De sleutel van David
De Bijbel bevat veel geheimenissen: Kol 1:25-27 Haar dienaar ben ik geworden krachtens de bediening, die mij door Elohim is toevertrouwd, om onder u het woord van Elohim tot zijn volle recht te doen komen, 26 het geheimenis, dat eeuwen en geslachten lang verborgen is geweest, maar thans geopenbaard aan zijn apart-gezetten. 27 Hun heeft Elohim willen bekendmaken, hoe rijk de heerlijkheid van dit geheimenis is onder de heidenen: Messias in jullie, de hoop der heerlijkheid. Efe 5:30-32 omdat wij leden zijn van zijn lichaam. 31 Daarom zal een man zijn vader en zijn moeder verlaten en zijn vrouw aanhangen, en die twee zullen tot één vlees zijn. 32 Dit geheimenis is groot, dock ik spreek met het oog op op Messias en op de Congregatie. En toch denk ik dat er geen grotere geheimenis is dan Openbaring 3:7. Openbaring 3:7 En schrijf aan de engel der gemeente te Filadelfia: Dit zegt de Apart-Gezette, de Waarachtige, “die de sleutel van Dawid heeft, die opent en niemand zal sluiten” Ik wil deze geheimenis meedelen in dit artikel genaamd de sleutel van David. Spreuken vertelt ons: Spr 25:2 Het is Elohim eer een zaak te verbergen, maar der koningen eer een zaak uit te vorsen. Het is verbazingwekkend dat in onze technologische wereld waar alles ogenblikkelijk kan opgezocht worden op internet om te zien als iets waar 7 op 7 en dat toch zovelen in deze wereld volslagen blind
blijven voor de waarheid der Schrift en misleidt worden het bedrog van de maatschappij van satan. Een van die misleidingen is de plaats van de oorspronkelijke Berg Tzion in de Schrift en hoe moeilijk het ook te geloven is, toch was iedereen op aarde (inclusief de joden) collectief vergeten waar het ergens was. Hoe kan dat? Wat meeste mensen lijken te vergeten is dat ongeveer duizend jaar lang de joden werden verbannen uit Jeruzalem en zo goed als geen aanwezigheid hadden in Zijn apart-gezette stad. Eerst werden alle Judeeërs verbannen door de Romeinse keizer Hadrianus in het jaar 135 na de Bar Kokhba opstand en hij veranderde zelfs de naam van Jeruzalem naar Aelia Capitolina, tevens veranderde hij de naam Israël naar de naam Palestina. Zelfs de befaamde Klaagmuur werd niet eens herkend tot de 13de eeuw. En zelfs toen er joden begonnen terug te migreren naar Israël in de 15de en 16de eeuw, migreerden zij naar Galilea in het noorden, niet naar Jeruzalem. Daarom wordt de moderne stad Tzfat, ten noorden van de Galileese zee, gezien als het nieuwe Jeruzalem en heilige plek. Veel joden in Tzfat geloven dat de Messias daar zal komen en niet in Jeruzalem. Het is verbazingwekkend om te zien hoe de tijd concepten kan veranderen zelfs bij zij die worden gezien als religieuzen. Zo geloofden de meeste mensen tot laat in de 19de eeuw dat de Berg Tzion de berg was in de hoog gelegen stad van Jeruzalem, in tegenstelling tot de echte plaats in Berg Tzion dewelke de stad van David is. Daarna kwam Charles Warren, de Britse ontdekkingsreiziger, naar Jeruzalem en dat gaf het startschot om te beseffen dat de historici tot op dat moment verkeerd dachten over waar de Berg Tzion zich bevond. Daarna, in 1890, vond een kleine jongen de inscriptie die ondertussen bekend staat als de Tunnel van Hezkia die bewees aan iedereen dat de Stad van David en Berg Tzion inderdaad gesitueerd was in de lagere berg en niet de hoger gelegen stad. Indien de geleerden de plank zo kunnen misslaan op dit gebied, zou het ook geen verrassing mogen zijn dat ze de plank ook misslaan i.v.m. waar de Tempel van Salomo zich situeerde. Laat mij ook toelichten dat het wel erkend wordt door alle geleerden ter wereld sinds het einde van de 18de eeuw dat de ware Stad van David zich situeert in de lager gelegen berg, toch is het pas in de afgelopen 20 jaar dat ze effectief deze Stad van David aan het opbouwen zijn, er een bezoekerscentrum hebben geplaatst en deze verbazingwekkende Bijbelse locatie hebben verfraaid. Hoe ongelofelijk het ook klinken mag, tot onlangs was men de Berg Tzion vergeten en die misplaatst zoals de Schrift zegt. Psa 137:5-6 Indien ik u vergete, O Jeruzalem, zo vergete mij mijn rechterhand; 6 mijn tong kleve aan mijn verhemelte, als ik uwer niet gedenk, als ik Jeruzalem niet verhef boven mijn hoogste vreugde. Toch vertelt Yahweh om in deze eindtijden Hem lastig te vallen en te herinneren aan Zijn beloften om de Berg Tzion en Jeruzalem tot een lof op aarde te maken. Jes 62:6-7 Op uw muren, O Jeruzalem, heb Ik wachters aangesteld, die de ganse dag en de ganse nacht nimmer zullen zwijgen. Gij die Yahweh indachtig maakt, gunt u geen rust. 7 En laat Hem geen rust, totdat Hij Jeruzalem grondvest en het stelt tot een lof op aarde. Daarom schrijf ik dit artikel omdat ik geloof dat ik een van die wachters ben die Yahweh heeft aangewezen om Zijn waarheid te openbaren aan Zijn eindtijd overblijfsel en om hen voor te bereiden voor het komende Koninkrijk van Yahweh.
Jes 62:1 Omwille van Tzion zal ik niet zwijgen en omwille van Jeruzalem zal ik niet rusten, totdat zijn heil opgaat als een lichtglans en zijn verlossing (Yesjoea'h) als een brandende fakkel. Laat me nu dan uit de Schrift ondubbelzinnig aantonen dat de Stad van David effectief de Berg Tzion is en waar ook de Tempelberg is en de plaats waar Salomo zijn Heiligdom voor Yahweh bouwde én waar ook de tweede Tempel stond, op dezelfde plaats als in de eerste Tempel. 2 Sam 5:6-9 De koning trok met zijn mannen naar Jeruzalem op, tegen de Jebusieten, die in die landstreek woonden. Dezen zeiden tot Dawid: Gij komt hier niet binnen; blinden en lammen zullen u terugdrijven! Zij bedoelden: Dawid komt hier nooit binnen. 7 En Dawid veroverde de burcht van Tzion, dat is de stad van Dawid. 8 Dawid had toen gezegd: Wie de Jebusieten wil verslaan, moet door de watergang binnendringen; van lammen en blinden heeft Dawid een hartgrondige afkeer. Daarom zegt men: Blinden en lammen mogen niet binnenkomen. 9 En Dawid ging in de burcht wonen en nomde die: stad van Dawid. Hij bouwde versterkingen rondom, van de Millo af binnenwaarts. 2 Kron 5:2 Toen vergaderde Salomo de oudsten van Israël, en al de stamhoofden, de familievorsten de Israëlieten, te Jeruzalem, om de ark van het verbond van Yahweh uit de stad van Dawid, dat is Tzion, opwaarts te brengen. 1 Kron 11:5-8 De inwoners van Jebus hadden tot Dawid gezegd: Gij komt hier niet binnen maar Dawid veroverde de burcht Tzion, dat is de stad van Dawid. 6 Dawid nu had gezegd: Wie de Jebusieten de eerste slag toebrengt, zal aanvoerder en overste worden. En Joab ben Seruja, klom het eerst naar boven; daarom werd hij aanvoerder. 7 En Dawid ging in de burcht wonen; hierom noemde men deze de stad van Dawid. 8 Hij versterkte de stad aan alle kant, van de Millo af en geheel rondom, terwijl Joab het overige deel van de stad herstelde. Het is dus extreem duidelijk uit de Schrift dat de Berg Tzion hetzelfde is als de Stad van David. Daarnaast spreekt de Schrift ook over David die de Millo binnenwaarts bouwde. Wat is dat, de Millo? Oorspronkelijk was de Berg Tzion een Jebusietische burcht en werd ook het Citadel genoemd omdat het zo makkelijk te verdedigen was omwille van de enorme muren en de natuurlijke verdediging die er kwam door de lagere verhoging door de Qidron (Kidron) vallei. Van de grond van de Kidron waren sommige muren wel bijna 122 meter hoog waren en zelfs nog hogere die Salomo maakte. Daarom zei de Jebusietische koning in 2 Sam 5:6 dat zelfs de lammen en de blinden hem konden wegleiden van de stad mits ze dachten dat het uiterst makkelijk te verdedigen was en men simpelweg niet kon binnendringen. Deze citadel of burcht van Tzion bevond zich op de zuidelijke heuvel genaamd de de Akra en werd de Stad van David. Ten noorden van de Berg Tzion was er nog een heuvel genaamd de Ofel waar Arauna de Jebusiet een dorsvloer had gekocht die David kocht en die heuvel werd de locatie van de Tempel van Salomo. Tussen de Akra en de Ofel was er een kleine vallei die Salomo opvulde om de Akra en de Ofel tot één bergtop te maken en dit gebied tussen de Akra en de Ofel werd de Millo genoemd. In het Hebreeuws betekent Millo 'opvullen' en dat is precies wat Salomo heeft gedaan, hij vulde de Millo op met vuil en botten en gebroken potten en breide de Berg Tzion (Jeruzalem) uit om zowel uit de Akra als de Ofel heuvels te bestaan en deze werden samengevoegd door de Millo op te vullen. (Foto volgt)
Fort Antonia is het rechthoekige gebouw dat u ziet ten noorden (linkerkant) van de Ofel.
Daarom staat er in Psalm 122 dat Jeruzalem een stad is die 'wel samengevoegd is'. Dit komt omdat de twee heuvels van de Berg Tzion, de Akra en de Ofel, met elkaar werden verbonden en samengevoegd door de Millo op te vullen. Psa 122:3-5 Jeruzalem is gebouwd als een stad, die wel samengevoegd is; 4 Waarheen de stammen opgaan, de stammen van Yah. Als getuigenis voor Israël is het, om de naam van Yahweh te loven. 5 Want daar zijn de tronen van gericht opgezet, de tronen van het huis van Dawid. Het is interessant om de recente archeologische opgravingen te volgen van de afgelopen 18 jaar in de stad van David want daar hebben ze de Akra en de oorspronkelijk Jebusitische stad gevonden die David veroverde en als we teruggaan naar de opgravingen van Kathleen Kenyon in de jaren '60 hebben ze ook de Millo gevonden. En toch ondanks recente opgravingen in de Ofel, dewelke verbonden is met de Millo aan de noordelijke zijde en zo de Millo verbond met de oorspronkelijke Berg Tzion aan de zuidelijk zijde, blijft men foutief de Tempelberg ten noorden van daar plaatsen op de resten van het Romeinse Fort Antonia. Kijk daarnaast naar vers 1 uit Psalm 122 om te staven dat het Heiligdom van Yahweh zich bevond in de Berg Tzion/de Stad van David. Psa 122:1 Een lied van opgaan. Van Dawid. Ik was verheugd, toen men mij zeide: Laten wij naar het huis van Yahweh gaan. Het is duidelijk dat de psalmist blij was om op te gaan naar de Berg Tzion (de stad van David), het Huis van Yahweh. Het Huis van Yahweh bevindt zich in de Berg Tzion, dewelke de stad van David is. Psa 48:1-3 Een lied. Een psalm van de zonen van Qorah.
Groots is Yahweh en hoog te loven in de stad van onze Elohim, zijn apart-gezette berg. Schoon door zijn verhevenheid, een vreugde voor de ganse aarde is de berg Tzion, ver in het noorden, de stad van de grote Koning. 4 Elohim doet in haar paleizen; Zich kennen als een burcht (citadel). 1 Rich 11:27b Sjlomo bouwde de Millo, maakte de scheur in de muur van de stad van zijn vader Dawid dicht. De Judeeërs werden ongeveer 1 000 jaar lang verbannen uit Jeruzalem om dan foutief de Tempelberg te situeren op de locatie van het Romeinse Fort Antonia en alleen maar daardoor is men foutief de Tempels van Salomo en Herodus gaan situeren. Waarom is dit nu eigenlijk zo belangrijk? Omdat Yahweh een enorm belangrijke belofte heeft gedaan aan koning David en een verbond met hem sneed om voor David een eeuwig huis te bouwen alsmede een eeuwige dynastie in de Stad van David/de Berg Tzion. En de plaats van deze belofte is de Berg Tzion, dat is geen toeval want de Berg Tzion is niet alleen de Stad van David maar daar bevond zich de Tuin van E'den en daar was de aanwezigheid van Yahweh sinds de scheppingsgeschiedenis in het boek Genesis. Het is ook belangrijk om aan te wijzen dat toen Jozua (Hebreeuws: Ya(ho)sjoea') het Beloofde Land Israël binnenkwam dat zowel hij niet, noch enige andere stam van de zonen van Israël de toestemming hadden om de Berg Tzion te veroveren als hun erfenis en dit bleef zo 450 jaar lang. Pas toen koning David kwam en werd gezalfd door Sjmoeël (Samuel) als zijnde niet alleen de koning van Israël in die tijd maar iemand die een eeuwig Koninkrijk zou verkrijgen dat zich zou bevinden op de Berg Tzion maar over de wereld heersen. 2 Sam 7:8-16 Nu dan, zo moet gij spreken tot mijn knecht, tot Dawid: Zo zegt Yahweh Tzebaoth: Ik heb u gehaald uit de weide van achter de schapen, om vorst te zijn over mijn volk, over Israël, 9 en Ik ben met u geweest overal waar gij gegaan zijt. Al uw vijanden heb Ik voor uitgeroeid. Ook zal Ik u een grote naam maken gelijk die van de groten der aarde. 10 Ik zal een plaats bepalen voor mijn volk, voor Israël, en het planten, zodat het op zijn eigen plaats kan wonen, zonder dat het meer opgeschrikt wordt en boosdoeners het onderdrukken zoals vroeger, 11 sedert de tijd dat Ik richters over mijn volk Israël aangesteld heb. Ik zal u rust geven van al uw vijanden. Ook kondigt Yahweh u aan: Yahweh zal u een huis bouwen. 12 Wanneer uw dagen vervuld zijn en gij bij uw vaderen te ruste zijt gegaan, dan zal Ik uw nakomeling, uw eigen zoon, na u doen optreden, en Ik zal zijn koningschap bevestigen. 13 Die zal Mijn Naam een huis bouwen, en ik zal zijn koninklijke troon eeuwig bevestigen. 14 Ik zal hem tot een Vader zijn, en hij zal Mij tot een Zoon zijn. Wanneer hij ongerechtigheid bedrijft, zal Ik hem tuchtigen met een roede der mensen en met slagen der mensenkinderen. 15 Maar mijn goedertierenheid zal van hem niet wijken, zoals Ik haar heb doen wijken van Sjaoel, die Ik voor uw aangezicht heb weggedaan. 16 Uw huis en uw koningschap zullen voor immer bestendig zijn voor uw aangezicht, uw troon zal eeuwig vast staan. Dit kan onmogelijk over Salomo gaan want Salomo had zelfs niet één zoon die over het verenigde Israël regeerde want zijn koninkrijk werd van hem weggescheurd omwille van zijn afgoderij en ongehoorzaamheid. Deze passage gaat over de Messias die een zoon van Dawid zal zijn en regeren vanuit de Berg Tzion in een eeuwig Koninkrijk en dynastie die Yahweh zal bevestigen voor het Huis van David in de toekomst en het zal eeuwig duren. Eze 37:15-28 Het woord van Yahweh kwam tot mij: 16 Gij mensenkind, neem een stuk hout en schrijf daarop: voor Jehoeda en de zonen van Jisrael die daarbij behoren; neem dan een ander stuk hout en schrijf daarop: voor Jozef, het stuk hout van Efraïm en het
gehele huis van Jisrael dat daarbij behoort; 17 voeg ze dan aan elkander tot één stuk hout, zodat zij in uw hand tot één worden. 18 Wanneer nu uw volksgenoten u vragen: Wilt gij ons niet meedelen, wat gij daarmee bedoelt? 19 zeg dan tot hen: Zo zegt Adonai Yahweh: zie, Ik neem het stuk hout van Jozef-dat aan Efraïm toebehoort-en van de stammen Israëls die daarbij behoren, en Ik voeg het bij het stuk van Juda en maal se tot één stuk hout, zodat zij één zijn in mijn hand. 20 Terwijl de stukken hout die gij beschreven hebt, voor hun ogen in uw hand zijn, 21 zeg dan tot hen: Zo zegt Adonai Yahweh: zie, ik haal de Israëlieten weg uit de volken naar wier gebied zij gegaan zijn; Ik zal hen van alle kanten bijeenverzamelen en hen naar hun land brengen. 22 En Ik zal hen tot één volk maken in het land, op de bergen Israëls, en één koning zal over hen allen koning zijn; niet langer zullen zij twee volken zijn en niet langer verdeeld in twee koninkrijken. 23 Niet langer zullen zij zich verontreinigen met hun afgoden, hun gruwelen en al hun overtredingen, maar Ik zal hen verlossen van alle afvalligheid waarmee zij gezondigd hebben, en hen reinigen, zodat zij Mij tot een volk zullen zijn en Ik hun tot een Elohim zal zijn. 24 En mijn knecht Dawid zal Koning over hen wezen; één herder zal er voor hen allen zijn. Zij zullen naar mijn verordeningen wandelen en naarstig mijn inzettingen onderhouden. 25 Zij zullen wonen in het land dat Ik aan mijn knecht Ja'qob gegeven heb en waarin hun vaders gewoond hebben; ja, zij zullen daarin wonen, zij, hun kinderen en hun kindskinderen, tot in eeuwigheid, en mijn knecht Dawid zal hun voor eeuwig tot vorst zijn. 26 Ik zal met hen een verbond des vredes sluiten, een eeuwig verbond met hen zal het zijn; Ik zal hun een plaats geven, hen vermeerderen en mijn heiligdom voor eeuwig te midden van hen stellen. 27 Mijn woning zal bij hen zijn; Ik zal hun tot een Elohim zijn, en zij zullen Mij tot een volk zijn? 28 En de volken zullen weten dat Ik, Yahweh, het ben die Jisrael apart zet, doordat Mijn heiligdom voor eeuwig te midden van hen staat. Jer 30:9 Maar zij zullen Yahweh, hun Elohim, dienen en Dawid, hun koning, die Ik hun verwekken zal. Deze belofte staat bekend in de Schrift als het Davidische verbond die Yahweh sloot met koning David en verzekert dat om in aanmerking te komen om te regeren in deze duizendjarige Tempel, de komende Messias zou komen door de lijn van het Huis van David. Daarnaast is het een enorm belangrijk punt dat velen niet begrijpen, namelijk dat Yahweh eerst regeerde als Koning (1 Sam 8:7) en Priester voor Israël en Yahweh Yahsjoea' bracht in feite het eerste offer door huiden te maken waarmee Adam en Hawa (Eva) zich kleden. Gen 3:21 En Yahweh Elohim maakte voor de mens en voor zijn vrouw klederen van dierenvellen en bekleedde hen daarmede. Yahweh wilde ook dat Israël een koninkrijk van Priesters zou zijn tot Hem. Exo 19:5-6 Nu dan, indien gij aandachtig naar Mij luistert en mijn verbond bewaart, dan zult gij uit alle volken Mij ten eigendom zijn, want de ganse aarde behoort Mij. 6 En gij zult Mij een koninkrijk van Priesters zijn en een heilig volk. Dit zijn de woorden die gij tot de Israëlieten spreken zult. Maar na het gouden kalf voorval moest Yahweh tijdelijk de ceremoniële wet d.m.v. de Levitische orde instellen totdat de Messias zou verschijnen en hij de functies koning en priester opnieuw zou herenigen. Israël zou niet meer een koninkrijk van Priesters zijn tot Yahweh maar Levi zou alle 12 stammen moeten vertegenwoordigen in de ceremoniële aanbidding in het tabernakel met Aharon (Aaron) die de hoge priesterorde vertegenwoordigde en de eeuwige Melchisedek orde voorafschaduwde.
Vanaf dat moment waren de functies koning en Priester gescheiden alhoewel we weten dat de ware priesterorde van Melchisedek de twee functies combineert, mits de titel Melchisedek zelf Koning van (Malki) Rechtvaardigheid (Tzedeq) betekent en Genesis 14:18 zegt dat hij de Priester was van de Allerhoogste El. Veel mensen zien niet in dat de Schrift niet enkel profeteert dat de Messias zou regeren als Koning maar ook een fysieke nakomeling zou zijn van de Koning David. Zo was ook David een Melchisedek Priester en zo zou ook zijn heersende Gezalfde nakomeling, een Melchisedek Priester zijn. Laten we de volgende passages bekijken om dit punt aan te tonen, mits het een sleutel is om de Sleutel van David te begrijpen. Toen Eli oud was vertelde Yahweh aan hem dat zijn priesterorde door zijn lijn zou weggenomen worden en aan een andere rechtvaardige priester zou gegeven worden. 1 Sam 2:22- Eli nu was zeer oud. Wanneer hij hoorde, wat zijn zonen geheel Israël al niet aandeden en dat zij lagen bij de vrouwen die samenkwamen bij de ingang van de tent der samenkomst. 1 Sam 2:27-30 Er kwam een man van Elohim tot Eli en zeide tot hem: Zo zegt Yahweh: heb Ik Mij niet duidelijk aan het huis uws vaders geopenbaard, toen dit in Egypte aan het huis van Farao onderworpen was? 28 En Ik heb hem uit alle stammen Israëls Mij tot priester verkoren om mijn altaar te beklimmen, reukwerk te ontsteken en de efod te dragen voor mijn aangezicht; aan het huis uws vaders heb Ik alle vuuroffers der Israëlieten gegeven. 29 Waarom veracht gij mijn slachtoffer en mijn spijsoffer, die Ik in mijn woning voorgeschreven heb, eert gij uw zonen boven Mij, en doet u te goed aan het beste deel van elk spijsoffer van mijn volk Israël? 30 Daarom, luidt het woord van Yahweh Elohej Yisrael, Ik heb duidelijk gezegd: uw huis en uws vaders huis zullen voor altijd voor mijn aangezicht wandelen, maar nu luidt het woord van Yahweh: dit zij verre van Mij! Want wie Mij eren, zal Ik eren, maar wie Mij versmaden, zullen gering geacht worden. 1 Sam 2:34-35 En wat uw beide zonen Hofni en Pinhas zal overkomen, zal u tot teken zijn: op één dag zullen zij beiden sterven. 35 En Ik zal Mij een betrouwbaar Priester aanstellen, die naar Mijn hart in Mijn Geest handelt en Ik zal voor hem een duurzaam huis bouwen, zodat hij te allen tijde voor het aangezicht van mijn Messias wandelen zal. Yahweh zei dus niet alleen dat Hij de priesterorde zou wegnemen van Eli en het aan een rechtvaardiger iemand geven maar Hij zegt ook uitdrukkelijk dat deze man een hart zou hebben net als Yahweh, en dat Yahweh ook zeker voor hem een zeker (eeuwig) huis zou bouwen en een dynastie. Wie is de enige persoon in de Schrift die Yahweh een man naar Zijn eigen hart noemt en belooft voor hem een huis te bouwen? 1 Sam 13:13-14 Sjmoeël zeide tot Sjaoel; gij hebt dwaas gehandeld; gij hebt niet in acht genomen het gebod van Yahweh, uw Elohim, dat Hij u geboden heeft, anders zou Yahweh uw koningshcap over Israël voor altijd bevestigd hebben. 14 Maar nu zal uw koningschap niet bestendig zijn. Yahweh heeft Zich een man uitgezocht naar zijn hart en Yahweh heeft hem tot een vorst over zijn volk aangesteld, omdat gij niet in acht genomen hebt wat Yahweh u geboden had. 1 Kron 17:7 -8 Nu dan, zo moet gij spreken tot mijn knecht, tot Dawid: Zo zegt Yahweh der heerscharen: ik zelf heb u gehaald uit de weide, van achter de schapen, om vorst te zijn over mijn volk Jisrael, 8 en Ik ben met u geweest overal waar gij gegaan zijt. Al uw vijanden heb Ik voor u uitgeroeid. Ook zal Ik u
een naam maken gelijk die van de groten der aarde. 1 Kron 17:10-15 Sedert de tijd dat Ik richters over mijn volk Israël heb aangesteld. Ik zal al uw vijanden onderwerpen. Ook kondig Ik u aan: Yahweh zal u een huis bouwen. 11 Wanneer uw dagen vervuld zijn om tot uw vaderen te gaan, dan zal Ik uw nakomeling na u doen optreden, een van uw zonen, en Ik zal zijn koningschap bevestigen. 12 Die zal Mij een huis bouwen, en Ik zal zijn troon voor immer bevestigen. 13 Ik zal hem tot een Vader zijn en hij zal Mij tot een Zoon zijn; mijn goedertierenheid zal Ik niet van hem doen wijken, zoals Ik haar van uw voorganger heb doen wijken. 14 Ik zal hem voor immer in mijn huis en in mijn koninkrijk aanstellen, en zijn troon zal vast staan voor altijd. 15 Geheel overeenkomstig deze woorden en dit gezicht, heeft Nathan tot David gesproken. Slechts Koning David werd deze geweldige profetie verteld en slechts Koning David werd een eeuwig koninkrijk beloofd als zowel koning en priester naar de orde van Melchisedek. Psa 110:4 Yahweh heeft gezworen en het berouwt Hem niet: Gij zijt priester voor eeuwig, naar de wijze van Malki-tzedeq. Vergeet niet dat het eigenlijk Koning David was die deze geïnspireerde Psalm schreef. Was David dan zowel priester als koning? Het verrassende antwoord is een volmondige JA! David was een priester zoals we zullen zien maar geen Levitische priester maar in de orde van Melchisedek. Heb 7:14 Het is immers duidelijk, dat onze Meester uit Jehoeda is gesproten, ten aanzien van welke stam Mosje met geen woord van priesters gerept heeft. Er zijn taken en functies in de Schrift die enkel een Priester mocht doen, anders zou die persoon vervloekt worden door Yahweh omdat de scheppingsorde werd verbroken, wat het geval was bij Oezzia. 2 Kron 26:3 Oezzia dan was zestien jaar oud, toen hij koning werd, en hij regeerde tweeënvijftig jaar te Jeruzalem. Zijn moeder heette Jekolja; zij was uit Jeruzalem. 2 Kron 26:16-21 Maar toen hij machtig geworden was, werd zijn hart zo hoogmoedig, dat hij zeer snood handelde en ontrouw werd jegens Yahweh, uw Elohim, door de tempel van Yahweh binnen te gaan om op het reukofferaltaar reukwerk te ontsteken. 17 Maar de priester Azarja ging hem achterna en met hem tachtig priesters van Yahweh, flinke mannen, 18 En zij stelden zich tegenover koning Oezzia en zeiden tot hem: U komt het niet toe, Oezzia, reukwerk te ontsteken voor Yahweh, maar de priesters, de zonen van Aäron, die geheiligd zijn om reukwerk te ontsteken. Ga uit het heiligdom, want gij zijt ontrouw en het zal u niet tot eer gerekend worden door Yahweh Elohim. 19 Toen werd Oezzia toornig; het wierookvat om reukwerk te ontsteken was in zijn hand. En terwijl hij tegen de priesters toornde, brak de melaatsheid uit aan zijn voorhoofd ten aanschouwen van de priesters, in het huis van Yahweh bij het reukofferaltaar. 20 De hogepriester Azarja en al de priesters keerden zich naar hem toe en zie, hij was melaats aan het voorhoofd; toen dreven zij hem haastig vandaar weg, en ook hij zelf haastte zich naar buiten te gaan, want Yahweh had hem geslagen. 21 Koning Oezzia nu was melaats tot de dag van zijn dood. En als melaatste woonde hij in een afgezonderd huis, want hij was uitgesloten van het huis van Yahweh. Zijn zoon Jotam beheerde het paleis des konings en bestuurde het volk des lands. Hij was dan wel koning doch geen Priester, dus had hij geen enkel gezag van Yahweh om het reukoffer te ontsteken op het altaar of om zelfs nog maar binnen te gaan in het Heiligdom van Yahweh, wat slechts
voor de Priesters was. Laten we nu eens kijken naar de daden van Koning David die strikt genomen alleen maar voor een Priester van Yahweh bedoeld waren. 2 Sam 6:14 En David danste uit alle macht voor het aangezicht voor Yahweh; Dawid nu was omgord met een linnen lijfrok. 2 Sam 6:17-18 Nadat zij de ark van Yahweh binnen gebracht hadden, zetten zij haar neer op haar plaats, in de tent die David voor haar gespannen had, en Dawid bracht brandoffers en vredeoffers voor het aangezicht voor Yahweh. 18 Toen Dawid gereed was met het brengen van de brandoffers en de vredeoffers, zegende hij het volk in de naam van Yahweh der heerscharen. Hier zien we niet zomaar David een efod dragen (een schort die uitsluitend door Priesters mocht gedragen worden) maar hij offert ook dieren. In de onderstaande passage zien we dat Sjaoel eigenlijk het koninkrijk verloor omdat hij buiten de orde van Yahweh om dieren offerde alhoewel hij daar geen gezag voor had want hij was geen Priester. 1 Sam 13:7-14 Ook gingen Hebreeën over de Jordaan naar het land van Gad en Gilead, terwijl Sjaoel nog te Gilgal was en al het volk bevende in zijn gevolg bleef. 8 Hij wachtte zeven dagen, tot de tijd die Samuël had bepaald. Maar toen Samuel niet naar Gilgal kwam, begon het volk van hem weg te lopen; 9 daarom zeide Sjaoel: brengt mij het brandoffer en de vredeoffers. En Hij offerde het brandoffer. 10 Nauwelijks was hij gereed met het offeren van het brandoffer, of zie, daar kwam Samuël. Sjaoel ging hem tegemoet om hem te begroeten. 11 Toen zeide Samuël: Wat hebt gij gedaan? Sjaoel antwoordde: Daar ik zag, dat het volk van mij wegliep en gij niet op de afgesproken tijd kwaamt, terwijl de Filistijnen te Mikmas verzameld waren. 12 Dacht ik: nu zullen de Filistijnen op mij afkomen te Gilgal, en ik heb de gunst van Yahweh nog niet gezocht; toen heb ik mij verstout en heb het brandoffer geofferd. 13 Samuël zeide tot Sjaoel: Gij hebt dwaas gehandeld; gij hebt niet in acht genomen het gebod van Yahweh, uw Elohim, dat Hij u geboden heeft, anders zou Yahweh uw koningschap over Israël voor altijd bevestigd hebben. 14 Maar nu zal uw koningschap niet bestendig zijn. Yahweh heeft Zich een man uitgezocht naar zijn hart en Yahweh heeft hem tot een vorst over zijn volk aangesteld, omdat gij niet in acht genomen hebt wat Yahweh u geboden had. Yahweh kijkt niet naar reputaties of wie iemand is, het was verkeerd van Sjaoel die geen Priester was om een dier te offeren en het zou dus evengoed verkeerd zijn dat David dat zou doen indien hij geen Priester was maar zoals we al hadden uitgelegd was David een Priester, doch geen Levitische maar een Melchisedek Priester. Hieroner kan u zien hoe David brood at van de Toonbroden Tafel die slechts voor de Priesters was bedoeld. 1 Sam 21:3-6 Nu dan, wat hebt gij voorhanden? Geef mij vijf broden mee of wat er maar is. 4 Daarop antwoordde de prister David: Ik heb geen gewoon brood voorhanden, maar er is wel heilig brood; als de manschappen zich maar van de vrouwen onthouden hebben. 5 David antwoordde de priester en zeide tot hem: Zeker, de omgang met vrouwen Is ons, evenals vroeger, ontzegd, wanneer ik uittrek, de wapens der manschappen zijn heilig, en al is dit een ongewijde tocht, niet temin is hij heden heilig door de wapens. 6 Toen gaf de priester hem het apart-gezette brood, omdat er geen ander was dan het toonbrood dat men gewoon is voor het aangezicht voor Yahweh weg te nemen, om op de dag dat men het wegneemt, vers brood neer te leggen.
Kijk hieronder dat zelfs Yahsjoea' zegt dat David onschuldig was om van het brood te eten. Luc 6:2-4 Maar sommige van de Farizeeën zeiden: Waarom doet gij wat op sjabbat niet mag? 3 En Yahsjoea' antwoordde en zeide tot hen: Hebt gij dan ook dit niet gelezen, wat Dawid gedaan heeft, toen hij en die met hem waren honger kregen? 4 Hoe hij het huis van Elohim binnengegaan is en de Toonbroden heeft genomen en ervan gegeten heeft en gegeven aan die met hem waren, waarvan niemand mag eten dan alleen de Priesters? De discipelen van Yahsjoea' werden valselijk beschuldigd dat ze de sjabbath vertreden terwijl dit niet zo was en daarom gebruikte Yahsjoea' het voorbeeld van Dawid die ook valselijk werd beschuldigd dat het niet toegestaan was dat hij van de broden at maar het was toegestaan mits hij wel een Priester was. David zat ook naast de ark van het verbond van Yahweh, iets wat slechts een Priester zou mogen doen. 2 Sam 7:18 Toen ging koning Dawid naar binnen, zette zich neder voor Yahweh en zeide: Wie ben Ik, Adonai Yahweh, en wat is mijn huis, dat Gij mij tot hiertoe gebracht hebt? Yahweh sloot dit speciale verbond niet enkel met David maar met zijn huis want door hem ging een Zoon geboren worden die de Messias en Koning van het universum zou zijn. Dit is dan ook de reden waarom de Schrift duidelijk zegt dat de zonen van David Priesters waren. 2 Sam 8:18 Benaja ben Jojada, voerde het bevel over de Keretieten en de Peletieten; en de bnei (zonen van) David waren Priesters (Hebreeuws: Kohaniem). Het Hebreeuwse woord voor Priester is “Kohen”, het woord voor Priesters van de hoogste orde. De zonen van David waren geen Levitische Priesters maar van de orde van Melchisedek. Psa 110:1-2 (Een Psalm van Dawid) Aldus luidt het woord van Yahweh tot mijn Adon: Zet u aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden gelegd heb als een voetbank voor uw voeten. 2 Yahweh strekt van Tzion uw machtige scepter uit: heers te midden van uw vijanden. Psa 110:4 Yahweh heeft gezworen en het berouwt Hem nieit: Gij zijt Priester voor eeuwig, naar de wijze van Malki-tzedeq. Nu ik heb uitgelegd dat de Stad van David inderdaad de Berg Tzion is en dat de Berg Tzion effectief de plaats is waar Yahweh heeft beslist om eeuwig te wonen en dat ook de belofte duidelijk werd gemaakt door Yahweh aan David dat er een zoon uit zijn lendenen ging voortkomen, zou gezalfd (Messias) worden en voor eeuwig regeren in een Heiligdom door Yahweh voor David en de Messias van Yahweh gebouwd. Daarnaast is er aangetoond dat David zeer zeker een Melchisedek priester was en zo ook de Zoon die uit zijn lendenen zou komen, Yahsjoea' van Nazareth die een hogepriester is van de Melchisedek orde (Hebreeën 7). Nu wil ik graag een ontdekking meedelen die deze zomer werd aangekondigd in de Stad van David en Yahweh heeft mij niet alleen gezegend om het zelf te aanschouwen maar heeft de geheimenis van de sleutel van David geopenbaard aan mij d.m.v. de bovenstaande beloften en deze prachtige ontdekking. Naar het einde toe van de zomer van 2014, organiseerden archeologen die al 20 jaar aan het graven zijn in de Stad van David een samenkomst met andere archeologen hier in Israël om de recente ontdekkingen te bespreken die werden gedaan in de Stad van David. Ze hebben het Citadel opgegraven en zij geloven dat het werd gebruikt door Melchisedek maar de grootste ontdekking die werd onthuld is dat ze een aanbiddingsplaats hebben ontdekt die werd gebruikt om dieren te offeren terwijl ze groeven in de Stad van David, dichtbij de Gihon.
Mits de meeste mensen niet eens geloven of zelfs maar een beetje interesse hebben in de correcte locatie van de ware Tempelberg, werd dit quasi niet gepubliceerd. Maar ik werd gezegend door Yahweh om naar Jeruzalem af te reizen en de archeologen te ontmoeten die de ontdekking gedaan hebben om zelf te zien wat ze gevonden hebben en waar ze het gevonden hebben en ik wil dat nu met jullie delen. Wat men vond boven de bron Gihon was een gebied waar de dieren werden naartoe gebracht om ze te slachten en daar was een altaar waar het dier werd gedood en waar het bloed in een kom droop. Er pal naast stond een pers voor olijven waar men verse olijfolie kon persen voor apart-gezette doeleinden zoals zalving, alsmede een graanmolen voor graanoffers. Er was ook een plaats waar er rekken hingen om de dieren te vellen en klaar te maken voor te offeren. De ruimte was groot dat werd gebruikt om vele dieren te offeren, het was dus geen enge ruimte voor privé doeleinden. Daarnaast en mogelijks belangrijker nog dan al de rest is het feit dat men daar een stella (rechtstaande steen) vond die werd gebruikt voor aanbidding en nog steeds in de oorspronkelijke positie stond. De steen bevatte geen tekeningen waardoor men zou weten dat het om heidens gebruik gaat en wat nog mooier is, is het feit dat quasi elke heidense tempel die ooit gebouwd werd zich van het westen naar het oosten richtte mits de heidenen de zon aanbaden die in het oosten opkwam maar deze plaats van aanbidding was precies zoals het Heiligdom van Yahweh van het oosten naar het westen gericht zodat de aanbidders opzettelijk zich niet tot de zon zouden richten. Vergeet ook niet dat deze vondsten niet zomaar ergens werden gedaan maar in de hoogsteigen Stad van David (de Akra), pal boven de bron Gihon mét zelfs een trap die op en neer ging naar de bron die zich daar bevond van de pre-Davidische tijd, terug daterende tot Melchisedek. Het gebied waar deze vondsten gedaan werden, is niet openbaar toegankelijk maar is een gesloten gebied dat met een grote metalen poort vergrendeld is, met een slot, sleutel en een grote ketting die het gebied beschermd en momenteel ben ik een van de weinige mensen op aarde die gezegend werd om het bewijs te aanschouwen van deze zeer heilige plaats, de Heilige Geest legde de volgende passage in mijn gedachten. Openbaring 3:7-8 En schrijf aan de engel der gemeente te Filadelfia: Dit zegt de Heilige, de Waarachtige, “die de sleutel van Dawid heeft, die opent en niemand zal sluiten” 8 Ik weet uw werken: zie, Ik heb een geopende deur voor uw aangezicht gegeven, die niemand kan sluiten; want gij hebt kleine kracht, maar gij hebt mijn woord bewaard en mijn Naam niet verloochend. Wanneer de sleutel het slot opende van deze grote metalen deur en de zware ketting, werd ik enorm nederig beseffende dat alleen Yahweh dergelijk kennis kan geven en alleen Yahweh op die manier een deur kan openen. 99% van de geleerden en archeologen zijn blind voor de ware plaats van het Heiligdom van Yahweh, denkende dat het zich bevindt op de plaats van het heidens Romeinse fort dat symbool stond voor de verwoesting van het Judeese volk. En toch is deze zogenaamde belangrijke heilige plaats niet de locatie van de Tempel van Salomo mits de Tempel van Salomo zich bevond op de Ofel heuvel, ten noorden van de Akra die verbonden werden door de Millo en dat is duidelijk gebleken door opgravingen van onlangs op de Ofel heuvel en men heeft daar bewijs gevonden dat vertelt waar de Tempel van Salomo zich bevond, alsmede de muren die Nehemia bouwde rond het Heiligdom van Yahweh in de 5de eeuw v. Ch. Wat is dan deze enorm interessante vondst die ik mocht zien als zegening in de Akra – Stad van David? Het was de meest ontzagwekkende archeologische vondst dat we tot nu toe hebben gezien, nog belangrijker dan de Tempel van Salomo of zelfs de ark van het verbond. Wat ik heb gezien was het afnemen
van de sluier van de Sleutel van David zoals de Schrift zegt en de plaats waar Koning David de apart-gezette ark van Yahweh bracht toen hij tot koning werd gemaakt over het verenigde Koninkrijk der Israëlieten in de Stad van David. 1 Kron 15:1-3 Hij bouwde zich huizen in de stad van David, bereidde een plaats voor de ark van Elohim en spande voor haar een tent. 2 Toen zeide David: Niemand mad de ark van Elohim dragen dan alleen de Levieten, want hen heeft Yahweh uitverkoren om de ark van Yahweh te dragen en Hem voor altijd te dienen. 3 En David riep geheel Israël samen te Jeruzalem om de ark van Yahweh te brengen naar de plaats die hij voor haar had bereid. 1 Kron 15:11-15 Toen riep David de priesters Tzadoq en Abjatar, en de Levieten Uriël, Asaja, Joël, Semaja, Eliël en Amminadab, 12 En zeide tot hen: Gij familiehoofden der Levieten, heiligt u gij en uw broeders, opdat gij de ark van Yahweh, de Elohim van Israël, kunt brengen naar de plaats die ik voor haar heb bereid. 13 Want daar gij het de vorige keer niet gedaan hebt, heeft Yahweh, onze Elohim, ons een zware slag toegebracht, omdat wij Hem niet hadden geraadpleegd, zoals het behoorde. 14 Daarom heiligden zich de priesters en de Levieten om de ark van Yahweh, Elohim van Israël, over te brengen. 15 De Levieten nu droegen de ark van Elohim, met draagbomen om hun schouders, gelijk Mozes naar het woord van Yahweh geboden had. 1 Kron 15:27-28 David was gekleed in een mantel van fijn linnen, evenals al de Levieten die de ark droegen, de zangers, en Kenanja, die over het vervoer en de zangers de leiding had; en David droeg een linnen lijfrok; 28 Geheel Israël haalde de ark van het verbond van Yahweh onder gejubel en hoorngeschal, met trompetten en cimbalen, spelend op harpen en citers. 1 Kron 16 1-2 Nadat zij de ark van Elohim binnengebracht hadden, zetten zij haar neer midden in de tent die David voor haar gespannen had, en zij brachten brandoffers en vredeoffers voor Elohim aangezicht. 2 Toen David gereed was met het brengen van de brandoffers en de vredeoffers, zegende hij het volk in de naam van Yahweh. De eerste keer dat David probeerde om de ark des verbonds mee te brengen deed hij dat niet volgens de scheppingsorde en plaatste die op een wagentje en Oezza reikte zijn hand uit om te voorkomen dat het zou vallen en stierf omdat hij die aanraakte maar nu dat Koning David volledig de scheppingsorde van Yahweh volgde en de Levieten de ark deed dragen zoals voorschreven in de Thora en omdat hij daarnaast een plaats had voorbereid in de Stad van David (Akra) en er een tent had opgezet waarin het kon verblijven. Dit is die plaats waarmee ik gezegend werd om te kunnen aanschouwen, pal boven de bron Gihon, dewelke werd gebruikt om de ark des verbonds te plaatsen en waar de aanwezigheid van Yahweh was ten tijde van de laatste 33 jaar van het koningschap van David. Koning David offerde ook dieren dus moest er wel een altaar staan om dat te kunnen verrichten. De heilige plaats die ik mocht zien was pal boven de bron Gihon en die plaats bevatte hetzelfde altaar dat Koning David gebruikte om de dieren te offeren terwijl hij de ark opbracht. Kijk naar wat de Schrift zegt over het kronen van Salomo. 1 Koningen 1:32-34 Voorts zeide koning David: Roept mij de priester Tzadoq, de profeet Natan en Benaja, de zoon van Jojada; en zij traden binnen bij de koning. 33 En de koning zeide tot hen: Neemt de dienaren van uw heer met u; laat mijn zoon Salomo op mijn eigen muildier rijden, en brengt hem naar Gichon. 34 Daar zullen de priester Tzadoq en profeet Natan hem tot koning over Israël zalven; blaast dan op de
bazuin en roept: Leve koning Salomo! 1 Koningen 1:38-39 Toen gingen de priester Tzadoq, de profeet Natan en Benaja ben Jojada, met de Keretieten en Peletieten heen, lieten Sjlomo op het muildier van koning David rijden en leidden hem naar Gihon. 39 De priester Tzadoq had de hoorn met olie uit de tent meegonomen, en hij zalfde Sjlomo; toen blies men op de bazuin, en al het volk riep: Leve koning Sjlomo! Het is heel duidelijk dat Salomo werd gezalfd bij de bron Gihon en dat Tzadoq haKohen de tent binnenging die David had opgezet en de apart-gezette zalfolie gaf om Salomo te zalven. Interessant is ook het feit dat de apart-gezette of heilige plaats waar ik stond zich pal boven de bron Gihon bevond met een pers om apart-gezette olijfolie te maken voor zalving en het was zonder twijfel de plaats waar dit allemaal is gebeurd. Maar eenmaal koning David stierf, bouwde Salomo het Heiligdom van Yahweh niet in de Akra waar Yahweh had beloofd om voor David een eeuwig huis te bouwen maar hij verbond de Akra (de Stad van David) met de Ofel heuvel door de Millo op te vullen en bouwde daarna de Tempel op de Ofel en verplaatste de ark des verbonds naar de Ofel, weg van de Akra waar het oospronkelijk stond in het heilige gebied waarin ik mij bevond, in de Stad van David. 1 Koningen 8:1-4 Toen vergaderde Sjlomo de oudsten van Israël en al de stamhoofden, de familie vorsten der Israëlieten, tot koning Sjlomo te Jeroesjalajiem, om de ark van het verbond van Yahweh uit de stad van Dawid, dat is Tzion, opwaarts te brengen. 2 En alle mannen van Israël kwamen bij koning Salomo samen, op het feest in de maand Ethanim, dat is de zevende maand, 3 Toen alle oudsten van Israël gekomen waren, hieven de priesters de ark op, 4 en zij brachten de ark van Yahweh, en de tent der samenkomst en alle heilige voorwerpen die in de tent waren, opwaarts; de priesters en de Levieten brachten ze opwaarts. Hierna maakte Salomo het gebied schoon waar Koning David zijn tabernakel had geplaatst en begroef hij het en het lag begraven ongeveer 3 000 jaar totdat de archeologen het onlangs ontdekten en het gebied opgroeven in de afgelopen twee jaar. Waarom is het dan van zo een grote betekenis dat men hét altaar en tabernakel vond waar Koning David de ark des verbonds onder bracht, alsmede er dieren offers bracht en Sjlomo kroonde? Omdat de Schrift ons vertelt dat dit een teken is dat de Messias komt! Amos 9:6 Hij die in de hemel zijn opperzalen heeft gebouwd en zijn gewelf op aarde heeft gegrondvest, die het water der zee heeft opgeroepen en uitgegoten over de oppervlakte der aarde- Yahweh is Zijn naam. Amos 9:8 Zie, de ogen van Adonai Yahweh zijn tegen het zondige koninkrijk, en Ik zal het verdelgen van de aardbodem. Evenwel zal Ik het huis van Jakob niet geheel en al verdelgen, luidt het woord van Yahweh. Amos 9:9 Want zie, Ik geef bevel, en Ik schud het huis van Israël onder al de volken, gelijk men met een zeef schudt, en geen steentje zal ter aarde vallen. Amos 9:11 Te dien dage zal Ik de vervallen Soekka van David weder oprichten, Ik zal haar scheuren dichten en wat daarvan is ingestort, overeind zetten; Ik zal haar herbouwen als in de dagen van ouds. Amos 9:14-15 Ik zal een keer brengen in het lot van mijn volk Israël: verwoeste steden zullen zij herbouwen en bewonen; wijngaarden zullen zij planten en de wijn ervan drinken; boomgaarden zullen zij aanleggen en de vrucht daarvan eten. Het is heel duidelijk volgens Amos 9:11 dat Yahweh zegt dat in de Messiaanse tijd Israël terug een natie zal worden en dat Hij de Hut van David die ingestort is zal opbouwen, haar scheuren dichten en het herbouwen
zoals de vroegere tijden. Lees ook de volgende passage: Psa 102:12-21 Maar Gij, O Yahweh, troont voor eeuwig, uw naam blijft van geslacht tot geslacht. 14 Gij zult opstaan, U over Tzion erbarmen, want het is tijd haar genadige te zijn, want de bepaalde tijd (mo'ed) is gekomen, 15 Want uw knechten hebben behagen in haar stenen, zij hebben medelijden met haar puin. 16 Dan zullen de volkeren de naam van Yahweh vrezen, alle koningen der aarde uw heerlijkheid, 17 Wanneer Yahweh Tzion heeft gebouwd, en verschenen is in zijn heerlijkheid. 18 Zich heeft gewend tot het gebed van de berooide en hun gebed niet heeft veracht. 19 Dit worde opgeschreven voor een volgend geslacht, en het volk dat geschapen zal worden, zal Yahweh loven; 20 Want Hij heeft uit zijn heilige hoogte neergezien, Yahweh heeft uit de hemel op aarde geschouwd, 21 om het zuchten der gevangenen te horen, om de ten dode gedoemden te bevrijden; 22 opdat men de naam van Yahweh in Tzion vertelle, en zijn lof in Jeruzalem. Wat een prachtige passage! Het verhaalt over Yahweh die genade zal hebben voor Tzion en haar vooropgestelde tijd wanneer zij zal herbouwd worden of herontdekt worden en het vers daarna zegt dat Zijn dienaren behagen hebben in diens stenen en medelijden hebben met haar puin, nog een duidelijk verwijzing naar archeologie. En vers 16 maakt het helemaal duidelijk dat ten tijde van Yahweh die de Berg Tzion herbouwt dat de Messias zal wederkeren en dat dit alles opgeschreven staat voor de laatste generatie. De Berg Tzion is herbouwd en is een duidelijk teken dat Yahsjoea' zich opmaakt voor zijn wederkomst en het herbouwen maar niet van een tent voor Koning David zoals hij voordien had gedaan voor de ark van Yahweh maar dat Hij een vast huis zal bouwen voor Koning David om daar eeuwig in te wonen. Zec 6:12-13 En zeg tot hem: Zo zegt Yahweh der heerscharen: zie, een man, wiens naam is Spruit. Deze zal uit zijn plaats uitspruiten en hij zal de tempel van Yahweh bouwen. 13 Ja, hij zal de Tempel van Yahweh bouwen en Hij zal met majesteit bekleed zijn en als heerser zitten op zijn troon; en hij zal priester zijn op zijn troon; heilzaam overleg zal er tussen hen beiden zijn. Inderdaad, er zijn vele tekenen dat de wederkomst van de Messias eraan zit te komen maar er is geen duidelijker teken van zijn wederkomst dan het herbouwen van het tabernakel van David dat gevallen is. De zendeling of apostel Ja'qob profeteerde ook over de Hut van David die zou gevonden en hersteld worden. Handelingen 15:15-17 En hiermede stemmen overeen de woorden der profeten, gelijk geschreven staat: 16 Daarna zal Ik wederkeren en de vervallen Soekka van Dawid weder opbouwen, en wat daarvan is ingestort, zal Ik weder opbouwen, en Ik zal haar weder oprichten, 17 opdat het overige deel der mensen Yahweh zoeke, en alle natiën, over welke Mijn Naam is uitgeroepen, spreekt Yahweh, die deze dingen doet. Wat we zien in vers 17 is dat de Hut van David gevonden en opgegraven wordt en dat wordt gekoppeld aan het vergaderen van het volk over de hele aarde dat Zijn Naam draagt (Jisrael). Dit is zeer verbazingwekkend want slechts sinds de jaren 1990 is er een wereldwijde beweging van gelovigen die onder leiding van de Heilige Geest beseffen dat ze niet zomaar heidenen zijn maar eigenlijk overblijfsels van de verloren stammen van Israël gekend als Efraïm in de Schrift, die de hoofdstam was van het Noordelijk Rijk. Laten we Romeinen erbij nemen om te zien wat het inhoudt dat de noordelijke stammen van Israël zullen erkennen wie ze echt zijn.
Rom 11: 1 Ik vraag dan: Yahweh heeft zijn volk toch niet verstoten? Volstrekt niet! Ik ben immers zelf een Israëliet, uit het nageslacht van Abraham, van de stam Benjamin. Rom 11:2a “Yahweh heeft zijn volk niet verstoten, dat Hij tevoren gekend heeft.” Rom 11:5 Zo is er dan ook in de tegenwoordige tijd een overblijfsel gelaten naar de verkiezing der genade. Rom 11:11 Ik vraag dan: zij zijn toch niet zo gestruikeld, dat zij wel vallen mosten? Volstrekt niet! Door hun val is het heil tot de heidenen gekomen, om hen tot naijver op te wekken. 12 Betekent nu hun val rijkdom voor de wereld en hun tekort rijkdom voor de heidenen, hoeveel te meer hun volheid! Rom 11:15 Want, indien hun verwerping de verzoening der wereld is, wat zal hun aanneming anders wezen dan leven uit de doden? Het verbond dat Yahweh sloot was met het Huis van Israël en mits zij werden verstrooid in de Diaspora, zond Yahsjoea' zijn Zendelingen of Apostelen uit in het Nieuwe Verbond. Hij vertelde hen niet op weg te gaan naar de heidenen maar om de verloren schapen van het Huis Israëls op te zoeken (Matt 10:6). Maar toch ziet Yahweh niet naar wie iemand is en wanneer de Apostelen de boodschap van verlossing meenamen naar de natiën kon iedereen, van ongeacht welke etniciteit of land van herkomst, zichzelf inenten op Israël indien hun hart zich omkeerde naar Yahweh en zij Yahsjoea' als Verlosser voor de vergiffenis van hun zonden aanvaarden. Daarom zegt Yahweh in vers 11 dat hun afvallen uitmondde in verlossing voor de heidenen. Maar er staat ook in vers 15 dat hun herstel zal leiden tot leven voor de doden: DE OPSTANDING! Zo zien we dat het herbouwen en herstellen van de Soekka van David vasthangt aan het begrijpen van het herstel van Israëls identiteit en dat zal leiden tot de wederkomst van de Messias en de opstanding uit de doden. Daarom is het vinden en herstellen van het tabernakel van David zo belangrijk en wijst erop voor de overblijfsel gelovigen dat Yahsjoea' zijn wederkomst nabij is. Ik wil graag nog een laatste punt toevoegen aan dit artikel wat ook heel belangrijk is voor de komende vergelijking. Ik had melding gemaakt van de belangrijke staande steen (pilaar) die werd gevonden in de Stad van David in een gebied dat de archeologen bestempelen als “het Heilige der Heiligen”. Dit was een enorm belangrijke steen die daar werd geplaatst als een aanwijzing van Yahweh aanbidding. Wat nu ook belangrijk is, is het feit dat de archeologen ook zeggen dat deze heilige plaats oorspronkelijk werd gebruikt door Melchisedek en toen nog in gebruik was tot de tijd van Salomo. Indien we ook het feit begrijpen dat de Tuin van E'den zich in Jeruzalem bevond op de plaats waar de bron Gihon van voortkwam, dan is datgene wat ik op het punt sta te delen een prachtig einde voor een prachtige vondst. Melchisedek was ook de Koning van Sjalem, wat een andere benaming is voor Jeruzalem. De naam Yeroe-shalajiem is de stad van vrede maar het voorzetsel “yeroe” betekent letterlijk hoeksteen. En de pilaar dat daar stond, daar werd van geprofeteerd dat het de hoeksteen zou zijn voor de millenium tempel die komt. Gen 28:10-14 Jakob vertrok uit Berseba en ging naar Haran. 11 En hij bereikte een plaats, waar hij bleef overnachten, omdat de zon ondergegaan was. En hij nam een van de stenen der plaats, legde die onder zijn hoofd en ging op die plaats slapen. 12 Toen droomde hij, en zie, op de aarde was een ladder opgericht, waarvan de top tot aan de hemel reikte, en zie, hemelse boodschappers van Elohim klommen daarlangs op en daalden daarlangs neder. 13 En zie, Yahweh stond bovenaan en zeide: Ik ben Yahweh, Elohim van uw vader Abraham, en Elohim van Isaak; het land, waarop gij ligt, zal Ik aan u en aan uw nageslacht geven.
14 En uw nageslacht zal zijn als het stof der aarde, en gij zult u uitbreiden naar het westen, oosten, noorden, en zuiden, en met u en met uw nageslacht zullen alle geslachten des aardbodems gezegend worden. Gen 28:16-19a Toen Jakob uit zijn slaap ontwaakte, zeide hij: Waarlijk, Yahweh is aan deze plaats, en ik heb het niet geweten. 17 En hij vreesde en zeide: Hoe ontzagwekkend is deze plaats. Dit is niet anders dan een huis van (Bejth) Elohim, dit is de poort des Hemels. 18 De volgende morgen vroeg nam Jakob de steen die hij onder zijn hoofd gelegd had, stelde die tot een opgerichte steen en goot er olie boven op. 19a En hij noemde de plaats Beit El. (het huis van Elohim) Dit verhaal is enorm profetisch en toont het fundament aan van het verbond tussen Yahweh en Israël, alsmede wat het fundament zal zijn voor het millennium Heiligdom van Yahweh. Ik geloof dat de steen die ik zag in de Stad van David zeer zeker wel eens deze steen zou kunnen zijn die Ja'qob nam en neerzette en het Bejth-El (Bethel) noemde. Hij vernoemde niet per sé de stad die zich een paar kilometer verder van Jeruzalem bevindt maar hij wees aan waar het Huis van (Bejth) El zou zijn want dat is precies wat BethEl betekent. Als men daarnaast terugkijkt naar Amos 9 welke profetie spreekt van het opgraven en herstellen van het tabernakel van David, staat daar het volgende in vers 6: Amos 9:6 die in de hemel zijn opperzalen heeft gebouwd en zijn gewelf op aarde heeft gegrondvest, die het water der zee heeft opgeroepen en uitgegoten over de oppervlakte der aarde- Yahweh is zijn naam. Amos 9:9 Want zie, Ik geef bevel, en Ik schud het huis van Israël onder al de volken, gelijk men met een zeef schudt, en geen steentje zal ter aarde vallen. Amos 9:11 Te dien dage zal Ik de vervallen hut (Sukkoth) van David weder oprichten, Ik zal haar scheuren dichten en wat daarvan is ingestort, overeind zetten; Ik zal haar herbouwen als in de dagen van ouds. In dit zeer profetische hoofdstuk zien we de ladder van Yahweh die in verbinding staat met de steen van Jakob in vers 6, we zien het terugroepen van de stammen Israëls in vers 9 en we zien het opgraven en herstellen van het tabernakel van David in vers 11. De plaats die ik mocht zien als zegening in de stad van David, waar de heilige steen stond, staat daar pal naast een trap die op en neer ging op elke kant van de bron Gihon, de waterbron ten tijde van de schepping. (Gen 2:13) Hiermee is de sleutel van David opgelost. Yahweh sloot een eeuwig verbond met Abraham, wat Hij bevestigde met Ja'qob en verlengde tot Koning David want Yahweh zou voor hem een eeuwig huis bouwen en dat niet op de Ofel zoals Salomo de stad van David verbond door de Millo op te vullen maar Yahweh zal een huis voor Koning David bouwen in de Akra wat de oorspronkelijke Stad van David is op de site waar Melchisedek (Yahsjoea') de Hoge Priester regeerde en de plaats waar de aanwezigheid van Yahweh en ark des verbonds oorspronkelijk waren, in het tabernakel van David dat begraven en bedekt werd door Salomo toen hij het verhuisde naar de Ofel. Het wacht nu al 3 000 jaar, tot de “vooropgestelde tijd” naar Psalm 102:13 wanneer Yahweh het opgraven zou inspireren en het tabernakel van Koning David zou herstellen dat gevallen was en er werd ook gewacht op de ontdekking van de steen van Ja'qob wat de hoeksteen is van het millennium Melchisedek Heiligdom dat zou gebouwd worden door Yahsjoea' zelf voor David en zijn huis, voor eeuwig. (Zech 6:12-13) Jesaja 28:16-17 Daarom, zo zegt Adonai Yahweh: Zie, Ik leg in Tzion een steen ten grondslag, een beproefde steen, een kostbare hoeksteen van een vaste grondslag; hij die gelooft, haast niet. 17 En Ik zal het recht tot meetsnoer maken en de gerechtigheid tot paslood; en de hagel zal de leugenschuilplaats wegvagen en het water zal de toevlucht wegspoelen.
Hoe prachtig dat er staat dat hij die gelooft niet haast en toen ik de steen zag kon ik simpelweg niet zomaar vertrekken en ik bleef ongeveer een uur lang in deze ruimte. De steen die zich boven de bron Gihon bevindt (waar het water stroomt in de Berg Tzion) zal alle leugens van de vijand wegspelen en eeuwige rechtvaardigheid met zich meebrengen. Het is echt de steen die de bouwers hebben verworpen maar toch de hoeksteen is geworden, de steen die Yahsjoea' voorstelt wie de Koning van (Malki) rechtvaardigheid (Tzedeq) en tevens zowel de Messias als Koning van Israël is. Dan 2:34 -35 Terwijl gij bleeft toezien, raakte, zonder toedoen van mensenhanden, een steen los, die het beeld trof aan de voeten van ijzer en leem en deze verbrijzelde; 35 toen werden tegelijkertijd het ijzer, het leem, het koper, het zilver en het goud verbrijzeld, en zij werden gelijk kaf op een dorsvloer in de zomer, en de wind voerde ze mee, zodat er geen spoor meer van te vinden was; maar de steen die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg, die de gehele aarde vulde. Dan 2:44-45 Maar in de dagen van die koningen zal Elohim des hemels een koninkrijk oprichten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan, en waarvan de heerschappij op geen ander volk meer zal overgegaan: het zal al die koninkrijken verbrijzelen en daaraan een einde maken, maar zelf zal het bestaan in eeuwigheid, 45 juist zoals gij gezien hebt, dat zonder toedoen van mensenhanden een steen van de berg losraakte en het ijzer, het koper, het leem, het zilver en het goud verbrijzelde. Dit is één van of zelfs dé meest fascinerende vondst van onze tijd en wijst duidelijk aan dat de dagen nabij gekomen zijn. Ik stel mij nederig op dat Yahweh mij heeft gekozen om de Sleutel van David aan te openbaren aan Zijn eindtijd overblijfsel. Yahweh heeft ongelofelijke deuren geopend om het Goede Nieuws te brengen van de wederkomst van Yahsjoea' vanuit Jeruzalem naar de hele aarde. Echt waar, Yahweh toont aan Zijn trouwe overblijfsel en bruid dat het dichterbij komt en we moeten ons omkeren van welke zwevende zonden dan ook in ons leven en ons voorbereiden voor de wederkomst van de Bruidegom. We nodigen alle ware gelovigen uit die de scheppingsorde begrijpen, om een handje te helpen voor deze grootse eindtijd uitzending.
Congregation of YHWH PO Box 832 Carteret NJ 07008