De Vrijwilliger i n
O v e r i j s s e l
Kijken, doen, beleven! JeugdNatuurClub De Weerribben
Werkende mensen denken dat ze geen tijd hebben landgoed Hof Espelo
De nadruk ligt op wat je wél kan
e-Portfolio en de competentieadviseur
Gered door buurtbewoners... en gedragen door vrijwilligers: Tuindorpbad Hengelo
De Vrijwilliger | zomer 2012
D e
V r i j w i l l i g e r
|
z o m e r
2 0 1 2
1
2
De Vrijwilliger | zomer 2012
De Vrijwilliger i n
JeugdNatuurClub
Een middag op pad met de boswachter en een broeihoop maken voor de ringslang. Een greep uit de activiteiten van JeugdNatuurClub De Weerribben.
O v e r i j s s e l
inhoud
6
overzichtskaart Overijssel
de Tower Snör’n
Steenwijk
Gehuld in felrode uniformen met gouden strepen en hoeden zorgen de Zwolse Tower Snörr’n overal voor
kop van Overijssel Salland Twente Vechtdal Beleidsinformatie nov.2010 nr.10299364
Hardenberg
Zwolle
een feestje. Raalte Almelo
16
Deventer
Een bijzondere groep voor scouts met een lichamelijke beperking komen iedere week bij elkaar in een aangepaste blokhut in Holten.
24
Enschede
Bureau Integratie
Nieuwkomers in Steenwijkerland helpt asielzoekers hun weg te vinden in de samenleving.
22 en verder:
Hengelo
Scouting St. Joris
Charleen van der Vechte over Social Media 4 Glaas’n Hoes in Geesteren 8 Trekkertrek in Tubbergen 10 Interview Rob de Jong, directeur VCD 14 Competentieadviseur Gertia Hemminga 26 Overijsselse Vrijwilligersprijs 2012 28 Column 32
Tuindorpbad Hengelo
Het was eind jaren 80 toen de gemeente het Tuindorpbad in Hengelo wilde sluiten. De bewoners protesteerden en vrijwilligers dragen sindsdien zorg voor het unieke bad.
Landgoed Hof Espelo
Een prachtig natuurgebied met bos, klein grasland, twee beken, boerderijen, een landhuis uit de jaren 20 en een boerenerf.
20
12
colofon
Redactie: Alie Zandstra, Jan Pellegrom, Marten Schulp, Anne ten Vergert en Frans van Ginkel Eindredactie: Team Alles Begint Vrijwillig Foto’s: Cees Elzenga, Rob Voss en Nationaal Park Weerribben-Wieden Idee en samenstelling: Arcon | Azelosestraat 25 | 7622 NC Borne
[email protected]
De Vrijwilliger | zomer 2012
3
tekst Frans van Ginkel | foto’s Rob Voss
Alles delen met je doelgroep “Via Facebook, Twitter en blogs zijn gewone burgers de bepalende factor geworden” Boven de deur van Tuinstraat 34 in Zwolle staat in vette letters ‘Mosterdfabriek’, maar er wordt al lang geen mosterd meer gemaakt. Een van de gebruikers van het pand is tegenwoordig de Bind Academie, een bedrijf dat ondernemers ondersteunt bij het werken met sociale media. Charleen van der Vechte van de Bind Academie vindt dat ook vrijwilligersorganisaties zich niet kunnen permitteren om niet op sociale media actief te zijn. Charleen zegt dat het publiek nu aan de macht is. “Via Facebook, Twitter en blogs zijn gewone burgers de bepalende factor geworden en daar moeten organisaties iets mee. Met alleen een website red je het tegenwoordig niet meer. Een site is eenrichtingsverkeer, je kan zelfs zeggen dat een site statisch is. Je laat zien wie je bent en wat je doet maar daar blijft het bij. Een site is ‘zenden’. Met Facebook en Twitter ga je in gesprek met je doelgroep. Als een organisatie nieuwe vrijwilligers zoekt dan kan je dat bijvoorbeeld door een oproep met een Twitter-bericht en als je vraagt om dat bericht door te sturen, te retweeten, dan kan dat een olievlek worden en komt je oproep bij misschien wel tienduizenden mensen binnen. Met Facebook ga je nog verder want daar kan je alles delen met je doelgroep. Je bouwt als vrijwilligersorganisatie op Facebook aan je relatie met jouw specifieke doelgroep. Wat werkt, is dat je als organisatie je passie overbrengt. Dat kan met foto’s, met video. Je bent niet bezig om je Kijk ter inspiraties eens op: www.crowdaboutnow.nl en www.voordekunst.nl De Bind Academie biedt o.a. praktische workshops op het gebied van sociale media en heeft twee boekjes uitgegeven die beginners met sociale media op weg kunnen helpen: ‘Zakelijk Twitteren voor Beginners’ en ‘Ik.nl’ dat gaat over hoe je jezelf op online kunt profileren.
4
De Vrijwilliger | zomer 2012
organisatie te verkopen maar je investeert in de relatie met je fan. Betrek je fans vanaf het eerste moment bij een plan. Deel dat dan vanaf het begin met je fans op Facebook. Je neemt de mensen uit je doelgroep direct mee met jouw idee. Zo kan dat idee een gezamenlijk idee worden waar je samen aan werkt.” Charleen vindt het belangrijk dat organisaties zich informeel opstellen. “Wees persoonlijk. Je ziet dat een groot bedrijf als Vodafone berichten op Twitter afsluit met de initialen van de medewerker die het bericht gemaakt heeft. Het bericht komt dan van een persoon in plaats van, van een bedrijf. Ik denk dat vrijwilligersorganisaties gewoon aan de slag moeten. Je komt er vanzelf achter wat er wel en wat er niet werkt. En krijg je reacties, tips of ideeën binnen, reageer dan meteen, dat wil zeggen binnen 24 uur want daarna heeft het geen zin meer. Met sociale media geef je je organisatie een gezicht en dat is belangrijk. De doelgroep weet wie je bent, waar je voor staat en wat je doet. Denk ook eens aan een evenement. Daar kan je mensen voor uitnodigen en dat zien anderen en die denken dan weer ‘daar moet ik bij zijn’ want hij of zij gaat er ook heen. Je moet je organisatie zien als een merk en er voor zorgen dat mensen zich aan dat merk willen verbinden. Niet iedereen hoeft zich meteen te melden als vrijwilliger, mensen kunnen ook heel positief zijn over jouw organisatie en zij zijn dan een ambassadeur voor jouw organisatie. Als laatste noemt Charleen crowdfunding. “Als je geld nodig hebt voor een activiteit kan je de mensen die jou volgen op Twitter of de fans op Facebook, vragen om financieel bij te dragen. Een mooi voorbeeld, vind ik een mevrouw die geen geld had om haar slijterij te verhuizen. Op internet heeft ze een ton bij elkaar gescharreld. Zoek maar eens ‘slijterijmeisje’. Dat kan voor vrijwilligersorganisaties natuurlijk ook werken. Eigenlijk is de boodschap simpel: zorg dat je interactief online bent, begin er gewoon mee en je zult zien dat het werkt, zeker als passie je drijfveer is.
De Vrijwilliger | zomer 2012
5
tekst Evelien Dommerholt | foto’s Nationaal Park Weerribben-Wieden
JeugdNatuurClub De Weerribben
Kijken, doen en beleven! Een middag op pad met de boswachter, knutselen, een broeihoop maken voor de ringslang… het zijn een paar van de vele activiteiten van JeugdNatuurClub De Weerribben. Elke maand opnieuw kunnen kinderen de natuur beleven dankzij acht vrijwilligers die zorgen voor een spannende, actieve en vooral gezellige middag. De Vrijwilliger gaat op bezoek bij twee vrijwilligsters van de club: Tjallien Muis en Els Heiberink. Tjallien is vrijwilligster vanaf de start van de club en Els is er in 2008 bij gekomen. Eenmaal binnen bij Tjallien valt direct de liefde voor de natuur op. In de vensterbank ligt sierlijk het vel van een ringslang, gevonden in een broeihoop, vlak voor de deur van haar woning. Het idee voor de JeugdNatuurClub is ontstaan in 1993. De IVN-afdeling Noordwest Overijssel, Staatsbosbeheer en het Nationaal Park Weerribben-Wieden merkten dat er voor kinderen te weinig was te beleven in de natuur en besloten hier wat aan te doen. Er werden vrijwilligers gezocht en na een wervingsactie op scholen ging de JeugdNatuurClub van start. En met succes! Momenteel telt de club ongeveer vijftig kinderen, die tijdens de activiteiten verdeeld worden over twee groepen. De Natuurvosjes zijn de kinderen van 7-10 jaar en de Natuurvlinders zijn de iets oudere kinderen van 10-12 jaar. Maar de JeugdNatuurClub is niet alleen voor de allerkleinsten. Veel
6
De Vrijwilliger | zomer 2012
18-jarigen blijven als juniorranger betrokken bij de club. Het doel van de JeugdNatuurClub is kinderen de natuur te laten beleven en ze enthousiast te maken over alles wat er maar te vinden is in de natuur. Geen droge theorie, maar actief bezig zijn. Buiten zijn, kijken, graven, zoeken, ontdekken en vinden! Tjallien en Els stralen als zij vertellen over de club. Tjallien vertelt vol passie hoe zij haar liefde voor de natuur van haar vader heeft mee gekregen. “Altijd samen op pad, struinen door velden, op zoek naar wat de natuur geeft op dat moment.” Els vertelt dat de club naast de inzet van vrijwilligers ook erg afhankelijk is van de betrokkenheid van de ouders. “De activiteiten vinden plaats in en rondom De Weerribben en daarom moeten goede afspraken gemaakt worden om de kinderen daar te krijgen.” Alle acht vrijwilligers van de JeugdNatuurClub zijn IVN-natuurgids. Er wordt regelmatig overlegd en nieuwe ideeën vliegen daarbij over tafel. Erica van het Nationaal Park Weerribben-Wieden is als adviseur van de club de enige betaalde kracht. Zij is de expert als het over het nationaal park gaat en weet waar te komen en of je er mag komen. De leidende kracht van de vrijwilligers is Paula Stuart. Zij regelt de notulen, legt contacten
met het bezoekerscentrum, is penningmeester en regelt bij slecht weer een overdekte ruimte bij Staatsbosbeheer. De natuur beleven, daar draait het om. Leuke thema’s als ‘het verschil tussen de pimpelmees en de koolmees’ en ‘wind’ worden bedacht om daar invulling aan te geven. Tjallien licht toe: “Ga maar op je rug liggen en beleef de wind. Wat doet wind? Wat merk en zie je? Of we gaan een middag op pad met een rattenvanger of we houden een survivalmiddag. Alles is mogelijk.” Een belangrijk doel van de middagen is het bieden van structuur aan kinderen en uitleggen hoe de natuur in elkaar zit. Kinderen gooien bijvoorbeeld snel en graag dingen als stenen in een sloot. Maar wat gebeurt er als je dat doet? Misschien raak je wel net een dier.
Het IVN steunt de activiteiten met een kleine bijdrage. Maar niets weerhoudt het team ervan om zeer creatieve oplossingen te bedenken om op die manier toch van alles voor elkaar te krijgen! Els wijst op het belang van het kijken en leren van andere clubs met vrijwilligers. Ze hebben elkaar nodig. Vooral de juniorrangers worden nog wel eens ingezet bij andere clubs, waardoor een hechte samenwerking ontstaat tussen verschillende vrijwilligersprojecten. In september start het nieuwe seizoen van de JeugdNatuurClub De Weerribben met een startactiviteit waarbij iedereen welkom is. Het seizoen start op 12 september 2012 van 14.00 tot 16.00 uur. Nieuwsgierig? Kijk dan op www.np-weerribbenwieden.nl of mail naar
[email protected].
De Vrijwilliger | zomer 2012
7
PJO ZOMERFEESTEN tekst Martijn Reinink | foto’s Cees Elzenga
Glazen Huis-actie vriendengroep Geesteren Het is ons flink boven ’t hoofd gegroeid Er is al behoorlijk wat volk op de been, zo tegen de middag, op het festivalterrein bij Geesteren. Op het zonnige terras voor het podium heeft een groep motorrijders een rij tafels in beslag genomen, terwijl een stel kinderen het luchtkasteel onveilig maakt. In een afgezonderde hoek naast de grote tent zitten Diederik, Sander en Martijn in Spalinks Glaas’n Hoes. In navolging van de jaarlijkse vastenactie van 3FM presenteren zij vanuit een glazen huis een radioshow, terwijl ze al dagen leven op sapjes. “En bier”, voegt Bernd ter Groot, een van de organisatoren van de actie, er lachend aan toe. “Dat doen ze dan weer niet bij 3FM.” Met de actie willen de dj’s zo veel mogelijk geld ophalen voor Stichting Kinderen en Kansen.
8
De Vrijwilliger | zomer 2012
De Glazen Huis-actie is opgezet door een groep vrienden uit Geesteren, vertelt Bernd. Een van de vrienden stelde het voor (“omdat we gewoon eens zo’n actie wilden organiseren”) en vervolgens is het “ons flink boven ’t hoofd gegroeid”. De vrienden – een man of vijftien – werken allemaal vrijwillig aan de actie mee: als dj, geldteller of barman. “Al het geld gaat naar het goede doel.” De zendmast, het terrein van het Spalink, de bouwketen, de aggregaten: alles is gesponsord door organisaties die betrokken wilden zijn. En ook aan artiesten geen gebrek: onder meer Henk Wijngaard en Armand maakten hun opwachting. Daarnaast hebben mensen uit de buurt eigen initiatieven opgezet. “Motorclub De
TWEELUIK
Pölle heeft vanmorgen een route uitgezet. Het inschrijfgeld daarvoor hebben ze aan ons gedoneerd. En er kwam een loonwerker langs die wel een dag loonwerk wilde aanbieden voor de veiling.” Alle opbrengsten van die veiling, later deze dag, gaan ook naar het goede doel. “We hopen dat we 10.000 euro ophalen. Nou ja, we hopen natuurlijk eigenlijk op meer.” Alsof zijn woorden het hebben uitgelokt, komt plotseling een van de organisatoren naar Bernd toe. Er staan inmiddels geen 36, maar al 43 items op de veilinglijst. Overigens staan er verschillende mensen te trappelen om even met hem te praten. De vriendenclub heeft hem namelijk min of meer per ongeluk gekozen tot voorzitter, vertelt hij. Wanneer we afsluiten, is hij dan ook binnen de kortste keren weer druk met andere dingen. Jonge meiden, oma’s met kleinkinderen, hun gezichten plakkerig van de suikerspin: iedereen is in een opperbeste stemming als de veiling begint, maar velen vallen toch even stil als de voorzitter van Stichting Kinderen en Kansen vertelt waarom hij de stichting heeft opgericht. Zijn eigen kinderen kregen op jonge leeftijd het Sanfilippo-syndroom, waardoor ze lichamelijk en geestelijk razendsnel
aftakelden. Zijn oudste dochter is hij al lang kwijt, vertelt hij terwijl hij er maar net in slaagt zich goed te houden, en de jongste ook bijna. Het verhaal maakt indruk: als de veiling begint, duurt het niet lang voor er enorme bedragen geboden worden. Zeventig euro voor een kinderfiets. Vijftig euro voor een handhoog geschilderd beeldje van een kalf, het symbool van Stichting Kinderen en Kansen. Op de veilinglijst staan ook VIP-kaarten voor de skybox van FC Twente, een luchtballonvaart en twee minuten gratis winkelen bij Albert Heijn. Het laatste item brengt een enthousiaste reactie teweeg uit de menigte, hoewel ik me heimelijk afvraag of je met het uiteindelijk geboden bedrag niet net zo goed betaald zou kunnen winkelen. Maar het is de moeite waard: als de dj’s die avond tegen etenstijd uit het glazen huis wandelen, heeft de vriendengroep meer dan 15.000 euro opgehaald. Volgend jaar weer dus? Bernd kijkt bedenkelijk. “We hebben het er wel over gehad... maar eh...” Hij grijnst opnieuw: eerst maar even uitrusten.
Stichting Kinderen en Kansen zamelt geld in voor onderzoek naar de zeldzame en dodelijke kinderziekte van Sanfilippo. Deze stofwisselingsziekte veroorzaakt hersenschade, waardoor een kind vroegtijdig dement wordt, gedragsstoornissen ontwikkelt en lichamelijk steeds verder achteruitgaat. De ziekte openbaart zich rond het tweede levensjaar en de meeste kinderen worden niet ouder dan 25. De stichting is opgericht door ouders van Sanfilippo-kinderen. Zij leiden de stichting vrijwillig: alle opbrengsten gaan naar het onderzoek. Dat vindt plaats bij het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam.Voor het onderzoek is zo’n 80.000 euro per jaar nodig.
De Vrijwilliger | zomer 2012
9
PJO ZOMERFEESTEN tekst Martijn Reinink | foto’s Cees Elzenga
Trekkertrek Tubbergen Gretige vrijwilligers geven het evenement extra jeu Bier, patat en ronkende tractoren. Het zijn de ingrediënten voor een feestdag in Tubbergen: de Trekkertrek. Jaarlijks georganiseerd door de plaatselijke AJK (Agrarisch Jongeren Kontakt). Ruben ter Braak, voorzitter van de vereniging, ontpopt zich vandaag op de wedstrijddag naar eigen zeggen tot manusje-van-alles. “Vrijwilligers maken hier de sfeer, waardoor bezoekers elk jaar terugkomen.”
Voordat Ruben acht jaar geleden voorzitter werd, organiseerde AJK Tubbergen al drie of vier jaar geen Trekkertrek meer. De komst van Ruben en enkele andere bestuursleden betekende een verjonging. Zij bliezen de Trekkertrek nieuw leven in. Evenals de vereniging zelf. “We trekken steeds meer jonge agrariërs, ook uit delen van de gemeente waar we nog geen leden hadden.”
Eenmaal op de baan, met de sleepwagen achter je tractor, kun je maar twee dingen doen: gassen en schakelen, op het juiste moment. Wil je je winstkans vergroten, dan moet je in de voorbereiding je eerste slag slaan. Ruben wijst naar de weegbrug: “De gewichtsverdeling, daar kun je het verschil mee maken. De fanatiekelingen spelen daarmee; door bijvoorbeeld net even vijftien kilo extra op de neus van de tractor te doen.”
AJK Tubbergen telt zo’n 50 leden, allen tussen de 16 en 35 jaar. De Trekkertrek is hét hoogtepunt van het jaar, maar de vereniging doet meer dan dat. “We behartigen de belangen van onze leden, al is dat geen speerpunt. Wel zitten we voor de lokale verkiezingen altijd met de politieke partijen om de tafel. Daarnaast organiseren we in de wintermaanden thema-avonden. Dan komt er bijvoorbeeld een accountant vertellen hoe je een boekhoudrapport leest.”
Zelf behoorde Ruben, toen hij in het verleden eens meereed, tot de categorie ‘voor de gezelligheid’. “Gewoon lekker knallen op de tractor, mooi wark.” De mannen die uitkomen in de hoogste klasse - op basis van gewicht van de tractor - willen maar één ding: winnen. Ruben heeft een ander doel: een geslaagd evenement voor de 170 deelnemers en het publiek. “En met de verkoop van het bier en de patat verdienen we een leuk extraatje voor AJK Tubbergen.” Daar moet de vereniging het van hebben, want de entree is gratis. “Zo houden we het laagdrempelig. We zitten hier aan de doorgaande weg, dus mensen die langsrijden, kunnen spontaan even komen kijken.” Elk jaar verwelkomt de organisatie zo’n 1.500 á 2.000 bezoekers. Dat betekent voor het bestuur van AJK Tubbergen vele uren voorbereiding. Ruben: “De laatste jaren werken we met draaiboeken, dat scheelt een hoop tijd.”
10
De Vrijwilliger | zomer 2012
Want boer zijn is tegenwoordig meer dan op een tractor scheuren en koeien melken. “De gemiddelde MKB’er zal schrikken van hoeveel wij ondernemer moeten zijn om boer te kunnen zijn.” Dat verklaart mede het belang van het AJK. “We willen leren van elkaar. Welke keuzes maakt de pluimveehouder en welke de akkerbouwer? En waarom? Kennisoverdracht. Netwerken. En het gewoon gezellig hebben met elkaar.” Tijdens de Trekkertrek zijn de bestuursleden van AJK Tubbergen als vrijwilligers aanwezig. “In de jury, bij de weegbrug, noem maar op. Voor de patat- en de bierkraam hebben we andere mensen weten te strikken. Het totaal aantal vrijwilligers vandaag: een man of dertig. Echt een eenheid. We passen bij elkaar.” Daarin schuilt volgens Ruben ook de kracht van dit evenement. “Een frisse, gretige groep vrijwilligers maakt hier de sfeer. Zij geven de Trekkertrek extra jeu, waardoor bezoekers elk jaar terugkomen.”
TWEELUIK
De Vrijwilliger | zomer 2012
11
12
De Vrijwilliger | zomer 2012
tekst Frans van Ginkel | foto’s Cees Elzenga
Werkende mensen denken dat ze geen tijd hebben Landgoed Hof Espelo Noordelijk van Enschede ligt Landgoed Hof Espelo, een prachtig natuurgebied met bos, klein grasland, twee beken, boerderijen, een landhuis uit de jaren 20 en een boerenerf. In het koetshuis heeft de stichting Landschap Overijssel haar natuurinformatiecentrum gevestigd. Lizet de Roo (26) werkt er als vrijwilliger. Vanmiddag is er vrije inloop voor kinderen. Meer dan drie kwartier voordat de activiteit begint staan er al moeders, een enkele vader en vooral opa’s en oma’s en kinderen te wachten. “Straks”, zegt Lizet, “hebben we een open inloop. Het thema vandaag is ‘waterbeestjes’. We gaan met de kinderen naar een watertje op het landgoed en ze kijken met een schepnetje wat voor beestjes er in het water leven.” Gelukkig schijnt de zon, dus kunnen de kinderen naar buiten. Maar, ook bij slecht weer kan iedereen bij het natuurinformatiecentrum terecht. Zo is er voor het waterbeestjes kijken een aquarium voorhanden. Lizet: “Daar hebben we alle beestjes ingedaan die ook in de watertjes op het landgoed zitten. Toch is het hier bij goed weer veel leuker. Als het regent, dan kan je niet spelen in de bosspeeltuin. Vandaag kunnen de kinderen na het programma nog lekker klimmen en bouwen.” Lizet heeft op dit moment relatief veel tijd om vrijwilligerswerk te doen. “Je wordt hier ingeroosterd.
Je kan zelf aangegeven wat je wilt en hoe vaak je beschikbaar bent. In principe ben ik hier twee keer per maand een middag, maar omdat ik het erg leuk vind ben ik er wat vaker, ik denk wel elke week een middag. Eigenlijk was ik al heel lang van plan om vrijwilligerswerk te gaan doen, maar het kwam er maar niet van. Ik zette de eerste stap niet. Volgens mij geldt dat voor heel veel mensen. Mensen met een baan denken algauw dat ze helemaal geen tijd hebben om daar vrijwilligerswerk naast te doen.” “Ik krijg heel veel terug voor het vrijwilligerswerk dat ik hier doe”, vertelt Lizet. “Ik geniet door dit werk veel meer van de natuur. Ik leer mijn eigen omgeving beter kennen en kan ook anderen, de bezoekers van het natuurinformatiecentrum, er iets over vertellen. Dat vind ik echt prachtig.” Haar ogen beginnen te twinkelen. “Ook als heel weinig tijd hebt, kun je hier iets komen doen. Al is het één middag in de maand! We hebben hier ook mensen die klusjes doen en zelfs mensen die alleen maar meedenken over wat we hier doen en hoe we dat doen. Die bedenken leuke dingen. Kortom, kom gewoon eens kijken, dan hebben we het erover. Of kijk eens op de site www.landschapoverijssel.nl. Als je iets met natuur hebt, dan ga je het hier geweldig naar je zin krijgen.”
De Vrijwilliger | zomer 2012
13
tekst Frans van Ginkel | foto’s Rob Voss
Vrijwilligerswerk verdient zich dubbel en dwars terug I n t e r v i e w m e t R o b d e Jo n g
Rob de Jong is directeur van de VCD, de Vrijwilligerscentrale Deventer. Rob geeft al vele jaren leiding aan die organisatie. Corebusiness van de VCD is het ondersteunen bij het werven van vrijwilligers maar ook – en dat in toenemende mate – het ontwikkelen van vrijwilligersbeleid. Rob staat bekend als een man met een heldere mening die niet te beroerd is om die mening te geven. Waarom zijn vrijwilligers belangrijk voor onze samenleving? Zonder vrijwilligers bestaat er bijvoorbeeld helemaal geen verenigingsleven. Vrijwilligers zijn belangrijk en eigenlijk worden ze alleen maar belangrijker. Verenigingen klagen toch alleen maar over leden die consumeren, alleen maar komen sporten en verder tot niks bereid zijn? Ik denk in kansen. Een deel van de verenigingen klaagt inderdaad steen en been over leden die veel te weinig doen. Je moet je leden in deze tijd uitdagen om in de vereniging te investeren. Wil je blijven bestaan is dat noodzakelijk. Je moet daar beleid op maken en vanuit visie je vereniging anders inrichten, dáár gaat het om. Met hoeveel uur inzet van vrijwilligers kan de vereniging blijven bestaat. Deel dat door het ledenaantal en je weet wat je aan je leden moet vragen. Verenigingen die de uitdaging zien, gaan het redden. Voor degenen die dat niet zien, zie ik het somber in. Is het zo simpel? Als je er in slaagt om je leden te mobiliseren, gaat het goed? Dat is het natuurlijk niet alleen. De structuur van je club moet helder zijn. De taakverdeling binnen
14
De Vrijwilliger | zomer 2012
de verenging moet voor de leden duidelijk zijn. Mensen moeten weten wat er van ze verwacht wordt. Dat betekent ook dat je een duidelijke website moet hebben, dat je actief bent in de Social Media. Je moet vindbaar zijn, een gezicht hebben. Nogmaals, besturen die dat niet doen, gaan het niet redden. Blijf het doen zoals je altijd deed en er is geen toekomst voor je vereniging. En als je dat doortrekt naar de samenleving als geheel? Als de wethouder de kwaliteit van de lokale samenleving wil behouden, kan dat niet zonder te investeren in het vrijwilligerswerk. Er moet ondersteuning zijn en ik vind dat daar een vrijwilligerscentrale of /steunpunt bij nodig is. Clubs en verenigingen moeten hun leden actief zien te krijgen, ze moeten nieuwe vrijwilligers zien te werven en er komen veel mensen met een uitkering beschikbaar want de tijd dat je uitkering kreeg zonder dat je daar iets voor deed, is ook voorbij. Mensen met een uitkering worden richting het vrijwilligerswerk geleid. Je ziet ook dat re-integratietrajecten via het vrijwilligerswerk gaan. En ook resocialisatietrajecten. Als er geen organisatie is die dat coördineert, krijg je chaos.
“Verenigingen die de uitdaging zien, gaan het redden” Dat betekent waarschijnlijk ook dat er geld vrijgemaakt moet worden? Ik heb een simpele rekensom voor je. Als er hier in Deventer 30.000 vrijwilligers zijn, en die zijn er! Die vrijwilligers zijn vier uur per week actief – ik houd het bewust laag aan want waarschijnlijk is het meer – en ze zijn 44 weken per jaar actief. Dan kom je afgerond op 5,3 miljoen uur per jaar. Als je die uren gaat kapitaliseren dan kom je op onvoorstelbare bedragen uit. Mijn stelling is dat investeringen in het vrijwilligerswerk – ik vermijd het woord ‘subsidie’ – dubbel en dwars terug verdiend worden. De tijden dat gemeenten hun betrokkenheid afkochten door jaarlijks een feestavondje voor de vrijwilligers te houden, is echt voorbij. Ambtenaren en wethouders die nog in de sfeer denken, zijn gewoon niet geschikt voor hun taak. Wij mogen ons in Deventer gelukkig prijzen wat dat betreft. Hoe maak jij aan jouw gemeente duidelijk dat jij je geld waard bent? Met de rekensom die ik net noemde want in
deze tijd kom je er niet met woorden, je moet aantonen wat je rendement is. De VCD doet dat met SROI, dat staat voor Social Return On Investment. Een methode die er voor zorgt dat wat je doet meetbaar is. Meetbaar in geld. Laten zien wat een investering in onze organisatie oplevert. We doen een project waarin buurtbewoners trainen om andere buurtbewoners te activeren. We hebben uitgerekend dat iedere Euro die in dat project is gestoken 1,43 Euro heeft opgeleverd. Je moet dus duidelijk maken dat je geld oplevert in plaats van kost? Daar ben ik heilig van overtuigd. Het vrijwilligerswerk is een heel eigen domein aan het worden. Dat merk ik ook wel doordat er kapers op de kust zijn. Zorginstellingen en welzijnsinstellingen willen zich ook graag profileren als deskundigen op het gebied van vrijwilligerswerk. Het wordt steeds duidelijker dat het domein geld oplevert en dus gaan zij zich er mee bemoeien. Ik denk dat we op moeten passen dat anderen er niet met het vrijwilligerswerk mee vandoor gaan.
De Vrijwilliger | zomer 2012
15
tekst Marjolein Schurink | foto’s Cees Elzenga
Dweilen met de Tower Snörr’n in Voorthuizen Niet de handicap, maar het talent staat in de schijnwerpers Gehuld in felrode uniformen met gouden strepen en hoeden met pomponnetjes zorgen de Zwolse Tower Snörr’n overal voor een feestje. De Vrijwilliger pikte een optreden van dit bijzondere dweilorkest mee tijdens de Nationale Kampioenschappen Dweilorkesten in Voorthuizen.
16
De Vrijwilliger | zomer 2012
De Vrijwilliger | zomer 2012
17
Midden op het Bunckmanplein op een zonovergoten zaterdagmiddag in Voorthuizen galmen vrolijke klanken tussen het publiek door. Dagjesmensen verdringen zich voor een plekje op het terras. Niet voor een tafeltje in de zon, maar voor het stel muzikanten midden op het plein: de Tower Snörr’n. Een bijzonder dweilorkest dat voor de ene helft uit vrijwilligers bestaat en voor de andere helft uit jongens en meiden met een verstandelijke beperking. Vooraan op het terras wiegt Harry Schoemaker, organisator van de Nationale Kampioenschappen Dweilorkesten, vrolijk mee als de Tower Snörr’n ‘Van voor naar achter, van links naar rechts’ inzetten. Schoemaker: “Ik geniet hier elk jaar weer van. Kijk toch eens wat voor plezier er van die koppies straalt!” Al acht jaar op rij brengen vele muziekgroepen op verschillende locaties in Voorthuizen hun kunsten ten gehore en strijden ze om de titel Kampioen Dweilorkesten. Toch blijven de Tower Snörr’n steevast favoriet bij Schoemaker. “Ik vind het prachtig om te zien hoeveel ze genieten van al die aandacht. Let maar eens op de jongen links, met de tuba. Hij staat daar in volle concentratie en kijk! Die glimlach als hij even weer op de tuba heeft geblazen. Prachtig toch?” 18
De Vrijwilliger | zomer 2012
Na dit feestelijk optreden is het voor de Tower Snörr’n tijd om naar de volgende locatie te gaan. In het midden van de groep steekt vrijwilliger en trompettist Berry van Kleef letterlijk met kop en schouders boven het gezelschap uit. Zijn donkere stem weerklinkt over het plein als hij de jongens en meiden bij elkaar roept. Samen lopen ze naar een witte muziekkapel een straat verderop. Trommelaar Marloes veegt over haar voorhoofd. “Pfff, plakkende haren”, roept ze. “Nou zeg dat wel”, puft Berry. “Het is behoorlijk warm in die pakken, maar we doen het met plezier.” De Tower Snörr’n zijn een mooi voorbeeld hoe mensen met een beperking meetellen in de maatschappij. Niet de handicap, maar het talent staat in de schijnwerpers. “Toch zal plezier altijd op één staan en muzikaliteit op twee”, benadrukt Berry. “Want voor de jongens en meiden is dit gewoon een leuke dag uit. Neem Marloes, zij heeft het hier al weken over. En als je haar dan ziet genieten, dan is dat het allermooiste compliment.”
“Kijk toch eens wat voor plezier er van die koppies straalt!”
Bij de muziekkapel nemen de Tower Snörr’n even pauze in de schaduw van een grote beuk. De jongens en meiden kijken aandachtig naar de concurrentie, die nog aan het spelen is. Jeroen voelt de spanning stijgen: “We moeten wel ons best doen zo, want dan kunnen we winnen!” Deze goedlachse jongen slaat al tien jaar met plezier op de trommel bij de Tower Snörr’n. Hij heeft dan ook al veel mooie momenten meegemaakt. “Elk jaar hebben we ons eigen Mega Muziek Spektakel en Rom-bom-bom festival. Dan treden we op met grote artiesten.” Marloes vult aan: “En dan mogen we ook meedansen en zingen.” Ja, wie denkt dat de Tower Snörr’n kleine jongens zijn, heeft het mis. Sterker nog: ze zijn al jaren bekend van radio en tv en treden op met de crème de la crème van het Nederlandstalige lied. Marloes somt op: “Marianne Weber, Thomas Berge, Frans Bauer, Dennie Christian, Harm Wolters, Jan Smit; we hebben ze allemaal al gehad.” Maar voor de vrijwilligers komt er meer bij kijken dan een leuk optreden. Berry: “Ik moet de cliënten begeleiden, helpen aankleden en zelfs medicijnen toedienen.” Daarnaast organiseert Berry ook het Rom-bom-bom festival voor een publiek van 900 man. “Ik leg alle contacten, regel het geluid, boek de artiesten. En dat mag wat kosten hoor, dat regelen. Je wilt mijn telefoonrekening
niet zien! Maar wat geeft het. Ik zie het niet als verplichting, het is mijn hobby.” Een hobby die Berry zo aan het hart ging dat hij twee jaar geleden zelf in de zorg is gaan werken. “Ik was timmerman en werd door rugklachten afgekeurd. Door de Tower Snörr’n was de link met de zorg snel gelegd. Als ik 25 jaar geleden had geweten hoe leuk dit werk was, dan had ik dit veel eerder gedaan. Ik heb er elke dag plezier van.”Dat plezier is niet onopgemerkt gebleven bij de jongens en meiden. Jeroen lacht van oor tot oor: “Berry is echt een topper. Ik kan heel erg met hem lachen.” Hij schiet uit zijn stoel en stapt meteen op Berry af: “Berry, ik heb net gezegd dat jij een topper bent!” Berry fronst zijn wenkbrauwen: “Ach, slijmbal!” Waarna beiden in de lach schieten.
Tower Snörr’n zoekt nieuwe leden Ken je iemand die graag zijn talent wil laten zien in plaats van zijn handicap? Of lijkt het je zelf leuk om als vrijwilliger mee te blazen in deze groep enthousiaste muzikanten op bijvoorbeeld de sousafoon, bariton, trombone of trompet? Meld je dan aan op www.towersnorrn.nl.
De Vrijwilliger | zomer 2012
19
tekst Martijn Reinink | foto’s Cees elzenga
Ik hou van zwemmen en van mensen Tuindorpbad Hengelo Het was eind jaren ’80 toen de gemeente het Tuindorpbad in Hengelo wilde sluiten. De reden: bezuinigingen. Bewoners uit de wijk Tuindorp protesteerden en kregen het voor elkaar. Het natuurbad mocht blijven bestaan. Sindsdien wordt het Tuindorpbad gedragen door vrijwilligers. Tijdens de zwemvierdaagse nam De Vrijwilliger een kijkje. Het is dinsdagavond, bijna acht uur. De zwemmers van de vierdaagse verlaten het Tuindorpbad. De één nog in een natte zwembroek, de ander al gedoucht en aangekleed. De tweede dag van de zwemvierdaagse, die hier voor de zesde keer in het natuurbad plaatsvindt, zit erop. “Tot morgen”, klinkt het keer op keer. Vrijwilligers Bep Reits en Ben Bos zitten bij de uitgang. “Ik ken hier veel mensen”, zegt Ben, “maar Bep kent echt bijna alle bezoekers.” En alle bezoekers, dat zijn er veel. Aan de zwemvierdaagse doen dit jaar 131 mensen, onder wie veel kinderen, mee. Tijdens het zwemseizoen, dat loopt van 15 mei tot 15 september, bezoeken 10.000 tot 20.000 mensen het Tuindorpbad. Bep: “Daarbij zijn we natuurlijk afhankelijk van het
20
De Vrijwilliger | zomer 2012
weer. Drie jaar geleden, met die hittegolf, hebben we wel eens 800 bezoekers op een dag gehad. Dan was het: één eruit, volgende erin.” Dit jaar heeft de zon zich nog niet vaak laten zien. Al betekent dat niet dat de liefst 65 vrijwilligers van het Tuindorpbad stil zitten. Als Bep gevraagd wordt hoeveel uren ze steekt in haar werkzaamheden voor het bad, schiet ze in de lach. “Wil je dat echt weten? Nou, ’s winters vergaderen we met het bestuur. Dan ga ik de roosters maken. Voor de drie badmeesters (de enige betaalde krachten hier, red.) en alle vrijwilligers. Als het seizoen begint, ben ik hier elke ochtend om tien uur. Ach, ik heb de tijd.” Voorheen werkte Bep 35 jaar op een peuterspeelzaal in de buurt. Sommige ouders die met hun kind naar de zwemvierdaagse komen, kent Bep nog van toen zij zelf kind waren. Ben is al sinds jaar en dag beroepsvrijwilliger. Eerder hielp hij bij een atletiekvereniging. “Daar ontfermde ik me over kinderen die wat verlegen zijn. Dat doe ik graag, daar haal ik plezier uit en dat probeer ik hier soms ook te doen. Kinderen helpen uit hun schulp te kruipen.”
Zoals elke vrijwilliger heeft ook Bep een drijfveer om te doen wat ze doet. “Het kost veel energie, maar het is dankbaar werk. Ik hou van zwemmen en van mensen. En dit natuurbad moet gewoon blijven bestaan. Het heeft een sociale functie in de wijk. Ik wil dat een moeder ziet: daar kan ik mijn kind met een gerust hart achter laten.” Dan springt Bep in de benen. Het is niet de eerste keer dat iemand haar even nodig heeft of haar ‘even komt lenen’. Ondertussen citeert Ben - die hier zelf tien jaar als vrijwilliger werkt - een collega-vrijwilliger: “In het Tuindorpbad zit Lourdes water, het houdt je gezond. Dat zit ‘m in het zwemmen, bewegen is gezond, maar ook en misschien wel vooral in het sociale contact dat mensen hier hebben.” Bep bevestigt als ze terug is: “Sommige mensen hebben weinig sociaal contact, maar door hier als vrijwilliger te helpen, zijn ze toch op een leuke manier onder de mensen. Deze week nog meldde een nieuwe vrijwilliger zich aan; hij is hier net komen wonen. Een geweldige manier om in te burgeren.”
De Vrijwilliger | zomer 2012
21
tekst Frans van Ginkel | foto’s Cees Elzenga
Bureau Integratie Nieuwkomers Steenwijkerland Het Bureau Integratie Nieuwkomers helpt asielzoekers hun weg te vinden in de samenleving. Mensen uit niet-West-Europese landen die in Nederland asiel aanvragen, mogen vanaf het moment dat ze een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen niet langer in een asielzoekerscentrum blijven wonen. Alle Nederlandse gemeenten en woningcorporaties zijn verplicht om deze mensen opvang te bieden. In de gemeente Steenwijkerland zorgt het Bureau Integratie Nieuwkomers dat deze groep mensen zijn weg vindt in de lokale samenleving.
Yvonne Stavenuiter sociaal cultureel werker/coördinator
“Je moet mensen accepteren zoals ze zijn en geduld hebben, want niet iedereen kan direct duidelijk maken wat er aan de hand is” 22
De Vrijwilliger | zomer 2012
“Mensen door die gigantische papierwinkel heen loodsen, dat is een belangrijk onderdeel van de hulp die we bieden. Mensen hebben een woningbezichtiging, ze moeten een huurcontract tekenen en zich inschrijven in de gemeentelijke basisadministratie, een uitkering aanvragen en een lening organiseren om hun huis in te richten. Is dat allemaal rond, dan gaan ze met vrijwilligers naar de kringloopwinkel voor de meubels, het gasfornuis en de wasmachine. En dan komen nog de zaken als zorgtoeslag, huurtoeslag en kinderbijslag. En hoe zit het met de huisarts, de tandarts en eventueel de school? En dan moeten mensen – het is maar een voorbeeld – ook nog leren hoe wij ons afval scheiden: grijs, groen, glas, papier. Als je uit Afrika komt weet je ook niet dat het in Nederland niet gebruikelijk is om je frituurvet weg te gooien op het achterplaatsje in de tuin. Kortom, we regelen eigenlijk alles voor ze en met ze. Het formele, maar ook zeker het informele.”
Saidi Muziga Inmiddels is hij zes jaar in Nederland. Saidi Muziga uit Burundi kan zich redelijk goed uitdrukken, voor wie zich een beetje wil concentreren op zijn Nederlands. “Ik praat met Yvonne of met mevrouw Ytje. Over brieven die ik krijg of over problemen met de asielaanvraag. Met alles wat ik zelf niet weet of begrijp , kom ik hier naar toe. Ik kom hier meestal drie keer in de week. Mevrouw Ytje doet alles voor mij.”
“Mevrouw Ytje doet alles voor mij” Ytje Spoelstra, vrijwilliger “Ik help graag mensen, dat vind ik mooi en ik heb er de tijd voor. Wat mensen ook vragen, als het maar enigszins kan, probeer ik het voor ze en met ze te regelen. We houden drie keer per week spreekuur en dan kan het erg druk zijn. Het gaat soms over luchtige zaken, een briefje vertalen of duidelijk maken dat iets geen officiële brief is maar gewoon reclame. Maar het kan ook gaan over hele fundamentele zaken, denk maar aan een uitzetting. Dat is echt heel pittig. Lastig om van je af te zetten. Het is dan echt niet zo dat je naar huis gaat en alleen maar denkt: ‘Jammer …’. Dit werk kost echt tijd om te verwerken. Wat je ook merkt, is dat onze mensen kwetsbaar zijn. Ze weten niet hoe het hier werkt, er wordt hen bijvoorbeeld een veel te duur telefoonabonnement aangesmeerd. Dat kost veel geld, geld dat ze niet hebben. En dus zitten ze zonder dat ze het zelf weten meteen al in de schulden. Dat draait dan uit op een betalingsregeling, of soms lukt het ook om dingen terug te draaien. We investeren in zelfredzaamheid, maar dat valt niet mee.”
“We investeren in zelfredzaamheid, al valt dat soms niet mee”
Jelske Oosterhof, stagiaire Deltion College Zwolle “Ik volg de opleiding Sociaal Maatschappelijke Dienstverlening en ik ben hier toevallig terechtgekomen via een docent. Het bevalt me heel goed. Ik vind de mensen waar we voor werken erg leuk en ze zijn heel dankbaar voor wat je voor ze doet. Ik heb hier geleerd dat je mensen moet accepteren zoals ze zijn en geduld moet hebben, want niet iedereen die hier binnenloopt kan direct duidelijk maken wat er precies aan de hand is. Je moet weten wat hun vraag is, dan pas kan je helpen. En dat kost soms tijd.” De Vrijwilliger | zomer 2012
23
24
De Vrijwilliger | zomer 2012
tekst Frans van Ginkel | foto’s Cees Elzenga
Brutaler in de goede zin van het woord B.E. St. Joris Overijssel in Holten Er was – zoals hij het zelf zegt – een dramatische oproep voor nodig om Cris Freriks aan het vrijwilligerswerk te krijgen. Inmiddels is Cris 13 jaar actief bij Scouting, in het bijzonder bij B.E. St. Joris Overijssel. B.E. staat voor Bijzondere Eisen: een groep voor scouts met een lichamelijke beperking. Iedere week komen scouts bij elkaar in een volledig aangepaste blokhut in Holten. Er zijn vier groepen die iedere maand een keer een ‘opkomst’ hebben. Ook de vrijwilligers zijn er een keer in de maand. Het gaat dan wel meteen om 24 uur; van zaterdagmiddag twee uur tot zondagmiddag twee uur). De scouts komen vooral uit Overijssel maar er komen er ook uit Gelderland, Flevoland en Drenthe. “Er zijn vier groepen, met elk een andere leeftijdsopbouw”, vertelt Cris. “Alles wat je kunt bedenken qua handicap hebben we in huis: van blind tot zwaar motorisch gehandicapt. We hebben voor iedereen plek. De enige voorwaarde is dat je een lichamelijke beperking hebt.” Ik ben bij Scouting terecht gekomen toen de groep het echt heel moeilijk had, er waren veel te weinig vrijwilligers. In de krant stond dat de groep zou worden opgeheven als er geen nieuwe vrijwilligers zouden komen. Van huis uit heb ik geleerd dat je ‘iets moet doen’ voor de maatschappij. En dus heb ik gereageerd. Terwijl ik eerlijk gezegd niet veel had met gehandicapten, misschien was ik er zelfs een beetje bang voor. Toch maar een keer gaan kijken en dan merk je dat het om heel gewone kinderen gaat alleen met een beperking. Na een paar weken zie je de handicaps eigenlijk niet meer.” Ondanks de handicaps zijn de groepen die in Holten bij elkaar komen gewone scoutinggroepen. Cris geeft aan dat de programma’s niet veel afwijken van wat andere groepen doen. “Het scoutingprogramma staat behoorlijk centraal. We doen een hike, zijn in de weer met touwtechnieken en daar bouwen we dan een keuken mee. Dat betekent wel dat de beperking
van mensen ons niks uitmaakt máár dat ze wel in staat moeten zijn om dingen op te nemen en te leren. Eigenlijk is dát de enige voorwaarde die we kennen.” Deelnemers genieten echt volop. Cris: “Scout zijn is een hobby en onze deelnemers leven echt naar de opkomst toe. We doen van alles, maar het gaat ook om een beetje rondhangen met leeftijdsgenoten. Als er een keuken gebouwd wordt, is er meestal een barbecue. Daar moeten dan weer boodschappen voor gedaan worden. Veel van onze deelnemers worden thuis vaak nogal beschermd opgevoed en bij ons is het anders. Als iets niet lukt, word je niet ogenblikkelijk geholpen. Probeer het maar, en als het echt niet lukt dan komen wij in actie. We vinden het ook niet erg om een half uurtje te wachten. Of ze moeten iets samen doen. Ik denk dat onze scouts door die houding socialer worden dan ze waren. Ze worden brutaler in de goede zin van het woord. Soms denken ze zelf dat ze weinig of niks kunnen. Hier leren ze dat dat nogal meevalt.” B.E. St. Joris Overijssel is altijd op zoek naar nieuwe vrijwilligers. “We hebben nu ook het beheer over de blokhut en dat kost veel extra tijd. Ik denk dat onze voorzitter daardoor nu veertig uur per week maakt. Het tekort aan menskracht is altijd zo groot dat mogelijke opheffing van de groep altijd ergens in onze achterhoofden meespeelt, maar tot nu toe redden we het. Onze vrijwilligers komen echt overal vandaan, we hebben vrijwilligers die helemaal uit Rotterdam komen. We hebben er nu twintig, maar we kunnen er zo tien bij hebben. Niet alleen voor vast maar ook los. Voor het zomerkamp bijvoorbeeld. We hebben de stelregel dat er een begeleider is voor twee scouts maar gaan we iets bijzonders doen dan wordt de verhouding een op een.” Heb je belangstelling? Wil je een keer kijken of het iets voor je is, stuur dan een mailtje naar Cris;
[email protected]. Of kijk eens op www.bestjorisoverijssel.nl De Vrijwilliger | zomer 2012
25
tekst Martijn Reinink | foto’s Cees Elzenga
Het e-Portfolio en de competentieadviseur
De nadruk ligt op wat je wél kan Stel je voor: na 21 jaar keer je vanuit Israël terug naar het land waar je getogen bent, naar Nederland, het land van regen en regels. Wat volgt is een zoektocht naar werk, naar iets wat je leuk vindt, dat bij je past, maar waar je ook aanklopt, deuren blijven dicht. Het is het verhaal van Tabitha Hofland, vrouw van de wereld, vriendelijk en zorgzaam. Ze zocht naar haar plek in de Nederlandse samenleving, naar een plek die ze in haar eentje niet vond. Gertia Hemminga, competentieadviseur bij Timpaan Welzijn, hielp haar; Tabitha vulde haar e-Portfolio, leerde zichzelf kennen en hervond haar zelfvertrouwen. Het resultaat: een baan die haar op het lijf geschreven is. En misschien nog wel belangrijker: “Ik voel me weer welkom in eigen land.”
26
De Vrijwilliger | zomer 2012
Het gevoel van thuiskomen, dat miste Tabitha toen haar ervaring in de zorg die ze in Israël opdeed in Nederland niet leek te tellen. Na haar studie Biologie aan de Groningse universiteit kwam ze in Israël terecht in het onderwijs, waarna ze haar roeping vond in de privézorg. “Ik heb zes jaar een mevrouw bijgestaan die aan dementie leed. We sportten samen, lazen de krant en ik verzorgde haar. Ik heb daar zo van genoten.” Toen Tabitha’s moeder in Nederland in het ziekenhuis terechtkwam, vroeg haar familie of ze terug wilde komen om haar moeder te verzorgen. Dat deed ze. “Ik werd mantelzorger voor mijn moeder. Inmiddels is ze hersteld, nu heb ik een begeleidende rol.” Tabitha ging op zoek naar een baan in de zorg. Een hele opgave zonder
diploma in deze sector. Via Zorggroep Oude en Nieuwe Land, waar Tabitha begonnen was met vrijwilligerswerk, kwam ze in contact met Gertia Hemminga van Timpaan Welzijn, één van de acht competentieadviseurs in Overijssel. Aan de zijde van Gertia doorliep Tabitha vervolgens het competentietraject. Gertia: “Tabitha worstelde eigenlijk met twee vragen: hoe kom ik aan het werk in Nederland en wat wil ik precies? Onze eerste stap was het vullen van haar e-Portfolio. Dat lijkt op een online cv, maar het is meer dan dat. In het e-Portfolio verzamel je je gegevens, diploma’s, opleidingen, maar laat je ook zien waar je goed in bent, waar je passie naar uitgaat, waar je vrijwilligerswerk hebt gedaan. Je kunt het de rest van je leven bijhouden en aanvullen en je kunt een link meesturen als je solliciteert.” Na het vullen van het e-Portfolio, waarvoor Tabitha letterlijk de zolder opging op zoek naar documenten en bewijzen en ook uit Israël verklaringen
ontving, deed ze een competentiescan. Tabitha: “Luisteren, inleven, verzorgen, 1-op-1; op die onderdelen scoorde ik het hoogst. Mijn man en mijn vader vulden dezelfde vragenlijst over mij in en die uitslagen kwamen overeen met de mijne. Dat werkte als een bevestiging.” Gertia daarover: “Bij deze scan leggen we de nadruk op wat je wél kan. Dat is het uitgangspunt. Vervolgens match ik de resultaten met beroepsprofielen. Dat is mijn belangrijkste taak als adviseur.” Voor Tabitha leverde dit traject uiteindelijk iets moois op. “Vanaf mei ben ik actief in de privézorg in Steenwijk, een aantal keren in de maand werk ik drie of vier etmalen achter elkaar.” Daarbij doet Tabitha vrijwilligerswerk, gaat ze voor haar rijbewijs en staat er een EHBO-cursus op de planning. “Timpaan en Gertia hebben mij geholpen ertussen te komen, daar ben ik echt dankbaar voor.” Op www.investereninvrijwilligers.nl maak je je eigen e-Portfolio aan. De Vrijwilliger | zomer 2012
27
OVERIJSSELSE VRIJWILLIGERSPRIJS 2012
Overijsselse Vrijwilligersprijs 2012 Op vrijdag 28 september 2012 wordt voor de veertiende keer de Overijsselse Vrijwilligersprijs uitgereikt. Gedeputeerde Bert Boerman zet dan alle ruim 110 genomineerde vrijwilligers en –organisaties in het zonnetje tijdens een feestelijke uitreiking in de Statenzaal van het provinciehuis. Op het moment dat deze editie van De Vrijwilliger verschijnt is de jury nog hard aan het werk om uit al die toppers de ‘winnaars’ te kiezen. Een bijna onmogelijke opdracht, want alle kandidaten zetten zich met hart en ziel voor in voor ‘de goede zaak’. Stelt u zich het volgende voor: neem de vier genomineerden waar we een klein portret van hebben gemaakt en vermenigvuldig dit aantal portretten circa 30 keer. Dan heeft u een beeld van het enthousiasme, de inspiratie, de tomeloze inzet, etc. die op de jury afkomt. Maak daar maar eens een keuze uit! De Overijsselse Vrijwilligersprijs reikt ook publieksprijzen uit: ga naar www.ovp2012.nl en stem –voor 28 september- op uw eigen favoriete vrijwilliger en/of vrijwilligersorganisatie!
28
De Vrijwilliger | zomer 2012
OVERIJSSELSE VRIJWILLIGERSPRIJS 2012
Hulpdienst Kleine Noden uit Zwartsluis
Onze stille krachten verdienen deze prijs Of het nu gaat om een bezoek aan het ziekenhuis, de kapper of aan een dochter die in Berlijn woont, Hulpdienst Kleine Noden uit Zwartsluis rukt uit en brengt hen die hulpbehoevend zijn van A naar B. De Vrijwilliger sprak met Ank Kikkert, coördinator van de stichting. Hoe ziet dé vrijwilliger van Hulpdienst Kleine Noden eruit, Ank? “Wat ze gemeen hebben, alle twintig vrijwilligers, is hun bereidheid. Als iemand nu belt en zegt: ‘Mijn dochter kan niet mee, maar ik moet vanmiddag om 13.00 uur in het ziekenhuis zijn en om 16.30 uur bij de laatste dokter’, dan ben je als vrijwilliger de hele middag kwijt, maar ik weet zeker dat ik iemand vind.” Hoeveel mensen doen een beroep op de hulpdienst? “Het afgelopen jaar hebben we zo’n 750 aanvragen gehad. Van een bezoekje aan de kapper of
de fysio tot iemand die haar dochter in Berlijn op wilde zoeken. Ja, er was een vrijwilliger die zes uur heen en zes uur terugreed. De cliënten betalen alleen een kilometervergoeding.” Maar jullie doen meer dan alleen het vervoer. “Maatschappelijk Werk doet wel eens een beroep op ons. Laatst hielpen we iemand die uit huis was gezet en terug mocht; zijn huis was leeg, er lag geen vloerbedekking meer. Die jongen had niet-aangeboren hersenletsel. Op vrijdagavond belde MW, maandagochtend lag er vloerbedekking - gratis! - en stonden wij met man en macht zijn spullen uit te pakken.” Stel: Kleine Noden wint de OVP 2012, zou dat een beloning zijn voor al die inspanningen? “Niet voor mij persoonlijk, maar voor onze vrijwilligers, de stille krachten, die altijd op de achtergrond blijven, die verdienen deze prijs.”
Rien Fiks uit Zwolle
Ik ben voor de gezellige noot Rien Fiks is een sfeermaker, een gezelligheidsmens, een lolbroek. Z’n collega’s noemen hem niet voor niets stand-up comedian. Hij helpt, sinds bijna twee jaar, in restaurant Deksels, een onderdeel van Stichting Kringloop Zwolle. Vertel eens, Rien, wat onderscheidt Deksels van andere restaurants? “In onze keuken werken mensen met een beperking; jongeren die begeleid wonen bijvoorbeeld. Zij koken voor de gasten en maken alles zelf: van soep en kip tot uitsmijters en appeltaart. Zo leren ze zelfstandig werken, maar ook in teamverband.” Wat is uw rol als vrijwilliger? “Ik ben vooral aan de voorkant, ik maak een praatje hier, een praatje daar. Ik kom eigenlijk nauwelijks in de keuken. En verder doe ik eigenlijk alle voorkomende werkzaamheden. Ik houd me
bezig met de bestellingen, haal boodschappen en ik ben dus een beetje voor de gezellige noot.” Hoe bent u terechtgekomen bij restaurant Deksels? “Via de vrijwilligerscentrale in Zwolle; ik zag een vacature op de website. Mijn vrouw en ik hebben vroeger een winkel gehad, ik ben graag onder de mensen en toen ik 65 werd, dacht ik: weet je wat, ik ga weer wat doen, ik ga op zoek naar iets dat ik leuk vind. Zo ben ik erin gerold. En nu help ik al bijna twee jaar drie dagen in de week een aantal uren bij Deksels. Mijn vrouw vindt dat niet erg hoor, dat ik af en toe even weg ben.” Bent u blij met uw nominatie voor de OVP 2012? “Ja, dat vind ik hartstikke leuk. Ik zei al tegen mijn collega’s: ‘Zien jullie wat aan mij?’ Ik ga naast mijn schoenen lopen.”
De Vrijwilliger | zomer 2012
29
OVERIJSSELSE VRIJWILLIGERSPRIJS 2012
Johan Schotman uit Raalte
Lachende gezichten, daar doe ik het voor! Johan Schotman beveiligt, organiseert, bestuurt en draait muziek. Zijn beloning: de kick. De Vrijwilliger spreekt met deze bezige bij uit Raalte over wat hij náast zijn volledige baan in de avonduren en vakanties doet voor een ander. Johan, waar beginnen we? “In de Pauluszaal in Raalte. Eén keer in de drie weken houdt belangenvereniging KansPlus daar een soosavond voor gehandicapten. Ik regel de muziek, zorg voor de sfeer, haal mensen de dansvloer op. Voor KansPlus organiseer ik ook samen met anderen - de jaarlijkse familiedag voor zo’n tachtig tot negentig gehandicapten.” Ga verder. “Zo’n vijftien jaar geleden was ik een van de oprichters van de stichting Raalter Evenementen Beveiliging (REB). Het doel: ervoor zorgen dat in Raalte en omgeving betaalbaar evenementen kunnen worden georganiseerd door vrijwillige beveiligers in te zetten. Ik help nog steeds zelf als beveiliger op een aantal festivals.”
30
De Vrijwilliger | zomer 2012
Nog meer? “Ik heb jaren bij de ziekenomroep gezeten, ik coördineer het Sint-Nicolaasgebeuren en zit in het bestuur van de Oranjevereniging en in het 4 en 5 mei-comité. Dat loopt allemaal mooi in elkaar over.” En aan het eind van het jaar snakt u naar vakantie? “Ik plan mijn vakantie altijd tijdens Stöppelhaene, het Sallandse Oogstfeest, zodat ik op dat festival tien tot vijftien uur per dag als beveiliger aanwezig kan zijn.” Dat alles levert u een nominatie voor de OVP 2012 op. Blij? “Daar ben ik trots op. Ik zie het als een kroon op mijn werk, al ben ik niet van plan om te stoppen, hoor! Ik krijg er een kick van om iets in de steigers te zetten. En zo’n soosavond bezorgt me energie. Rolstoelen op de dansvloer, lachende gezichten, daar doe ik het voor.”
OVERIJSSELSE VRIJWILLIGERSPRIJS 2012
Twentsewens Ambulance
Onze wens: dit format door heel Nederland Grote wensen, kleine wensen, laatste wensen. Stichting Twentsewens Ambulance laat ze in vervulling gaan. Zij helpt, denkt mee en vervoert chronisch of (pre-)terminale zieken. Cor Havelaar, voorzitter/oprichter van de stichting, vertelt en ontroert. Hoe dankbaar is het werk dat jullie doen? “Dat is eigenlijk niet te beschrijven, je moet het zien, ervaren.” Probeer het toch eens. “Een man, terminaal ziek, had vijf Friese paarden, die wilde hij nog een laatste keer zien. Wij brachten hem erheen, op de brancard de stal in. Als je dan ziet hoe die paarden op hem reageren. En andersom. Dat geeft zo’n overweldigend gevoel.” Hoe vaak krijgen jullie zo’n verzoek binnen? “We doen 200 tot 300 ritten per jaar. We hebben vier ambulances. Aan het eind van het jaar krijgen we nummer 5, een speciale kinderambulance.”
Op hoeveel vrijwilligers kunt u een beroep doen? “We hebben momenteel 220 vrijwilligers in ons bestand, deze komen allemaal uit de gezondheidszorg. Dat móet ook. Als een infuus of katheter onderweg sneuvelt en wordt hersteld, dan is er sprake van een medische handeling. Zelf heb ik jaren als ambulancebroeder in Rotterdam gewerkt.” Wat betekent de OVP voor u en de stichting? “Ik zie het als een blijk van waardering voor al die vrijwilligers die dit naast hun werk doen. En voor de mensen die dit financieel mogelijk maken. Wij krijgen geen subsidie, we moeten het hebben van sponsors. Zo krijgen we de afgeschreven ambulances en brancards van ambulancediensten uit de regio.” Uw wens voor de toekomst! “Dat het format - in Amsterdam en Brabant rijden al wensambulances - door heel Nederland wordt uitgerold.”
De Vrijwilliger | zomer 2012
31
De Vrijwilliger van de Zomer Een berichtje uit een Oprechte – plaatsnaam in Overijssel – Courant: “medewerkers van Plaatselijk Welzijn hebben afgelopen week moeten besluiten de vakantie timmerweek voor kinderen niet door te laten gaan”. Er wáren tien vrijwilligers maar om de week veilig te laten verlopen, moesten er vijfentwintig zijn en dus wordt er deze zomer niet getimmerd. “Misschien weer in 2013” besluit het bericht. Als kind heb je daar – ondanks alle goede bedoelingen – nu natuurlijk helemaal niks aan. Wat ik me afvraag is of er nog een deel van de bevolking is dat een week vakantie opoffert om andermans kinderen te vermaken. Nederland heeft een rijke historie als het gaat om kinderactiviteiten in de zomer. Kindervakantieweken, zomerkampen, bouwspeelplaatsen en wat dies meer zij. Ik heb er zelf als kind aan deelgenomen en later vanuit welzijnsinstellingen ben ik twintig jaar betrokken geweest bij de organisatie. Als kind was het traumatisch want ik was de enige koter uit mijn buurt die MOEST. Ik denk dat mijn moeder het wel lekker vond een weekje zonder mij. Als organisator was het genieten alhoewel na een week met soms 250 kinderen liep je tegelijkertijd op je wenkbrauwen, je tandvlees en je laatste benen. Wat me vooral is bijgebleven is het enorme plezier rondom de activiteiten. Leuk als de kinderen er waren maar vooral de voorbereiding en de nazit zijn legendarisch. Wat een lol, wat een saamhorigheid. 32
De Vrijwilliger | zomer 2012
Zomers weer, samen een zware dag door en dan de ontspanning. Geweldig om te doen. Als ik er aan terug denk, scheen altijd de zon, was het windstil en de temperaturen hoog. Vooral de afsluitende feesten waren groots. Een week samen, een slotfeest en het afscheid. Ik wordt er melancholisch van. Als dat toen zo was, is dat toch nog steeds zo of heb ik iets gemist. Ik zag wel dat er tegenwoordig ook een hele range aan commerciële zomerkampen wordt aangeboden. Voor 500 Euro ben je je kind een weekje kwijt en er komt geen vrijwilliger aan te pas en waarschijnlijk dus ook weinig risico dat het niet doorgaat. Papa en mama drinken ’s avonds twee flesjes witte wijn, ontdekken elkaar aansluitend helemaal opnieuw, slapen lekker uit, halen een croissantje uit de oven en persen een sapje. Onderwijl wordt het kindje tegen vergoeding vermaakt. Ik blijf hechten aan buurt-/ wijk-/dorpszomeractiviteiten. Een Idee: geef alle vrijwilligers die nu een weekje beschikbaar stellen een symbolische tegoedbon. Voor als zij straks kinderen hebben. En vergeet natuurlijk die afsluitende vrijwilligersfeesten niet. Vraag er maar eens naar bij de vrijwilligers van deze zomer, zij hebben ongelooflijk genoten! Misschien zelfs wel meer dan de kinderen.
Frans van Ginkel