhof in 2013 ongeveer 1,6 miljoen euro aan
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
7
maatschappelijke baten te realiseren (Morée van Cappellen en Felius, 2009). Welke baten dit precies zijn en hoe dit is berekend, komt in hoofdstuk 4 aan de orde. 1.5
Vergelijkbare initiatieven in Nederland
Vergelijkbare initiatieven in de vorm van ontmoetingscentra voor ouderen en mensen met een beperking bestaan zeker in Nederland. Ook in deze centra ligt de focus op elkaar ontmoeten en bezoekers activeren. Soms zijn de ontmoetingscentra specifiek op een van de doelgroepen gericht, soms richt het centrum zich ook op familie, vrienden en/of mantelzorgers en soms worden de activiteiten aangeboden aan ouderen en mensen met een beperking samen. Toch blijkt Prinsenhof zeer vernieuwend te zijn omdat de bewoners in het centrum de regie hebben. Ontmoetingscentra waar mensen uit de doelgroep bijna volledig de zaak runnen, zijn er nog niet veel in Nederland. Er is wel geprobeerd op andere plekken eenzelfde soort ontmoetingscentrum te openen, maar de belangrijkste obstakels blijken vaak te liggen in het niet kunnen vinden van de juiste mensen en partijen én in de onwil van partijen om de eigen organisatorische belangen opzij te zetten.
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
8
2
De start en voortgang van Prinsenhof
2.1
Totstandkoming
Het idee om een ontmoetingscentrum op te zetten in de wijk Het Lage Land, waar de Prinsessenflats staan, is ontstaan in de periode dat wooncorporatie de Nieuwe Unie, nu Woonstad Rotterdam genaamd, bezig was met de renovatie en modernisatie van de vier Prinsessenflats. Tijdens deze verbouwingen was er een keet neergezet voor bewoners, veelal senioren, om koffie te drinken. Het levensloopbestendig maken van de flats viel samen met de wens van de bewoners om meer samenhang in de buurt te krijgen en met een oproep van het lokale opbouwwerk, Sonor, wie er mee wilden werken aan een betere leefomgeving. Hieruit ontstond overleg tussen Sonor en de Nieuwe Unie. Zij wilden samen alle woningen in de flats seniorenvriendelijk maken, zodat mensen langer in hun huis konden blijven wonen (Sierksma, 2009). Ondertussen hadden de bewoners uit de Prinsessenflats ook contact met het opbouwwerk om de mogelijkheid voor een ontmoetingscentrum te bespreken. Zij wilden wel langer in hun huis blijven wonen, maar ze wilden elkaar ook ergens kunnen ontmoeten. ‘De mensen wilden ook actief zijn en leuke dingen kunnen doen in hun eigen vertrouwde buurt. De mensen komen vanuit de kleine flats hier en hadden behoefte aan een plaats waar ze met elkaar konden afspreken.’ Marc Lansink, lid managementteam Prinsenhof en projectleider Wijken WWI Woonstad Rotterdam
Om mensen echt te laten participeren in de buurt en de samenleving, bleek er meer nodig te zijn dan een goede woning. De Nieuwe Unie en Sonor stonden open voor nieuwe ideeën van de buurtbewoners. Met de wens van de bewoners in het achterhoofd zijn de organisaties op zoek gegaan naar andere partijen die wilden deelnemen aan het project. Al vrij snel waren er zo’n veertig organisaties geïnteresseerd in het idee, maar er vielen er uiteindelijk veel af omdat zij niet wilden bijdragen aan de financiering van een architect.
De overgebleven organisaties, Woonstad Rotterdam, Laurens en Pameijer, vormden een samenwerkingsverband en gingen op zoek naar een plek voor het toekomstige Prinsenhof. De puzzel viel in elkaar toen Pameijer een zelfstandige woongelegenheid wilde creëren voor mensen met een verstandelijke of sociale beperking. Hun groep cliënten woonde indertijd nog in een gezinsvervangend tehuis in de wijk Het Lage Land, en Pameijer wilde deze mensen zelfstandig in de Prinsessenflats laten wonen. Dat lukte toen de Nieuwe Unie besloot het gezinsvervangend tehuis te kopen en hiervan het ontmoetingscentrum Prinsenhof te maken. De 24 cliënten van Pameijer kregen een appartement in een van de Prinsessenflats (Sierksma, 2009).
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
9
2.2
Betrokkenheid van externe partijen
Het ontmoetingscentrum is tot stand gekomen uit een intensief samenwerkingsverband tussen wooncorporatie Woonstad Rotterdam (voorheen de Nieuwe Unie), Pameijer en Laurens. Woonstad Rotterdam heeft als ambitie om in de komende tien jaar haar woningaanbod steeds meer te laten aansluiten op de wensen van de Rotterdamse bevolking. Het is niet alleen belangrijk om goede en betaalbare woningen en aanvullende (woon)diensten te bieden, maar zij hecht ook zeer veel waarde aan de kwaliteit van de woonomgeving. Pameijer richt zich op mensen met een verstandelijk en/of een psychiatrische beperking. Zij biedt aan jongeren, volwassenen en ouderen ondersteuning en advies op het gebied van wonen, werk- en dagbesteding en vrije tijd. Daarnaast is er nog Laurens, de zorgaanbieder voor ouderen. Laurens regelt zorg aan huis, revalidatie of een avondje op stap. Ook Sonor, Stichting Onderneming Opbouwwerk Rotterdam, is betrokken geweest bij de totstandkoming van Prinsenhof. Op dit moment zorgt Sonor nog wel voor een professional voor de ondersteuning, maar is er niet meer als organisatie bij betrokken. Overige betrokken organisaties zijn onder andere de Rabobank, de gemeente Rotterdam, deelgemeente Prins Alexander en Hogeschool Rotterdam. Zij zijn betrokken als dienstverlener, stakeholder of dragen bij in financiën, middelen of kennis. De samenwerking tussen de drie centrale partijen en de bewonersvereniging is zeer belangrijk geweest bij de opstart en de voortgang van het centrum. In de beginfase hebben drie bestuurders van Pameijer, Laurens en Woonstad Rotterdam afgesproken dat wanneer er problemen zouden ontstaan, er altijd een oplossing moest worden gevonden. Iedere partij bleef achter dit idee staan. In deze betrokkenheid tussen de verschillende partijen ligt mede de kracht van het centrum. Hanneke van der Ven, procesmanager, heeft hier een belangrijke rol in gespeeld. Zij nam de wensen en ideeën van de bewoners heel serieus en wilde vanaf het begin dat het project voor en door bewoners werd gerealiseerd. Door hier aan vast te blijven houden en dit continu te herhalen, zijn de betrokken organisaties enthousiast gebleven en hierin meegegaan. Pameijer, Laurens en Woonstad Rotterdam hebben voor Prinsenhof gezamenlijk een convenant opgesteld met daarin de verantwoordelijkheid en afspraken over de besteding van middelen, en afspraken over het risico en de aansprakelijkheden. Alle drie participeren ze in het managementteam en leveren in natura een bijdrage aan de financiële administratie, communicatie en ondersteuning van de organisatie Prinsenhof (Managementteam Prinsenhof, 2008b). Ook de bewonersvereniging van de Prinsessenflats participeert in het managementteam en levert in natura bijdragen aan het dagelijks beheer van Prinsenhof.
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
10
2.3
Organisatie
De kerngedachte dat het ontmoetingscentrum er is voor en door de bewoners, loopt als een rode draad door het centrum. Het eigen belang van de betrokken organisaties en financiers is vanaf het begin ondergeschikt gebleven aan de wensen van de bewoners. Dat blijkt onder andere uit het feit dat de namen van de betrokken organisaties niet terug te vinden zijn binnen het ontmoetingscentrum. Alles wordt onder de naam Prinsenhof gedaan, en of iemand van Pameijer dit doet of van Laurens, dat maakt niet uit. De stappen die de betrokken organisaties willen zetten, worden nauw afgestemd met de bewonersvereniging. De bewoners staan voorop en Prinsenhof moet er voor hen zijn. Om Prinsenhof draaiende te houden zijn de capaciteiten van de bewonersvereniging en de betrokken partijen nodig (Morée van Cappellen en Felius, 2009). De capaciteit van de bewonersvereniging bestaat uit de inzet van vrijwilligers in het dagelijkse beheer en de uitvoering van vrijwel alle werkzaamheden en activiteiten binnen Prinsenhof. Inmiddels kent de bewonersvereniging al meer dan driehonderd leden. De capaciteit van Woonstad Rotterdam, Laurens en Pameijer ligt vooral op management- en bestuursniveau en vrijwilligersbegeleiding. Jeanne Marie Jens, voorzitter van de bewonersvereniging, vormt samen met Bob Janse (Laurens), Marc Lansink (Woonstad Rotterdam), Steven Mersch (Pameijer) en Geertje Morée van Cappellen (Transitieprogramma) het managementteam. Dit team heeft de coördinatie en de begeleiding van het centrum onder zijn hoede. Er is bewust gekozen voor een concept waarin de bewoners centraal staan. Zij hebben samen met de drie betrokken organisaties evenveel zeggenschap over te nemen beslissingen aangaande Prinsenhof. De samenwerking gaat goed doordat eigen belangen van de organisaties ondergeschikt zijn aan
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
11
Prinsenhof. Bovendien proberen de verschillende organisaties ook op allerlei andere vlakken verbindingen met elkaar aan te gaan. 2.4
Werkwijze van het managementteam
Omdat praktische zaken in het ontmoetingscentrum te veel ruimte innamen op de agenda van het managementteam, is begin 2008 besloten om de structuur, cultuur, communicatie en verantwoordelijkheden om te zetten in een ander format. Besloten is om een nieuwe, efficiëntere werkwijze te ontwikkelen in het kader van het Transitieprogramma voor Langdurende Zorg. Verantwoordelijkheden zijn opnieuw verdeeld, er zijn commissies opgericht en er zijn duidelijke samenwerkingsafspraken gemaakt. Binnen Prinsenhof zijn er vier commissies gevormd, die de opdracht hebben om uitvoering te geven aan het jaarlijkse werkplan en de organisatorische kant van Prinsenhof te realiseren. De commissie ‘Ontmoeting’ draagt zorg voor de verhuur van het pand en de zalen, de bar, de keuken en de te organiseren activiteiten. De tweede commissie ‘Financiën’ houdt zich bezig met de financiën. Hun onderwerpen zijn: begroting, omzet, administratieve organisatie, kostenbeheersing en financiële rapportage. De commissie ‘Communicatie en pr’ houdt de website van Prinsenhof actueel, maakt de webkrant en de nieuwsbrief. Zij onderhoudt contacten met de pers en verzorgt de communicatie. De commissie ‘Facilitair en beheer’ heeft als taken het onderhoud van het pand, verhelpen van storingen, opstellen en bewaken van huishoudelijk reglement en gebruikersafspraken, verrekenen van servicekosten, opstellen van huurafspraken en beheer van het gebouw (Managementteam Prinsenhof, 2008b).
Uit het jaarverslag van 2008 blijkt dat Prinsenhof het totale concept van ontmoetingcentrum in de buurt goed heeft uitgewerkt en dat men durft te zeggen dat de identiteit dit jaar volwassen is geworden. De organisatie is verbeterd en de zelfwerkzaamheid van vrijwilligers en medewerkers functioneert. Er zijn voldoende vrijwilligers om de huidige werkzaamheden te kunnen uitvoeren. Er wordt veel gedaan met de professionele ondersteuning (1,3 fte) om het centrum soepel te laten draaien. Door een MBC te maken, is duidelijk in kaart gebracht wat het werk van een vrijwilliger oplevert. Daarbij is de MBC een goed marketingmiddel om andere instanties een idee te geven van de denkwijze achter Prinsenhof. In het kader van het Transitieprogramma zijn er beschrijvingen gemaakt over hoe het centrum loopt en wat er goed gaat, maar ook wat verbeterd kan worden. Er zijn nulmetingen gedaan zodat het managementteam eind 2009 meer informatie heeft over de invloed van Prinsenhof op het langer thuis wonen. In september 2009 is een onderzoek gestart over sociaal isolement. Het managementteam is
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
12
daarnaast bezig te beschrijven hoe het bestuurlijke model verder ontwikkeld kan worden. Ook dit is een moment van evaluatie, volgens Marc Lansink. Daarnaast wordt de MBC beschouwd als een evaluatiedocument en reflecteren het management en de betrokken partijen continu op hun eigen handelen en op de voortgang van het centrum. Tevens wordt een paar keer per jaar een cultuurdag georganiseerd, waarop iedereen die bij Prinsenhof betrokken is, wordt uitgenodigd om het ‘WijPrinsenhof-gevoel’ te versterken. Op deze dagen wordt ervoor gezorgd dat men met elkaar in gesprek gaat, en dat alle neuzen weer dezelfde kant op staan.
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
13
3
Het proces van uitvoering
3.1
De functies van het centrum
Het centrum is méér dan een trefpunt. De meerwaarde van Prinsenhof is het gezamenlijk doorbreken van de anonimiteit bij mensen in de buurt, elkaar ontmoeten en betekenisvol contact hebben. Het hoofdeffect van Prinsenhof is participatie en activering. Deze waardevolle effecten realiseert Prinsenhof door als ontmoetingscentrum laagdrempelig te zijn voor iedereen. Men voelt er zich gewaardeerd en neemt verantwoordelijkheid voor elkaar.
De dagelijkse gang van zaken verloopt goed in Prinsenhof. Er zijn vier vrijwilligers die het centrum openen en sluiten. Het centrum gaat om kwart voor acht open, zodat mensen om acht uur bloed kunnen laten prikken. Tegen negen uur komt de receptie en in de middag komt er een nieuwe ploeg voor de receptie. Er is koffie-inloop, soms zijn er ’s ochtends activiteiten en vergaderingen. De vrijwilligers helpen mee met het verzorgen van de koffie en thee en de lunch voor de vergaderingen. ’s Middags zijn er vaak weer andere activiteiten, waar de vrijwilligers en de Pameijer-cliënten bij helpen. Om vijf uur rondt de middagploeg zijn werkzaamheden af en tussen zes en half acht komen de mensen met een verstandelijke beperking en de senioren die zich hebben ingeschreven voor het avondeten. Alle cliënten van Pameijer eten bij Prinsenhof. Prinsenhof is door verschillende activiteiten vaak tot elf uur ’s avonds open en als er een feestje is, dan gaat het soms zelfs door tot één uur ’s nachts. Ook dan worden de bar en de organisatie gerund door vrijwilligers.
Prinsenhof bestaat uit vijf bouwstenen: ontmoeting, activiteiten, gezondheidsbevordering, buurtcontacten vanuit het buurtteam en verhuur (Morée van Cappellen en Felius, 2009). Met ‘ontmoeting’ wordt bedoelt dat buurtbewoners en Pameijer-cliënten elkaar in het centrum kunnen ontmoeten, koffie kunnen drinken en kunnen bijpraten. Het is een plek voor buurtbewoners met daarin een grand café met bar, een mooie tuin en een maaltijdenservice. De functie ‘activiteiten’ staat voor alle activiteiten die, zo veel mogelijk vanuit de wensen en behoeften van de cliënten en bezoekers, worden georganiseerd. Hierdoor creëert de organisatie vaak veel animo voor de activiteiten. Er worden regelmatig uitstapjes georganiseerd naar tuinen of musea. Veel activiteiten bevinden zich op het vlak van educatie en creativiteit. Er worden themavonden georganiseerd met eten erbij, picknickmiddagen, ochtendgymnastiek, workshops als tassen maken en theater, bingoavonden en nog veel meer. Bezoekers kunnen gebruikmaken van het internetcafé of van de mooie tuin die bij het pand hoort. Sinds kort is er een nieuwe kok, die regelmatig met een aantal geïnteresseerde vrijwilligers gaat kokkerellen of een uitgebreid kerst- of paasdiner maakt.
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
14
Daarnaast biedt het centrum dagbesteding voor mensen met een verstandelijke of sociale beperking en vrijwilligerswerk voor de ouderen. Dit geeft aan beide groepen meer empowerment.
‘Ik heb meer gemeenschapsgevoel gekregen. Ik word erg gewaardeerd en hoor ergens bij. Ik ben best uit een sociale isolement gekomen en hier krijg ik weer nieuwe sociale contacten en ik kan mijn kwaliteiten daarvoor inzetten als vrijwilliger.’ Loes, vrijwilliger Prinsenhof
Om nog meer mensen naar Prinsenhof te trekken, zijn de vrijwilligers steeds bezig om mensen uit de buurt te stimuleren om vaker overdag naar het centrum te komen. Door letterlijk met een vragenlijst bezoekers af te gaan en te vragen wat hun wensen zijn, wil de bewonersvereniging nog beter vraaggericht werken. De derde bouwsteen is ‘gezondheidsbevordering’. Bewoners kunnen in het centrum terecht voor bloedprikken, mensendieck, fysiotherapie, huidtherapie en activiteiten rondom sport en beweging (Sierksma, 2009). Een paar keer per week komt er een sociaal psycholoog. Ook heeft Prinsenhof een consultatiebureau voor ouderen. Dit is het eerste consultatiebureau voor ouderen van Rotterdam en buiten een licht tekort aan financiering, lijkt het erop dat dit een succes wordt.
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
15
Een andere dienst die aangeboden wordt is financieel advies. Iedere woensdagmiddag is er op Prinsenhof een medewerker van de Rabobank aanwezig bij wie bezoekers terechtkunnen. Dit valt niet zozeer onder gezondheidsbevordering, maar onder welzijn.
Met de bouwsteen ‘buurtcontacten’ wil Prinsenhof realiseren dat bewoners en organisaties uit de buurt met elkaar in contact komen om op sociaal gebied een sterke verbondenheid te creëren met elkaar, maar ook op het niveau van onderhoud en afspraken in de buurt. Hierbij worden de buurtbewoners ondersteund door Sonor, opbouwwerk Rotterdam. Door in contact te blijven met de buurtbewoners, wordt een zo optimaal mogelijke omgeving gecreëerd om te wonen, te leren en te werken. Op deze manier draagt de bouwsteen buurtcontacten er ook aan bij dat mensen in de buurt niet vereenzamen en dat zij langer in hun eigen huis kunnen blijven wonen.
De laatste bouwsteen oftewel functie van Prinsenhof is ‘verhuur’. Onder de noemer Prinsenhof Service worden kantoren gehuurd door Laurens, Pameijer en Woonstad Rotterdam. Ze zitten aan dezelfde gang, waardoor er snel geschakeld kan worden en effectieve dienstverlening kan worden gerealiseerd. Hierdoor wordt het langer zelfstandig thuis wonen goed gefaciliteerd. Prinsenhof verhuurt ook zijn vergaderzalen, grand café en de huiskamer voor een feestje of bijeenkomst. Hoewel de verhuur aardig loopt, hoopt Prinsenhof dat er meer gebruikgemaakt zal worden van deze mogelijkheid. Vooral omdat Prinsenhof een behoorlijk deel van haar omzet kan krijgen via deze functie. 3.2
De bezoekers
De meeste bezoekers zijn senioren en mensen met een beperking uit de Prinsessenflats. Hoewel zij de grootste groep vormen, is iedereen welkom om binnen te komen en mee te doen aan de activiteiten. In de Prinsessenflats kent vrijwel iedereen Prinsenhof. De bewonersvereniging hangt regelmatig flyers op in de flats met de activiteiten en evenementen die de aankomende tijd worden georganiseerd. Langzaamaan komen er steeds meer mensen die iets verder weg wonen en die tot dan toe niet van het bestaan van Prinsenhof wisten. Hieruit blijkt volgens Jeanne Marie Jens dat Prinsenhof nog veel meer reclame zou moeten maken. Vooral omdat de bezoekers die niet in de dichtstbijzijnde straten wonen, iets jonger zijn, en ook jongere mensen meenemen. Prinsenhof biedt ook ondersteuning aan mensen met een beperking en aan senioren die niet meer zo mobiel zijn en daardoor minder snel activiteiten buiten de eigen buurt ondernemen. De bewonersvereniging heeft een belangrijke signaleringsfunctie op dit gebied. Wanneer men merkt dat een buurman of buurvrouw nooit buitenkomt, slecht ter been is of niet kan lezen, dan gaat iemand van de bewonersvereniging een keer langs. De persoon wordt opgehaald om naar Prinsenhof te gaan en
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
16
wordt ook weer thuisgebracht. Mede door dit soort ondersteuning kunnen de mensen langer thuis blijven wonen en wordt een sociaal isolement bij senioren en mensen met een beperking voorkomen. 3.3
De vrijwilligers
De vrijwilligers van Prinsenhof zijn buurtbewoners die lid zijn van de bewonersvereniging. De eerste groep vrijwilligers ontstond uit een groepje bewoners die graag een ontmoetingscentrum wilden om elkaar te kunnen ontmoeten, maar het ook leuk vonden om hun vaardigheden en kwaliteiten in te zetten als vrijwilliger. Na de opening van Prinsenhof bleek al snel dat de vrijwilligers meer mankracht nodig hadden om de boel draaiende te houden. Prinsenhof groeide vanaf het begin sterk en het was de bedoeling dat het centrum, met enige professionele ondersteuning, bleef draaien door de inzet van vrijwilligers. Door goede werving waren er in 2007 vijftig vrijwilligers actief. Veel van de vrijwilligers zijn ook bewoners die Prinsenhof in hun vrije tijd bezoeken en die zelf meedoen aan de activiteiten die Prinsenhof biedt. Iedereen uit de buurt die zich wil inzetten en ergens talent voor heeft, is welkom. Hulp is altijd nodig en mensen kunnen al vrij snel aan de slag in het ontmoetingscentrum. De vrijwilligers geven zelf aan wat voor functie of taak ze willen proberen. De vrijwilligerscoach houdt een eerste gesprek met de aankomende vrijwilligers en vertelt wat ze kunnen verwachten van het werk en de collega’s. Alle vrijwilligers tekenen een vrijwilligerscontract. De vrijwilligers krijgen geen vergoeding, ze krijgen wel twee consumpties per dag en soms wordt er een uitje georganiseerd. Vaak ontdekken mensen ook ‘onzichtbare’ talenten van zichzelf in Prinsenhof. Iemand die mooie verhalen schrijft, krijgt dan de kans een artikel te maken over Prinsenhof. Talenten worden gebruikt en nuttig gemaakt. Tegelijk biedt Prinsenhof werktrajecten voor mensen met een verstandelijke of sociale beperking, de cliënten van Pameijer. Op deze manier worden hun kansen op integratie en het opdoen van werkervaring vergroot. Tijdens het werk worden de cliënten gekoppeld aan een vrijwilliger, die gedurende die dienst met hem of haar samenwerkt en een oogje in het zeil houdt. Het werven van vrijwilligers vindt plaats door advertenties te plaatsen op vacaturebanken voor vrijwilligerswerk, in de nieuwsbrief en soms in kranten. In het huidige vrijwilligersteam zitten veel mensen die het spannend vonden om naar Prinsenhof te komen en zich aan te melden als vrijwilliger. De praktijk laat zien dat al deze mensen binnen een paar maanden vriendschappen hebben gesloten en dat zij het werk zien als hun baan. Loes is een van de vrijwilligsters die vrijwel dagelijks bij Prinsenhof aanwezig zijn. Dit had ze niet verwacht toen ze in de wijk kwam wonen:
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
17
‘Een paar jaar geleden had ik het erg moeilijk, vlak nadat ik mijn man was verloren. Mijn schoonzoon, die bij Prinsenhof betrokken is, opperde toen dat ik naar deze wijk moest komen. Ik zag het helemaal niet zitten om naar een wijk te gaan met alleen maar hoge flats. Toch heb ik er geen seconde spijt van gehad. Ik had geen verwachtingen van Prinsenhof, maar het is zo meegevallen en leuk. Ik heb een betaalde baan, maar Prinsenhof is toch de plek waar ik heen ga voor mijn plezier.’
Uit deze reactie blijkt dat sommige vrijwilligers zich bij Prinsenhof aanmelden uit behoefte aan vriendschap, activering en verbondenheid. Dit is precies wat Prinsenhof de buurtbewoners wil bieden.
‘De vriendschappen die ontstaan zijn heel belangrijk. Soms hoor ik iemand zeggen: ‘Ik heb zo’n moeite met de weekenden’ en dan hoor ik later dat een vrijwilligster met een auto die mevrouw een weekend heeft meegenomen naar de zee, en dat ze lekker zijn gaan lopen. Nou, dat vind ik eigenlijk al zo’n groots succes.’ Jeanne Marie Jens, voorzitter bewonersvereniging en vrijwilliger
Om het vrijwilligerswerk aantrekkelijk te maken, liggen er veel verantwoordelijkheden bij vrijwilligers en Pameijer-cliënten. Zij kunnen voor een groot deel zelf sturing en invulling geven aan hun baan. 3.4
De professionals
Hoewel Prinsenhof vrijwel volledig draait op vrijwilligers, er enkele welzijnsprofessionals die de vrijwilligers en het bestuur ondersteunen. Elske Geleedst van Sonor verleent ondersteuning aan het bestuur. Deze ondersteuning bestaat uit hulp bij praktische zaken, zoals het aanvragen van subsidies, het maken van projectplannen, de uitvoering van projecten en het leggen van de juiste contacten (Sierksma, 2009). Lia Geutjes van Pameijer is vrijwilligerscoach. Beide professionals besteden acht uur per week aan het werk in Prinsenhof. Lia werft vrijwilligers en vindt van passend werk voor hen. Ze creëert de randvoorwaarden waardoor vrijwilligers hun werk kunnen uitvoeren. Samen met de vrijwilligers evalueert ze de werkzaamheden en bekijkt ze welke cursussen de vrijwilligers gaan doen. De werkoverleggen met vrijwilligers van de taakgroepen bar, keuken, receptie en tuin worden door Lia voorgezeten en zij ziet erop toe dat iedereen de gemaakte afspraken nakomt. Ook houdt ze individuele gesprekken en als het nodig is bemiddelingsgesprekken. Het is daarom belangrijk dat ze het vrijwilligersbestand en de gespreksdossiers up-to-date houdt. Het coachen en inroosteren van de vrijwilligers wordt ook door haar gedaan. De uitvoering van het verhuurbeleid is een belangrijke taak die Lia samen met de vrijwilligers doet. Reserveringen worden in een overzichtelijk rooster geregistreerd, zodat er geen dubbele boekingen komen voor de beschikbare zalen. Daarnaast voert ze
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
18
overkoepelende taken uit, zoals deelname aan diverse commissies (ontmoeting, verhuur) en het opzetten (samen met betrokkenen uit diverse disciplines) van nieuwe projecten om bijvoorbeeld vereenzaming terug te dringen. Lia stimuleert ook een soepele samenwerking tussen de vrijwilligers en de Pameijer-cliënten. Beide partijen moeten voor elkaar openstaan. Wanneer er knelpunten zijn, zoekt zij met de betrokkenen een oplossing. Zij is het aanspreekpunt voor de vrijwilligers. De vrijwilligers zetten zich in om het de cliënten naar de zin te maken en hun een gezellige middag te verzorgen. Hiernaast zijn er Pameijer-cliënten werkzaam in bijvoorbeeld de keuken of achter de receptie. Deze cliënten worden ondersteund door Esther Droeve. Naast deze professionals is Carola Otterspeer van Laurens gedeeltelijk vrijgesteld om de vrijwilligers en bezoekers te begeleiden bij de activiteiten (Sierksma, 2009). Hoewel het lijkt of de taken van de professionals zijn gescheiden, kunnen alle professionals vrijwel op ieder vlak voor elkaar inspringen. Daarom is het belangrijk om goed met elkaar te communiceren. Het lijkt simpel, maar door de vele partijen binnen Prinsenhof is het systeem redelijk complex.
‘Door de verscheidene verbindingen, is het soms lastig functioneren. Je bent met verschillende mensen op verschillende borden aan het schaken. Het is niet zo dat er één persoon aanwijsbaar is voor iets, het is meer een organisch geheel. Dat is wel eng, want wij denken altijd graag in organisatiemodellen, maar dat is hier niet. Dat werkt hier ook niet, want de vrijwilligers willen het op hun manier. Het is hun tent, dus wij hebben ons maar aan te passen.’ Marc Lansink, lid managementteam Prinsenhof, Woonstad Rotterdam
De cliënten van Pameijer hebben een persoonlijk begeleider en ze krijgen specifieke begeleiding van Esther Droeve tijdens hun werk bij Prinsenhof. Doordat de cliënten zelfstandig in de Prinsessenflats wonen, hebben zij buiten hun werk bij Prinsenhof ook meer behoefte aan persoonlijke begeleiding. Deze begeleiding is vooral gebaseerd op maatwerk. Zo zal de ene cliënt meer behoefte hebben aan een jobcoach, terwijl de ander meer hulp nodig heeft op het gebied van vrijetijdsbesteding. Prinsenhof biedt aan de persoonlijk begeleiders wel de mogelijkheid en de ruimte om hun cliënten te helpen en ondersteunen binnen het ontmoetingscentrum. 3.5
Ondersteuning van vrijwilligers
In de ondersteuning van vrijwilligers is het vooral belangrijk dat de professional met mensen omgaat zoals zij wil dat ze met hem of haar omgaan. De professional gaat uit van de mogelijkheden van mensen en werkt vanuit gelijkwaardigheid en respect. Meer concreet houdt de ondersteuning in dat de professional klaarstaat voor de vrijwilligers en dat mensen naar hem of haar toe kunnen komen als zij iets signaleren, nieuwe ideeën of een probleem hebben. Door de overleggen en individuele
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
19
gesprekken kan de vrijwilligerscoach ondersteuning geven op teamniveau en op individueel niveau. Hierin kijkt de professional samen met de vrijwilliger naar wat er goed gaat en wat er beter kan. Hoewel er veel vrijwilligers werken, zijn er nog niet genoeg om alles draaiende te houden zonder de steun van professionals. Van de vrijwilligers die er zijn, zijn sommigen nu al bijna voltijd met het ontmoetingscentrum bezig. Als de professionele ondersteuning zou ophouden, dan zullen de vrijwilligers alles zelf moeten regelen en onderhouden.
‘Ik denk dat het niet realistisch is dat te denken. Prinsenhof zal altijd een vorm van ondersteuning nodig hebben, omdat je het risico loopt dat er geen lijn meer is en mensen te veel zelf gaan doen zonder overleg. Daarbij komt ook dat niet alle vrijwilligers een (eind)verantwoordelijkheid kunnen of willen dragen en ondersteuning nodig hebben om tot het uitvoeren van hun werkzaamheden te komen. Voor vrijwilligers onderling is het ook lastig om elkaar aan te spreken op gedrag of afspraken. Als daar nog coachen, het voeren van bemiddelingsgesprekken, elkaar aansturen en indien nodig corrigeren bijkomt, dan zullen veel vrijwilligers dit niet als prettig ervaren. Met als gevolg dat mensen wellicht zullen afhaken.’ Lia Geutjes, vrijwilligerscoach Pameijer
Niet alleen de professionals leveren ondersteuning. Aangezien Prinsenhof het idee van een civil society nastreeft, zorgen de vrijwilligers ook voor elkaar en voor de cliënten. Langer meedoen in de samenleving door zelf actief en betrokken te blijven, lijkt te werken binnen Prinsenhof.
‘Een van de vrijwilligers die bijna dagelijks komt, functioneerde naar buiten toe niet erg goed. In plaats van diegene aan de kant te zetten, waren andere vrijwilligers erachter gekomen hoe vreselijk de situatie in zijn flat was. Deze vrijwilligers en een opbouwwerker hebben hem zo bepraat dat ze in zijn flat mochten komen. Ze hebben schoongemaakt en opgeruimd, en ze hebben ontdekt dat er nog geld beschikbaar was voor hem, terwijl hij dit niet wist. Het huis is geverfd, er is nieuwe vloerbedekking gelegd en een nieuw bed gekocht. Een vrijwilliger doet nu zijn administratie. Doordat de vrijwilligers hun schouders eronder hebben gezet, is hij nu zo trots op zijn flat dat hij iedereen heeft uitgenodigd om te komen kijken.’ Jeanne Marie Jens, voorzitter bewonersvereniging
Uit dit voorbeeld blijkt dat civil society op kleine schaal werkt en dat mensen op deze manier kunnen worden ondersteund en betrokken bij de eigen omgeving. Hierbij is het erg belangrijk oprechte
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
20
aandacht te geven. Doordat de vrijwilligers niet vastzitten aan organisatorische kaders en regels, kan er met logisch nadenken, simpele oplossingen en beperkte middelen veel gedaan worden. 3.6
De toekomst
De bedoeling is dat het centrum in de toekomst zelfvoorzienend gaat worden. Het gaat bij Prinsenhof immers om een civil society; actief burgerschap, het terugdringen van sociaal isolement, stimuleren van sociale cohesie en het langer kunnen wonen in de wijk, doordat buurtbewoners voor elkaar zorgen. Dit betekent dat de aanwezige professionals steeds meer de taak zullen krijgen van ambulant begeleider en daarna helemaal zullen verdwijnen. Door de complexiteit van Prinsenhof, zien de meeste vrijwilligers en betrokken professionals dit (nog) niet zitten. De organisatie zet alles op alles om de professionals voorlopig te houden. Ook omdat er angst bestaat dat het vertrek van professionals gevolgen heeft voor de gezondheid en de motivatie van de vrijwilligers zelf.
Prinsenhof ontwikkelt zich nog steeds en laat dit zien door continu aandacht te geven aan uitbreiding van het vrijwilligersaantal en de ontwikkeling van nieuwe projecten die als doel hebben de eenzaamheid in de wijk terug te dringen. Zo is men bezig met het opzetten van het project Samen over de drempel. In dit project gaan vrijwilligers met een psychotherapeut de wijk in om bij mensen aan huis langs te gaan om meer bekendheid te geven aan Prinsenhof, maar vooral om buurtbewoners hun eigen mogelijkheden te laten zien om buitenshuis activiteiten te doen om eenzaamheid te vermijden. Nog een andere manier om achter de voordeur te komen is het project Buurtteam, waarmee het managementteam in de nazomer van 2009 start. Het project is erop gericht het gezamenlijk overleg te verbeteren tussen de organisaties die samen in het gebouw van Prinsenhof zitten, om zo beter in kaart te brengen wat zich allemaal afspeelt achter de voordeuren in de flats. Daarnaast zou Prinsenhof meer allochtone wijkbewoners bij het centrum willen betrekken en denkt het managementteam erover zich aan te sluiten bij Fit & Spleisure, waardoor ze meer ruimte krijgen en meer bewegingsactiviteiten kunnen organiseren voor de bezoekers. Als laatste is er in de zomer van 2009 een zomeractieplan gemaakt, waarin de inrichting van het besturingsmodel is besproken en subsidieaanvragen zijn gemaakt voor het ministerie van VROM, de gemeente, organisaties als de GGD en het Zorgkantoor. Op deze manier blijft het managementteam zoeken naar manieren om Prinsenhof in de toekomst steeds verder te kunnen verbeteren.
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
21
4
Maatschappelijke effecten
Om de effecten te meten die het ontmoetingscentrum bewerkstelligt, wordt er in de periode 2009-2013 een onderzoeksprogramma uitgevoerd. Vrijwilligers en medewerkers van Prinsenhof onderzoeken met studenten Hogeschool Rotterdam de effecten. De methodiek die hiervoor wordt gebruikt is het zogeheten actieonderzoek. Hogeschool Rotterdam en Drift (Dutch Research Institute For Transitions) begeleiden dit onderzoek. 4.1
Resultaten bij bezoekers en vrijwilligers
Hoewel men dus nog bezig is met het meten van de effecten, ziet men in de praktijk al veel resultaten bij verschillende partijen. Resultaten bij vrijwilligers en bezoekers lopen uiteen van het sluiten van nieuwe vriendschappen tot het krijgen van meer zelfvertrouwen over hun eigen kunnen en kennen. Veel vrouwelijke vrijwilligers hebben nooit gewerkt en het vrijwilligerswerk bij Prinsenhof is hun eerste baan. Ook het volgen van een cursus en het krijgen van een certificaat is voor sommige mensen een hele prestatie. Dat kan heel belangrijk zijn voor de eigenwaarde van deze vrijwilligers.
‘Prinsenhof heeft voor vrijwilligers en bezoekers een belangrijke functie (in de wijk). Vrijwilligers voelen zich weer belangrijk, hebben een (nieuw) doel in hun leven, gaan nieuwe sociale contacten aan, zitten beter in hun vel en voelen zich nuttig voor hun omgeving en medemens. Onderling zijn er diverse vriendschappen ontstaan.’ ‘Voor bezoekers is Prinsenhof een veilige haven in de wijk. Een plek waar mensen kunnen komen om een hapje of een drankje te nuttigen, elkaar kunnen treffen of kunnen meedoen aan een activiteit.’ Lia Geutjes, vrijwilligerscoach Pameijer
Of mensen ook echt langer thuis kunnen wonen door Prinsenhof, is lastig te meten, maar het lijkt erop dat het ontmoetingscentrum en de vrijwilligers hier zeker aan bijdragen. Prinsenhof heeft de resultaten die het ontmoetingscentrum tot nu toe heeft opgeleverd nog beperkt in kaart gebracht. Het lijkt erop dat er veel effecten zijn op vrijwilligers-/cliëntniveau, zoals verbetering van de kwaliteit van leven, vergroten van de zelfredzaamheid en het creëren van goodwill en samenwerking tussen senioren en Pameijercliënten. In het kader van het Transitieprogramma heeft Prinsenhof in 2008 een aantal realistische aannames berekend over de resultaten die het ontmoetingscentrum in de aankomende jaren zal boeken. Deze aannames zijn getoetst bij en door cliënten, stakeholders en de bewonersvereniging. Wat eenzaamheidsgevoelens betreft, verwacht men bij ouderen een afname van 30 procent. Hetzelfde
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
22
percentage verwacht men voor de afname van depressiviteit bij ouderen. Ook zijn er aannames gemaakt over gezondheidseffecten bij bezoekers. Bij zo’n 50 procent van de bezoekers traden er gezondheidseffecten op, wat neerkomt op ongeveer 792 mensen. Of deze effecten realiteit zijn, is nog niet gemeten. Het percentage sociaal geïsoleerde zorgmijders dat door het buurtteam is bereikt, ligt volgens de aannames op 85 procent. Dit is een behoorlijk aantal. 4.2
Resultaten voor de professionals en betrokken organisaties
Door de continue aandacht voor communicatie en de centrale plek van samenwerking in de organisatie, hebben samenwerkingspartners en professionals geleerd om te gaan met verschillende organisaties, disciplines en mensen. De professionals moeten continu de behoeften en belangen van de verschillende partijen in de gaten houden en dit levert hun een soort flexibiliteit op. Ze leren alle aspecten van het centrum soepel te laten lopen, zonder daarin mensen te kort te doen. In de afgelopen jaren is Prinsenhof gegroeid. Het Transitieprogramma heeft hier deels aan bijgedragen, en dit levert resultaten op voor het managementteam . Door het programma heeft men het totale concept van Prinsenhof en de organisatie erachter verder kunnen uitwerken in de MBC, en heeft men zich zo ontwikkeld. Mede hierdoor is de relatie van Prinsenhof met de domeinen welzijn en zorg verhelderd, en is de afhankelijkheid van de relatie met partners en stakeholders in beeld gebracht. Door de ontwikkeling die afgelopen jaren heeft plaatsgevonden, kan Prinsenhof bestaan als een professioneel ondersteunde vrijwilligersorganisatie en ziet men dat Prinsenhof een middel is voor langdurende zorg. 4.3
Resultaten voor de buurt
Het is prettig dat Prinsenhof meerdere functies heeft. Wanneer wijkbewoners het spannend vinden om in hun eentje naar het café te gaan, dan kunnen zij via een andere route, zoals een bezoekje aan het consultatiebureau of de financieel adviseur, de stap naar Prinsenhof nemen. Ook door een goed signaleringsnetwerk weten steeds meer mensen Prinsenhof te vinden, en wordt vereenzaming onder senioren in de wijk teruggedrongen. Op dit moment is 55 procent van de bewoners in de wijk betrokken bij het ontmoetingscentrum. Mensen die eenmaal bij Prinsenhof betrokken zijn, vinden makkelijker aansluiting bij anderen en hebben een meer open houding naar elkaar. Als men nu via via hoort dat een buurtbewoner iets nodig heeft, dan gaan ze eropaf en zorgen ze dat het geregeld wordt. Veel vrijwilligers helpen ook de wijkbewoners die nog niet bij Prinsenhof komen met een klusje of met het oplossen van een probleem. Ook de professionals van Pameijer zijn vrijwel altijd in de flat te vinden. Pameijer heeft van iedere bewoner het telefoonnummer en de sleutel. Zij springen in als iemand hulp nodig heeft of als iemand zich een poosje niet heeft laten zien. Ook maken zij met de bewoners
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
23
afspraken over maaltijden, geldzaken en andere zaken die geregeld moeten worden. Op deze manier is vrijwel niemand in de flats onzichtbaar. Uit een interview met een lid van het managementteam blijkt dat mensen in de wijk elkaar meer gedag zeggen, elkaar kennen en elkaar helpen. Meer verbondenheid in de buurt is een van de punten waar Prinsenhof zich actief mee bezighoudt. Zo organiseren de vrijwilligers binnenkort een evenement waarbij iedereen uit één flat wordt uitgenodigd voor een hapje en een drankje bij Prinsenhof. Mensen leren daardoor zowel hun naaste buur, als Prinsenhof kennen. 4.4
Resultaten voor de financiers en beleidsmakers
Wanneer er wordt gekeken naar de financiële opbrengst die is berekend in de MBC vallen de volgende zaken op. Door Prinsenhof worden cliënten met een beperking naar betaalde arbeid geleid, en blijft de leefbaarheid in de buurt behouden. Hierdoor dalen de huizenprijzen niet. Door vanuit het ontmoetingscentrum te werken aan gezondheidsbevordering in de eerste lijn, worden verpleeghuisopnames en dure tweedelijnszorg voorkomen.
In de MBC, die begin 2008 is opgezet, staan de (toekomstige) maatschappelijke effecten, baten en opbrengsten van Prinsenhof beschreven voor de samenleving. Dit rendement is berekend vanuit ‘oorzaak-gevolgredenaties’ en de uit Engeland overgewaaide ‘social return on investment’-methode. In bespreking met stakeholders is de waarde van de positieve (en negatieve) effecten van Prinsenhof bepaald in 2008 (Morée van Cappellen en Felius, 2009). De stakeholders zijn partijen die zorg, wonen en welzijn verlenen of bekostigen in Rotterdam, zoals zorgaanbieders, de gemeente en het Zorgkantoor. Op basis van deze berekening realiseert Prinsenhof ongeveer 1,6 miljoen euro aan maatschappelijke baten in 2013. De baten groeien mee met Prinsenhof en zijn gecorrigeerd voor ‘negatieve effecten’ zoals oorzakelijke eerdere interventies, effecten die ten koste gaan van andere dienstverleners en de effecten die zonder Prinsenhof ook waren opgetreden. Deze effecten zijn verwerkt in een rekenmodel, waarin de maatschappelijke rendementen zichtbaar worden. Het gehele model staat in de MBC van 2008 (Morée van Cappellen en Felius, 2009). Een deel van de berekende effecten en baten die Prinsenhof zal realiseren zijn weergegeven in de volgende tabel;
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
24
Gebieden waarop Prinsenhof maatschappelijke effecten en
Berekende bespaarde
baten realiseert
financiën in 2013
1.
Contacten type vraagwijzer: verlenen van informatie en advies
€ 34.407
2.
Nieuw geworven vrijwilligers in kader Wmo-beleid
€ 17.340
3.
Cliënten met arbeidsplaats / betaalde arbeid
€ 204.388
4.
Kostenbesparing door hoog dienstenniveau/infrastructuur
€ 21.600
5.
Voorkomen verpleeghuisopnames door alternatief aanbod
€ 172.463
6.
Woningen teruggedrongen leegstand
€ 59.590
7.
Stijging woningwaarde door wijkverbetering Prinsenhof
€ 72.500
8.
Bereik X aantal sociaal geïsoleerde zorgmijders door buurtteam
€ 36.800
9.
Afname X aantal mensen dat zich depressief voelt
€ 63.383
10.
Afname X aantal mensen dat zich eenzaam voelt
€ 33.804
Volledige tabel zie: Managementsamenvatting maatschappelijke Business Case (MBC) Ontmoetingscentrum Prinsenhof 2009
Uit de tabel blijkt dat de ontwikkelde steunstructuur van Prinsenhof de samenleving veel woon-, zorgen welzijnskosten bespaart. Het netto maatschappelijk rendement van Prinsenhof is hierbij ‘zuinig’ in kaart gebracht. Op basis van literatuur en ervaringen is de verwachting dat het maatschappelijk rendement kan verdubbelen. In de praktijk wordt er enigszins getwijfeld of deze voorstelling werkelijkheid aan het worden is, maar als je kijkt naar de aandacht en prijzen die het concept krijgt, dan gaat het ontmoetingscentrum met zijn idee van civil society wel de goede kant op, en behaalt het zeker ook zijn doelen. 4.5
Overdraagbaarheid van het project
Hoewel Prinsenhof een businessmodel heeft, zit een groot deel van het succes in de betrokkenheid en inzet van de vrijwilligers en de betrokken organisaties. Het is daarom niet goed te zeggen of het concept goed overdraagbaar is. Prinsenhof kan wel anderen inspireren en stimuleren om de ideeën en de opzet over te nemen. In het kader van het Transitieprogramma is men nu gesprekken aan het voeren om het concept in twee andere wijken te introduceren. Wat de Prinsessenbuurt echter zo uniek maakt, is dat er op één vierkante kilometer 2900 senioren wonen, die zelf met het idee voor een ontmoetingscentrum zijn gekomen. Het vinden van een andere locatie is niet makkelijk. Kern is dat bewoners in de andere wijken een actieve bijdrage willen leveren en verantwoordelijkheid willen nemen
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
25
in en voor de buurt. Een ander uniek punt is dat betrokken organisaties Prinsenhof altijd rugdekking hebben gegeven. Dit zijn cruciale ingrediënten voor het succes van het centrum. Betrokkenen denken na over de vraag hoe het concept is over te dragen.
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
26
5
Voorwaarden en professionaliteit
5.1
Voorwaarden
Een aantal factoren is onmisbaar om Prinsenhof tot een succes te maken. Een belangrijke voorwaarde is dat er genoeg buurtbewoners zijn die zich willen inzetten als vrijwilliger, dat zij een open houding hebben ten opzichte van senioren en mensen met een verstandelijke of sociale beperking, en dat er organisaties zijn die bijna onbaatzuchtig ondersteuning willen geven aan de bewoners. Daarvoor is minimaal een organisatiemodel nodig waarin de bewoners centraal staan.
Prinsenhof draait op dit moment op minimale mankracht van vrijwilligers, professionals en bestuurders om alles goed te kunnen laten verlopen. Hoewel er veel vrijwilligers zijn en er een managementteam en een aantal professionals is, is elke kracht nodig. Sommige vrijwilligers zijn bijna voltijd aanwezig en dan nog is er genoeg te doen. Op z’n minst één van de vier vrijwilligers die het centrum openen en sluiten moet altijd aanwezig zijn. Daarnaast zijn er vrijwilligers en cliënten nodig voor de activiteiten, de receptie, de keuken en de bar. Ook de professionele ondersteuning is nodig. Als de professionals weg zouden vallen, zullen vele vrijwilligers overuren moeten draaien en wellicht overwerkt raken. Dit gaat uiteraard tegen de gehele denkwijze van Prinsenhof in.
Het centrum draait op minimale financiële middelen en soms merken de betrokkenen dat bepaalde zaken op communicatiegebied en technische voorzieningen in het gebouw hierdoor in het nauw komen. In 2010 zal het budget onder andere de ondersteuning van de bewonersvereniging, de activiteiten, cursussen, de drank en voedselvoorraden moeten bekostigen. Wat er naast gefinancierd zal moeten worden, ligt ook aan hetgeen Prinsenhof in de toekomst wil bereiken. Er is een wisselwerking tussen de beschikbare financiën en de wensen van de bewoners en het managementteam. Het is de ambitie om quitte te draaien, maar dat is tot nog toe nog niet gelukt. Op dit moment krijgt Prinsenhof geen subsidie van de overheid. Ze hebben wel een aanvraag gedaan bij gemeente Rotterdam en deelgemeente Prins Alexander, alsmede het Zorgkantoor. Het managementteam heeft zichzelf aangeleerd om slim te kijken naar (het verkrijgen van) financiën en om zo efficiënt mogelijk met financiën om te gaan. 5.2
Professionaliteit
De professionals die in Prinsenhof werken zijn niet in dienst van Prinsenhof, maar werken vanuit hun eigen moederorganisaties. Een functieprofiel voor een goede professional bestaat dus niet in
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
27
Prinsenhof, maar de volgende houdingsaspecten en vaardigheden zullen zeker helpen om bij Prinsenhof te passen en om het werk goed te kunnen uitvoeren: •
invoelend vermogen, openstaan voor mensen;
•
organisatie- en improvisatievermogen;
•
stressbestendigheid;
•
capaciteiten om samen te werken;
•
inzicht en overzicht.
Wat Prinsenhof vooral van de professionals verwacht, is dat zij zich inzetten om de aantrekkelijke open sfeer binnen Prinsenhof te behouden. De professionals moeten goed kunnen samenwerken met verschillende partijen en ze moeten daarnaast flexibel zijn. Voor sommige vrijwilligers is het werk in Prinsenhof leuk voor ‘erbij’ en dan kan het voorkomen dat iemand op het laatste moment een dienst afzegt of iets niet kan regelen. Dit vraagt een zekere flexibiliteit om de agenda te kunnen omgooien om toch de zaken op orde te krijgen. Het hebben van een specifieke opleiding is niet belangrijk in de samenwerkingsrelaties tussen vrijwilligers en professionals. De professionals moeten openstaan voor de expertise, talenten en levenservaring die bij de vrijwilligers aanwezig zijn. Daarbij is het belangrijk dat de professionals de touwtjes in de handen van de vrijwilligers laten. Dit vraagt aanpassingsvermogen van de professionals. Ze moeten afstand bewaren tot het werk van de vrijwilligers, maar er ook zijn wanneer de vrijwilligers vragen hebben die ze zelf niet kunnen beantwoorden.
Hoewel de eisen niet hoog zijn, moeten ook de vrijwilligers een open houding hebben naar, affiniteit hebben met en zich kunnen verplaatsen in oudere buurtgenoten en mensen met een verstandelijke of sociale beperking. Als zij daar om een of andere reden niet gemotiveerd voor zijn, dan is Prinsenhof voor hen geen geschikte plek om te werken. De vrijwilliger moet iemand zijn die makkelijk contact kan leggen en die goed kan luisteren. Ook moeten de vrijwilligers minimaal één dagdeel per week beschikbaar zijn. Een andere belangrijke eigenschap van de vrijwilliger is dat hij of zij een brug wil vormen tussen de bewoners van de wijk en de bestaande hulp- en dienstverlening. Het is handig als iemand al bepaalde ervaring heeft, bijvoorbeeld met het beantwoorden van de telefoon of het verwelkomen van mensen. Maar is dit niet het geval, dan valt er altijd nog bij te leren.
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
28
6
Ten slotte
Voor de beschrijving van deze good practice hebben we interviews afgenomen met de voorzitter van het managementteam Prinsenhof, de voorzitter van de bewonersvereniging, de vrijwilligerscoach, de projectleider en een vrijwilliger. De betrokkenen bleken hun kritische blik op het geheel nog niet zijn verloren. Zij streven nog steeds naar verbetering van het concept en versterking van sommige functies van het ontmoetingscentrum. Nog niet alles loopt altijd even soepel tussen de verschillende betrokken organisaties, en ook de financiering van 2010 is nog niet rond. Maar de passie en betrokkenheid voor Prinsenhof is er nog volop. Met het Transitieprogramma is geprobeerd het concept en de maatschappelijke kosten en baten te meten. Maar het meten is niet het belangrijkste, volgens Marc Lansink. Je moet het centrum zien als een organisme. Niet als een meetbaar concept, waarbinnen de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening het belangrijkste aspect is. Het zijn de mensen – de bezoekers, vrijwilligers en cliënten – die het belangrijkst zijn. Het is een gezellige, knusse omgeving, waar mensen zich goed moeten voelen, en waar de betrokkenen zich graag voor inzetten. Vanuit die visie zien het managementteam, de bewonersvereniging, de vrijwilligers en de professionals dat Prinsenhof een unicum is. Prinsenhof ziet er niet uit als een bejaardencentrum of als een instituut. Het is er gezellig, het interieur is er mooi en comfortabel en de mensen zijn vriendelijk. In andere woorden, het plaatje klopt, en daardoor is Prinsenhof een succes. Op de vraag of Prinsenhof blijft, wordt volmondig ‘ja’ gezegd. Het is leuk om van Prinsenhof deel uit te maken en er bij te horen. En deze boodschap moet zeker nog verder worden verspreid.
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
29
7
Bronnen
Literatuur Lansink, Marc Jaarplan 2009 Prinsenhof. Rotterdam: najaar 2008
Managementteam Prinsenhof Convenant Stichting Beheer Ontmoetingscentrum Prinsenhof en Transitie-experiment 2008-2009 Prinsenhof. Rotterdam: 2008a
Managementteam Prinsenhof Organisatie en werkwijze MT Ontmoetingscentrum Prinsenhof 2008. Rotterdam: 30 januari 2008b
Morée van Cappellen, Geertje en Peter van Felius Managementsamenvatting maatschappelijke Business Case (MBC) Ontmoetingscentrum Prinsenhof. Rotterdam: 17 maart 2009
Sierksma, Peter Prinsenhof Rotterdam. Ontmoetingscentrum als bindmiddel voor de wijk. In: Verhalen bij het Transitieprogramma in de Langdurende Zorg. Rotterdam: TPLZ, 2009
Internet www.actiz.nl www.invoeringwmo.nl www.kenniscentrumwonenzorg.nl www.nieuwrotterdamstij.mediarotterdam.nl www.ontmoetingscentrumprinsenhof.nl www.tplz.nl www.zorgvoorbeter.nl Interviews Marc Lansink, voorzitter managementteam ontmoetingscentrum Prinsenhof Jeanne Marie Jens, voorzitter bewonersvereniging en vrijwilliger Lia Geutjes, vrijwilligerscoach Ontmoetingscentrum Prinsenhof Geertje Morée van Cappellen, projectleider transitie-experiment Prinsenhof, expert Transitieprogramma Loes, vrijwilliger ontmoetingscentrum Prinsenhof
Utrecht, November 2009 * Ontmoetingscentrum Prinsenhof in Rotterdam
30