2012 De toekomst vraagt het. Wij hebben het. LEF
ANDERS WERKEN MET LEF
Rijkswaterstaat staat midden in de maatschappij. Dat merken we ook bij LEF: dagelijks passeren uiteenlopende thema’s de revue. Onderwerpen als duurzaamheid of fast en slow infra, tot complexe inkoopoverwegingen en gekoppelde geo-informatie. In ruim driehonderd sessies per jaar beleven gemiddeld 10.000 mensen de bijzondere aanpak van LEF. Een sessie in LEF versnelt, engageert, enthousiasmeert en zet aan tot een nieuwe aanpak. Veel deelnemers zijn verrast over de aanpak van LEF. De manier waarop zij in het onderwerp worden meegenomen, is voor velen een bijzondere ervaring die weken of zelfs maanden na de sessie nog doorwerkt. We vroegen een aantal opdrachtgevers naar hun ervaringen in ons future center. Zo vertellen onder meer Rijkswaterstaat, Bouwen met Staal, het Kadaster en Ruimte voor de Rivier waarom zij samenwerkten met LEF. Gesprekken over een gedegen voorbereiding, inspirerende sessies en opmerkelijke resultaten. Dankzij een andere aanpak kwamen zij tot nieuwe inzichten en maakten ze concrete afspraken.
‘
’ Benny Nieswaag is namens Rijkswaterstaat lid van het algemeen bestuur van Bouwen met Staal. Deze kennis- en netwerkorganisatie ondersteunt alle partijen in de bouw bij het toepassen van staal. Bij de voorbereiding van hun jaarlijkse themasessie koos Benny voor de LEF-omgeving. “Bij Bouwen met Staal laten we doorgaans niet veel van onszelf zien, bij LEF gebeurde dat wel. Daardoor konden we beter bepalen wat iets met ons doet, wat we eraan hebben en wat we daar morgen mee gaan doen.” “Andere jaren organiseerde de Baak de themasessies”, legt Benny uit. “Maar dit jaar wilde ik een omgeving waarin mensen echt uit de tent worden gelokt en ik kende LEF van vorige sessies. Voor deze themasessie rondom duurzaamheid kwamen LEF en de Baak bij elkaar en dat leverde een schitterende competentiestrijd op. Geen strijd om wie beter is, maar een wisselwerking in visie, kennis en kunde. Zij versterkten elkaar in hun ideeën over hoe we de deelnemers in de gewenste setting konden krijgen. Dat vond ik echt geweldig om te zien.”
Benny Nieswaag Dienst Infrastructuur Rijkswaterstaat
Ander perspectief dankzij een veilige omgeving Op dit moment kampt de staalbranche met een aantal dilemma’s: Hoe kun je jezelf het best positioneren in Nederland? Hoe houd je je hoofd boven water? Hoe kan een counterpart of buurman helpen? “Voor het beantwoorden van die vragen haalden we de deelnemers – directeuren en toonaangevende mensen uit de wetenschap – uit hun zakelijke comfortzone,” legt Benny uit, “en boden ze een veilige, natuurlijke omgeving. Omdat iemand in een huiskamer doorgaans meer vertelt dan in een zakelijke omgeving. En wat bleek- binnen vijf minuten waren ze met elkaar in gesprek, liggend op matjes zonder dat ze wisten wie er naast hen lag. Letterlijk vanuit een ander perspectief dus!”
Meer van jezelf laten zien Spreker en duurzaam ondernemer Ruud Koornstra haalde de deelnemers uit hun normale doen. “Hij vroeg naar de dilemma’s binnen ieders bedrijf. Doorgaans spreken de deelnemers daar zo min mogelijk over omdat het hun business, hun positie ten opzichte van anderen of het persoonlijke imago kan schaden. Binnen Bouwen met Staal zijn we bijvoorbeeld aardig voor elkaar en zijn we pas duidelijk en scherp als het over onderhandelen gaat. We laten niet veel van onszelf zien. In deze sessie deden we dat wel. Daardoor konden we beter bepalen wat iets met ons doet, wat we eraan hebben en dus ok wat we daar morgen mee gaan doen.” Dezelfde mindset “Veel mensen die ik na de bijeenkomst sprak, vertelden dat ze iets hebben geleerd van de sessie bij LEF”, vertelt Benny enthousiast. “Dat ze in staat zijn om zich kwetsbaarder op te stellen en dat het ook hun omgeving helpt om in diezelfde mindset te komen. We hebben met elkaar ervaren dat dat helpt. Dankzij het totale pakket van de interessante presentatie van Koornstra, goed voorzitterschap van de Baak en de veilige omgeving van LEF, hebben deelnemers het er nu nog steeds over. Het was een buitengewoon prettige ervaring.”
‘
’
Paula Kuijpers adviseert de staf van Rijkswaterstaat over hun marktbeleid en een duurzame inkoopstrategie. Samen met een aantal opdrachtgevers en vertegenwoordigers van de bouwbranche onderzocht Rijkswaterstaat hoe zij op een andere, duurzame manier kunnen inkopen. “Dankzij het traject bij LEF kon Rijkswaterstaat langzaam overgaan van initiatiefnemer naar deelnemer.” “We wilden een andere manier van inkopen bedenken”, legt Paula uit. “Niet alleen eisen stellen aan de markt, maar ook ruimte geven voor innovatie. We hadden de ambitie om één aanpak voor duurzaam inkopen te ontwikkelen en dat was een grote en abstracte opgave. Met een aanpak waarin opdrachtgevers zelf geen invulling meer geven aan duurzaamheid, wordt er veel van de markt gevraagd. Ik merkte dan ook dat deelnemers het moeilijk vonden. Zeker toen we bij de praktische uitvoering kwamen, zag ik dat mensen huiverig waren om verder te gaan en een volgende stap te zetten. Op zo’n moment biedt LEF uitkomst.” Concrete stappen In de loop van het traject zochten ze vooral naar de inzet van alle partijen. Paula: “We merkten bijvoorbeeld dat alle partijen wel braaf op alle vergaderingen aanwezig waren, maar of er ook commitment was, of ze bereid waren concrete stappen zetten, werd niet duidelijk. Daarom was het nodig dat we die vraag om commitment een keer heel expliciet zouden maken en dat kan niet in een standaardvergadering. Daar heeft iedereen zijn vaste rol en merk je dat ze vooral hun eigen achterban vertegenwoordigen.”
Paula Kuijpers Inkoopadviseur Rijkswaterstaat
Verwachtingen bijgesteld Bij LEF werd de groep in een opstelling gezet die heel duidelijk de samenwerking en de verhoudingen onderling liet zien. Paula: “Dat was voor sommige partijen best confronterend. Zij dachten dat hun rol in de samenwerking anders was en hadden verkeerde verwachtingen van andere deelnemers. Die sessie heeft de invulling van ieders taak in de samenwerking zichtbaar beïnvloed;
mensen durven elkaar nu in vervolgbijeenkomsten op de verantwoordelijkheden aan te spreken.” Iets ontwikkelen is één, een plan realiseren is een tweede. Dat kwam duidelijk naar voren tijdens een van de LEF-sessies. “Op een gegeven moment zeiden we tegen de deelnemers dat als zij het niet zagen zitten, zij nu nog van boord konden gaan”, vertelt Paula. “Deze metafoor werd nog eens versterkt doordat we letterlijk in hetzelfde schuitje zaten: in een boot in de serre van LEF. Maar niemand stapte uit en dat heeft echt iets betekend voor de samenwerking.” Onder de indruk Paula organiseerde in dit traject meerdere sessies met LEF en kwam ook zelf als deelnemer bij LEF. “De eerste keer dat ik deelnam bij LEF was ik zo onder de indruk over hun aanpak dat het nog dagen nagonsde. Nu ik er vaker ben geweest en bij de voorbereiding betrokken was, is dat minder. Omdat ik nu ongeveer weet wat er gaat gebeuren. Wel merk ik elke keer weer dat het echt effect heeft. Ik vind het een hele inspirerende aanpak.” Andere dynamiek in de samenwerking “We hebben er met dit traject voor gezorgd dat er een andere dynamiek in de samenwerking is ontstaan. Zodat Rijkswaterstaat langzaam kon overgaan van initiatiefnemer naar deelnemer. De deelnemende marktpartijen zijn de kar gaan trekken. Het is een enorme ontwikkeling en nu is het zelfs zover dat mijn rol in de samenwerking is uitgespeeld. En dat is precies hoe het hoort te gaan: een adviseur roert een keer in de soep om veranderingen teweeg te brengen en gaat dan weer verder. Dat is gelukt!”
‘
’
Harald Versteeg is programmamanager Duurzaam Rijkswaterstaat en heeft in de afgelopen jaren meerdere sessies met het thema duurzaamheid georganiseerd. Hiervoor koos hij de verrassende ruimtes van LEF. “Een sessie bij LEF is altijd anders.” “In het afgelopen jaar hebben we vier of vijf sessies met LEF georganiseerd”, vertelt Harald. “Bijvoorbeeld over biomassaproductie langs snelwegen en kanalen, een sessie om duurzame bouwlogistiek te stimuleren. Of een sessie met de Aannemersfederatie waarin bouwbranches van onder meer staalvlechters, rietdekkers en metselaars vertegenwoordigd zijn. Mensen die hier voor het eerst binnen zijn, zijn duidelijk onder de indruk. Na zo veel sessies is het voor mij niet nieuw meer, maar een programma bij LEF is nooit een standaard riedeltje. Het is altijd anders.”
Harald Versteeg Programmamanager Duurzaam Rijkswaterstaat
Memorabele doorbraken In de sessie Duurzame Bouwlogistiek zag Harald een doorbraak die hij niet snel zal vergeten. “Een heel belangrijk deel van bouwprojecten is transport. Logistiek, daar draait het om. Maar alles wordt georganiseerd per project en dat is niet handig. Vergelijk het met Albert Heijn die zijn pakken hagelslag per winkel bij Venz bestelt en daarvoor een aparte vrachtauto naar elke supermarkt stuurt. Als het zo zou gaan, was Albert Heijn allang failliet geweest. Maar in de bouw is het helemaal niet gek; daar doet iedereen het zo. Zo vertelde een deelnemer met een logistiek bedrijf dat zijn vrachtauto’s gemiddeld 30% bezet zijn en dat het regelmatig voorkomt dat er bijna lege vrachtauto’s rondrijden. Dat komt door onhandige organisatie. En dat terwijl ongeveer een derde van het vrachtverkeer aan de bouw is gerelateerd! Deelnemers realiseerden zich ineens dat slimme logistiek de files kan terugdringen. Zo’n sessie is dus niet alleen een leuke middag, het geeft echt inzicht.”
Meteen aan de slag Tijdens een recente sessie over biomassa vroeg Rijkswaterstaat de beleidsmedewerkers om sturing en een heldere opdracht. Harald: “Dat was een eyeopener voor sommigen! Een van de deelnemers die tijdens de sessie eerst terughoudend en nukkig was, ging wel twee dagen na de bijeenkomst al aan de slag! En een week later maakten we al plannen om Rijkswaterstaat daadwerkelijk iets te laten doen met biomassa.” Harald denkt dat als zij de bijeenkomst ergens anders hadden georganiseerd, bijvoorbeeld bij het ministerie, de uitkomst anders zou zijn geweest. “Het is dan veel formeler”, legt hij uit. “Dan zit iedereen aan een tafel, ieder in zijn eigen wereld. De genoemde deelnemer zou daar waarschijnlijk zijn blijven hangen in zijn negatieve gedachtegang. LEF haalde hem er juist uit.” Scherp krijgen Inmiddels weet Harald precies wanneer hij LEF moet inschakelen. “Wanneer er beweging nodig is en mensen van buiten Rijkswaterstaat. LEF investeert in een goede intake. Ook al hebben wij soms haast en willen we een sessie snel inplannen, LEF dwingt ons rustig te blijven en houdt ons een spiegel voor. Voor een standaard bijeenkomst met PowerPoint-presentatie of lange film moet je niet bij LEF zijn.” Als Harald iets in zijn hoofd heeft, volgt overleg met de accountmanager en de facilitator. “Dat zijn pittige gesprekken, maar uiteindelijk komt er iets uit wat veel leuker is dan ik had bedacht. Niet omdat LEF onze sessie bedenkt, maar omdat ze ons uitdaagt om goed onder woorden te brengen wat we precies zoeken. Soms doet het even pijn om dingen scherp te krijgen, maar die investering loont wel!”
‘
’
Met de grootschalige versterking van de Afsluitdijk stonden projectdirecteur Yolande van der Meulen en contractmanager Max van Heijst voor een belangrijke inkoopafweging. “We moesten kiezen of we een zogenaamd DBFM-contract (Design, Build, Finance, Maintain) of DB-contract met uitvoerende partijen zouden afsluiten”, legt Yolande uit. “Uit onze vergelijking kwam een licht voordeel voor een DBFM-constructie, maar wilden onderzoeken hoe marktpartijen hier tegenaan kijken. Daar heeft LEF bij geholpen.” In een halve dag is gesproken met financiers, bouwbedrijven, waterbouwers en ingenieursbureaus. Gesprekken gingen over onder meer concurrentie, de grootte van het project, de vormgeving van de projectfinanciering en mogelijke risico’s. Max: “Het grote verschil tussen een DBFM-contract en een traditioneel bouwcontract is dat je niet denkt in bouwen en opleveren, maar in voldoen aan een prestatie of eis van de opdrachtgever en langjarig beheer. Hierdoor kan de markt allerlei slimmigheden over het ontwerp en effectief onderhoud in zo’n contract stoppen. Zo doet iedereen waar hij goed in is en krijg je een goede samenwerking tussen publieke en private partijen.” Loslaten en ruimte geven Yolande: “De voorbereiding was heel kort: vier weken. We organiseerden meteen ’s avonds al een overleg en doordat we elkaar de ruimte gaven, ontstond er toen al een heel creatieve sessie. We lieten behoorlijk los, hadden er zin in en waren benieuwd naar de elementen die LEF zou toevoegen.” Max: “We waren er in een half uur al uit. We wisten: hier gaan we samen wat van maken.”
Yolande van der Meulen Projectdirecteur Afsluitdijk
Max van Heijst Contractmanager Afsluitdijk
De kracht van kleinere zalen In dit soort trajecten worden vaker marktconsultatiedagen gebruikt om de wensen en eisen van marktpartijen in kaart te brengen. Max: “Zulke dagen zien er bijna altijd hetzelfde uit: grote groepen mensen in een grote zaal van een hotel. Slechts een paar zijn aan het woord, de rest kijkt de kat uit de boom.” Dat wilden ze dit keer anders
doen zodat ze er meer uit zouden halen. “We kenden LEF al en daardoor ook de kracht van kleinere zalen, een setting waarin gesprekken de diepte in kunnen”, aldus Yolande. “We wilden dus geen doorsnee aanpak en kozen voor een confronterende stijl.” Ze wilden de traditionele vorm loslaten, maar een marktconsultatie heeft ook een contractjuridische status en dat neemt spelregels met zich mee. Yolande: “We kozen ervoor om de deelnemers in verschillende subsessies te bevragen. Hierdoor waren het geen tachtig anderen maar maximaal acht of negen met wie men rekening moest houden. Dit gaf meer openheid, men keek vanuit een ander perspectief, er kwamen meer argumenten van de verschillende partijen op tafel en er werd echt een goed gesprek gevoerd. Ik denk dat we op deze manier veel meer los hebben gekregen dan als we het op de reguliere manier hadden gedaan.” Voorsorteren op een DBFM-contract Yolande: “Mede op basis van de markt en wat er in LEF is gebeurd, zijn we nu aan het voorsorteren op een DBFM-contract. Deelnemers zijn ontzettend blij dat zij op deze manier konden bijdragen aan onze contractafweging. En de samenwerking met LEF? Die ging supergoed! Vooraf en tijdens de dag. Ook dat heeft bijgedragen aan het positieve resultaat.” De resultaten van de dag zijn te vinden op www.rws.nl/water/plannen_en_projecten/vaarwegen/ijsselmeer/toekomst_van_de_afsluitdijk/
‘
’ De afdeling Innovatie en Ontwikkeling waar Jan Dirk van Duijvenbode werkt, is onderdeel van de Dienst Infrastructuur van Rijkswaterstaat. Voor verschillende trajecten en projecten werkt hij met LEF, waaronder de sessie over fast, slow en inter infra met als doel de langzame infrastructuur net zo’n belangrijk podium te geven als de snelle infra. “Door te verbinden, door samen op te trekken, werden de ogen geopend.”
Jan Dirk van Duijvenbode Innovator Rijkswaterstaat
Jan Dirk: “Ik werk niet met problemen, ik zie kansen. Wij als Rijkswaterstaat zijn van de snelle infra, fast infra noem ik dat. Op een klein kaartje zie je alleen de snelwegen. Maar als je die kaart vergroot, zie je dat er ook andere wegen zijn. Je hebt slow en fast infra en die twee raken elkaar. Dat is waar de snelle en de langzame jongens elkaar kruisen, over elkaar heen gaan of overstappen. Dat is inter infra.”
Eye opener Ik weet dat LEF van de doorbraken is, maar om echt in een sessie door te breken, vind ik lastig. Ik zag een groep mensen die elkaar normaal gesproken ook al spraken. Ieder met zijn eigen belang, maar wel met het besef dat ze het met z’n allen moesten trekken. Door te verbinden, door samen op te trekken onder het motto slow infra gingen hun ogen toch verder open.”
Vrienden die willen meedenken Een innovator begint met een eerste idee. “In die fase ben ik een beetje eenzaam met mijn idee”, vertelt Jan Dirk. “De kunst is dan om zo snel mogelijk mensen te vinden met energie en de wil om me te helpen of mee te denken. Die noem ik dan vrienden. Zo kwam ik tijdens een LEF-sessie mensen tegen van de Wandelvereniging die me vroegen of ik iets kon doen voor de Fietsbond. Waarop ik antwoordde dat als zij de vrienden verzamelden, ik zou kijken of het met LEF te regelen was.”
Actie vanuit de deelnemers Na de eerste gesprekken hoopte Jan Dirk op acties van de deelnemers. Uiteindelijk moet er iets gebeuren, dan moeten de schetsen worden uitgevoerd. Jan Dirk: “Dat vind ik een moeilijk moment waarop ik niet weet wat er gaat gebeuren. Ik zie zelf wel actiepunten, maar als opdrachtgever noteer ik die niet omdat ik wil dat het uit de deelnemers zelf komt. Maar op een gegeven moment trekken de deelnemers toch conclusies en worden er acties opgeschreven. Vervolgens zag ik in het Maximapark waar een asfaltring is waarop je kunt skaten en wandelen, een spin-off die ik aan het einde van de sessie nog niet had gezien. Een doorbraak kan dus best wat later komen!”
‘
’
Bij de organisatie van haar jaarlijkse managementconferentie kwam het Kadaster terecht bij een van haar belangrijkste samenwerkingpartners, Rijkswaterstaat, en zo bij LEF. Carla Mulder is senior communicatieadviseur bij het Kadaster en projectleider van deze grote managementconferentie. “Er is tijdens de conferentie veel bewustwording over onze samenwerking gerealiseerd. De deelnemers hebben veel nieuwe inzichten opgedaan over hoe samenwerking bij kan dragen aan het realiseren van doelen. Maar ook over hoe de verschillende belangen daarin een plek hebben”. Tijdens de conferentie bogen 120 leidinggevenden van het Kadaster en haar samenwerkingspartners waaronder Rijkswaterstaat, diverse overheden en het bedrijfsleven, zich over het thema ‘succesvol samenwerken’. “Meteen vanaf het begin ging de samenwerking met Rijkswaterstaat goed,” vertelt Carla, “en hadden we intensief contact. Zo brachten we het thema van de conferentie meteen al in de voorbereiding in de praktijk!” Verrassende ruimtes Het thema ‘succesvol samenwerken’ is een ‘zacht’ onderwerp. “En dat terwijl veel leidinggevenden van het Kadaster juist dol zijn op kennis en inhoud”, vervolgt Carla. “Het programma was zo opgezet dat de leidinggevenden niet alleen konden netwerken en leuke contacten opdeden, maar ook stevig aan de bak konden. De ruimtes van LEF werkten als verrassingselementen toen de deelnemers binnenkwamen; heel inspirerend. Je voelt echt dat je een bepaalde energie krijgt als je bij LEF binnenstapt.”
Carla Mulder Communicatieadviseur Kadaster
Patronen doorbreken “Naast een waardevol onderdeel, waarin de Raad van Bestuur aftrapte met een blik op de toekomst, waren er ook creatieve workshops om het samenwerkingsthema vanuit verschillende perspectieven te belichten. Zo werden patronen doorbroken en mensen uit hun comfortzone gehaald.” Voorbeelden van creatieve workshops waren het schrijven van Loesje-spreuken of het spelen van een potje basketbal. Carla: “Een groot succes was het verhaal van de schaapherder, een doodnormale jongen die met veel liefde een kudde schapen hoedde. Omdat hij op zo’n leuke en originele manier vertelde over de samenwerking tussen de schapen in zo’n groep. Daar kregen we na afloop veel positieve reacties op.” Bewustwording over de samenwerking “Er zijn die dag zeer waardevolle gesprekken gevoerd waardoor er veel bewustwording over onze samenwerking is gerealiseerd. De deelnemers hebben elkaar beter leren begrijpen en weten hoe samenwerking bij kan dragen aan het realiseren van doelen en welke plek de verschillende belangen daarin innemen. Door onderlinge kennisdeling, nieuwe inzichten van externe sprekers en verschillende invalshoeken gingen als het ware de ramen open.”
‘ ’
Het programma Publieke Dienstverlening Op de Kaart (PDOK) is in 2008 gestart als onderdeel van het programma Vernieuwing Rijksdienst (VRD). VRD is een Rijksbreed programma door premier Balkenende gestart om de Rijksdienst compacter en efficiënter te maken. Pieter Meijer, programmamanager PDOK, organiseerde voor het programma meerdere sessies met LEF. “De kracht van LEF is een degelijke voorbereiding waarin alle belangrijke spelers worden betrokken.”
PDOK focust zich op het verzamelen, koppelen en delen van geo-informatie. Dit zijn gegevens zoals de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), het Actueel Hoogtebestand Nederland (HAN), wijk- en buurtgegevens waarin de bevolkingssamenstelling is vastgelegd, de bestanden over natuurbeschermingsgebieden en het Nationaal Wegen Bestand (NWB). Rijker dan Google Maps “Je zou PDOK kunnen zien als een alternatief dat de Rijksoverheid ontwikkelt voor Google Maps”, legt Pieter uit. “Maar dan rijker, want de overheid heeft veel meer geo-informatie en zonder privacyissues en ongewenste reclame. Het gaat om de gezamenlijke gegevens van een aantal overheidspartijen. Het Kadaster, de ministeries van Economie, Landbouw en Innovatie, Infrastructuur en Milieu, Geonovum en Rijkswaterstaat ontwikkelen samen de PDOK- voorziening en de bijbehorende dienstverlening (www.pdok.nl) om optimaal samen te werken en de burger te bedienen.” Uitgesproken commitment Pieter organiseerde voor het programma PDOK meerdere sessies met LEF. “Vorig najaar kwamen we op een punt dat we commitment van het bestuur nodig hadden om de laatste fase van het programma goed af te ronden. Die toezegging was wat onder druk komen te staan door allerlei kleine dingen; er werd niet goed geleverd, er waren twijfels over de samenwerking en over de toegevoegde waarde van het programma voor de verschillende organisaties. Dankzij een heel intensieve dag bij LEF voor de mensen op de werkvloer, de tactische laag daarboven en de bestuurders, is het gelukt om een uitgesproken en doorleefd commitment te krijgen.”
Pieter Meijer Programmadirecteur PDOK
Verrassende informatie Voor het vormgeven van die samenwerking volgde een sessie over samenwerken in de keten. Pieter: “Door programmateams op de diverse onderdelen
te zetten, werden vraag en aanbod transparanter en konden we onderzoeken welke acties nodig waren om die samenwerking te verbeteren.” Daarna werd een sessie georganiseerd waarin het team aan de hand van een organisatieopstelling onderzocht hoe de verschillende partijen ten opzichte van elkaar stonden en hoe ze bepaalde krachtenvelden anders konden inzetten ten behoeve van de samenwerking. “Met een organisatieopstelling kijk je naar de organisatie als groter geheel. Dat werkt goed als de mensen die je opstelt geen kennis hebben van het programma of de organisaties. Het fascinerende is dat mensen, op het moment dat je ze in een bepaald krachtenveld zet, informatie geven die ze eigenlijk niet zouden kunnen hebben. Maar omdat zij het desbetreffende krachtenveld blijkbaar goed kunnen ‘lezen’, geeft dat verrassende nieuwe inzichten worden bestaande inzichten bevestigd. En dat heb ik weer kunnen gebruiken in het traject daarna.” Met een stap terug toch succes “De LEF-sessies laten zien dat de samenwerking zoals we die oorspronkelijk hadden ingestoken, net een paar stappen te ver was”, merkt Pieter op. “De cultuur van de organisatie was nog niet rijp voor wat we in gedachten hadden. En dat betekent dat we voor de afrondende fase waarin we nu zitten, een stap terug moeten doen. Als we op een iets andere manier samenwerken, zullen we die successen alsnog boeken.” Gerichte interventie De sessies bij LEF waren een gerichte interventies in het PDOK-programma. Mede hierdoor ontstond het inzicht dat de manier van samenwerken niet paste en dat daardoor het programma niet verder kwam. Pieter: “De kracht van LEF is een degelijke voorbereiding waarin alle belangrijke spelers worden betrokken. LEF kijkt naar het proces waarin zij kan faciliteren en helpt het de goede kant op. Dat is erg goed gelukt.”
‘
’ Het programma Ruimte voor de Rivier is een samenwerkingsverband van Rijkswaterstaat, provincies, waterschappen en gemeenten. Door de rivieren meer ruimte te geven, kan de Rijn meer water veilig afvoeren naar zee. Jorien Douma, communicatiecoördinator van het programma, organiseerde een kennissymposium bij LEF. “We wilden mensen meenemen in het hoe en waarom en dat is volgens mij goed gelukt.”
Esther van Dijk Senior communicatieadviseur Ruimte voor de Rivier
Jorien Douma Communicatiecoördinator Ruimte voor de Rivier
Naast het veilig afvoeren van water naar zee, wordt de rivierverruiming langs de IJssel, Rijn, Lek en Waal aangegrepen om de kwaliteit van het rivierengebied te versterken. Denk hierbij aan stedelijke en landschappelijke verfraaiing, meer recreatiemogelijkheden of versterking van de economie.
toevoegde aan de voorbereiding. Doordat zo veel partijen meededen, ontstond er een gemeenschap waarin kennis écht werd gedeeld. En mede daardoor hadden we op de dag zelf zo veel aanloop, dat we zelfs een beetje te vol zaten!” Tijdens het symposium konden de aanwezigen deelnemen aan diverse workshops.
Kennisdelen In de overgang van plannen naar realisatie, kreeg het programma de opdracht hun opgedane kennis te delen met bewoners, vertegenwoordigers van bedrijven, beleidsambtenaren, bestuurders en Staatsbosbeheer. Jorien ging met LEF in zee om dit kennissymposium vorm te geven.
Gesprekken in de lift Esther van Dijk was als senior communicatieadviseur Ruimte voor de Rivier, een van de workshoptrekkers. Samen met een collega en een LEFfacilitator bereidde zij een workshop voor over proactieve mediabenadering. “We wilden mensen meenemen in het hoe en waarom en dat is volgens mij goed gelukt. Als ik nu in de lift sta met iemand die ook die workshop heeft gedaan, dan hebben we het daar even over.” En hoe ervoer Esther het werken in LEF? “Het was weer eens wat anders dan in zo’n standaardzaal met mensen die aan tafels zitten. Wat we zeiden werd direct ontvangen, we kregen meer oogcontact met mensen. LEF is een prettige plek om in te werken!”
Veel aanloop dankzij online community In de voorbereiding werkte het programma samen met Rijkswaterstaat, waterdiensten en regionale diensten, waardoor het onderwerp en het symposium op meerdere plekken al leefde. Bovendien gebruikten ze toen al een online community. Jorien: “Ik denk dat deze community zeker iets
‘
’
De Stichting Klimaatvriendelijk Aanbesteden en Ondernemen (SKAO) beheert de CO2-Prestatieladder, een instrument waarmee aanbesteders bedrijven herkennen en belonen die CO2-reductie serieus nemen. Projectmedewerker Maud Vastbinder organiseerde een Innovatiebijeenkomst bij LEF. “Doordat de deelnemers durfden los te laten zijn er uiteindelijk zeventien initiatieven uit gerold.” SKAO overlegt met opdrachtgevers zoals Rijkswaterstaat en ProRail, decentrale overheden, bedrijven die zich willen certificeren, maar ook met partijen als maatschappelijke organisaties en certificerende instellingen. Daarnaast organiseert SKAO seminars en de Innovatiebijeenkomst. Maud vertelt vol enthousiasme over haar werk en de Innovatiebijeenkomst. “De Prestatieladder is een certificeringschema, wat inhoudt dat een bedrijf moet voldoen aan bepaalde eisen. De focus van deze Prestatieladder ligt enerzijds op het reduceren van CO2 en anderzijds op het innoveren van bedrijven en opzetten van nieuwe initiatieven.” Handvatten voor goede initiatieven Voorbeelden van eisen zijn een dialoog met een maatschappelijke organisatie, een keteninitiatief of een sectorinitiatief. Omdat het voor sommige bedrijven moeilijk is om goede initiatieven te verzinnen, wilde de stichting hen met de Innovatiebijeenkomst hiervoor handvatten geven. “Wij beslissen niet of een initiatief aan de criteria voldoet, dat doen de certificerende instellingen. Wel helpen we partijen elkaar te ontmoeten en samen te werken. Want innovaties opzetten kun je vaak niet alleen. Je kunt wel een idee hebben, maar de uitwerking ervan gaat meestal in samenwerkingsverband. Om dat te stimuleren, brachten we maatschappelijke organisaties, energiebedrijven en bij elkaar tijdens de Innovatiebijeenkomst.”
Maud Vastbinder Projectmedewerker SKAO
Meteen raak SKAO werkt nauw samen met Rijkswaterstaat, een van de opdrachtgevers die de CO2-Prestatieladder inzet bij aanbestedingen. Maud: “Toen we de bijeenkomst aan het voorbereiden waren, stelde iemand voor om het met LEF te organiseren. Meteen na het eerste gesprek was het raak! Ik wilde voor de Innovatiebijeenkomst geen
standaard seminarvorm waarbij je zit, luistert en niets doet. Ik wilde mensen enthousiast maken en een sfeer creëren die hen tot actie zou aanzetten. En dat was heel goed mogelijk bij LEF.” Zeventien initiatieven “De focus van de sessie lag op het bij elkaar brengen van de deelnemers, zodat zij met elkaar zouden gaan samenwerken om nieuwe initiatieven op te zetten”, legt Maud uit. “Na een heel kort plenair gedeelte was er een speeddate-sessie waarin deelnemers heel snel rouleerden en konden zij ’s middags op een marktplaats kiezen bij welke pitch ze zich wilden aansluiten.” Het was de eerste keer dat SKAO een bijeenkomst organiseerde zonder de standaard lezingen of PowerPoint-presentaties en waarbij de deelnemers heel vrij werden gelaten. Maud: “Sommigen vonden het best gek om dat los te laten, maar het werkte wel! Uiteindelijk zijn er zeventien initiatieven uit gerold. Vaak liggen initiatieven ergens op een plank die nooit zijn uitgewerkt. Dan is het zaak daar vervolg aan te geven. En dat is gelukt!” Positieve sfeer “Doordat LEF de Innovatiebijeenkomst faciliteerde, toont Rijkswaterstaat haar betrokkenheid bij de CO2-Prestatieladder, dat de organisatie een band heeft met thema’s als duurzame energie en duurzaamheid”, zegt Maud. “Ik ben erg enthousiast over LEF. Je wordt zo uit de sleur van saaie bijeenkomsten gehaald, er hangt een hele positieve sfeer. Deze ruimte biedt zo veel mogelijkheden, er is duidelijk goed over nagedacht tot in de details. Voor de Innovatiebijeenkomst had ik slapeloze nachten; ik wist niet of deze vorm van bijeenkomsten echt zou werken. Maar het was perfect en iedereen was heel enthousiast!”
LEF is het future center van Rijkswaterstaat. Jaarlijks nemen circa 10.000 mensen van binnen en buiten Rijkswaterstaat aan ruim 350 LEF-sessies deel. Zoek jij ook een impactvolle oplossing en werk je bij Rijkswaterstaat? Kom dan samen met je externe stakeholders naar LEF future center. Wij helpen en begeleiden je naar concrete resultaten. Meer weten over LEF? Kijk op de website www.rws.nl/lef of volg ons via Twitter LEFfuturecenter en Yammer www.yammer.com/lef. Of neem contact met ons op via 088 - 797 1900 en
[email protected].