De magische sleutel van Slot Ravenstein
Eerste druk, oktober 2010 © 2010 Dini Reijers Coverafbeelding: Martijn Balink Portretfoto: Dieke Balink Redactie: Floortje-Léonie van Wees www.pipensterre.nl isbn: nur:
978-90-484-1503-8 284
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (i) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (ii) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
magische sleutel van
De
Slot Ravenstein Dini Reijers
Voor Guusje, Maartje, Thom en Pepijn
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15.
Toeval of Teken De sleutel Vreemde krachten Tegenkrachten en Aardstralen De Ruïne De Egyptische magiër De Middeleeuwen Oude aanwijzingen Steeds dichterbij De tijd gaat dringen Ontmoeting met Heer Hessenrath Hekserij Een vreemde vogel De beslissende dag Het uur van de waarheid
9 17 34 42 61 66 72 77 84 95 106 113 126 133 140
1.
Toeval of Teken
Het is heel vroeg in de ochtend en nog bijna donker als Pip wakker wordt van een vreemd tikkend geluid. Het klinkt als het geluid dat de vlaggenstok maakt, wanneer het hard waait. Een beetje metaalachtig. Het komt van buiten. Omdat ze hoort dat het niet waait, wordt ze nieuwsgierig naar dat aanhoudende getik zo dicht bij haar raam. Slaperig stapt ze uit bed en schuift voorzichtig de gordijnen van haar slaapkamerraam in de dakkapel een beetje opzij. Vlakbij, op het schuine dak, ziet ze een grote zwarte raaf, die onderzoekend een stuk ijzer met zijn snavel om en om keert op de dakpannen. Geschrokken van de openschuivende gordijnen, vliegt de grote vogel weg. Terwijl hij dit doet, probeert hij het ijzeren ding in zijn snavel mee te nemen. Dan lijkt hij zich te bedenken en laat het los. Het valt kletterend terug op de dakpannen, glijdt naar beneden en blijft in de dakrand hangen. Vooroverhangend uit haar raam ziet Pip dat het geen gewoon stuk ijzer is. Het lijkt op een sleutel, maar dan een hele grote. Als ze nog eens goed kijkt ziet ze dat ze zich niet vergist. Het ís een sleutel. Ze rekt zich helemaal uit en probeert of ze hem vanuit het raam kan pakken. Dit lukt niet. Hij ligt te ver naar beneden. Snel gaat ze in haar kamer op zoek naar iets waarmee ze de hem uit de dakrand kan vissen. Ze durft best uit het raam op het dak te klimmen om hem te halen, maar ze weet dat haar ouders laaiend zouden zijn als ze erachter komen. Toen laatst de schoorsteen werd gerepareerd liepen de bouwvakkers ook zomaar over het dak. Dat zag er stoer uit en het leek heel gemakkelijk, maar het was levensgevaarlijk volgens haar vader. Dan ziet ze onder haar kast het stuk hout liggen dat ze een paar dagen geleden in de tuin heeft gevonden. Het is een oud stuk druivenhout met aan het einde een dikke krul. Hiermee begint ze vanuit haar raam de sleutel voorzichtig naar boven te halen. Ze probeert dit zo geruisloos mogelijk te doen zodat haar ouders niet wakker worden. De kraaien die vlakbij haar raam de notenboom aan het plunderen zijn, vliegen ontevreden krassend weg bij deze brutale onderbreking van hun ontbijt. Beetje bij beetje lukt het haar de sleutel dichterbij te krijgen. 9
Telkens als ze hem een eindje omhoog heeft gehaald glijdt hij over de gladde dakpannen weer naar beneden. Stug blijft ze volhouden. Dan, als hij vlak onder haar raam ligt, kan ze hem pakken. Wat een raar ding! Hij is bedekt met een dikke laag roest en vuil, maar het is duidelijk te zien dat het een sleutel is die ooit heel mooi versierd was met allerlei afbeeldingen. Daarbij is hij veel groter dan een gewone huissleutel. Voorzichtig legt ze haar vondst naast haar bed op het tafeltje en duikt nog even onder het dekbed. Waar zou hij vandaan komen? Vast van een heel groot en geheimzinnig gebouw en hoe oud zou hij zijn? Zo mijmert ze nog een tijdje door terwijl ze hem van dichtbij ligt te bekijken, totdat het tijd is om op te staan. Het huis waar Pip woont staat in het dorp waar ook haar opa en oma wonen. Hiervóór heeft ze samen met haar ouders in een appartement in de stad gewoond. Hier in het dorp heeft ze het erg naar haar zin. In de grote wilde tuin die rondom het huis ligt zijn zoveel hoekjes en verborgen plekjes. Er is altijd weer iets nieuws te zien of te vinden. Zoals de hoop met oude bloempotten waaronder ze een egelnest ontdekte. Ze woonden hier nog maar pas en tijdens een van haar speurtochten in de tuin zag ze de kleine egeltjes lopen. Keurig in een rijtje achter moeder aan. Stilletjes bleef Pip op een afstand kijken en ja hoor, ze verdwenen tussen de bloempotten. Heel voorzichtig heeft ze later gekeken en zag een nest, van bij elkaar gezocht opgedroogd gras, waarin de hele familie rustig lag te slapen. Voorzichtig heeft ze alles weer teruggelegd en haar vader gewaarschuwd deze rommel vooral niet op te ruimen. Haar ouders hebben allebei een drukke baan. Daarnaast zijn ze druk met de tuin, sporten, studie en allerlei andere zaken. Ze is wat blij dat ze haar nichtje heeft. Sterre is bijna even oud als zij. Ze schelen elkaar op de dag af 4 maanden. Ze zijn allebei op de 15e geboren. Volgens Dora, een vriendin van oma, is dit geen toeval. Dora doet vaker voorspellingen, die later uit blijken te komen. Zo heeft ze zelfs al vóór hun geboorte beweerd dat de band tussen de twee meisjes veel verder gaat dan de familieband die er nu tussen hen is. Wát dit ook mag betekenen. 10
De twee dikke vriendinnen vinden de voorspellingen en verhalen van Dora, die in het dorp ‘kruidenvrouwtje’ wordt genoemd, wel spannend maar ook niet meer dan dat. De twee meisjes zijn grotendeels samen opgegroeid. Hun moeders, die zussen zijn, hebben het zo geregeld dat ze tijdens de dagen dat hun ouders werken, altijd bij elkaar zijn. Óf in het dorp waar Sterre woont, óf bij Pip thuis. Ze gaan naar school in het dorp van Pip. Ze zijn dan wel familie van elkaar maar als je ze ziet zou je dat niet zeggen. Pip heeft donkerbruin haar, een bruinige huid en een paar grote donkere kijkers. Ze is ondernemend en een tikje brutaal. Ze reageert altijd snel op alles en iedereen. Sterre heeft blauwe ogen, lichtblond haar en een blanke huid en in tegenstelling tot haar nichtje is ze rustig en voorzichtig. Ze is er vanaf haar babytijd aan gewend dat Pip degene is die het eerst reageert en de meeste aandacht opeist. Dat vindt ze eigenlijk wel prettig. Ze is een denker en Pip een doener. De ouders van Pip, Noor en Jan, werken allebei als leerkracht, Sterres moeder Suus is tandarts en vader Tijn doet iets met computers. Wat dat precies is interesseert haar niet zo. In ieder geval zit hij ook thuis vaak achter zijn laptop. Sterre heeft niets met computers, zij is een buitenkind, net als Pip. Het gezin Raven valt in deze rustige, keurige buurt een beetje uit de toon Ze kunnen niet leven in een huis dat altijd keurig is opgeruimd. “Mam krijgt daar de kriebels van,” zei Pip op school tegen de andere kinderen. Die vonden dat het rommelig was bij haar thuis. Maar juist dáárom zo gezellig, dat zeiden ze erbij. Vriendinnen van haar moeder hoorde ze zelfs zeggen dat ze jaloers op haar moeder zijn. Zij menen altijd te moeten ruimen en poetsen terwijl Noor, Pips moeder, alle tijd lijkt te hebben voor leuke dingen. Pip vindt haar moeder wel grappig en is blij dat ze haar zoveel vrijheid geeft. Het is niet zo’n moederachtige moeder, zoals ze die vaak bij vriendinnen ziet. Toen ze nog in de stad woonden waren er veel meer mensen in hun omgeving die leefden zoals zij. In het dorp waar ze nu wonen is dat anders. Hier is iedereen veel meer bezig met de buitenkant, zoals 11
Noor dat noemt. Dat klopt wel vindt Pip, maar ze vindt de mensen hier toch heel aardig. Vaak komt iemand onverwacht even binnenlopen of iets brengen zoals groenten of fruit. Ze zou niet meer terug willen naar de stad. Hun tuin grenst aan een open vlakte. Hierdoor kijken ze uit op de ruïne van een kasteel. De ruïne staat op een stuk grond dat iets hoger ligt dan de rest van het dorp en lijkt daardoor groter dan zij in werkelijkheid is. Er staat nu alleen nog een stukje van de toegangspoort, een paar muren langs een stuk gracht en gedeelten van een paar torens. De rondingen van de torens zijn nog duidelijk te zien. De mensen in de omgeving schenken er nauwelijks aandacht aan. Wel komen er regelmatig toeristen kijken en foto’s maken. Op de open vlakte kan het, vooral in de herfst, flink hard waaien. Tot in haar slaapkamer kan Pip de wind dan horen gieren. De bladeren van de bomen uit de tuin van haar ouders vliegen dan in het rond, op zoek naar een plek om de winter af te wachten. Elk jaar opnieuw worden hun buren dan wat onrustig. De vele bomen en struiken in de tuin van de familie Raven bezorgen overlast vinden ze. Hun keurige tuinen worden door het vallende blad ontsierd. Ook deze herfst is er weer wat opwinding. Pips vader, Jan, weet met zijn charmante manier van optreden gelukkig iedereen weer gerust te stellen met de mededeling, dat het ongemak hooguit een paar weken duurt. “Dan zijn de bladeren van de bomen af en komen Noor, Pip, Sterre en ik meehelpen met het opruimen ervan.” Noor heeft altijd wat moeite met deze opwinding. “Waarom kunnen mensen niet gewoon blij zijn met bomen in hun omgeving. We hebben ze zo hard nodig.” Maar, even zo goed helpt ook zij mee, als ze op een rustige zaterdag samen met de hele buurt, de afgevallen bladeren bij elkaar harken om op de composthoop te gooien. Als de klus is geklaard wordt er iets gedronken en kan iedereen gelukkig weer lachen om de wildernis die hun buren van de tuin maken. “Zo hebben we tenminste een aanleiding om samen eens iets te drinken,” zegt Jan lachend, terwijl hij de koffiepot uitnodigend omhoog houdt. 12
Bij de open haard wordt de koffie dan uiteindelijk ingewisseld voor een glas wijn voor de volwassenen. Pip geniet van deze momenten. Dit is zo anders dan toen ze nog in de stad woonden. Op school hoorde Pip dat de grond binnen en rond het dorp al tijdens de Middeleeuwen werd bewoond. “De kastelen, oude torens en ruïnes in deze omgeving zijn de stille getuigen van een mooie, maar afschrikwekkende tijd, die al heel lang voorbij is,” zei meneer Stan, nadat hij het een en ander over de geschiedenis van deze omgeving had verteld. Nu is niet meer te merken dat roofridders en kasteelheren ooit de baas speelden over de mensen in en rond de kastelen in deze omgeving. De familie van Pip en Sterre woont hier al generaties lang. Hun over grootouders hebben in een boerderij in de omgeving gewoond. Nu wonen daar een oom en tante. Natuurlijk is er al vaak verbouwd en telkens bij graafwerkzaamheden kwamen er dingen tevoorschijn, zoals een oude kruik, stukken van borden of andere gebruiksvoorwerpen. Deze herfstdagen is het weer rustig en ietsje nevelig, het voelt heerlijk aan. Toch hangt er iets in de lucht. Iets dat Dora zegt te voelen. Ze heeft tegen oma gezegd dat ze aan de trillingen in de atmosfeer een bepaalde spanning voelt. Wat het is kan ze niet onder woorden brengen. Het maakt haar erg onrustig. “Stilte voor de storm,” mompelt ze, als ze bezig is de laatste kruiden uit haar tuin te knippen om op zolder te drogen te hangen. De laatste resten oregano, basilicum, dille en salie moeten eraan geloven. Ze worden geknipt en op bossen gebonden. Het huisje van Dora ligt prachtig verscholen tussen het groen. Zodra je door haar tuinpoort naar binnen loopt, waan je je in een andere wereld. Een sprookjesachtige wereld. Het huisje is heel oud maar nog helemaal in oorspronkelijke staat. Haar tuin is dicht begroeid. In de lente en zomer komt vooral de kleur blauw je vanuit alle hoeken tegemoet. Dit, in combinatie met zachtroze, wit en paars, geeft een prachtig plaatje. Dora doet alles zelf. Ze schildert, timmert, hakt hout en doet verder alles wat nodig is om huis en tuin op orde te houden. “Dat is goed voor mijn energie,” zegt ze altijd. “Ik moet dicht bij de natuur staan.” 13