De toepassingen van vegetatiekarteringen A.S. Kers, Rijkswaterstaat, AGI. In: Geonieuws 2006-2. p.11-14 Rijkswaterstaat heeft voor beheer- en beleidsevaluatie behoefte aan ruimtelijk ecologische informatie over het kust- en rivierengebied. Hierin wordt onder andere voorzien door de uitvoering van vegetatiekarteringen. De producten die uit een vegetatiekartering verkregen kunnen worden geven vlakdekkende informatie over de kwaliteit en de kwantiteit van de vegetatie van met name kwelders en uiterwaarden. Dit artikel beschrijft wat vegetatiekartering inhoudt, welke afgeleide producten op dit moment door de Adviesdienst Geo-informatie en ICT (AGI) geleverd worden en waar deze binnen Rijkswaterstaat worden toegepast. Een groep planten dat in een bepaald milieutype bij elkaar staat heet een vegetatietype of plantengemeenschap. De soortensamenstelling en de ruimtelijke patronen van vegetatietypen zijn een belangrijk onderdeel van de totale biodiversiteit. Ook bepaalt het in belangrijke mate de potenties als het leefgebied of voedsel voor dieren. Daarnaast zijn de verschillende vegetatietypen en hun soortensamenstelling belangrijk als indicator voor de milieuomstandigheden. Voor de meeste Europese landen is een nationaal overzicht gemaakt van voorkomende vegetatietypen. Kartering Tijdens het vegetatiekarteringsproces wordt met behulp van stereoscopische luchtfoto’s de ruimtelijke spreiding van vegetatietypen in beeld gebracht. De soortensamenstelling van de verschillende vegetaties wordt in het veld bepaald en gekoppeld aan de ruimtelijke patronen. Het eindresultaat is een vegetatiekaart. Het proces, zoals dit door de AGI wordt uitgevoerd, wordt in het kort uitgelegd in de onderstaande inzet (volgende pagina). Na herhaling in de tijd kan op basis van verschilkaarten de vegetatieontwikkeling in beeld worden gebracht (monitoring). Op basis van een dergelijke veranderingsanalyse kan het gevoerde beheer of beleid worden getoetst. Vegetatiekaart Met een vegetatiekaart wordt allereerst een kaart bedoeld waarop de vegetatietypen in een bepaald gebied zijn weergegeven (zie figuur hiernaast en de vegetatiekaart in de inzet). Maar een vegetatiekaart is ook een GISbestand met diezelfde vegetatieinformatie. Een vegetatiekaart zoals die door de AGI wordt gemaakt, kan zowel verschillen in ruimtelijk detail (schaal 1:2.000 tot 1:10.000), als in inhoudelijk detail (op het niveau van lokale subtypen tot het niveau van landschappen). Dit is afhankelijk van het doel waar de kaart voor gebruikt wordt.
!
Legen damatrix
Lok aal ve ge tatie typ e :
Qq0
Qq3p
Qq3e
Ss 3
Legendacode vegetatiekaart
Structuurcode
Bedreigingscode
KRW-code
Code habitatrichtlijn
TMAP vegetatiecode
25A a1/ Lande lijk typ e : 25A a2 25A a1 25A a2 24A a2 Be dr e igin g: TNB TNB TNB TNB
Kp 1 Kp 2 Kp 3 Kp 4 Kp 5 Kp 6 Kp 7 Kp 8 Kp 9 Kp10 Kp11 Kp12 Kp13 Kp14 Kp15 Kp16 Kp17
Lk Lk Lk Lk Lk Lk Lk Lk Lk Lk Lk Lk Lk Lk Hk Hk Hk
TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB TNB
P P P P P P P P P P P P P P P P P
1140 1140 1140 1310a 1310a 1310a 1310a 1310a 1310a 1310a 1310a 1310a 1310a 1310a 1320c 1320c 1320c
Sm Sm Sw SPq SPq Ss Sm Sm SPq SPq Sm Ss Sm Sw Sm Sm Sm
"
#
$ &
!
%
'
( #
$
% (
type nr :
1 100 75 10
10 5
2
100 95 40 15 15
3
4
10
5
5 5 100 90 20 20 10 5 30 10 5
'
*
) # %
& (
5
&
$
Zwakke en sterke punten Een zwak punt van een vegetatiekaart is dat de kaart door de complexe vorm van gegevensopslag voor een niet-vegetatiekundige moeilijk interpreteerbaar is. Dit wordt opgelost door verschillende informatieproducten, die zijn gebaseerd op een vegetatiekartering, inzichtelijker te presenteren als aparte kaartproducten. Bijvoorbeeld de vegetatiekaart die voor de Kaderrichtlijn Water wordt gebruikt of de kaart met bedreigde vegetaties die verderop in dit artikel worden beschreven. Een vegetatiekaart heeft een aantal grote pluspunten. Ten eerste is het een (inter)nationaal geaccepteerd instrument in het natuurbeleid en –beheer. Vegetatietypen zijn bijvoorbeeld direct terug te vinden in het beleid van de Habitatrichtlijn, de Kaderrichtlijn Water of het nationale natuurbeleid van bijvoorbeeld het ministerie van V&W en LNV. Ten tweede kan een vegetatiekaart zowel kwantitatief als kwalitatief gedetailleerde informatie bieden over de vegetatietypen dat aansluit op elke informatiebehoefte. Bij kwantitatief gaat het om de ruimtelijke omvang van bepaalde vegetaties of kaarteenheden. Bij kwalitatief gaat het om detailinformatie over het soort vegetatie. Een ander belangrijk voordeel van de vegetatiekaart is dat de vegetatietypen op de kaart het resultaat zijn van ecologische processen die gedurende een langere periode spelen. De kartering zelf is weliswaar een momentopname, de informatie op de vegetatiekaart is dat dus niet. -
Een vegetatiekaart bevat verder een grote hoeveelheid informatie. Daardoor kan de kaart dienen als basis voor diverse afgeleide producten. Voorbeelden hiervan zijn kaarten van de vegetatiestructuur of de bedreiging van de vegetatie (zie verderop in dit artikel). Ook dit is een belangrijke kracht van de vegetatiekaart. Een volgend sterk punt van dit kaarttype hangt samen met het feit dat vegetaties een hoge indicerende waarde hebben voor verschillende milieuomstandigheden. Vanuit een vegetatiekaart kunnen daarom meerdere gerelateerde kaarten worden geproduceerd. Voorbeelden zijn kaarten waarin zout-, vocht-, zuurgraad of voedselrijkdom worden weergegeven. Als laatste sterke punt kan genoemd worden dat de vegetatiekaart in een GISomgeving is opgeslagen, waardoor eenvoudig betrouwbare informatie over het ruimtelijk voorkomen van vegetatietypen berekend en gepresenteerd kan worden. Gebruik Vegetatiekaarten worden door Rijkswaterstaat (RWS) voor de volgende doelen gebruikt: Het rapporteren van de toestand van de natuur van zijn beheersgebieden in het kader van de Habitatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water (internationaal beleid). Op nationaal niveau worden de kaarten gebruikt in het kader van het waterbeleid, zoals vastgelegd sinds de Derde Nota Waterhuishouding (V&W, 1989) en de Achtergrondnota Toekomst voor Water (Rijkswaterstaat, 1996). De uitvoering vindt onder andere plaats vanuit het programma “Monitoring Waterstaatkundige Toestand des Lands” (MWTL), waarbinnen de kwaliteit en kwantiteit van de natuur en het water in de Nederlandse buitendijkse gebieden wordt gemonitord; Een andere toepassing is het Trilaterale Monitoringsprogramma van de drie Waddenzeelanden. Eens in de zes jaar worden vegetatiekaarten van alle kwelders in het waddengebied geleverd aan het Waddenzeesecretariaat te Wilhelmshaven. Aan de hand van de informatie wordt getoetst of de trilaterale afspraken met Duitsland en Denemarken zijn nagekomen. Als laatste worden vegetatiekaarten ook gebruikt door de regionale diensten van RWS voor het beheer en onderhoud op lokaal en regionaal niveau. Voorbeelden zijn de monitoring van de kwelderontwikkeling in het kader van kustverdediging, de effecten van bodemdaling op Ameland door gaswinning, het project
natuurvriendelijke oevers in het kader van Ruimte voor de Rivier, regeneratie van zoet-zout gradiënten in het kustgebied en de vegetatieontwikkeling van tal van natuurontwikkelingsgebieden. Andere kaartproducten Op basis van de vegetatiekaart worden diverse afgeleide producten gemaakt. Hieronder volgt een aantal belangrijke voorbeelden. De vegetatiestructuurkaart Vanuit een vegetatiekaart kan vrij eenvoudig een vegetatiestructuurkaart worden afgeleid (zie figuur hiernaast). Een dergelijke structuurkaart kan ook zonder veldwerk worden ingewonnen met behulp van laseraltimetrie of op basis van stereoscopische luchtfoto-interpretatie. Een structuurkaart bestaat uit twee onderdelen, een verticale structuur (hoogte) en een horizontale structuur (openheid en patroonvorming). Beide geven weer verschillende informatie die apart of samen gebruikt kunnen worden voor verschillende doeleinden. Bij Rijkswaterstaat kunnen vegetatiestructuurkaarten gebruikt worden voor ruwheidsberekeningen van het landoppervlak in het kader van rivierafvoeren (veiligheid). Daarnaast kunnen de kaarten worden ingezet bij informatievoorziening voor natuurbeheer. Voorbeelden zijn de mate van verruiging van kwelders of duingebieden, welke weer invloed hebben op tal van dieren, zoals broedvogels. De horizontale structuur kan een belangrijke informatiebron zijn voor dynamische processen. De oppervlakte aan kaal zand in de zeereep kan bijvoorbeeld in het kader van dynamisch kustbeheer als maat dienen voor de dynamiek van de duinen. De TMAP-vegetatiekaart Tussen de drie Waddenzeelanden wordt sinds de jaren zeventig op allerlei fronten samengewerkt. Deze samenwerking heeft tot doel de bescherming en het behoud van het waddengebied. In de afgelopen jaren is hiervoor het Trilateral Monitoring and Assessment Program (TMAP) opgezet dat afstemming tussen de landen nastreeft op het gebied van onderzoek en monitoring. Een van de in totaal 28 elementen binnen deze afstemming is het monitoren van kweldervegetaties. Eind 2004 heeft Rijkswaterstaat een internationale typologie opgesteld voor alle kweldervegetaties in het gehele waddengebied (zie Bakker et al., 2005). Nu er een standaard is afgesproken tussen de drie landen zullen in de toekomst alle vegetatiekaarten van waddenkwelders worden verzameld en tot één kaart worden samengevoegd. Een voorbeeld van een TMAP-kaart van
Schiermonnikoog uit 2005 is gegeven in bovenstaande figuur. Inmiddels lopen er ook enkele projecten om met terugwerkende kracht oude karteringen uit de jaren ‘40 en ‘80 om te zetten naar de TMAP-typologie, waardoor deze kaarten als goed vergelijkbare streefbeelden kunnen dienen. De KRW-vegetatiekaart In 2005 is een maatlat voorgesteld om de ecologische kwaliteit van kwelders te toetsen voor het beleid van de Kaderrichtlijn Water (KRW), zie Dijkema et al., 2005. Deze Kaderrichtlijn moet er voor zorgen dat in 2019 alle Nederlandse wateren in goede ecologische toestand zijn. Voor kwelders betekent dit dat de verschillende vegetatiezones in de juiste verhouding moeten voorkomen. De typologie van de KRW-vegetatiekaart is gebaseerd op die van het eerder genoemde MWTL-programma, maar dan op het niveau van landschapszones. Op basis van deze vegetatiekaarten kan de verhouding van de zones gemakkelijk berekend, gemonitord en getoetst worden. Een voorbeeld is gegeven in bovenstaande figuur. De habitattypenkaart Een aantal gebieden in het rivierengebied en vrijwel het hele kustgebied van Nederland behoort tot de aangemelde Speciale beschermingszones die vallen onder de Habitatrichtlijn. RWS heeft zich ten doel gesteld de voor het beheersgebied aangemelde habitatrichtlijngebieden goed te beheren. Inmiddels zijn door Alterra (Janssen & Schaminée, 2003) alle habitattypen van Nederland beschreven. Op basis van de vegetatiekartering, aangevuld met een aantal geomorfologische eenheden, kan eenvoudig een habitattypenkaart worden vervaardigd (zie bovenstaande figuur), die gebruikt kan worden voor de rapportage aan ‘Brussel’. De kaart met bedreigde vegetaties De Europese Habitatrichtlijn bevat zowel lijsten van soorten die een beschermde status hebben als van te beschermen habitats (biotopen of ecosystemen). Aandacht voor een ´Rode´ lijst van bedreigde plantengemeenschappen is daarom een belangrijke bijdrage aan het behoud van vegetaties die een basaal onderdeel van de habitats vormen. Grofweg kan gesteld worden dat de Habitatrichtlijn en de Kaderrichtlijn Water aangeven wat we aan natuur willen behouden, terwijl de lijst bedreigde vegetaties voor een groot deel aangeeft wat de status van de habitats is op dit moment.
Begin 2005 is, mede op initiatief van RWS, door Alterra een belangrijk atlasproject afgerond, waarin alle voorkomende vegetatie van Nederland van vroeger en nu in beeld gebracht zijn. Op basis van de gegevens van dit project is in opdracht van de AGI de `Rode´ lijst van bedreigde plantengemeenschappen van Nederland uitgewerkt (Weeda et al., 2005). Deze lijst van bedreiging is gebaseerd op drie ingrediënten: internationale betekenis, trend en zeldzaamheid Uit deze lijst blijkt dat van de 13 landschapstypen in Nederland het aandeel aan bedreigde vegetaties het hoogst is bij de landschapstypen rivierengebied, duinen, en zoute en brakke terreinen. Dat hier een verantwoordelijkheid ligt voor RWS is evident: genoemde drie landschappen zijn prominente onderdelen van het beheersgebied van RWS. Ook dit type informatie kan eenvoudig worden afgeleid van een vegetatiekaart en gepresenteerd in een voor elke doelgroep te lezen kaart: hoe roder, hoe meer bedreigd (zie figuur hiernaast). Bij planning kan met natuurwaarden rekening worden gehouden als bekend is in welke gebieden bijzondere vegetaties voorkomen. Ook bij de keuze van te beschermen gebieden, zoals bij habitatrichtlijngebieden is het noodzakelijk om te weten waar de grootste kansen voor behoud en herstel aanwezig zijn. Als bekend is wat de eigenschappen van bedreigde vegetaties en de oorzaken van achteruitgang zijn, is het mogelijk de juiste bescherming- of herstelmaatregelen te nemen. Samenvattend Vegetatiekarteringen worden al lange tijd gebruikt door RWS voor de uitwerking van haar natuurbeleid en het beheer van de buitendijkse gebieden in Nederland. Nieuw is dat vanuit een vegetatiekaart meerdere kaartproducten afgeleid worden, die enerzijds meer inzichtelijk zijn en anderzijds beter aansluiten op de behoefte. Deze behoefte is er vanuit de specialistische diensten voor de rapportage die ´Brussel´ vereist (Habitatrichtlijn en Kaderrichtlijn Water) en vanuit de regionale diensten die hun lokale beheer of ingrepen willen evalueren. Literatuur Bakker, J.P., J. Bunje, K.S. Dijkema, J. Frikke, N. Hecker, A.S. Kers, P. Körber, J. Kohlus & M. Stock, 2005. Salt Marshes. In: Essink et al., 2005. Wadden Sea Quality Status Report 2004. Wadden Sea Ecosystem No. 19. Trilateral Monitoring and Assessment Group, Common Wadden Sea Secretariat, Wilhelmshaven, Germany. p.163-179. Dit rapport is te downloaden op: http://www.waddenseasecretariat.org/. Dijkema, K.S., D. de Jong, M.J. Vreeken-Buijs & W.E. van Duin, 2005. Kwelders en Schorren in de Kaderrichtlijn Water. Ontwikkeling van Potentiële Referenties en van Potentiële Goede Ecologische Referenties. Alterra/Texel, Rijkswaterstaat RIKZ/2005-020/Middelburg, Rijkswaterstaat AGI/Delft. Janssen, J.A.M. & J.H.J. Schaminée, 2003. Europese natuur in Nederland. Habitattypen. KNNV Uitgeverij, Utrecht. 120 pp.
Weeda, E.J., A.S. Kers, L. van Duuren & J.H.J. Schaminée, 2005. Lijst van zeldzame en bedreigde vegetatietypen in Nederland. Stratiotes 30: p. 9-47.
ing. Bas Kers Adviesdienst Geo-informatie en ICT Voor algemene vragen over vegetatiekaarten:
[email protected] Voor vegetatiekaarten in het kustgebied, zie: www.kwelders.nl en www.zeegras.nl