MAANDBLAD VAN DE VLAAMSE INGENIEURSKAMER
12-2010
INGENIEURSMAGAZINE
Bart De Schutter: associatievoorzitter UAB Digitale storytelling by Navitell Het verschil tussen de fietsen van Stybar en Boonen Genetische modificatie heeft nood aan transparant kader
VIK, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem jaargang 48, nummer 12, december 2010 maandelijks tijdschrift, verschijnt niet in juli en augustus afgiftekantoor HASSELT 1- P2A8632
il Da a r w n a v d i l ik b l i j ve n !
VIK, uw bruisende ingenieursvereniging “VIK behandelt elk jaar meer dan 200 adviesvragen of gemiddeld één per werkdag.”
VIK opent deuren: je komt in bedrijven waar je als individu niet binnenraakt. VIK legt contacten tussen studenten, afgestudeerden en collega’s. Zo kan je informeel ervaringen delen en je carrière vooruithelpen (netwerking). VIK is er voor jong en oud: jongeren ontmoeten mekaar Europees binnen EYE, senioren blijven alert en up-to-date door actief te participeren aan de VIK-werking. VIK geeft advies: elk jaar beantwoorden wij 200 adviesaanvragen van onze leden of gemiddeld een per werkdag. VIK bewaakt het ingenieursprofiel: met de integratie in de universiteit zeker geen loze slogan. VIK visitert de hogescholen en bewaakt zo de kwaliteit van de ingenieursopleiding en de eigenheid van ons ingenieursprofiel.
Ledenwervingscampagne staat in de startblokken Bij deze I-mag vindt u een oproep voor hernieuwing van uw lidmaatschap voor 2011. Om uw betaling vlot te kunnen doen via thuisbankieren, ontvangt u eerstdaags ook een oproep voor hernieuwing in uw mailbox. De VIK springt zuinig om met uw lidgeld en wil daarom het zenden van een postmailing zoveel mogelijk beperken. Een postmailing aan al onze leden kost snel 10.000 euro. Wacht daarom niet te lang om uw bijdrage te betalen. Door snel te reageren voorkomt u dat we nog een brief moeten nasturen en zo genereert u meer extra werkingsmiddelen voor uw VIK-dienstverlening.
VIK-advies sterk gewaardeerd door de leden VIK geeft advies op sociaal en juridisch vlak aan zijn leden. In crisissituaties bent u plots werknemer, terwijl u normaal namens de werkgever in uw bedrijf optreedt. “Het VIK-lidmaatschap is voor mij als een brandverzekering”, zei me ooit een collega. “Je betaalt elk jaar je premie en je hoopt dat je ze nooit nodig hebt.”
Maar alle vragen om advies gaan zeker niet over afslanken of herstructureren. Enkele voorbeelden van vragen om advies: • “Ons bedrijf maakt transpondersystemen om voertuigen te traceren, gebaseerd op GPS-technologie. Voor demonstratiedoeleinden is die technologie ingebouwd in alle bedrijfswagens. Hoe zit het nu met mijn privacy? Mag ik het systeem afkoppelen in mijn privétijd?” • “Ik heb zopas een nieuwe jobopportuniteit gekregen. Maar momenteel ben ik nog met ouderschapsverlof. Vanaf wanneer kan mijn opzegperiode op zijn vroegst ingaan?” • Ik krijg de kans om een vestiging in China mee op te richten voor een ander bedrijf. Waar moet ik allemaal rekening mee houden bij de onderhandelingen over het contract?
Concreet advies VIK helpt met concreet en praktisch advies om je zelfredzaamheid te vergroten. Wij hebben daarvoor op het secretariaat een databank met geactualiseerde informatie over de sociale wetgeving en de praktische regels ter zake. Maar daarnaast beschikken wij over een netwerk van collega’s, elk met hun specifieke ervaring waar wij een beroep kunnen op doen om gedegen advies te geven. In complexe gevallen - die onze kennis te boven gaan schakelen wij op kosten van de VIK een externe jurist in om een juridisch onderbouwd advies te formuleren. VIK is geen vakbond en zal niet nalaten om steeds zowel op de rechten als op de plichten van de ingenieur te wijzen. Tenslotte is de deontologie van de ingenieur voor de VIK zeer belangrijk.
Wat biedt VIK?
• • • • • • • • •
Kijk snel naar ons aanbod op volgende nuttige links: www.vik.be/ledenvoordelen: overzicht voordelen www.vik.be/korting: geeft korting op tijdschriften www.vik.be/ledenadvies: geeft advies op uw vragen www.vik.be/loopbaan: helpt bij loopbaanvragen www.vik.be/activiteiten: voor elk wat wils www.vik.be/jobaanbieding: uw eigen jobaanbieding www.vik.be/jobaanbiedingen: vacatures www.vik.be/vorming: levenslang leren www.vik.be/simulatie: salarissimulatie
Commentaar I-mag Ingenieursmagazine is een uitgave van de Vlaamse Ingenieurskamer vzw Lid van World Federation of Engineering Organisations (WFEO) van de UNESCO. Lid van de Unie van de Uitgevers van de Periodieke Pers (U.P.P.) VERANTWOORDELIJKE UITGEVER Ing. Bart Demol MSc, Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem HOOFDREDACTEUR Ing. Noël Lagast MSc EINDREDACTIE Luc Vander Elst REDACTIERAAD Ing. I. Born MSc - Ing. B. Demol MSc Ing. H. Derycke MSc - Ing. K. De Wever MSc Ing. N. Lagast MSc - Ing. G. Roymans MSc Ing. W. Samyn MSc - Ing. L. Wezenbeek MSc REDACTIESECRETARIAAT Francine Demaret SECRETARIAAT VIK Herentalsebaan 643, 2160 Wommelgem Tel. +32 3 259 11 00 - Fax +32 3 259 11 01 Website: www.vik.be - e-mail:
[email protected] Doorlopend open van 08.30 uur tot 17.00 uur Voor advertentieruimte of redactionele bijdragen: mail naar
[email protected]. LIDMAATSCHAPSBIJDRAGEN rek.nr.: 406-0098501-56 € 62,00 voor technisch en industrieel ingenieurs, die meer dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor geassocieerde leden € 34,00 voor hen, die 3 jaar of minder dan drie jaar gediplomeerd zijn; voor een samenwonend lid; voor gepensioneerden
Representativiteit werpt vruchten af De Vlaamse Ingenieurskamer dient al meer dan 40 jaar de belangen van haar leden. De VIK bruist nog steeds in al haar geledingen, jong en oud, afdelingen, centra, studiegroepen, … Dit magazine toont vandaag opnieuw het resultaat van de onbaatzuchtige inzet van honderden vrijwilligers. De VIK informeert haar leden via het ledenmagazine I-mag, het vakblad ITM Industrie Technisch Management, de website, de nieuwsbrieven, … De VIK verdedigt ook al die jaren de belangen van de ingenieurs in Vlaanderen. VIK geeft een antwoord op vragen i.v.m. hun diploma, arbeidsomstandigheden, wedden, … De VIK weegt op de besluitvorming van de overheid om zo de collectieve belangen van haar leden te behartigen. Met ons netwerk bereiken we ruim 20.000 actieve industrieel ingenieurs. Door die representativiteit en de vele vrijwilligers die de dossiers opvolgen boeken we succes. Mede dankzij VIK integreert onze opleiding straks in de universiteit. Voor de zomer is de principiële beslissing genomen in de ministerraad. De VIK zal nu nauwlettend toezien op de uitvoering van die beslissing. De VIK ontmoet haar leden en medewerkers op verschillende netwerking events, ook op sociaal en cultureel vlak, … VIK Vorming combineert een stevige ervaring in permanente vorming met een voortdurend inspelen op actuele noden. Het vormingsaanbod staat open voor iedereen, dus ook voor niet-ingenieurs. De VIK is representatief en moet het als vereniging vooral van haar leden hebben. Uw – blijvend - lidmaatschap is daarom van groot belang voor de VIK, voor het statuut van de industrieel ingenieur in Vlaanderen en voor uw eigen professionele status. Schrijf daarom vandaag nog uw ledenbijdrage voor 2011 over en verzeker zo de blijvende representativiteit van de Vlaamse Ingenieurskamer in de toekomst.
€ 17,00 voor studenten-industrieel ingenieur
Ing. Paul BERTELS MSc Gedelegeerd bestuurder
€ 79,00 voor leden woonachtig in het buitenland € 750,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met meer dan 250 werknemers € 375,00 voor bedrijven, scholen, instellingen, enz. met minder dan 250 werknemers DRUKKERIJ & LAY-OUT Drukkerij SLEURS nv, Overpelt Tel. +32 11 80 90 90 - Fax +32 11 80 90 95 Voor de ondertekende artikels zijn alleen de auteurs aansprakelijk. COVER Bart De Schutter © VUB – Bernadette MERGAERTS
OPROEP aan de jonge collega’s Je staat nog aan het begin van je ingenieurscarrière: een horizon van meer dan 40 jaar met ups en downs. Verzeker jezelf daarom van de steun, de knowhow, de ervaring en het advies van een sterke, representatieve ingenieursvereniging: maak werk van je VIK-lidmaatschap en ontdek er de talrijke voordelen van! Gebruik de knowhow en de steun van een uitgebreid en competent ingenieursnetwerk om daarmee een succesvolle loopbaan uit te bouwen. Samen weten en kunnen we meer! Gebruik je lidmaatschap actief om voor jezelf, je directe omgeving en de maatschappij meer welstand te creëren! Tot binnenkort.
3
I-mag december 2010
Inhoud
Commentaar Representativiteit werpt vruchten af . . . . . . . . . . . . . . . . .
Inhoudstafel .........................................
03 04
Navitell brengt verhalen naar smartphone en iPhone Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
CropDesign: evoluties inzake genetische modificatie Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Het verschil tussen de fietsen van Stybar en Boonen Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
KI: drie miljard zaadcellen is optimale dosis Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Renotec renoveert en restaureert historische gebouwen Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Muziek op maat als business: Aristo Music Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Modern Times Technologie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
In de kijker: Tiende ingenieurshappening Afdeling Zuid-West-Vlaanderen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nieuws van de afdelingen ..............................................................
Puzzelaar 98: De revolutionaire driehoek – correctie Denken & doen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Vlaams ingenieur vernieuwt Afrikaanse ziekenhuizen Samenleving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Kim Kiekens wint ‘young researcher award’ in Japan Centrum Onderwijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
UAB is kleine, maar kwalitatief sterke associatie Netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
23.000 euro om onderzoek en innovatie aan te moedigen Netwerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Nieuws van de studiegroepen VIK Studiegroepen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Effectief leidinggeven, coachen, teammanagement VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Moderne smeertechnieken VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Industriële koeltechniek VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Bekistingen en zichtbeton VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Cursusoverzicht VIK Vorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
I-mag december 2010
4
05 10 12 14 17 20 24 27 28 31 32 34 37 40 42 44 44 45 45 46
technologie TECHNOLOGIE
Elk verhaal digitaal Navitell brengt verhalen naar smartphone en iPhone LUMMEN. Eén van de paradepaardjes van Navitell, een bedrijf gespecialiseerd in digitale storytelling, was ongetwijfeld de virtuele rondleiding op de site van Expo ’58. Ouders en kinderen kregen een ‘storyteller’, een soort draagbare pc, in handen, een koptelefoon op het hoofd en zo konden ze een parkoers van tweeënhalf uur afleggen met klank en beeld. Pittig detail: de kinderen kregen een ander soort verhaal te horen en te zien. De ‘stories’ waren op hun maat gesneden.
Zo weten we meteen wat de digitale storytelling van Navitell inhoudt: CEO Isabelle Maenhout bedenkt het kader, het format van de verhalen en CTO Ing. Luc Buntinx MSc voorziet ze op een redelijk spectaculaire manier van klank, beeld én automatische aansturing via satellieten. Ook de virtuele rondleidingen in onze vijf kunststeden zijn ontsproten aan hun brein. Intussen is de tijd van de draagbare storyteller van Expo ’58 al lang geschiedenis. Navitell brengt nu de verhalen direct op uw smart- of iPhone, zelfs op uw mp3-speler, als het moet. Sterker nog: Navitell is een van de weinige Belgische bedrijven die mobiele reclame-inkomsten zoekt en aanboort. “Als we in België niet ontwaken, gaan alle mobiele inkomsten uit reclame naar het buitenland”, zegt Luc Buntinx (48), die in 1986 afstudeerde als industrieel ingenieur automatisering. In 1987 volgde hij nog een specialisatie chipdesign, beide aan de toenmalige IHRH (nu XIOS) in Hasselt. Hij doorliep een vijftal jobs waarbij hij zijn fascinatie voor draadloze netwerken kon uitleven. Constante daarbij was: bied je klanten ook een goede service aan én zoek nieuwe toepassingen voor bestaande technologieën. Het verhaal van Navitell begint in 2005. Luc Buntinx: “Toen werkte ik bij het Hasseltse iCity, het testplatform voor mobiele digitale diensten in een stedelijke omgeving. Isabelle Maenhout van Toerisme Limburg werd er aangeworven als marketingmanager. Ze had al iets heel knap bedacht: ze liet Telindus een apparaatje ontwikkelen, dat je kon huren bij de toeristische dienst: de ‘storyteller’ of verhalenfluisteraar. Via de koptelefoon kreeg je niet alleen verhalen te horen over je route, maar je werd ook echt gestuurd: ga hier naar links, let op aan dit kruispunt. Mijn collega’s en ik kregen van Isabelle de vraag wat wij van dat toestel vonden. Ik vond haar idee om verhalen te koppelen
Wandelen met de ‘Storyteller’ in Beringen.
aan technologie schitterend, maar het apparaat was technisch niet goed. Er was niet aan backoffice, service, upgrading of onderhoud gedacht. Bij iCity zag Isabelle pas hoe ver de technische mogelijkheden van haar oorspronkelijk idee konden reiken. We vonden elkaar en na drie maanden vertrok zij om in maart 2005 samen met mij Navitell uit de grond te stampen. Ikzelf bleef contractueel nog tot 2008 bij iCity in dienst.” U vormt met haar de perfecte combinatie: inhoud vindt vorm of anders gezegd: storyteller meets engineer? “Uit internationaal onderzoek naar innovaties was gebleken dat we een product hadden dat nergens ter wereld bestond. Isabelle had een achtergrond in de opera- en filmwereld, was producer, scenarist, had voor BBC en Imagination in Motion gewerkt. Zij is de bezielster, for-
5
I-mag december 2010
Die StoryTeller-toestellen waren gratis naar aanleiding van de verjaardag van 50 jaar Atomium, maar bij andere klanten werden ze verhuurd en brachten ze geld op. Zodra diezelfde verhalen ontsloten worden via het platform StoryNations, kunnen ze voor alle betrokken partijen – en voor de betrokken archiefleveranciers – geld opbrengen.”
CTO Ing. Luc Buntinx MSc
Inmiddels heeft Navitell technologisch nog enkele stappen verder gezet? “We hebben de StoryTellers verkocht van 2005 tot 2008, maar we hadden al snel door dat ze te duur waren. Duizend euro voor een apparaat en de toeristische diensten verhuurden ze voor amper een paar euro. Bovendien waren ze onderhevig aan slijtage. Vooral de batterijen leden daaronder. We hebben dus zitten broeden op een plan om onze inhoud naar de apparaten van de mensen zelf te brengen. Maar dat kostte behoorlijk wat investeringen. Binnen Navitell waren er twee strekkingen: de drie oorspronkelijke investeerders waren eerder gewonnen voor het idee om voort te doen, zoals we bezig waren: van stad naar stad gaan en ons product verkopen. Maar Isabelle en ik waren er toen al van overtuigd dat tegen pakweg 2010-2012 de meeste mensen een iPhone of smartphone zouden hebben. We hebben de drie aandeelhouders uitgekocht en zijn op zoek gegaan naar nieuwe investeerders. Dat heeft meer dan anderhalf jaar geduurd.” Waarom heeft dat zoveel tijd in beslag genomen?
“ Toeristische diensten verhuurden ‘storytellers’ of verhalenfluisteraars: via de koptelefoon kreeg je verhalen over je route, maar je werd ook echt gestuurd: ga hier naar links, let op aan dit kruispunt.” matbedenker, ik ben de ingenieur. We vonden drie investeerders: het telecombedrijf Essec, het softwarebedrijf FKS en contentspecialist Gil Knevels. Begin 2006 waren we vertrokken.” Het Expo ’58-project heeft uw bedrijf meteen op de kaart gezet? “Klopt. Je kreeg een parkoers van meer dan twee uur voorgeschoteld waarbij je rondgeleid werd op de voormalige site: Oud België, het Frans en Russisch paviljoen, noem maar op. Je kreeg beelden,
I-mag december 2010
verhalen, muziek te horen en te zien. Kortom: je werd letterlijk ondergedompeld in de sfeer van 1958. We noemen het ‘killer content’. De kinderen kregen hetzelfde verhaal te horen als de ouders, maar verteld op kindermaat verteld en met een verrassing achter elke hoek. In het Expo ’58-project zat ook al een van onze businessmodellen. We zijn naar de VRT en de RTBf gestapt en hebben hun ervan overtuigd om de inhoud die in hun kelders lag, op onze apparaten te zetten – uiteraard gekoppeld aan boeiende authentieke verhalen, in vijf talen zelfs.
6
“De onderhandelingen met de FPIM, de Federale Participatie- en Investeerdersmaatschappij, een overheidsinstelling, schoten goed op. Op 15 september 2008 kregen we groen licht en ’s avonds hoor ik op het nieuws dat de Lehman Brothers failliet waren. Ik maakte niet meteen de koppeling naar de FPIM, maar de volgende maanden heb ik het wel geweten. Wat voor 15 september een gegeven was, moesten we plotseling gaan verdedigen. Want inderdaad, zowat alle overheidsbedrijven begonnen new-diligence-onderzoeken door te voeren, waarbij alles wat met investeringen te maken had, binnenstebuiten werd gekeerd. Ook de FPIM deed dat: we moesten de maatschappelijke waarde van onze realisaties aantonen, ik heb drie maanden lang met advocaten en kantoren als Ernst & Young onderhandeld. Uiteindelijk is op 18 december één minuut voor middernacht – de deadline – de laatste handtekening gezet. FPIM
TECHNOLOGIE
heeft nu ongeveer vijftien procent van de aandelen in handen, Isabelle en ik hebben de rest, aangevuld met twee van de oorspronkelijke aandeelhouders als minderheidsaandeelhouders.” Hebt u geen privékapitaal kunnen strikken? “Neen. Tot 15 september wees alles erop dat de eindgebruiker bereid was om te betalen voor digitale diensten. Daar gingen we ook van uit en daarom hadden we een strategie van ‘B to C’ opgezet: business to consumer. Na 15 september is de wereld veranderd, zeker inzake financiële perceptie. Niemand had nog centen. Privé noch consument waren bereid te betalen. Alleen de overheid, de toeristische diensten bijvoorbeeld, hadden nog budgetten die het jaar voordien waren goedgekeurd. En zo zijn we overgeschakeld op een ‘B to B’-strategie: business to business.” Navitell liet het niet aan het hart komen. U hebt de technologie voort uitgebouwd? “Als we onze content volgens plan op de apparaten van de mensen zelf konden overbrengen, dan daalden onze kosten drastisch. We hoeven zelf geen apparaat meer te leveren en de gebruiker kent de technologie van zijn eigen iPhone of mp3speler als geen ander. Nog een pluspunt: de toeristische diensten hoeven geen apparaten meer uit te lenen, op te laden, en zo meer. Het is dan ook onze filosofie geworden om een verhaal op zoveel mogelijk mobiele apparaten te kunnen ontsluiten. We kunnen nu verhalen brengen die ‘location based’ zijn. Je kunt downloaden van het internet op je gsm, maar dan moet je je daarop voorbereiden. Begin 2009 zijn we dan begonnen met de tweede versie van ons platform. We wilden het mogelijk maken dat de mensen onvoorbereid ter plekke onze verhalen kunnen beleven. Door een eenvoudige ingreep krijg je het verhaal ook op je mobiele telefoon. Neem de landing van de geallieerden in Normandië: je krijgt de verhalen, de beelden en het geluid van hoe soldaten langs de kustlijn op je toekomen op je eigen gsm. Dat is pure beleving, kippenvel zelfs, en dat allemaal zonder een apparaat te moeten huren. Midden 2010 was ons platform StoryNations 2.0 klaar.” Hoe gebruiksvriendelijk is het? “De gebruiker kan mobiel surfen naar ons platform, maar dan moet hij nog een
“ Als we onze content volgens plan op de apparaten van de mensen zelf konden overbrengen, dan zouden onze kosten drastisch dalen.”
www-adres intikken, dat vonden we niet handig. De mensen moeten dat ‘oneclick-away’ kunnen doen, zonder al te veel moeite. Je kunt trachten alle mogelijke bestaande apparaten te ondersteunen en er toepassingen voor bedenken. Dan zijn we als klein bedrijf tien jaar bezig en dan nog: elke week komt er een apparaat bij. We moesten dus iets anders bedenken. En zo zijn we bij de ‘quick response code’ terechtgekomen. Ze bestaat al sinds 1994 en wordt gebruikt in de automatisering. Die bestaande technologie hebben we een nieuwe functie gegeven. Het enige
7
wat de gebruiker eenmalig moet doen, is gratis een ‘quick reader’ van het internet op zijn mobiele telefoon downloaden. Zodra dat gebeurd is, neem ik mijn gsm, ik richt de camera op de code die wij ergens hebben aangebracht en de toepassing start automatisch. De verhalen komen kant-en-klaar op je gsm. En we gaan nog een stap verder. We geven de mogelijkheid aan derden om verhalen aan te passen of toe te voegen. Met het oog daarop heeft het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie (IWT) ons project van de storybuilder goedgekeurd
I-mag december 2010
TECHNOLOGIE
Navitell: waar ingenieurs thuis zijn Navitell stelt zes mensen tewerk. Drie van hen zijn industrieel ingenieur van opleiding. Ing. Michel Beausaert MSc is lead developer en staat in voor de software. Hij begeleidt alle updates en wijzigingen. Hij studeerde elektronica, specialisatie chipdesign, aan de IHRH (Industriële Hogeschool van het Rijk Hasselt, nu XIOS). Ing. Sylvie Karpez MSc studeerde bouwkunde, ook aan de IHRH. Ze is lead projectmanager en begeleidt alle verhalen/klanten van begin tot einde. CTO Ing. Luc Buntinx MSc (48) is afgestudeerd in 1986 als industrieel ingenieur elektronica, finalisatie automatisering en chipdesign (1987), beide aan de IHRH. WVB
voor een bedrag van ongeveer 117.000 euro. Na een kleine technologische ingreep kun je als gebruiker dus tegen het einde van dit jaar een verhaal toevoegen of aanpassen.” Hoe gaat u mijn versie of deel van het verhaal controleren? “Wij zijn inderdaad YouTube niet. Wat je instuurt aan verhalen, beeld of klank, wordt gecontroleerd door een panel van juryleden die het oorspronkelijk verhaal gemaakt hebben. Vindt de jury je verhaal goed genoeg, dan wordt het in zijn geheel opgenomen en gaat de auteur ook geld verdienen op de downloads. Zo koppelen we een maatschappelijke meerwaarde aan onze producten en maken we deel uit van een nieuwe manier van kennisontwikkeling. Is je verhaal niet zo geschikt, dan krijg je wel het recht om met een extra code je verhaal te versturen naar vrienden en kennissen die het dan via Twitter of Facebook binnenkrijgen.” Het groot woord is gevallen: u zei al dat de consument niet bereid is te betalen. Hoe maakt u als bedrijf dan winst? “In het platform zijn betalingsmiddelen als PayPal, overschrijvingen of sms opgenomen, als de gebruiker voor iets extra wil betalen. En we voegen advertenties toe. Je volgt bijvoorbeeld een toeristisch traject. Op dat traject kan bijvoorbeeld een hotel liggen dat adverteert op het platform. Zo creëren we een nieuwe economische realiteit. Dat zat in ons businessplan van 2007 als derde stap: we ontsluiten verhalen, we laten de mensen verhalen maken én we voegen advertenties toe.” Tegen eind 2010 zal Navitell een belangrijke technologische kaap gerond hebben. Bent u al bezig met de volgende stap?
“Onze volgende optie is ‘technologisch augmented of virtual reality’ te creëren. Je zit gezellig op een terrasje en plots vraag je je af: wat zou hier in de buurt te doen zijn? Je kijkt via de camera van je gsm naar je omgeving en je ziet: daar ligt een verhaal en je laat het starten. Ook hier werken we met de bestaande layertechnologie die ons in staat moet stellen om dat binnenkort te verwezenlijken.” Tot slot: u waarschuwt er geregeld voor dat we in België wat achteropraken in het genereren van inkomsten uit mobiele reclame. “In Nederland zijn er naar schatting 66.000 e-commerce-bedrijven, in België hooguit 5.000. Als we niet oppassen, gaan alle inkomsten naar het buitenland. Hoe ik probeer inkomsten hier te houden? We zijn tegen 2014 een project aan het uitwerken rond de Eerste Wereldoorlog. Dan is het honderd jaar geleden dat het eerste schot werd gelost, nota bene met een Belgisch FN-wapen. We hebben alle ste-
den en gemeenten aangeschreven en gevraagd of ze willen meedoen, kortom we hebben een offerte gemaakt. Via onze research hebben we in kaart gebracht waar er in elke stad en gemeente is gebombardeerd en hoeveel slachtoffers er zijn gevallen. Ook met het Legermuseum in Brussel plannen we unieke afgeleiden. Wij bedenken de format en steden en gemeenten kunnen instappen. We willen letterlijk laten zien en horen wat er precies gebeurd is. Dat is het inhoudelijke deel. Waar zit dan het commerciële? In 2014 zullen massa’s toeristen in Zaventem landen om het begin van de Eerste Wereldoorlog te herdenken. Vergeet niet dat vele Engelse, Duitse en Canadese soldatenslachtoffers hier op de militaire kerkhoven begraven liggen. Willen we dat de toeristen hier één ding doen en dan Frankrijk gaan verkennen? Of willen we ze een of meerdere nachten hier houden? Verblijfstoerisme brengt meer op dan dagjestoerisme voor onze economie. We gaan met Navitell StoryNations een groot nationaal netwerk maken van toeristische verhalenroutes in het spoor van WO I, zo fijnmazig mogelijk wat Wallonië, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en Vlaanderen betreft. Met als kers op de taart: Flanders Field. Zodat er voor vredestoeristen in België heel wat te beleven valt. Gedurende verschillende dagen.” www.navitell.com www.storynations.com www.iwt.be
Tekst en foto’s: Wilfried VANDEN BOSSCHE Foto’s Beringen: DOTCH BVBA – Dominic VERHULST
Storytelling proberen? Je hebt een gsm nodig met een ingebouwde camera, die op internet kan en een browser heeft. Installeer een QR-codereader op je gsm: surf naar http://getreader.com op je mobiel toestel, of zoek op internet naar ‘QR code reader download’, gevolgd door je merk en type van toestel. Start de toepassing: kijk naar de QR-code op deze bladzijde met de lens van je gsm. Afhankelijk van de QR-readertoepassing ga je dadelijk naar de content of moet je nog eerst bevestigen. Je krijgt een filmpje over Navitell te zien. Voor mensen die geen smartphone hebben: ga naar deze URL: http://qr.storynations.com/20135. WVB
9
I-mag december 2010
technologie
“Kansen voor duurzamere, minder vervuilende landbouw” Johan Cardoen, CEO van CropDesign, belicht recente evoluties inzake genetische modificatie
De serres van CropDesign in Nevele met de proefgewassen.
GENT. Het agrobiotechbedrijf CropDesign begon in 1998 als een spin-off van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en maakt sinds 2006 deel uit van BASF Plant Science. CropDesign doet research en ontwikkelt nieuwe technologieën om met specifieke genen enerzijds de productie van gewassen te verhogen en anderzijds het gebruik van water of meststoffen te verminderen. Het hart van CropDesign is de automatische serre waarin jaarlijks meer dan 140.000 rijstplanten op een zeer unieke manier op basis van digitale beeldvorming worden geanalyseerd. Moederbedrijf BASF Plant Science ontwikkelt de eigenschappen verder in andere landbouwgewassen, zoals maïs, soja, katoen en suikerbiet.
CEO Johan Cardoen (Ph.D.) is best trots op wat hij en zijn team van bijna 110 medewerkers, van 17 verschillende nationaliteiten, verwezenlijken. “Het is de corebusiness van CropDesign om agronomische eigenschappen te leveren aan de wereldwijde commerciële zaadmarkten. Het doel daarbij is om de graanopbrengsten van maïs en rijst te verbeteren en te verhogen. Maïs is immers 's werelds belangrijkste gewas in termen
I-mag december 2010
van zaaizaadmarktwaarde. Het zaaizaad voor de rijstsector is vandaag weliswaar iets minder ontwikkeld, maar naar verwachting zal dat de komende jaren substantieel groeien. Bij CropDesign werkt een boeiende mix van wetenschappers en master- of bio-ingenieurs. Mensen met heel wat praktijkervaring inzake landbouw, terwijl zij ook de technologische kennis daarvan onder de knie hebben.”
10
Walking plant system “Ons onderzoek spitst zich vooral toe op Japonica-rijst en niet zozeer op maïs. Dat doen we vanuit praktisch oogpunt, want maïsplanten nemen vier keer de oppervlakte van rijstplanten in. Onze serres bevinden zich in Nevele en beslaan nu al een oppervlakte van 3.000 m². Daarin wordt een tropische omgeving nagebootst met 80% luchtvochtigheid en afwisselend 12 uur licht en 12 uur duisternis. Bovendien is het moeilijker om genen in maïs in te brengen dan in rijst. Eerstgenoemde is ook een kruisbestuiver en dat veroorzaakt een niet-betrouwbare zaadopbrengst in serres.” “CropDesign heeft TraitMill™ ontwikkeld, een uniek platform voor toegepaste genomica. TraitMill™ bestaat uit eigen bioinformaticatools, high throughput-gentechnische systemen, efficiënte methoden voor planttransformatie en een unieke set-up voor geautomatiseerde hoge resolutie fenotypische evaluaties van de
TECHNOLOGIE
gewasprestaties. In de serre hebben we het ‘walking plant system’ ontwikkeld: in een gotensysteem draaien de transgene rijstplanten rond op een lopende band. Elke plant heeft een unieke identiteit via barcode en RFID. Van ieder plantje worden de zaden geoogst. Een robot analyseert vervolgens het gewicht en de grootte van het zaad.” “Wij doen research naar de mogelijkheden voor grotere zaadopbrengst, minder wortelvorming, vergroting van de zaadgrootte, opbrengstverhoging, hogere droogtetolerantie, verbeterde en efficiëntere nutriënten, verhoogde tolerantie voor abiotische stress en het efficiëntere gebruik van stikstof. De ontwikkeling van dat innovatieve platform werd mede mogelijk gemaakt dankzij de steun van het ‘Instituut voor de Aanmoediging van Innovatie door Wetenschap en Technologie in Vlaanderen’ (IWT).”
Belangrijkste gewas CropDesign heeft meerdere onderzoeksallianties op het gebied van plantengroei en opbrengstverhoging, onder andere met het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), het Koreaanse Crop Functional Genomics Center, het Consejo Superior de Investigaciones Scientificas (CSIC) in Spanje en de Grains Research and Development Corporation (GRDC) in Australië. Sinds zijn ontstaan ging CropDesign ook verschillende zakelijke allianties aan met toonaangevende ondernemingen, zoals DuPont de Nemours en Henkel.
“Wereldwijd is rijst hét gewas op het gebied van economisch belang (meer dan 100 miljard USD) en productievolume (ongeveer 600 miljoen ton). Het neemt de op een na de grootste oppervlakte landbouwgrond voor zijn rekening (goed 150 miljoen ha). Door de toenemende wereldbevolking stijgt de vraag naar rijst. Maar de huidige rijstproductie is ontoereikend. “De rijstindustrie wacht op nieuwe technologieën om de rijstproductie te verhogen en CropDesign wil die leveren. Onze onderneming heeft met succes een reeks veldproeven met rijstrassen ontwikkeld met eigen rendementverhogende transgenen. Zij staan in voor een double digit rendementsvoordeel ten opzichte van nietgemodificeerde planten. Na een zeer gestructureerd proces van productontwikkeling van verschillende rijstsoorten is ons bedrijf nu klaar voor de registratie en de daaropvolgende marktintroductie.” De agronomische eigenschappen die CropDesign ontwikkeld heeft, zijn gebaseerd op de transgenen, bestaande uit een zorgvuldig geselecteerd gen van meestal plantaardige oorsprong en onder controle van een bepaalde constitutieve of weefselspecifieke promotor. De transgenen kennen een betere zaadopbrengst, meer zaadgrootte of een combinatie van beide.
Droogtestress “Veel gewassen lijden aanzienlijke opbrengstverliezen als gevolg van de groei onder suboptimale omstandigheden. Een van de belangrijkste oorzaken
Gentechnologie Genetische modificatie is het door de mens gericht veranderen van de genen van een organisme. Het vormt een onderdeel van de gentechnologie. Het begrip genetische modificatie mag niet verward worden met het kruisen van gewassen of dieren. Een andere mogeJohan Cardoen, CEO van CropDesign lijke betekenis gaat over genetische aanpassingen zonder uitsluitend gebruik te maken van het normale, natuurlijke voortplantingsproces van het organisme. Daarbij is sprake van verandering van een of meerdere genen in een cel. Ook de mens kan als een dergelijk product worden beschouwd; ons erfelijk materiaal bestaat immers voor meer dan de helft uit DNA van andere bronnen, zoals bacteriën, virussen, schimmels, planten en andere dieren. Hoewel dat via natuurlijke weg gebeurt, is het toch vergelijkbaar met genetische modificatie. Organismen die genetisch gemodificeerd zijn, worden GGO (genetisch gemodificeerd organisme) of GMO (genetically modified organism) genoemd. Tegenwoordig spreekt men ook over het begrip ‘transgeen organisme’. WP
11
van verminderde opbrengst is droogtestress. Het belang van droogtestress zal naar verwachting toenemen in de toekomst, als de druk stijgt om watergebruik te verminderen in de landbouw. CropDesign heeft een reeks van transgenen ontwikkeld die de tolerantie van de planten tegen droogtestress, verbeteren.” “Momenteel onderzoeken we, in samenwerking met verschillende universiteiten, hoe we onze innovatieve screens meer voorspelbaar kunnen maken voor de veldsituatie. 80 % zou heel beloftevol zijn. In 2012 brengt Monsanto de eerste mais met droogtetolerantie op de markt in de VS, zodat met minder water toch een grotere opbrengst kan worden verkregen. Het zusterbedrijf Metanomics in Berlijn is heel performant op het vlak van metabolieten en de diagnostische toepassing daarvan bij mensen. Als we een correlatie kunnen vinden tussen veldgewassen en hun metabolietenprofiel, zou dat baanbrekend zijn.”
Ambigue situatie “De overheid heeft initiatieven genomen om ons onderzoek mogelijk te maken, maar nagelaten om een transparant kader te creëren, waardoor producten op de markt gebracht kunnen worden. Een ambigue situatie. In België stond men in het begin van de jaren ’90 positief tegenover genetisch gewijzigde gewassen, omdat men begreep dat dit de volksgezondheid en het milieu ten goede zou komen. Maar halfweg dat decennium was er plots een omslagpunt door voedselcrisissen, zoals dioxines, dolle koeien, enz. Daardoor ontstond een grote terughoudendheid, die evenwel niet gold voor de geneesmiddelenindustrie.” “Ik stel ook vast dat de beslissingen op Europees niveau erg gepolitiseerd zijn. De toenemende vleesconsumptie in Azië vereist veel meer graangewassen. Maar door de houding die Europa aanneemt sluiten wij mogelijk landen uit die behoefte hebben aan gewijzigde gewassen. De beslissingen op dat vlak gaan dus verder dan de landsgrenzen van Europa.” “De nieuwe technologieën die wij willen toepassen zijn niet zaligmakend”, besluit Cardoen, “maar zij kunnen wel bijdragen tot een meer duurzame, meer productieve en minder vervuilende landbouw.”
Tekst: Wouter PEETERS Foto’s: CROPDESIGN en Wouter PEETERS
I-mag december 2010
technologie
Het verschil tussen Stybar en Boonen Waarin verschilt een racefiets van een cyclocrossfiets of een mountainbike? PAAL. De cyclocross lokt in het nieuwe seizoen meer kijkers dan ooit. Wekelijks trekken massa’s kijkers naar de cross. En u gaat niet alleen passief kijken: op zondagochtend ruilt u zelf uw zomerse racefiets voor de mountainbike en trekt u massaal veld of bos in. In de derde aflevering van de reeks “Sport en Technologie” gaat I-mag op zoek naar de fundamentele verschillen tussen een racefiets enerzijds en een cyclocrossfiets of een mountainbike anderzijds.
en analyseren verwerkt zijn, hebben we een zesmaten sloping geometrie ontwikkeld. Die range levert met aanpassingen van zadelhoogte en stuurpen voor 95% van de mensen een zo goed als perfecte fietsgeometrie op. Alleen voor high-end-klanten met uitzonderlijke lichaamsverhoudingen maken we nog een speciale fiets op maat, zoals vorig jaar nog voor Felipe Pozzato van Katusha: die heeft heel korte benen, een lang bovenlijf, superlange armen en een rug zo flexibel als een slang. Hij wil heel laag en lang op de fiets zitten. Zijn lichaamsprofiel valt niet te vatten in de range van modellen die we standaard hebben. Maar al zijn ploegmaten reden met een van onze standaardmaten.” Waarom is een racefiets anders dan een crossfiets of een mountainbike?
Jochim Aerts, general manager bij Ridley Bikes.
Wie in Vlaanderen een fietsmerk zoekt dat zich volledig op competitiefietsen richt, komt in Paal-Beringen uit bij Ridley Bikes. Het bedrijf van general manager Jochim Aerts (39) is Benelux-marktleider bij de cyclocrossfietsen en een van onze topmerken bij de racefietsen. Onder meer wereldkampioen cyclocross Zdenek Stybar rijdt met een Ridley crossfiets. Is er een verschil in het gebruikte materiaal tussen de fietstypes? Jochim Aerts: “Neen, dezelfde materialen komen bij alle fietstypes terug. Staal is zo goed als uit de markt wegens te zwaar. De verschillende gradaties aluminium gebruiken we vooral voor de consumentenmarkt, omdat dat prijsvriendelijker is dan carbon. Dat gebruiken we in hoofdzaak voor de high-end-competitiefietsen, zowel voor de racefietsen als voor de cross- en de mountainbikes.” Wat is dan het belangrijkste verschil? “De geometrie van de fiets. Er is een verschillende geometrie voor verschillende
I-mag december 2010
doeleinden. Dat is het allerbelangrijkste aan een fiets: met een foute geometrie stuurt die fiets niet goed, voelt hij fout aan, ‘bolt’ hij niet. De geometrie is het geheel van de verhoudingen van alle elementen van de fiets: de stuurhoeken, de afstanden tussen de wielen, de hoogte van het balhoofd (dat uw stuurvork doet draaien), enzovoort.” “Ik heb in mijn beginjaren een tijd gewerkt als framebouwer voor de Nederlandse divisie van Bioracer, dat gespecialiseerd was in maatwerk op de geometrie van een renner: alles werd op maat gemaakt voor de renner. Daar heb ik de details geleerd van de geometrie van een fiets en op die kennis bouwen we nu al jaren verder om onze productontwikkeling te ondersteunen.” Worden fietsen nog altijd op maat gemaakt? “Dat maatwerkprincipe is ondertussen ook al wat achterhaald: dankzij de database van bikefitting.com – de vroegere Nederlandse divisie van Bioracer – waarin de meetgegevens van vijftien jaar meten
12
“Een racefiets is op snelheid gericht, heeft dunne bandjes, moet zo aerodynamisch mogelijk zijn. Een mountainbike heeft kleinere, maar dikkere wielen. Dat maakt hem wendbaarder, maar zijn geometrie is veel minder agressief. Zo’n fiets is heel ‘vergeeflijk’: je kunt er gemakkelijk mee manoeuvreren zonder over kop te gaan bij de minste stuurfout in een afdaling.” “Cyclocross leunt qua geometrie heel dicht aan bij de racefiets, omdat ook daar de wedstrijden steeds sneller worden. Vroeger trokken de producenten de trapas van een crossfiets veel hoger dan bij een racefiets, omdat de crosser door de modder moet fietsen, over balkjes moet springen, niveauverschillen moet nemen en toch nog altijd moet kunnen rondtrappen zonder de grond of een obstakel te raken. Ondertussen staat die trapas nog alleen hoger bij de mountainbikes. De trapas van een crossfiets staat nog maximaal een centimeter hoger dan die van een racefiets en van dat verschil zit dan nog een groot deel in de banddikte.” Een crossfiets krijgt natuurlijk veel modder te verwerken? “We laten meer ruimte om de modder rond het wiel weg te laten: we zetten de voorvork breder, maken de liggende achtervork heel ruim, zodat het wiel zo lang
TECHNOLOGIE
mogelijk kan blijven draaien. Daarnaast zijn onze voor- en onze staande achtervork smaller, zodat de modder minder plaats heeft en er dus makkelijker afdruipt. Dat zal geen kilo modder verschillen, maar alle beetjes helpen.” “Er zijn enkele zekerheden: de banden gooien de modder vooruit en een breed vlak vangt meer modder op dan een smal vlak. Dus hebben wij boven de wielen een smaller element gestoken, waarop veel minder modder blijft hangen. We zijn bovendien heel ver gevorderd om met een soort nanotechnologie in het lakwerk op de markt te komen: iets dat het water en de modder afstoot. Vergelijk het een beetje met de voorruit van je auto, als je net de carwash verlaat: dan schuiven de regendruppels van je voorruit af. Topcrossers en hun mecaniciens smeren de fiets vlak voor de koers extra in met die boenwassen om dat effect te versterken.” “Ook onderscheiden we ons doordat de rem- en de schakelkabels op onze crossfietsen een geheel zijn. Andere merken hebben vaak een overgang naar een of twee buitengenen, waardoor er meer water en modder op die overgangspunten blijft hangen. Wij werkten die verbindingspunten weg.”
“ Elke vier jaar moet je iets revolutionair nieuw op de markt brengen” frames sloping. Een zadel twee of drie centimeter lager zetten, maakt geen verschil meer. Vroeger had je allemaal horizontale frames en als je toen een zadel moest hoger of lager zetten, kon je niet meer weg met je balhoofdlengte. Toen had je fietsen waar het zadel tien centimeter boven de bovenbuis uitstak. Dat was niet alleen lelijk, de fiets werd ook zo slap als een vod. De driehoek van het frame werd te groot. Hoe kleiner de driehoek, hoe sterker het frame.” Waar worden jullie fietsframes geproduceerd?
“Daarnaast onderhouden we contacten met toplui van hoogtechnologische bedrijven in onze denktanks. Hun input is van groot belang in onze productontwikkeling.” Hoe beginnen jullie aan zo’n nieuwe ontwikkeling? “Met een ‘wish list’: wat willen we? De drie belangrijkste factoren van een fiets zijn de sterkte, de stijfheid en de aerodynamica. Dan moet je de doelstelling bepalen: wil je de snelste fiets maken of de meest aerodynamische of wil je een bepaalde prijspunt halen binnen een bepaalde categorie? Dat bepaalt je materiaalkeuze en dan doe je marktonderzoek. Welk product beogen we, wat doet de concurrentie goed, welke onderdelen kunnen we gebruiken of juist niet gebruiken? Hoe kunnen we een beter product positioneren? En dan begint de samenwerking met sales, marketing, de denktanks en de dealers.” “Top high end doen we geen toezeggingen. Daar doen we alleen engineering met het oog op maximale performance. De kostprijs telt niet mee. De topwielrenners en –crossers zijn alleen geïnteresseerd in het beste van het beste. Dat doen we helemaal op ons eigen gevoel. En tot hiertoe lukt dat aardig.”
“De introductie van het ‘sloping frame’, de gebogen of hellende bovenbuis. Dat is begonnen bij de mountainbikes en Giant is ermee overgestapt van de mountainbike naar de racefiets. Ondertussen zijn alle
“Al onze frames worden in China gemaakt. Negentig procent van de productie van de high-end-racefiets zit in China, de overige tien procent is made in Italy. Dat is zo voor alle producenten, maar het verschil zit in de productontwikkeling, de engineering. Wij proberen daarin een koploper te zijn. Voor de aerodynamica werken wij heel nauw samen met het Von Karnen-instituut in Sint-GenesiusRode, het grootste windtunnel- en aerodynamica-instituut van België. We krijgen daar een enthousiaste ondersteuning voor onze ontwikkelingstests. Onder tussen zijn we zelf een windtunnel aan het bouwen in onze nieuwe bedrijfsgebouwen.”
Jong bedrijf
Ridley is competitie
3 jaar ontwikkeling
Ridley Bikes is een relatief jong bedrijf met een kleine 50 werknemers op zijn site in Paal-Beringen. Het heeft één burgerlijk ingenieur aerodynamica luchtvaart in dienst en één productontwikkelaar van het niveau industrieel ingenieur. Daarnaast werken twee ingenieurs freelance mee aan de productontwikkeling. Een van hen is 3D-ontwerper en specialist in stressanalyses. Een voltijds ingenieur in Taiwan doet de kwaliteitscontroles van de Chinese fabricage. Verder heeft Ridley een eigen grafisch ontwerper in dienst en voltijdse verkoopsmensen in Seattle (VS), Italië, Frankrijk, Spanje en binnenkort ook in Zweden. Tot slot zet Ridley een groepje werknemers van een beschermende werkplaats in bij de voorbereiding van de montageafdeling. DVE
“Als wereldspeler zijn wij peanuts”, relativeert Jochim Aerts. “Vorig jaar hebben wij 27.000 fietsen gemaakt, een topspeler als Giant maakt er meer dan 6 miljoen. Over een jaar of drie, vier moeten we onze productie kunnen opdrijven tot 50.000 eenheden.” “In vergelijking met de typische competitiemerken als Colnago, Pinarello of Merckx zijn we wel bij de grootste spelers op de markt. Binnen de Benelux zijn we zeker marktleider bij de crossfiets. In het segment van de racefietsen behoren we zeker tot de toppers.” “Ridley Bikes moet altijd voor competitie staan. Ik wil geen kinderfiets of stadsfiets maken met de reputatie van een Ridley. Als we later andere fietsen zullen maken, zal dat een andere divisie zijn, met andere leiders en andere ingenieurs, maar altijd moet topinnovatie vooropstaan.” DVE
“Bij de gepassioneerde fietsfanaten staat Ridley al langer bekend als een topinnovatiebedrijf. De levenscyclus van een ontwikkeling is drie à vier jaar en nadien moeten we iets totaal nieuws op de markt brengen. Iets echt grondig nieuw maken, is onze drijfveer. Zo hebben we al twee revolutionaire ontwikkelingen op onze naam staan. Een van onze andere ontwikkelingen, het oversized balhoofd, is ondertussen een industriestandaard. Volgend jaar lanceren we weer een volledige nieuwigheid waar ik nog niets kan over vertellen. Maar we werken daar al drie jaar aan.”
Wat was de belangrijkste evolutie in de sector sinds jaren?
13
www.ridley-bikes.com Tekst: Dirk VANDER ELST Foto’s: Dirk VANDER ELST en RIDLEY BIKES
DVE
I-mag december 2010
technologie
“Drie miljard zaadcellen is optimale dosis” Erwin Daelman van KI-Daelman denkt dat vraag naar kunstmatige inseminatie voor varkens nog toeneemt
SINT-GILLIS-WAAS.
België
telt
zowat 40 varkensbedrijven die erkend zijn als kunstmatige-inseminatiecentra. Zij beantwoorden aan de normen
Christel Buytaert en Erwin Daelman voor hun KI-bedrijf.
om sperma te produceren en te verhandelen binnen de hele Europese Unie. Het Ministerie van Landbouw en het Federaal Voedselagentschap controleren die bedrijven regelmatig. “Met die controles wil men de sanitaire en de foktechnische kwaliteit van het sperma verbeteren”, verduidelijkt Erwin Daelman (44) die samen met zijn vrouw Christel Buytaert (42) de onderneming KI-Daelman runt.
“De gezondheid van de dieren en de hygiëne bij de productie van het sperma bepalen de sanitaire kwaliteit van het sperma. De fokwaarde van de donorbeer en de afwezigheid van erfelijke gebreken bij dat dier bepalen dan weer de foktechnische kwaliteiten. Door erover te waken dat enkel beren worden gebruikt met een officieel geregistreerde afstamming en officieel geregistreerde prestaties kan al een belangrijk deel van de foktechnische kwaliteit worden gegarandeerd aan de gebruiker.”
Selectiecriteria en tests “Corebusiness van een KI-centrum is de verbetering van de kwaliteit van de varkenspopulatie”, zegt Erwin. “Daarom is het noodzakelijk om de jonge beren te onderwerpen aan strenge selectiecriteria en veeleisende testen. De dieren die voldoen, leven daarna eerst nog vier weken in quarantaine om vervolgens nog een doorgedreven bloedonderzoek te ondergaan. Pas dan worden zij definitief in het KI toegelaten. Een beer blijft gemiddeld slechts anderhalf jaar, omdat nadien de kwaliteit “ De dekstand ziet er van het sperma sterk verminhoegenaamd niet als een dert.” varken uit, laat staan als “In de jaren ‘60 deed KI zijn een verleidelijk vrouwtjesdier. intrede in de varkenssector. In Er hangt zelfs geen geur van 1985 zijn wij met ons KI-ceneen wijfjesdier aan. En toch trum begonnen. In de beginjabespringt de beer de dekstand ren was het eerder een aanvulmeteen.” Het kwaliteitsonderzoek vindt in het eigen labo plaats. I-mag december 2010
14
TECHNOLOGIE
Alle varkensberen zitten in aparte hokken. Anders zouden ze elkaar uitmoorden.
ling, omdat de meeste varkensbedrijven toen nog over eigen beren beschikten. Veelal werd de beer ook rondgereden om ergens een zeug te gaan dekken. Maar vanaf 1990 schakelden de varkenshouders geleidelijk over op de aankoop van berensperma. Die trend zet zich steeds verder door, zodat nog slechts 10% van de bedrijven over eigen beren beschikt. Met 90% van alle dekkingen produceert men mestvarkens, terwijl de overige 10% dient om de stapel op peil te houden. Dankzij de aankoop van ejaculaat-op-afstand is het mogelijk om met het varkensras Piétrain te fokken. Die beren zijn immers zo gespierd, dik en zwaar dat zij op natuurlijke wijze onmogelijk een zeug zouden kunnen dekken.”
Schoon ondergoed “Omdat wij ziektes bij onze varkens willen vermijden, komen enkel mijn vrouw en ik in de stallen”, aldus Erwin. “Bij de wettelijk verplichte controles op DNA, bloed, e.d., gaat de controleur eerst onder de douche in ons laboratorium, waarna hij zich volledig omkleedt met kleding die wij ter beschikking stellen. Tot het ondergoed toe.”
In een plastic zakje komt 110 cc terecht. Het zakje wordt meteen dichtgelast en krijgt een individueel etiket.
zouden zij elkaar uitmoorden, ondanks het feit dat zij in heel hun leven niet één zeug zien, tenzij hun moeder dan natuurlijk bij de geboorte.”
“ Bij de wettelijk verplichte controles op DNA, bloed, e.d., gaat de controleur eerst onder de douche in ons laboratorium, waarna hij zich volledig omkleedt met kleding die wij ter beschikking stellen. Tot het ondergoed toe.” “De dekstand is gemaakt uit een halve ronde ijzeren buis van ongeveer 1 m lengte en een halve meter breedte, geplaatst op vier ijzeren poten, die in de hoogte verstelbaar zijn. Het geheel ziet er ho e g e n a a m d
niet als een varken uit, laat staan als een verleidelijk vrouwtjesdier. Er hangt zelfs geen geur van een wijfjesdier aan. En toch bespringt de beer de dekstand meteen.” “Terwijl de beer op de dekstand hangt, zit ik er gehurkt naast. Met een steriele handschoen houd ik de penis vast, terwijl ik in de andere hand een wegwerpbeker heb waarin ik het sperma, ongeveer 200 cc, opvang. Het dier ejaculeert tussen de 5 à 10 keer en pas na een kwartier is het voorbij. Met die tijdspanne zouden ook heel wat mannen blij zijn”, grapt Daelman.
Voedingsbodem In het eigen laboratorium vindt vervolgens het kwaliteitsonderzoek plaats. “Onder een microscoop, aangesloten op een televisiescherm, bekijk ik de morfolo-
“Alles begint bij de afname van het sperma. De beren dekken in een vast schema, bij voorkeur om de 6 à 7 dagen, om een optimale kwaliteit van het sperma te garanderen. Vroeger gebruikte ik een vaste dekstand waar de beer naartoe werd gebracht. Maar sinds een tijd heeft die plaats geruimd voor een ‘mobiel exemplaar’, dat ik bij het dier in zijn hok zet. Net als heel wat dieren van het mannelijk geslacht zitten trouwens ook varkensberen in aparte hokken van 7 m². Anders
15
I-mag december 2010
TECHNOLOGIE
Eerst koeien Het was de Nederlandse dr. Jan Siebenga die als eerste met KI voor koeien op de proppen kwam. Het eerste KI-kalf werd op 5 december 1925 in Elsloo geboren. Voor het fokken van koeien en varkens in de vlees- en melkindustrie wordt tegenwoordig praktisch uitsluitend met kunstmatige inseminatie, geleverd door gespecialiseerde bedrijven, gewerkt. Ook in de paarden- en pluimveefokkerij en in de imkerij wordt kunstmatige inseminatie veelvuldig toegepast. De pluspunten van KI zijn o.m. het verbeteren van de verschillende rassen, vermindering van het risico op ziektes en de mogelijkheid om het sperma te verdunnen, zodat meer vrouwelijke dieren bevrucht kunnen worden. Er zijn nu ook nog nauwelijks geografische belemmeringen om het ejaculaat van een goed fokdier te verkrijgen. Bovendien kan sperma ingevroren worden, zodat zelfs na het overlijden van het dier de voortplanting nog voortgezet kan worden. WP
gie van het ejaculaat. 80 % normale zaadcellen is de norm. Daarna wordt de concentratie bepaalt. Vervolgens verdun ik het ejaculaat met een voedingsbodem. Die wordt aangeleverd in poedervorm die ik in water oplos. De ingrediënten van de voedingsbodem zijn o.a. suiker en drie verschillende kiemremmers. Voordelen daarvan zijn meer spermadosissen en dat de zaadcellen langer in leven gehouden kunnen worden.” “Afhankelijk van de concentratie stel ik de verschillende dosissen samen. Optimaal is drie miljard zaadcellen in het afgewerkte product, want daarmee zijn de bevruchtingskansen navenant. Een dosis bestaat uit 110 cc. Wanneer een beer maar 100 cc ejaculaat produceert kan dat evengoed van betere kwaliteit zijn dan 200 cc.” “Met de automatische afvulmachine wordt telkens 110 cc uit de maatbeker gezogen, in een plastic zakje gedeponeerd dat meteen wordt dichtgelast en voorzien van een individueel etiket. Daarop staan mijn adresgegevens, naam en ras van de beer, datum van afname en houdbaarheidsdatum. Vervolgens worden die zakjes op 17° C bewaard en zo snel mogelijk afgeleverd
“ Het dier ejaculeert tussen de 5 à 10 keer en pas na een kwartier is het voorbij. Met die tijdspanne zouden ook heel wat mannen blij zijn.” bij de klant. Daar zorgen mijn vrouw en ik voor.” Nagenoeg 9 van de 10 vleesvarkens die in Vlaanderen geboren werden, zijn afkomstig van een eindbeer uit een erkend spermacentrum. De stijgende trend illustreert het toenemend belang van de spermacentra voor de vleesvarkenproductie. Daelman: “Wij begonnen 25 jaar geleden heel primitief met een vijftal beren. Nu hebben wij er 80. Het is de bedoeling om volgend jaar 150 beren te houden. In België zijn er nu 37 erkende KI-centra, terwijl dat er een decennium geleden nog wel dik 60 waren. Het ligt in de algemene verwachting dat het huidige aantal KIcentra nog zal dalen, maar dat de bestaande groter zullen worden.” Tekst en foto’s: Wouter PEETERS
Dosissen In 2009 bedroeg het totale aantal geproduceerde spermadosissen in België 2.313.289. Dit is een lichte stijging van 3% ofwel 68.374 dosissen t.o.v. 2008. Ruim 93% van de geproduceerde dosissen is afkomstig van eindberen, gebruikt om vleesvarkens te produceren. Amper 7% is toe te schrijven aan de zeugenlijnberen: sperma gebruikt om fokzeugen te fokken. Verwacht wordt dat de productie van sperma van zeugenlijnberen nog verder zal dalen, omdat grote bedrijven vaker hybride fokzeugen aankopen in plaats van zelf de zeugen op te fokken.
Stamboek In de erkende KI-centa zijn enkel stamboekberen en hybride beren toegelaten. Een stamboekbeer is een varken waarvan de ouders en de grootouders zijn ingeschreven of geregistreerd in een stamboek voor hetzelfde ras en die zelf geregistreerd of ingeschreven is in het stamboek. Een hybride beer is een beer die afkomstig is van een doelbewuste kruising tussen stamboekvarkens van verschillende rassen/stammen of tussen dieren die zelf afkomstig zijn van een kruising tussen verschillende rassen/stammen of tussen een stamboekvarken en een dier dat tot een van bovengenoemde groepen behoren en die ingeschreven zijn in een register. De erkende vereniging, organisatie of private onderneming hetzij van stamboekberen, hetzij van hybride beren reikt voor elke ingeschreven beer een certificaat uit, waarop alle beschikbare en gevalideerde gegevens over de afstamming, de vruchtbaarheid of de prestaties van het dier en zijn ouders of grootouders zijn vermeld. Elke beer in een spermacentrum beschikt dus over dergelijk certificaat. Eindberen zijn bestemd voor de productie van vleesvarkens, terwijl zeugenlijnberen dan weer gebruikt worden voor de productie van fokzeugen.
WP WP
I-mag december 2010
16
technologie TECHNOLOGIE
Renovatiewerken aan de kerk in Relst – Kampenhout.
Renotec renoveert en restaureert historische gebouwen Ing. Ludo Somers MSc, afdelingshoofd Restauratie en dakwerken, zit al 27 jaar in het vak
GEEL. Nogal wat Vlaamse steden zijn aan een grondige opknapbeurt toe. Niet alleen lofts rijzen er uit de grond, ook voor niet-commerciële projecten maakt de overheid geld vrij. Een mooi voorbeeld: het marktplein van Lummen kreeg een facelift met als blikvanger de gerestaureerde kiosk. Telkens als u soortgelijke projecten ziet, is de kans groot dat Group Renotec ze gerealiseerd heeft. De groep groeide de laatste jaren sterk en telt 380 werknemers, onder wie 25 industrieel ingenieur. Alleen al de divisie ‘Restauratie en renovatie’ werkt op dit moment aan een kleine veertig projecten. I-mag maakt met Ing. Ludo Somers MSc (53), afdelingshoofd Restauratie en dakwerken bij Renotec, een stand van zaken op van de huidige renovatie- en restauratiewoede bij de Vlaamse overheden. Of is dat alleen maar schijn? 17
Ludo Somers: “Ik zit sinds 1983 in dit vak en ik heb nog geen seconde moeten denken: wat moet ik morgen doen? Je kunt als opdrachtgever wel een jaar wachten om je goot of je dak te laten herstellen, maar eindeloos uitstellen is geen optie, want dan schiet er niks meer van je gebouw over. Als je eikenhouten ramen versleten zijn, kun je er vezelplaten tegenaan zetten, maar je moet er op korte termijn toch iets aan doen.” Zo komen klanten als het ware automatisch bij u terecht?
I-mag december 2010
De kiosk in Lummen na restauratie.
“Dat gebeurt in 95 procent van de gevallen via openbare aanbestedingen van kerkfabrieken, OCMW’s, gemeente- en overheidsbesturen. Die aanbestedingen verschijnen in het Staatsblad en in de vakliteratuur. De divisiedirecteuren van onze drie divisies – Restauratie/renovatie, Burgerlijke bouwkunde en Asbestverwijdering – volgen dat allemaal nauwgezet op en vragen de dossiers op. Op onze divisie zijn drie calculatoren continu bezig met kostprijsberekeningen en prijsoffertes om projecten binnen te halen. Dat loopt parallel in de andere divisies.” Speelt de concurrentie nog op dit niveau? “Renotec bestrijkt nogal wat van het totale spectrum van de restauratiebranche. Op het hoogste niveau – projecten vanaf zeg maar 1 miljoen euro – is de concurrentie niet zo groot. We spreken dan van drie, vier grote spelers. Ga je naar een zuiver dakwerkproject van pakweg 50.000 euro, dan is er wél concurrentie. Of we ons marktleider kunnen noemen? Laten we het zo stellen: we zijn een beetje marktbepalend, zeker in onze regio, maar niet in heel België. Het probleem is dat onze markt moeilijk in kaart te brengen is. Onze projecten zijn dikwijls gesubsidieerd door diverse overheden. Vandaag zit een project in de ontwerpfase bij een architect. Het kan goed zijn dat wij pas over vijf jaar in business komen. Maar zes weken kan net zo goed. Er is budget voor subsidies bij én lokale én provinciale én Vlaamse overheden. Wie op welk moment zijn vaste belofte van toelage doet, dat hebben we niet in de hand.”
Kiosktrap tijdens de restauratie.
Renotec heeft een eigen glas-in-loodatelier.
“ Of we ons marktleider kunnen noemen? Laten we het zo stellen: we zijn een beetje marktbepalend, zeker in onze regio, maar niet in heel België.”
Betekent dat dan dat drukke en kalme periodes elkaar onverwacht afwisselen? “Dat gebeurt wel eens, vooral dan in de aanloop van gemeenteraadsverkiezingen. Het gemeentebestuur beslist dan alsnog een kerk of een kapel te laten restaureren en meteen met de werken te beginnen. Maar echte pieken en dalen in werk zijn dat niet. We zitten hier elke dinsdag samen met de drie afdelingshoofden en onze divisiedirecteur om de werken in te roosteren. Met bijna veertig lopende projecten is dat nodig.”
tot een correcte verrekening te komen op het moment van de uitvoering.” De crisis heeft blijkbaar geen vat op de sector, maar hoe verklaart u de forse groei van Renotec als bedrijf? “De aandeelhouders hebben vertrouwen in het beleid en investeren de winst opnieuw. Ze hebben ons de kans gegeven hier op de site in Geel een eigen glas-inloodatelier op te richten en zo kunnen we
Hebt u niet de indruk dat de subsidiepot stilaan leeg geraakt? Met andere woorden: het mag nooit veel kosten? “Integendeel. Mijn klanten betalen allemaal keurig. Vergeet niet dat het bijna allemaal dossiers zijn, die gesubsidieerd worden door de overheid. En zit een kerkfabriek al eens krap bij kas, dan is de overheid via de Code Napoléon verplicht om financieel bij te springen. Daarbij komt dat de prijzen voor restauratie en renovatie vastliggen, zodra er is aanbesteed. Uiteraard zijn er factoren die we niet kennen bij de aanbesteding, dingen die wij noch de ontwerper kunnen zien. Je kunt niet even aan een torenhaan gaan draaien om te zien of hij wel draait, om dan zo je prijs op te drijven. Maar ook op dat terrein hebben we standaardmogelijkheden om Ing. Ludo Somers MSc
I-mag december 2010
18
TECHNOLOGIE
“ Zaak is om snel in te pikken op onverwachte wendingen. Je kunt iedere keer opnieuw de markt afschuimen om een onderaannemer te vinden die tijd en zin heeft om je te depanneren.” ook op gebied van interieurrestauratie onze man staan. Ze hebben schrijnwerkerij en smederij Van de Velde overgenomen en in Wallonië hebben we nu ook Renotec sa. We bieden een totaalpakket aan. Kijk, je hebt geen dak zonder kroonlijst, dus heb je een schrijnwerker nodig. Je hebt geen dak zonder schouw, dus heb je een metser nodig. Geen schouw zonder afdeksteen - beton of natuursteen -, dus heb je een leverancier of een hersteller van natuursteen nodig. Alles hangt aan elkaar. Zoals daarnet gezegd: we kunnen niet alles vooraf inschatten. Zaak is om snel in te pikken op onverwachte wendingen. Je kunt iedere keer opnieuw de markt afschuimen om een onderaannemer te vinden die tijd en zin heeft om je te depanneren - én die bij prijs is. Dus is het veel makkelijker om op je eigen mensen terug te vallen. Dat is de reden van onze groei.” Restauratie van historische gebouwen, beton- en asbestsanering: lopen jullie niet verloren tussen alle milieubepalingen? Met aanslepende dossiers als gevolg? “Het milieu speelt vooral een rol bij de divisies Asbestverwerking en Burgerlijke bouwkunde (onder andere actief bij bedrijven als BASF en Janssen Pharmaceutica, red.). Welnu, daar kom je niet voorbij de poort, als je niet streng gecertificeerd bent.”
“In mijn branche staat eigenlijk alles al in het lastenboek. We zijn bezig met de laatste fase van de omwalling van de Abdij van Tongerlo. Er stond vroeger een kapel tegenaan, de site bevindt zich op graven, de steunberen van de muren moeten gestabiliseerd worden. In de aanbesteding staat dat we een archeoloog moeten zoeken die zijn werk kan doen. Doe je iets in Tongeren: idem dito. Met dak- en gevelwerken heb je dat minder. Daar gelden andere beperkingen, maar die zijn ons van meet af bekend en staan in het bestek beschreven. Zo moeten wij altijd werken met ‘historische materialen’, zoals kalkmortelvoegen in plaats van de veel te harde cementvoegen, eikenhouten buitenschrijnwerk in plaats van hedendaagse alternatieven als pvc of aluminium.” Zijn er werken waarop u als oude rot in het vak bijzonder trots bent of die technisch erg moeilijk waren? “Elk werk heeft zijn technische moeilijkheden. Daar lig ik niet echt van wakker. Maar op de kiosk in Lummen ben ik wel trots. Misschien speelt sentiment hier een rol, want ik ben van Lummen afkomstig.
En hoewel een collega-projectleider de dagelijkse leiding had, vind ik het een bijzonder geslaagde restauratie. De kiosk was gebouwd op acht knoteiken, die door vocht waren aangetast. Er waren al blokken uit gezaagd en stukken kastanje onder gestopt en twee van de acht eiken waren al vervangen door elzen.” “We gingen op zoek naar nieuwe knoteiken en vonden die op privédomein, maar een kapvergunning, wachten op het gunstige seizoen om ze te kappen en het noodzakelijke ‘droogproces’ van de eiken zou voor een grote vertraging van het project hebben gezorgd. Samen met opdrachtgever en architect hebben we dan voor een creatieve oplossing gekozen: we hebben de knoteiken gekopieerd in kunsthars en dat vind ik echt geslaagd.” Sinds 1983 doet u aan renovatie en restauratie. Kunt u nog met een gewone blik naar een kerk kijken? “Nee, dat is mijn beroepsmisvorming. Mijn huisgenoten maken er een spelletje van. Waar we ook komen, bestoken ze me met vragen als: welke kerk is dat, welke toren? Als ik in het weekend ergens een gebouw in de steigers zie staan, stop ik en loop ik eens rond de kerk. Een van de motto’s van mijn kinderen, toen ze kleiner waren, was: ‘Mijn thuis is waar mijn stelling staat’. Of ik nog voldoening haal uit
“ Mijn job is geen 9-to-5-job en ook geen band- of routinewerk. In ons vak is niets hetzelfde. Onze werven staan dikwijls ingesloten: links, rechts, voor, achter… De bereikbaarheid én de steeds nieuwe technische oplossingen die we moeten bedenken, maakt onze job uitdagend.”
Renotec en Ing. Ludo Somers MSc Renotec begon in 1985 als tijdelijke vereniging om het cultureel centrum de Warande in Turnhout asbestvrij te maken. Van het een kwam het ander: ook betonherstelling, renovatie-, restauratiewerken en gevelrenovatie werden aan de activiteiten toegevoegd. In 2005 werd schrijnwerkerij en smederij Van de Velde (Wijnegem) overgenomen. Zo werd de Group Renotec geboren. Ze ontplooit drie kernactiviteiten: restauratie en renovatie (o.a. abdij Hemiksem, St.-Stefanuskerk Gent), asbestsanering (o.a. Koninklijke Bibliotheek en Koninklijk Paleis in Brussel) en betonherstelling (o.a. viaduct Zaventem en tunnel onder landingsbaan Zaventem in Steenokkerzeel). Ing. Ludo Somers MSc (53) studeerde in 1980 af als industrieel ingenieur bouwkunde aan de Industriële Hogeschool van het Rijk in Hasselt (nu XIOS). Van 1983 tot 2001 werkte hij bij het bedrijf Algemene Ondernemingen Herman Heylen (Westerlo) dat vooral historische gebouwen renoveert. Van 2001 tot 2005 was hij aan de slag bij Renovare (Balen), een bedrijf gespecialiseerd in het restaureren van binnen- en buitenschrijnwerk. In 2005 wordt hij dan afdelingshoofd Restauratie, dakwerken en speciale technieken bij Renotec nv. WVB
19
mijn werk? Natuurlijk, mijn job is geen 9to-5-job en ook geen band- of routinewerk. In ons vak is niets hetzelfde. Ontwerpers en aannemers in de nieuwbouw beginnen als het ware op een kaal voetbalterrein. Onze werven staan dikwijls ingesloten: links, rechts, voor, achter… De bereikbaarheid én de steeds nieuwe technische oplossingen die we moeten bedenken, maakt onze job uitdagend.” www.renotec.be
Tekst: Wilfried VANDEN BOSSCHE Foto’s: RENOTEC en Wilfried VANDEN BOSSCHE
I-mag december 2010
technologie
Muziek op maat als business Aristo Music ging al vier keer in zee met het IWT
HEVERLEE. U kent het probleem wel: het is uw beurt om de jaarlijkse barbecue met de vrienden te organiseren en keer op keer rijst het probleem: welke muziek gaan we draaien? Vragen we een deejay? Gaan we met cd’s of mp3-spelers zeulen en zelf draaien? Als het van Aristo Music afhangt, dan kunt u – allicht over een paar maanden al – voor pakweg vijf euro muziek-op-uw-maat streamen. U geeft uw muziekvoorkeur aan en de situatie waarin u de muziek wil gebruiken: de gepaste muziek wordt dan gestreamd via uw computer, uw smartphone, tv of een andere met het internet verbonden device.
Muziekbeleving in de zeer nabije toekomst voor een redelijke prijs én auteursrechtelijk beschermd. In samenwerking met de K.U.Leuven, Universiteit Gent en het IWT, het Agentschap voor Innovatie door Wetenschap en Technologie, ontwikkelt Aristo een bepaalde methodiek die ervoor zorgt dat de klanten – horecazaken, banken, webradio’s, maar ook particulieren – geschikte (achtergrond)muziek op maat online binnenkrijgen. Uniek aan het systeem is dat Aristo niet van de pure technologie vertrekt, maar van de muziek zelf. Eenvoudig gezegd: dj’s bij Aristo selecteren intuïtief muziek, musicologen sporen naar de gemeenschappelijke noemer in die keuze en industrieel ingenieurs gaan dan aan de slag om die bevindingen in software te vertalen. Eind 2010 zit het vierde project met het IWT er op en volgens bedenker Ir. Benito Stans, burgerlijk ingenieur elektronica, licentiaat fysica en CEO van Aristo Music, zit zijn bedrijf op schema: “We zijn klaar om, na de jarenlange en vruchtbare samenwerking met het IWT, stilaan commercieel te gaan oogsten.” Ir. Benito Stans (40) wilde muziek gaan studeren, maar zonder aanwijsbare reden werd het burgerlijk ingenieur elektronica en licentiaat fysica. Nadien ging hij zes
I-mag december 2010
jaar aan de slag in de IT-sector - 1 jaar Telindus, 5 jaar Simac - , maar intussen rijpt het idee om met online muziekdiensten te beginnen. In het bedrijf van zijn vader was hij toen trouwens al jaren actief. Als scholier en student, maar ook nadien, als hij in het bedrijfsleven staat. Ir. Benito Stans: “Mijn vader was muziekconsultant, voornamelijk in de modewereld, waar hij de muziek op modeshows verzorgde. Alle technologie daarrond was de kernactiviteit van zijn bedrijf. Midden jaren ’90 zat hij met een probleem: hij kon zijn 35.000 cd’s nog nauwelijks beheren.
om de hoek wilde ook zo’n systeem. We zijn dan naar Sabam gestapt en we hebben een licentie gekregen om dat product in de business van de achtergrondmuziek te brengen. Via mond-tot-mondreclame is dat beginnen te lopen.” Maar inmiddels was u voltijds aan de slag als ICT’er bij Simac? “Klopt, maar ik ben altijd voort blijven sleutelen aan muziektechnologie. Ik wist dat ik mijn eigen bedrijf zou starten. In die zin was het nuttig om, buiten het bedrijf van mijn vader, ervaring op te doen. In
Dj’s bij Aristo selecteren intuïtief muziek, musicologen sporen naar de gemeenschappelijke noemer in die keuze en industrieel ingenieurs gaan aan de slag om die bevindingen in software te vertalen. Ga er maar eens mee op tournee en de kans op diefstal werd ook almaar groter. In onze kelder heb ik met wat software en twee mp3-spelers een systeem uitgewerkt waardoor een groot deel van zijn cdcollectie op vaste playlists kwam te staan. Heel evident vandaag, maar toen niet. We wilden dat systeem wel commercialiseren, maar het voldeed enkel voor het bedrijf van mijn vader. Hij kon zijn muziek heel goed indelen en moest niet langer sleuren met cd’s. Het fitnesscentrum van
20
2006 ben ik dan met Aristo begonnen. Na de werkuren met ‘friends, fools and family’ voortwerken, werd me te veel. Ik ben naar het Gemma Frisius Fonds gestapt, een joint venture van de K.U.Leuven en de KBC, die initiatieven financieel steunt voor transfers van technologie naar de markt. We verzoenden de wereld van de technologie van de Leuvense universiteit en de muziekwereld van het bedrijf van mijn vader. Daardoor kwamen we in aanmerking voor financiële ondersteuning. Ik
TECHNOLOGIE
Onderzoek en ontwikkeling bij Aristo Music is werk van ingenieurs Aristo Music heeft in België twintig mensen in dienst, in Nederland drie. Drie van de twintig Belgische werknemers zijn industrieel ingenieur. De anderen hebben een opleiding in informatica, musicologie, communicatiewetenschap, geschiedenis, economie en handelswetenschappen. Ing. Dirk Duchamps MSc, industrieel ingenieur bouwkunde, is business unit manager bij Aristo Music: “In mijn job bij Aristo Music heb ik mijn opleiding als ingenieur onder andere kunnen aanwenden bij de verdere ontplooiing van mijn computervaardigheden, zowel hardware- als softwarematig. Bovendien kwam mijn technische achtergrond goed van pas bij coördinerende taken, technische inzichten en nieuwe ontwikkelingen. Die kwaliteiten hebben deels bijgedragen tot de goede reputatie van de firma op het gebied van service en technologie en maakten mee ook de groei van het bedrijf mogelijk. Het geeft mij dan ook een grote voldoening om te kunnen vaststellen dat ik, samen met mijn andere collega’s, elke dag met hetzelfde enthousiasme kan voortbouwen aan het succes van Aristo Music.”
had intussen wel door dat het product dat ik had ontwikkeld, beperkingen had. Er was technologisch veel meer mogelijk, maar dat kon ik in mijn eentje niet realiseren.” Dan hebt u een eerste keer een beroep gedaan op het IWT?
Ing. Dries Cleymans MSc en Ing. Koen Vanderstraeten MSc zijn industrieel ingenieur informatica & master artificiële intelligentie en ingenieur voor onderzoek en ontwikkeling bij Aristo Music: Ing. Cleymans MSc: “Wat me vandaag nog steeds helpt, is de manier waarop de leerstof tijdens de studies industrieel ingenieur wordt aangeboden. Door de praktijkgerichte lessen waar je analytisch tewerk moet gaan, leer je om zelfstandig nieuwe informatie te verwerken. Natuurlijk krijg je de broodnodige basiskennis informatica mee, maar binnen een O&O-omgeving is het ook belangrijk om andere en nieuwe technieken te bestuderen. Door de vele kleine groepsprojecten tijdens de opleiding leer je ook om opdrachten in teamverband tot een goed einde te brengen.” Ing. Vanderstraeten MSc: “Na enkele jaren pluk ik nog steeds de vruchten van mijn opleiding. Ik heb het altijd als een troef ervaren om zowel de initiële probleemanalyse als de daaropvolgende toepassing te kunnen aanpakken. Waar het aanvankelijk vooral nuttig was om in de programmeerfase bij te springen, is het op dit ogenblik nuttig om een realistische planning op te stellen voor mijn team. Daarnaast is de meer algemene bagage uit mijn opleiding al enkele keren van pas gekomen in de samenwerking met andere firma's.” WVB
“Toen ik met mijn ideeën naar professor Erik Duval van de vakgroep ‘hypermedia en databases’ van de afdeling Computerwetenschappen aan de K.U.Leuven stapte, wilde hij onmiddellijk meewerken. Bedoeling was om aan te tonen dat we wel degelijke konden realiseren wat we wilden. We moesten ook aantonen hoe we met de universiteit zouden samenwerken. De titel van onze studie voor het IWT luidde: ‘Contextgerichte aanbieding van digitale muziek, gebaseerd op subjectieve informatie’. Professor Duval was daar ook mee bezig en stelt dat het vroeger relatief gemakkelijk was om een keuze te maken door de schaarste in het aanbod van boeken, tv-programma’s en muziek. Door de exponentiële groei van het internet zitten we nu met een overaanbod. Er zijn acht tot tien miljoen nummers op het internet beschikbaar. Wij proberen een oplossing te zoeken: welke muziek is voor welke situatie geschikt?” Ir. Benito Stans, CEO van Aristo Music. 21
I-mag december 2010
U had nu wel een studie onder de arm, maar nog geen beter product voor mogelijke klanten? “We hadden enerzijds wel een product ontwikkeld voor intern gebruik om de verschillende karakteristieken van muziek te beschrijven. We hebben dj’s in dienst die muziek louter intuïtief groeperen. Onze musicologen zoeken daarna uit waarom de dj’s die muziek hebben samengezet. Waarom genereert die muziek dat bepaalde effect? Zo proberen we een subjectief gegeven te objectiveren. Neem nu de sfeer ‘gezellig’. Van wat als ‘gezellig’ wordt ervaren, kunnen wij perfect zeggen: dat komt door de toonaard, door de sprongen in de stem en het ritme. Dan vertalen onze ingenieurs al die informatie in algoritmes, waarna ze langzamerhand automatiseren en software ontwikkelen. Dat was het tweede project dat we met IWT realiseerden. Maar het probleem bleef dat die algoritmes nog zeer miniem ontwikkeld waren. Het is het verhaal van de kip en het ei. Om te kunnen automatiseren moet je een voldoende massa aan kritische gegevens hebben om de algoritmes te gaan trainen, maar die massa krijg je alleen, als je kunt automatiseren. Die cirkel hebben we doorbroken: we hebben software ontworpen waarmee dj’s en musicologen op intuïtieve wijze parameters aan muziek toekennen. Eerst manueel en later ook geautomatiseerd. Anderzijds hadden we ook een interface voor onze klanten ontwikkeld, zodat zij op basis van die parameters een geschikte muzieklijst konden opvragen. Zij konden ook al gebruikmaken van onze software. We waren dus nooit louter theoretisch bezig. Ons principe is: alles zo snel mogelijk naar de klanten laten gaan. We nemen daarbij soms risico’s, maar de feedback die we van hen krijgen, is zeer waardevol.”
muziek in de supermarkt de drankverkoop doet stijgen. Interessant is de uitleg van de psychologie: het gedeelte van de hersenen dat muziek verwerkt, ligt zeer dicht bij de primaire hersenstam. Vandaar dat muziek zo veel invloed heeft op emoties.” “Inmiddels zitten we volop in het vierde IWT-project. We blijven samenwerken met de dienst ‘hypermedia en databases’ van professor Duval van de K.U.Leuven. Maar ook met de afdeling ‘digital speech and signal processing’ van de Universiteit Gent werken we samen. Met beide afdelingen gaan we voor een volledige automatisering. Gent onderzoekt de ruwe data binnen het muzieksignaal om kenmerken van muziek te bepalen op basis van wat onze musicologen hier hebben gedaan. Leuven gaat vooral conclusies of metadata genereren op basis van de kennis die al in onze databases aanwezig en op basis van wat op het internet te vinden is.” Vertaald in mensentaal: wat is het einddoel van uw vierde IWT-project? “We beschikken op korte termijn over een raamwerk, een soort kapstok waar we algoritmes kunnen aanhangen die aan automatisatie doen. Nog eenvoudiger geformuleerd: vergelijk het met een carwash. Een song komt binnen en gaat de song- of de wasstraat in waar hij allerlei onderzoeken of scans ondergaat. Telkens
komt er informatie bij. En het komt erop aan dat zo snel mogelijk te realiseren. Eind dit jaar loopt het project ten einde. Of we op schema zitten? In denk het wel. Wat we verwacht hadden, zal er uitkomen.” Heel concreet: wat kan ik bij Aristo bestellen of beter gezegd: aankopen? “We benaderen momenteel twee markten: een b-to-b-markt en een b-to-b-to-cmarkt. Op de b-to-b-markt bieden we het product ‘Tunify’ aan. Dat is een online muziektoepassing waarin de technologie van Aristo Music zit verwerkt en die vooral gebruikt wordt in de horeca, maar bijvoorbeeld ook in ketens. Zo’n businessklant betaalt ongeveer veertig euro per maand om 24 uur op 24, 7 dagen op 7 muziek te streamen. In totaal hebben we meer dan tweeduizend klanten. De klanten kopen een muziekabonnement op www.tunify.com, krijgen toegang tot de online muziekapplicatie via hun pc en streamen zo de gepaste muziek in hun zaak.” “Neem een horecaklant. Hij wil in de namiddag ‘gezellige’ achtergrondmuziek met nadruk op de jaren ’70 en ’80. Tegen de avond wil hij ‘stimulerende dansmuziek’. In de zomer wil hij ‘opwindende’ barbecuemuziek met zowel pop als latin. Dan kan allemaal. Voordeel van Tunify is de herbruikbaarheid. Wij leveren geen play-
U bent toen met succes een derde keer naar het IWT gestapt. Bij elk nieuw project bouwt u voort op het voorgaande, maar u moet telkens een nieuwe dimensie kunnen aantonen? “Ja, dat automatiseren stond nog in zijn kinderschoenen, dus daar waren we nog enige tijd zoet mee. En we hebben inderdaad een nieuwe pijler aan ons project toegevoegd. We gingen samenwerken met de vakgroep experimentele psychologie van de K.U.Leuven. Men heeft er de effecten van onze parameters – sfeer ‘gezellig’, ‘dansbaar’, dat soort dingen – gemeten op het gedrag van mensen. Om een voorbeeld te geven: een van onze projecten toont aan dat ‘stimulerende’ achtergrond-
I-mag december 2010
“ Tunify is een online muziektoepassing waarin de technologie van Aristo Music zit verwerkt en die vooral gebruikt wordt in de horeca, maar bijvoorbeeld ook in ketens. Zo’n businessklant betaalt ongeveer veertig euro per maand om 24 uur op 24, 7 dagen op 7 muziek te streamen.”
22
TECHNOLOGIE
lists aan, maar contexten. Wij bepalen aan welke selectiecriteria ‘zomerse barbecuemuziek’ moet voldoen. Telkens als je als klant muziek opvraagt, krijg je een nieuwe muziekselectie. Wil de klant er pakweg dertig procent nieuwe muziek bij, dan kan dat allemaal automatisch. Zo is ook het verschil tussen Vlaanderen en Wallonië voor ons miniem. De muziek is er totaal verschillend, maar door één parameter in te geven, krijgen we nu muziek die dezelfde sfeer aanbiedt.” “Een tweede marktbenadering catalogeren we onder ‘b-to-b-to-c’: we maken in opdracht webradio’s, zoals voor TMF, KBC, Mars of interactieve streaming muziekapplicaties. In die categorie hebben we ook een project lopen met de openbare Vlaamse bibliotheken. Een proefproject loopt momenteel in Lanaken. We hebben een product ontwikkeld om makkelijk muziek te zoeken. Je geeft in: ik hou van harde elektrische gitaarmuziek van de jaren ’70. Dan krijg je lijsten van cd’s, met verfijningen: als je daarvan houdt, vind je dat ook goed. Momenteel kun je al fragmenten beluisteren, maar op termijn willen we ook de volledige songs aanbieden.” “En dan is er nog de consumentenmarkt of de b-to-c-marktbenadering. Daarvoor bedenken we nu, samen met de muziekindustrie, oplossingen. Je wil bijvoorbeeld muziek voor je jaarlijkse barbecue met vrienden. Welnu, als we je muziekvoorkeuren kennen, kunnen we voor pakweg vijf euro de juiste muziek streamen. Wat ook mogelijk wordt: je kunt los van de muziekdrager je muziek overal mee naartoe nemen. ’s Avonds beluister je tijdens het
“ Van wat als ‘gezellig’ wordt ervaren, kunnen wij perfect zeggen: dat komt door de toonaard, door de sprongen in de stem en het ritme. Dan vertalen onze ingenieurs al die informatie in algoritmes.” joggen die muziek via je smartphone. ’s Morgens in de auto krijg je die muziek via je internetautoradio. Onafhankelijk van je internetdevice neem je je muziek mee.” U hebt vier keer met het IWT samengewerkt. Nu komt de tijd om op eigen benen te staan? “Het IWT is streng, maar rechtvaardig. En ik heb er alleen maar positieve ervaringen mee. Bij elke bespreking van een project had ik het gevoel dat ik bijgeleerd had. Hun kritische opmerkingen zijn altijd constructief. Aristo zou niet staan waar het nu staat zonder het IWT. Maar nu zitten we in de overgangsfase: we komen stilaan commercieel uit de hoek. We staan volop op beurzen, in Nederland hebben we een kantoor en we bewerken met lokale mensen ook de Franse, Engelse en Scandinavische markt.” Tot slot: u biedt muziek aan tegen betaling. Maar wie wil nog betalen voor muziek? De jongeren alvast niet. “Ik zou dat niet overdrijven. Heel wat klanten willen muziek horen zonder er veel moeite voor te doen en ze zijn dan ook bereid om daarvoor te betalen. Wij staan in voor auteurs- en reproductierechten, Sabam, afspraken met de platenfirma’s. Vijf euro voor goede muziek op een feest-
23
je: wie ligt daar wakker van? Ook jongeren betalen 2,5 euro voor een download op hun gsm, iTunes is een succes. Het komt erop aan het juiste businessmodel te vinden: je moet een toegevoegde waarde voor de muziek vinden, met losse nummers kom je er niet meer. De metadata rond muziek worden daarbij belangrijk. Mensen zijn geïnteresseerd in romantische muziek en alles wat daar rond hangt. Welnu, maak tijdens het draaien van die muziek reclame voor – ik zeg maar wat – romantische films. Creatief zijn in het zoeken van businessmodellen is de boodschap.” Hoe ziet de muziekbusiness er over vijftien jaar uit? “Muziek zal overal aanwezig zijn. Mensen vragen zich niet meer af op welke drager de muziek staat: lokaal bij mij of ergens anders. Muziek zal overal online beschikbaar zijn – tegen betaling of via een andere formule.” www.aristomusic.be www.tunify.com www.iwt.be
Tekst: Wilfried VANDEN BOSSCHE Foto’s: ARISTO MUSIC en Wilfried VANDEN BOSSCHE
I-mag december 2010
technologie
MODERN TIMES MODERN TIMES Toshiba heeft brilloze 3D-televisie Nog dit jaar zou Toshiba, het Japans elektronicaconcern, drie verschillende modellen 3D-televisies lanceren waarvoor je geen bril meer nodig hebt. Toshiba beweert een nieuw systeem te hebben ontwikkeld dat lichtstralen uitzendt met verschillende invalshoeken. Daardoor hebben kijkers die driedimensionaal willen kijken, geen traditioneel groenrood brilletje meer nodig. Ook zonder bril ontstaat in het menselijk brein de illusie van diepte. Hoera, dus! Driewerf hoera, want we zijn eindelijk verlost van die al te gekke brilletjes. Al zal het misschien nog niet zo’n vaart lopen, want de 3Dtv’s kosten nu nog duizenden euro’s (of dollars) en het is nog niet helemaal duidelijk of de toestellen al perfect werken en geen irritatie van de ogen veroorzaken. www.toshiba.com
Het bioscoopscherm kijkt mee We blijven even bij de bewegende beelden. Binnenkort meet het bioscoopscherm uw reacties op wat er op het witte doek verschijnt. Dat is althans toch de bedoeling van het Britse bedrijf Aralia Systems, dat zich vooral specialiseert in intelligente veiligheidsoplossingen. Samen met de universiteit van West England krijgt dat bedrijf de beschikking over omgerekend 245.000 euro subsidies om een bioscoopscherm te ontwikkelen dat de reacties van toeschouwers kan registreren, analyseren en meten. Een combinatie van 2D- en 3D-technologie met infraroodlicht en verbeterde bestaande technologieën moet tot de doorbraak leiden. De nieuwe technologie moet kunnen aangeven in welk gezelschap toeschouwers opdagen, wanneer zij zich vermaken, wanneer zij zich vervelen, enz. En wedden dat er een reclamefilmpje volgt op momenten dat mensen zich juist hartelijk aan het amuseren zijn? Want zo’n geavanceerde technologie zal natuurlijk ook voor die markt uiterst interessant zijn. www.araliasystems.com
I-mag december 2010
24
Papegaai enerveert buren In deze rubriek hebben we het doorgaans over technologische en andere doorbraken, waar we de resultaten pas over enkele jaren zullen van zien. Anders ligt dat voor de AR Drone van het Franse bedrijf Parrot (ofte ‘papegaai’). De quadrikopter van Parrot was oorspronkelijk ontworpen om ermee te gamen, maar inmiddels zijn ook de andere ‘kwaliteiten’ van het toestel bekend. De draadloze spelconsole kun je al enige tijd online kopen voor de schamele som van zowat 300 euro. Het quadrikoptertje is 75 cm breed en kan draadloos bestuurd worden met iPhone, iPod of iPad. Andere besturingssystemen staan er aan te komen volgens de producent. Het leuke(re) aan het toestel is dat het zowel binnen als buiten tot 6 meter hoog kan vliegen en – vooral – dat het over twee camera’s beschikt: eentje naar voren en eentje naar de grond gericht. Die beelden krijg je live op je iPhone, iPod of iPad. Ons lijkt het in elk geval een stuk leuker om met dit toestelletje in te breken in de privacy van anderen dan om er – enigszins gewoontjes – mee te gamen. En misschien wordt dat nu net de achilleshiel van dit toestel? www.parrot.com/nl
MODERN TIMES
Op naar de kwantumcomputer Het Centre for Quantum Photonics van de ‘University of Bristol’ in GrootBrittannië onderzoekt een nieuw type siliconenchip. Het onderzoek kan de basis leggen voor een eerste ultrasnelle kwantumcomputer. Die zou er moeten zijn binnen zowat vijf jaar. Het nieuw type chip werkt op licht en niet op elektriciteit. Het nieuwe type kwantumcomputer zou zeer krachtig zijn en zou heel snel zeer complexe informatie kunnen verwerken. De computer zou ook over een nagenoeg onbeperkt uitbreidbaar geheugen beschikken en kan worden gebruikt om complexe simulaties voor biologische molecules en geneesmiddelen te maken die de computers van vandaag niet aankunnen. Heel wat wetenschappers zagen pas mogelijkheden voor een eerste kwantumcomputer over zowat een kwarteeuw, maar als we hem over vijf jaar willen gecommercialiseerd zien, dan moeten er vooraf wel nog grote technologische problemen worden opgelost. http://www.phy.bris.ac.uk/groups/cqp/
Robot acteert We hebben nooit echt geloofd in de sciencefictionfilms waarin robotten de plaats van mensen innamen en waarin ze eigenlijk nauwelijks te onderscheiden waren van mensen. Pas als ze aan hun einde kwamen, werd dan duidelijk dat er een motortje in stak in plaats van een hart. Maar misschien moeten we ons ongeloof en onze argwaan stilaan gaan verdringen. In april van dit jaar stelde professor Hiroshi Ishiguro van de universiteit van Osaka een robot voor die heel veel menselijke trekjes heeft. Eind november speelde die robot met de uitstraling van een doodgewone vrouw voor het eerst een rol in een theaterstuk. Geminoid F kun je amper onderscheiden van een echte vrouw, ware het niet dat haar bewegingen nog beperkt zijn en dat ze zich beperken tot de armen, het bovenlichaam en het hoofd.
Laat je haar maar groeien Een van de levensproblemen waar deze wereld al eeuwen mee worstelt, is kaalhoofdigheid. Het lijkt zowat het enige probleem waar nog nooit een efficiënte of afdoende oplossing voor is gevonden. Het Japanse Unihair, tot op vandaag vooral bekend als pruikenmaker, meldde onlangs dat het probleem binnenkort van de baan is. Maar hadden we dat al niet eerder ergens gehoord of gelezen? En toch: Unihair zou gebruikmaken van spitstechnologische processen voor celgeneratie. De techniek werd ontwikkeld in de Verenigde Staten en doorloopt nu de normale procedure van klinische tests. Enkele gezonde haarfollikels van een mogelijke klant worden in een laboratorium veelvuldig nagemaakt en moeten als basis dienen om bij de patiënt te worden geïnjecteerd. De techniek zou betere haarkwaliteit voortbrengen dan bij een haartransplantatie. De prijs van de behandeling zou vergelijkbaar zijn met die van een haartransplantatie. Unihair hoopt met het product zijn omzet tegen 2017 zowat te kunnen verdrievoudigen tot 2 miljard dollar. Wereldwijd zijn er 400 miljoen potentiële klanten.
Geminoid F wordt achter de schermen bestuurd door een menselijke operator en het Tokiotheater ziet al meteen voordelen, want de kunstmatige actrice doet natuurlijk exact wat de regisseur wil en dat kan niet meteen van alle acteurs worden gezegd. Bovendien is ze op termijn goedkoper en kan ze bijvoorbeeld ook bij stunts worden ingezet. Als de techniek nog enkele stappen voorwaarts zet, natuurlijk, want de bewegingen zijn nu nog vrij mechanisch.
www.universal-hair.com/hd/english/index.html Tekst: Luc VANDER ELST
25
I-mag december 2010
afdelingen ACTIVITEIT IN DE KIJKER
>
ZUID-WEST-VLAANDEREN
TIENDE INGENIEURSHAPPENING zondag 12 december 2010 Op zondagavond 12 december 2010 organiseren de regionale West-Vlaamse afdelingen van de Vlaamse Ingenieurs kamer en de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging, K VIV, samen de tiende Ingenieurshappening. Die vindt zoals elk jaar plaats in het Cultureel Centrum ‘De Guldenberg’ in Wevelgem. Beide verenigingen nodigen de sponsors en alle aanwezigen na de voorstelling uit voor een champagnereceptie met hapjes.
statements en zoveel meer zot geweld om het publiek via humor en ontroering, via slapstick en melancholie nog eens stevig onder handen te nemen! Weerom een nieuwe stap in het verrassende universum van De Nieuwe Snaar. “Wie nie waagt, nie wint!”
Voor deze jubileumhappening staat niemand minder dan De Nieuwe Snaar op het programma met de voorstelling Foor 11. Sinds 1982 exploreert De Nieuwe Snaar via ongeziene muziektheatrale wegen en een hoogstpersoonlijke poëtische benadering de gelaagdheid van de veelzijdige realiteit. De achterzijde daarvan bleef tot op heden echter braakliggend terrein. In de voorstelling Foor 11 verschijnen er vier eigenzinnige figuren die elk op hun manier de marge van het bestaan – hun bestaan, ons bestaan – zullen bezingen, bevragen en misschien zelfs verfoeien. Een kleurrijk instrumentarium, confronterende beelden, straffe verhalen, krachtige liederen, onverwachte situaties en
• PRAKTISCH
www.denieuwesnaar.be
Plaats: Cultureel Centrum Guldenberg, Acacialaan 1, Wevelgem. Datum: zondag 12 december 2010 om 19.30 uur. Kostprijs: 15 euro per persoon voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 20 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Uw bestelling van kaarten beschouwen wij als definitief na ontvangst van het verschuldigde bedrag op het rekeningnummer 743-0284884-09 of 466-5561799-24 van de VIK-afdeling Zuid-West-Vlaanderen. Referte: CAZWV11210.
27
I-mag december 2010
afdelingen
ANTWERPEN 9-jan-11
In een tv-studio wordt een soap opgenomen met actro’s: acterende levensechte robots. Een van die actro’s begint plots menselijke trekken te vertonen. Zeer tot ongenoegen van de fin-de-carrière regisseur. Een jonge schrijver ziet wel wat in het komisch potentieel van die actro. Hij wil samen met haar een nieuw programma maken. Maar kan dat zomaar? Is de actro wel menselijk genoeg? En bloeit er iets moois?
AKO-nieuwjaarsconcert, Antwerpen
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
AKO-nieuwjaarsconcert met receptie zondag 9 januari 2011 Het Antwerps Kultureel Overleg (AKO), waarbij ook de VIK is aangesloten, organiseert op zondag 9 januari 2011 in de Singel in Antwerpen voor de 31ste keer zijn traditioneel nieuwjaarsconcert met bijbehorende receptie. Het concert vangt aan om 11 uur en vanaf 12.15 uur volgt de receptie.
Wil je er bij zijn, reageer dan snel, want er zijn slechts 20 plaatsen voorbehouden voor VIK-leden.
• PRAKTISCH Plaats:Theater Zeemanshuis, Falconrui 21, Antwerpen. Datum: zaterdag 4 december 2010 om 20 uur. Kostprijs: 16 euro per persoon, na inschrijving bedrag betalen op rekening 403-9504811-48 op naam van Guy Roymans in 2300 Turnhout met de vermelding ‘toneel 4 december 2010’. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: CAKPN11210. Maximum 20 deelnemers.
Het Vlaams Symfonisch Orkest, met Bart van Casteren als dirigent, speelt verrassend mooie filmmuziek. Op het programma staan: • De Vlaamse Leeuw, K. Mire • Filmmuziek uit volgende films * Phantom of the opera * Lord of the rings * Prince of Egypt * Titanic * Jurassic Park * Pirates of the Caribbean • Bisnummer: Hobosolo uit The mission
LEUVEN-HAGELAND 18-feb-11 25-mrt-11 28-apr-11 21-mei-11
• PRAKTISCH Plaats: DeSingel, Desguinlei, Antwerpen. Datum: zondag 9 januari 2011 om 11 uur. Kostprijs: 30 euro per persoon; 15 euro voor kinderen tot 15 jaar. Te betalen op rek. nr. 406-0098501-56 van de VIK in Wommelgem met de vermelding ‘AKO-concert’. Eerst inschrijven via de website, daarna betalen. De toegangskaarten worden begin januari 2011 verstuurd. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: CAAWN10111.
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
TPCE Toyota Diest donderdag 28 april 2011 Het Toyota Parts Centre Europe (TPCE) is een schakel tussen 700 leveranciers en de 10 miljoen klanten van Toyota in Europa. Er werken 700 mensen. Het distributiecentrum staat in voor de verdeling van wisselstukken en toebehoren aan de nationale distributiecentra in Europa, aan de regionale magazijnen van Toyota Motor Marketing Europe (TME) en aan 650 Toyota- en Lexusdealers in de Benelux, Noord-Frankrijk en West-Duitsland. Na een investering van 20 miljoen euro is het distributiecentrum in 2007 uitgebreid van 70.000 naar 100.000 m².
KEMPEN 4-dec-10 5-feb-11 13-jun-11
Toneel 'Komisch potentieel komisch', Antwerpen, 20 uur Gezellig samenzijn Familiewandeling
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Komisch potentieel komisch zaterdag 4 december 2010 De VIK-afdeling Kempen gaat weer op theaterbezoek bij theater Zeemanshuis in Antwerpen. Zij brengen ‘komisch potentieel komisch’ (Comic potential) een futuristische romantische komedie, geschreven door Alan Ayckbourn. Vertaling en regie door Stijn Van Haecke
I-mag december 2010
Bezoek United Anodisers Bezoek Renier natuursteen Bezoek Toyota, Diest, 18.30 uur Stadswandeling, Aarschot
28
ACTIVITEITEN
Er rijden constant heftrucks en andere interne vervoermiddelen. Daarom ook moet iedereen een veiligheidshesje aantrekken. Het bedrijf beschikt over een zeer groot computergestuurd magazijn. Daarnaast is er een opleidingscentrum ‘dojo’, waar nieuwe werknemers worden getraind en getest, vooraleer ze in het bedrijf mogen starten.
Werfbezoek ‘kaaimuur in aanbouw’ vrijdag 18 maart 2011 Algemene aannemingen Van Laere nv bouwt momenteel een nieuwe kaaimuur in de haven van Antwerpen. De kaaimuur bevindt zich langs de Westkaai van het Kanaaldok B2 ter hoogte van de concessies van Oiltanking en EvoniK. Hij is geschikt om er zeeschepen en binnenschepen te laten afmeren met het oog op de overslag van o.a. vloeibare bulk. De opdrachtgever is het Gemeentelijk Havenbedrijf Antwerpen, afdeling Infrastructuur. De volledige uitvoering en het uitvoeringsontwerp is in handen van Van Laere nv.
• PRAKTISCH Plaats:Toyota Parts Centre Europa, Industrieterrein 11, Diest (Webbekom). Te bereiken via de E314, afrit Diest-Halen. Datum: donderdag 28 april 2011 om 18.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 5 euro op rekening 431- 0647591-86 van de VIK-afdeling Leuven-Hageland met de vermelding ‘TPCE’. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: BBLVN10411. Maximum 40 deelnemers.
Het bijzondere bestaat erin dat de betonnen kopbalk, langs de kanaalzijde, wordt uitgevoerd van op het water in een waterdicht afgesloten caisson die is opgehangen aan de combiwand. Bovendien is die caisson in staat om het volledige stortgewicht van het beton te dragen en functioneert hij dus tegelijkertijd als onderbekisting. De betonmoten worden alternerend uitgevoerd, waarbij telkens één moot wordt overgeslagen. Nadien worden, met een aangepaste caisson, de tussenliggende moten uitgevoerd. Door de zeer korte uitvoeringstermijn wordt er gekozen voor de fabricatie van twee caissons die tegelijkertijd kunnen worden ingezet.
LIMBURG 11-dec-10 Toneel 'Heuvels van blauw', Hasselt, 20 uur 3-mrt-11 Nacht van de ingenieur, Diepenbeek
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
• PRAKTISCH
Toneel: Heuvels van blauw
Plaats: Westkaai van het kanaaldok B2, Antwerpen. Datum: vrijdag 18 maart 2011 om 13.30 uur stipt. Kostprijs: 5 euro ‘inschrijvingswaarborg’ voor VIK- en KVIM-leden (de aanwezige VIK- en KVIM-leden krijgen die 5 euro teruggestort, als ze betaald hebben vóór 11 maart 2011). Niet-leden betalen 5 euro, VAM-leden betalen 2,50 euro. Bedrag te betalen op rekening 405-0106331-50 van de VIK-afdeling Mechelen met vermelding van de referte. Uw inschrijving is pas geldig na ontvangst van de betaling. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat vóór 11 maart 2011. De deelnemers moeten zelf hun laarzen en veiligheidsschoenen mee te brengen. Referte: BBMLN10311. Maximum 20 deelnemers.
zaterdag 11 december 2010 In ‘Heuvels van blauw’ van Dennis Potter zien we kinderen in de grotemensenwereld die op het eerste gezicht onschuldige spelletjes spelen, terwijl op de achtergrond de echte oorlog woedt, overal en nergens. Ze proberen te overleven in een eigen wereld en hiërarchie. De absurditeit van de oorlog wordt aan de kaak gesteld, doordat volwassenen zich gedragen zoals kinderen. Over de waarheid zoeken en niet vinden. Over pijn en kwetsen. Over dromen en tranen.
• PRAKTISCH Plaats: zaal Centrum, Hollandsveldlaan 32, Hasselt. Datum: zaterdag 11 december 2010 om 20 uur. Kostprijs: 9 euro per persoon. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat en te bevestigen door overschrijving van het juiste bedrag op rekening 451-8527851-34 van de VIK-afdeling Limburg in 3500 Hasselt met vermelding ‘toneel 11december 2010’. De toegangskaarten zijn te verkrijgen in de zaal voor aanvang van het toneel. Referte: CALBG11210. Maximum 20 deelnemers.
NOORD-WEST-VLAANDEREN 24-feb-11
Lezing slimme energienetten, Torhout, 19.30 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
Lezing: slimme energienetten donderdag 24 februari 2011
MECHELEN
Is men er al uit hoe men elektrische stroom zal opslaan, aanen afvoeren, verdelen en factureren? Dat geldt niet alleen voor de thuisverbruiker of voor de invloed van zonne- en windenergie op het ‘vast’ net. Met de komst van de elektrische auto en met nieuwsoortige snelle batterijen (supercaps: capaciteiten), wordt het elektriciteitsnet zowaar ‘mobiel’. Blijkbaar heeft de stad Antwerpen een prijsofferte
18-mrt-11 Werfbezoek ‘kaaimuur in aanbouw’, Antwerpen, 13.30 uur 23-jan-11
Aperitiefconcert KVIM: TSM - Aula Vermandere, Mechelen, 10.15 uur
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
29
I-mag december 2010
gevraagd voor laadpalen voor elektrische auto's. Elektrische auto's kunnen zonder laadpalen moeilijk ten volle doorbreken. Nu het zover is, kunt u nog moeilijk dit onderwerp buiten beschouwing laten. U komt toch ook luisteren? Wie er vorige keren al bij was, weet dat Infrax instaat voor goedverzorgde lezingen.
krachtkoppeling, waarbij we tegelijkertijd elektrische stroom en warmte opwekken met een zeer hoog rendement). Is dat wel zo en kunnen we morgen de kerncentrales sluiten? Vergeten we vooral niet onze woningen degelijk te isoleren en zongeoriënteerd te bouwen. We gebruiken superisolerend vensterglas, maar tegelijkertijd beschermen we ons tegen die zon, zodat we niet moeten koelen, want dat zou nog veel meer energie vereisen! Vergeten we intussen niet om onze cv-ketel ‘condenserend’ te laten branden, zodat we iets meer dan 10% aan energie uitsparen!
• PRAKTISCH Plaats: Infrax cvba, Noordlaan 9, Torhout. Datum: donderdag 24 februari 2011 om 19.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden op vertoon van VIK-lidkaart, niet-leden betalen 10 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VONWV10211. Maximum 100 deelnemers.
• PRAKTISCH Plaats: Huis van de Bouw, Tramstraat 59, Zwijnaarde. Datum: maandag 6 december 2010 om 20 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner; niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOOVL11210.
OOST-VLAANDEREN 6-dec-10 16-jan-11
Voordracht energie, Gent, 20 uur Nieuwjaarsconcert en -aperitief, Gent, 9.30 uur
WAASLAND
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
11-dec-10 Bezoek kerncentrale, Doel, 09.30 uur
Diashow ‘Energie 3’
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
maandag 6 december 2010
Kerncentrale Doel
“De goedkoopste energie is diegene die men niet verbruikt!”
zaterdag 11 december 2010 De kerncentrale in Doel, die 30% van de Belgische elektriciteitsproductie voor haar rekening neemt, bestaat uit vier kernreactoren met een totaal vermogen van 2.912 megawatt. Sinds het bezoekerscentrum in 1997 zijn deuren opende, hebben al vele geïnteresseerden de kerncentrale bezocht en ook vandaag staat kernenergie weer volop in de belangstelling. Hoog tijd dus voor de VIK om ook eens zijn ‘licht’ te gaan opsteken bij een van de grootste elektriciteitsproducenten van België. Na een interessante opwarmer in het infocenter volgt een rondwandeling, begeleid door een ervaren gids, waarbij we onder andere langs de imposante koeltorens wandelen en de indrukwekkende machinezaal bezoeken.
Na de gesmaakte Powerpointshow ‘Energie 1’ in het voorjaar 2010 volgt nu het tweede deel. Onze zoektocht naar energie op moeder aarde bracht ons een niet zo schitterende voorspelling ‘de fossiele brandstof is bijna opgebruikt’... Ook de uitstoot van verbrandingsgassen veroorzaakt problemen van opwarming der aarde. Is de boodschap niet dat we ‘met nieuwe verwarmingstechnologie extra zuinig stoken’? We kunnen ons afvragen of het lied van de oude getrouwe ketel uitgezongen is? Onze grootouders maakten mee hoe de cv-ketel na de Eerste Wereldoorlog vanuit Engeland met veel allure zijn intrede deed om de kolenkachel te vervangen. Eerst was er de kolenketel op stoom, vervolgens op warm water. Nadien kenden we de overschakeling op de fossiele brandstoffen aardgas en stookolie. Is er nu een glorierijke ‘comeback’ op condenserende verbranding voor de cv-ketel weggelegd?
• Gedetailleerd programma: 09.30 uur - 10.00 uur: onthaal met koffie en cake 10.00 uur - 11.00 uur: kennismaking met centrale 11.00 uur - 12.45 uur: begeleide rondgang op de site 12.45 uur - 13.15 uur: afsluitende receptie
• Praktische richtlijnen:
De nieuwe technologieën staan te trappelen van ongeduld om over te nemen! Maar het is niet al goud dat blinkt... Nu de aarde opwarmt, moeten we volgens sommigen gaan wonen in luchtdichte (passieve) woningen. Zullen we de hygiëne en het comfort van het wonen in een huis moeten missen ter wille van het uitsparen van een kleine hoeveelheid energie, terwijl we anderzijds veel energie besteden aan ons luxepaard ‘Koning auto’?
• Minimumleeftijd: 16 jaar. • Geen toegang zonder identiteitskaart of paspoort. • Draag gemakkelijke kledij, hoge hakken zijn niet toegelaten. • Gsm is niet toegelaten en kan eventueel achtergelaten worden in afgesloten kastjes in het infocenter. • Tijdens de toegangsprocedure is het dragen van hoofddeksels niet toegelaten. • Gedetailleerde wegbeschrijving en toegangscode voor de parking worden een week voor het bezoek via e-mail bezorgd.
Op zoek naar duurzame ‘alternatieve’ energie menen we het wondermiddel gevonden te hebben in windmolens, zonneenergie, geothermie en cogeneratoren (wkk of warmte-
I-mag december 2010
30
ACTIVITEITEN
België, Duitsland, Tsjechië, Indië, China, Thailand, Maleisië, Canada en Brazilië. Vyncke ontwerpt en bouwt systemen voor schone energie uit afval, zoals cogeneratiesystemen op snoeihout in Singapore, energiecentrales voor spaanplaaten MDF-fabrieken in Azië en Brazilië, installaties voor zagerijen in Zuid-Afrika en Chili, centrales op zonnebloempellen voor olie-extractiebedrijven in Oekraïne en Rusland, oplossingen voor palmoliefabrieken in Maleisië of Peru, etc. Ook in Canada bouwt Vyncke industriële warmtecentrales voor de tuinbouwsector waar recyclagehout als brandstof wordt gebruikt. Telkens slaan ze twee vliegen in een klap: afval opruimen en schone energie produceren die de schaarse fossiele brandstoffen moet vervangen!
• PRAKTISCH Plaats: Haven 1800, Scheldemolenstraat, Doel. Datum: zaterdag 11 december 2010 om 9.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner, niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat vóór 1 november. Referte: BBWLD11210. Maximum 20 deelnemers.
ZUID-WEST-VLAANDEREN 12-dec-10 10de Ingenieurshappening met "De nieuwe snaar", Wevelgem, 19.30 uur 7-mrt-11 Bezoek Vyncke energietechniek nv, Harelbeke, 18.30 uur 16-apr-11 Stadswandeling Ieper met bijwonen van de Last Post 14-mei-11 Zweefvliegen (reservedatum 28/05/2011) 9-jul-11 Barbecue
Tijdens dit bedrijfsbezoek krijg je meer uitleg over Vyncke energietechniek, wordt een project nader toegelicht en maak je voorts kennis met het bedrijf aan de hand van een uitgebreide rondleiding. Met andere woorden: een bedrijfsbezoek dat je zeker niet mag missen!
Inschrijven voor alle activiteiten: www.vik.be/activiteiten
• PRAKTISCH
Vyncke energietechniek
Plaats: Vyncke energietechniek nv, Gentsesteenweg 224, Harelbeke. Datum: maandag 7 maart 2011 om 18.30 uur. Kostprijs: gratis voor VIK-leden en partner, niet-leden betalen 5 euro. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat uiterlijk tot maandag 21 februari 2011 met het engagement zeker aanwezig te zijn en bij afwezigheid zeker tijdig telefonisch Frederik Delobelle te verwittigen 0472 24 58 81. Referte: BBZWV10311.
maandag 7 maart 2011 Onder het motto “Enterprise… where VIKj has not yet gone before…” willen wij, VIKjongeren Zuid-West-Vlaanderen, onze aandacht vestigen op bedrijven in de streek. Deze maand is het bedrijf Vyncke aan de beurt. Vyncke energietechniek is gevestigd in Harelbeke en is een familiale onderneming met internationaal ruim 250 medewerkers, een orderboek van 50 miljoen euro en met vestigingen in
Puzzelaar 98
A
De revolutionaire driehoek Correctie
In I-mag november heeft het zetduiveltje ons parten gespeeld. Twee sluithaakjes vielen onvrijwillig weg. U vindt hierbij de correcte opgave. Inzenden kan nog tot 15 december. Gegeven een driehoek ABC rechthoekig in B. M is een punt op de hypotenusa dat op gelijke afstand ligt van de twee zijden van de driehoek. Kunt u nu de waarde van E berekenen met volgende vergelijking:
C
B
Bijvraag: hoeveel juiste antwoorden zullen we ontvangen? Stuur uw antwoorden naar Roland Mebis, Tabaartstraat 23, 3740 Bilzen of mail naar
[email protected] vóór 15.12.2010. Aan de winnaars schenken we twee boekenbonnen ter waarde van elk 25 euro. Ing. Roland MEBIS MSc
31
I-mag december 2010
samenleving
Vlaams ingenieur vernieuwt Afrikaanse ziekenhuizen Ing. Johnny Boyen MSc al dertig jaar actief op zwarte continent
BURKINA FASSO. Als je meer dan dertig jaar hoofdzakelijk in Afrika verblijft, dan kun je moeilijk gewagen van een doordeweekse carrière. Het is ook niet iedereen gegeven om alle westers comfort aan zich te laten voorbijgaan en in een heel andere omgeving en cultuur de actiefste tijd van zijn leven door te brengen. Voor Ing. Johnny Boyen is het zijn carrièrepad bij het BTCCTB,
het
Belgisch
Ont wikkelings agent schap. Hij stond in die periode in voor de renovatie van talrijke ziekenhuizen.
Ing. Johnny Boyen MSc bij een van zijn nieuwbouwprojecten.
Johnny Boyen studeerde voor - toen nog technisch ingenieur elektromechanica in het TIB in Borgerhout bij Antwerpen en behaalde er zijn diploma in 1971. Het verkennen van nieuwe horizonten zat hem zowat in het bloed. Daarom besloot hij om het te proberen in de zeevaart, maar na een eerste tocht was die ervaring toch niet echt meegevallen. Na van zijn legerdienst vond hij werk in de medische sector en hij huwde en vestigde zich in het Antwerpse. Toch bleef de microbe kriebelen en hij besloot om te solliciteren bij het toenmalige Abos voor een buitenlandse opdracht. Toen hij alle hoop al vrijwel had opgegeven, werd hij plots uitgenodigd voor een gesprek en in 1980 vertrok hij met zijn gezin naar het ‘Centre hospitalier de Kigali’. Hij stond er in voor het onderhoud van het ziekenhuis en beschikte over een technische dienst van ongeveer 25 men-
I-mag december 2010
sen. In die periode heeft hij ook het hospitaal uitgebreid met drie nieuwe gebouwen, inclusief uitrusting. “Vijftien jaar, van 1980 tot 1995, heb ik in Kigali doorgebracht. Mijn dochter is er een jong meisje geworden en werd er begeesterd door de natuur en het wild. Je voelde in die tijd al wel de spanning stijgen en vroeg of laat moest het eens tot gewelddaden komen. Bovendien werd mijn werk er alsmaar meer routine en had ik bij Abos een aanvraag voor een nieuw project lopende. De Rwandese genocide,
die uitbrak in 1994, haalde een en ander in en wij moesten in volle strijdgewoel naar België vluchten. Zoiets vergeet je nooit meer. Ik kreeg een baan bij het Abos in Brussel. Dat hield ik toch veertien maanden vol, maar de wens om zo snel mogelijk opnieuw te kunnen vertrekken, was groot. In 1996 kreeg ik een project met een duurtijd van drie jaar in Suriname toegewezen. We moesten er een gemeenschappelijke technische dienst op poten zetten die zou instaan voor vijf ziekenhuizen in Paramaribo.”
“ Vijftien jaar, van 1980 tot 1995, heb ik in Kigali doorgebracht. Je voelde in die tijd al wel de spanning stijgen en vroeg of laat moest het eens tot gewelddaden komen.”
32
SAMENLEVING
Meer bouwkunde “Na Suriname volgde in 1999 Kameroen. Ondertussen veranderde er ook wat bij mijn werkgever: het Abos werd in 2000 het BTC en wij moesten kiezen voor een contract van bepaalde duur of op zoek gaan naar een andere job. Ik koos voor het eerste en het project in Kameroen zou lopen tot 2003. Het project omvatte gezondheidsondersteuning in het noordelijk gebied van Kameroen. Het was de eerste keer dat ik echt geconfronteerd werd met uitsluitend verbouwing en nieuwbouw. In die periode heb ik zestien ‘centres de santé’ opgezet, dertig van de vijftig bestaande centra vernieuwd en vier ziekenhuizen gemoderniseerd. Zo’n ‘centre de santé’ moet je zien als een gebouw in een dorp met een achttal bedden waar de eerste gezondheidszorgen kunnen worden verstrekt.” “Mijn volgend project liep van 2004 tot 2008 en lag in dezelfde lijn. Ik moest in Ivoorkust twee ziekenhuizen renoveren en twee nieuwe centra opzetten. Mijn habitat was in Abidjan, havenstad en economisch centrum met zo’n 3 à 4 miljoen inwoners. Maar in diezelfde periode was het politiek klimaat er weer niet schitterend en er dreigde voortdurend geweld, voornamelijk tegen de Fransen. Eind 2004 werden de Franse gebouwen in Abidjan vrijwel volle-
dig in de as gelegd en drie maanden later vond men het toch nodig om onze diensten te verhuizen naar Burkina Faso, zo’n 1.000 km verderop. Het werd dan een regelmatig over en weer reizen om het verloop van het project op te volgen en bij te sturen. Nu ben ik aan mijn laatste project bezig. Van 2008 tot 2011 legt het BTC zich toe op de vernieuwing en uitbreiding van het ‘Hôpital prince régent Charles’ in Bujumbura, de hoofdstad van Burundi.”
Andere jobinhoud Is uw functie bij die projecten in de loop der jaren in al die verschillende landen niet geëvolueerd? “Zeer zeker. In Kigali en Paramaribo stak ikzelf veel meer de handen uit de mouwen. Ik leidde de technische dienst in al zijn facetten, zocht uit hoe het magazijn het best beheerd kon worden, voorzag in de nodige investeringen en deed de bestellingen, gaf de technische opdrachten, verifieerde ze, maar zocht ook dikwijls zelf mee naar de fouten. Als het om verbouwingen ging, tekende ik de elektrische bedradingsschema’s en de interne indeling van kamers en bedden. Dat is duidelijk meer geëvolueerd naar het beheer van het project. Een technische achtergrond is lang niet meer voldoende. Er komt steeds meer administratief werk bij kijken. Het is
Hoe werkt het? “Om de vier jaar zet het ministerie van Buitenlandse Zaken een strategisch plan uit in de sectoren volksgezondheid, landbouw, justitie en infrastructuurwerken. Daarbij hoort natuurlijk een budget. Voor een project zoals dit komt het grootste financiële deel vanuit België, maar ook het land in kwestie moet steeds een deel(tje) bijpassen. Voorstellen voor projecten worden door het land zelf, in dit geval Burundi, ingediend. Daaruit maakt het BTC, de Belgische Technische Coöpera tie, zijn keuze.” “Is er een keuze gemaakt, dan moet in een eerste fase het project worden geformuleerd. Er moet een projectdossier worden opgesteld dat niet alleen het einddoel vastlegt, maar ook wat er precies moet worden uitgevoerd en waarom. Dat dossier wordt steeds opgesteld door een Belg, niet noodzakelijk de projectleider, gesteund door een bevoegd persoon van het aanvragende land. Vervolgens gaat het BTC op zoek naar een geschikte projectmanager en daar wringt het schoentje soms. Het zijn telkens tijdelijke contracten van twee of drie jaar, waardoor men dikwijls moeite heeft om in België de gepaste kandidaten te vinden. De door het BTC uitgestuurde ‘chef de projet’ zal samen met een lokale partner het project tot een goed einde moeten brengen. In mijn geval is de lokale partner een geneesheer. Ter plaatse staan wij zelf in voor de rekrutering van de lokale medewerkers en beheren we hun contracten. In achttien landen, waaronder ook hier in Bujumbura, beschikt het BTC over een landenkantoor met een plaatselijke vertegenwoordiger. Die vertegenwoordigt het BTC bij de lokale instanties en begeleidt alle lopende projecten in het land. Vaak rijst in België de vraag of al dat geld voor ontwikkelingssamenwerking niet weggegooid is. Wel, na dertig jaar ben ik fier op wat we er allemaal mee hebben gerealiseerd. Je hebt de lokale bevolking middelen gegeven waar ze anders nog lang zouden moeten op wachten.” KDW
“De functie is geëvolueerd: we moeten er meer en meer voor zorgen dat alles netjes georganiseerd en volgens plan verloopt.” 33
I-mag december 2010
SAMENLEVING
nu onze eerste taak om ervoor te zorgen dat alles netjes georganiseerd is, volgens planning verloopt en budgettair binnen de beschikbare financiële middelen blijft. Dat kan ook niet anders, als je 1.000 km van de plaats van actie verwijderd bent. Vergeet daarbij niet dat je je in een omgeving bevindt met een totaal andere culturele achtergrond! Overigens moet het gezegd worden dat ik de beste positieve ervaringen heb opgedaan met mijn onderaannemers in Ivoorkust. Zij waren bekwaam en betrouwbaar.” “Een dergelijk project eindigt ook niet met de aflevering van een gebouw, want zonder verder onderhoud en plaatselijke ondersteuning zal alles er weer vlug zoals voorheen uitzien, als wij er niet meer zijn. Opleiding heeft veel meer aan belang gewonnen. Zo heb ik van mijn projectbudget in Abidjan drie medici naar België gestuurd om zich hier voort te bekwamen in hetTropisch Instituut in Antwerpen. Het hoofd technische dienst heeft een jaar in Frankrijk gestudeerd voor zijn master in onderhoud en een ander heeft gestudeerd aan de plaatselijke universiteit. Zo’n zestig personen, die allemaal werken in de plaatselijke centra, hebben een week opleiding gekregen. De kwaliteit van hun werk is twee jaar lang om de 6 maanden bevraagd bij hun patiënten op basis van enquêtes.”
Bujumbura Waar liggen de hoofdaccenten van uw laatste project in Bujumbura? “Het Prince régent Charles-ziekenhuis is een groot ziekenhuis met zowat 500 bedden. Dat is best vergelijkbaar met Kigali, maar dat laatste was al in de jaren ‘80 moderner en beter uitgerust dan dit hier nu. Het project bestaat uit de renovatie
“Een project eindigt niet met de aflevering van een gebouw, want zonder verder onderhoud en plaatselijke ondersteuning zal alles er weer vlug zoals voorheen uitzien.”
“ Het is nu onze eerste taak om ervoor te zorgen dat alles netjes georganiseerd is, volgens planning verloopt en budgettair binnen de beschikbare financiële middelen blijft.” van bestaande gebouwen en het optrekken van vier volledig nieuwe gebouwen, inbegrepen de uitrusting ervan. Dat alles moest met een projectbudget van 3,5 miljoen euro. Het bouwen zal lukken, maar de uitrusting ervan niet. Dat heeft te maken met de economische crisis. Door de devaluatie van de euro ten opzichte van de dollar vorig jaar kreeg mijn budget een ferme deuk en moet er na beëindiging van dit project logischerwijze een tweede fase volgen voor de modernisering van de uitrusting, de apparatuur en de opleiding. Dat wil niet zeggen dat er niets gebeurd is! Als je moest gezien hebben wat de technische dienst aan uitrusting had, dan zou je versteld hebben gestaan. Maar in de nieuwe gebouwen is ook dringend behoefte aan aangepaste medische apparatuur en dat is net een stap te ver.” En gelijk heeft hij. Het operatiekwartier bijvoorbeeld is nu niet direct uitgerust, zoals wij ons dat hier voorstellen. Ik zou er
Met een projectbudget van 3,5 miljoen euro zal het bouwen lukken, maar de uitrusting kan er niet meer bij.
I-mag december 2010
34
liever niet onder het mes gaan! Een rondleiding leert ons dat in het relatief korte tijdsbestek van twee jaar al heel wat werk werd verzet. Een plaatselijke architect heeft samen met zijn vier ingenieurs en vier tekenaars alle plannen uitgetekend. Aannemers voor de verschillende werken werden geselecteerd en de werf werd opgestart. Vaak waren er meer dan 700 vaklui aan het werk! Overigens loopt er, behalve het verplegend personeel, altijd heel wat volk in zo’n ziekenhuis rond. Iemand die wordt opgenomen, is altijd vergezeld van familie, want eetmalen en reiniging van linnen en kleding is niet voorzien. Daarom zijn er ruimten waar familieleden kunnen koken, wassen en zelfs slapen. Alle zorgen moeten zo goedkoop mogelijk zijn en worden gesubsidieerd door het ministerie: bevallingen en pediatrie zijn gratis. Andere medische diensten zijn zo schappelijk mogelijk geprijsd. Dat kan ook moeilijk anders. Ziekenfondsen, zoals wij die kennen, bestaan er niet en het doorsnee-inkomen van een werkende Burundees bedraagt 50 euro per maand. Op het platteland is 30 euro zelfs niet ongewoon. Een betere administratieve job brengt een 100 à 130 euro/maand op en een net afgestudeerd geneesheer verdient in een ziekenhuis 120 euro per maand. Geen wonder dat goede krachten op elk niveau al vlug denken aan buurland Rwanda, waar men meer dan het dubbele kan verdienen. Meer informatie over het BTC en hun projecten kun je vinden op www.btcctb.org Tekst en foto’s: Ing. Karel DE WEVER MSc
centra ONDERWIJS
Kim Kiekens wint ‘young researcher award’ in Japan Groep T-onderzoekster in de prijzen op 10th International symposium on measurement and quality control OSAKA. Een eerste paper en meteen prijs. Het overkwam Kim Kiekens tijdens het 10th International symposium on measurement and quality control aan de universiteit van Osaka. Kim is verbonden aan de unit Energietechnologie van Groep T - Leuven Engineering College. Haar onderzoeksdomein is dimensionale meettechniek met computertomografie. Daarmee kun je via X-stralen kijken in het inwendige van alle denkbare voorwerpen zonder ze te moeten openen of stukmaken. Kims onderzoek maakt deel uit van haar doctoraal proefschrift. Daarin onderzoekt ze methodes om de nauwkeurigheid van machines voor dimensionaal meten in kaart te brengen en te optimaliseren. Haar promotoren dr. ir. Wim Dewulf (Groep T) en prof. Jean-Pierre Kruth (K.U.Leuven) gaven haar de raad om een paper voor het symposium in Japan in te dienen. De paper werd aanvaard en Kim kreeg als enige Belgische ook de kans om een lezing te geven op de wereldtop van meettechniek en kwaliteitscontrole. Kim Kiekens neemt haar prijs in ontvangst.
Kim kreeg als enige Belgische de kans om een lezing te geven op de wereldtop van meettechniek en kwaliteitscontrole. Kim presenteerde in Osaka een nieuw ‘kalibratie-object’: “Ik heb het speciaal ontworpen om dimensionale metingen met computertomografie te verbeteren. Je moet het je voorstellen als een aluminium blokje met een inwendige structuur die er uitziet als een cactus. Met de CTscanner nemen we er zwart-witbeelden van onder verschillende hoeken van 360°.
Die beelden worden samengesteld tot een 3D-model, opgebouwd uit voxels, het 3Dequivalent van pixels. Op dat model kunnen dimensionale metingen plaatsvinden.” “Het beeld van het object wordt vergroot door het te verplaatsen. Hoe dichter bij de X-stralenbron, hoe groter het beeld wordt. Je kunt het vergelijken met een kaars die een schaduw werpt op een wand. Hoe dichter je hand bij de vlam komt, hoe groter het schaduwbeeld wordt. Hoe meer het object wordt vergroot, hoe beter de resolutie van het 3D model.” “Bij het meten rijzen twee problemen. Om te beginnen moet je na de meting het object herschalen tot zijn reële grootte. Je moet namelijk precies weten hoeveel keer het vergroot werd. Ten tweede bestaat de rand van het object uit een hele reeks grijswaarden tussen wit en zwart en moet je bepalen welke grijswaarde de grens bepaalt tussen het materiaal en de achtergrond (omringende lucht). De software gaat daar soms in de fout, waardoor een correctie nodig is. Welnu, de methode geïllustreerd aan de hand van dit kalibratieobject maakt het mogelijk om zowel de herschaling tot de juiste grootte als de correctie van de grijswaarde uit te voeren.”
de uitwendige vormen op, maar is wel nauwkeuriger, waardoor we een referentie hebben om onze metingen met CT te vergelijken. Op basis daarvan kunnen we de inwendige maten corrigeren, zodat die nauwkeuriger worden. Daar ligt precies het verschil tussen de conventionele meettechnieken en computertomografie. Waar het met de eerste technieken onmogelijk is om de inwendige structuur of een samengesteld product in beeld te brengen en te meten, kan dat wel met computertomografie. Daarmee bieden ze een onmisbare aanvulling op de conventionele technieken. Alleen zijn die metingen minder nauwkeurig en zijn er bijgevolg correcties nodig.” De methode die Kim ontwikkelde kan ook worden toegepast op industriële werkstukken. In het Tetra-project waarbij niet alleen Groep T, Lessius Hogeschool en de K.U.Leuven maar ook een aantal hightechbedrijven betrokken waren, werd de methode getoetst op reële cases. Als voorbeeld noemt Kim LayerWise en Materialise. “Zij maken objecten door een laagsgewijze productiemethode. Met behulp daarvan kunnen complexe werkstukken gemaakt worden met inwendige vormen, bijvoorbeeld interne koelkanalen. Of die kanalen al dan niet de juiste afmetingen hebben, kan enkel met computertomografie worden nagegaan. De ontwikkelde methode kan de nauwkeurigheid van die metingen significant verbeteren.” Volgens Kim zal de vraag naar dimensionale meettechnieken met computertomografie de volgende jaren sterk toenemen. Door met het Herculesprogramma een peperdure machine aan te kopen kunnen ze het onderzoek voortzetten en uitbreiden. Ook bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek en het Industrieel Onderzoeksfonds loopt een projectaanvraag om het onderzoek voort te zetten.
Kalibratie “Voor de kalibratie worden enkele maten van het object ook opgemeten met een coördinatenmeetmachine. Die meet enkel
35
Tekst: Yves PERSOONS Foto: GROEP T
I-mag december 2010
netwerk
UAB is kleine, maar kwalitatief sterke associatie Bart De Schutter is voorzitter van de Universitaire Associatie Brussel BRUSSEL. De Vlaamse Gemeenschap heeft vijf universiteiten: Antwerpen, Brussel, Gent, Hasselt en Leuven. Met een of meerdere hogescholen kunnen ze in de Vlaamse Gemeenschap een associatie vormen. I-mag sprak eerder al met de voorzitter van de associaties, die gevormd werden rond de universiteiten van Antwerpen, Gent, Hasselt en Leuven. Dit interview is het laatste in die rij. We spraken met Bart De Schutter, voorzitter van de Universitaire Associatie Brussel (UAB). ! Van onze hoofdredacteur
Bart De Schutter werd in 1937 in Boom geboren. In 1959 studeerde hij aan de VUB af als doctor in de rechten. Hij was een studiegenoot van Willy Claes, die politieke en sociale wetenschappen studeerde. Ook Bart De Schutter studeerde politieke wetenschappen, maar dan aan de ULB en internationaal recht aan de Harvard University Law School voor master of Law (LLM). Hij zette zijn studies voort aan de ‘Faculté internationale pour l’enseignement du droit comparé’ van Straatsburg.
Eerst werd hij hoogleraar aan de faculteit rechtsgeleerdheid van de VUB, waar hij later gedurende vier jaar decaan was en directeur van het centrum internationaal strafrecht. In 1978 werd hij rector van de VUB. Hij was ook enkele jaren voorzitter van de Raad van bestuur van de VRT. De Schutter is een boeiende gesprekspartner: erudiet en bescheiden. Iemand met een jarenlange ervaring in de juridische en academische wereld. Sinds mei 2010 is hij de nieuwe voorzitter van de
De Universitaire Associatie Brussel (UAB) is een kleine associatie, samengesteld uit twee partners: de Erasmushogeschool en de Vrije Universiteit Brussel. Ze telt 15.000 studenten.
Universitaire Associatie Brussel, in opvolging van Jean-Luc Vanraes, die voor Open VLD minister van financiën, begroting en Nederlandstalig onderwijs werd in de Brusselse regering. Bart De Schutter is ook voorzitter van de Raad van bestuur van de Erasmushogeschool Brussel (EhB). Boom, zijn geboortestreek, is de streek van steenbakkerijen en kalkovens. “Ik draag het kenmerk van de noeste werkers van de Rupelstreek”, zegt hij. “Mijn grootvader was burgemeester in Boom en 20 jaar lang volksvertegenwoordiger. Wijlen Piet De Somer, de eerste lekenrector van de K.U.Leuven, kwam uit Niel, op een boogscheut van Boom en dus ook uit mijn geboortestreek. Hij was arts en won tussen 1971 en 1982 drie opeenvolgende rectorverkiezingen. Piet was een autoriteit, een fantastische man, iemand met klasse. Ik was van 1978 tot 1982 rector van de VUB (Vrije Universiteit Brussel). Onze roots lagen in de streek van de kleiputten. We waren het niet altijd eens over bepaalde zaken die onze universiteit aanbelangden. Dan stonden we soms met getrokken messen tegenover elkaar. Maar dat duurde nooit lang. De herinneringen uit onze geboortestreek deden hun werk en dat schept een band. Mensen hebben dat vandaag veel te weinig.”
Bart De Schutter, voorzitter van de Universitaire Associatie Brussel (UAB).
37
I-mag december 2010
Erasmushogeschool Brussel De EhB biedt een veelvoud van basisopleidingen aan, verdeeld over een zestal departementen. Industrieel ingenieurs worden opgeleid voor de studiegebieden leidend tot ‘master in de industriële wetenschappen - elektromechanica’ en ‘master in de industriële wetenschappen - elektronica-ICT’. Hun campus en ook die voor de luchtvaarttechnologie ligt aan de Nijverheidskaai in Brussel. Luc Van de Velde werd met ingang van het academiejaar 20072008 aangesteld tot algemeen directeur van de EhB. Na zijn studies voor historicus aan de VUB was hij achtereenvolgens adviseur van de toenmalige minister van de regie voor post, telefonie en telegrafie (PTT) en kabinetssecretaris en fractiesecretaris van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Als administratief directeur stond hij mee aan de wieg van de EhB. Nadien werd hij secretaris-generaal van de Vlaamse Hogeschoolraad (Vlhora). NL
“Als jurist werkte ik vooral in de academische sector met als niche internationaal strafrecht, computerrecht, computerveiligheid en bescherming van de privacy. Ik gaf daar ook les over aan de burgerlijk ingenieurs van de VUB. Eigenlijk ben ik na mijn studies onmiddellijk aan een wetenschappelijke loopbaan begonnen. Maar er woelde altijd een tweespalt in mijn binnenste: enerzijds wilde ik binnen de juridische sector blijven werken, die vooral op internationaal recht en internationaal strafrecht was gericht en anderzijds was er ook de natuurlijke neiging om aan management en beleid te doen”.
Associatievoorzitter “Ik ben nu associatievoorzitter sinds mei 2009, toen mijn voorganger Brussels minister werd. Op dat ogenblik was ik voorzitter van de Raad van bestuur van de Erasmushogeschool in Brussel. Dat ben ik nu trouwens nog altijd. De nieuwe uitdaging sprak me aan: het is een ernstige opdracht. Iets voor een trekpaard, zoals ik. Sierpaarden kan de associatie missen. Ik wil actief blijven, tenminste zo lang mijn gezondheid dat mogelijk maakt en ik kan meewerken aan een gemeenschappelijk doel. Ik deel graag mijn ervaring en zet me graag in voor de EhB en de VUB, kortom voor de associatie.”
UAB “De Universitaire Associatie Brussel (UAB) is een kleine associatie, samengesteld uit twee partners: de Erasmushogeschool en de Vrije Universiteit
I-mag december 2010
Brussel. Ze telt 15.000 studenten: 5.000 bij de EhB en 10.000 bij de VUB. In vergelijking met de associaties rond de universiteiten van Gent en Leuven zijn we dus kwantitatief klein, maar kwalitatief staan we toch behoorlijk sterk. Al voor het ontstaan van de associatie was er een goede samenwerking tussen de EhB en de VUB. Een kleine associatie heeft ook een voordeel, zoals het beter en gemakkelijker op elkaar kunnen ‘inspelen’. In grote structuren is het niet altijd eenvoudig om overleg te plegen. Mijn opdracht als associatievoorzitter is in de eerste plaats de samenwerking tussen de VUB en de EhB voort versterken op het gebied van onderwijs en onderzoek. Door de oprichting van de zogenaamde ‘transitiefaculteiten’ voor de industriële wetenschappen en de vertalers-tolken willen we ook de samenwerking tussen de academische opleidingen van EhB en de VUB nog beter aanzwenge-
heid hebben over hun onderwijsinstelling. Ik beschouw de associatie als een ondersteunend mechanisme, een hulpmechanisme voor overleg. Het is in elk geval geen instrument dat boven de EhB en de VUB uit torent.” “Beide instellingen zorgen voor een blijvende kwaliteit in hun onderwijs en onderzoek. Zowel academische als professionele studies stellen vandaag hoge eisen, vanuit hun finaliteit en behoeften. Maar zij hebben ook een aspect van kruisbestuiving en complementariteit in zich. Die verwevenheid wil de UAB maximaal realiseren door een zo groot mogelijke integratie en samenwerking in opleidingen, onderzoeksprojecten, uitstralingsactiviteiten, enz... De instapdrempel van een hogeschool wordt sociaal verschillend gepercipieerd dan die van een universiteit. Hogere aandacht voor studiemethode en studentbegeleiding in de hogeschool
“ Hogeronderwijsinstellingen van het katholieke net die niet in dezelfde regio liggen, werden toch in de Leuvense associatie opgenomen. Zo ging het oorspronkelijke of prioritaire idee om binnen een geografische zone opleidingen, onderzoek, infrastructuur en zo meer te optimaliseren niet door.” len. Mijn opdracht is enerzijds intern: agenda’s en werktrajecten vastleggen en beslissingen die in overleg zijn genomen, doen uitvoeren. Anderzijds heb ik ook de taak om een constructieve overlegcultuur te ‘organiseren’ tussen de rector van de VUB en de algemeen directeur van de EhB. Ik moet achter – en niet naast of boven – beide beleidsmensen staan, precies omdat zij de eindverantwoordelijk-
38
helpt slaagkansen maximaliseren. Overstap en terugvalmogelijkheden ontwikkelen tussen academische en professionele opleidingen is bovendien een efficiënt middel om het juiste einddoel te bereiken. Ten slotte toch ook vermelden dat het multiculturele van Brussel een uitgelezen kans biedt om een open geest te vormen in een globalere wereld. Ook dat is een troef op de arbeidsmarkt.”
“ Het multiculturele van Brussel biedt een uitgelezen kans om een open geest te vormen in een globalere wereld. Ook dat is een troef op de arbeidsmarkt.”
In 1995 werd het Rits in de Dansaertstraat in Brussel een van departementen van de EhB, ten gevolge van het hogeschooldecreet. Rits is de roepnaam voor het departement. Het is een gerenommeerde onderwijsinstelling waar heel wat film en theatermakers studeerden. Jo Röpcke was er enkele jaren directeur. Andere bekende namen zijn bijvoorbeeld de regisseurs Stijn Coninx en Erik Van Looy. Een ander kroonjuweel van de EhB is het Koninklijke Conservatorium Brussel.
teit een associatie of samenwerkingsverband vormen. Maar het oorspronkelijke concept werd spoedig doorkruist door de regionale spreiding over Vlaanderen van de onderwijsinstellingen die zich bij de K.U.Leuven aansloten. Hogeronderwijsinstellingen van het katholieke net die niet in dezelfde regio liggen, werden zo toch in de Leuvense associatie opgenomen. Zo ging het oorspronkelijke of prioritaire idee om binnen een geografische zone opleidingen, onderzoek, infrastructuur en zo meer te optimaliseren niet door. Dat zijn nu eenmaal feiten die soms het gevolg zijn van historische achtergronden of machtsverhoudingen. Gelukkig is er voldoende collegialiteit onder de associatievoorzitters.”
Associaties: wat het werd
Studieduur
Het oorspronkelijke opzet van een associatie werd niet ten volle gerealiseerd. Bart De Schutter legt uit: “Oorspronkelijk was het de bedoeling om alle regionale instellingen van hoger onderwijs - hogescholen en universiteiten – ‘lokaal’ te bundelen. Dat moest tot een versteviging van de hogeronderwijsruimte in ons land leiden om die dan op zijn beurt te laten aansluiten bij een Europese hogeronderwijsruimte. Zo hadden de initiatiefnemers van de Bolognaverklaring het in 1999 gepland. Alle hogere opleidingen, onderzoek en infrastructuur zou men dus in de Vlaamse Gemeenschap geografisch maximaal bundelen om zo optimale synergie in een rationele structuur te krijgen. Het concept was in feite eenvoudig. Als men in de Vlaamse Gemeenschap de plaats van een universiteit als middelpunt van een cirkel beschouwt en vandaaruit een regiocirkel tekent, dan moesten alle hogescholen binnen die cirkel samen met de universi-
“Over de studieduurverlenging voor de Vlaamse industrieel ingenieurs hoor ik argumenten pro en contra. De verandering van studieduur heeft altijd allerlei reacties opgeroepen. Dat geldt voor alle studierichtingen en voor elk studieniveau. We mogen daarover niet eeuwig blijven bakkeleien tot iedereen ‘zijn gelijk’ heeft gekregen. We zullen toch één keer een ei moeten leggen in Vlaanderen. In de Franstalige Gemeenschap is er voor industrieel ingenieurs een regeling getroffen, met name drie jaar bachelor en twee jaar master. Uiteraard moeten we met kennis van zaken de pro’s en contra’s afwegen. Maar we moeten ook het kostenplaatje bekijken en zeker zijn van de financiering van de verlengingsoperatie. Laat ons toch maar eerst een paar eenvoudige zaken onder ogen nemen. Zo moet er mijn inziens een striktere monitoring komen van de studenten.” “Het flexibele creditsysteem en de individuele studietrajecten kunnen voordelig zijn voor bijvoorbeeld studenten die wat aanpassingsproblemen hebben met de eisen van de hogeronderwijsmethodiek of een oplossing bieden voor jongeren die studie en arbeid moeten combineren. Maar soms kan men zich niet van de indruk ontdoen dat het systeem leidt tot een lakser houding van de student, die door het doorschuiven van een aantal credits, op een onverantwoorde studieverlenging afgaat. Er zijn natuurlijk ook internationale motieven die een vijfjarige opleiding van industrieel ingenieurs rechtvaar-
De UAB telt een vijftigtal bacheloropleidingen en een honderdtal masteropleidingen. Voor bepaalde hogeschoolopleidingen bestaat er een stagemogelijkheid in het Universitair Ziekenhuis van Brussel.
39
digen, zoals de internationale erkenning van het diploma. Een voorzichtig ‘ja, misschien’ dus. Waar we wel moeten over waken is het behoud van de specifieke eigen profielen van opleidingen, bv. inzake burgerlijk en industrieel ingenieur of talen en toegepaste taalkunde. Streven naar synergie en complementariteit is noodzakelijk, maar mag niet leiden tot een eenheidsworst.”
Stokpaardjes “Ik heb weinig hobby’s. Geen stokpaardjes van enige betekenis. Vroeger was ik een verwoed tennisser. Mijn sportactiviteit heeft zich vandaag tot het ‘beoefenen van gezellige huiselijkheid’ herleid. Mijn opdrachten bij de UAB, EhB, het voorzitterschap van het VUB Institute for European Studies geven mij genoeg lectuur, terwijl mijn lidmaatschap van de Belgische privacycommissie ook voldoende verantwoordelijkheidsmomenten meebrengt. 's Avonds bereid ik thuis de dossiers voor die de volgende dag aan bod komen. De pensioenleeftijd betekent voor mij bijna even hard werken als vroeger, maar voor minder loon, gelukkig met een meer flexibele agenda, meer mogelijkheden om iets te weigeren, eerder dan te aanvaarden. Ik doe het nog allemaal even graag als vroeger. Ik heb trouwens heel mijn leven in een sfeer van hardwerkende collega’s en medewerkers geleefd. Daar waren ook veel ingenieurs bij, zoals dr. ir. Oscar Steenhaut, een elektrotechnisch ingenieur en ooit rector van de VUB (19821986) was en wijlen Roger Van Geen, doctor in de wetenschappen en voorzitter van de Nationale Raad voor Wetenschapsbeleid. Hij was rector van de VUB in de periode 1974-1978.” (Nvdr: Roger Van Geen was onder meer gespecialiseerd in de vastestoffysica en een van de gastsprekers op het tweedaags symposium van de VIK in De Haan in maart 1981. Het symposium handelde over ‘de ingenieur en de crisis’.) “Maar begrijp me niet verkeerd: je hoeft niet tot de groep van rectoren te hebben behoord om het etiket ‘hardwerker’ te dragen. Er zijn heel wat harde werkers in onze instellingen, allerlei gediplomeerden en niet-gediplomeerden en niet in het minst de vroegere technisch ingenieurs en de huidige industrieel ingenieurs.” De Universitaire Associatie Brussel is gevestigd in de Antoine Dansaertstraat 70, 1000 Brussel. Tekst: Ing. Noël LAGAST MSc Foto’s: VUB – Bernadette MERGAERTS I-mag december 2010
netwerk
23.000 euro om onderzoek en innovatie aan te moedigen Barco High Tech Awards uitgereikt aan jong afgestudeerden KORTRIJK. Zeventien jonge ingenieurs en onderzoekers mochten op 15 oktober 2010 een Barco High Tech Award en de bijbehorende geldprijs in ontvangst nemen in Kinepolis Gent. Met de awards willen Barco, de Vlaamse Ingenieurskamer, vzw Bachelor.be en het Fonds voor Wetenschappelijk
het als een belangrijke taak om technologische studies op te waarderen en jonge ingenieurs en onderzoekers te stimuleren, zodat de kwaliteit van de Vlaamse ingenieurs gewaarborgd blijft.
Onderzoek (FWO) wetenschappelijk en technologisch onderzoek een duw in de rug geven. De prijzen onderstrepen bovendien het belang van onderzoek en innovatie voor de Vlaamse economie en ze illustreren het belang van een nauwe samenwerking tussen onderwijsinstellingen, onderzoekscentra en de industrie.
'High Tech Awards' is de nieuwe – meer internationale – naam voor de 'prijzen voor wetenschappelijk onderzoek' die Barco al sinds 1987 toekent. De prijzen werden in het leven geroepen in samenwerking met het FWO om onderzoek en innovatie in Vlaanderen te ondersteunen.
I-mag december 2010
Sinds vele jaren speelt Barco in België een belangrijke rol op het vlak van innovatie en ontwikkeling. Hoewel Barco ondertussen is uitgegroeid tot een wereldspeler, bevindt een belangrijk deel van de R&D afdeling van het hightechbedrijf zich nog steeds in ons land. Barco beschouwt
40
Die inspanningen blijken meer en meer een must te zijn om de concurrentiepositie van Vlaanderen in de globale economie te verzekeren. Sterke groeilanden als India en China worden immers steeds belangrijker, ook als basis voor R&D-activiteiten. Barco is ervan overtuigd dat hoogkwalitatief technisch onderwijs en partnerships tussen scholen, universiteiten, de overheid en de industrie nodig zijn om het competitief voordeel van Vlaanderen te stimuleren. De High Tech Awards vestigen de aandacht op de nood aan die interactie, de waarde van onderzoek en het belang van toekomstgerichte
technische studies. Met de awards hoopt Barco eveneens ingenieursstudies aantrekkelijker te maken voor jongeren. Behalve een mooie vorm van erkenning zijn de High Tech Awards ook een financiële duw in de rug van de jonge onderzoekers. Barco maakt een totaal van 23.000 euro vrij voor de winnaars. De drie bachelorprijzen, die werden uitgereikt voor scripties in het kader van een bacheloropleiding, hebben elk een waarde van 1.500 euro. De drie geselecteerde eindwerken van masters Industriële Wetenschappen (VIK Award) worden beloond met elk 2.000 euro. De gelauwerde masters Ingenieurswetenschappen (FWO Award) gaan met 2.500 euro naar huis. De Barco High Tech Award voor Wetenschappelijk onderzoek ten slotte is 5.000 euro waard. De vakjury, bestaande uit afgevaardigden van Barco, Bachelor.be, VIK en FWO, koos uit alle ingezonden scripties de volgende winnaars voor de VIK High Tech Awards (afgestudeerden master in de Industriële Wetenschappen):
Vlnr: Bart Blockmans, Kristof Hennebel, Karel Azou, Eric Van Zele (CEO Barco), Frédérique Vanneste, Ing. Marc Demolder MSc, Thomas Standaert.
• Karel Azou uit Izegem, Kristof Hennebel uit Heule en Frédérique Vanneste uit Bredene, afgestudeerd aan de Hogeschool West-Vlaanderen in Kortrijk met hun masterproef ‘Traffic simulator’. • Bart Blockmans uit Zaventem en Wim Put uit Beringen, afgestudeerd aan Groep T – Internationale Hogeschool Leuven, met hun masterproef ‘Eindige
41
elementenanalyse van de primaire spiegel van een Mercatortelescoop’. • Thomas Standaert uit Assenede en Steven De Lausnay uit Wetteren, afgestudeerd aan KaHo St-Lieven Gent, met hun masterproef ‘Ontwikkeling van een draadloos communicatiesysteem voor de oplossing van het probleem van de dodehoekspiegel bij vrachtwagens’. De uitreiking van de High Tech Awards had plaats tijdens een speciale plechtigheid in Kinepolis Gent, waarna de laureaten, onderwijsinstellingen en andere genodigden werden uitgenodigd voor een film die vertoond werd in het kader van het Internationaal Filmfestival van Vlaanderen. Als wereldleider op het vlak van cinemaprojectoren werkt Barco al vele jaren succesvol samen met de Kinepolis-groep. Barco is ook een hoofdsponsor van het festival, dat beschouwd wordt als een van de meest prominente filmevenementen in Europa. Tekst: Ing. Marc DEMOLDER MSc Voorzitter jury VIK High Tech Awards Foto’s: BARCO
'High Tech Awards' is de nieuwe – meer internationale – naam voor de 'prijzen voor wetenschappelijk onderzoek' die Barco al sinds 1987 toekent. De drie geselecteerde eindwerken van masters Industriële Wetenschappen (VIK Award) worden beloond met elk 2.000 euro
I-mag december 2010
studiegroepen
BEDRIJFSBELEID
ELEKTRICITEIT
E-leren in de onderneming
Softstarter of frequentieregelaar?
dinsdag 18 januari 2011
donderdag 20 januari 2011
Dat heel wat bedrijfsfacetten worden ondersteund met aanvullende media is een evidentie op zich. Dat gebeurt nog meer als het om opleiding gaat.
Softstarters zijn een simpele en goedkope methode om motoren op vaste snelheid aan te sturen. Bij sommige processen is men verplicht om een frequentieregelaar als starter te gebruiken, omdat de aanloop of de vertraging anders niet constant verloopt vanwege de variabele belasting.
Hoe de computer als ondersteunend medium op een rendabele wijze kan worden ingezet, komt u te weten in de avondlezing van Rik Vanden Berk die zijn ervaring van vele jaren wil delen.
Typische voorbeelden zijn pompen of conveyors, waar de belasting tijdens de aan- en uitloop sterk verschilt. Met de nieuwe AdaptativeControle controleert de Digistart niet alleen de startstroom maar ook het profiel van iedere versnelling of vertraging en stuurt het continu bij om die constant te houden, ook bij sterk variabele belasting. Meer daarover met praktische voorbeelden in de presentatie die we op de lezing tonen.
Wat is het verschil tussen netwerkleren en formeel leren en hoe doe je dat met ICT? Sluit het een het ander uit of vullen ze elkaar juist aan? Zoekt u software die beide Ing. Rik Vanden Berk MSc leervormen aankan of heeft elke leervorm zijn eigen vereisten? Waar grijpt opleiding rechtstreeks in het productieproces in? Hoe en met welke middelen ondersteunt u die opleiding? Bedrijven zetten eigen wiki’s op om kennis te borgen en toegankelijk te maken met alle mogelijkheden en gevaren van dien. Hoe complex is dat alles en wanneer is de investering lonend en wanneer niet?
Control Techniques België is onderdeel van de wereldwijde organisatie Control Techniques LTD uit NewTown, Wales (GB) en als organisatie onderdeel van Emerson Industrial Automation. Control Techniques bv is de producent en leverancier van elektrisch regelbare aandrijfcomponenten, zoals frequentieregelaars, fluxregelaars, softstarters, gelijkstroomregelaars, gelijkstroom- en wisselstroomservoaandrijvingen voor centrale, decentrale en hybride besturingen, motion controllers en (servo)motoren.
• PRAKTISCH
Rik Vanden Berk is specialist in het formeel leren. Die leervorm wil op een eenduidige wijze leerstof overbrengen en het leerresultaat evalueren. Het leerdoel kan informeren, opleiden of trainen zijn. Elk leerdoel heeft zijn specifieke benadering, zowel naar opbouw van de lespakketten als naar de wijze van toetsing en de registratie van de leerresultaten. Coachen speelt in het e-leren een belangrijke rol. Hoe verschillende bedrijven ‘formeel leren’ rendabel inzetten, wordt tijdens de avondlezing op dinsdag 18 januari 2011 aan de hand van lesvoorbeelden en praktijkcases aangetoond. Die kennisdeling kan ongetwijfeld nuttig worden gebruikt bij de besluitvorming over het strategisch inzetten van e-leren om het bedrijfsrendement te verhogen.
Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: donderdag 20 januari 2011 om 19.30 uur. Spreker: Stephane Loop - Control Techniques. Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOELE10111.
HAVENTECHNOLOGIE
• PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: dinsdag 18 januari 2011 om 20 uur. Verwelkoming vanaf 19.30 uur. Spreker: Ing. Rik Vanden Berk MSc (Vectes Europe). Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOBED10111.
I-mag december 2010
Haventechnologie goes green – deel 3 donderdag 9 december 2010 In de Antwerpse haven worden vandaag beduidend minder verontreinigende stoffen in de lucht uitgestoten dan tien jaar geleden. De totale emissie van de grootindustrie is in de periode 1998-2008 met maar liefst 40 procent afgenomen. Goed nieuws, denkt u? Kan best, maar de Europese normen worden nog steeds niet gehaald. Door de grote dichtheid van
42
ACTIVITEITEN
industrie, verstedelijking en het wegennetwerk wordt Antwerpen nog steeds gekenmerkt door verhoogde concentraties van luchtverontreinigende stoffen. Daarom stelde minister Hilde Crevits einde 2008 het actieplan fijn stof en NOx Antwerpen voor, dat samen met de haven en de stad Antwerpen werd opgesteld. Dat plan bevat concrete maatregelen voor de industrie, het wegverkeer, de scheepvaart en de huishoudens. Wat betekent dat concreet voor Antwerpse havenbedrijven? Welke zijn de opgelegde maatregelen en op welk vlak kunnen wijzelf ons steentje bijdragen? Welke technische maatregelen bestaan er al en hoe effectief zijn ze nu echt?
Luc Bervoets
Alvorens in te gaan op de nieuwste trends geven we u een overzicht van de toegepaste sensorprincipes en de inzetbaarheid ervan. Steeds meer vervullen moderne sensoren de taak van meting in plaats van melding. Dat biedt extra mogelijkheden voor bestaande toepassingen. Die nieuwe trend en zijn impact lichten we diepgaand toe aan de hand van enkele voorbeelden.
• PRAKTISCH Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: donderdag 10 maart 2011 om 20 uur. Spreker: Luc Bervoets, salesmanager factory automation Belgium, Pepperl+Fuchs. Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOREG10311.
De eerste en tweede avondlezingen zijn inmiddels achter de rug en behandelden het thema elektriciteit en terminals. Tijdens de derde hebben we het over equipment.
Derde thema-avond: equipment Mobiele kranen en straddle carriers verbruiken duizenden liters stookolie. Op de MSC Home Terminal in Antwerpen wordt maandelijks 1 miljoen liter brandstof verbruikt! Welke middelen reiken de constructeurs ons aan om het verbruik en dus de emissie naar beneden te krijgen? Zowel Gottwald als Liebherr, twee gerenommeerde kraanconstructeurs, komen hun nieuwste technologie uitgebreid toelichten (lezingen in het Engels). De eerste hybride straddle carrier is een feit. De constructeur komt hem voorstellen.
AGENDA BIJEENKOMSTEN
• PRAKTISCH
Studiegroep Bedrijfsbeleid 18-jan-11 E-leren in de onderneming: mogelijkheden met kosten en baten, VIK-huis, 20 uur 01-mrt-11 Wil je eindelijk eens live zien wat je meer kan doen met een smartphone, VIK-huis, 20 uur 15-mrt-11 Hoe rationeel zijn organisaties, VIK-huis, 19.30 uur
Plaats: VIK-huis, Herentalsebaan 643, Wommelgem. Datum: donderdag 9 december 2010 om 19.30 uur. Kostprijs: 10 euro voor VIK-leden; 15 euro voor medewerkers van bedrijfsleden; 25 euro voor niet-leden. Betalingen vooraf op rekeningnummer 406-0098502-57 van VIK Vorming met vermelding van het refertenummer. Broodjes en uitgebreid drankenbuffet inbegrepen. U kunt uw inschrijving tot 48 uur voor aanvang van de activiteit kosteloos annuleren. Bij latere annulatie wordt het inschrijvingsgeld volledig ingehouden. Inschrijving vereist: VIK-secretariaat. Referte: VOHAV11210.
Studiegroep Elektriciteit 20-jan-11 Softstarter of frequentieregelaar, VIK-huis, 19.30 uur Studiegroep Haventechnologie 9-dec-10 VIK-Haventechnologie goes green: deel 3: equipment, VIK-huis, 19.30 uur Studiegroep Regeltechniek 7-dec-10 Stuurgroepvergadering, VIK-huis, 20 uur 10-mrt-11 Lezing: Detecteren, meer dan ja of nee. Vernieuwde sensortechnologie voor de factory-automatisering, VIK-huis, 20 uur
MEET- EN REGELTECHNIEK Detecteren, meer dan ‘ja’ of ‘nee’ donderdag 10 maart 2011
Studiegroep Technisch-commercieel 22-feb-11 Lezing: Wat kunt u als verkoper verdienen en van welke fiscaal interessante extralegale voordelen kunt u genieten? Antwerpen, 20 uur
Vernieuwde sensortechnologie voor de factory automatisering. Contactloze positieterugmelding van producten en machinedelen deed zijn intrede rond 1958. Sinds de aanvang is het aanbod en de technologie van sensoren enorm uitgebreid. Het gebruik van naderingsschakelaars in machines en installaties is daarenboven drastisch toegenomen en niet meer weg te denken.
In de vorige I-mag bespraken we het instrument voor duurzame scholenbouw ‘Naar een inspirerende leeromgeving’. We vermeldden daar foutief dat het instrument 150 euro kost. Het instrument kost, cd inclusief, 48 euro en is te verkrijgen via http://www.scholenbouwen.be/publicaties/naar-een-inspirerende-leeromgeving
43
I-mag december 2010
VIK V orming VIK V orming
Effectief leidinggeven, medewerkers coachen en teammanagement vanaf dinsdag 8 februari 2011 De cursussen ‘effectief leidinggeven’, ‘medewerkers coachen’ en ‘teammanagement’ behandelen elk een afgerond, samenhangend thema. Toch sluiten ze naadloos op elkaar aan.
- Ben ik nog wel de baas? - Iedereen is verschillend, dus ook de wijze van coaching - Hoe hou ik mijn medewerkers een spiegel voor? - Concrete vaardigheden en te vermijden valkuilen.
Effectief leidinggeven reikt de basisinzichten en communicatieve vaardigheden aan voor wie een eerste leidinggevende functie uitoefent.
• Teammanagement - Kenmerken van doelmatige groepen - Wat is een team? - Hoe verbeter ik de werking van mijn team? - Wat zijn teamdoelstellingen en bereiken we ze? - Wat zijn de rollen van de teamleider en hoe vullen we ze in? - Het besluitvormingsproces in groepen - Hoe zit het met de samenstelling van mijn team?
Medewerkers coachen gaat een stap verder. De cursus reikt u een methodiek aan om medewerkers of derden in de organisatie te responsabiliseren en tot grote zelfstandigheid te brengen. Teammanagement is het logische sluitstuk van de drie-eenheid. Hier leert u hoe om te gaan met die ene supplementaire medewerker namelijk TEAM. U verwerft inzichten in wat teams effectief of juist ineffectief maken.
• Praktisch
• Programma • Effectief leidinggeven
Coachen van medewerkers: dinsdagen 3, 10, 17, 24, 31 mei 2011.
Effectief leidinggeven: dinsdagen 8, 15, 22 februari; 1, 15, 22, 29 maart en 5 april 2011.
- Rol en taken van de leidinggevende - Stijlen van leidinggeven - Beoordelings-, functionerings- en disciplinegesprekken - Motivatie van medewerkers - Teambuilding - Feedback.
Teammanagement: 7, 14, 21, 28 juni 2011. Telkens van 19 tot 22 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Er kan voor de volledige opleiding ingeschreven worden of per module. Info: http://www.vikvorming.be/site/node/475 of
[email protected] of 03 259 11 06.
• Medewerkers coachen - Is coaching begeleiding of controle? - Hoe bepaal ik doelstellingen en hoe motiverend zijn ze?
Moderne smeertechnieken vanaf zaterdag 29 januari 2011 • Praktisch
Een bedrijf dat een degelijk smeerprogramma hanteert met gekwalificeerde medewerkers, zowel bij voorbereiding/beheer als bij uitvoering, verhoogt merkelijk de kansen op een vlot en kwaliteitsvol productieproces.
zaterdagen 29 januari, 12, 19 en 26 februari en 19 maart 2011 telkens van 19 tot 22 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: www.vikvorming.be/site/node/502 of
[email protected] of 03 259 11 06.
Deze cursus biedt de mogelijkheid om een praktisch en dieper inzicht te verwerven in de organisatie en uitvoering van het smeerprogramma. Het inleidend gedeelte over wrijving en nut van smering wil u een algemeen overzicht bieden en een kapstok om de volgende gedeelten telkens te situeren. We volgen dan de volledige cyclus van het smeren.
• • • • • •
Programma Tribologie Vetten Wentellagers Reductoren Kunststoffen en elastomeren
I-mag december 2010
• • • •
Olie Vaste smeermiddelen Kettingen Schroefverbindingen
44
VIK V orming VIK V orming
Industriële koeltechniek vanaf woensdag 23 februari 2011 Een must voor wie met koelprocessen in contact komt In deze cursus krijgt u onder andere uitleg over de verschillende koelmiddelen en de toekomst ervan. Daarnaast herhalen we de basis: hoe wordt een koelsysteem met droge verdamping berekend? Daarbij selecteren we aan de hand van voorbeelden toestellen uit een catalogus. Ook gaat de nodige aandacht naar factoren die men in rekening moet brengen voor een gedetailleerde koellastberekening voor diepvries en koelcellen, zelfs voor cellen die grenzen aan de buitenomgeving. De cursus neemt grosso modo drie onderwerpen door: de huidige stand van de regeltechniek bij zuigercompressoren, tweetrapskoelsystemen en pompcirculatiesystemen in de koeling. Vermits de koelcompressoren van vandaag en de regeling ervan er heel anders uitzien dan vroeger, wordt er een vergelijking gemaakt met het traditionele systeem. Ook de moderne digitale technieken die daarmee samengaan, worden belicht. Bij de tweetrapssystemen gaat de aandacht naar de verschillende systemen die worden toegepast in de industriële koeltechnieken. Bij het pompcirculatiesysteem worden de bouw, het industriële aspect en de berekening ervan belicht. Naast de praktische beschrijvingen met voorbeelden nemen we de berekening van dergelijke systemen onder de loep.
• Koellastberekeningen voor koel- en vriescellen en selectie van verdampers
• Selectie van compressoren, condensoren en leidingen • Het Mollier-diagram en de praktische betekenis ervan met voorbeelden
• Pompcirculatiesystemen • Opbouw van de regeltechnische componenten rond de compressor
• Selectie van regeltechnische componenten • Drukverliezen in koeltechnische kringen • Praktisch
• • • •
Programma
woensdagen 23 februari; 2, 16, 23, 30 maart; 27 april; 4, 11, 18, 25 mei 2011 telkens van 19 tot 22 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: http://www.vikvorming.be/koeltechniek of
[email protected] of 03 259 11 06.
Tweetrapssystemen Eigenschappen van koelmiddelen Berekeningsvoorbeeld van een complete koelkring en selectie van zuigercompressoren
Bekistingen en zichtbeton vanaf maandag 17 januari 2011 • Praktisch
In heel wat bouwwerken wordt nog gewerkt met beton dat ter plaatse wordt gestort. De bekisting is daarbij een essentieel onderdeel. Bovendien zijn er veel stelregels om een uitstekende kwaliteit te krijgen waar het om zichtbeton gaat. Met welke regels moet rekening worden gehouden om een perfect betonvlak te krijgen? Onder meer aan de hand van tal van fouten worden mogelijke remedies uiteengezet.
• • • •
maandagen 17 en 24 januari 2011 van 14 tot 21 uur en maandag 31 januari 2011 van 14 tot 17 uur in het VIK-huis in Wommelgem. Info: http://www.vikvorming.be/site/node/512 of
[email protected] of 03 259 11 06.
Programma
Hoe een bekisting ontwerpen? Aan welke vereisten moet een bekisting voldoen? Onvolmaaktheden in de oppervlakken van zichtbeton - oorzaken, voorkoming en herstelling • Welke voorwaarden moeten in het bestek worden opgenomen? • Voorzieningen inzake veiligheid, gezondheid en welzijn van de arbeiders en de omgeving
45
I-mag december 2010
VIK V orming VIK V orming
Cursusagenda december 2010 en januari 2011 CURSUS
STARTDATUM
EINDDATUM
UREN
AANTAL LEDENLEDENTARIEF SESSIES* TARIEF ONDERW. & OVERH.
Afbraak- en sloopwerken: nieuwe Vlaamse regelgeving
06/12/2010
20/12/2010
A
5
490
420
Ontwerpen van woningventilatiesystemen
15/01/2011
05/02/2011
V
4
490
420
Bekistingen en zichtbeton
17/01/2011
31/01/2011
N+A!
5
630
540
Verwarmingstechnische calculaties: gevorderden
19/01/2011
16/02/2011
A
5
Fellow bouwmanager
21/01/2011
17/12/2011
A en V
57
3510
3510
Platdakspecialist
25/01/2011
21/12/2011
N!+A!
25
1900
1900
TECHNOLOGIE
BEDRIJFSKUNDE Begeleiding voor IPMA-level D-certificatie
09/12/2010
16/12/2010
D
4
650
550
Bedrijfsmanagement
21/01/2011
01/04/2011
N+A!
18
1320
1150
VAARDIGHEDEN Inkoop negotiatietechnieken
03/12/2010
10/12/2010
N+A!
4
540
480
Mind mapping
17/12/2010
17/12/2010
D!
2
350
300
Hoe meer gedaan in weinig tijd? - focussing
31/01/2011
31/01/2011
D!
2
230
200
tarieven geldig tot 31.12.2010 meer info en updates op www.vikvorming.be
I-mag december 2010
D = dagcursus van 9 tot 17 uur V = voormiddagcursus van 9 tot 12 uur N = namiddagcursus van 14 tot 17 uur
46
A = avondcursus van 19 tot 22 uur ! = aangepaste uren kijk op website NVT = niet van toepassing
VIK V orming VIK V orming
Fellow
bouwmanager
15de promotie
Bouwmanager bundelt technologie, management en bedrijfseconomische knowhow in een polyvalent programma. Docenten uit de bouwsector analyseren met u de productie (-werf) en andere functies vanuit een managementbenadering. Ze tonen u hoe die bijdragen om de concurrentiekracht van uw bouwonderneming te verbeteren en bespreken de raakvlakken en interacties met andere ondernemingsfuncties. Er wordt ook speciale aandacht besteed aan de aparte aanpak van een PPS-project (publiek-private samenwerking).
Meer informatie? Dit programma loopt in samenwerking met de Vlaamse Confederatie Bouw en de hogeschool voor Wetenschap en Kunst (De Nayer) en SintLucas.
Praktisch De cursus begint op 21 januari 2011. De lessen, 60 sessies, vinden plaats op vrijdag van 19 tot 22 uur en op zaterdag van 9 tot 12 uur in het VIK-huis in Wommelgem.
Kijk op de website
www.vik.be/fbm Of neem contact op met VIK Vorming: 03 259 11 06 of
[email protected]
VIK Vorming - Herentalsebaan 643 - 2160 Wommelgem