Inhoudsopgave Inhoudsopgave........................................................................................ 1 Inleiding .................................................................................................. 2 1 Domeinen.......................................................................................... 3 2 Installatie server................................................................................ 4 3 Installatie cliënt............................................................................... 12 4 Beheerdomein ................................................................................. 14 4.1 Wijzig wachtwoord .................................................................. 14 4.2 Gebruikersbeheer...................................................................... 15 4.3 Klas indeling............................................................................. 16 4.5 Importeren van Gebruikers....................................................... 18 4.6 Installeren computer opdrachten .............................................. 19 4.7 Bewerken Computer Opdrachten ............................................. 20 4.8 Haal computeropdrachten naar client....................................... 22 5 Docentendomein ............................................................................. 23 5.1 Wijzig wachtwoord .................................................................. 23 5.2 Computertoetsen ....................................................................... 23 5.2.1 Maken van toetsvragen....................................................... 24 5.3 Niet computeropdrachten ......................................................... 25 5.4 Lesschema................................................................................. 27 5.5 Niet Computeropdrachten Uitdelen ......................................... 30 5.6 Cijfers ....................................................................................... 31 5.6.1 Exporteren naar Excel........................................................ 32 5.7 Computeropdrachten ................................................................ 33 6 Leerlingdomein............................................................................... 34 6.1 Wijzig wachtwoord .................................................................. 34 6.2 (niet) Computeropdrachten....................................................... 35 7 Snelhandleiding .............................................................................. 37
-1-
Inleiding Met de aanschaf van het Dé Digitale Leeromgeving heeft u een hoogwaardig en betrouwbaar product binnen uw afdeling gekregen. De programmeurs van OK Web hebben samen met docenten uit het VICTO (VMBO ICT) onderwijs veel werk verzet om de software zo goed mogelijk aan te laten sluiten op de lespraktijk. Nadat VICTO op een aantal scholen was geïmplementeerd bleek dat er behoefte was aan een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem. Een groot probleem is namelijk de handmatige controle van het leerproces. Om deze tijdrovende activiteit eenvoudiger en sneller te kunnen laten verlopen heeft OK-web een geautomatiseerd leerlingvolgsysteem op de markt gebracht. De voordelen van dit geautomatiseerde leerlingvolgsysteem zijn: • • • • • • • •
snel aan leerlingen opdrachten toekennen voorwaarden voor opdrachten instellen tijdscontrole van opdrachten bijhouden niet- computer opdrachten toevoegen computertoetsen ontwerpen beheren van resultaten tijdsbesparing voor de docent de database van gekoppelde computersoftware (b.v. voorraadbeheer, menukeuze) wordt per leerling bij gehouden waardoor de leerling steeds verder kan werken met zijn / haar database.
-2-
1 Domeinen Het programma geeft toegang tot 3 domeinen, namelijk het beheerder-, docent-, en leerling-domein. Elk domein kent domeinspecifieke rechten. Het leerling-domein heeft de laagste rechten, terwijl het docent-, en beheerderdomein respectievelijk meer en alle rechten hebben. Domein Bevoegdheden beheerder Invoeren van gebruikers (klassen, docenten) bepaalt de rechten van alle gebruikers legt de computeropdrachten vast docent beheert de resultaten van de leerlingen heeft inzicht in de voortgang maakt computertoetsen legt niet-computeropdrachten vast leerling registreert opdrachten maakt computertoetsen Voordat het programma in bedrijf gesteld kan worden moet eerst een aantal gegevens worden ingesteld. In het hiernavolgende stappenplan wordt weergegeven hoe het traject verloopt naar een succesvolle werksituatie.
-3-
2 Installatie server De installatie van de server start u door op de cd-rom naar de map ‘Server’ te gaan. Hierin moet u setupserver.exe opstarten. Eerst volgt een welkomst boodschap:
Klik op Volgende om te beginnen.
-4-
Kies de installatie folder voor de server programmatuur, klik op Volgende om verder te gaan.
Kies de map voor de data van de Digitale Leeromgeving. Deze mag ook op een andere schijf staan als de programmatuur. -5-
Deze opties kunnen standaard ingevuld worden, mits de DNS in het netwerk goed ingesteld is. Bij een niet goed functionerende DNS kunnen ook de ip-nummers gebruikt worden. Hier wordt ingesteld naar welke MySQL database de achterliggende fileserver moet verbinden om de gebruikers gegevens te controleren. Klik op Volgende om verder te gaan.
-6-
De communicatie tussen de fileserver en mysql database wordt hier geregeld. Deze kan ook standaard ingevuld worden mits de DNS in het netwerk goed ingesteld is. Klik op Volgende om verder te gaan.
-7-
Kies de standaardddump (aanbevolen) of zoek uw eigen schema als u eerder een DDLO heeft ingericht en de data daarvan hebt gebackuped.
-8-
Selecteer het vinkje als de database nog in het vorige schema van de DDLO staat. Deze wordt dan bijgewerkt naar de nieuwe versie. De meegeleverde dump is in versie 1.0 formaat en wordt door dit vinkje automatisch naar de nieuwe versie omgezet.
-9-
Geef de licentie informatie op zoals aan u is verstrekt op het licentieformulier.
De installatie is gereed om te beginnen, klik op Installeren om een DDLO server op uw computer in te richten. - 10 -
De installatie duurt enkele minuten.
De installatie is gereed, klik op Voltooien.
- 11 -
3 Installatie cliënt De installatie van de client start u door op de cd-rom naar de map ‘Client’ te gaan. Hier in vindt u het programma ‘setup.exe’ welke opgestart moet worden. Na de welkomst boodschap komt u bij het volgende scherm:
In dit scherm vult u de naam van uw databaseserver en de naam van de database in. De naam van de database is standaard ‘digitaleleeromgeving’.
- 12 -
In het volgende scherm kunt u de onderdelen kiezen die geïnstalleerd moeten worden:
Vervolgens kiest u de groep in het Start Menu:
Als laatste komt u bij de samenvatting en klikt u op Installeren. Het Digitale Leeromgeving programma is nu op uw computer geïnstalleerd en u kunt het gebruiken door het programma in het Start Menu op te zoeken. - 13 -
4 Beheerdomein Ga naar start programma’s map De digitale Leeromgeving en klik op icoon beheerder. Log in door middel van het onderstaande scherm. Voor eerste gebruik inloggen met “beheerder” daarna direct op de “ok” button klikken.
4.1 Wijzig wachtwoord Ga naar menu “Leeromgeving” om het wachtwoord te wijzigen klik op “wijzig wachtwoord”. Toets in onderstaand scherm het oude wachtwoord in. Als het wachtwoord voor de eerste keer wordt gewijzigd wordt hier niets ingevuld.
Toets het nieuwe wachtwoord in naast “Nieuw wachtwoord”. Bevestig dit wachtwoord door het nog een keer in te toetsen naast “Bevestig wachtwoord”. Sluit af met “ok”. - 14 -
4.2 Gebruikersbeheer Ga naar menu “Beheer” om leerlingen en/of gebruikers (docenten) toe te voegen klik op “gebruikers”. selecteer in onderstaand scherm de juiste groep met
klik op “Toevoegen” Vul het rechterveld “Gebruiker” in. Klik in “Overige groepen” op de gewenste groep om de net ingevoerde naam de juiste rechten te geven de naam komt nu in “Lid van” te staan. Let op: In “Overige groepen” staan standaard nog geen klassen vermeld omdat deze nog niet in het programma staan. Voer de klassen in onder “Beheer” ”Klasindeling” Leerlingen moeten altijd lid zijn van leerlingen en een klas! Klik op “Opslaan” om de gegevens te bewaren. Klik op “Sluiten” om het scherm te verlaten. Ga naar menu “beheer” klik op “Reload privileges” om de wijzigingen door te voeren. - 15 -
4.3 Klas indeling Ga naar menu “Beheer” om klassen toe te voegen klik op “Klas indeling” Klik in onderstaand scherm op “toevoegen” voer de nieuwe klasnaam in.
Klik op de gewenste na(a)m(en) die onder “Overige gebruikers” staan om deze perso(o)n(en) de rechten te geven binnen deze klas. Klik op “Opslaan” om de gegevens te bewaren. Ga naar menu “Beheer” klik op “Reload privileges” om de wijzigingen door te voeren. Als er een klas wordt aangemaakt moet er altijd de desbetreffende docent aan de klas worden toegevoegd. Daar deze docent anders geen toegang heeft tot de cijferadministratie.
- 16 -
4.4
Groepenbeheer
Ga naar menu “Beheer” om eenvoudig klassen en personen te kunnen beheren klik op “Groepen” Klik in onderstaand scherm bij “Groepen” op de gewenste groep.
Kik bij “Leden van deze groep” op de naam welke uit de groep (klas) moet worden gezet. Kik bij “Overige gebruikers” op de naam welke in de groep (klas) moet worden gezet. Klik op “Opslaan” om de gegevens te bewaren. Ga naar menu “Beheer” klik op “Reload privileges” om de wijzigingen door te voeren. Reload privileges zorgt er voor dat de rechten en password wijzigingen actief worden.
- 17 -
4.5 Importeren van Gebruikers Vanuit een Excel document is het mogelijk om grote hoeveelheden gebruikers (leerlingen) toe te voegen aan het leerlingvolgsysteem. Het Excel document moet echter wel voldoen aan de onderstaande layout. Doormiddel van knippen en plakken is het mogelijk om andere bestanden om te zetten naar het Excel document.
Let op: Sla het Excel document altijd op als een .txt (tekst, tabgescheiden) bestand! Ga naar menu “beheer” klik op “Importeren Gebruikers”.Klik in onderstaand scherm op om te zoeken naar het opgeslagen .txt bestand.
Klik op “Importeren” om het geselecteerde .txt bestand te openen. “Sluiten”. Klik op “Reload privileges” om de rechten wijzigingen actief te maken. - 18 -
4.6 Installeren computer opdrachten Ga naar menu “beheer” klik op “Installeren Computer Opdrachten”. Klik in onderstaand scherm op “Toevoegen”.
Blader nu naar de cd-rom met de Victo programma’s en blader naar de map Victo programma’s.
- 19 -
Als u in de map met de programma’s bent aangekomen ziet u het volgende scherm:
Hier selecteert u de programma’s die u wilt installeren en klikt op “Installeren”. De programma’s worden nu geladen en zijn beschikbaar voor de docenten om ze in hun lesschema op te nemen. 4.7 Bewerken Computer Opdrachten Deze optie is alleen voor de Beheerders die goed vertrouwd zijn met De Digitale Leeromgeving. Hiermee is het mogelijk om zelf opdrachten aan te maken / te wijzigen.
- 20 -
Klik op Toevoegen. Type vervolgens een naam voor de opdracht, en bij Executable een web adres (http:// of een programma op een lokale of een netwerk schijf). Eventueel is het mogelijk om ook de andere opties in te vullen, dit wordt echter niet ondersteund.
- 21 -
4.8 Haal computeropdrachten naar client Om de in de DDLO geinstaleerde programma’s op de client te laten werken moet u deze installeren op de lokale client.
U kunt met deze opdracht alle computer opdrachten, of een selectie daarvan, op uw cliënt computer laten installeren.
Hier maakt u de selectie van de opdrachten die u wilt installeren op deze computer. Sommige opdrachten hebben geen installatie nodig, deze werken automatisch op iedere PC. Hier hoeft u zelf geen actie voor te ondernemen, dit wordt door De Digitale Leeromgeving gezien. * Indien u met images van Ghost of Drive Image werkt dan moet u deze handeling uitvoeren voordat u een image maakt!
- 22 -
5 Docentendomein Ga naar start programma’s map Dé Digitale Leeromgeving klik op icoon docenten. Log in door middel van het onderstaande scherm. Alleen ingestelde docenten en de beheerder kunnen bij dit programmaonderdeel inloggen.
5.1 Wijzig wachtwoord Zie blz. 15 bij beheerdermenu. 5.2 Computertoetsen Ga naar menu “Opdrachten” klik op “toetsen”. Selecteer in onderstaand scherm achter “Sector” de afdeling waarvoor de toets gemaakt wordt.
- 23 -
Klik op “Toevoegen” vul het rechterveld “Toetsinformatie” in. De toetsen kunnen gekenmerkt worden met een eigen icoon. en zoek de gewenste icoon (.ico bestand) op. Klik op Met
kan de icoon weer worden verwijderd.
Na het invoeren van de gegevens kan er gekozen worden voor 2 mogelijkheden, nl. o Toets opslaan en later bewerken klik op “Opslaan” o Toetsvragen maken klik op “Vragen” 5.2.1 Maken van toetsvragen Nadat knop “vragen” is bediend in “Toetsen” wordt onderstaand scherm weergegeven. Boven het witte veld zijn een aantal bekende Microsoft iconen zichtbaar. De functies van deze iconen zal voor een gemiddelde computergebruiker geen problemen opleveren.
- 24 -
De score van de vraag staat standaard op 1. Een andere score kan in het veld achter “Score bij juist antwoord” worden ingevuld. In het grote witte veld kan de vraag worden geformuleerd. Ook kunnen er figuren worden ingevoegd. Toets achter “Juiste antwoord” het goede antwoord op de vraag in. Er kunnen maximaal 4 foutieve antwoorden op de vraag worden gegeven. Toets de foutieve antwoorden in achter “Onjuist antwoord ..” Klik op “Nieuw” om een nieuwe meerkeuzevraag in te voeren. Klik op “Sluiten” om dit scherm te verlaten. Klik op “Opslaan” om de vragen te bewaren. Het bestand wordt automatisch op de server opgeslagen. Met
kan er worden geswitcht tussen de vragen.
De gemaakte toetsen kunnen worden getest in het leerling-domein. Kijk hiervoor in hoofdstuk 4. De antwoorden op de vragen zullen gerouleerd worden. Dit is gedaan om fraude te minimaliseren. 5.3 Niet computeropdrachten Niet- computeropdrachten kunnen ook worden ingegeven in deze software. Dit is handig om een totaalbeeld te krijgen van de resultaten en voortgang van de leerling. Ga naar menu “Opdrachten” “Niet Computer opdrachten”.
- 25 -
Klik in onderstaand scherm op “Toevoegen”.
Selecteer de gewenste groep voor deze opdracht achter “Sector”. Type rechts boven, achter “Naam”, de naam van de opdracht. Geef, indien nodig, de omschrijving van deze opdracht. Het is mogelijk om de opdracht op het beeldscherm van de leerling weer te laten geven. Daarvoor kan in bijvoorbeeld Word een .rtf bestand (opdracht) worden gemaakt. Klik op “Upload” om dit .rtf bestand in het systeem te zetten. om het gewenste .rtf Klik in het onderstaande scherm op bestand te zoeken klik dit bestand aan.
Klik op “Upload”. “Opslaan”. “Sluiten”. - 26 -
5.4 Lesschema Met de optie lesschema’s kan voor iedere groep (klas) een eigen reeks van opdrachten worden samengesteld. Binnen deze lesschema’s is het bovendien mogelijk om voorwaarden aan opdrachten te stellen. Concreet houdt dit in dat voor opdracht Z eerst de opdrachten X en Y gemaakt moeten zijn. Ga naar “Opdrachten” “Lesschema’s” “Beheren”. Klik in het onderstaande scherm op “Toevoegen” Vul de naam van het lesschema in bij “Naam”.
Klik de gewenste groep(en) aan voor dit lesschema bij “De volgende groepen hebben nog geen lesschema”. De groep(en) worden nu in dit lesschema geplaatst. Klik op “Opslaan”. “Sluiten” Met bovenstaande handeling is nu het lesschema aangemaakt, maar nog niet ingevuld. Met de nu volgende handeling kan het lesschema worden gevuld met opdrachten. Ook kunnen voorwaarden voor bepaalde opdrachten ingesteld worden. - 27 -
Ga naar “Opdrachten” “Lesschema’s” “{naam zojuist aangemaakt Lesschema}”. In het onderstaande scherm staan rechts de opdrachten zoals deze bekend zijn in de systeem. Deze opdrachten kunnen naar keuze toegevoegd worden aan het lesschema. Verklaring letters: C: computeropdrachten N: Niet- computeropdrachten T: Computertoetsen Klik in het onderstaande scherm op de gewenste opdrachten (rechts) die toegevoegd moeten worden aan het lesschema. De opdracht komt nu links in het schema te staan.
Klik in het linker veld op de opdrachten die weer uit de lesgroep gehaald moeten worden. Nu kunnen er voorwaarden aan een opdracht worden toegevoegd. Een voorwaarde wordt toegevoegd omdat er bijvoorbeeld eerst een bepaalde basiskennis moet zijn verworven om de ingestelde opdracht te kunnen maken.
- 28 -
Klik op de opdracht (bij “Opdrachten in het lesschema”) waarvoor de voorwaarde moet worden ingesteld. Klik op “Voorwaarden”. Klik in onderstaand scherm op de opdrachten (opdrachten krijgen een blauwe balk) die eerst gemaakt moeten worden voordat de ingestelde opdracht gemaakt kan worden.
Klik op “ok”. “Sluiten”
- 29 -
5.5 Niet Computeropdrachten Uitdelen Voordat niet-computeropdrachten aan leerlingen worden toegekend moeten deze eerst in het systeem worden gezet. Zie hiervoor paragraaf 5.2 op bladzijde 22. Ga naar uitdelen”
menu
“Docenten” “Niet-computeropdrachten
I Selecteer de klas waaraan u les geeft.
Vervolgens selecteert u een leerling uit de lijst en u kunt een opdracht aanklikken die uitgevoerd moet worden. Als de leerling klaar is stopt u de opdracht door de opdracht opnieuw te selecteren en op Stop te klikken. De tijd wordt dan bijgewerkt in het cijferschema en u kunt zien hoelang de leerling gedaan heeft over de opdracht. TIP: De docent kan na een lesuur alle openstaande nietcomputeropdrachten eenvoudig beëindigen door op de knop “beëindigen” te klikken. - 30 -
5.6 Cijfers Ga naar menu “Docenten” “cijfers” Selecteer in onderstaand scherm de gewenste klas achter “klas”
Klik op “vernieuwen” de resultaten van de desbetreffende klas kunnen worden bekeken. Let op: als een docent niet bij gegevens van bepaalde klassen kan komen moet de beheerder in elke gewenste klas de desbetreffende docentnaam plaatsen (onder beerderdomein). Als er een vinkje voor “cijfer type weergeven” wordt gezet dan kan de cijferstatus worden bekeken. Deze cijferstatus kan worden gewijzigd. De resultaten van iedere leerling kunnen individueel worden weergegeven en gewijzigd. Dit kan op twee manieren: 1. selectie via menu 2. direct aanklikken van een resultaat bij de gewenste leerling 1. selectie via menu Klik achter “Leerling” de gewenste leerling aan. Klik op “vernieuwen” de resultaten van de leerling zijn zichtbaar (zie onderstaand scherm) - 31 -
2. direct aanklikken van een resultaat bij de gewenste leerling Als het klassenoverzicht is verschenen kan er direct op ieder cijfer worden dubbelgeklikt om bovenstaand scherm te krijgen. Als onder “resultaattype” op “ingediend voor correctie” wordt geklikt kan de status worden veranderd. Bijvoorbeeld in “goedgekeurd”. Indien de opdracht nogmaals door de leerling moet worden gemaakt moet het resultaattype op afgekeurd worden gezet. De leerling kan nu zonder problemen de opdracht weer maken. Ook de behaalde score kan worden veranderd. Klik hiervoor op het desbetreffende cijfer en verander deze. De veranderde cijfers en resultaattype zijn zichtbaar voor de leerling in het leerlingdomein. Per onderdeel kan ook een cijferoverzicht worden gemaakt. Dit kan worden gedaan door de gewenste opdracht te selecteren achter “Opdracht”. 5.6.1 Exporteren naar Excel Cijfers kunnen worden geëxporteerd naar Excel om daar verder bewerkt te worden. Klik op “Export” rechts onderaan het scherm. Bewerk de cijfers direct in Excel en sla het bestand apart op.
- 32 -
5.7 Computeropdrachten
Voor computeropdrachten moeten deze wel geïnstalleerd zijn. Niet iedere opdracht heeft een separaat docenten menu. • Ga naar Docent / Computeropdrachten
• Hier is het mogelijk door op Verkeersplein te dubbelklikken de docenten module te starten.
• In Verkeersplein Docentenprogramma kunnen de opdrachten gezet worden die de leerling moet uitvoeren.
- 33 -
6 Leerlingdomein Ga naar start programma’s map Dé Digitale Leeromgeving en klik op icoon leerling. Log in door middel van het onderstaande scherm. Geef achter de “Gebruikersnaam” het leerling-nummer in Geef “password”.
6.1 Wijzig wachtwoord Zie blz. 15 bij beheerderdomein.
- 34 -
6.2 (niet) Computeropdrachten Als de radiobutton “Open Opdrachten” staat aangevinkt, geeft de computer alle opdrachten weer die nog openstaan voor deze leerling. Als de opdracht is afgewerkt verdwijnt deze uit het bovenste scherm. Onder “jouw resultaten” komt het cijfer van deze opdracht te staan. Dubbelklik op het gewenste icoon en voer de opdracht uit.
De behaalde resultaten staan onder “Jouw resultaten” weergegeven. Ook wordt hier vermeld of de docent het eens is met het behaalde resultaat.
- 35 -
Als er onder “gecorrigeerd” “afgekeurd” staat betekend dit dat de opdracht opnieuw kan worden gemaakt. Als de radiobutton op “Alle opdrachten weergeven” wordt gezet, worden alle opdrachten weergegeven binnen deze lesgroep. Als er op een opdracht wordt geklikt waaraan voorwaarden zijn gesteld zal de computer dit aangeven. De database van de programma’s wordt voor iedere leerling apart bijgehouden. De volgende leerlingen hebben nu geen last meer van oude databases.
- 36 -
7 Snelhandleiding Om snel tot een werkbare situatie te komen is hieronder een stroomschema afgebeeld.
Invoeren van gebruikers (Beheerderdomein) Invoeren van klassen (Beheerderdomein) Invoeren van (niet) computeropdrachten (Docentdomein) Aanmaken van computertoetsen (Docentdomein) Aanmaken van Lesschema’s (Docentdomein) Opdrachten maken (leerlingdomein)
- 37 -