Secretariaat Stichting sLIM
T 035-5426745
ABN Amro Bank
Javalaan 9a
F 035-5430468
Rekening nr. 46.04.16.774
3742 CN Baarn
M 0624565410
BTW no. 8120.12.720.B01
E
[email protected]
KvK nummer 24336966
I www.slim.nu
De Stad, de Stedenbouw en de Stedenbouwer De stedenbouw zou ook in een crisis zijn beland!! De ontwikkeling van steden bevindt zich opnieuw op een stedenbouwkundig historisch kantelpunt. Nieuwbouwwijken geplakt aan stad en dorp zijn niet meer vanzelfsprekend. De grootste aandacht valt op bouwen midden in de stad of in stadsdelen die wij als transformaties kunnen aanduiden. Voorbeelden zijn de bekende stadsvernieuwing van oude woongebieden, of het omzetten van oude kantoren in woningen of kleine bedrijfsruimten, of oude havens met nieuwe gemengde functies. Kortom, de stedenbouw moet verder dan een uitleg van stad of dorp, en zal zich met nadruk op de transformatie van het bestaande stedelijke gebied moeten richten. De stedenbouwer moet zich hier op aanpassen, heeft niet meer vanzelfsprekend het alleenrecht om het proces te leiden. Belangengroepen zoals investeerders, woningbouwcorporaties, ontwikkelaars en overheidsdiensten vertegenwoordigd door deskundigen uit stedenbouw en andere disciplines zoals verkeerskunde, planeconomie of groenontwerp hebben recht op inbreng in gebiedsontwikkelingen of eisen dat op. Nieuwe resultaten doen zich voor en in het proces is lang niet altijd duidelijk wie daarin de leiding neemt en welk belang soms helemaal niet aan bod komt of soms te zwaar gaat wegen. De stedenbouwer is niet altijd de natuurlijke leider meer. Dit hoeft waarschijnlijk ook niet bezwaarlijk te zijn als het proces goed en open geleid wordt en het resultaat bijdraagt aan het verbeteren van de stad. Een optimale ingreep uit het verleden is bijvoorbeeld de Amsterdamse grachtengordel waar het stedenbouwkundig patroon de eeuwen heeft kunnen trotseren. De transformaties in de bestemming zijn door de flexibiliteit van het stedenbouwkundig patroon mogelijk geweest. De opleiding tot stedenbouwer aan de Technische Universiteiten en Bouwkundige Academies wordt meer en meer gebonden aan strenge studietijden en beperkte budgetten waardoor de praktische ervaring van het hele stedenbouwkundige proces er tegenwoordig in de opleiding bekaaid van afkomt. Mensen uit de praktijk, stedenbouwkundigen en deskundigen uit stedelijke diensten, uit de projectontwikkeling en andere maatschappelijke velden, constateren deze omissie. ‘’Vind je vak opnieuw uit’’…riep een bekende hoogleraar stedenbouwkunde bij de voorbereiding van ons laboratorium. sLIM beoogt een multidisciplinair, integraal en praktijkgericht atelier op te zetten waarin ook de persoonlijke ontwikkeling van de deelnemers een prominente plek heeft. Daarboven heeft sLIM de intentie om het atelier financieel toegankelijk aan te bieden aan getalenteerde professionals. Voorafgaand aan deze keuze is uitvoerig verkend en gedocumenteerd, welke min of meer overeenkomstige cursussen, leergangen, opleidingen, op postmaster niveau, in Nederland aanwezig zijn. op het gebied van stedenbouw. Daaruit blijkt dat de
door sLIM beoogde combinatie van inhoud, proces, persoonlijke ontwikkeling en kosten, een waardevolle aanvulling van het huidige aanbod is.
Dordtselaan (boven) ↑ Strevelsweg (beneden) ↓ , gezien vanuit Zuidplein
Hoe zit de stad met wijken en centra, of de wijk met huizen, groen en straten nu in elkaar? Een aardig beeld geven bijgaande foto’s van een overgang die binnen de stad als het ware twee steden weergeeft. Anders gezegd de stad in- en de stad uit. Waar begint de stad voor u? Ik laat aan u de waardering van ‘’de stad in en de stad uit’’ over, hoewel de stad naar beide kanten nog kilometers doorgaat. Fascinerend!
2
Door een multidisciplinaire, integrale aanpak in een praktische situatie zoals Rotterdam Zuid of Amsterdam Noord ervaring opdoen en kennis te vergaren is uniek te noemen De gedachte om
laboratoria in te richten voor en met jonge en vernieuwende stedenbouwers en andere deskundigen uit eerder genoemde disciplines heeft inmiddels vorm gekregen. Het enthousiasme en de medewerking bij de voorbereiding en uitvoering, bij de inspiratoren, de Regiegroep en de Raad van Advies is hartverwarmend en geeft ons de indruk dat wij met onze laboratoria een goede aanvulling geven op het huidige opleidingslandschap. Het uiteindelijke doel is een platvorm voor stedenbouwkundige ervaring en versterking van de discipline te bieden. Wij hopen u de resultaten van de eerste laboratoria gericht op Rotterdam Zuid binnenkort te kunnen berichten.
Jan Laan Voorzitter Stichting sLIM Initiator Laboratoria
Scheepmakerskade 125 3011 VX Rotterdam 010-4138181
Secretariaat Stichting sLIM 26 januari 2013
3
Naar een programma Integrale Multidisciplinaire en Strategische Stedenbouw (IMSS) - “De constante vernieuwing van het vak Stedenbouw” Inhoud
4
titel
pagina
1.
Inleiding
5
1.1.
Doelgroepen
7
1.2.
Leerdoelen
7
2.
Eerste sLIM Laboratorium: Hart van Zuid, Rotterdam
8
2.1.
Opzet van het Laboratorium
12
2.2.
Draaiboek van het Laboratorium
16
2.3.
Organigram
18
2.4.
Organisatie van het laboratorium en financiële opzet
19
1. Inleiding Laboratoria voor een Integrale Multidisciplinaire en Strategische Stedenbouw (IMSS) De Stichting Leergang Intensief en Meervoudig ruimtegebruik (sLIM) heeft vanaf haar oprichting in 2002 achttien succesvolle leergangen georganiseerd. Zie voor de opzet en inhoud van de leergangen de website http://www.slim.nu. sLIM is een initiatief van de Stichting Hoogbouw, die tevens bijdraagt aan de financiering. sLIM wil naast de leergangen nu ook starten met laboratoria Integrale Multidisciplinaire & Strategische stedenbouw (IMS). Deze laboratoria richten zich op nieuwe perspectieven voor gebiedsontwikkeling en hebben tot doel innovatieve professionals en met name stedenbouwkundigen uit de praktijk en pas afgestudeerden bij elkaar te brengen. Waarom integraal, multidisciplinair en strategisch? Nu niet langer het eindplan de basis vormt voor de gebiedsontwikkeling, maar de synergie van de inhoudelijke bijdragen van alle betrokken professionals en de inbreng van alle (toekomstige) gebruikers / bewoners, is het van belang te onderzoeken hoe de integratie tot stand komt en welke bijdrage het ruimtelijk ontwerp in dat proces speelt. Van belang hier is de verschuiving van de ruimtelijke opgave van Europese steden, grootschalige gebiedsontwikkelingen maken plaats voor transformatieopgaven in bestaande stedelijke structuren. Ook vinden strategische kleinschalige ingrepen plaats, die elkaar op een duurzame wijze zouden moeten versterken. De stakeholders hiervan spelen een actievere rol in het proces. Er is grote behoefte aan ontwerponderzoek en visualisatie van ruimtelijke alternatieven waarmee de discussie tussen verschillende partijen tot een goed onderbouwde ontwikkelingsrichting inzichtelijk wordt gemaakt. Hiernaast is de strategische inzet en ontwikkeling van het vak Stedenbouw in dit vernieuwde ontwikkelingsproces hard nodig: wie zijn de personen (disciplines) die zorg dragen voor de gewenste integratie? Het gaat hierbij niet alleen om de inhoud maar ook om door wie en hoe in het proces verantwoordelijkheid wordt genomen voor het integrale resultaat en wie dit proces daadwerkelijk stuurt (leiderschap). Veelkleurige stedenbouw in de praktijk Aanleiding om te komen tot het opzetten van Laboratoria voor integrale multidisciplinaire stedenbouw is o.a. een publicatie in het vakblad S+RO, waarin de balans werd opgemaakt van de laatste ontwikkelingen in het vak stedenbouw: “Het is niet het vak zelf dat in crisis is, integendeel. Er bestaat in ons land een veelkleurige stedenbouwkundige praktijk, waarin echter wel het een en ander veranderd is als het gaat om rollen en taken. Het tijdperk van de stedenbouwkundige als Verlosser, als Ideoloog, als Stedenbouwmeester is voorbij. Het Grand Design is outdated. Enerzijds keert hij terug naar het ambacht, naar de kern van het vak stedenbouwkunde, anderzijds – en nog belangrijker – is de verbreding naar de rol van communicator, procesmanager en strateeg. En het is nodig dat de stedenbouwer zijn ivoren toren verlaat en de wereld met een open vizier tegemoet treedt, een wereld die bezaaid is met partijen en belanghebbenden en vele mondige burgers. De eigentijdse stedenbouwer is een hybride vakman en strateeg, die optreedt als synthetiseur tussen die verschillende partijen en andere disciplines, waarvan de burgers die kennis hebben van wat leeft in het betreffende gebied niet de minsten zijn. De stedenbouwer ontketent een interactief proces, waarbij hij of zij wel degelijk het getekende beeld blijft hanteren in een ontwerpend onderzoek.“ Secretariaat Stichting sLIM 26 januari 2013
5
Voormalig Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol omschrijft dit als ‘stedenbouw van onderop’, waar met intelligente inspraak en het concretiseren van scenario’s een precieze invulling aan gestelde kaders wordt gegeven. Het sLIM bestuur is in haar zoektocht naar nieuwe wegen bijgestaan door een reflectiegroep die de bestaande activiteiten van sLIM tegen het licht heeft gehouden en tevens nieuwe activiteiten heeft aangegeven zoals de onderhavige laboratoria. Deze reflectiegroep bestond uit Hans de Jonge, (Hoogleraar TU Delft- Real Estate & Housing/ Directievoorzitter Brink- Groep); Joost Schrijnen, (Hoogleraar TU Delft/ Ruimtelijke planning en strategie/ Programmadirecteur Zuidwestelijke Delta in het kader van de Deltaraad); Rudy Uytenhaak, (innovatief architect/ onderzoeker duurzaamheidvraagstukken, stedenbouw en architectuur); en Jan van‘t Verlaat.(Erasmus Universiteit Rotterdam/ initiatiefnemer, vormgever en voormalig Directeur opleiding Master City Developer). Zij hebben het resultaat van hun aanbeveling grondig doorgenomen en waardevolle adviezen gegeven. Verder hebben de voormalig Rijksbouwmeester Liesbeth van der Pol, Hans Gerson met als achtergrond diverse directeur- en bestuurschappen in Amsterdam en Jan Bout, voormalig Voorzitter Raad van Bestuur Royal Haskoning hun mening en advies gegeven. Wij hebben dankbaar gebruik gemaakt van hun suggesties. Deze personen vormden als het ware een Raad van Advies. Keuze van de transformatiegebieden Voor de gebiedskeuzen is ingezoomd op de huidige kerngebieden Amsterdam, Utrecht, Rotterdam en Eindhoven. Deze agglomeraties fungeren in velerlei opzicht als motor voor de welvaart in Nederland. Economische, demografische, sociale en culturele transities stellen nieuwe eisen aan de ruimtelijke ontwikkeling van deze steden. Stedelijke structuren, bereikbaarheid, herschikking van programma en blauw-groene kwaliteiten zijn daarbij essentiële elementen. De ateliers richten zich in eerste instantie op twee van deze kansrijke transformatiegebieden in de vier kerngebieden; - Rotterdam-Zuid, in het bijzonder het gebied rond het Zuidplein (Hart van Zuid) - Amsterdam-Noord, in het bijzonder de noordelijke IJ-oever oostkant (Vogelbuurt / Hamerstraatgebied) Verder denken wij aan twee andere transformatiegebieden waarvan nog wordt onderzocht of zij geschikt zijn voor een laboratorium: - Utrecht/ Nieuwegein/ Houten, het te transformeren gebied aan weerszijden van de A12; - Eindhoven, tussen de knooppunten Batadorp en De Hogt met aan weerszijden van de A2 voornamelijk monofunctionele velden. Strenge selectie deelnemers Om het multidisciplinaire karakter van de laboratoria inhoud te geven worden de veelzijdige netwerken aangesproken die sLIM inmiddels heeft opgebouwd, aangevuld met die van de leden van de Raad van Advies en van de aan te trekken ateliermeesters. Nadrukkelijk wordt al bij de selectie van deelnemers gezocht naar actieve jonge professionals en innovatoren van het vak, die klaar staan om de gebaande paden te verlaten en het vak stedenbouw opnieuw uit te vinden.
6
Ter voorbereiding op de invulling van het programma en de casus is al uitvoerig overleg gepleegd met personen in het veld en heeft er afstemming plaatsgevonden met verantwoordelijke bestuurders en ambtenaren in Rotterdam en Amsterdam. Daarnaast is contact geweest met het Atelier van de Rijksbouwmeester, o.a. in verband met de permanente beroepservaring (vakcoördinator Stedenbouw Maurits de Hoog). Vanaf het begin onderhoudt sLIM intensieve contacten met de TU Delft (Faculteit Bouwkunde, Afdeling Stedenbouw) – Prof. Dr. Han Meyer – en met de UvA (Faculteit Geografie en Planologie) – Prof. Dr. Willem Salet. Voor de opzet en uitvoering van de nieuwe ateliers wordt gedacht aan de samenwerking uit te breiden naar andere instituten zoals de Academies van Amsterdam en Rotterdam en andere opleidingsinstituten voor ruimtelijke wetenschappen.
1.1.
Doelgroepen
Zoals gezegd wordt bij de selectie van deelnemers nadrukkelijk gezocht naar actieve jonge professionals en innovatoren van het vak, die klaar staan om de gebaande paden te verlaten en het vak stedenbouw opnieuw uit te vinden. Even belangrijk zijn de ontwikkelingen rond de beroepsopleiding als architect en stedenbouwkundige in het land. Aan architecten en stedenbouwkundigen wordt nu gevraagd om een praktijkjaar en jaarlijkse bijscholingen te volgen om op de hoogte van de ontwikkelingen in het eigen vak te blijven. Daarnaast zijn er verschillende postacademische opleidingen, Master leergangen etc. waarbij Universiteiten, Hogescholen en Academies betrokken zijn. Belangrijk is ook om mee te nemen, dat voor vele jonge architecten en stedenbouwkundige door de economische situatie geen mogelijkheid bestaat om werkervaring op te doen. Ook voor deze groep wordt onderzocht, wat het laboratorium kan betekenen.
1.2.
Leerdoelen
Integrale stedenbouw Vaardigheid om integrale producten te leveren op het terrein van stedelijke ontwikkeling waarbij multidisciplinaire aspecten afgewogen en integraal onderdeel zijn van het product. Het resultaat hiervan is geen blauwprint meer van de toekomstige situatie, maar een duidelijke grafisch vormgegeven, ruimtelijke strategie met inzicht in de ruimtelijke consequenties van verschillende uitwerkingsscenario’s hiervan. Ook een overzicht van mogelijke eerste korte termijn stappen wordt binnen de scenario’s inzichtelijk en beeldend uitgewerkt. Leerdoel leiderschap Deelnemers leren hiernaast wat leiderschap betekent en doen daar ervaring mee op in het laboratorium. Wie in de groep neemt de lead? Vraagstuk is daarnaast, hoe de disciplines geïntegreerd worden in het proces. Om hierover inzicht te krijgen houden de deelnemers een logboek bij over het groepsproces, bijvoorbeeld door middel van het volgen en documenteren van het proces . Leerdoel communicatie en presenteren Serie van tekeningen om het proces en het resultaat te documenteren. Daarnaast wordt geleerd om middels de tekeningen te communiceren, onderhandelen. Het gaat er om de visuele en inhoudelijke vaardigheden als communicatiemiddel tussen de verschillende disciplines in te zetten.
Secretariaat Stichting sLIM 26 januari 2013
7
Leerdoel zelfreflectie Deelnemers brengen het eigen proces in beeld. De reeks van tekeningen dient ervoor om dit inzichtelijk te maken. Dit kan met korte teksten aangevuld worden.
2. Eerste sLIM Laboratorium: Hart van Zuid, Rotterdam Integrale Multidisciplinaire Strategische Stedenbouw Het eerste stadslaboratorium dat sLIM organiseert, buigt zich over Rotterdam-Zuid. Dit gebied heeft in de Stadsvisie Rotterdam, ruimtelijke ontwikkelingsstrategie 2030 (2007) een Vipstatus (very important project) gekregen. Het betreft het gebied rond het evenementen/tentoonstellingscentrum AHOY/winkelcentrum Zuidplein/openbaar vervoersknooppunt Zuidplein en heeft de naam Hart van Zuid gekregen. Op dit moment is door de gemeente Rotterdam aan de “markt” gevraagd een ontwikkelingsstrategie voor dit gebied in te dienen. Het ontwikkelingsgebied Hart van Zuid heeft een bijzondere strategische positie in heel RotterdamZuid en ligt tussen de 19e eeuwse woonwijken/havens en de naoorlogse Zuidelijke Tuinwijken. Met name de 19e eeuwse woonwijken op Zuid (Oud-Zuid) kennen grote sociale en economische problemen met een omvang en intensiteit ongekend voor de Nederlandse schaal, terwijl tegelijkertijd de aanwezige jonge bevolking hard nodig is voor de innovatie en ontwikkeling van sectoren zoals haven, logistiek en de zorg. Beter en gericht onderwijs en arbeidsparticipatie kan een oplossing bieden. Ook de sociale veiligheid is beduidend lager dan in de rest van Rotterdam. Hier komt nog bij dat de kwaliteit van met name de particuliere woningvoorraad zorgelijk is en te weinig is toegesneden op de vraag. Deze problematiek van de woonwijken Oud-Zuid heeft op dit moment veel politieke aandacht tot en met die van het Rijk (commissie Deetman/Mans) en heeft ertoe geleid dat er een Nationaal Programma Kwaliteitssprong Zuid is opgesteld, dat in de komende jaren zal worden uitgevoerd, waarbij samenwerking tussen bestuurders en ambtenaren van zowel rijks- als gemeentelijk niveau en van andere participanten van cruciaal belang zal zijn. Als opgave voor het sLIM-atelier zal deze problematiek op meerdere schaalniveaus ruimtelijk aan de orde gesteld worden, namelijk: Zie de kaarten op de volgende pagina’s:
8
- VIP-gebied Hart van Zuid als onderdeel en middelpunt van de woonwijken Oud-Zuid en de Zuidelijke tuinsteden
- Hart van Zuid als onderdel van de driehoek Hart van Zuid- Stadionpark (Intercitystation Zuid) – Kop van Zuid (Wilhelminapier, rondje Rijnhaven)/ Afrikanerwijk.
Secretariaat Stichting sLIM 26 januari 2013
9
- heel Zuid en daarbij dient met name het zuidelijk deel van Stadshavens en het woonmilieu Kop van Zuid betrokken te worden als transformatiegebieden die een bijdrage kunnen leveren aan het oplossen van de problematiek van de woonwijken Oud-Zuid en het Hart van Zuid.
10
- Rotterdam-Zuid te beschouwen als onderdeel van de metropool Zuidelijke Deltasteden als tegenhanger van de metropoolregio Amsterdam. Ook de positie ten opzichte van Antwerpen kan hierbij betrokken worden. Belangrijke thema’s hierbij zijn de woonmilieukwaliteit, nieuwe kansen voor economische ontwikkelingen (Stadsvisie) en de (OV)-bereikbaarheid.
Door de problematiek op meerdere schaalniveaus en door de schalen heen aan de orde te stellen kunnen ruimtelijke oplossingen gevonden worden, die binnen het (financiële) keurslijf van de realiteit nog niet bespreekbaar zijn. Verwacht resultaat : -
Ruimtelijk strategie (duidelijke grafisch vormgegeven) voor het gebied Hart van Zuid met hierbij de uitwerking van een aantal mogelijke scenario’s; Een overzicht aan korte termijn activiteiten/aanpakken die binnen het kader van de lopende organisatie overgenomen c.q. geïmplementeerd kunnen worden; Aanbevelingen over de rol van de verschillende actoren in het proces aan de hand van eigen ervaring binnen het laboratorium opgedaan.
Secretariaat Stichting sLIM 26 januari 2013
11
2.1.
Opzet van het laboratorium
Algemeen Het sLIM bestuur is initiatiefnemer en opdrachtgever voor de laboratoria. De Regiegroep is gemandateerd de opdracht uit te voeren en de voortgang en resultaat van de laboratoria aan te sturen binnen de kaders van de opdracht. Het bestuur, geadviseerd door de Regiegroep, beslist over de opdracht van de laboratoria. In de algemene opdracht worden oa de verwachte resultaten van het laboratorium aan het eind en in de tussenfasen beschreven. Het bestuur zorgt ook voor de middelen tbv de bemensing en organisatie van het laboratorium. Regiegroep Jan Laan, voorzitter Stichting sLIM Mercè de Miguel i Capdevila, gemeente Rotterdam/ sLIM atelier breed John Westrik, beoogd ateliermeester Sascha Jenke, beoogd assistent ateliermeester/ Stadsontwikkeling gemeente Rotterdam Marischka Konings, Secretariaat/ sLIM atelier breed Inspiratoren Voor alle betrokken thema’s worden deskundigen gevraagd, die vanuit hun kennis en innovatieve blik, gebaseerd op eigen ervaring, de deelnemers zullen inspireren om verschillende aspecten van het vakgebied bij de opgaven toe te passen. Daarnaast geven zij een lezing waarin een representatief voorbeeld gebruikt wordt om hun innovatieve kennis te verbeelden. Doel is om zowel inhoudelijk actuele kennis te bemiddelen als ook de deelnemers tot het gebruik van eigentijdse innovatieve methoden te stimuleren. Het is de bedoeling dat het thema duurzaamheid integraal onderdeel is van alle andere thema’s. A. Mobiliteit Wat zijn actuele ontwikkelingen en trends op het gebied van mobiliteit? Hoe kunnen daarmee de vervoersmodaliteiten op Zuid geïnnoveerd worden en de toegankelijkheid voor heel Zuid op verschillende schaalniveaus verbeterd worden? Deskundige op het gebied van nieuwe mobiliteit. Beoogde inspiratoren: Beeno Radema, voormalig Hoofd Verkeer DSO Rotterdam Marc Verheijen, Lector Infratecture Hogeschool Rotterdam B.
Programmering, vastgoed/transformatie opgave Welke programma’s in welke combinatie en op welke schaalniveaus leveren hedendaags en toekomstgericht vitale steden op? Hoe kan deze kennis toegepast worden als katalysator voor de karakterverandering van het gebied? Deskundigen met innovatieve blik op het terrein van vastgoed, strategische menging, programmering, transformatie/ hergebruik van bestaande (historische) bebouwing en woon/werk typologieën. Beoogde inspiratoren: Hans de Jonge (Hoogleraar TU Delft Real Estate Management /Directievoorzitter Brink Groep) Thom Aussems (Bestuursvoorzitter TRUDO, woningbouwcorporatie Eindhoven)
12
C.
Zelforganisatie, nieuwe allianties Welke zelforganiserende krachten zijn actief en hebben invloed op het terrein van de stedelijke ontwikkeling? Hoe kunnen de innovatieve krachten, behoeftes en belangen van de mondige burgers integraal deel uitmaken van het proces en resultaat van de stedelijke ontwikkeling in Hart van Zuid? Deskundige op het gebied van zelforganisatie en participatie. Beoogde inspiratoren: Hedy van den Berk, Bestuurder Havensteder - sterk in wonen (voormalig PWS en .Com wonen) D. Stadsstructuur (twee workshops D.1. en D.2.) Hoe functioneert de stad op verschillende schaalniveaus en in de verweving met haar omgeving? Deskundige: Strategische stedenbouwkundige gericht op de structuur, vormgeving en de functionele samenhang van een metropool met bijzondere aandacht voor groen en water als structurele dragers van de stad. Omdat dit onderwerp de essentie van het atelier raakt wordt in het bijzonder aandacht besteed aan de wijze waarop Stedenbouw de "liaison"met andere disciplines weet te laten synergeren in een geïntegreerde, toekomstvaste en locatiegerichte aanpak. Beoogde inspiratoren: Mercè de Miguel i Capdevila, voormalig Hoofd Stedenbouw, Stadsontwikkeling Gemeente Rotterdam Daarnaast een nog te benoemen inspirator op het gebied van duurzaamheid E. - Economische ontwikkelingen Welke financieringsstrategieën worden op dit moment succesvol toegepast op het terrein van gebiedsontwikkeling? Welke alternatieve, kleinschalige financieringsstrategieën zijn nog in opkomst? Deskundige: Econoom met een innovatieve blik op het terrein van financiële strategieën in de stedelijke ontwikkeling. Beoogde inspiratoren: Ko Blok, voormalig Directeur Bouwbedrijf Era F. Multifunctionele Stedelijkheid Plekken waar veel mensen dagelijks passeren worden aantrekkelijke punten waar graag door meerdere functies en partijen in geïnvesteerd wordt. Dat zijn veelal OV knooppunten of andere vervoerscombinaties (vliegvelden/metro/verkeersnetwerk). De laatste jaren zijn in Europese steden rondom deze gebieden de nieuwe centrale stedelijke ontwikkelingen te vinden. Daar waar niet volgens één concept, maar als verzameling van deelgebieden en functies hieraan wordt vormgegeven is het resultaat onoverzichtelijk en rommelig. Een geslaagd voorbeeld is Schiphol, waar meerdere functies en vervoersmiddelen in harmonie met elkaar het geheel versterken. In Hart van Zuid komen bus- en metrostation samen met een winkelcentrum, ziekenhuis en de grootste evenementen accommodatie van Rotterdam (AHOY) in de structuur van de openbare ruimte bij elkaar. Deskundige(n) m.b.t. de logistiek en vormgeving van grootschalige OV-terminals met de integratie van verschillende vervoersmodaliteiten en de directe omgeving, c.q. openbare ruimte. Beoogde inspiratoren: Maurits Schaafsma, stedenbouwkundige Schiphol Group BV
Secretariaat Stichting sLIM 26 januari 2013
13
G. Evenementen accommodatie Grootschalige culturele evenementen als deel van de stedelijke structuur en als deel van de stedelijke samenleving. Hoe passen deze evenementen fysiek en functioneel in de omgeving van Hart van Zuid? Deskundige op het terrein van accommodaties ten behoeve van grootschalige tentoonstellingen en (sport)evenementen. Beoogde inspiratoren: Maurits de Hoog, voormalig hoogleraar TU Delft Regional & Metropolitan Design, DRO Amsterdam Het laboratorium Rotterdam wordt gekenmerkt door een bijzondere opbouw. Aan het begin staat de algemene opdracht met resultaten die bereikt moeten worden. De rol van de inspiratoren is om de algemene opdracht naar een specifiek thema te vertalen, die de deelnemers in deelgroepen uitwerken. Het is ook de taak van de inspirator, samen met de ateliermeester, om de opdrachten over te dragen, en te beoordelen of hieraan is voldaan. Reality check In het proces van het Laboratorium Rotterdam is aansluiting gezocht met de sleutel professionals vanuit Rotterdam die daadwerkelijk aan deze opgave werken. Aan hen is gevraagd om op twee momenten, namelijk aan het begin en aan het eind van het proces de Regiegroep te adviseren. Bij het formuleren van de algemene opdracht toetst men het voorstel van de Regiegroep inhoudelijk. In de eindfase van het laboratorium wordt een presentatie verzorgd waarin feedback op de gemaakte producten van de deelnemers aan het laboratorium wordt gevraagd. Vanzelfsprekend worden de resultaten van het laboratorium aan deze professionals uitgereikt. Deze “reality check”roep bestaat uit: Martin Guit, Stadsontwikkeling Rotterdam Stijnie Lohof, Stadsontwikkeling Rotterdam Marco Pastors, Directeur Nationaal Programma Kwaliteitssprong Zuid Hans van Rossum, Project Manager Hart van Zuid Jos van der Vegt, Directeur AHOY en voorzitter KvK Rotterdam Peter Zwart, Stadsontwikkeling Rotterdam --- enkele inspiratoren ---
14
Ateliermeester, assistent ateliermeester Ateliermeester De ateliermeester leidt het proces tijdens de dagen van het laboratorium en stuurt op het bereiken van de inhoudelijke resultaten. Hij is mede verantwoordelijk voor het totale concept van het laboratorium. Samen met de assistent ateliermeester is hij verantwoordelijk voor het concept van de bijeenkomsten van het laboratorium. Hij is eindverantwoordelijk voor de formulering van de thematische opdrachten met de algemene opdracht als uitgangspunt. Assistent ateliermeester Samen met de ateliermeester is hij verantwoordelijk voor de dagelijks leiding tijdens de dagen van het laboratorium en mede verantwoordelijk voor de sturing op het bereiken van de inhoudelijke resultaten. De assistent ateliermeester is mede verantwoordelijk voor het totale concept van het laboratorium. Samen met de ateliermeester is hij verantwoordelijk voor het concept en de kwaliteit van de bijeenkomsten van het laboratorium. De assistent ateliermeester zorgt bij het oprichten van het laboratorium voor de afstemming van inhoud en organisatie. De assistent ateliermeester wordt daarin ondersteund door het secretariaat van sLIM (Marischka Konings). Hij is mede verantwoordelijk voor de formulering van de thematische opdrachten met de algemene opdracht als uitgangspunt. Lezingen Laboratorium lezingen De deelnemers worden gevoed door een aantal lezingen. In eerste instantie zijn dit de lezingen van de inspiratoren. Daarnaast zullen nog andere lezingen onderdeel zijn van het laboratorium, gericht op de leerdoelen. Beoogde lezingen - lezingen van de acht inspiratoren - een lezing over leiderschap - een lezing over het thema onderhandelen/ samenwerken
Secretariaat Stichting sLIM 26 januari 2013
15
2.2. Draaiboek van het laboratorium Atelierbijeenkomst 1 1) Kennismaken met locatie, problematiek, opdrachten, groep 2) Introductielezing: Verstrekking algemene opdracht, analyseopdracht 3) Verstrekking thematische opdrachten door inspiratoren 4) Indeling van de deelnemers in groepen (8 groepen à 3 personen) 5) Uitwerking analyse 6) Begin thematische opdracht
Analyse Plaatsen van Hart van Zuid (HvZ) in een bredere context Doel van deze opdracht is om de deelnemers contact te laten maken met de bredere context van Hart van Zuid. De deelnemers onderzoeken de bredere omgeving van Hart van Zuid. Hart van Zuid staat daarin centraal: HvZ is deel van of staat in de context van -de driehoek HvZ, Stadionpark, Kop van Zuid; -Rotterdam Zuid met Stadshavens; -Oud-Zuid en Zuidelijke Tuinsteden; -de Zuidvleugel/ Metropoolregio Rotterdam – Den Haag; -de havengebieden Rotterdam en Antwerpen; - ….. De deelnemers maken een analyse van Hart van Zuid als onderdeel van een grotere context. Thematische opdrachten Elke deelgroep krijgt een eigen opdracht vanuit een specifieke invalshoek. Per opdracht is er een inspirator vanuit dat vakgebied. Zij/hij geeft een lezing over de opdracht. De thematische opdrachten zijn: A. Mobiliteit B. Programma, vastgoed / transformatie opgave C. Zelforganisatie, nieuwe allianties D. Stadsstructuur D.2. Stadsstructuur E. Economische ontwikkelingen F. Multifunctionele Stedelijkheid G. Evenementen Accommodatie
Atelierbijeenkomst 2 1) Uitwerken thematische opdrachten Alle thematische opdrachten zijn ruimtelijke opgaven. De deelnemers verkennen de opgave en benaderen deze vanuit de belangen van hun specifieke opdracht. Ze maken zich de belangen van de eigen specifieke opdrachtgever eigen en werken de opdracht uit. 2) Confrontatie van de thematische opdrachten onderling In deze fase confronteren de groepen de resultaten van de diverse thematische opgaven onderling. Elke groep zet vanuit haar specifieke opdracht de belangen neer t.o.v. de andere groepen.
16
Atelierbijeenkomst 3 1) Indeling van deelnemers in 3 groepen à 8 mensen 2) Input van alle groepen gebruiken om aan de integrale opdracht te werken Integreren van de 8 opdrachten en de analyse van Hart van Zuid. Het resultaat moet een integraal, stedenbouwkundig concept/ strategie/ product voor Hart van Zuid zijn.
Atelierbijeenkomst 4 1) Verfijnen van de resultaten van de derde Atelierbijeenkomst 2) Eindpresentatie
Secretariaat Stichting sLIM 26 januari 2013
17
2.3.
18
Organigram
2.4.
Organisatie van het laboratorium en financiële opzet
Opdrachtgever De Regiegroep is opdrachtgever voor het Laboratorium Rotterdam. Het centrale aanspreekpunt is het secretariaat sLIM (Marischka Konings) Profiel deelnemers Wat biedt het sLIM laboratorium voor Integrale Multidisciplinaire en Strategische Stedenbouw? 1. Praktijkervaring aan de hand van een concreet en actueel voorbeeldproject 2. Integrale en multidisciplinaire benadering van stedelijke vraagstukken 3. Persoonlijkheidsontwikkeling door middel van zelfreflectie en begeleiding door stadpsycholoog Voor wie? De samenstelling van de deelnemers aan het laboratorium is een essentieel onderdeel van het leertraject. Doel is een laboratorium voor stedenbouw met een gemengde samenstelling van deelnemers, waarbij de kerngroep uit stedenbouwkundigen bestaat. Het totale aantal deelnemers is 24. Minimaal de helft daarvan zal bestaan uit stedenbouwkundigen (12 -15) en verwante vakken. Sleutel groep ontwerpende disciplines Minimaal 8 stedenbouwkundige Minimaal 2 landschapsarchitecten Minimaal 2 architecten minimaal 12 deelnemers De andere deelnemers worden volgens de volgende sleutel geselecteerd (9-12): Sleutel groep stedelijke vakgebieden 1-2 planeconomen 1-2 verkeerskundigen, verkeersplanologen 1-2 sociale planologen 1-2 vastgoedontwikkelaars 1-2 adviseurs van woningbouwcorporaties 1-2 overige Voorwaarden voor deelname Algemene voorwaarden Je hebt een afgesloten opleiding op Universitair of HBO niveau Je hebt minimaal 3 jaar werkervaring in een van de bovengenoemde vakgroepen Je hebt een idee van de grenslijnen van je eigen vak Je hebt interesse om in samenwerking met andere disciplines nieuwe wegen en methoden te ontdekken in de stedelijke ontwikkeling Je bent een visionaire, open denker Je wilt je eigen persoonlijke expertise in het laboratorium inbrengen Je bent bereid tot zelfreflectie en je hebt interesse om je eigen persoonlijkheid verder te ontwikkelen
Secretariaat Stichting sLIM 26 januari 2013
19
Voorwaarden voor groep ontwerpende disciplines Ontwerpen is je vak: je bent voornamelijk bezig met ontwerpen of je hebt uitvoerige ontwerpervaring Voorwaarden voor andere disciplines Je hebt interesse in het ruimtelijke ontwerpproces Leerdoelen Ervaring opdoen in Integrale, strategische, ruimtelijke resultaten tot stand brengen Leiderschap in het proces nemen, eigen positie kennen Effectief communiceren en presenteren Het eigen doen reflecteren Deelname Aanmelding bij het secretariaat van sLIM, vergezeld van een motivatie en een kort CV. Aanmelders zonder werkervaring geven bij hun motivatie tevens aan welke vergelijkbare activiteiten zij in kunnen brengen (bv post-masterstudie, publicaties, aantoonbare maatschappelijke betrokkenheid). Aanmelding en informatie: www.slim.nu Selectie Een selectiecommissie bepaalt welke aanmeldingen worden gehonoreerd. Hierbij wordt getoetst aan de toelatingseis en gewenste disciplinaire samenstelling van het atelier. De motivatie wordt tevens bij de selectie betrokken. Dit geldt ook voor de selectie van de 4 deelnemers, die niet over de vereiste werkervaring beschikken. Op grond van bovengenoemde overwegingen kiest de selectie commissie uiteindelijk de deelnemers en geeft daarbij een korte motivatie. De keuze van de commissie is bindend. Er is geen beroep mogelijk tegen deze keuze. Samenstelling selectiecommissie De selectiecommissie wordt per atelier samengesteld en bestaat uit : - ateliermeester -
bestuurslid sLIM
-
één van de inspiratoren
-
deskundige betrokken gemeente deskundige betrokken organisaties
Eindpublicatie De resultaten van het Laboratorium worden in een eindpublicatie verwerkt. Financiële opzet Er is een begroting van € 50.000 opgesteld die voor 80% gedekt is en voor het restant worden nog naar oplossingen gezocht. Uitgangspunt is de bijdrage van de deelnemers beperkt te houden: voor degenen die een werkkring hebben is deze € 2.500.- en voor degenen zonder € 500.- Verwacht wordt het gat in de begroting te kunnen oplossen door het aanzoeken van sponsoren en zonder bezuinigingen van de oorspronkelijke opzet. De kwaliteit van het gebodene willen wij echter blijven garanderen. Er is een uitgebreide begroting beschikbaar.
20