De rol van vacuüm bij de warmtebehandeling van metalen producten
J.W. Bouwman PhD Consultant Vacuüm-Warmtebehandelingstechniek Dorpstraat 70B 6909AN Babberich E-Mail:
[email protected] Het Instrument, 7. Oktober 2010 In opdracht van de firma Ipsen Industries International GmbH, Kleve, Duitsland 2010 Ipsen International GmbH
Warmtebehandeling Proces, waarbij een werkstuk bewust wordt blootgesteld aan een TEMPERATUUR- TIJD – CYCLUS met het doel bepaalde eigenschappen te verkrijgen die voor de verdere bewerking of toepassing noodzakelijk zijn (bijv. hardheid, taaiheid, slijtvastheid, corrosiebestendigheid e.d.)
te m p e r a tu u r (°C )
opwarmen
houden
koelen
1300 langzaam langzaam
snel 100
tijd →
stapsgewijs
in vacuüm Waarom warmtebehandeling in vacuüm? Mogelijke reacties aan het oppervlak van de ovenlading tijdens een warmtebehandeling (afhankelijk van de ovenatmosfeer): -gewenst:
bijv. opkolen, nitreren, etc.
-niet gewenst:
bijv. oxidatie, ontkoling, effusie etc.
Bescherming van het oppervlak van de ovenlading door middel van: - vacuüm - en (/of) beschermgas (Endogas – N2 – Ar)
Factoren die de druk en samenstelling van de vacuümatmosfeer tijdens de warmtebehandeling bepalen 1/10
Wat is vacuüm? Vacuüm is: - De toestand van een verdund gas in een ruimte met een druk die lager is dan die van de heersende atmosferische omstandigheden (“onderdruk”) -
De kwaliteit van het vacuüm wordt uitgedrukt in de absolute druk van het restgas in de vacuümruimte
-
De gasdruk wordt gemeten in Pascal (Pa), waar 1 Pa = 1N/m2
-
Verdere gebruikelijke drukeenheden zijn: bar, mbar en Torr, waarbij
-
1 Pa = 1*10-5 bar = 1*10-2 mbar = 7,6*10-3 Torr
Factoren die de druk en samenstelling van de vacuümatmosfeer tijdens de warmtebehandeling bepalen 2/10
Indeling drukbereik in de vacuümtechniek Het is gebruikelijk een aantal vacuümgebieden te onderscheiden die overeenkomen met bepaalde drukgebieden:
Druk p
Grofvacuüm
Fijnvacuüm
Hoogvacuüm
Ultrahoogvacuüm
1013 - 1
1 – 10-3
10-3 – 10-7
<10-7
1019 - 1016
1016 - 1013
1013 – 109
<109
<10-2
10-2 - 10
10 - 105
>105
viskeus
Knudsen
moleculair
moleculair
in mbar Gasdeeltjesdichtheid n / cm3 Gemiddelde vrije weglengte λ in cm Aard van de gasstroming
Factoren die de druk en samenstelling van de vacuümatmosfeer tijdens de warmtebehandeling bepalen 3/10
De constructie van de vacuümoven . Recipiёnt • Pompsysteem • Verwarmingskamer • Verwarmingssysteem • Meet- en regelsysteem voor temperatuur en vacuüm • Koelsysteem
Factoren die de druk en samenstelling van de vacuümatmosfeer tijdens de warmtebehandeling bepalen 4/10
Pompsysteem Bereikbare einddruk voor verschillende pompcombinaties Pomptype
Drukbereik in mbar 1 – 10-2
10-2 – 10-3
10-3 – 10-6
< 10-6
Draaischuifpomp
Noodzakelijk Noodzakelijk
Noodzakelijk Noodzakelijk
Rootspomp
Aanbevolen
Noodzakelijk
Aanbevolen
Diffusiepomp
-
Aanbevolen
Noodzakelijk Noodzakelijk
Turbomoleculairpomp
-
-
-
Noodzakelijk
Noodzakelijk
Factoren die de druk en samenstelling van de vacuümatmosfeer tijdens de warmtebehandeling bepalen 5/10
Samenstelling van de vacuümatmosfeer: a) de atmosferische lucht Gew.- %
Vol- %
Partiële druk (mbar)
N2
75,5
78,1
792
O2
23,0
20,9
212
Ar
1,3
0,93
9,5
CO2
0,04
0,03
0,3
Ne
1,2*10-3
1,8*10-3
1,9*10-2
He
7*10-5
5,3*10-4
5,3*10-3
CH4
2*10-4
2*10-4
2*10-3
Kr
3*10-4
1,1*10-4
1,1*10-3
N2 O
6*10-5
5*10-5
5*10-4
H2
5*10-6
5*10-5
5*10-4
Xe
4*10-5
8,7*10-6
9*10-5
O3
9*10-6
9*10-6
7*10-5
Σ
≤ 100 %
≤ 100 %
≤ 1013
1,6
1,15
11,7
H2O (50% RV, 20 °C)
Gasdeeltjesdichtheid n = 2,7*1025 per m3. Gemiddelde vrije weglengte < 10-2 cm = 0,1 mm
Factoren die de druk en samenstelling van de vacuümatmosfeer tijdens de warmtebehandeling bepalen 6/10
Samenstelling van de vacuümatmosfeer: b) Luchtsamenstelling bij verschillende drukken en bij kamertemperatuur
Druk(Torr)
Hoofdbestanddelen
Atm.
Lucht: 78% N2, 20% O2, 1%H2O, 1% Ar
10-3
Waterdamp (75%-95%)
10-6
Waterdamp (75%-95%)
Factoren die de druk en samenstelling van de vacuümatmosfeer tijdens de warmtebehandeling bepalen 7/10 Vergelijking van O2- en H2O-gehalte van beschermgas met vacuüm O2- en H2O-gehalte in beschermgas O2
H2O
Helium zuiver
<10 vpm
<10 vpm
Helium extreem zuiver
<1
<1
Argon zuiver
<5
Argon extreem zuiver
<1
O2- en H2O-gehalte in lucht bij verschillende vacuümniveaus Relatieve vochtigheid lucht = 50% (20°C) (Aanname dat het watergehalte bij vacuüm-condities 80 % van de totale gasdruk bedraagt) H2 O Luchtdruk O2 mbar Vol.% vpm Vol.% vpm 1013
20,1
2,0x105
1,15
115x102
1,3
0,0264
264
0,94
94x102
1,3x10-1
0,00264
26,4
0,094
940
1,3x10-2
0,000264
2,64
0,0094
94
1,3x10-3
0,000026
0,26
0,0009
9
1,3x10-4
0,000003
0,026
0,00009
0,9
<5 <1
Factoren die de druk en samenstelling van de vacuümatmosfeer beïnvloeden 8/10 Inlekwaarde van de oven en soort lek (lucht-,water-, gaslek)
Gebruikelijke inlekwaarde ovens in koude en ontgaste toestand (mbar.l/s): a) <1x10-3 voor niet oxidatiegevoelige producten/processen -harden/gloeien en Cu-solderen ongelegeerd staal, gereedschapstaal, roestvaststaal (niet Ti-gelegeerd) b) <1x10-4 voor oxidatiegevoelige producten/processen -gloeien, harden, solderen van Ti-gelegeerd roestvaststaal,Ti (legeringen), Al (legeringen)
Luchtsamenstelling bij beladen van de oven
Met name het watergehalte heeft een grote invloed
Ontgassing ovenlading en ovenkamer
Met name het watergehalte van de lucht, gekoelde plekken in de ovenruimte en de soort isolatie van de verwarmingskamer hebben een grote invloed(absorptie)
Terugstroming olie vacuümpompen naar de vacuümruimte
Vooral bij niet-optimale bedrijfsomstandigheden van de pompen, zoals onvoldoende koeling, slechte oliekwaliteit. Gevaar voor opkoling van de charge. Remedie: watergekoelde baffle boven diff.pomp aanbrengen / olievrije turbomoleculairpomp
Factoren die de druk en samenstelling van de vacuümatmosfeer beïnvloeden 9/10 Reactie bij hogere temperatuur tussen constructiemateriaal voor verwarmingselementen en verwarmingskamer met restgas (waterdamp) in de vacuümruimte
Met name koolstof van verwarmingselementen en kamerisolatie reageert vanaf ca. 700 °C met waterdamp onder vormi ng van koolmonoxide en waterstof. Koolmonoxide kan bij hogere temperaturen opkolend werken, vooral bij Ti(legeringen
Verdampen van legeringselementen van het metalen product
Vooral Mn en Cr verdampen al bij relatief lage temperatuur. (Zie tabel). Gevolg: Verlies aan hardbaarheid van Cr- en Mn-gelegeerd staal Remedie: Warmtebehandeling met inertgas-deeldruk duidelijk boven de dampdruk van deze elementen bij de max. behandelingstemperatuur.
Factoren die de druk en samenstelling van de vacuümatmosfeer tijdens de warmtebehandeling bepalen 10/10 Dampspanning van enkele voor de vacuümwarmtebehandeling belangrijke elementen bij verschillende temperaturen Temperatuur (°C) waar een dampdruk heerst van: 1,3x10-4 mbar
1,3x10-3 mbar
1,3x10-2 mbar
1,3x10-1 mbar
1000 mbar
Aluminium
808
890
997
1124
2058
Chromium
993
1091
1206
1343
2484
Goud
1191
1317
1466
1647
2999
Kobalt
1363
1495
1650
1834
-
Koolstof
2290
2473
2683
2928
4831
Koper
1036
1142
1274
1433
2764
Lood
548
620
718
821
1745
Magnesium
331
380
443
515
1108
Mangaan
792
878
981
1021
2153
Molybdenium
2097
2297
2535
3011
5573
Nikkel
1258
1372
1511
1680
2734
Tin
923
1011
1190
1271
2272
Titanium
1250
1385
1547
1725
-
IJzer
1196
1311
1448
1604
2737
Zilver
848
921
1048
1161
2214
Element
Vacuümniveaus en gebruikelijk toepassingsgebied Grofvacuüm Draaischuif-/ draaizuigerpomp
1000 – 1 mbar
Werkvacuüm <1 mbar
Harden/gloeien van staal: Voor enkele ongelegeerde staalsoorten voldoende; niet gebruikelijk voor het harden van gereedschapstaal Solderen: C-staal + Cu 1120 °C
Fijnvacuüm Draaischuif-/ draaizuigerpomp + Rootspomp
1 – 10-3 mbar
Werkvacuüm
Gebruikelijke bereik voor het harden/gloeien van gereedschap- en roestvaststaal(niet Ti-gelegeerd) en opkolen van staal
< 10-3 mbar
Solderen: roestvaststaal +Au/Ni 1050-1200 °C
Hoogvacuüm Draaischuif-/ draaizuigerpomp + Rootspomp + Diffusiepomp Evt. + LN2 - koelval
10-3 – 10-6 mbar Harden / gloeien van staal:
Werkvacuüm < 10-4 mbar
Gebruikelijk bereik voor het harden/gloeien van Ti-gelegeerd roestvaststaal Solderen: Voor Ti-legeringen, solderen met zilversoldeer 830°C Superlegeringen +Au/Ni 1010-1200 °C
Nieuwste ontwikkeling vacuümoventechniek Ontwikkelingen Energiebesparing LCP-Start (Low Current Power Start) Stroombesparing (3600A 570A) en verhoogde afschrikcapaciteit bij start gas-ventilatorkoeling Cosinus Phi-Omschakeling reduceert de blindstroom: 1000 °C 40% besparing Kleiner ovenvolume bij gelijkblijvende ruimte voor de lading 20% gas besparing
Nieuwste ontwikkelingen vacuüm-procestechniek 1/2 IPSEN
Door randopstikken kan het oppervlak van austenietische en martensietische roestvaste staalsoorten worden gehard
Doel: - Overdracht van N bij hoge temperatuur (≥ 1050°C) - Instellen van gedefinieerd rand-N-gehalte
Medium: N2:
splitst zich boven 1050°C
Injectiesproeier met SolNit® behandeld
(Verandering van de moleculaire in de atomaire toestand)
Nieuwste ontwikkelingen vacuüm-procestechniek 2/2 IPSEN SolNit® -M
Randopstikken van martensietische roestvaste staalsoorten
Het SolNit®-M-proces is o. a. geschikt voor: - Roestvaste wentellagers en gereedschappen - Geneeskundetechniek - Levensmiddelen- en polymeerverwerking - Slijtageonderdelen in de regenererings- en chemische techniek SolNit®-A
Randopstikken van (gedeeltelijk-) austenietische staalsoorten
Proces is zeer geschikt voor stromingswerktuigen zoals: - Pompen, - Turbines - Daartoe behorende hulpstukken, omdat daardoor de weerstand tegen cavitatie en erosie sterk wordt verhoogd. 16
Voordelen van warmtebehandelingen in vacuümovens
Seite 18