2006/10-11A ∙ jaargang 10
Trefpunt. economie « De voorwaarden scheppen voor een competitieve, duurzame en evenwichtige werking van de goederen- en dienstenmarkt in België. »
Recent verloop van de Belgische economie
Maandelijkse publicatie van de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand en Energie http://economie.fgov.be fax : 02 277 55 07 e-mail:
[email protected]
Een proefnummer kan schriftelijk aangevraagd worden bij : Trefpunt economie City Atrium, Blok C, 7e verdieping Vooruitgangstraat 50 B-1210 Brussel
Overname van gegevens voor verwerking in andere artikels is toegestaan, mits duidelijke en volledige bronvermelding.
Verantwoordelijke uitgever : Lambert Verjus Vooruitgangstraat 50 B-1210 Brussel. Ondernemingsnummer: 0314.595.348 ISSN 1370 - 7213 0964-06
RECENT VERLOOP VAN DE BELGISCHE ECONOMIE Door: Economische analyses, Bureau van de Voorzitter
2
De door het Instituut voor de Nationale Rekeningen (INR) verspreide resultaten van het Belgische BBP voor het tweede kwartaal van 2006 bevestigen de vernieuwde dynamiek van de economische bedrijvigheid. Voor de eerste zes maanden kende het BBP een groei van 2,5% vergeleken met het jaar ervoor en 1,6% ten opzichte van de laatste zes maanden van 2005 (seizoengezuiverde en voor kalenderinvloeden gecorrigeerde gegevens). Wat de dynamiek betreft, blijft de binnenlandse vraag zonder voorraden de belangrijkste motor van de groei (vergeleken met zes maanden ervoor), waarbij de uitgaven voor gezinsverbruik en voor investeringen (van de bedrijven en de overheid) voor bijna 1,7 procentpunt bijdragen. Als het BBP zich zou stabiliseren op het niveau dat in het tweede kwartaal van 2006 bereikt werd, zou voor het lopende jaar reeds een groei van ongeveer 2,2% bereikt zijn.
BBP en synthetische conjunctuurcurve BBP (t/t-4 in %, linkerschaal) Afgevlakte NBB-curve Bruto NBB-curve
3,0
15 10
2,5
5 2,0 0 1,5 -5 1,0 -10 0,5
-15
Voornamelijk dankzij de gunstige evolutie van de wereldeconomie en de binnenlandse vraag, meer bepaald de investeringen, kende de eurozone een versnelde groei van het bruto binnenlands product (BBP). Na een stijging met 0,3% in het laatste kwartaal van 2005 (vergeleken met het kwartaal ervoor), nam de stijging van het BBP toe van 0,8% in het eerste kwartaal van 2006 naar 0,9% in het tweede kwartaal van 2006. De Europese conjunctuur, met een enigszins hersteld evenwicht van de groeicomponenten, vertoonde minder opvallende verschillen van de groeidynamiek tussen de lidstaten.
te dalen naar 2,2%, voornamelijk ten gevolge van de verzwakking van de buitenlandse vraag.
Na deze herwonnen dynamiek en een onverwacht goed conjunctuurverloop stelden de meeste internationale organisaties hun groeiramingen voor 2006 naar boven bij. Zo trok de OESO in haar tussentijdse evaluatie de groeivoorspelling voor de eurozone voor 2006 op van 2,2% naar 2,7%, de Europese Commissie corrigeerde van 2,1% naar 2,5%. Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voorspelt voor de eurozone in 2006 een groei van 2,4%. Deze tussentijdse ramingen bevatten geen voorspellingen voor België; de volgende volledige economische voorspellingen van de OESO en van de Commissie worden voor november verwacht.
De algemene bruto synthetische indicator steeg in september na twee opeenvolgende dalingen, voornamelijk dankzij een verbeterd conjunctuurklimaat in de handel en in mindere mate in de verwerkende nijverheid.
Volgens de door het INR gepubliceerde voorspellingen voor 2007 zou de Belgische groei dit jaar uitkomen op 2,7%, om dan volgend jaar enigszins
Trefpunt.2006/10-11A
0,0
-20 I
II III IV I '02
II III IV '03
I
II III IV '04
I
II III IV '05
I II '06
Bron: INR en NBB.
De economische bedrijvigheid hield in het tweede kwartaal van 2006 verder aan en steeg met 0,8% ten opzichte van het voorgaande kwartaal, na een stijging met 0,9% voor het eerste kwartaal. Deze herwonnen dynamiek wordt ook bevestigd ten opzichte van het jaar ervoor waar het BBP in het tweede kwartaal van 2006 een groei van 2,8% vertoont na 2,3% in het eerste kwartaal.
De algemene afgevlakte indicator, die de algemene tendens van de conjunctuur weerspiegelt, kent nog steeds een stijgende trend. De bruto synthetische indicator van de zakelijke dienstverlening (niet opgenomen in de algemene synthetische curve) steeg eveneens in september, en de afgevlakte curve blijft een stijgende trend vertonen.
De belangrijkste motor voor de groei in het tweede kwartaal van 2006 vergeleken met het voorgaande kwartaal is de binnenlandse vraag (zonder voorraden). Alle componenten daarvan dragen bij tot de groei met in totaal 1,2 procentpunt. Zo dragen de investeringen van de ondernemingen positief bij voor 0,5 procentpunt en de gezinsconsumptie voor 0,3 procentpunt. Samenhangend met een stabiele binnenlandse vraag kende de invoer weer een zekere dynamiek in het tweede kwartaal, meer dan de uitvoer, waardoor de netto uitvoer de groei van het BBP in het tweede kwartaal met 0,4 procentpunt beknot. De voorraden droegen niet noemenswaardig bij tot de groei van het BBP in het tweede kwartaal (-0,04 procentpunt).
Bijdragen aan de groei van het BBP Wijziging t.o.v. vorig kwartaal. Netto - Uitvoer Voorraadwijziging Binnenlandse vraag (buiten voorraden) BBP
2,5
2,0
1,5
1,0
0,5
0,0
-0,5
-1,0
-1,5
-2,0 I '04
II
III
IV
I '05
II
III
IV
I '06
II
Bron : INR en berekeningen FOD Economie.
De afgevlakte index over drie maanden van de industriële productie zonder de bouw (per werkdag) steeg in juli 2006 met 4% vergeleken met het jaar ervoor, wat een bevestiging is van de vertraging in de stijgende trend die sinds het laatste kwartaal van 2005 waargenomen werd. De geringere stijging van de index stelt men zowel voor de intermediaire goederen als voor de nietduurzame consumptiegoederen vast. De duurzame consumptiegoederen en de investeringsgoederen daarentegen blijven aanzienlijke stijgingen vertonen. De gegevens van het indexcijfer van de dienstenomzet volgens de BTW-aangiftes vertonen sinds de zomer van 2005 een stijging. In het eerste kwartaal van 2006 vertoont de afgevlakte index over drie maanden een sterke stijging, van 10,8% in januari naar 12,2% in februari en 15,0% in maart.
IndustriÎle productie en omzet van de diensten Wijziging t.o.v. het jaar ervoor. IndustriÎle productie (zonder bouwnijverheid) Omzet van de diensten (rechterschaal) 16,0
8,0
14,0
6,0
12,0 4,0 10,0 2,0
8,0
0,0
6,0 4,0
-2,0 2,0 -4,0
0,0
-6,0
-2,0 j '02
j '03
j '04
j '05
j '06
Bron: FOD Economie.
Trefpunt.2006/10-11A
3
Door de afname van de extra-communautaire vraag (buiten EU) groeide onze goederenuitvoer minder gestaag in de loop van het tweede kwartaal van het jaar.
Invoer en uitvoer van goederen in waarde * Wijziging ten opzichte van het jaar ervoor. Uitvoer
Invoer
30,0
Volgens de gegevens van de buitenlandse handel steeg de goederenuitvoer in het tweede kwartaal van 2006 ten opzichte van het jaar ervoor met 5,1% in waarde, na in het vorige kwartaal met 9,5% gestegen te zijn.
20,0
10,0
Als men rekening houdt met de voorlopige ramingen van de Nationale Bank voor juli 2006, dan is de variatie van het voortschrijdend driemaandsgemiddelde van onze handel opvallender. Dit profiel vindt zijn oorsprong in de intensivering van de intra-EU-handel.
0,0
-10,0
-20,0 j '00
j '01
j '02
j '03
j '04
j '05
j '06
* flash-raming van de NBB voor juli inbegrepen Bron : INR en berekeningen FOD Economie.
4
Het aantal niet-werkende werkzoekenden (IAB) bedroeg 625.809 in augustus, tegenover 619.567 in juli, wat een maandelijkse stijging met 6.242 betekent.
Werkloosheid Wijziging vergeleken met het jaar ervoor. 12,0 NWW (IAB)
10,0
Onder invloed van het prijsverloop van de aardolieproducten vertoonde de handelsbalans een overschot van 0,6 miljard euro in het eerste kwartaal van 2006, tegenover een surplus van 3,3 miljard euro het jaar ervoor. Dit resultaat vloeide voornamelijk voort uit de daling van het intra-EU-overschot, dat van 5,9 miljard euro in het eerste halfjaar zakte naar 2,4 miljard euro.
Het werkloosheidscijfer bedraagt voor België 13,1%, met regionale verschillen die vrij groot blijven, namelijk 8,6% voor Vlaanderen, 19,3% voor Wallonië en 21,3% voor Brussel.
8,0
Het seizoengezuiverde geharmoniseerde werkloosheidscijfer (Eurostat) bedroeg 8,7% in juli, tegenover 8,6% in juni. Ter vergelijking, het werkloosheidscijfer voor de eurozone stabiliseerde zich voor juli op 7,8%.
6,0
4,0 2,0 0,0 -2,0 j '02 j
j '03 j
j '04 j
j '05 j
j '06 j
Bron: RVA.
Trefpunt.2006/10-11A
Nationaal en geharmoniseerd indexcijfer der consumptieprijzen Wijziging t.o.v. het jaar ervoor.
Globaal nationaal indexcijfer Geharmoniseerd indexcijfer
Door het gecombineerde effect van een minder opvallende stijging van de prijzen voor diensten en de daling van de prijzen voor niet-voedingsproducten, daalde de inflatie, gemeten op basis van het algemene indexcijfer der consumptieprijzen, van 1,63% in augustus naar 1,22% in september.
3,5
De daling van de prijzen voor niet-voedingsproducten vloeide voornamelijk voort uit de daling van de prijzen voor aardolieproducten.
3,0 2,5
Voor de eerste negen maanden van 2006 bedroeg de inflatie gemiddeld 1,9% tegenover 2,8% voor dezelfde periode van 2005.
2,0 1,5 1,0 0,5 j '03
j '04
j '05
j '06
Op basis van het geharmoniseerde indexcijfer kende de Belgische inflatie een dalende lijn, met 2,4% in augustus. Dat betekent dat het algemeen prijspeil lichtjes hoger ligt dan dat van de eurozone (2,3%). In de eurozone werd het hoogste inflatiecijfer genoteerd in Spanje (3,8%) en het laagste in Finland (1,3%).
5
Bron : FOD Economie, EUROSTAT.
Trefpunt.2006/10-11A
VOORUITZICHTEN VAN DE BELGISCHE ECONOMIE: ECONOMISCHE BEGROTING 2007 Instituut voor de Nationale Rekeningen & Federaal Planbureau
Overeenkomstig de wet van 21 december 1994 heeft het Instituut voor de Nationale Rekeningen de cijfers van de economische begroting meegedeeld aan de minister van economie. Deze macroeconomische vooruitzichten dienen als basis voor de opmaak van de federale ontvangsten- en uitgavenbegrotingen voor het jaar 2007. Bij het opstellen ervan werd rekening gehouden met deel 1 van de Nationale Rekeningen 2005, alsook met de voornaamste aggregaten voor het eerste kwartaal van 2006 en met de flash-raming van de economische groei in het tweede kwartaal.
6
DE ECONOMISCHE GROEI ZOU 2,7% BEDRAGEN IN 2006 EN 2,2% IN 2007 Dankzij de aanzienlijke kwartaalgroei tijdens de eerste helft van 2006 (gemiddeld 0,8%, tegenover 0,6% in de tweede helft van 2005) zou de Belgische economie dit jaar met een bbp-groei van 2,7% één van haar sterkste prestaties leveren sinds 2000. In navolging van de internationale conjunctuur zou de groei in het tweede halfjaar echter vertragen tot gemiddeld 0,6%. In 2007 zou de kwartaalgroei van het bbp zich grosso modo stabiliseren op 0,5%, wat de economische groei op jaarbasis op 2,2% brengt.
EUROPESE ECONOMIE BOEKT IN 2006 AANZIENLIJKE GROEI. Vanaf midden 2006 zou de internationale conjunctuur evenwel aan kracht inboeten en ook 2007 kondigt zich minder sterk aan. In de eurozone trok de economische activiteit het voorbije halfjaar krachtig aan, gesteund door een stevige binnenlandse vraag. Verscheidene factoren zouden de dynamiek van de bbp-groei drukken in de tweede jaarhelft van 2006 en in 2007. Zo zou de huidige vertraging van de Amerikaanse economie wegen op de Europese uitvoer. Bovendien zou de verdere verstrakking van het Europese monetaire beleid de euro doen appreciëren t.o.v. de andere munten. Verder wordt verondersteld dat de voor januari 2007 geplande Duitse btw-verhoging de particuliere consumptie en de economische groei zal drukken. De precieze impact van die maatregel is evenwel moeilijk in te
Trefpunt.2006/10-11A
schatten. Ten slotte blijft de prijs van de ruwe olie op een hoog peil. Volgens de termijnmarktnoteringen van begin september zou de gemiddelde prijs van een vat Brentolie oplopen van 68 dollar in 2006 tot 72 dollar in 2007. Al bij al zou de economische groei in de eurozone vertragen van 2,6% in 2006 tot 1,9% in 2007.
BELGISCHE GROEI TREKT AAN IN 2006 De Belgische groei trekt dit jaar aan dankzij de uitvoer, de particuliere consumptie en de overheidsinvesteringen. In 2007 remmen de minder dynamische uitvoer en de terugval van de overheidsinvesteringen de bbp-groei af. Na een uitzonderlijk zwakke prestatie in 2005, zou de Belgische uitvoergroei dit jaar versnellen tot 5,4% dankzij de gunstige internationale conjunctuur. De verwachte internationale conjunctuurvertraging blijft evenwel niet zonder gevolgen voor de Belgische uitvoer, die volgend jaar slechts met 4,9% aantrekt en daardoor mee aan de basis ligt van de economische groeivertraging in 2007. Dat profiel wordt weerspiegeld in de netto-uitvoer, die in 2006 een beduidend positieve bijdrage levert tot de bbp-groei en volgend jaar zo goed als neutraal zou zijn voor de economische groei. Het overschot van de lopende verrichtingen met het buitenland neemt in 2006 echter nauwelijks toe als gevolg van de hoge olieprijzen, die leiden tot een ongunstige ruilvoetontwikkeling. Ook in 2007 wijzigt het externe overschot amper, omdat in- en uitvoer in dezelfde mate toenemen bij een stabiele ruilvoet. De binnenlandse vraag zou in 2006 en 2007 met resp. 2,1% en 2,2% toenemen. De verzwakking t.o.v. vorig jaar is toe te schrijven aan de bedrijfsinvesteringen. Die blijven op een hoog niveau, o.m. dankzij de verdere toename van de rendabiliteit, de hoge industriële capaciteitsbezettingsgraad en de verbeterde afzetperspectieven, maar groeien in een gematigder tempo na de aanzienlijke inhaalbeweging in 2005. Het reële beschikbare inkomen van de gezinnen wordt dit en volgend jaar aangezwengeld door de aanhoudende stijging van de werkgelegenheid, de hervorming van de personenbe-
lasting, de geleidelijke afkoeling van de inflatie en de toename van de inkomens uit vermogen (door de hogere rentevoeten). Deels als gevolg daarvan zou de toename van de particuliere consumptie dit jaar versnellen tot 2,3%. Vergeleken met het groeigemiddelde van de voorbije vijf jaar is dat een verdubbeling. Het verbruik van de gezinnen levert dan ook een aanzienlijke bijdrage tot de economische opleving. Dit jaar zou de gezinsspaarquote opnieuw dalen, wat samenhangt met het toegenomen consumentenvertrouwen. In 2007 zou de consumptiegroei (2%) licht achterblijven op de toename van het reëel beschikbaar inkomen (2,3%) doordat de spaarneiging bij de inkomsten uit vermogen doorgaans groter is dan bij de andere inkomenscomponenten. De kwartaalgroei van de investeringen in woongebouwen versnelde fors in de loop van 2005, maar zou vanaf de tweede helft van 2006 terugvallen als gevolg van de toegenomen financieringskosten. Het groeipad van de overheidsinvesteringen wordt in belangrijke mate bepaald door de infrastructuurwerken van de lokale overheden, die een hoge vlucht nemen in de aanloop naar de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2006, en door de verkoop van overheidsgebouwen aan de privésector. Als de verkoop van overheidsgebouwen niet wordt meegerekend, zouden de overheidsinvesteringen in 2006 met 10% toenemen (tegen constante prijzen), maar volgend jaar in ongeveer dezelfde mate dalen.
STEVIGE WERKGELEGENHEIDSGROEI DRINGT WERKLOOSHEID TERUG
De binnenlandse werkgelegenheid zou in 2006 gemiddeld met 41.000 personen toenemen. Doordat de werkgelegenheid met enige vertraging reageert op de aantrekkende economische activiteit, zou de stijging van de werkgelegenheid in 2007 (45.600 personen) nog sterker zijn dan dit jaar, ondanks de vertraging van de economische groei. Bovendien wordt de banengroei in beide jaren gestimuleerd door de beperkte toename van
de loonkosten. De werkgelegenheidsgraad stijgt van 61,9% in 2005 tot 62,5% in 2007. De werkgelegenheid neemt sterker toe dan de beroepsbevolking, zodat het aantal werklozen (ruime administratieve definitie) vermindert met 5.700 in 2006 en met 16.200 in 2007. Nochtans zou de geharmoniseerde Eurostat-werkloosheidsgraad (berekend op basis van de enquête naar de arbeidskrachten) nog toenemen van 8,4% in 2005 tot 8,6% in 2006 en pas volgend jaar terugvallen tot 8,3%.
INFLATIE KOELT AF TOT 1,9% De inflatie, gemeten aan de hand van het nationaal indexcijfer van de consumptieprijzen (NICP), wordt voor dit jaar en voor volgend jaar geraamd op 1,9% (na 2,8% in 2005). De gezondheidsindex, die niet beïnvloed wordt door de prijsbewegingen van motorbrandstoffen, tabakswaren en alcoholhoudende dranken zou met 1,8% en 1,9% toenemen (na 2,2% in 2005). Overeenkomstig de maandvooruitzichten voor de gezondheidsindex zou de spilindex (momenteel 104,14) overschreden worden in september 2006. De volgende spilindex (106,22) zou overschreden worden in oktober 2007. In 2006 wordt de gemiddelde toename van beide indexcijfers neerwaarts beïnvloed door een technische factor. Het NICP wordt vanaf januari 2006 gemeten aan de hand van een nieuwe korf van producten (samengesteld op basis van de gezinsbudgetenquête van 2004). Gemeten aan de hand van de deflator van de particuliere consumptie, die daardoor niet wordt beïnvloed, koelt de inflatie slechts af tot 2,4% in 2006, om daarna pas terug te vallen tot 1,9% in 2007. Die gestage afname van de inflatie is vooral het gevolg van de gematigde loonkostenontwikkeling, de versteviging van de euro en de stabilisering van de olieprijzen in de loop van 2007. Deze vooruitzichten werden voltooid vóór het afsluiten van de gedetailleerde nationale rekeningen en de overheidsrekeningen 2005 (beschikbaar eind september).
Trefpunt.2006/10-11A
7
Kerncijfers voor de Belgische economie Wijzigingspercentages in volume - tenzij anders vermeld
2006
2007
Consumptieve bestedingen van de particulieren
2,3
2,0
Consumptieve bestedingen van de overheid
1,8
2,4
Bruto vaste kapitaalvorming
2,2
2,4
Totaal van de nationale bestedingen
2,1
2,2
Uitvoer van goederen en diensten
5,4
4,9
Invoer van goederen en diensten
4,8
5,0
Netto-uitvoer (bijdrage tot de groei van het bbp)
0,6
0,1
Bruto binnenlands product
2,7
2,2
Nationaal indexcijfer der consumptieprijzen
1,9
1,9
Gezondheidsindex
1,8
1,9
Reëel beschikbaar inkomen van de particulieren
1,8
2,3
Spaarquote van de particulieren (in % van het beschikbaar inkomen)
12,3
12,4
Binnenlandse werkgelegenheid (jaargemiddelde verandering, in duizendtallen)
41,0
45,6
Werkloosheidsgraad (Eurostatstandaard, jaargemiddelde)
8,6
8,3
Saldo lopende rekening (betalingsbalans, in % van het bbp)
2,9
2,8
126,0
131,1
Korte rente (interbancair tarief, 3 maand) (%)
3,0
3,8
Lange rente (OLO, 10 jaar) (%)
3,9
4,2
Wisselkoers van de euro in dollar (aantal dollars voor 100 euro)
Trefpunt economie: Praktische inlichtingen Trefpunt economie wordt toegezonden aan alle belangstellenden. Alle suggesties, vragen of bijkomende inlichtingen kunnen gericht worden aan het Redactiecomité op volgend adres: Trefpunt economie FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Energie City Atrium, Blok C, 7e verdieping Vooruitgangstraat 50 B-1210 Brussel fax: 02 277 55 07 e-mail:
[email protected]
Trefpunt.2006/10-11A