Bart Verlegh 8 januari 2013
De Venlolezing is een betoog dat jaarlijks wordt voorgedragen door een Venlonaar jonger dan 35 jaar en is bedoeld om iedereen die betrokken is bij de ontwikkeling van de gemeente Venlo te inspireren: overheid, bedrijfsleven, onderwijs, culturele instellingen en burgers.
Bart Verlegh (1985) is zelfstandig ondernemer. Hij studeerde HBO Commerciële Economie aan de Fontys Hogeschool te Eindhoven en studeerde af bij Philips Consumer Electronics. Daarna is hij enkele jaren Marketing Manager geweest bij OTTO Work Force, marktleider in internationale arbeidsbemiddeling, te Venray. Momenteel adviseert en ondersteunt hij zakelijk dienstverleners door het hele land op het gebied van marketing, communicatie, verkoop en strategie. In 2013 verwacht hij zijn NIMA-C diploma te behalen. Sinds 1995 is Bart woonachtig in Venlo. Hij zat op het Blariacumcollege en was enkele jaren actief bestuurslid van de jongerenwebsite Kloeken.nl. Daarnaast was hij initiatiefnemer van twee lokale mini-ondernemingen: Cheezers.nl en Kioskvenlo.nl. Ook was hij kortstondig lid van de JOVD, de jongerenorganisatie van de VVD.
1
De Vijfde Venlolezing Venlo ligt in een regio waar gi-gan-ti-sche kansen liggen. We liggen met Brainport in één van de door het Rijk aangewezen groeiregio’s van Nederland waarin vele topsectoren sterk vertegenwoordigd zijn, we hebben een achterland waar miljoenen consumenten wonen, onze regio is dé logistieke hotspot van Europa en we zijn een van de leidende tuinbouwregio’s in de wereld. Economisch gezien lijkt het híer de komende jaren te gaan gebeuren. Tegelijkertijd hebben wij een zeer laag aandeel hogeropgeleiden in onze gemeente. En dat terwijl júist hoger opgeleiden volgens diverse onderzoeken nodig zijn voor innovatiekracht en regionale economische groei. Burgemeester Scholten, ik was daarom ook blij de profielschets voor de nieuwe burgemeester te lezen. Uw belangrijkste opgaven voor de komende jaren – en ik citeer: “het boeien en binden van jonge hoogopgeleide mensen, het behouden en verder verstevigen van een excellent en innovatief vestigingsklimaat en het stimuleren van een hechte vitale gemeenschap”. Na het lezen van deze opgave, werd ik erg nieuwsgierig. Ik ben benieuwd: wat gaat u doen om mij te binden aan Venlo? Uw antwoord houd ik nog van u tegoed, maar tot die tijd doe ik graag een voorzet.
De Hoger Opgeleiden Laten we eens kijken waar hoger opgeleiden naar op zoek zijn. Wat drijft hen? En wat beïnvloedt hun keuze zich hier in Venlo te vestigen? Hiervoor grijp ik graag naar de publicatie “The Rise of the Creative Class” van socioloog Richard Florida. Hij beschrijft de “Creative Class” in zijn boek als het deel van de beroepsbevolking dat aan innovatieve arbeid doet. Beroepsgroepen die binnen de creatieve klasse vallen zijn onder andere ontwerpers, wetenschappers en andere kenniswerkers. Een substantieel deel betreft hierin hoger opgeleiden. Volgens hem bepalen zij voor een groot deel de (regionale) groei van morgen. Tevens beschrijft hij wat hen drijft en waarom zij zich vestigen in bepaalde steden, regio’s etc. Door de literatuur en onderzoeken – van voor- en tegenstanders – door te nemen, krijg je een goed beeld van deze doelgroep. Ik neem graag de belangrijkste met u door. Veruit het belangrijkste argument om zich ergens te vestigen is aanbod en groei van relevante werkgelegenheid. Zonder werkzekerheid is de kans klein dat een hoger opgeleide zich ergens zal vestigen. Tegelijkertijd zien zij een aantrekkelijke leefomgeving als essentieel. Bij het ontbreken van één van deze twee, is het risico op afhaken hoog. Een aantrekkelijke leefomgeving wordt bijvoorbeeld beoordeeld op basis van diversiteit in cultuur en culinair aanbod. Tevens wordt tolerantie en openheid naar elkaar toe als belangrijk kenmerk van de lokale bevolking genoemd.
2
Als we kijken naar studenten zien we een iets ander beeld. Relevant voor studenten om zich (vooral ook ná hun studie) ergens te vestigen is de lokale situatie op de woningmarkt, de fysieke aantrekkelijkheid van het onderwijs en campusontwikkeling, de aantrekkelijkheid van het onderwijs in relatie tot het lokale bedrijfsleven, carrièremogelijkheden op de lokale arbeidsmarkt, uitstraling van de regio/gemeente en de vrijetijdsvoorzieningen. Gaandeweg hun studie wordt het sociale netwerk en hun binding met de regio relevanter. Overigens oriënteren studenten zich ook op woningen rondom de (oorspronkelijke) studentenstad, omdat huizenprijzen daar vaak aantrekkelijker zijn. Hoger opgeleiden zijn belangrijk voor steden. Uit internationale studies blijkt dat de aanwezigheid van hoger opgeleiden in steden leidt tot een groei in het aantal banen, zowel voor hoger als voor lager opgeleiden. Uit een screening van initiatieven van andere gemeenten blijkt dat tussen 2010 en nu steden zoals Rotterdam, Tilburg, Enschede, Zwolle, Maastricht etc. een specifiek beleid ontwikkeld hebben om ook studenten en hoger opgeleiden aan zich te binden. Veel concurrenten die dus een ‘Floridabeleid’ zijn gaan volgen. Een belangrijke vraag is dus: wat hebben wij daar tegenover te stellen om de concurrentie met andere steden aan te kunnen gaan?
De Status Quo van Venlo Laten we beginnen met onze ambities. Ik word helemaal enthousiast van de hersenspinsels die beschreven staan in de Strategische Visie 2030 van Venlo: Venlo Kansenstad. Prachtige vergezichten vliegen me om de oren. De Rabo Earthwalk verbleekt erbij. Een willekeurige opsomming: in 2030 zijn we Cradle-to-Cradle hoofdstad van West-Europa, wonen er een substantieel aantal nieuwe Venlonaren in de stad die eerder Duits en Engels zullen spreken, hebben we een Congrescentrum waar Die Messe uit Düsseldorf nog een puntje aan kan zuigen en varen er Maashoppers af en aan tussen de winkelkern van Blerick en het stadscentrum van Venlo. Kijk, dat is een stad waar ik wel wil wonen. Aan de andere kant van het spectrum zien we echter een heel andere realiteit. Qua grootte zijn we de 26e gemeente van Nederland. En staan we volgens de gemeenteatlas van 2012 op de index voor woonaantrekkelijkheid van de 50 op plek 43 en in de sociaal-economische index op plek 45. Waren dat niet de twee punten die juist voor hoger opgeleiden relevant waren? Zo, dat brengt ons terug op aarde. Er is dus veel werk aan de winkel om te stijgen op deze indices. Dat brengt mij bij het volgende punt. De sterke eigen identiteit van Venlo. In de Strategische Visie van regio Venlo staat het mooi verwoord. We zijn bescheiden, maar hebben een groot hart. Door de vele eeuwen van verovering en overheersing door externe besturen en vorsten lijkt er ook een soort van afkeer te zijn ontstaan tegen ambitieuze vergezichten en externe inbreng. We zijn bescheiden en dienstbaar, maar ook een beetje in onszelf gekeerd. Tegelijkertijd zijn we zelfbewust met onze eigen diepgewortelde tradities. Zo sterk zelfs dat de roep om verandering en vooruitgang die uit de diverse visies voortkomen, lang niet altijd gedragen wordt door de Venlonaar. 3
Een recent voorbeeld is de Floriade. Voordat dit evenement begon was er al de teneur dat het resultaat niet behaald zou worden. Eerdere projecten in Haarlemmermeer (2002) en Zoetermeer (1992) waren immers ook mislukt. En zo was het wachten op het ‘verschrikkelijke’ nieuws: 9 miljoen tekort. We zaten er al op te wachten… ik hoor echter niemand praten over een speciaal voor de Floriade opgeknapte binnenstad, meer aanzien voor de regio, een geschatte 33% meer omzet voor de lokale horeca en de geschatte maatschappelijke baten van € 350 miljoen (!). En wat is het enige waar wij over praten? Wij fixeren ons alleen maar op het tekort in de exploitatiekosten. Een voorbeeld, maar zo zijn er meer. Ik laat het Kazernekwartier, Q4 of langer geleden het outlet even voor wat het is. Ik houd echter wel mijn hart vast voor het zich hier nog te vestigen Ikea. Steek je kop maar niet te ver boven het maaiveld uit. Draag maar liever iets uit dat objectief gezien niet klopt; een stad van middelmaat. Het glas is altijd half leeg, nooit half vol. Vertrouwen in nieuwe initiatieven wordt daarom ook vaak afgedaan als overdreven en onnodig. De Status Quo van Venlo. Willen wij wel verandering? Zitten wij wel te wachten op die hoger opgeleiden van boven de rivieren? Of is het allemaal wel goed zo?
Centrale Vraag Dus we onderkennen dat we een regio met een enorme potentie zijn. We zitten op een pot met goud. Om dit goud vast te kunnen grijpen, hebben we hoger opgeleiden nodig in onze stad. Zij hebben behoefte aan relevante werkgelegenheid en een aantrekkelijke leefomgeving. De stad lijkt, gezien het lage aandeel hoger opgeleiden, momenteel niet aantrekkelijk voor deze doelgroep. De diverse index-scores bevestigen dit. De noodzaak tot verandering wordt steeds meer gezien. Er ligt een ambitieuze visie voor op de lange termijn. Het afbreukrisico zijn wijzelf, de Venlonaar. Centrale vraag is dus: hoe zorgen wij voor een nieuwe grondhouding in deze gemeente, zodat wij projecten opstarten en ambities realiseren ten gunste van het boeien en binden van hoger opgeleiden?
De Daadkrachtige Driehoek Dames en heren. Het binden en boeien van hoger opgeleiden is geen nieuw thema. Er zijn reeds goede, belangrijke en ludieke acties ondernomen. Bijvoorbeeld het naar Venlo halen van de Universiteit van Maastricht en de Hogere Agrarische School, realisatie van meer studentenwoningen en het opknappen van de binnenstad. De rol van organisaties zoals VenloPartners en Pro77, de meer ludieke acties zoals “Truuk Nao Venlo” en “5x5x5”… En de ambitie om een kennishotspot te worden. Ik juich ze toe. Tegelijkertijd worden deze eerste goede stappen naar mijn mening te weinig voor het voetlicht gebracht. Zeker vergeleken met onze concurrenten, zoals de grote marketingbudgetten voor de campagne “Alles wijst naar (Zuid-) Limburg” en de aantrekkingskracht van economische hotspots zoals Eindhoven en het Ruhrgebied. 4
Graag pleit ik daarom vandaag voor een nieuwe elan. Van u, Burgemeester. Maar ook van u, ondernemers, docenten, studenten en andere betrokkenen van Venlo. Een elan van Enthousiasme, Daadkracht en Ondernemerschap. Laten we het glas vullen totdat het weer halfvol is, in plaats van halfleeg. Ik heb niet alle wijsheid in pacht, maar wie heeft dat wel. Júist daarom moeten we het samen doen. De tijd dat de overheid alles moest bepalen en bedenken is voorbij. We moeten dus naar een nieuw speelveld. Het herverdelen van verantwoordelijkheden. Ik presenteer u: De Daadkrachtige Driehoek. De driehoek heeft drie belangrijke pijlers: Het nieuwe Speelveld, Het nieuwe Samenwerken, en De nieuwe Trots.
De eerste pijler is Het nieuwe Speelveld Momenteel is het veelal de lokale overheid die de randvoorwaarden en regels van het spel bepaalt. Burgemeester, in uw profielschets staat dat er van u verwacht wordt dat u de aanvoerdersband oppakt. De aanvoerder van Venlo. Mijn suggestie is het echter om het om te draaien. U geeft uw aanvoerdersband af aan andere spelers; ondernemers uit alle branches, onderwijs- en onderzoeksinstellingen en andere initiatieven. U, de lokale overheid, wordt de 12e man. Het publiek. Onmisbaar om de spelers optimaal te laten opereren en bij elkaar te brengen. Én niet te onderschatten: de 12e man wil immers – soms nog meer dan de spelers op het veld – altijd winnen. De trend van een terugtrekkende overheid is al jaren gaande, dus dit lijkt me geen slecht moment. De overheid moet wel ‘aligned’ blijven. Supporters betalen ook hun entreekaartje, en ook zij verwachten resultaat. En, laten we eerlijk zijn: geen enkele ondernemer laat zich per slot van rekening ‘managen’ door een ambtenaar. De veldspelers dat zijn wij: burgers, ondernemers en docenten, elk individu van de stad. In 2006 waardeerde het magazine Time elk individu al als ‘Person of the Year’. Elk individu kan door technologische innovaties immers aan steeds meer knoppen draaien. De kracht van vele individuen samen, maakt hen de leiders van morgen. Niet de overheid, maar de markt wordt leidend. Dus aan hén, aan óns, de opdracht de hoger opgeleiden te boeien en binden voor onze stad, voor onze werkgevers, voor onze verenigingen en voor onze opleidingsinstituten. En dat het vanuit de markt kan komen, bewijst Eindhoven. Laatst werd ik aangetrokken door de kop: “de slimste vierkante kilometer op aarde” in het vakblad Intermediair. Er werd de High Tech Campus in Eindhoven mee bedoeld. In 2003 besloot Philips om ook andere bedrijven toe te laten tot het terrein waar het eerder al de eigen onderzoeksactiviteiten had geconcentreerd. Een gouden greep. De kruisbestuiving leidde tot een explosie aan nieuwe ideeën en innovaties. Inmiddels zwermen zo’n 800 werknemers in 60 nationaliteiten van dik 100 bedrijven, van multinationals tot start-up, dagelijks over het terrein. Philips heeft de Campus inmiddels verkocht aan een groep investeerders zodat het ook aantrekkelijk wordt voor buitenlandse concurrenten om zich er te vestigen. Daarbij staat het model van Open Innovatie voorop. Bedrijven, universiteiten en instanties zoals TNO werken al samen vanaf de eerste ontwikkeling en verdelen de opbrengsten later. Zo kunnen ze profiteren van elkaars 5
kennis en kosten beperken. Deze vierkante kilometer registreert zowat de meeste patenten per jaar in de hele wereld. En tegelijkertijd heeft deze vierkante kilometer een enorme aantrekkingskracht op hoger opgeleiden. Een mooi staaltje werk. En de rol van de overheid? Minimaal. Burgemeester Rob van Gijzel is wel voorzitter van Stichting Brainport en sinds 1 januari 2013 ook van de overkoepelende internationale organisatie (ICFF). Vanuit die rol faciliteert, verenigt en verbindt hij de juiste veldspelers met elkaar. Lokaal en internationaal. Burgemeester Scholten, tegen u zeg ik: ‘geef vorm aan het nieuwe speelveld. Motiveer en enthousiasmeer. Stel waar nodig funding beschikbaar en schets de kaders waar nodig. Greenport en LogiXperience lijken een perfecte start. Wees echter niet te rigide. Dat is niet de rol van een supporter, geef het spel aan de veldspelers. Echter geldt ook deze opmerking: ‘zonder supporters geen club. Dus, zonder overheid, geen funding en geen basis’.
De tweede pijler is Het nieuwe Samenwerken En dat brengt me bij de tweede pijler. In de marketingboeken lees je steeds vaker terug: collaboration is the new competition. Samenwerken met elkaar in plaats van elkaar beconcurreren, maakt je veel sterker. En dat is precies wat wij nodig hebben. 11 spelers op een voetbalveld vormen immers nog geen team. Goede showcases zijn de Academische alliantie tussen Océ, Canon, Maastricht University en de gemeente Venlo en de Euregionale klassen op de Fontys Hogeschool waarin ook Duitse hoger opgeleiden geïnteresseerd worden voor het Euregionale MKB. Grosso modo opereren bedrijven echter nog te vaak, te individualistisch of – beter gezegd – te Angelsaksisch. Wat mij betreft passen we het open innovatiemodel van de High Tech Campus, waarin bedrijven, universiteiten en instanties samenwerken, ook toe op het boeien en binden van hoger opgeleiden. Zij dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het binden van deze doelgroep aan de arbeidsmarkt en onze stad. Het moet niet gaan om louter persoonlijk gewin. Ik opteer niet voor een werkgever, maar voor een werkgemeenschap. Samenspraak, samenwerking en loyaliteit staan centraal. Voor de werknemer, de maatschappij – en in dit geval specifiek hoger opgeleiden – en de klant. Goh, het doet me haast denken aan het Rijnlands model. Kapitalisme met een menselijk gezicht. Ik zal een aanzetje doen van een goed voorbeeld voor een werkgemeenschap: momenteel wisselt iemand gemiddeld elke 4,4 jaar van baan. Verwacht wordt dat dit binnen afzienbare tijd elke 2,2 jaar gaat zijn. Ofwel zo’n 15 tot 20 banen in een gehele loopbaan. Waarom ontwikkelen we niet met meerdere werkgevers en onderwijsinstellingen een loopbaanprogramma waarin hoger opgeleiden professionals elke zoveel jaar of maanden van project en werkgever wisselen? De professional doet ervaring op en wordt steeds waardevoller doordat hij vanuit alle kanten ervaring opdoet. Doordat de hoger opgeleide bij diverse bedrijven en instellingen diverse interessante projecten en banen kan krijgen, zal hij zich ook eerder binden aan onze stad. Vanuit mijn werk voor arbeidsbemiddelaars zie ik dat dergelijke initiatieven steeds meer van de grond komen wat hout snijdt voor hoger opgeleiden, bedrijven en intermediairs. Nota bene bij de overheid zelf: de intersectorale uitwisselingsprogramma’s tussen gemeenten, het Rijk en andere overheidsorganen oogsten 6
succes. En waarom zouden dergelijke programma’s niet bij commerciële organisaties in de kennishotspot Venlo kunnen werken? Een ander voorbeeld is het bieden van een interessante stage tijdens de studietijd van de hoger opgeleide in Venlo. De mate waarin studenten een goede match tussen het lokale bedrijfsleven en hun opleiding waarnemen draagt in grote mate bij aan zijn of haar keuze om zich er definitief te vestigen. Een interessante stage of een samen met het lokale bedrijfsleven opgezette mini-onderneming kan dus een grote rol spelen. Uiteraard zal een dergelijk succes de hoger opgeleide ook tevredener maken over de opleiding. Samenwerkingsverbanden die hierop ingericht zijn kunnen hier grote winsten boeken en dienen het gezamenlijk belang. Dat dergelijke samenwerkingen ook in regionaal perspectief kunnen werken, bewijst de concurrerende regio Twente. Ook een perifere regio, maar niet door het Rijk aangewezen als groeiregio. Tegelijkertijd hebben zij ook veel ambitie, een eigen cultuur en steden met vergelijkbare woonaantrekkelijkheid en sociaal-economische index én is het aantrekken van hoger opgeleiden voor hen topprioriteit. De zeven kerngemeenten in deze regio namen het initiatief tot het formuleren van een hernieuwde strategische visie met de formule: 4 X O = 3 X W. Ofwel onderwijs, overheid, ondernemers, onderzoeksinstellingen zorgen voor meer werk, welvaart en welzijn. In regelmatige bijeenkomsten participeren ondernemers, ambtenaren uit de hele regio, recreatieve ondernemingen, docenten en reclamejongens. Zij hebben dat stipje aan de horizon gezet, echter is deze – in tegenstelling tot onze strategische visie – wel vanaf de eerste letter geformuleerd door de 4 O’s zelf en is tevens de zo vurig gewenste marsroute ernaartoe met het juiste ownership reeds een feit. De rol van de overheid was het nemen van het initiatief, het verenigen van de O’s en het evenredig verdelen van het ownership over de 4 O’s. Dus ja: ook ondernemers en het onderwijs hebben een rol in het aantrekken, boeien en binden van hoger opgeleiden. Burgemeester, aan u de oproep, neem het initiatief. Verenig de regio. Niet alleen de overige gemeenten, maar ook de ondernemers, het onderwijs en andere relevante organisaties. Juist zij hebben hoger opgeleiden nodig voor innovatie. Daarom mag ook iets verwacht worden vanuit hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. We moeten het maar zo zien: maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat verder dan cradle to cradle projecten. Én ik raad u van harte aan het open innovatiemodel van de High Tech Campus en het samenwerkingsmodel van regio Twente als uitstekende referentiekaders in uw voordeel te gebruiken.
De derde pijler is De nieuwe Trots Een nieuw speelveld met een perfect op elkaar ingespeeld team zijn twee belangrijke doelen. Dat bindt hoger opgeleiden echter nog niet direct naar Venlo. We missen nog een belangrijk onderdeel. En dat brengt mij bij de derde en laatste pijler: de nieuwe Trots. Werkgelegenheid creëren is een belangrijk onderdeel voor de keuze je ergens te vestigen of niet. Diversiteit, tolerantie en openheid naar elkaar toe, is voor hoger opgeleiden echter ook belangrijk. De vraag is wat wij, de Venlonaren, er tegenover stellen. Wij zijn een eigenzinnig volkje; we koesteren onze eigen sterke tradities, cultuur en eigenheid. Externe initiatieven 7
worden argwanend bekeken en soms al ‘afgebrand’ voordat ze überhaupt zijn opgestart. Ons imago lijkt daarmee al gauw niet in lijn met de werkelijkheid. We worden namelijk vaak nog gezien als criminele stad met een stoffig imago. Niet direct iets wat hoger opgeleiden naar Venlo doet hunkeren. Dames en heren, ik pleitte eerder in mijn lezing voor een nieuw elan. En dit nieuwe elan zou u ook ‘De nieuwe Trots’ kunnen noemen. We zijn geen stad van middelmaat. Nee, we hebben een prachtige opgeknapte en historische binnenstad, we zijn een sterke economische hotspot, we hebben een fantastisch cultureel aanbod en hebben mooie recreatieve mogelijkheden in heel Noord-Limburg. En dat is wat ik aan u vraag om uit te dragen. Aan u, als Burgemeester, maar misschien nog meer aan u allen, als Venlonaar. Meneer de Burgemeester, eerder noemde ik u als de 12e man. “Trots” dat is toch wat de 12e man altijd hoort te zijn? In sommige voetbalstadions passen echter 100.000 man, een stad als Venlo. En wat als we ons nu allemaal eens als 12e man op zouden stellen? Van de Maaspoort in de binnenstad, tot IJssalon Clevers in Arcen. En van de Hei in Venlo, tot de toekomstige ontwikkeling van het kazernekwartier. Wij hebben heel wat te bieden. Laat ons dat als collectieve 12e man uitdragen, met deze keer wel met u, Burgemeester, als aanvoerder.
Resume De oplossing hoe hoger opgeleiden te boeien en binden aan de stad Venlo, is niet in één lezing te geven. Sterker nog, ik pleit eerder voor samenwerken, dus ook samen bedenken, samen uitwerken en samen uitvoeren. Burgemeester, omdat uw belangrijkste doelen hoger opgeleiden boeien en binden en een excellent en innovatief vestigingsklimaat behouden is, denk ik dat uw belangrijkste activiteit vooral moeten liggen in het creëren van de daadkrachtige driehoek: een nieuw speelveld, een sterk op elkaar ingespeeld team en 100.000 trotse supporters. Zie toe op de juiste branding vanuit de samenwerkingsverbanden en regio en waarborg de eigenheid van onze trotse cultuur en historie. Leg deze pijlers bij elk initiatief langs uw liniaal en ik ben ervan overtuigd dat wij ons als aantrekkelijke werk én woonstad voor hoger opgeleiden kunnen gaan profileren.
----En of ik ooit nog naar Amsterdam ga verhuizen? Sinds ik in september jl. gevraagd ben deze Venlolezing te geven, ben ik bevangen door een hernieuwd gevoel van trots en ambitie. Ik voel een sterke morele verplichting vanuit mijn ondernemerschap de handschoen op te pakken om meer hoger opgeleiden aan onze stad te binden. Dus, meneer de Burgemeester, uw eerste veldspeler staat al te trappelen om de goals voor u te gaan scoren. Neemt u mijn sollicitatie aan? Dank u wel voor uw aandacht. 8