De rol van sociale status en cohesie Comparatief onderzoek tussen vinex- en themawijken
\
Datum: 03-02-2012 Student Renate Padding 6043585 Felicia van Loo 10003884 Merhawi Fessehazion 6184685 Kenny Oostrik 10000284
Docent Anouk Kootstra Visies op moderniteit Practicum
Inhoudsopgave Pagina Inleiding
3
Theoretisch kader -
Achtergrond thema- en vinexwijken
5
-
Sociale status
6
-
Distinctie
8
-
Sociale cohesie
10
-
Mêtis
12
-
Wijkplanning
12
-
Woningbouw
14
Probleemstelling -
Doel
18
-
Relevantie
19
-
Verwachting
19
-
Interdisciplinariteit
20
-
Ethische dilemma’s
20
Methode -
Onderzoeksdesign
21
-
Onderzoeksmethode
21
-
Respondenten
22
-
Operationalisering
23
-
Data-analyse
23
Resultaten -
Vinexwijk
24
-
Themawijk
33
Conclusie -
Sociale cohesie vinexwijk
40
-
Sociale status vinexwijk
41
-
Sociale cohesie themawijk
42
-
Sociale status themawijk
43
-
Hoofdvraag beantwoord
44
Discussie
47
Reflectie
48
Literatuurlijst
49
Bijlage
51
2
Inleiding Helmond, Rotterdam en Amsterdam kampten alle drie met een vergelijkbaar probleem: vanuit overheidsbeleid moesten ze een vinexwijk bouwen. De aangewezen buurt kampte echter met problemen van criminaliteit tot verpaupering (Meier & Reijndorp, 2010). De oplossing was het aantrekken van de rijkere middenklasse met zogenoemde themawijken. Dit werd verwezenlijkt door in te spelen op esthetiek. Door het toevoegen van thema’s en een grotere nadruk te leggen op architectuur en schoonheid creëerden ze een resultaat waarin bewoners zich identificeerden met de buurt. Een themawijk valt te omschrijven als een gethematiseerde vinexwijk (Meier & Reijndorp, 2010). Een vinexwijk is niets meer dan een breed concept, vormgegeven in een nota van het ministerie van VROM, die uitdrukking geeft aan de maatschappelijke behoefte aan een groot aantal woningen. Deze definitie zal verderop uitgewerkt worden. Het onderzoek naar het nieuwe principe themawijk van Sabine Meier en Arnold Reijndorp, waarin onder andere wordt getracht duidelijkheid te creëren in de vraag waarom iemand voor een themawijk kiest, toonde aan dat sociale status en sociale cohesie hierin een grote rol speelt. Op het gebied van sociale status gaven respondenten aan dat zij kozen voor een themawijk omdat de stijl van de wijk uitdrukking gaf aan hun status (Meier & Reijndorp, 2010). Het fungeerde als middel om een beeld van zichzelf naar buiten te brengen. Sociale cohesie was ook vaak een doorslaggevende factor bij de keuze voor een themawijk. Bewoners gaven aan dat ze verwachtte dat het thema van de wijk, dat hen aansprak, een bepaald soort vergelijkbare mensen aantrok. Dit zou een gevoel van controle en voorspelbaarheid met zich mee brengen (Meier & Reijndorp, 2010). Een laatste beweegreden voor bewoners om voor een themawijk te kiezen is vanwege de beoogde veiligheid. Le Medi in Rotterdam en Noorderhof in Amsterdam zijn semiafgesloten wijken. De bezoeker moet een poort door wanneer het de wijk binnenkomt, waarbij in het geval van Le Medi er zelfs de mogelijkheid bestaat de doorgang af te sluiten door middel van een poort. Dit in combinatie met een sterke samenhang in de wijk trekt veel gezinnen met kinderen aan door de veiligheid die dit in hun ogen met zich mee brengt. Deze laatste beweegreden zal in dit onderzoek echter niet meegenomen worden omdat het principe van een afgesloten wijk een
3
bijkomstigheid was in een themawijk en geen daadwerkelijke eigenschap van het concept themawijk. Het doel van dit onderzoek is duidelijkheid verschaffen in het vraagstuk wat men beweegt bij hun huis- en wijkkeuze. Toegespitst op de thema- en vinexwijk kan het wellicht het succes van de themawijken verklaren en toevoeging geven aan het beleid betreffende de vinexwijken.
4
Theoretisch kader
Achtergrond van thema- en vinexwijken. Vinexwijken danken hun naam aan ‘de Vierde Nota Ruimtelijke Ordening Extra’, een nota waarin de locaties waar deze wijken terecht moesten komen in zijn vastgelegd. In 1993 zijn deze nieuwe woonwijken aangewezen als uitbreidingsgebieden voor de steden. Vinexwijken zijn ontstaan door woningnood. Er moest snel en op meerdere plekken in het land nieuwe woongelegenheid komen. Het gaat hierbij om 635.000 woningen die tussen 1995 en 2005 gebouwd zijn (Karsten, L. & Stigter-Speksnijder, M., 2006). Vinexwijken kampen echter met een negatieve reputatie. De kritiek is vaak dat de wijken inspiratieloos, saai en zonder identiteit zijn. Alle vinexwijken lijken op elkaar. Tevens zijn er te weinig voorzieningen en er is een gebrek aan sociale cohesie in dit soort wijken. Mensen gaan er wonen omdat ze een dak boven hun hoofd nodig hebben, niet omdat ze zich op een of andere manier verbonden voelen met de wijk (Zonneveld, J., 2006). Het plan was dat de nieuwe wijken dicht bij steden zouden liggen. Een paar doelen van de wijken waren het tegenhouden van de dreigende leegloop van steden in Nederland. Ook werden ze aan de randen van steden gebouwd om ‘groene’ open gebieden te beschermen. Alles werd nu geconcentreerd rond de steden. Tevens moesten de vinexwijken de goedkope scheefheid op de woningmarkt verminderen. Er was een tekort aan goedkope (sociale)huurwoningen, waarop de overheid reageerde met het beleid dat maximaal 30% van de woningen in vinexwijken voor dit doeleinde gebruikt moest worden. Hierdoor kregen mensen met een lager inkomen ook meer kans om dicht bij de stad te wonen. Een ander doel was het beperken van autoverkeer. Door de korte afstand van de stad is er meer mogelijkheid om het openbaar vervoer te nemen. Vinexwijken moesten het ideale midden zijn tussen het wonen in een rustige en veilige omgeving en wonen in de nabijheid van de stad. Ze liggen niet alleen maar aan de randen van steden, sommigen bevinden zich ook gewoon in de stad zelf. Vinex wordt gekenmerkt door de twee hoofdstromingen van de twintigste eeuwse architectuur, een combinatie van functionalisme en traditionalisme ook wel middenwegmodernisme genoemd (Zonneveld, J., 2006). In deze tijd heeft de wijk een minder belangrijke betekenis gekregen. De moderne mens is mobiel. Ze hechten niet meer zoveel waarde aan één vaste plek.
5
De buurt is niet meer de plek waar het leven zich afspeelt. Door de mobiliteit van de moderne mens spreidt hun netwerk zich uit over een veel groter gebied dan alleen de buurt waarin ze wonen. Whyte (1963) heeft het over de suburb als de zelfgekozen gevangenis van een ontwortelde middenklasse. Er ontstaat een nieuw soort mens in deze wijken. Vervreemd en altijd onderweg. Een themawijk is een vinexwijk waar het gaat om de ‘brand’ van de wijk. Hier wordt juist het gevoel en de uitstraling van de wijk belangrijk. De ontwikkelaars proberen mensen met een middeninkomen te lokken door de wijk een identiteit te geven. De beleid- en planmakers zijn van mening dat de sfeer en het thema van de wijk mensen met een middeninkomen zal aantrekken en ervoor zorgt dat ze zich definitief zullen vestigen in deze wijken. Themawijken en ‘branding’ zijn ontstaan door de groeiende behoefte van mensen om zich te onderscheiden van anderen. Ze willen geen standaard leefomgeving meer. De wijkplanners spelen in op deze behoeften en ontwikkelen themawijken. (Meier, S. & A. Reijndorp, 2010). Uit het onderzoek van Sabine Meier naar themawijken is gebleken dat mensen in een themawijk hechten aan controle en voorspelbaarheid. Ook vinden de mensen die wonen in een themawijk dat de stijl van de wijk hun status uitdrukt. De bewoners hebben niet het idee dat ze in een vinexwijk wonen, terwijl dit eigenlijk wel het geval is (Weerd, F. de, 2010). Ze hebben dit idee dus omdat er in een themawijk een hele andere sfeer hangt dan in vinexwijken en er op een andere manier gebouwd is. Een themawijk is dus eigenlijk een variatie op een vinexwijk. Het verschil tussen deze twee soort wijken is dat het in een themawijk gaat om de ‘brand' van de wijk. Het gaat om de uitstraling en de identiteit van de wijk. Terwijl het bij een vinexwijk voornamelijk gaat om het probleem van woningnood op te lossen. Een vinexwijk heeft meer een functioneel doel, het gaat niet om de uitstraling en identiteit. Sociale status Max Weber was een van de eerste sociologen die onderzoek deed naar sociale status. Hij definieerde dit concept als “een effectieve eis aan sociale waarde in termen van positieve en negatieve voorrechten” (1922, p. 305). Moderne sociologie verfijnde deze definitie met de toevoeging dat sociale status afhankelijk is van collectieve oordelen en dus niet door een individu alleen gecreëerd kan worden (Weiss & Fershtman 1991). Volgens een uitgebreid onderzoek van August Hollingshead (1975)
6
is sociale status een multidimensionaal concept waarbij drie aannames gemaakt kunnen worden: (1) A differentiated, unequal status structure exists in our society. (2) The primary factors indicative of status are the occupation an individual engages in and the years of schooling he or she has completed; other salient factors are sex and marital status. (3) These factors may be combined so that a researcher can quickly, reliably, and meaningfully estimate the status positions individuals and members of nuclear families occupy in our society (Hollingshead 2011: 22).
In deze drie aannames worden vier factoren genoemd die status aantonen, zijnde beroep, het aantal jaren scholing en in mindere mate geslacht en burgerlijke stand. De wijk waar het individu woont wordt hier niet in meegenomen. Deze wordt zelfs expliciet uitgesloten door Hollingshead: “area of residence contributed very little to the estimated status position of a nuclear family” (2011: 21). Er moet dan ook gesteld worden dat de rol van de woonomgeving geen causaal verband heeft met de sociale status en het wonen in een thema- of vinexwijk de sociale status niet kan verhogen of verlagen. De nadruk ligt op het gegeven dat de themawijk op een positieve manier uitdrukking geeft aan de sociale status. Het fungeert als symbool om een bepaald beeld van zichzelf naar buiten te brengen. Het creëert geen sociale status, ‘themawijk’ wordt hier een symbool. Een verklaring hiervoor kan gezocht worden in de antropologie. Door middel van sociale interactie geven mensen betekenis aan symbolen. Ze reageren op symbolen op een bedachtzame manier. Symbolen zijn sociale objecten die voor iets staan. Ze kunnen bijvoorbeeld normen en waarden omhelzen die worden gedeeld binnen een groep. Een object op zichzelf betekent niet zoveel. Pas wanneer een object een betekenis krijgt transformeert het in een symbool. Een materieel of sociaal object op zichzelf is geen symbool. Het is ‘leeg’ totdat mensen deze opvullen met een betekenis. Het is een sociaal construct omdat het de mensen zijn die beslissen waar het symbool voor staat. Mensen gebruiken vaak symbolen om iets over henzelf te communiceren naar anderen. Dit kan ook gebeuren door middel van kapitaal als een woning of een auto. (Ritzer 2008:367) Symbolen zijn cruciaal in het mensen laten gedragen op distinctieve menselijke wijze. Dankzij symbolen reageert de mens niet passief op de realiteit die zich op deze mensen opdringt, maar is het actief bezig met creëren en recreëren van de wereld waarin het zich beweegt. Symbolen helpen mensen met omgaan met zowel 7
de materiële als de sociale wereld door middel van het categoriseren, onthouden en benoemen van objecten die ze tegenkomen. Dit doen ze omdat ze op deze manier orde kunnen creëren in een wereld die anders verwarrend kan zijn. Symbolen helpen mensen om een betere perceptie te krijgen van de omgeving. Het zijn concepten die je een beeld kunnen geven hoe het is om bijvoorbeeld in het verleden te leven (Ibid. 367).
Distinctie Zoals Meier en Reijndorp aangeven in hun boek Themawijk, wonen op een verzonnen plek (2010) reflecteren bewoners op hun eigen buurt, waarbij een themawijk een gevoel van 'bijzonderheid' kan geven. Het effect hiervan kan zijn dat ze zichzelf afscheiden van andere groepen. Vanwege het gevoel dat ze andere waarden hebben. Dit kan versterkt worden door het symbool ‘de themawijk’, en welke waarden dit omhelst voor de groep. Om het begrip distinctie te omschrijven wordt gekeerd tot de theorie van Bourdieu. Groepen gebruiken onder andere symbolen om zichzelf te identificeren en te onderscheiden. Binnen het theoretisch kader gebruiken we de distinctie theorie van Bourdieu om het onderscheiden te analyseren. De habitus is, volgens Bourdieu: ...the mental structures through which the apprehend the social world, are essentially the product of the internalization of the structures of that world (Bourdieu 1989:18).
Mensen hebben een serie aan schema’s geïnternaliseerd waarmee ze de sociale wereld waarnemen, begrijpen en waarderen. Kort gezegd: de habitus is het product van geïnternaliseerde schema’s. Omdat mensen zich begeven op verschillende posities hebben ze ook een verschillende habitus. Mensen die dezelfde positie hebben, zoals die van een bankier, boer of personen met dezelfde gender, hebben in de sociale wereld de neiging om dezelfde habitus te bezitten. De habitus kan gezien worden als een gereedschapsmiddel om de (sociale) wereld waarin een persoon zich bevindt beter te begrijpen (Bourdieu 1990:13). Het internaliseren begint vanaf je geboorte. Doordat er verschillende habitus zijn dringen deze zich ook niet op aan alle mensen. Het hangt er vanaf in welk veld mensen zich bevinden. De habitus is, volgens Bourdieu, een collectief product dat zich door de tijd heeft ontwikkeld. Het produceert zowel individuele als collectieve handelingen en heeft een sociale functie in de tijd dat het
8
opereert. Het is ook mogelijk, volgens Bourdieu, dat mensen een verkeerde habitus hebben. Een voorbeeld hiervan is wanneer een boer aan het werk wordt gezet in Wall street of natuurlijk wanneer iemand van Wall street aan het werk wordt gezet als boer. De boer of bankier bezit het 'verkeerde' gereedschapsmiddelen om de (sociale) wereld waarin hij/zij zich bevindt te begrijpen. De habitus produceert en wordt geproduceerd door de sociale wereld. Het heeft dus invloed op de mensen, maar de mens heeft ook weer invloed op de structuur. Agency van de mens vormt dus de habitus, en de habitus verenigt en creëert agency. Een belangrijk punt dat Bourdieu maakt is dat de habitus van een persoon niet deterministisch is. Het suggereert slechts hoe mensen zich zouden moeten gedragen en/of denken. Het geeft mensen de principes waarmee mensen keuzes kunnen maken en strategieën die mensen kunnen gebruiken in de sociale wereld. (Ritzer 2008: 531-532) Binnen de habitus maakte Bourdieu ook nog onderscheid tussen de verschillende velden. Hiermee bedoelt hij een netwerk van relaties tussen de objectieve posities binnen het veld. Deze relaties bestaan los van het bewustzijn en wil. De bezitters van deze posities kunnen zowel mensen als instituties zijn. Er zijn volgens Bourdieu een aantal semi-autonome velden in de sociale wereld (bijvoorbeeld religie & hogere educatie), met elk zijn eigen specifieke logica, en deze creëren een geloof onder de actoren dat er zaken op het spel staan. Bourdieu zag het veld ook per definitie als een arena van strijd. Het is volgens hem de structuur van het veld dat de strategieën leidt waarmee de bezitters van deze posities zoeken, individueel of collectief, om hun positie te beschermen of verbeteren. Bourdieu zag het veld als een compatieve marktplaats met verschillend kapitaal. Hij maakte onderscheid tussen de volgende soorten kapitalen: Economisch kapitaal, cultureel kapitaal (hoe makkelijk ga je om met de culturele normen, met als top de universiteit), sociaal kapitaal (de gewaarde sociale relaties die een persoon heeft) en symbolisch kapitaal (heeft betrekking tot eer en prestige). (Ritzer 2008:533-534) Het interessant aan het bovenstaande is of dit idee ook van toepassing is op de thema- of vinexwijk. Kiezen mensen op basis van hun habitus in welke wijk ze willen wonen? Zijn er verschillen in de 'soort' mensen die wonen in deze beide wijken? Proberen ze zich te onderscheiden van andere groepen? Hieronder een beschrijving over het concept distinction van Bourdieu. Volgens Bourdieu zorgt het hebben van meer kapitaal dat mensen zich ook anders gingen gedragen en zichzelf gingen onderscheiden van anderen (distinction). 9
Doen mensen op verschillende manieren, van de keuze van drank die ze kiezen, de krant die ze lezen en waar ze op vakantie gaan (Ibid.:535). Volgens Bourdieu gaat het niet om gewoon de duurste goederen kopen. Hij zei hier het volgende over: “is that to exist within a social space, to occupy a point or to be an individual within a social space, is to differ, to be different….being inscribed in the space in question, he or she…is endowed with categories of perception, with classificatory schemata, with a certain taste, which permits her to make differences, to discern, to distinguish.”(Ibid.: 536)
Sociale cohesie Forrest en Kearns (1999) stelden in hun wetenschappelijk werk Social cohesion, social capital and the neighborhood dat sociale cohesie in vijf deelconcepten verdeeld kan worden, zijnde: gemeenschappelijke waarden en burgercultuur, sociale orde en controle, sociale solidariteit en minimale verschillen in rijkdom, sociale netwerken en kapitaal en tot slot identificatie en hechting met de buurt. Tabel 1: The domains of social cohesion Domain Common values and a civic culture Social order and social control
Description Common aims and objectives; common moral principles and codes of behaviour; support for political institutions and participation in politics Absence of general conflict and threats to the existing order; absence of incivility; effective informal social control; tolerance; respect for difference; intergroup co-operation
Social solidarity and reductions in wealth disparities
Harmonious economic and social development and common standards; redistribution of public finances and of opportunities; equal access to services and welfare benefits; ready acknowledgement of social obligations and willingness to assist others Social networks and High degree of social interaction within communities and families; social capital civic engagement and associational activity; easy resolution of collective action problems Place attachment and Strong attachment to place; intertwining of personal and place identity identity Bron: Social cohesion, social capital and the neighborhood, Forrest en Kearns (1999), p. 2129 De noodzaak van sociale cohesie wordt vervolgens gegeven door te stellen dat een gemeenschap waarin dit ontbreekt er een is met sociale wanorde en conflicten, niet-samenhangende morele waarden, sociale (economische) ongelijkheid, weinig
10
sociale interactie tussen en binnen de gemeenschap en weinig hechting aan de buurt (Forrest & Kearns). Deze vier deelconcepten lijken sterk verbonden te zijn met de principes van een themawijk waarbij mensen bewust op zoek gaan naar gelijkgestemden. Wanneer de verdeling van Forrest en Kearns wordt aangehouden lijkt geconcludeerd te kunnen worden dat er een grote kans is dat sociale cohesie aanwezig is in een themawijk. Vanwege het gegeven dat themawijken door middel van de vorming van een thema gelijkgestemden aantrekt lijkt dit zich te uiten in overeenkomstige morele principes en gedrag en de afwezigheid van conflicten. Hiermee voldoet de themawijk al aan de eerste twee deelconcepten van sociale cohesie. Sociale solidariteit is aanwezig door de veelal vergelijkbare economische situaties in de huishoudens. In de meeste gevallen zijn bewoners van themawijken namelijk middenstanders, waardoor ze zich in vergelijkbare levensomstandigheden bevinden. Tot slot biedt een themawijk identificatie en waarschijnlijk interactie met de buurt. Identificatie lijkt aanwezig omdat dit juist het hoofdconcept vormt bij de ontwikkeling bij een themawijk: het doel van een themawijk is een vorm van identificatie met de buurt te creëren. Interactie is een concept wat onderzocht dient te worden. Hierbij kan alleen gesteld worden dat er verwacht kan worden dat dit aanwezig is vanwege de vergelijkbare individuen in de wijk. Het koppelen van deze vijf concepten aan een vinexwijk lijkt een ander resultaat te geven. Door de samenstelling van de vinexwijken voldoet deze aan minder eisen van sociale cohesie. De buurt kent doorgaans een gevarieerde samenstelling door het overheidsbeleid dat stelt dat 30% uit sociale huurwoningen moet bestaan. Hierdoor kent een vinexwijk hoogstwaarschijnlijk een lagere sociale solidariteit. Tevens kent de vinexwijk, in tegenstelling tot de themawijk, ook geen identificatie- of bindmiddel. Dit veroorzaakt wellicht een mindere mate van gemeenschappelijke normen en waarden, sociale controle, interactie en identificatie met de buurt. Deze sterke mate van sociale cohesie geeft echter ook een keerzijde van de themawijken: “ De gezamenlijkheid die wordt geschapen, heeft ook zijn minder leuke trekjes. Het resultaat is een – zowel in ruimtelijke als sociale zin – onaantastbare omgeving die een sterke sociale controle op ‘onaangepast’ gebruik en gedrag legitimeert.” (Bockma: 2010). Bewoners gaven aan het gevoel te hebben op een camping te wonen door de te grote mate van sociale controle (Meier & Reijndorp, 2010). 11
Mêtis Volgens Scott (1998) is overheidsplanning ter verheffing van de maatschappij gevaarlijk en zijn er meerdere voorbeelden te noemen waarbij de planning gefaald heeft. De reden hiervoor is dat planningmakers zichzelf veel intelligenter achten dan ze werkelijk zijn en tegelijk de subjecten die in de projecten moeten gaan wonen minder intelligent achten dan ze werkelijk zijn. Scott concludeert dat het welslagen van een project staat of valt met een goede combinatie tussen academische kennis en mêtis. Mêtis staat voor praktische kennis die tot stand is gekomen door ervaring op lokaal niveau. Als het gaat om huizenbouw is het belangrijk zowel de gemeenschap als planologen aan het werk te zetten. Het gevaar van mêtis is dat slechts de belangen van degenen die actief zijn in het proces worden behartigd. Dit is wat planologen moeten voorkomen door een grotere variëteit aan te bieden in het ontwerpproces. Tegelijk kan metis ervoor zorgen dat aangetoond wordt welke behoeften er zijn naast de woningbouw, zoals scholen, supermarkt e.d. Aangezien de bouw van de vinexwijk tot stand is gekomen door een tekort aan huizen, is er in de bouw vooral gekeken naar de functionaliteit van de wijk. Doordat op korte termijn veel mensen gehuisvest moesten worden, is er geen sprake geweest van mêtis. De vinex is een plan geweest die van bovenaf is doorgevoerd. De themawijk probeert juist wel aan te sluiten aan de wensen van bewoners. De branding van een wijk moet ervoor zorgen dat een ieder de mogelijkheid heeft te kiezen voor een individuele voorkeur. Er wordt ingegaan op de wens van mensen om zich te onderscheiden. De uiteindelijke planning van de wijk is echter wel van bovenaf doorgevoerd. De wijkplanning en woningbouw van vinex- en themawijken zijn van toepassing op het mêtis thema en zullen hieronder verder uitgewerkt worden.
Wijkplanning Op een rudimentaire manier bestaan buurten als een natuurlijk feit. Buurten ontstaan namelijk ongeacht erkenning of een toevoer voor bepaalde functies. Slechts het delen van ruimte leidt al tot (een primitieve vorm van) sociale banden en associatie (Mumford 2004 [1954]) ‘Van origine berust buurschap enkel op het feit van lokale cohabitatie. – Men is zich bewust van elkaar doordat men elkaar ziet, maar contact leggen is niet noodzakelijk, een hoofdknikje kan al voldoende zijn.’ (Mumford, 2004 [1954], 258) In sommige gevallen is het bewustzijn van de ander groter dan doorgaans. Bijvoorbeeld in het geval van een crisis zoals brand of diefstal. Maar ook
12
in gevallen van het ontstaan van liefdesrelaties. Ook wanneer mensen lang op een zelfde blijven wonen, raakt men meer verbonden met elkaar (Mumford 2004 [1954]). Het groeperen van mensen in een buurt varieert in alle landen en binnen landen op plekken. Soms gebeurt groepering op basis van inkomen of status of nationaliteit. Er zijn echter ook buurten waar veel verscheidenheid is aan mensen. Er zijn veel mogelijkheden wanneer wordt begonnen met wijkplanning. Dit gaat samen met verschillende dilemma’s. Mumford (2004 [1954]) noemt: “Op welke manier moet een afscheiding er wel of niet zijn? Er kan voor worden gekozen een wijk duidelijk te omgrenzen of wijken in elkaar te laten overlappen. Ten tweede is er de keuze in hoeverre er rekening gehouden moet worden met status en klasse. Moet stadsplanning en wijkplanning gaan om het mixen van verschillende inkomensgroepen? Ten derde is de variëteit in leeftijd van belang. Een buurt kan gebaseerd worden op faciliteiten voor ouderen, maar een combinatie van gezinnen, ouderen en jongeren is meer gewenst.” (Mumford, 2004 [1954]: 267, 268) Uit onderzoek van Meier en Reijndorp (2010) blijkt dat er een driedeling te maken valt in het soort mensen dat zich aangetrokken voelt tot de themawijk. Hierbij speelt multiculturaliteit een grote rol vanwege het gegeven dat veel themawijken gebouwd worden in probleemwijken met een multicultureel karakter. Dit resulteert in jonge, autochtone stellen die zich aangetrokken voelen tot de architectuur en multiculturaliteit van de themawijk. Een tweede groep is de tweedegraads allochtonen met lage middeninkomens die doorgaans in de omgeving waren opgegroeid en ook in de omstreken willen blijven wonen. Tot slot is er de groep die gevormd wordt door de jonge gezinnen die de afsluitbare binnenplaats op prijs stelden vanwege de resulterende veiligheid. Er valt dus te stellen dat themawijkbewoners op zoek waren naar samenhang in hun buurt, aangezien er een grote variëteit aan mensen woont. Mensen komen bewust af op het multiculturele karakter van de wijk. Mensen die zich in eerste instantie aangetrokken voelden tot de vinexwijk waren met name mensen uit de midden en hoge middenklasse. Daarna zou zich een tamelijk stedelijk samenlevingspatroon hebben ontwikkeld. Het stedelijke karakter kenmerkt zich in dit geval door problemen op sociaal gebied, wegens een gebrek aan sociale cohesie. Tegelijk met een negatieve uitstraling van de wijk, wegens de manier waarop de wijk is opgebouwd. Voor de vinexwijk is al aan te tonen of de wijkplanning zoals die bedoeld was, daadwerkelijk zo heeft uitgewerkt. Naar aanleiding van een onderzoek door Priemus (2010) valt te concluderen dat de 13
Vinexwijk niet heeft gebracht wat hij zou moeten brengen. Lörzing (2006, aangehaald in Priemus, 2010) toont aan wat het doel van de Vinexwijk was: “De vinex wordt gekenmerkt door een stroming in de Nederlandse stedenbouw die een grotere variatie in vormentaal en woonomgevingen laat zien dan eerder gebruikelijk was. Bij de overgrote meerderheid van de vinexwoningen is echter een vormgeving gekozen die een ingehouden vorm van functionalisme koppelt aan het gebruik van traditionele materialen”
Het simpele karakter van de Vinexwijk heeft tot uitwerking gehad, dat de wijken zich vaak hebben ontwikkeld tot buitenwijken zonder uitstraling. Themawijken proberen hierop in te spelen door niet slechts gericht te zijn op de woningbouw (zoals zal blijken onder Woningbouw), maar vooral ook gericht te zijn op wat de wijkomgeving betekent voor de bewoners. Bewoners moeten zich kunnen identificeren met de wijk en er moeten genoeg faciliteiten zijn om aan de behoefte van de bewoners te voldoen. (Priemus, 2010) Bij wijkplanning moet rekening worden gehouden met het feit dat bewoners aan vaak onvrijwillig aan elkaar verbonden worden. Gezonde sociale cohesie ontstaat niet automatisch en wijkplanning moet sociale cohesie mogelijk is. Met name bij de bouw van nieuwe wijken waar nog geen sociale banden opgebouwd zijn. Aangezien de bouw van de Vinexwijk gericht was op functionaliteit op korte termijn is daarbij te weinig aandacht geschonken aan faciliteiten buitenshuis, waardoor bewoners ontevreden zijn met de omgeving waarin ze wonen. Gebleken is dat bewoners weinig tot geen binding ervaren met de buurt en andere buurtbewoners. Bij de inrichting van de themawijk is wel bewust aandacht geschonken aan de faciliteiten buitenshuis. De bedoeling van de themawijk is dat er een dichte sociale cohesie ontstaat doordat mensen zich willen identificeren met ‘hun’ wijk en daarom tegelijk met elkaar. Woningbouw Toen in Nederland het volkshuisvestingsbeleid inging in 1901, is er een soort woonrecht ontstaan. De verzorgingsstaat garandeert woningbouw voor kopers, sociale huurwoningen en huursubsidie (Sanders, 1990). Inwoners van Nederland gaan ervan uit dat er voor iedereen een woning te vinden is waar minimaal basisbehoeften vervuld kunnen worden. Echter door een stijging in inkomen en doordat het geografisch bereik van personen in de loop der tijd groter is geworden, ontstaan er
14
steeds meer eisen aan woningen. Men gaat op zoek naar een huis en plek die voldoen aan individuele eisen (Sanders, 1990). Volgens Priemus (1969, aangehaald in Kullberg, Harms en Veldheer, 2004) zijn er twee conclusies af te leiden aan de moderne ontwikkelingen omtrent wonen en woonomgeving: 1 Voor het opvangen van nagenoeg alle ontwikkelingen zijn extra ruimte en marge in […] woninggrootte verreweg de probaatste middelen. 2 Een hoge variabiliteit (flexibiliteit) zou tot aanpassing aan vele externe, niet cyclische (trendmatige) ontwikkelingen kunnen bijdragen.’ (Priemus, 1969, aangehaald in Harms, Kullberg & Veldheer, 2004) Beide conclusie bouwt voort op het idee dat ons klimaat minder stimuleert tot langdurig buitenshuis verblijf. Er is een behoefte ontstaan om vrije tijdsbezigheden thuis in te vullen. Daarnaast is er behoefte aan een buitenruimte waar gebruik van kan worden gemaakt dicht bij de woning. (Harms, Kullberg & Veldheer, 2004) Een ruime woninggrootte biedt de oplossing voor het invullen van vrije tijd binnenshuis. Daarbij is er door de grootte mogelijkheid tot aanpassing en/of verbouwing van de woning naar eigen voorkeur. Een grootte variabiliteit aan woningaanbod biedt daar tevens mogelijkheden toe. Dit alles om te voorkomen dat de omgeving een te grote negatieve invloed heeft op het individu. Beide conclusies komen vooral voort uit het vooruitgangsdenken van de moderne tijd en de mogelijkheid tot ontwikkeling. Harms, Kullberg en Veldheer (2004) vermelden dat de komst van kleinere gezinnen ertoe heeft geleid dat er een grote variatie aan huisgrootte niet meer nodig is. Maar tegelijkertijd is door een individualisering binnen het gezin (vrouwen en mannen werken beide buitenshuis en zelfontwikkeling van kinderen is belangrijk) heeft ieder gezinslid in het huis veel ruimte nodig om te kunnen doen wat verwacht wordt in de samenleving. Daarnaast moet een woning zo gebouwd zijn dat technologische ontwikkelingen en trends makkelijk aangepast en toegevoegd kunnen worden. Naast het modernistische denken dat terugkomt in de planologie, moet binnen Nederland ook aandacht worden besteed aan ‘multicultureel bouwen’. Hoewel men zich heeft afgevraagd of het wenselijk is te bouwen voor een allochtone doelgroep, aangezien dit tot stigmatisering zou kunnen leiden, moet in Nederland rekening worden gehouden met allochtonen om daarmee achterstand te voorkomen en/of te verhelpen. (Harms, Kullberg & Veldheer, 2004) Het ‘multicultureel bouwen’ keert 15
zich af van het achterstands denken wat betreft allochtonen. De bedoeling is de verschillende nationaliteiten positief te betrekken in het bouwproces. Een voorbeeld daarvan is het plaatsen van een authentieke moskee of esthetische details geïnspireerd op meerdere culturen. De vinexwijk sluit niet aan bij het genoemde vooruitgangsdenken. Zowel de woning als de buitenruimte biedt onvoldoende mogelijkheden voor het individu dat zichzelf wil ontwikkelen en profileren. Voor stedelijke gemiddelden heeft de vinexwijk een lage bebouwingsdichtheid. Er wordt echter mager gebruik gemaakt van de openbare ruimte. Dit komt doordat men zich in de opstelling van de vinexwijk heeft gericht op de bouw van eengezinswoningen en koopwoningen. De wijk wordt daarom gezien als eenzijdig. Uit ervaringen van bewoners is gebleken dat ze veelal tevreden zijn met de woning, maar kritisch over de woonomgeving, zoals eerder genoemd. (Priemus, 2010) Dit sluit aan bij het idee dat mêtis niet aanwezig is geweest, met als resultaat dat bewoners weinig affiniteit met de wijk hebben. Zoals eerder genoemd is er in de bouw van de themawijk wel rekening gehouden met individuele wensen van de bewoner. De themawijk sluit dus wel aan bij het vooruitgangsdenken. Een diversiteit aan woningen, biedt de mogelijkheid om de woning te kiezen die aansluit bij persoonlijke behoeften. Daarbij bieden verschillende uitstralingen per wijk de mogelijkheid een thema te kiezen die aansluit bij een persoonlijke smaak. Dat in de moderne samenleving individuele wensen voorop staan is duidelijk. Sanders (1990) ziet dit als de reden waarom vinexwijken niet functioneren zoals de bedoeling was. Volgens hem wordt volkshuisvesting in collectieve zin (zoals vinexwijken) matig gewaardeerd, doordat het niet voldoet aan de differentiatie die nodig is om individuele eisen tegemoet te komen. Themawijken daarentegen trachten wel aan te sluiten aan individuele eisen door unieke wijken te creëren waar voor ieder wat wils aanwezig is. Themawijken lijken hierdoor de wijken van de toekomst.
16
17
Probleemstelling
Doel Verschillende nieuwsmedia kwamen begin 2011 met het bericht dat er een aantal Vinexwijken zijn die kampen met problemen als verpaupering, vervuiling, criminaliteit en sociale spanningen (van der Mee, 2011; Willems, 2011). Naar aanleiding van deze berichtgevingen zijn zelfs Kamervragen gesteld door GroenLinks en de PVV. Het onderzoek van Meier en Reijndorp laat een tegenovergesteld resultaat zien voor de themawijken. Uit onderzoek met bewoners van de themawijken blijkt dat ze tevreden zijn over hun woonomgeving. Afgezien van een te hoge sociale controle die door sommige respondenten wordt aangegeven, valt te concluderen dat bewoners veelal positief zijn over hun buurt (Meier & Reijndorp, 2010). Hier moet echter wel gesteld worden dat de themawijk een relatief nieuw concept is, waardoor conclusies op de lange termijn nog niet getrokken kunnen worden. Hierop zijn verscheidene mogelijke oplossingen gecreëerd die bij kunnen dragen aan het verhelpen van de Vinex problematiek. Deze oplossingen gaan ervan uit dat het probleem ontstond vanuit een gebrek aan voorzieningen (Willems, 2011). Er zou bij de ontwikkeling onvoldoende aandacht zijn besteed aan oudere jeugd, waardoor die uit verveling overlast veroorzaken. In Ypenburg is hierop vanuit burgerinitiatief onder andere het project ‘buurtouders’ opgezet waarbij bewoners en ouders van probleemjongeren de jongeren aanspreken op de problematiek die ze veroorzaken (Willems, 2011) Tevens wordt aangegeven dat het mengen van sociale huur en duurdere koopwoningen niet altijd even goed uitpakt. Bewoners geven aan dat verschillende groepen langs elkaar heen leven en er geen samenhang te vinden is in de wijk. Met dit onderzoek wordt de kern van deze problematiek vanuit een andere invalshoek benaderd. Er wordt getracht het positieve geluid over de themawijk te verklaren door middel van de concepten sociale status en sociale cohesie die volgens Meier en Reijndorp is sterke mate aanwezig zijn in de themawijk. Door middel van diepteinterviews met bewoners uit beide soort wijken wordt op een comparatieve wijze onderzocht of zij problemen ondervinden in hun woonwijk en of sociale cohesie en sociale status aanwezig zijn. De verwachting is namelijk dat het creeren van deze twee concepten een positief effect zal hebben op de buurt, waardoor wellicht een
18
andere oplossing gevonden kan worden op de aanwezige problematiek in Vinexwijken. De onderzoeksvraag luidt dan ook: “welke rol spelen sociale cohesie en sociale status voor de bewoners van een thema- en Vinexwijk?”
Deelvraag 1: welke rol speelt sociale cohesie bij een vinexwijk? Deelvraag 2: welke rol speelt sociale cohesie bij een themawijk? Deelvraag 3: welke rol speelt sociale status bij een vinexwijk? Deelvraag 4: welke rol speelt sociale status bij een themawijk?
Relevantie Dit onderzoek is maatschappelijk relevant omdat het voor ontwikkelaars en de overheid van belang is om te weten wat mensen beweegt om zich ergens te vestigen, hoe er gezorgd kan worden voor een goed leefbare omgeving die mensen trekt en waar een goede sociale cohesie heerst. In kranten wordt ook steeds meer de melding gedaan dat vinexwijken de toekomstige ‘getto’s’ van Nederland zijn (van der Mee, 2011) . Het is belangrijk te weten waarom mensen kiezen voor een themawijk en of het mogelijk is om deze beweegredenen mee te nemen tijdens het bouwen van nieuwe vinexwijken. Het zou ook mogelijk zijn om bepaalde kenmerken van themawijken te ‘transporteren’ naar vinexwijken. Tevens vervult dit onderzoek een wetenschappelijke relevantie doordat het wellicht kan openbaren dat we niet meer in de moderne tijd leven, maar al een stadium verder zijn en in de post modernistische samenleving terecht zijn gekomen. In deze samenleving gaat het niet meer alleen om functionaliteit, maar vooral om de esthetiek. In het postmodernisme willen mensen uniek zijn en zich kunnen uiten waarbij hun huis staat als symbool voor wie ze zijn. Waarom kiezen mensen voor een themawijk of een vinexwijk? Het is belangrijk om hier meer over te weten te komen, zodat er kan worden ingespeeld op de wensen van de (post)moderne mens.
Verwachting Verwachting bij de hoofdvraag “welke rol spelen sociale cohesie en sociale status bij de keuze van een thema- of vinexwijk?”: De verwachting is dat sociale cohesie en sociale status een meer expliciete beweegreden zijn geworden bij de zoektocht naar een huis. De wijk is van groter 19
belang geworden. Wellicht valt dit te verklaren uit de gedachte dat de individualisering, die kenmerkend is voor de moderniteit, langzaam plaats maakt voor een meer collectief bestaansgevoel, en dat er verandering te zien is van modernisme naar post-modernisme.
Interdisciplinariteit In het onderzoek zijn verschillende disciplines van belang. De disciplines relateren aan elkaar als het gaat om de keuze voor een vinexwijk of themawijk. Sociologie is van belang omdat wijkkeuze te maken heeft met de sociale omgeving van de mens. De omgeving vervult namelijk een rol in de sociale cohesie en sociale status van wijkbewoners. Deze discipline kan aantonen hoe het verband tussen wijkkeuze en sociale status en sociale cohesie in elkaar steekt en verklaren waarom sociale cohesie en sociale status een rol vormen in de wijk. Hieraan gerelateerd is culturele antropologie. Waar sociologie zijn focus vooral legt op het niveau van de samenleving heeft de culturele antropologie meer aandacht voor het individu. Welke invulling geeft het, door middel van sociale interactie, met anderen, aan symbolen? Hoe vallen deze symbolen te koppelen aan status? Deze discipline is hier van belang om een meer holistisch beeld te krijgen op het concept status. Ten slotte spelen de disciplines sociale geografie en planologie een belangrijke rol in het onderzoek, aangezien de bouw van vinex- en themawijken hier uit voort is gekomen. Sociale geografie voedt hierin met name de gedachte achter de manier van bouwen waarbij planologie zich bezig houdt met de inrichting en dus de praktische uitwerking van de opstelling van de te bouwen wijk gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek. Om deze laatste twee disciplines op een zo volledig mogelijke manier te laten functioneren is het dus van belang buiten de eigen disciplines te kijken. De link met sociologie lijkt wel aanwezig in de huidige vorm van planologie en sociale geografie maar dit geld niet voor antropologie. Juist deze discipline is van belang om het individu te betrekken bij het ontwerp van de wijk, vooral wanneer in het geval van de themawijk op sociale status wordt ingespeeld. Ethische dillema’s In het onderzoek kunnen we te maken krijgen met persoonlijke informatie van mensen en we zullen hier discreet mee omgaan. Verder verwachten we geen zware ethische dillema’s tegen te komen. 20
Methode Er is gekozen voor een kwalitatief en comparatief onderzoek. Er wordt gebruik gemaakt van semi-gestructureerde interviews.
Onderzoeksdesign Er is gekozen voor een comparatieve vorm omdat het een vergelijkend onderzoek wordt, namelijk tussen een thema- en vinexwijk. Een comparatief onderzoek houdt in dat er twee verschillende cases worden onderzocht met een identieke onderzoeksmethode. De epistemologie van dit onderzoek is het interpretivisme, omdat we in het onderzoek op zoek zijn naar de sociale betekenis van een vinex- en themawijk. Tevens wordt er onderzocht hoe mensen betekenis geven aan hun omgeving en andersom, naar wat die omgeving voor bewoners betekent. De ontologie van dit onderzoek is het constructivisme, omdat uit de vergelijking tussen vinex- en themawijk gezocht wordt naar een verschil in ontwikkeling van de wijken. Hierbij zijn verschillende mensen, zoals bewoners en beleidsmakers van grote invloed. Zij creëren de wereld om zich heen.
Onderzoeksmethode Er is voor gekozen om het onderzoek in een kwalitatieve vorm uit te voeren, Generalisatie is niet het doel van het onderzoek, dat is verdieping creëren in de casus. De respondenten moet de ruimte krijgen om antwoord te geven en dit kan niet wanneer ze een gefixeerd aantal vragen toegereikt krijgen. Het geeft de respondenten de mogelijkheid om zelf antwoord te geven en de onderzoeker om daar op in te spelen om hun perspectief te zien. Eventueel verschaft dit het onderzoek ook van nieuwe inzichten. Kwalitatief onderzoek wordt gebruikt voor verschillende manieren van interviews afnemen tijdens een kwalitatief onderzoek (Bryman 2008: 436). Met kwalitatief onderzoek hanteren we de term die Bryman hanteert, namelijk dat het een manier van onderzoek doen is die zich richt op woorden in plaats van het kwantitatief verzamelen van data en het analyseren van data (Ibid. : 366). Er zijn verschillende kenmerken van een kwalitatief interview. Ten eerste, de aanpak van het interview is vaak minder gestructureerd. Bij een kwalitatief interview
21
wordt de nadruk gelegd op het perspectief van de geïnterviewde. Ten tweede, een gevolg van het eerste is dat er meer interesse is voor het perspectief van de geïnterviewde. Ten derde, bij een kwalitatief interview is er de mogelijkheid bij de interviewer om af te wijken van de ten voren opgestelde vragen en heeft hij/zij de mogelijkheid om nieuwe vragen te stellen. Ten vierde, door de flexibiliteit kan de geïnterviewde zelf het interview sturen en kan de interviewer eventueel de nadruk van het onderzoek aanpassen (Ibid. : 437). Er is gekozen voor een semigestructureerd interview. Er wordt bij een ongestructureerd interview slechts één of een paar vragen gesteld. Het gevolg hiervan is dat het gesprek wordt geleid door de geïnterviewde. In dit onderzoek is dat niet de bedoeling. Er is een beoogde richting, namelijk het kijken naar de sociale status en cohesie binnen een vinex- en themawijk. Deze onderwerpen zouden niet goed genoeg belicht kunnen worden met een ongestructureerd interview. Met een semigestructureerd interview is de verwachting dat dit beter gaat. Er zijn een aantal onderwerpen met vragen die naar voren worden gebracht. Het geeft daarnaast ook de ruimte om door te vragen op de antwoorden van de respondenten.
Respondenten We samplen de respondenten random uit twee specifieke groepen, namelijk vinexwijkbewoners en themawijkbewoners. We willen vier volwassen respondenten die in een vinexwijk wonen en vier volwassen respondenten die in een themawijk wonen interviewen. We gaan de deuren langs om ons doel uit te leggen en vervolgens vragen of de burgers mee willen werken aan ons onderzoek. We verwachten een grote non-respons, aangezien er door het korte tijdsbestek waar in het interview afgenomen dient te worden niet iedereen tijd zal hebben. Maar we gaan door met respondenten werven totdat we vier respondenten per wijk bereid hebben gevonden die geïnterviewd willen worden.
Operationalisering Uit het theoretisch kader zijn vier centrale concepten naar voren gekomen die we willen toetsen. Deze centrale concepten zijn sociale cohesie, sociale status, themawijk en vinexwijk. Deze centrale concepten zijn verwerkt in het onderzoeksinstrument. Sociale cohesie is in vragen onderverdeeld in gedeelde normen en waarden, sociale controle, sociale solidariteit, contact met buurtgenoten en identificatie met de wijk. 22
Sociale status is in de vragen onderverdeeld in homogeniteit, esthetiek en uitstraling van de wijk. De thema- en vinexwijk zijn in de vragen verwerkt door middel van specifieke vragen per wijk. Met name het doel en functionaliteit zullen hier naar voren komen.
Data-analyse We gaan een kwalitatieve data-analyse uitvoeren. Dit houdt in dat we relevante data selecteren, daarna de geselecteerde informatie opsplitsen in fragmenten, vervolgens de fragmenten voorzien van een label en ten slotte de labels ordenen en definiëren. De interviews worden opgenomen en getranscribeerd. Vervolgens vindt er een inhoudelijke analyse plaats. Dat wil zeggen dat wij als onderzoekers uit de inhoud van de data de betekenis construeren. Het transcript wordt eerst globaal geanalyseerd door de tekst in te delen in fragmenten met een overkoepelend thema. Per fragment worden de belangrijkste woorden uit de tekst gehaald en aangeduid als labels. Alle labels bij elkaar worden met elkaar vergeleken en samengevoegd tot kernlabels. De kernlabels zijn dus de hoofdlijnen die naar voren komen in de interviews betreffende vinex- of themawijk. De kernlabels worden opgedeeld in dimensies. Deze dimensies zijn labels en/of samengevoegde labels die bij elkaar onderdeel zijn van het kernlabel. Per dimensie wordt de lading aangegeven die naar voren is gekomen aan de hand van de antwoorden in de interviews. Zowel kernlabels, dimensies en lading worden schematisch weergegeven per wijk, zijnde thema- en vinexwijk. Vanuit het schematische overzicht kan een samenvatting van de data gehaald worden en die kunnen overzichtelijk worden uitgebreid in de omschrijving van de resultaten.
23
Resultaten Vinexwijk Kernlabel
Dimensies
Lading
Woning
Prijs
Positief
Grootte
Niet groot, maar toch tevreden
Verwachtingen Faciliteiten (huidig)
Weinig (geconcentreerd op kinderen)
Omgeving
Faciliteiten (toekomst)
Veel
Bevolkingssamenstelling
Binnen dezelfde wijk, verschillen in economische klasse/normen en waarden.
Winkels
Weinig in de nabije omgeving, maar wegens centrum toch binnen handbereik
Overlast
In milde mate last van hangjongeren / criminaliteit
Wijk
Nabij stadscentrum
Redelijk positief
Kinderen
Positief
Veiligheid
Positief
Architectuur
Neutraal/positief
Mix (sociale) huurwoningen en
Aanwezig, weinig bezwaar
koopwoningen Sociale
Normen en waarden
cohesie
Verschillend per economische klasse
Sociale controle
Binnen eigen blok
Sociale solidariteit
Straatniveau-redelijk, wijkniveauniet
Sociale status
Buurtcontact
Hoog, door schoolgaande kinderen
Identificatie met wijk
Redelijk
Trots
Redelijk
Uitdrukking
Ja, maar als jonge ouder
Belang status
Niet
Bijdrage wijk aan status
nihil
24
Woning Respondenten uit de vinexwijk IJburg kwamen veelal uit kleine eengezinswoningen buiten de ring van Amsterdam. Bij de zoektocht naar een andere woning werd vaak gezocht naar meer ruimte. Bij 3 van de 4 respondenten was dit vanwege de kinderen: ‘We woonden op 90 vierkante meter. En toen kwam er een tweede kind bij, en het werd allemaal te klein dus op zoek naar een andere woning. Nou, dan gaan we omgeving Amsterdam bekijken. Dat was eigenlijk allemaal een beetje onbetaalbaar aan het worden. En uiteindelijk de gok, echt letterlijk de gok, naar Ijburg genomen.’ (respondent 1)
IJburg was voor hen een wijk met een kindvriendelijk karakter, waar veel rondom de kinderen wordt georganiseerd en veel voorzieningen voor kinderen aanwezig zijn. Ijburg werd door respondent 1 zelfs een ‘kinderdorp’ genoemd, en een ‘paradijs voor kinderen’ door respondent 2. Tevens was Ijburg een goed alternatief voor de hoge huisprijzen die de andere wijken in Amsterdam karakteriseren. De ruimte, prijs en kindervriendelijkheid van Ijburg gaven in de meeste gevallen de doorslag om te verhuizen naar deze vinexwijk.
Verwachtingen De vinexwijk is een nog een behoorlijk jonge wijk en een wijk in aanbouw. Dit kwam ook goed naar voren tijdens de interviews met de respondenten. Ze keken al naar de toekomst, met verwachtingen over (toekomstige) faciliteiten Er was ook een onderscheid te maken tussen wat ze vonden van de voorzieningen van hun kinderen en hun eigen voorzieningen. Respondenten waren tevreden met de voorzieningen voor hun kinderen die IJburg aanbood, maar minder over de voorzieningen voor henzelf. Een voorbeeld uitspraak is van de volgende respondent: ‘Voor de kinderen is het inderdaad heel goed geregeld. Voor de volwassenen mag er wel wat meer, ook voor de wat ouderen hier mag er wat meer georganiseerd worden. Ik vind het winkelaanbod hier nog steeds wat eenzijdig, het mag wat diverser zijn, en wat meer. Dus wat dat betreft merk je ook wel dat IJburg nog wel een wijk in opbouw is.’(Respondent 2)
25
De respondenten hebben de verwachtingen dat de faciliteiten voor henzelf wel toenemen, wat te merken is in de volgende uitspraak: ‘Kan altijd beter, maar het lijkt alsof het nu begint te komen.’(respondent 1) Uit de twee bovenstaande uitspraken is te merken dat respondenten ook bewust zijn van het feit dat ze wonen in een wijk dat in aanbouw is. De voorzieningen beschouwen ze als goed geregeld. De voorzieningen die ze voor henzelf achten, vinden ze nog te weinig. De ouders zijn meestal nog behoorlijk jong. Tussen de 30 en 40 jaar. Ze komen uit de stad, wat kan verklaren waarom ze de behoefte hebben om nog ‘’leuke’’ dingen te doen. Omgeving De bevolkingsamenstelling in IJburg is homogeen en heterogeen. IJburg kent een structuur van woningblokken waarbij woningen in dat blok van vergelijkbare koop/huurwaarde zijn. Deze blokken worden dan ook bewoond door mensen met een vergelijkbare economische achtergrond. Tevens zijn het overgrote deel van deze huishoudens gezinnen met kinderen. Dit biedt bewoners veel raakvlakken, zoals aangegeven door respondenten. Het homogene karakter van de blokken staat echter in licht contrast met de sociale huurwoningen. De woningen zijn ook vaak in blokken vormgegeven, en geplaatst in de buurt van reguliere huur en koop. De meeste respondent hadden dan ook een sociaal huurblok in hun eigen straat. Op het niveau van huisblokken valt te spreken van homogeniteit, maar op straat en wijkniveau van heterogeniteit. De kracht van IJburg is voor alle respondenten onder andere de nabijheid van het Amsterdamse centrum. De voorzieningen in Ijburg zijn over het algemeen nog wat beperkt, dit was voor alle respondenten dan ook de reden om vrij tijd veelal in het centrum door te brengen: ‘Als we uit eten gaan ofzo dan zorgen we dat er een oppas is en dan gaan we gewoon naar de stad. Dan gaan we niet snel hier op het eiland eten. Ook omdat ik dat nog te beperkt vind, 4, 5, restaurantjes. Ja, dan wil ik toch wel de sfeer en de gezelligheid van de stad meemaken.’ (respondent 1)
De verbinding die de wijk biedt met het centrum was voor veel mensen dan ook een doorslag om een woning te kopen in IJburg. Respondent 1 gaf hier echter wel aan dat 26
deze verbinding, door onder andere de tram, nog niet optimaal is. Ook fietsen naar het centrum is volgens hem praktisch onmogelijk. Het winkelaanbod op het eiland wordt door veel respondenten nog omschreven als eenzijdig en beperkt. Er wordt bijvoorbeeld aangegeven dat bewoners graag meer winkels uit de middenstand zouden willen zien, of restaurantjes, zodat IJburg meer vermaak zou kunnen bieden. Voorzieningen voor kinderen zijn er voldoende, voor volwassenen en oudere jongeren zijn deze echter nog beperkt. De gezelligheid van de stad ontbreekt nog. Hierover zegt respondent 1 het volgende over: (...) kleine winkeltjes, meer ontwikkeling van de haven, dat zou van mij wel mogen. Betere restaurantjes, leukere restaurantjes. Dat soort dingetjes (Respondent 1).
Een respondent uit het begin van IJburg spreekt dit echter tegen. Wanneer haar gevraagd wordt naar voorzieningen geeft ze het volgende aan: “Absoluut, alles is lekker dicht in de buurt, heel gezellig” (respondent 4). Wat opvalt aan de gesprekken met de respondenten is dat overlast vooral voorkomt in Haveneiland west, ofwel het begin van IJburg: ‘Ze vernielen dingen, ze staan voor de deuren en tot laat, ze maken troep. Ze staan tot laat in de gangen en roken weed en drinken ze drank en dat laten ze gewoon daar. Dat zorgt voor veel troep.’ (respondent 4) De respondent spreekt hier over bewoners van de sociale huurwoningen. Waar overige bewoners stellen dat ze weinig last hebben van overlast en sociale huurwoningen, geeft deze respondent uit het begin van IJburg dus een ander verhaal. Een respondent verderop in IJburg vertelt: ‘En je hoort ook wel inderdaad over overlast van de jeugd, en dat merk je vooral in de zomer. Die zomeravonden, ja, het is lekker lang licht en ze staan dan lekker buiten zichzelf te vermaken. En 's avonds om 10 uur dan trekken ze door de wijk. En omdat het hier zo rustig is en zo'n eiland is, hoor je alles. Vanwege al dat steen galmt ook alles, dus dan lig je 's nachts in je bed en dan hoor je ze voorbij trekken. Dan lig je wel even wakker ja.’ (respondent 2) Dezelfde respondent gaf echter direct aan begrip te hebben voor deze vorm van overlast:
27
‘Ja, natuurlijk snap ik dat als je die leeftijd hebt, dan wil je toch lekker buiten zijn en met je vrienden praten? En ik kan me voorstellen dat je in de hitte van de discussie, als je 's avonds gezellig bezig bent, dat je niet door hebt dat je overlast veroorzaakt. Dus ik denk wel dat er voor die jongeren gewoon een plek moet komen. En dan misschien op een plaats op IJburg waar wat minder eengezinswoningen zijn.’ (respondent 2). Verder zijn er verhalen te horen over lichte vormen van criminaliteit zoals een poging tot inbraak en het ingooien van een autoruit. Veel respondenten geven echter aan dat hun ervaring van overlast of criminaliteit vooral 'van horen van' is. De veiligheid heeft er volgens 2 respondenten, beide met kinderen, niet onder te lijden. Ze geven zelfs aan dat de veiligheid in IJburg één van de pluspunten van de wijk is, vooral met betrekking tot de kinderen.
Wijk De respondenten zijn allemaal zeer tevreden over IJburg, wanneer het om hun kinderen gaan. Het is een kindvriendelijke buurt met genoeg speelruimtes. Deze zijn dan wel vooral gericht op de jongere kinderen en niet de oudere. Respondent 1 geeft daarover het volgende aan: ‘Nou goed, we hebben een binnenterrein waar ze aan kunnen spelen, maar ze worden nu ook ouder dus ze gaan ook buiten spelen. Ik moet wel zeggen dat daar weer heel veel beperkingen in worden aangemerkt.’ (respondent 1) Het is dus een wijk gericht op jonge kinderen, maar niet op oudere. Maar de ouders zijn er wel, op dit moment, positief over. Van de vier respondenten die we hebben geïnterviewd wonen er drie in een koopwoning en één in een huurwoning. We merkten op dat de respondenten in de koopwoningen wel hoorden dat mensen last hadden van overlast, maar zelf er niet heel veel mee te maken hadden. Bij respondent 1 was wel een keer de autoruit ingegooid en was het slot van het hofje achter zijn huis gesaboteerd, wat volgens hem, duidde op dat de overvallers terug zouden komen. Respondent 4 had het meeste last van overlast. Ze zei hier het volgende over: ‘ze [de jongeren] vernielen dingen, ze staan voor de deuren en tot laat, ze maken troep. Ze staan tot laat in de gangen en roken weed en drinken ze drank en dat laten ze gewoon daar. Dat zorgt voor veel troep.’ (respondent 4)
28
Het is een interessant gegeven dat de persoon in de huurwoning meer last heeft van overlast dan de personen in een koopwoning. Ze [respondent 4] geeft ook aan dat er niets aan word gedaan. Wat ons is opgevallen is dat de respondenten opvallend positief waren over de architectuur. Het werd benoemd als ‘modern’ en de afwisseling tussen verschillende blokken werd ook als positief gezien. Respondent 3 zei hier het volgende over: ‘ik vind het uiterlijk eigenlijk wel heel leuk. De architectuur is in ieder geval zeer afwisselend. Het is tenminste niet ‘’rijtjeswijk’’. Waar 1000 huizen er allemaal hetzelfde uitzien. Dat vind ik wel heel leuk aan IJburg.’ (respondent 3) Als negatief punt over het uiterlijk van IJburg dan is het toch dat de wijk nog niet ‘’af’’ is. Er liggen nog behoorlijk wat stukken braak. Er is dus ook nog wat bouwverkeer, en dat maakt de wijk, op dit moment, wat minder mooi. De drie respondenten hadden of weinig last of geen bezwaar tegen de mix van (sociale) huurwoningen en koopwoningen. Respondent 1 zei er het volgende over: ‘Ja, van mij mag dat wel. Ja, wel in verhouding en balans. Ik bedoel, ik heb een koopwoning en die wil ik ook ooit een keer verkocht hebben. Maar, wat ik al zeg, wat dat betreft, ik houd van de stad. En dat door elkaar heen kunnen leven, met de normen en de waarden die erbij horen. Dus nouja, goed, daar heb ik niet op tegen.’ (respondent 1) Op economisch gebied zou het misschien, volgens respondent 1, niet ideaal zijn, maar zolang het in balans is, vindt hij het geen probleem. Bijna alle respondenten komen uit Amsterdam West en zijn gewend om ‘’door elkaar heen te leven’’. Dit kan een reden zijn waarom ze het geen probleem vinden. Respondent 4, die in een huurwoning woont, ziet het zelf niet als een succes. Ze heeft zelf wel last van mensen in sociale huurwoningen en ziet het, zoals ze het verwoordde als een ‘’andere slag’’ mensen.
29
Sociale cohesie Op de vraag aan respondent 1 of er in de buurt gemeenschappelijke normen en waarden zijn en wat deze voor hem betekenen gaf hij het volgende aan: ‘Nouja, weet je, het zijn hele basis dingen voor mij. Blijf met je poten van elkaar spullen af (...) Ja, ruim je troep een beetje op. Dat soort dingen. (...) maar spreek elkaar aan. Dat vind ik niet meer dan normaal. Ik ken mensen uit dat sociale huurblok trouwens, dat zijn ook twee kunstenaars, en daar staat soms bij de buren heel hard de muziek aan. Hier zal dat al veel minder gebeuren waarschijnlijk en daar gebeurt het wel, maar dan moet je elkaar ook kunnen aanspreken.’ (respondent 1) Deze normen en waarden die hier omschreven worden komen ook overeen, gaf respondent 1 aan. Twee respondenten in het oostelijke deel van IJburg gaven aan dat ze vermoeden dat de normen en waarden overeen komen. Voor de respondent in Havengebied west gold dit niet. Zij gaf aan de buurtbewoners haar normen en waarden niet delen. Wanneer gevraagd werd naar de sociale controle in de wijk gaven de twee respondenten met kinderen aan dat deze hoog is. Respondent 2 gaf aan dat men toch wel op elkaar let, en respondent 1 gaf sociale controle aan bij één van de pluspunten van de vinexwijk. Wanneer gevraagd werd hoe hij dit invulde werd geantwoord dat iedereen in de straat elkaar wel kent en sinds de toename van criminaliteit de sociale controle ook steeg. ‘Je gaat op een gegeven moment op verdachte dingen letten.’(respondent 1)
Bij respondent 4 was er een gebrek aan sociale controle omdat de samenhang in de buurt nihil is. De sociale solidariteit valt goed samen te vatten door het antwoord van respondent 1. Op de vraag of mensen wonen met een vergelijkbare economische achtergrond antwoordde hij als volgt: ‘Nee, ik denk dat.. Ik zit het even breder te trekken dan deze straat... Ik denk dat daar toch wel wat verschillen tussen zitten. Maar goed, ik kan het natuurlijk alleen maar zien aan de nieuwbouw van de woningen, de ene heeft wel de uitbouw van de woning, de ander heeft het niet, de ene heeft drie kinderen en geen dakkapel. Ik weet wat sommige mensen ook doen. Er zitten inderdaad mensen bij met heel goed betaalde banen en er zitten mensen bij die 30
het ook gewoon goed hebben. Ik denk niet dat we het allemaal slecht hebben ofzo, maar het zit hier wel een grote gemene deler. Maar dat is deze straat, zeg ik dan heel eerlijk. Als je naar de Lisdoddestraat gaat, ja, dat is allemaal kavels. Loop er doorheen en je ziet wat er allemaal staat.’ (respondent 1) Respondent 2 en 3 gaven een vergelijkbaar antwoord. Voor zo ver ze konden aangeven kwam dit overeen, mits de sociale huurwoningen niet werden meegenomen. Respondent 4 gaf aan dat de economische situatie niet overeen kwam. Ook op gebied van buurtcontact kwam het antwoord van respondent 4 niet overeen met de overige respondenten: ‘7 jaar geleden meer dan nu, toen waren we allemaal erg close, en was de wijk helemaal nieuw. Toen wilt iedereen zich leren kennen. Sinds die tijd zijn er veel mensen verhuisd. Nu wonen er mensen die ik helemaal niet ken. Ik zie elke keer wel onbekende mensen.’ (respondent 4) De overige respondenten waren tevreden over de hoeveelheid buurtcontact. Respondent 2: ‘Laatst hadden we bijvoorbeeld het buurvrouwenetentje. Dan ga je met de buurvrouwen lekker uit eten. De barbecue, ieder jaar is er weer, en met kerst wordt er ook een kerstdiner gedaan met de buren. (…) en het vuurwerk afsteken samen, dat soort dingen. En de kinderen die bij elkaar gaan spelen, dan heb je ook weer contact met elkaar.’(respondent 2) Respondent 1 vertelde een vergelijkbaar verhaal. Het buurtcontact wordt omschreven als aanwezig en vrijblijvend, wat als prettig wordt ervaren. Verder zijn er vele activiteiten in de buurt die het contact hoog houden. Tevens viel op dat tijdens de zoektocht naar respondenten er in de sociale huurwoning blokken een gesloten indruk werd gewekt: de ramen waren afgedekt en de bewoners in de sociale huurwoningen waren (veelal) niet bereidt om mee te werken met de interviews. Dit was in groot contrast met de koopwoningen. Op het gebied van buurtidentificatie gaf omschreef respondent 4 de buurt als een fijne omgeving voor haar kinderen, maar niet voor zichzelf. De derde respondent gaf het volgende antwoord: ‘ De leeftijd is hier redelijk de gemiddelde leeftijd, in ieder geval redelijk jong is. In ieder geval van de mensen die ik hier tegenkom. Daar kan ik me in ieder geval mee identificeren.’ (respondent 3)
31
Sociale status IJburg is een nog betrekkelijk jonge wijk met jonge ouders/alleen staanden die er nog niet zolang wonen. Dit heeft ook effect op de status die de respondenten er uit ontlenen. Het is een wijk waar de mensen het beste ervan proberen te maken, dit geeft respondent 2 aan en geeft haar wel een gevoel van trots. De status/identiteit die de respondent ontlenen uit het wonen in IJburg is toch wel die van een jonge ouder. Ze zijn allemaal tussen de 30 en 40, hebben de stad verlaten om meer leefruimte te hebben voor het gezin. Ze gaan nog wel graag terug naar de stad en zoeken dezelfde ‘gezelligheid’ binnen IJburg. De respondenten hechten zelf weinig belang aan status. Dit geven ze allemaal aan. En de wijk draagt volgens hen weinig bij aan deze status. Respondent 2 geeft wel aan dat mensen een bepaald beeld zouden kunnen hebben wanneer een persoon aangeeft dat hij/zij in IJburg woont, want de huizen zijn niet heel goedkoop, zoals ze zelf aangeeft.
32
Themawijk Kernlabel
Dimensies
Lading
Woning
Prijs
Positief
Grootte
Niet groot, maar toch tevreden
Thema
Onbelangrijk
Verwachtingen Faciliteiten Omgeving
Weinig
Bevolkingssamenstelling Groot verschil tussen themawijk en de wijken rondom Winkels
Weinig in de nabije omgeving, maar wegens centrum toch binnen handbereik
Overlast
Jongeren/geluid/troep Maar niet heel storend
Wijk
Nabij stadscentrum
Positief
Kinderen
Positief
Afgesloten
In principe onnodig, maar wel fijn voor de kinderen
Veiligheid
Positief
Architectuur
Negatief of neutraal
Opzet
Positief
Sociale
Normen en waarden
Redelijk veel overeenkomsten
cohesie
Sociale controle
Veel en positief
Sociale solidariteit
Veel en positief
Buurtcontact
Veel en positief
Identificatie met wijk
Wel met sociale omgeving, niet met omgeving
Sociale status
Uiterlijk
Binnen omgeving werkt mee aan status. Binnen sociale kring neutraal.
Gevoel
Neutraal tot trots
Identificatie
Wel met sociale omgeving, niet met omgeving
Achtergrond
Homogeen
Beroepen
Middenklasse
33
Woning De respondenten woonden voordat ze in Noorderhof gingen wonen in heel ander soort wijken. Ze komen vooral uit het centrum. Ze kozen ervoor om te verhuizen door de hoge prijzen in het centrum en de drukte. En ook nog wat andere praktische redenen. Niemand had echt bewust gekozen voor deze wijk. Het was heel moeilijk om een koophuis te vinden in Amsterdam en ze kwamen toevallig bij deze wijk uit. De respondenten waren wel bekend met het idee van de themawijk, maar niemand heeft hier bewust voor gekozen. Het thema is ook niet belangrijk voor de mensen, het gaat hun meer om de opzet van de wijk. Dat het kleine straatjes zijn en er pleinen zijn enzovoort. De huizen zijn niet zo groot, maar de mensen zijn er wel tevreden mee. Zoals één respondent zei: ‘Als je kavels van dit buurtje vergelijkt met de Oostoever, die woningen hebben grotere percelen en het straatbeeld is uniformer. Dus dat is de afweging die je gaat maken. Ga je hier zitten in een kleinere woonkamer, maar heb je ook socialer buurtje. Of ga je daar je wat meer terugtrekken in je woonkamer. Op die manier zie je dat bepaalde architectonische keuzes toch je woonkeuze kunnen beïnvloeden. Hè, ik denk dat huizen in vinexwijken toch wat groter zijn dan deze.’ (respondent 7) Verwachtingen De bewoners hadden niet echt verwachtingen van de wijk voordat ze er gingen wonen. Één respondent gaf wel aan dat ze eerst wat negatieve verwachtingen had door de ligging van de wijk. Maar toen ze er eenmaal woonden zijn deze negatieve verwachtingen niet uitgekomen. ‘Maar als je hier dan woont, dan merk je dat het helemaal niet zo zwart-wit is, en dat je hier prima kunt wonen. Dus we hebben het hier prima naar ons zin.’ (respondent 6) Ook gaf iemand aan dat er in de tijd dat ze het huis kochten, er meer stadsvernieuwingsplannen waren om middenklasse naar de buurt te trekken. Dit is momenteel stil komen te liggen, en dit heeft gevolgen voor de bevolkingssamenstelling. In de themawijk zelf zijn helemaal geen faciliteiten, het is alleen bedoeld als woonwijk. Maar in de grotere wijk zijn wel genoeg faciliteiten. Toch vinden de
34
respondenten dat als je echt naar bijvoorbeeld een leuke winkel wilt, je naar het centrum moet. ‘Nou in de directe omgeving vind ik het niet zo interessant, maar het is wel fietsafstand van de binnenstad. In 20 minuten ben je op de dam. Dus als je het een slagje groter bekijkt. Qua sport is het hier heel goed.’ (respondent 6) Ook zijn er in de buurt veel winkels gericht op mensen van Turkse en Marokkaanse afkomst. ‘De kwaliteit van het winkelaanbod is niet heel groot. De traditionele middenstand heeft het moeilijk. Er zijn nog wel een paar bakkers, maar de rest is eigenlijk allemaal op de Turkse of Marokkaanse markt gericht’ (respondent 7) Maar dit vinden de respondenten geen probleem aangezien het centrum op fietsafstand is. De faciliteiten in de buurt zijn dus beperkt, maar dat wordt niet als probleem ondervonden.
Omgeving Respondenten gaven aan dat er een groot verschil is tussen de themawijk en de buurt rondom. Het grootste verschil is de bevolkingssamenstelling. Binnen de wijk wonen autochtonen met een middeninkomen en rondom de wijk over het algemeen mensen met een lager inkomen van zowel autochtoon als allochtone afkomst. De reden voor het verschil dat werd aangegeven is het feit dat de wijk bestaat uit koopwoningen en de buurt rondom vooral uit sociale huurwoningen. ‘Nouja er is een hele andere sfeer, kijk hier omheen is het natuurlijk allemaal jaren 50 60 bouw. Ene vooral uitsluitend sociale huurwoningen, voor mensen die het vaak niet breed hebben, die gewoon in een moeilijkere situatie zitten. Veel allochtone mensen ook. Zegmaar gewoon kansarm.’ (respondent 5) Daarmee verbonden is het winkelaanbod in de omgeving. Aangezien de wijk zelf heel klein is, zijn de bewoners afhankelijk van de winkels in de nabije omgeving. Kritiek die werd geuit, was dat het winkelaanbod te eenzijdig is doordat het vooral gericht is op mensen van allochtone afkomst. Een probleem is het echter niet, aangezien mensen aangaven dat het centrum van Amsterdam, dat op zo’n kleine afstand (reistijd ± 20 min.) ligt, het tekort aan winkels opheft. 35
Overlast vindt zijn oorzaak niet binnen de wijk. Er werd aangegeven dat er weleens jongeren vanuit de omgeving rondhangen en troep achterlaten. Veel overlast heeft men er niet van. Acties die zijn ondernomen hebben resultaat gehad en met de jongeren die af en toe nog rondhangen kan op een redelijke manier gesproken worden, zodat ze bijvoorbeeld hun troep opruimen. ‘Een beetje, jawel maar niet echt erg. Dat je auto vernield wordt of lawaai, hangjongeren, maar dat vind ik niet zo heel erg. Meestal zeggen we er wat van en dan ruimen ze wel hun rotzooi op. Het zijn gewoon pubers die dan op een bankje zitten buiten.’ (respondent 8) Dat de overlast geen oorzaak vindt binnen de wijk, kan te maken hebben met de aanwezigheid van sociale controle. Dit zal verder worden uitgewerkt onder kernlabel sociale cohesie.
Wijk Een belangrijk aspect van de wijk, dat vaak werd aangehaald, is dat het een kinderrijke wijk is. Respondenten zijn positief gestemd over wat de wijk biedt aan de kinderen. Dit heeft meerdere oorzaken die met elkaar samenhangen. Ten eerste kunnen kinderen gemakkelijk buiten spelen door hoe de wijk is opgezet. De wijk bestaat uit lage eengezinswoningen die in halve cirkels die door elkaar heen lopen, zijn geplaatst. Er is geen sprake van doorgaand verkeer, slechts een aantal parkeerplekken. Tussen de woningen zijn hofjes en speelplekken geplaatst. Door een omheining van iets hogere bouw met daaronder een doorgang als een soort poort, lijkt de wijk afgesloten. Dit alles samen zorgt voor een veilig gevoel waar de respondenten de kinderen vrij kunnen laten spelen. Belangrijk te vermelden is echter dat respondenten de afgeslotenheid van de wijk niet als noodzakelijk beschouwen. ‘Dat is ook door de architect heel bewust gedaan. Het is echt een fort die hij gemaakt heeft. Ja, ik vind dat niet nodig. Ik vind dat een stap te ver. - Het past natuurlijk stedenbouwkundig wel zegmaar bij de bebouwing die er al was, - dit noemen wij de banaan, deze flat die hier zegmaar een beetje krom omheen staat en daar is die nieuwe bebouwing op aangesloten dus het is wel een logische stap geweest. Maar het maakt wel een hele forse wand. En dan ook dat kleine poortje waar je dan onderdoor gaat. Dat had wel een slagje groter gemogen. Het is een beetje verstopt.’ (respondent 6)
36
Daarnaast is slechts de aanwezigheid van kinderen al een pluspunt van de wijk. Kinderen lopen bij elkaar binnen, wat vervolgens leidt tot contact tussen ouders. Door het contact wordt op elkaar en op elkaars kinderen gelet. De aanwezigheid van kinderen en een groep mensen die zich allemaal in ongeveer hetzelfde stadium van leven bevinden, heeft dus samenhang met de sociale controle binnen de wijk. Daarnaast kan het contact dat men heeft vanwege de kinderen uitbreiden naar overleg over wat wel en niet mag en dus vervolgens leiden tot gedeelde normen en waarden.
Sociale cohesie De respondenten geven aan dat er in de buurt veel onderling contact plaatsvindt. Onder andere door de opzet van de wijk, de kleine straatjes, pleinen en de afgeslotenheid, is er veel contact tussen de buurtbewoners. Je kunt niet echt om elkaar heen, zoals één van de respondenten zei en het nodigt uit tot ontmoeten. Het is ook een heel anders soort buurt dan de wijk buiten de ‘poort’ en dit geeft ook een soort samenhorigheidsgevoel. Er is ook sprake van sociale controle, maar wel op een positieve manier. ‘Ik vind het wel positief. Sommige mensen vinden het misschien vervelend, maar ik vind het niet erg. Je let ook op elkaars kinderen, dat vind ik wel heel prettig. Dan kun je elkaar ook gerust aanspreken, dus als jouw kind iets doet, wordt daar wel op gelet. Dat vind ik wel mooi. En ja, als je niet mee wilt doen, dan doe je niet mee aan de feestjes en de dingetjes hier. Dus volgens mij is het toch wel een beetje leven, laten leven, maar er wordt wel heel veel samen gedaan.’ (respondent 8) De respondenten identificeren zich niet per se met het thema en de architectuur van de buurt. Ze vonden het juist vooral een beetje ouderwets en soms wat onnodig. Ze identificeren zich wel met de buurt op sociaal vlak. De mensen die er wonen, en de manier van hoe er met elkaar wordt omgegaan. Er is veel sociale samenhang en er wordt op elkaar gelet. ‘Ja, de sociale omgeving wel, als je kijkt naar de samenstelling, de socioeconomische samenstelling, de mensen die hier wonen. Dan zijn wij hier wel heel gemiddeld in. Maar of ik nou mezelf in de vorm van de wijk zo ken..dan had ik wel dingen anders gedaan. Dus dat niet per se.’ (respondent 6)
37
De normen en waarden worden over het algemeen gedeeld met de hele buurt. Dit uit zich in de opvoeding van de kinderen en de manier van hoe mensen met elkaar omgaan. ‘Nou, hoe je met elkaar omgaat, dat je wel je vuurwerk opruimt en dat soort dingen. Of dat je overleggen kan wat de kinderen wel of niet mogen. Ja, iedereen heeft hier kinderen, dat gaat er toch altijd over. Ook een beetje dezelfde leeftijd en ja daaraan merk je dat denk ik. (respondent 8) De samenstelling van de buurtbewoners is ook redelijk homogeen. Allemaal mensen met een hogere opleiding. Veel parttimers, gezinnen en mensen die toch wel in de stad willen blijven wonen. De meeste mensen werken in de zorg of het onderwijs of iets vergelijkbaars. Dus veel mensen hebben dezelfde soort achtergrond. Er worden in de buurt ook wel eens feesten of borrels georganiseerd. Er heerst ook veel sociale solidariteit. ‘ja, ja, we hebben elk jaar bij ons blok een barbecue. En dit jaar een borrel er zijn regelmatig buurtfeestjes. En wat gewoon ontstaan is, is dat je even elkaars kinderen opvangt. Er zijn verschillende stellen die sowieso vaste dagen elkaars kinderen opvangen. Maar ook als je een keer in de file staat, en iemand zegt goh ik red het niet om vandaag op tijd op school te zijn, kun jij de kinderen even meenemen, dat gaat allemaal heel gemakkelijk’ (respondent 6) Sociale status Het uiterlijk van de wijk wordt niet gezien als pluspunt van de wijk. Aangezien de huizen in de wijk redelijk klein worden bevonden en de omgeving van de wijk niet bekend staat als hoogstaand, wordt de wijk niet gezien als symbool die de status verhoogd. Dit gaat echter om status binnen eigen sociale kring. Wel werd genoemd dat men trots is op hoe de omgang met elkaar is binnen de wijk. Het uiterlijk van de wijk is wel van belang als vergeleken wordt met de nabije omgeving van de wijk. Daar zijn woningen kleiner en de architectuur minder mooi. ‘Nou het is wel een beetje gek hoe dat werkt. Want wij zijn binnen de grotere wijk, is dit natuurlijk het luxer wijkje. - In onze directe woonomgeving is dit, ja misschien wel een wijkje waar wat status aan zit. Maar als ik kijk naar de mensen waar ik bijvoorbeeld mee gestudeerd heb, zijn er echt heel veel mensen die in Haarlem of Breda een heel groot luxer huis wonen, dusja. - Dus het is maar een beetje met wie je het vergelijkt. Maar voor Amsterdamse begrippen wonen we heel goed ja.’ (respondent 6)
38
Zoals benoemd bij sociale cohesie is de identificatie met de buurt niet heel sterk aanwezig. Echter er zijn verschillende argumenten te benoemen op demografische punten waarom de bewoners wel een sterke identificatie met de sociale omgeving hebben. Bewoners gaven aan dat de achtergrond van bewoners betreffende cultuur en opleidingsniveau vrijwel homogeen is. Ook de huidige levenssituatie van de bewoners kent grote overeenkomsten. Leeftijd, gezinssamenstelling en beroepensectoren komen allemaal ongeveer overeen. Dit kan gerelateerd zijn aan het feit dat mensen zich binnen de wijk een zelfde status aanmeten. Aan de andere kant, kan het ook betekenen dat de wijk mensen trekt met ongeveer dezelfde instelling.
39
Conclusie Welke rol speelt sociale cohesie bij een vinexwijk? Zoals aangegeven in het theoretisch kader valt sociale cohesie onder te verdelen in 5 deelconcepten, aldus Forrest en Kearns (1999) in Social cohesion, social capital and the neighborhood. Deze concepten zijn: gemeenschappelijke normen en waarden, sociale controle, sociale solidariteit, sociale interactie en identificatie met de buurt. Deze opbouw van sociale cohesie zal aangehouden worden bij de beantwoording van de deelvraag betreffende sociale cohesie. Gedeelde normen en waarden over heel IJburg zijn gefragmenteerd aanwezig. Respondenten uit het oostelijke deel hadden veelal een overeenkomstige gezinssamenstelling en raakvlakken, en daarmee ook gedeelde normen en waarden. Dit stond in contrast met de situatie in het begin van IJburg waar geen gedeelde normen en waarden waren. Een oorzaak hiervan kan zijn dat er geen homogene sociaal-economische klasse aanwezig was. Het appartementencomplex bestond namelijk uit een mix van huurwoningen met sociale huurwoningen. Dit is in tegenstelling met de woonsituatie van de overige respondenten: zij woonden alle drie in koopwoningen, waarbij de dichtsbijzijnde sociale huurwoningen tegenover de straat stonden. Wanneer deze heterogene achtergronden niet aanwezig waren, kwamen de normen en waarden veelal overeen. Sociale orde isaanwezig in de homogeen gestructureerde blokken. De aanwezige criminaliteit kwam, voor zover bekent, van buitenaf. In het appartementencomplex werd dit veroorzaakt door buurtbewoners. Wat hierbij opvalt, is dat hoe sterker de dichtheid is tussen verschillende economische klassen hoe groter de problemen kunnen zijn. Uit de antwoorden van de respondenten blijkt ook dat wanneer de overlast tot een minimum blijft de acceptatie en het begrip de ruimte krijgen. Overlast wordt dus niet simpelweg veroorzaakt door de aanwezigheid van sociale huurwoningen, maar door de mate van samenhang tussen de verschillende soorten woningen. Er valt hier een verband te maken met sociale controle. Deze is aanwezig in koopwoningblokken maar niet in het appartementencomplex. Wellicht valt te concluderen dat sociale controle een positief effect heeft op de afwezigheid van sociale wanorde omdat deze twee met elkaar in verband lijken te staan.
40
IJburg is geconstrueerd in blokken. Op wijkniveau is er een verschil in waarde en sociaal-economische achtergronden, terwijl op straat of blokniveau de woningen van vergelijkbare waarde zijn. Hierdoor worden deze huizen bewoond door mensen met een veelal vergelijkbare sociaal-economische achtergrond. Dit was niet het geval bij de respondent uit het appartementencomplex. In dit complex zijn zowel sociale huurwoningen als regulieren huurwoningen gerealiseerd. Ook dit zou weer als verklaring kunnen dienen voor het negatieve commentaar op haar woonomgeving. Zoals Forrest en Kearns aangeven in de beschrijving van sociale solidariteit vloeit bereidbaarheid tot helpen van elkaar voort uit harmonieuze sociaal-economische levensstandaarden. Dit verband is duidelijk te zien in dit onderzoek. Alle drie de geïnterviewden uit het oostelijke deel van IJburg gaven aan dat buurtbewoners op elkaar letten. De sociale huurwoningen werden hier niet aangehaald. Op dit aspect was een afstandelijke houding waarneembaar ten opzichte van bewoners uit sociale huurwoningen. Het contact met buurtgenoten in de koopwoningen was hoog. Dit werd veelal veroorzaakt door de aanwezigheid van onderlinge raakvlakken. Het contact van bewoners van koopwoningen met die van sociale huurwoningen was praktisch afwezig. Het contact, en de samenhang in de buurt, bleef veelal beperkt binnen de eigen klasse. In de (sociale) huurwoningen is het contact tussen de wijkgenoten aanzienlijk minder. Het contact blijft beperkt tot het groeten van de naaste buren. De identificatie met de wijk is redelijk laag. Deze was ook vooral met buurtbewoners in plaats van de wijk in het algemeen. Dit wordt waarschijnlijk veroorzaakt door gemeenschappelijke raakvlakken en saamhorigheid in de wijk. De identificatie met de buurt die wel aanwezig was werd veroorzaakt door de kinderen. IJburg kent een grote hoeveel gezinnen met jonge kinderen. Het overgrote deel van de voorzieningen is dan ook gericht op kinderen. Dit maakt de wijk niet alleen ideaal voor gezinnen, maar zorgt voor een sterk bindmiddel tussen de bewoners. Deze vijf punten samenvattend kent IJburg als wijk een lage sociale cohesie. Tussen (sociale) huur- en koopwoningen is weinig contact. Er is een afstandelijke houding te bespeuren tussen de verschillende klasse. Dit betekent niet dat dit zich per definitie uit in overlast. De straten waarin koop tegenover sociale huur is geplaatst, kent relatief weinig problemen. Wat wel opvalt, is dat de mensen in deze situatie
41
langs elkaar heen leven. Normen en waarden lijken grotendeels overeen te komen, en binnen de sociale huurwoningen is in deze situatie sprake van sociale solidariteit. Problemen lijken te ontstaan wanneer de mix tussen koopwoning en sociale/reguliere huurwoningen te dominant aanwezig zijn. Het appartementencomplex kampte met overlast en vandalisme. In de buurt waar er een afstand is gecreëerd tussen sociale huur en overige woningen, door bijvoorbeeld het tegenover elkaar plaatsen van de verschillende blokken, is dit niet het geval. Op straatniveau valt vanuit deze punten te concluderen dat er een sterke sociale cohesie heerst. Dit valt waarschijnlijk te verklaren door een gemeenschappelijk doel, raakvlak en economische achtergrond die de bewoners bezitten. Dit uit zich in een hoge positie op alle vijf de punten. De wijk op zich veroorzaakt dus geen sociale cohesie, maar de vergelijkbare mensen die de wijk vullen. De wijk zou zich dus moeten richten op het aantrekken van gemeenschappelijke mensen, wat IJburg doet door in te spelen op gezinnen.
Welke rol speelt sociale cohesie bij een themawijk? Over het algemeen ervaren de respondenten hun eigen normen en waarden als gelijk aan de rest van de wijkbewoners. Dit uit zich vooral in de opvoeding van de kinderen en de manier van omgaan met elkaar. De solidariteit in de wijk hangt hiermee samen. Bewoners zijn bereid elkaar te helpen waar nodig. Men zorgt bijvoorbeeld voor elkaars kinderen wanneer een ouder ziek is. De samenhang met de economische achtergrond en sociale solidariteit die Forrest en Kearns (1999) omschrijven, komt naar voren in de resultaten. De wijkbewoners zijn bereidt voor elkaar en voor elkaars kinderen te zorgen, omdat de andere bewoners een soortgelijke levensinstelling hebben als zijzelf. Er is sociale controle, die als positief wordt ervaren. Dit hangt ook weer samen met de kinderen: men let namelijk op elkaar. Dit leidt ertoe dat er geen sprake is van overlast, die veroorzaakt wordt door bewoners van binnen de wijk. Af en toe is er wel sprake van overlast van buiten de wijk, maar daar wordt in sommige gevallen collectief actie tegen ondernomen. Sociale controle komt ook naar voren rondom buurtactiviteiten. Het is namelijk zo dat er uit interesse navraag gedaan wordt wanneer iemand niet aanwezig was, waarom diegene er niet was. Er is dus vrij veel sprake van buurtcontact. Naast activiteiten die worden georganiseerd, zoals buurtbarbecues, zorgt de opzet van de wijk ervoor dat men niet om elkaar heen kan. Wijkplanners zijn er in 42
dit geval goed in geslaagd een wijk op te stellen waar veel ruimte is elkaar te ontmoeten. Zowel op straat als bij elkaar thuis. Er zijn pleintjes aanwezig en huizen liggen naar elkaar toe waardoor een gemakkelijke toestroom mogelijk is. Bewoners identificeren zich op twee manieren wel en niet met de wijk. Ze identificeren zich wel met de aanwezige sociale situatie en voor de respondenten is dit een reden waarom er een hechting met de wijk heeft plaatsgevonden. Bewoners identificeren zich echter niet met de architectuur en ligging van de wijk. Over het uiterlijk van de wijk is men negatief en de ligging van de wijk is slechts praktisch aangezien het stadscentrum in de buurt is. De omgeving rondom de wijk is niet passend bij de bewoners. Het verschil tussen binnen en buiten de wijk is zichtbaar (architectonisch) en onzichtbaar (bevolkingssamenstelling) aanwezig. Concluderend kan gezegd worden dat er een hoge sociale cohesie heerst binnen de themawijk, want de wijk voldoet aan alle punten die volgens Forrest en Kearns (1999) kenmerkend zijn voor sociale cohesie. Sociale cohesie speelt dus een grote rol bij de bewoners van de themawijk. Belangrijke elementen die de sociale cohesie in deze wijk verhogen zijn: de opzet van de wijk en homogeniteit in achtergrond en huidige levensstijl.
Welke rol speelt sociale status bij een vinexwijk? Het invullen van de vier factoren van status van de vinexwijk leidt tot een vergelijkbaar resultaat. Over het algemeen zijn de burgers op IJburg opgeleid op HBO en WO niveau. De wijk bestaat uit (getrouwde) gezinnen met jonge kinderen, waarbij op een vergelijkbaar cariere niveau gewerkt wordt. De samenstelling van de vinexwijk is dan ook behoorlijk homogeen waarbij de respondenten een redelijke hoge status bezitten. Het wonen op IJburg schijnt volgens de respondenten geen bijdrage te leveren aan het niveau van de sociale status. Wat wel gesteld kan worden naar aanleiding van interviews is dat het wonen op IJburg bepaalde positieve associaties oproept bij andere mensen omdat de woningen relatief duur zijn en ondertussen een gewild stukje Amsterdam is. Hoewel respondenten dus aangeven geen verband te zien tussen status en hun woonomgeving, wordt wel gesteld dat ze trots zijn op IJburg en het tot op een zekere hoogte uitdrukking geeft aan hoe ze gezien willen worden. Bij de vraag of status voor hen een rol speelt, wordt kortaf en afwijzend geantwoord: sociale status wordt niet beschouwd als belangrijk. 43
Wat wel opvalt is dat er weinig tot geen contact is tussen koop en reguliere huur, en sociale huurwoningen. Binnen de twee woonsectoren ontbreekt contact wat niet verklaard kon worden door de respondenten. Het lijkt voor bewoners normaal om contact te leggen met buurtbewoners uit dezelfde klasse, terwijl dit voor contact met de sociale huurwoning niet het geval is. Wellicht dat dit verklaart kan worden door een niet overeenkomstig beeld van sociale status, en de invloed die dit op het individu kan hebben.
Welke rol speelt sociale status bij een themawijk? Volgens Hollingshead (2011) bestaat er een verschil in status in de samenleving. Status is te meten aan een aantal factoren, namelijk beroep, scholing, geslacht en burgerlijke stand. Binnen de wijk is sprake van homogeniteit op alle vlakken. De bewoners komen overeen in achtergrond, aangezien ze ongeveer hetzelfde opleidingsniveau hebben, namelijk HBO of WO. Er is een overeenkomst in de huidige leefsituatie, aangezien bewoners werken in dezelfde beroepssectoren en in de wijk wonen voornamelijk gezinnen. Er kan geconcludeerd worden dat er sprake is van gelijke sociale status binnen de wijk, omdat bewoners overeenkomen op de factoren die sociale status meten. Sociale status lijkt ook een rol te spelen in de omgeving waarin de wijk ligt. Er is een zichtbaar verschil in woonomstandigheden, want de woningen zijn kleiner en aan de architectuur is minder aandacht besteedt. Er is een verschil tussen de eerdergenoemde factoren binnen de wijk en de omgeving rondom de wijk, dus er is een verschil in sociale status. In de omgeving staan meer sociale huurwoningen, die volgens de respondenten een ander soort mensen trekt. De respondenten gaven wel aan dat status voor hun persoonlijk geen rol speelde in de keuze van de wijk. En ook dat het geen verdere rol speelt in hun leven. Volgens Hollingshead (2011) heeft de ligging van de wijk geen directe invloed op status, maar is de sociale status uiteindelijk afhankelijk van de eerdergenoemde factoren. Dit blijkt ook uit de resultaten. In eerste instantie is de bouw van een themawijk bedoeld om meer middenklasse naar een achterstandswijk te trekken. De ligging van deze themawijk (Noorderhof) in een achterstandswijk (Slotermeer) heeft geen invloed op de status van de respondenten in hun sociale kring.
44
Status speelt voor de respondenten dus geen grote rol. Niemand gaf expliciet aan dat het wonen in de themawijk invloed had op hun status. En geen van de respondenten was er ook om deze reden gaan wonen. Toch is sociale status, en het verschil hierin met de omliggende wijk wel aanwezig. Er is, zoals eerder genoemd, zichtbaar verschil in woonomstandigheden en de andere factoren die sociale status meten. En de respondenten geven aan dat ze veel met elkaar omgaan in de buurt, maar niet met de omliggende wijk. Dit geeft wel aan dat mensen met dezelfde achtergrond, en dus ook status vooral met elkaar omgaan. In deze zin speelt status dus wel een rol in de buurt. In de buurt zelf is er geen sprake van grote verschillen in status. Zoals eerder vermeldt zijn de factoren die status meten redelijk homogeen in de buurt en tussen de bewoners van de buurt speelt status dus geen grote rol.
Hoofdvraag: welke rol spelen sociale cohesie en sociale status voor de bewoners in een thema- of vinexwijk? Gekeken naar sociale status in een vinex- en themawijk valt te concluderen dat de woning, of woonomgeving, niet status verhogend werkt. Hiermee valt dus de theorie van Hollingshead te bevestigen: een woonwijk creëert geen sociale status, maar het kan wel gebruikt worden vanuit de planologie om bepaalde soort mensen, zoals middenklassers, naar een wijk te lokken. Hierin valt een vergelijking te trekken tussen de vinex- en themawijken. Bij themawijken viel op dat er een sterke homogene verdeling was onder de bewoners door de vergelijkbare huizen. In het geval van IJburg was deze homogeniteit aanwezig in blokken, ofwel op straatniveau. De blokken zouden gezien kunnen worden als individuele kleinschalige themawijken. In elk blok was namelijk sprake van eenzelfde architectonische opzet die mensen aantrokken met een vergelijkbare sociale status. De sociale status geeft in het geval van de vinexwijk eenheid in het woonblok, of in het geval van de themawijk eenheid in de wijk. Kijkend naar de themawijk is over de gehele wijk te stellen dat er sprake is van een hoge sociale cohesie. Bij de vinexwijk was er tevens sprake van sociale cohesie, maar niet over de gehele wijk. Deze was vooral sterk aanwezig binnen de verschillende blokken met elk een homogene verdeling van bewoners. Deze homogeniteit werd niet alleen bewerkstelligd door op esthetiek in te spelen. Ook een focus op functionaliteit is van belang. In het geval van de beide wijken gebeurde dit door bijvoorbeeld faciliteiten te creëren voor kinderen en hiermee gezinnen aan te 45
trekken en daarmee vergelijkbare raakvlakken te vormen. In beide wijktypen kwam ook naar voren dat sociale cohesie afhankelijk was van de vijf punten genoemd door Forrest en Kearns. Al deze punten waren sterk, tot redelijk sterk, aanwezig in de vinex- en themawijk. Een gevolg van deze focus op status, en daarmee homogeniteit bij bewoners, is gebrek aan eenheid tussen de verschillende groepen op buurtniveau. Het gevolg hiervan zou kunnen zijn dat dit op de lange termijn tot vervreemding ten opzichte van de verschillende groepen zal leiden. Door deze vervreemding is er een sterke kans dat overlast van buurtbewoners, zoals hangjongeren, zich verplaatst naar de andere buurt omdat dit een vorm van anonimiteit met zich mee brengt. Sociale controle blijft namelijk beperkt binnen de eigen buurt. Om te voorkomen dat er frictie ontstaat tussen deze verschillende groepen is het wellicht een mogelijkheid om de sociale cohesie te verbreden naar het buurtniveau. Verschillende buurtinitiatieven kunnen hierop inspelen waardoor mensen in contact komen met elkaar. In IJburg was dit reeds aanwezig in de vorm van buurtfestivals. Overlast wordt vergroot door een gebrek aan samenhang, gebrek aan raakvlakken. Kleinschaligheid, eenheid in blok creëren. Vormt sociale cohesie. Kleinschaligheid heeft minpunten: groepen keren zich elkaar i.p.v individuen, dus samenhang creëren tussen groepen met bijvoorbeeld buurtinitiatieven als festivals ed. In themawijk scheiding tussen groepen te groot. Groepen met elkaar in contact brengen.
46
Discussie De verschillen in fysieke kenmerken van de vinex- en themawijken, maakten een vergelijking lastig. De vinexwijk beslaat een veel grotere oppervlakte dan een themawijk. Echter doordat de vinexwijk, Ijburg, is opgezet in meerdere kleine blokken met dezelfde woningtypes, komen de fysieke kenmerken per blok toch overeen met die van de themawijk, Noorderhof. Generaliseren wordt bemoeilijkt door het kleine aantal respondenten en dat we maar één wijk per categorie hebben bezocht. Gekeken naar de themawijk opzich, kan er ondanks het kleine aantal respondenten wel gegeneraliseerd worden naar de rest van de wijk, omdat de bewoners daar zo sterk overeenkomen en omdat de wijk klein is. De vinexwijk is groter en heeft een grotere diversiteit qua bewoners, dus binnen die wijk is generalisatie moeilijk. Conclusies trekken op het gebied van status was moeilijk doordat respondenten hier geen duidelijk antwoord op willen of kunnen geven. Status is slechts te vergelijken op demografische kenmerken. Emotionele lading omtrent status is lastig aan te geven, aangezien mensen er niet voor uitkomen dat ze wellicht een hogere of lagere status bezitten. Hierin zien wij een mogelijkheid tot vervolgonderzoek. Het grote zichtbare verschil tussen de themawijk en de buurt rondom, kan een interessant beeld geven van statusverschil en eventuele sociale cohesie op groter gebied. Hiermee kan onderzocht worden of mogelijkheid is om sociale cohesie op groter niveau te bereiken. Met dit onderzoek denken wij een kritische blik op opkomende themawijken te hebben gegeven. Wij denken dat in de toekomst meer rekening moet worden gehouden met de afsluitbaarheid van de themawijk, om te voorkomen dat er onbegrip ontstaat onder bewoners op groter niveau. Hoewel modernisme en postmodernisme niet wordt teruggekoppeld in de conclusie, omdat daar niet naar gevraagd wordt in de hoofdvraag, zijn die thema’s duidelijk terug te zien in ons onderzoek. De opkomst van de themawijk kan gekoppeld worden aan de postmodernistische tijd waarin we leven. In de bouw wordt meer gekeken naar esthetiek en individuele wensen van bewoners. Dit in vergelijking met de eerdere bouw van de vinexwijk, die vooral om functionaliteit draaide.
47
Reflectie Over het algemeen is het onderzoeksproces goed verlopen. Het zoeken naar relevante bronnen nam veel tijd in beslag, maar heeft uiteindelijk tot een relevante selectie geleid. We waren in staat de bestaande theorieën en bronnen omtrent het onderzoeksonderwerp toe te passen op thema- en vinexwijken. Door een duidelijke indeling in het theoretisch kader, konden we het onderzoeksinstrument met een duidelijke lijn eraan toepassen. Het afnemen van de interviews ging voorspoedig in de themawijk. In de vinexwijk minder: bewoners wezen ons vaak af. Mogelijk was hiervoor de oorzaak dat daar de twee jongens van de groep langs de deuren gingen. Dezelfde lijn als in het theoretisch kader en interviewschema hebben we aangehouden in de analyse en de verwerking van de resultaten. In de conclusie is geprobeerd een zo goed mogelijke koppeling te maken tussen de resultaten en het theoretisch kader. Vergelijking tussen thema- en vinexwijk was moeilijker doordat thema- en vinexwijk in het verdere onderzoek gescheiden werden gehouden. De samenwerking in de groep ging goed. Er is veel overlegd en op gelijke tijden gewerkt, zodat het onderzoek zoveel mogelijk op een lijn kwam te staan.
48
Literatuurlijst Bockma, H. (2010, 23 juli). Domweg gelukkig in de themawijk. De Volkskrant. Via http://volkskrant.nl Bourdieu, P. (1989). Social Space and Symbolic Power. Sociological Theory. 7:14-25
Bourdieu, P. (1990) In Other Words: Essays towards a Reflexive Sociology. Cambridge: Polity Press
Dijck van, F. (2010). Woonpretpark doet sjofele stad vergeten. De Pers. Via www.deperst.nl
Ennen, E. (2004). Wonen in gecreëerd erfgoed. Beleving en binding in Brandevoort. Utrecht: Nethur.
Forrest, R. & Kearns, A. (2001). Social cohesion, social capital and the neighborhood. Urban Studies, 38, 12, 2125-2143.
Ritzer, G. (2008). Sociological Theory. New York: Mcgraw-Hill
Harms, L., Kullberg J., & Veldheer V. (2004). Wonen en woonomgeving. Sociaal en cultureel rapport, 501-539. Amsterdam: Sociaal en cultureel planbureau.
Hollingshead, A.B. (2011). Four factor index of social status. Yale Journal of Sociology, 8, 21-52
Meier, S. & Reijndorp, A. (2010). Themawijk, wonen op een verzonnen plek. Bussum: THOTH.
Karsten, L. & Stigter-Speksnijder, M. (2006). Vinex-wijken: De proffesionele kritiek en de dagelijkse woonpraktijk – een essay. Utrecht: Nethur.
Lupi, T. (2008). Buiten wonen in de stad. Amsterdam: Aksant.
49
Meier, S. (2009). Le Medi: Meditteraan gevoel te koop in Rotterdam. Over de aantrekkingskracht van gethematiseerde woningbouw voor de nieuwe stedelijke middenklass. Sociologie, 5, 277-299.
Mumford, L. (1954). The Neighbourhood and the neighbourhood unit. Liverpool: University press.
Priemus, H. (2010). Hoe verder na Vinex en Nota Ruimte? Rooilijn, Jg. 43/Nr. 1, 5865.
Sanders, F. (1990). Identiteit in het woondomein: woonassertiviteit en sociale cohesie. Uitrecht: Veen.
Scott, J.C. (1998) Seeing like a state: how certain schemes to improve the human condition have failed. New Haven & London: Yale university press.
Weber, M.C.E. (1922). Economy and Society. Berkeley: University of California Press.
Weerd, F. de (2010, 21 november). Het sociale aspect van de themawijk. via http://ruimtevolk.nl/het-sociale-aspect-van-de-themawijk
Weiss, Y & Fershtman, C. (1991). Social status and economic performance: A survey. Tel Aviv: Tel-Aviv University
Zonneveld, J. (2006). Homo vinex. Eenvormig en saai? De groene Amsterdammer, 26.
50
Bijlage Interviewschema
Demografische gegevens
Leeftijd
Beroep
Gezinssamenstelling
Hoogst genoten opleiding
Algemeen
In wat voor een wijk woonde u voordat u hier kwam wonen?
Waarom heeft u besloten te verhuizen?
Waarom heeft u gekozen voor een thema/vinexwijk?
Hoe lang woont u hier al?
Woont u in een koop- of (sociale)huurwoning?
Voldoet de wijk aan de functies die u verwachtte te krijgen toen u hier kwam wonen? (Goed doorvragen: welke functies? Supermarkten ed, maar ook eventuele extra’s)
In geval van gezin met kinderen: biedt deze wijk ook faciliteiten voor uw kinderen?
Heeft u wel eens te maken met overlast uit de wijk?
Zo ja: welke vorm van overlast? In welke mate?
Vervolg: wordt dit probleem opgelost? Zo ja, hoe?
Themawijk (afsluitbaar, optioneel)
Wat vindt ervan dat de wijk afgesloten kan worden? Waarom?
Speelde deze afsluitbaarheid mee in de keuze voor deze wijk?
Voegt dit voor u een gevoel van veiligheid toe?
Themawijk (algemeen)
Bent u bewust van het feit dat u in een themawijk woont?
Wat vindt u van het thema?
51
Nam u het uiterlijk van de wijk mee in uw keuze voor de buurt?
Wat zijn de pluspunten van het wonen in een themawijk?
Wat zijn de minpunten van het wonen in een themawijk?
Vinexwijk
Vindt u de vinexwijk het ideale midden tussen het wonen in een rustige en veilige omgeving en wonen in de nabijheid van de stad?
Bestaan er in deze wijk ook sociale huurwoningen? Zo ja, wat vindt u hiervan?
Wat zijn de pluspunten van het wonen in een vinexwijk?
Wat zijn de minpunten van het wonen in een vinexwijk?
Thema- en vinexwijk Sociale status
Wat vindt u van het uiterlijk van de gehele wijk?
Bent u tevreden over de woonomgeving?
Zou u liever ergens anders willen wonen?
Bent u trots op uw wijk?
Vindt u dat de wijk uitdrukking geeft aan wie u bent?
Denkt u dat in de wijk gelijksoortige mensen wonen?
Hoe belangrijk vindt u status?
Draagt de wijk bij aan uw status?
Sociale cohesie
Denkt u dat u uw normen en waarden deelt met uw wijkgenoten?
Vindt u dat er sprake is van sociale controle in uw wijk?
Wonen er volgens u in deze wijk mensen van vergelijkbare klasse/economische achtergrond? (betreft sociale solidariteit)
Heeft u contact met wijkgenoten? Zo ja, hoe en hoeveel?
Identificeert u zichzelf met uw wijk?
52
Interview respondent 1 Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent:
nou, de eerste vraag, zouden we uw leeftijd mogen weten? 41. beroep? zeg maar commercieel manager. Op dit moment werkzoekende. en de gezinssamenstelling? over een maand getrouwd, en drie kinderen. en de hoogst genote opleiding? HBO.
Fragment 1: woningkeuze Plaats van herkomst Ruimte Woningprijzen Merhawi: Hoe lang woont u in deze wijk? Respondent: Nu twee en een half jaar. Merhawi: In wat voor'n wijk woonde u voordat u hier kwam wonen? Respondent: Amsterdam stad west, westerpark. In die buurt. Merhawi: Oke, waarom heeft u eigenlijk besloten om hiernaartoe te verhuizen? Respondent: Uhm, ja. Klein cliche. Stad werd te klein. En op zoek naar een ander koophuis. De gok wel, letterlijk een gok genomen door hier te gaan wonen. Kenny: Wat bedoelt u dan met “de stad werd te klein”? Respondent: nou, we woonde op 90 vierkante meter. En toen kwam er een tweede kind bij, en het werd allemaal te klein dus op zoek naar een andere woning. Nou, dan gaan we omgeving Amsterdam bekijken. Dat was eigenlijk allemaal een beetje onbetaalbaar aan het worden. En uiteindelijk de gok, echt letterlijk de gok, naar Ijburg genomen. Van laten we dat huis maar doen en we zien wel. Als het niet bevalt gaan we weer weg. En inmiddels kom je hier nooit meer weg. Maar dat hoeft dus ook niet meer want we hebben het ontzettend naar ons zin. Fragment 2: voorzieningen Visie op voorzieningen Aanbod voorzieningen Ontwikkeling Verlang naar culturele mix Merhawi: Oke, dus dat is goed gekomen. dus dat is eigenlijk de reden dat u hiervoor heeft gekozen. En u woont dus ook gewoon in een koopwoning wat u al eerder zei? Voldoet de wijk eigenlijk aan de functies die u verwachtte te krijgen toen u hier kwam wonen? Denk dan bijvoorbeeld aan supermarkten, scholen en dergelijke. Respondent: Kan altijd beter, maar het lijkt alsof het nu begint te komen. Ja, scholen sowieso zijn we heel tevreden over. Het sociale aspect, heel tevreden over. Ja weet je, tuurlijk, ik hou van het stadse. Dus wat mij betreft mogen ze de hele, hoe noem je dat, zo'n plint onder de Ijburglaan? Dat mogen van mij allemaal winkeltjes worden. Ja, er zit nu een Turkse supermarkt verderop. Daar word ik allemaal wel blij van ja. Kenny: En die middelbare school die daar verderop staat is ook net nieuw toch? Respondent: die is ook net nieuw, ja. Kenny: Dus het ontwikkeld zich allemaal? Respondent: Ja, het ontwikkeld zich allemaal. Ik weet niet of mijn zoon naar die middelbare school zal gaan-het schijnt een hele goede te zijn overigens-maar ik heb altijd het idee dat als je naar de middelbare school gaat dat je 10 km moet fietsen. Dan wil ik je niet meer bij de coffeeshop zien hangen. Merhawi: en welke functies zouden er nog bij kunnen komen? Wat zou u nog graag willen zien? Respondent: nou, wat meer middestand. Niet winkelcentrum-middestand, maar, euhm, kleine winkeltjes, meer ontwikkeling van de haven, dat zou van mij wel mogen. Betere restaurantjes, leukere restaurantjes. Dat soort dingetjes. Er mag van mij ook wel iets meer van een, hoe noem je dat, culturele mix komen. Ook op de school waar mijn zoon zit, dat begint nu ook wel te komen, maar das een redelijk blanke school. Dat mag wel iets meer gemixt zijn. En dat hoeft niet ten nadele van het kwaliteit van het
53
Merhawi: Respondent: Kenny: Respondent:
onderwijs te gaan. Maar, dat begint allemaal net. Er zijn tennisbanen gekomen, er zijn sport mogelijkheden, er gebeurt nu van alles. Het komt steeds meer los, lijkt het. oke, want de wijk is nu een beetje uitgebouwd? Nou, hiernaast kan nog een blok gebouwd worden, dus deze straat kan nog afgebouwd worden. Ik weet niet wat, maar er ligt al twee jaar braak liggend terrein. Maar, Ijburg is ontwikkeld in 2002, dacht ik? Want dan gaat het in principe redelijk langzaam? Ja, nou goed, je zit nu ook in een crisis natuurlijk. Er wordt geen huis verkocht. Wij zijn hier ook in 2010 komen wonen.
Fragment 3: voorzieningen kinderen Beleid vanuit gemeente Speelgelegenheden Ontwikkeling Merhawi: oke, en ook over uw kinderen: biedt deze wijk ook de faciliteiten voor uw kinderen die u nodig acht, zoals bijvoorbeeld verenigingen waar u uw kinderen op kan zetten. Kenny: kunnen ze zich vermaken op straat? Respondent: ja, op dit moment wel. Nou goed, we hebben een binnenterein waar ze aan kunnen spelen, maar ze worden nu ook ouder dus ze gaan ook buiten spelen. Ik moet wel zeggen dat daar weer heel veel beperkingen in worden aangemerkt. Dat heeft ook wel in kranten gestaan, mijn zoon heeft ook in de krant gestaan, ze bouwen dan hutten en opeens moeten de hutten worden afgebroken want dat mag dan weer niet. Maar dan denk ik ook van: ja jongens, het is gewoon bouwterrein en laat ze lekker klooien, laat ze lekker struinen. Dus uh, wat dat betreft denk ik wel dat ze wat vrijer moeten laten. Kenny: maar, is het dan vooral de buurt zelf die daar problemen mee heeft? Dat daar het bezwaar uit komt? Respondent: niet dat ik daarover gehoord heb. Maar wel inderdaad over, uh, dat daar de gemeente zelf naar kijkt. Je moet je natuurlijk ook niet vergissen, hier wonen in principe Amsterdammers die buiten de stad zijn gaan wonen. Dus ik weet niet of je dat ziet maar overal staat wel een fietsenrekje voor de deur, er staan bakfietsen voor de deur, nou daar hebben wel ook wel eens stickers op gehad van: jongens, willen jullie het allemaal normaal en netjes neerzetten? Ook mensen die geen tuintje hebben, die zitten toch buiten op straat, ook hier. Ik vind het alleen maar gezellig. Kijk, je moet natuurlijk je eigen troep opruimen, maar voor de rest is het prima. Merhawi: dus dat stadse mag wel wat meer hier naartoe? Respondent: dat mag hier wel wat meer naartoe getrokken ja. Merhawi: oke. en zoals u net zei, dat uw kinderen dan op dat bouwterrein spelen, zou je dan zeggen dat er te weinig plekken zijn waar uw kinderen dan hier zouden kunnen spelen, zoals groen, speeltereinen of iets dergelijks? Respondent: nou... Die van mij zijn 7 hoor, 7 en 5, en 4, nee, voor hun is dat op dit moment wel oke. Ik weet niet of jullie langs het Van Gogh park gekomen zijn? Kenny: is dat dat grote grasveld? Ja, ja. Respondent: nou, nu sinds een maand is daar een gigantisch grote speeltuin gebouwd. Kenny: ja, het was daar ook heel druk inderdaad. De scholen waren ook net uit en dan zie je ook dat het barst van de gezelligheid. Respondent: ja dat zijn wel allemaal dingen, die zijn er allemaal net. Vraag je dit twee maanden geleden, dan zou ik zeggen van: er moet daar een speeltuin komen. Nouja, nu is die d'r. Wat ik dan nog zou willen als Amsterdammer is dat, uhm, er mag nog wel een cafetje bijkomen. Of een theehuis. Dat komt er ook wel weer, geloof ik, alleen het duurt allemaal zo lang. Fragment 4: plus- en minpunten Veiligheid Sociale controle Gebruik van omgeving Merhawi: wat zou u dan hier als pluspunten aanwijzen van deze wijk? Respondent: Als pluspunten? Veilig, kinderen kunnen inderdaad veilig spelen, sociale controle, uhm, wat ik al zeg, goede scholen, speelmogelijkheden. Nou, nogmaals, wij zijn hier niet alleen voor de kinderen hoor. Als ik ook kijk wat ik voor mezelf een beetje mis, is gewoon wat meer... Er mag wel wat mee gebruik worden gemaakt van het
54
Ijselmeer bijvoorbeeld, aan het IJ. Wat ik bijvoorbeeld niet snap is dat ze bouwkundig niet gewoon aan het Ij gebouwd hebben met een mooie boulevard. Dan trek je zelfs mensen uit de stad hiernaartoe die hierheen komen. Het is allemaal, ja, een beetje eentonig gebouwd natuurlijk. En ja, wat ik al zeg, er mogen meer restaurantjes komen, een markt bijvoorbeeld. Dat zou voor mij hier ook wel mogen komen. Is er niet. Maar goed, ik weet niet, misschien leg ik de lat te hoog. Fragment 5: sociale controle Buurtcontact Merhawi: Nee hoor, natuurlijk niet. En u had het net over sociale controle, hoe werkt dat, wat bedoelt u precies daarmee? Respondent: Iedereen kent elkaar wel. Als ik hier op de bakfiets naar het winkelcentrum fiets dan is het van: 'hoi hoi hoi hoi'. Ik ken bij wijze van spreken iedereen. Al is het maar van gezicht. Dus wat dat betreft kent iedereen elkaar. Fragment 6: criminaliteit Verhalen over criminaliteit Merhawi: Oke, en hoe zit het met de minpunten? Die u ook eigenlijk al wel een beetje hebt genoemd. Respondent: Nouja, misschien komt het daar wel door. Net wat je zegt, ja, hoe moet ik het zeggen. Je hoort wel wat over criminaliteit. Ja we hebben er in beperkte mate te maken mee gehad. Maar ik weet niet hoe dat op de rest van het eiland zit, zeg maar. Merhawi: Dus u heeft er wel van gehoord, wat u zei, dat u personen kent die... Respondent: Ja, hier is ook wel een keer wat gestolen hoor, hier achter enzo. Dus hier is ook wel een paar keer ingebroken. Dus wat dat betreft is het wel.. Ja, wat ik al zeg, je hoort inderdaad wel de busjes rondrijden. Ze hebben ons zelfs een keer van tevoren het hek gesaboteerd om 's nachts te kunnen inbreken, om maar wat te noemen. Dus dat doet zich wel voor. Daarom dat we misschien ook wel wat meer politie rondrijden. Dat wordt allemaal wel gemeld geloof ik. Fragment 7: sociale controle Sociale controle neemt toe Merhawi: En heeft dat ook invloed op de sociale controle? Dat mensen dan toch wel -door dat gevoel dat het kan gebeuren, en dat het gebeurt- dat mensen misschien wel wat meer op elkaar gaan letten? Respondent: Ja, oh dat denk ik absoluut. Ja je gaat op een gegeven moment op verdachte dingen letten. En mensen worden wat zorgvuldiger op hun bezittingen. Absoluut. Fragment 8: minpunten En een groot minpunt wat ik dan nog mag noemen, ik weet niet of dat er ook bij hoort, maar dat is het betaald parkeren op Ijburg. Wat ik nergens op vind slaan. Merhawi: Dus u moet ook, als u uw auto hier wilt neerzetten, dient u daar een pasje voor te hebben of iets dergelijks? Respondent: Nee, ik kan geen vergunning aanvragen want ik heb een plek achter. Dus ik moet gewoon betalen tot zeven uur geloof ik. Fragment 9: samenstelling wijk Mix met koopwoning en sociale huurwoning Perceptie op mix sociale huurwoning Straatcoaches aanwezig Merhawi: Oke, en deze wijk bestaat alleen uit koopwoningen? Of is het hier een mix met sociale huur? Respondent: Ja, schuin aan de overkant is sociale huur, schuin aan de overkant. Kenny: Ohja, daar waren we volgens mij ook net geweest. Respondent: Het eerste stukje aan deze straatkant. Als je schuin oversteekt zie je een hek. Het heeft zo'n binnenterreintje Kenny: Ja, daar zijn we inderdaad geweest. Respondent: Ja, dat zijn de sociale huurwoningen. En volgens mij het tweede deel van dat blok is weer koop, maar ook weer het hofje aan de andere kant, is ook weer sociale huur. Merhawi: Oke, dus ze hebben het wel een beetje gemixt?
55
Respondent:
Kenny: Respondent: Merhawi: Respondent:
Ja, maar dat is het enige wat ik weet. De overkant is volgens mij iets voor hulpbehoevenden, wat ik weet. En de rest in deze straat is volgens mij allemaal wel koop. En dat is dus wel mijn gevoel, ik weet niet of dat uhm -daar studeren jullie voor- maar ik heb het gevoel dat aan de overkant van de Ijburglaan is wat meer sociale huur en ik weet niet of dat dan zo bepalend is maar het lijkt er ook op dat daar wat meer, ja wat minder controle is op elkaar. Ik weet niet of daar verbanden mee zijn. Weet je, om het winkelcentrum ook veel sociale huur ook. Er zijn daar veel hangjongeren, ik moet ook zeggen, de straatcoaches hangen ook hoor. Er zijn hier dus straatchoaches? Er zijn hier straatcoaches ja. En wat vind u eigenlijk zelf van die combinatie tussen hoorwoningen, koopwoningen en sociale huurwoningen? Ja, van mij mag dat wel. Ja, wel in verhouding en balans. Ik bedoel, ik heb een koopwoning en die wil ik ook ooit een keer verkocht hebben. Maar, wat ik al zeg, wat dat betreft, ik hou van de stad. En dat door elkaar heen kunnen leven, met de normen en de waarden die erbij horen. Dus nouja, goed, daar heb ik niet op tegen.
Fragment 10: uiterlijk Perceptie uiterlijk Rol uiterlijk in huiskeuze Merhawi: Oke. En we hadden het net al over de overlast in de wijk. Maar wat vind u zelf van het uiterlijk van IJburg? Hoe het er allemaal uit ziet, zeg maar? Respondent: Ja, dat is wel grappig dat je dat zegt, want Ijburg is op zich wel... Als je Ijburg, zeg maar, induikt dan kom je hele leuke plekjes tegen. Als je Ijburg oprijdt namelijk, denk je ja, het is allemaal hoogbouw, vierkant, blokkendoos en dat soort... Maar de straatjes ook achter de hofjes verrassen mij wel eens. In grote lijnen is het saai, maar als je gaat zoeken en rondfietsen dan is het absoluut.. Ja dan is er voor sommige architectuur wel wat te zeggen. Als je het eiland ook op rijdt, daar hangt een grote klok, ik weet niet of je dat gezien hebt? Kenny: Helemaal in het begin? Ja, het eerste wat we zeiden tegen elkaar toen we dat zagen was inderdaad ook van dat is nou een mooi gebouw. Respondent: Ja, alleen het staat leeg. Weet je, terugkomend op waar we het over hadden, ga daar wat mee doen zou ik zeggen. Desnoods, ja weet ik veel, doe er dingen gratis in ofzo. Maar trek het publiek. Het is natuurlijk fantastisch als je een eiland op komt rijden en daar staat zo'n waanzinnig mooi gebouw. Kenny: Zou je dan kunnen zeggen dat het hier een beetje verpauperd? Respondent: Nou, het staat er nog niet zo lang. Volgens mij een half jaar tot een jaar. Maar, dadelijk is het verpauperd inderdaad, wat je zegt. Merhawi: En nam u zelf ook het uiterlijk van de wijk mee in de keuze? Respondent: Nee, haha. Nee. Kenny: Was het in eerste instantie zelfs een minpunt dan? Respondent: Ja weet je wij gingen 4-5 jaar geleden naar Ijburg toe en ik dacht: nou weet je wat, er kan ons niks gebeuren, welk nieuwbouwtraject is er gaande? Dan ga ik maar inschrijven. Ik heb ook alleen op dit blok ook gekeken, want er liep op dat moment niks anders. Achteraf had ik misschien, nouja laat ik het zo zeggen, de keuze was er niet, maar achteraf had ik misschien wel ergens anders willen wonen, maar goed, so be it. Kenny: Dus u heeft ook voor deze woning gekozen terwijl hij er nog niet daadwerkelijk stond? Gekeken naar plaatjes? Respondent: Ja, ja, we hebben wel dit huis kunnen kiezen, dus uit de rij, we hebben wel dit huis gekozen uit de rij. Kenny: Dus u bent ook de allereerste bewoners van dit huis? Respondent: Ja, ja. Fragment 11: tevredenheid woonomgeving Invulling vrije tijd in stad Gezelligheid Dicht bij de stad Kinderen Al dan niet verhuizen
56
Merhawi: Respondent:
Kenny: Respondent:
Kenny: Respondent: Merhawi: Respondent:
Merhawi: Respondent: Kenny:
Respondent:
Kenny: Respondent:
Oke, en bent u uiteindelijk ook tevreden over de woonomgeving? Uhm. Ja. Ja ik wel. Ja wat moet ik zeggen, ik uhm. Ja weet je, als je werkt, en je komt thuis, of als ik in het weekend weg ben, ik neem het trammetje en ik ben met 10 minuten in de stad. En ik neem de fiets mee, en er staat nog een fiets in de stad, die hebben we er ook nog staan. Ik moet wel zeggen: als wij vrije tijd hebben dan gaan we wel naar de stad toe. En komt dat dan vooral omdat u daar de voorzieningen vind die u hier mist? Ja, en ook voor de gezelligheid. Als we uiteten gaan ofzo dan zorgen we dat er een oppas is en dan gaan we gewoon naar de stad. Dan gaan we niet snel hier op het eiland eten. Ook omdat ik dat nog te beperkt vind, 4, 5, restaurantjes. Ja dan wil ik toch wel de sfeer en de gezelligheid van de stad meemaken. Oke, dus dat scheidt u nog heel duidelijk? Vermaak en... Ja, het is gewoon nieuwbouw, het is een Vinex-locatie wat jij al zei. Dat leeft, dat bruist, daar gebeurt wat. En bent u dan nog wel tevreden dat u hier woont of ziet u uzelf ergens gaan wonen? Nou, het grappige is.. We hebben het er wel een keer over gehad. Ik hoop dat ik mezelf nog eens een keer ergens anders zie wonen. Ik weet niet of dat ooit gaat lukken, maar dan misschien zelfs wel op Ijburg. Maar een ander huis op Ijburg. Oke, dus de locatie, daar bent u tevreden over maar het is puur het gevoel hier, met de voorzieningen... Ja, een beetje wel de grote stad, een groter huis, met 3 kinderen, weet je. Je wil misschien een grotere huiskamer, dan is IJburg absoluut niet uitgesloten. Maar, is dat dan vooral uit praktische overwegingen, omdat je in Ijburg de grotere huizen kan vinden voor een betaalbare prijs? Of is het vooral de positieve punten van Ijburg die u opnoemt, als veiligheid en de sociale controle? Wat geeft dan de doorslag om hier te blijven wonen? De combinatie dicht bij de stad, en niet helemaal uit te sluiten, de kinderen hebben hier natuurlijk ook een sociaal leven. Die zitten hier op school, maar nog verder kijkende: ze gaan een keer uit huis. Laat ik het zo zeggen: zonder kinderen zou ik hier niet gaan wonen. Das misschien wel een goeie. Dat zou ik ook mensen afraden. Het is wel een kinderdorp. Wonen er zoveel gezinnen? Ja, het zijn al die Amsterdammers die te klein wonen en die moeten wat anders doen. Maar ook dit wordt al onbetaalbaar, Ijburg. Dus dat is ook weer de andere kant ervan.
Fragment 12: persoonlijke uitdrukking Raakvlakken met buren Merhawi: Zoals u al zegt, zoals u zelfs al eigenlijk aangeeft geeft de wijk dan geen uitdrukking aan wie u bent? Het is vooral uit praktische overwegingen? Respondent: Ja, maar ik wil het wel naar m'n zin hebben. En ik kom in een andere sociale omgeving terecht met buren, met kinderen, we hebben toevalig wel leuke buren, m'n sociale leven wijzigt ook voor een stuk. Ik bedoel, je krijgt er vrienden bij en er vallen vrienden af. En dat is natuurlijk hier ook, op Ijburg. Maar ik moet eerlijk zeggen: ik kan alleen maar praten uit het moment waar wij nu inzitten en waar wij nu wonen. En wij wonen hier in een ontzettend leuk blok, kan ik wel zeggen. Dat is gewoon getroffen. Woonde ik twee straten verder had ik het al heel anders kunnen zijn, bij wijze van spreken. Maar we hebben het gewoon getroffen qua locatie. Maar inderdaad wel een stukje praktisch vanwege de mogelijkheden van kopen. Das praktisch. Maar moet het wel naar ons zin hebben. Merhawi: Dus de wijk geeft enigszins wel uitdrukking aan wie u bent, u heeft wel het gevoel dat er gelijksoortige mensen wonen. Respondent: Ja, dat gevoel heb ik wel ja. Er zijn natuurlijk ook allemaal mensen komen wonen die dezelfde behoeftes hebben, weet je, zelfde levensfase, tussen 35 en 40 jaar, en ja, laat ik het zo zeggen: werk, kinderen maar ook nog van de leuke dingen genieten. Kenny: En dat geeft ook een prettig resultaat? Dat er vergelijkbare mensen in de omgeving wonen? Is dat een pluspunt of een minpunt? Respondent: Ik vind dat wel een pluspunt voor mezelf ja. Dan heb je ook raakvlakken. Ik ben misschien wel 42 maar ik ga ook nog steeds naar de kroeg.
57
Fragment 13: statusgevoel Gevoel van trots Kinderdorp Merhawi: En in hoeverre draagt deze wijk bij aan uw statusgevoel? Hoe zou je het het beste verwoorden? Kenny: Bent u trots dat u hier in de omgeving woont, zou u dat kunnen zeggen? Respondent: Grappig dat je dat zegt. Ja, dat wel, maar het is wel grappig want als iemand vraagt: waar woon je? Dan zeg ik altijd Amsterdam IJburg. Misschien zit daar wel iets dieper, van ja het is Amsterdam, maar het is wel IJburg. Maar aan de andere kant, we hebben het hier prima naar ons zin. Kenny: Maar IJburg kampt ook wel een beetje met een negatief imago, ook een beetje qua omgeving, waarbij mensen zoiets hebben van: het is allemaal nieuwbouw, wat u zelf aangeeft: het zijn strakke blokken. Respondent: Ja, maar, nogmaals, wij hebben ook wel een blinde stap genomen maar ik kan nu heel veel mensen wel vertellen waarom IJburg wel leuk is. Maar ik kan ook zeggen waarom IJburg niet leuk is. Als je geen kinderen hebt moet je niet op Ijburg gaan wonen. Absoluut niet. Nee, ga dan op Java-eiland wonen. In principe: ga zonder kinderen binnen de ring wonen en met kinderen mag je buiten de ring wonen. Nee, maar goed, weet je, wij hebben natuurlijk ook 6 jaar daar in Westerpark gewoond, toen hierheen, maar ik ben wel een stedeling, kom niet van oorsprong uit Amsterdam, maar ik wil de reuring vande stad wel hebben. En ja, het fijne hiervan is: met 10 minuten zit ik weer in de stad. Overigens een slechte voorziening vind ik weer fietsen naar de stad. Dat is voor mij, vind ik, onbegonnen werk. Kenny: Want die tunnel is niet toegankelijk voor fietsers, geloof ik? Respondent: Nee, nee. Dus je moet helemaal om en dat is een half uur, drie kwartier fietsen. Even op en neer is er niet bij. En je kan wel je meenemen in de tram, en we zitten bij de eindhalte van de tram, dus er is vaak wel plek, dus ik neem ook altijd mijn fiets mee. Anders hebben we nog een fiets staan bij het muziekgebouw nog een fietsje staan. Het is wel te doen, maar in Westerpark was het natuurlijk, je doet de deur open, je pakt je fiets en je fietst ergens heen. Of je fietst naar Westerpark, ik weet niet of jullie dat allemaal kennen, dus weetje, daar was altijd wel wat te doen. Of je fietste de Jordaan in, of ik liep naar de Jordaan, en dat heb je hier niet. Hier is naar buiten gaan redelijk functioneel. Je gaat naar buiten om of te spelen of je moet iets gaan doen. En in de stad ging je naar buiten om ff de Jordaan in te duiken.
Fragment 14: contact buurtgenoten Hoeveelheid buurtcontact Invulling buurtcontact Merhawi: Oke, en dan de vraag: heeft u eigenlijk veel contact met uwwijkgenoten. U zei al wel dat u er wat nieuwe vrienden bij kreeg maar heeft u ook heel veel contact, of contact, met uw buurtgenoten hier? Respondent: Nou, in ieder geval wel met dit blok. Ja, blok en via school. En dat is voor mij ook prima zo, zeg maar. Kenny: Maar het is niet zo dat u dagelijks bij de buren op de koffie gaat? Respondent: Nou, het kan maar het hoeft ook niet. En dat vind ik wel prettig. Kenny: Het is vrijblijvend? Respondent: Ja, het is wel vrijblijvend.
Fragment 15: normen en waarden Belang normen en waarden Overeenkomst normen en waarden Perceptie op sociale huur
58
Merhawi:
Respondent: Merhawi: Respondent:
Kenny: Respondent:
U gaf al aan dat u geen problemen heeft met de mix tussen sociale huur en koopwoningen enzo, het maakt niet uit wie waar woont maar zolang er maar gedeelde normen en waarden zijn. Heeft u dat gevoel wel hier dan, dat u die in dit blok in ieder geval wel deelt? Ja, volgens mij wel. Ook wel in de straat gewoon. Ook helemaal goed. Absoluut. Zou u dat misschien wat meer kunnen definiëren? Over normen en waarden, wat de ideeën zijn en hoe dat dan hier is? Nou ja, weet je, het zijn hele basis dingen voor mij. Blijf met je poten van elkaar spullen af, maar goed, we zitten in zo'n situatie dat je daar nog vuilcontainers buiten hebt staan. Ja, ruim je troep een beetje op. Dat soort dingen. En het waait hier altijd op IJburg, overigens ook een nadeel, daar word ik wel gek van, maar spreek elkaar aan. Dat vind ik niet meer dan normaal. Ik ken mensen uit dat sociale huurblok trouwens, dat zijn ook twee kunstenaars, en daar staat soms bij de buren heel hard de muziek aan. Hier zal dat al veel minder gebeuren waarschijnlijk en daar gebeurt het wel, maar dan moet je elkaar ook kunnen aanspreken. Gebeurt dat wel in deze wijk? Ja, volgens mij wel. Tenminste, van wat ik hoor wel. Ik heb nog geen burenruzies meegemaakt of dat mensen niet 'on speaking terms' zijn met elkaar of zo. We groeten elkaar op straat, ik vind dat wel moet kunnen. Ik vind ook dat je gewoon lekker moeten kunnen barbecueën op straat, prima, maakt mij allemaal niet uit, gezellig, maar ruim het daarnaa weer allemaal op. Maar volgens mij gebeurt dat allemaal.
Fragment 16: buurtactiviteiten Invulling en hoeveelheid buurtactiviteiten Initiatieven vanuit wijk Kenny: Zijn er vaak van die activiteiten in de buurt? Respondent: Ja, ja ja, Ijburg is wel een beetje... Je hebt hier wel de buurtborrels, of de wijkborrels. Dat creëert zo'n Vinex-locatie ook. Dat zie je in de stad weer veel minder, want iedereen is daar toch weer wat meer op zichzelf. Kenny: Ja, dit is inderdaad wel een beetje dat dorpse principe wat je hier terug vind. Respondent: Ja, ja. We hebben hier wel de zomer- en de winterborrel, en de barbecues en dat soort dingen. Kenny: Oke, en dat gebeurt een aantal keer per jaar? Respondent: Ja, meestal 2x per jaar, soms in overleg met het andere blok, dat is voor mij ook nieuw. Zelfs de school van minder kinderen organiseert ouder- feesten. Ijburg is dan ook wel weer leuk. Volgens mij wonen hier ook heel veel zelfstandigen. Dat is wat ik proef. Dus ondernemers, en iedereen wil wel. Iedereen wil wel een beetje de gang erin zetten. Er worden hele leuke initiatieven ondernomen die ook goed aanslaan. We hebben het Diemerpark festival in de zomer, klein festival, ook voor kinderen, maar ook met wat optreden en muziek. Nou, Blijburg hebben we natuurlijk, dat is nu permanent open en daar worden ook regelmatig feesten gegeven. Nee, wat dat betreft gebeurt er wel het een en ander. We hebben natuurlijk een theater, Vrijburg, die zit op steigereiland. Ja, goed, we hebben nog geen muziektempel of zo, maar wie weet.
Fragment 17: sociale solidariteit Verschil in economische achtergrond Merhawi: Wonen er hier in deze wijk dan ook mensen met een vergelijkbare economische achtergrond? Kenny: Of is er echt alleen een scheiding te maken tussen sociale huurwoning daar en koopwoning hier? Respondent: Nee, ik denk dat.. Ik zit het even breder te trekken dan deze straat... Ik denk dat daar toch wel wat verschillen tussen zitten. Maar goed, ik kan het natuurlijk alleen maar zien aan de nieuwbouw van de woningen, de ene heeft wel de uitbouw van de woning, de ander heeft het niet, de ene heeft drie kinderen en geen dakkapel. Ik weet wat sommige mensen ook doen. Er zitten inderdaad mensen bij met hele goed
59
betaalde banen en er zitten mensen bij die het ook gewoon goed hebben. Ik denk niet dat we het allemaal slecht hebben ofzo, maar het zit hier wel een grote gemene deler. Maar dat is deze straat, zeg ik dan heel eerlijk. Als je naar de Lisdoddestraat gaat, ja, dat is allemaal kavels. Loop er doorheen en je ziet wat er allemaal staat. Fragment 18: contact buurtgenoten Rol sociale status Merhawi: Maar, is het dan, met die buurtfeesten en dergelijke, is het dan zo dat iedereen tussen die verschillen wel gewoon met elkaar om gaat? Respondent: Ja, zeg maar de sociale status, daarvan heb ik niet het gevoel dat dat heel veel uitmaakt hier. En, nogmaals, dan kan ik alleen maar naar mezelf kijken, maar ik ben ook iemand die er van houdt om met de vuilnisman of met de directeur van het bedrijf... Maakt mij allemaal niet uit. Als het gewoon leuke mensen zijn, en interessante mensen, ja. En volgens mij leeft dat wel hier, dat is wel wat ik proef. Fragment 19: identificatie wijk Enthousiasme over wijk Merhawi: Identificeert u zich dan ook steeds meer met de wijk? Begint dat wel wat meer te komen? Respondent: Wat bedoel je daarmee? Merhawi: U zegt bijvoorbeeld dat wanneer u geen kinderen had gehad u nog in de stad zou wonen, maar nu u hier woont, voel u dan ook dat de wijk zeg maar steeds meer gaat uitdragen wie u bent? Respondent: Ja, dat vind ik lastig. Ik moet zeggen, ik begin wel steeds enthousiaster over IJburg te worden. Het verschilt wel per seizoen, de zomer en de winter. Dat zie je ook wel heel erg op IJburg: in de winter lijkt het alsof iedereen zich terug trekt. De wind gaat waaien, het wordt koud, het is volgens mij ook altijd een paar graden kouder dan in de stad, en dan is het zomer en opeens komt iedereen weer naar buiten. Soms zie je dus ook mensen 4 maanden niet. Pas in de zomer komt iedereen weer naar buiten. Kenny: IJburg gaat in winterslaap? Respondent: Ja, daar lijkt het op inderdaad. Iedereen komt alleen naar buiten om het hoog nodige te doen, zoals boodschapjes. En in de zomer heb je natuurlijk Blijburg als ontmoetingspunt. Je hebt zoveel ontmoetingspunten, je hebt het park, je hebt het Diemerpark, je hebt de sportvereniging. Dus dan heb je heel veel ontmoetingspunten die in de winter wegvallen. Merhawi: Nou, dat was hem volgens mij. Ontzettend bedankt.
Interview respondent 2 Kenny: Respondent: Kenny: Respondent: Kenny: Respondent: Kenny: Respondent:
Oke, dan beginnen we nu eerst met een paar kleine vraagjes. Mogen we uw leeftijd weten? Ik ben 37. Oke, en uw beroep? Jurist. Oke, en de gezinssamenstelling? 4: 2 kinderen -2 meisjes- en mijn man en ik. En wat is uw hoogst genoten opleiding? W.O.
Fragment 1: woningkeuze Plaats van herkomst Ruimte Voorzieningen kinderen Kenny: En hoe lang woont u hier al, in deze wijk? Respondent: Uhm, even goed nadenken. 2 jaar. Kenny: En waar woonde u voordat u hier kwam wonen? Respondent: Amsterdam west
60
Kenny. Respondent:
Kenny:
Respondent: Kenny:
Amsterdam west, oke. En waarm heeft u toen besloten om te gaan verhuizen en hier naar Ijburg te komen? We woonden in een klein apartementje. En hier kon je inderdaad redelijk grote huizen krijgen en Ijburg is eigenlijk een soort paradijs voor kinderen. Dus vandaar de reden om hier naartoe te komen. Oh ja, dat geven heel veel mensen aan ja. Dat ze de ruimte opzoeken en een praktische plek voor de kinderen. Dus dat is ook de reden dat u heeft gekozen voor deze Vinex-wijk, vanwege de ruimte en... De ruimte, ruime woningen en inderdaad, er is heel veel georganiseerd rondom de kids, dat is heel makkelijk. Oke, wat voor'n dingen dan zoal?
Fragment 2: voorzieningen Visie op voorzieningen Aanbod voorzieningen Voorzieningen voor kinderen Respondent: Nou, de kinderopvang is om de hoek, buitenschoolse activiteiten zoals lekker zwemmen, dansen, noem maar op. Surfen, alles kan gewoon. Het is alleen op 5 minuten a 10 minuten afstand fietsen, reizen. En dat is heel makkelijk voor druk bezette ouders. Kenny: Oke, en is dit een koopwoning? Respondent: Ja, dit is een koopwoning. Kenny: En voldoet deze wijk aan de functies die u verwachtte te vinden toen u hier kwam wonen? Heeft u bijvoorbeeld genoeg winkels en dergelijke, de kinderopvang zit dus goed, maar... Respondent: Voor de kinderen is het inderdaad heel goed geregeld. Voor de volwassenen mag er wel wat meer, ook voor de wat ouderen hier mag er wat meer georganiseerd worden. Ik vind het winkelaanbod hier nog steeds wat eenzijdig, het mag wat diverser zijn, en wat meer. Dus wat dat betreft merk je ook wel dat IJburg nog wel een wijk in opbouw is. Kenny: Oke, en op dit moment is het ook vooral gericht op kleine kinderen? Want ook de oudere jeugd heeft hier weinig vermaak? Respondent: Het heeft minder, ja. Zeker. Fragment 3: plus- en minpunten Onderhoud Contact Gezelligheid Aanbod voorzieningen Groenvoorziening Kenny: Dan zal ik nu met vragen beginnen over de Vinex-wijk zelf. Wat zijn de pluspunten voor u, voor het wonen in een Vinex-wijk? Respondent: Als ik het heb over Ijburg: het is natuurlijk niet zo druk als een grote stad als Asterdam. Alles is groot, het is wijds opgezet. De woningen zijn groot, je hebt ook bijna onderhoudsvrije woningen, dat vind ik ook wel positief aan een Vinex-wijk. En wat nog meer.. Ja, je maakt misschien wat makkelijker contact met elkaar. Het zijn allemaal ouders, dus je zit allemaal ongeveer in dezelfde leeftijdcategorie. Dus dat is ook wel fijn. En ook je kinderen maken sneller vriendjes omdat iedereen in dezelfde levensfase zit. Kenny: En dat mistte u ook een beetje in Amsterdam west toen u daar woonde? Respondent: Nou, missen is een groot woord, en het is natuurlijk slecht te beoordelen omdat we weg zijn gegaan toen de kinderen nog heel klein waren. Kenny: Oke, en wat zijn dan de minpunten van deze wijk? Respondent: Minpunten. Uhm, ik mis toch een beetje de gezelligheid van de binnenstad. Het winkelaanbod is misschien nog wat eenzijdig, ik mis heel veel groen hier, en dat is het wel zo'n beetje. Kenny: Op zich is het mooi wonen hier? Respondent: Ja, op zich wel. Fragment 4: samenstelling wijk
61
Kenny: Respondent: Kenny: Respondent:
Mix met koopwoning en sociale huurwoning Perceptie op mix sociale huurwoning Oke, en weet u of er ook sociale huurwoningen zijn in deze buurt? Ja, aan de overkant, als ik me niet vergis. Het zou vrije sector kunnen zijn, maar ik vermoed sociale huur. En hier aan de achterkant ook. En wat vind u van die combinatie sociale huurwoningen en koop en reguliere huur? Nou, op zich vind ik dat wel prima. Ik heb daar geen moeite mee.
Fragment 5: overlast Hoeveelheid overlast Perceptie op overlast Huidige oplossingen Kenny: Oke, het veroorzaakt geen overlast of iets dergelijks? Respondent: Nee nee, we hebben absoluut geen last van onze buren. Kenny: Oke, er zijn ook geluiden gekomen uit Ijburg dat er problemen waren van criminaliteit tot overlast van jongeren en dergelijke, heeft u zelf last van? Respondent: Criminaliteit wel, ons autoraam is een paar keer ingeslagen. Dat wel, maar of het echt door onze buurtgenoten gebeurt, ja, dat weet je natuurlijk niet. En je hoort ook wel inderdaad over overlast van de jeugd, en dat merk je vooral in de zomer. Die zomeravonden, ja, het is lekker lang licht en ze staan dan lekker buiten zichzelf te vermaken. En 's avonds om 10 uur dan trekken ze door de wijk. En omdat het hier zo rustig is en zo'n eiland is, hoor je alles. Vanwege al dat steen galmt ook alles, dus dan lig je 's nachts in je bed en dan hoor je ze voorbij trekken. Dan lig je wel even wakker ja. Kenny: En wat vind u daar dan van, kunt u dat begrijpen? Respondent: Ja, natuurlijk snap ik dat als je die leeftijd hebt, dan wil je toch lekker buiten zijn en met je vrienden praten? En ik kan me voorstellen dat je in de hitte van de discussie, als je 's avonds gezellig bezig bent, dat je niet door hebt dat je overlast veroorzaakt. Dus ik denk wel dat er voor die jongeren gewoon een plek moet komen. En dan misschien op een plaats op IJburg waar wat minder eengezinswoningen zijn. Je hebt bijvoorbeeld Ijburgstrand, daar kan je volgens mij ook flink bezig zijn. Er zijn nog heel veel onbenutte stukjes hier op IJburg waar je misschien ook iets voor de jongeren kunt maken. Kenny: Wordt er op dit moment uberhaupt iets gedaan dan om die overlast te verminderen? Respondent: Dat weet ik niet. Er zijn wel van die straatcoaches op staat, die rijden rond, en een soort jeugdhuis hebben ze opgericht, maar dat was ook een tijdelijk initiatief, of het loopt, dat weet ik niet, maar dat is het wel zo'n beetje.
Fragment 6: uiterlijk Perceptie uiterlijk Rol uiterlijk in huiskeuze Kenny: En wat vind u van het uiterlijk van IJburg? Van de gehele omgeving? Respondent: Het uiterlijk, jeetje. Op zich, ja... Het oogt als een Vinex-wijk vind ik. Er is wel geprobeerd om er hier en daar wat meer van te maken. Het gebouw bijvoorbeeld, waar de (…) inkomen, die is best mooi. Die vind ik echt een hele mooi uitstraling hebben. En achterin heb je de witte (…), ook super, maar er zitten ook dingen tussen waarvan ik denk: jongens, luister, het ziet eruit als een standaard kantoorgebouw. Ik had wat meer glamour verwacht eigenlijk op IJburg, en wat meer durf. Kenny: Oke, het oogt nog een beetje simpel, een beetje.. Respondent: Ja, een beetje.. Ik zou niet zeggen 'simpel', maar er is heel veel eenvormigheid. Kenny: En nam u het uiterlijk van deze wijk mee in de keuze voor IJburg, was dat een minpunt, een pluspunt? Respondent: Niet zo zeer het uiterlijk, maar wel de uitstraling, laat ik het zo zeggen. Want de eerste keer dat we op Ijburg kwamen keken we rond, en dat was ook rond deze tijd, en er was geen groen en de wind waaide hard, dus we hadden zoiets van: nooit van
62
ons leven hier naartoe. En uiteindelijk kwamen we ergens hier in de lente terecht, we waren op het IJburgstrand, en toen begon ons beeld wat te kantelen. Dat we zoiets hadden van: hmm, oke, dit is best wel relaxed. Lekker zonnetje, aan het strand, waarom niet? En toen we eenmaal de huizen van binnen begonnen te zien hadden we zoiets van ja, hmm. Misschien is dit toch niet zo'n slechte keuze. Fragment 7: tevredenheid woonomgeving Tevredenheid over wijk Al dan niet verhuizen Kenny: Dat gaf een andere respondent ook al aan inderdaad. Dat in de winter IJburg een beetje inkakt, iedereen binnen blijft zitten en de wind probeert te vermijden. Maar bent u al met al tevreden over de woonomgeving? Respondent: Ja, op zich wel. Ja, ja. Kenny: En als ik de keuze had, zou u dan ergens anders willen wonen? Respondent: De keuze had, jeetje. Ja je komt uit Amsterdam, en ik denk dat heel veel mensen dat hebben, dat je het liefst in een jaren '30 woning zit, met een grote tuin, en midden in de stad met alles eromheen. Maar ja, dat kunnen heel weinig mensen betalen.
Fragment 8: persoonlijke uitdrukking Gevoel van trots Aanwezigheid gelijksoortige mensen Kenny: Maar bent u wel trots op uw wijk? Respondent: Ja! Eigenlijk wel, ja, toch wel. Kenny: Ja? En waarom? Wat heeft IJburg waar u trots op kan zijn? Respondent: Ja, dat is een goeie vraag. Ik vind toch dat de mensen die hier wonen, ze proberen er het beste van te maken, heb ik het idee. Dat gevoel krijg ik. Kenny: En vind u dat de wijk uitdrukking geeft aan wie u bent? Respondent: Ja, op dit moment van mijn leven wel ja. Ja, zeker. Kenny: En dan vooral vanwege de gezinnen die er wonen? De mensen die het vormen? Respondent: Ja, inderdaad. Kenny: Wonen er in deze wijk ook vooral gelijksoortige mensen? Respondent: Nou, in de eengezinswoningen sowieso. Maar ook heel veel, hoe zou ik dat zeggen, alleenstaande volwassenen. Dus niet alleen aparte mensen zitten hier. Fragment 9: statusgevoel Rol van status Associaties bij status Buurtinitiatieven Kenny: En dan even een specifieke vraag: hoe belangrijk vind u status? Respondent: Niet zo belangrijk. Kenny: Draagt de wijk voor u ook niet bij aan uw status? Respondent: Ik denk voor een heleboel mensen wel. En voor mij ook wel, ik denk dat als je zegt: 'ik woon op IJburg' dat mensen toch wel andere associaties hebben dan wanneer je zegt 'ik woon Bos en Lommer'. Of een of andere wijk die vaak slecht in het nieuws komt. Merhawi: En wat houdt het eigenlijk in dan, IJburg, volgens u, die status? Als u zegt: ik kom uit IJburg, welke associaties worden er volgens u dan... Respondent: Vaak nieuw he, nieuwe wijk. Grote woningen, vaak toch ook niet de goedkoopste woningen, zowel qua huur als qua koop. Ja, dat is het eigenlijk wel. En in het verleden, nu wat minder, ook kunst he. Er werd heel veel met kunst hier gedaan. Kenny: Er werden projecten opgezet, of? Respondent: Projecten opgezet, mensen waren best wel creatief hier, dat merk je ook aan de sporten die hier beoefent worden en de initiatieven die men hier neemt. Die haven is bijvoorbeeld niet iets wat de gemeente bedacht heeft maar iets wat de bewoners hier zelf verzonnen hebben en wat er uiteindelijk gekomen is. Dus het was toch in het begin veel pionieren, veel bedenken, veel verzinnen en hopen dat je het er doorheen krijgt bij de gemeente.
63
Kenny: Respondent:
Kenny: Respondent:
Oke, en komen er ook echt veel van dat soort dingen uit de bewoners zelf? Ja, nu begint het weer te komen. Ik moet zeggen, er was een tijd en toen merkte je er niet veel van, maar je merkt nu wel dat men zoiets heeft van: ja, goed, we zitten in een recessie, en een heleboel winkeliers die redden het niet, IJburg wordt uiteindelijk niet zoals ze hadden verwacht, dus misschien moeten wij als bewoners maar eens iets gaan doen, iets gaan verzinnen. Ja, ja, het heft in eigen handen nemen? Ja, inderdaad.
Fragment 10: contact buurtgenoten Hoeveelheid buurtcontact Invulling buurtcontact Kenny: Heeft u ook veel contact met uw wijkgenoten? Respondent: Ja, eigenlijk wel. Kenny: En hoe uit zich dat dan? Af en toe op de koffie, of? Respondent: Nou ja, goed, inderdaad, laatst hadden we bijvoorbeeld het buurvrouwenetentje. Dan ga je met de buurvrouwen lekker uit eten. De barbecue, ieder jaar is er weer, en met kerst wordt er ook een kerstdiner gedaan met de buren. Nou, daar waren wij niet bij hoor, en het vuurwerk afsteken samen, dat soort dingen. En de kinderen die bij elkaar gaan spelen, dan heb je ook weer contact met elkaar. Kenny: Het voelt ook wel een beetje dorps, of niet? Respondent: Ja, dat is het ook wel ja. Fragment 11: normen en waarden Overeenkomst normen en waarden Kenny: Oke. En denkt u dat u uw normen en waarden deelt met uw wijkgenoten? Respondent: Dat denk ik wel, ja. Ik vermoed van wel. Fragment 12: sociale controle Hoeveelheid sociale controle Kenny: En vind u dat er sprake is van sociale controle in deze wijk? Respondent: Ja, toch wel. Men let toch een beetje op elkaar. Kenny: En heeft dat nog te maken met de criminaliteit die u hier af en toe ziet? Zoals de ruiten van de auto die werden ingegooid. Dat je ziet dat de sociale controle een beetje omhoog ging? Respondent: Dat weet ik niet, daar kan ik echt niets over zeggen. Fragment 13: sociale solidariteit Verschil in economische achtergrond Kenny: Wonen er volgens u in deze wijk mensen met een vergelijkbare economische achtergrond? Respondent: Euhm, goeie vraag. En dan bedoel je heel IJburg of deze straat? Kenny: Vooral met betrekking op deze straat? Afgezien dan, waarschijnlijk, van de sociale huurwoningen? Respondent: Ja, ik denk het wel. Kenny: Nou, dat was hem alweer. Het zit erop. Heel erg bedankt.
64
Interview Respondent 3 Fragment 1 : Achtergrond respondent Merhawi: zou ik na uw leeftijd mogen vragen? Respondent: 32 Merhawi: en uw beroep? Respondent: Ik ben een logistiek manager bij een oliebedrijf Merhawi: en uw gezinssamenstelling? Respondent: Ik ben alleenstaand Merhawi: en uw hoogst genoten opleiding? Respondent: HBO
Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent: Kenny: Respondent:
Merhawi: Respondent:
Merhawi: Respondent:
Fragment 2 : woningkeuze Nieuwbouw Weinig onderhoud en een goede investering Zoals u zei, u woont hier dus een week. En in wat voor een wijk woonde u voordat u hier kwam wonen? Ik woonde in Diemen, een kleine gemeente En waarom had u besloten om hier naartoe te verhuizen? Omdat ik iets nieuwbouw wou en dicht bij Amsterdam wou blijven Oke, dus eigenlijk was de reden waarom u in deze vinexwijk kwam wonen had u er nog een andere speciale reden voor? voornamelijk omdat het dus nieuwbouw is en het dichtbij de stad is. en waarom bent u dan bewust op zoek gegaan naar nieuwbouw? ik wou eigenlijk een huis dat niet zoveel onderhoud nodig had en een goede investering zou zijn. Bij oudere woningen zou ik geld moeten stoppen in het onderhoud en zou een lange tijd duren voordat het iets zou gaan opbrengen. er zaten dus sterke economische motieven aan? Ja Fragment 3 : voorzieningen (goede) bereikbaarheid Aan welke functies, verwacht u, dat de wijk voor u aan gaat voldoen? Ik hoop dat het goed bereikbaar word, daar nu nog wel wat issues. De brug bijvoorbeeld, waar bijna niemand tegelijkertijd over heen komt. Dat is een beetje wel een bottleneck. En ik hoop dat dat beter word, de bereikbaarheid en ik denk dat het een jonge buurt is. Dat zijn een beetje mijn verwachtingen
Fragment 4: gelegenheden voor sociaal contact Cafeetjes Merhawi: oke, heeft u ook, voordat u hier kwam wonen, gekeken naar een aantal functie, zoals bijvoorbeeld supermarkten, dat er bepaalde functies zijn voor mensen van u leeftijd, zoals bijvoorbeeld cafés? Respondent: Ja, ik heb wel echt gekeken of het een beetje levendig is, vandaar dat ik ook in dit stukje zit, omdat je hierachter het haventje hebt met de cafeetjes. Dat hier tenminste een beetje leven in de brouwerij zat. Fragment 5: reden van verhuizing Ingesteld op een toekomstig gezin Merhawi: heeft dan ook aan de toekomst gedacht, mochten er kinderen komen? Respondent: dit is inderdaad wel een hele jonge buurt. Voor één persoon is het eigenlijk redelijk groot. Ik heb me daar wel een beetje op in gesteld. Merhawi: oke, wat zou u dan eigenlijk tot pluspunten benoemen van deze wijk? Respondent: ik denk dat het redelijk modern is, ik denk dat de bereikbaarheid uiteindelijk heel goed word, omdat het nu in de beginfase zit dat het nog een beetje moeilijk is, er is één tram en geen trein. Je bent wel afhankelijk van heel weinig opties, maargoed ik denk dat dit zich wel in de toekomst ontwikkeld. Ik denk dat de buurt ook nog erg ontwikkeld. Zoals de cafeetjes hier, dat begon met één en zijn er nu vier. Zo zie je
65
nog wel meer dingen die uit de grond worden gestampt. Zoals speeltuinen en zulke dingen. Ik denk dat zich voornamelijk ontwikkeld. Merhawi: Respondent:
oke, wat zouden eventuele minpunten zijn waar u naar keek voordat u hier komt wonen? ja, de minpunten die ik vond was dat er nog veel dingen in de bouw zijn. De aankomende 4/5 jaar word hier nog gebouwd en heb je hier last van bouwverkeer. Stukken grond die braak liggen. Dat heb je natuurlijk heel veel.
Fragment 6: Sociale controle Overlast Merhawi: zijn er in deze buurt ook sociale huurwoningen? Respondent: Volgens mij wel ja. Het complex aan de overkant is volgens mijn sociale huur. Dus volgens mij is het allemaal een beetje door elkaar heen. Merhawi: Oké, wat vind u zelf dan van die combinatie tussen verschillende type woningen? Respondent: Ik weet het eigenlijk niet zo goed. Ik zit er eigenlijk pas net. Ik hoorde wel dat er daarvoor veel overlast was, meer dan in het begin van het eiland dan dat het hier is. Of dat nou komt door sociale huur weet ik eigenlijk niet. Maar ik heb er zelf nog geen last van gehad. Ik zelf altijd in Amsterdam oost gewoond. En dan Diemen. En in zuidoost heb ik gewoond. Ja, ik denk ook wat je verwachtingen zijn en hoe je er zelf mee omgaat. Ik zie het niet echt als een probleem. Merhawi: u heeft zelf nog niet echt last gehad van overlast. Respondent: nee, ik denk dat de buren meer overlast hebben gehad van mij. Met mijn verbouwing en herrie. Ik heb zelf nog helemaal geen overlast gehad. Ik heb er nog niets van gezien. maar ik heb er wel van gehoord.Van andere mensen die zeggen: ‘’in het begin is het fijner dan hier’’. Kenny: wat voor dingen waren het dan? Respondent: ik heb gehoord dat er inbraken zijn geweest in parkeergarages bijvoorbeeld. Ik heb daar zelf niets van gezien. ik heb het ook niet hier van de buren gehoord. Ik weet dus ook niet of het specifiek is voor een bepaald gedeelte. Of dat het toevallig is gebeurd bij iemand die ik dan spreek. Ik heb er zelf nog eigenlijk niets van gemerkt. Fragment 7: uiterlijk van de wijk Architectuur Merhawi: Oke, wat vindt u eigenlijk van het uiterlijk van deze wijk? Respondent: ik vind het uiterlijk eigenlijk wel heel leuk. De artichectuur is in ieder geval zeer afwisselend. Het is tenminste niet ‘’rijtjeswijk’’. Waar 1000 huizen er allemaal hetzelfde uitzien. Dat vind ik wel heel leuk aan IJburg. Hier zit een appartementencomplex, maar hier daar zit alweer iets totaal anders. Merhawi: ja, ziet hier wel dat de blokken erg verschillen Respondent: Ja, Ja, heel erg modern, vooral de architectuur is heel erg modern. Merhawi: nam u het uiterlijk ook mee in de keuze? Respondent: Ja, ik heb het wel mee overwogen ja. Merhawi: oke, u heeft dus ook naar meerdere huizen gekeken? Respondent: ik heb ook naar appartementen gekeken en uiteindelijk in deze machinette terechtgekomen. Waar ik van hou is dat er veel licht in de woning, dat ga je toch veel kijken naar nieuwe woningen. Ik denk dat veel in IJburg te vinden is. Ik heb ook een appartement gekeken waar kleine ramen in zaten, maar dat vond ik dan niet, dat spreek me niet aan.
Fragment 8 : tevreden over woonomgeving Woonomgeving Merhawi: oke, zou u over wat u tot nu toe hebt gezien, dat u tevreden bent over de woonomgeving.
66
Respondent: Merhawi: Respondent:
Ja, tot nu toe wel. Ja. ziet u zichzelf hier ook lang wonen? Of ziet u zichzelf nog in een ander soort buurt terecht komen? Nou, ik heb dit wel gekocht met het idee dat ik nog wel voorlopig woon.
Fragment 9 : Sociale status gelijksoortige jonge mensen Merhawi: zoals u zei:’’het is een behoorlijke jonge buurt met jonge mensen.’’ Geeft de wijk een uitdrukking voor wie u bent? Respondent: Ja, dat denk ik wel ja. Ik denk dat er veel jonge gezinnen zijn die ik hier kan tegenkomen. Ja Merhawi: dus u heeft het idee wel dat er hier gelijksoortige mensen aan u hier wonen? Respondent: Ja, ik denk het wel ja. Merhawi: draagt deze buurt dan ook bij aan u status? Zeg maar wanneer u tegen andere mensen zegt dat u hier woont dat ze nog beter denken over wie u bent? Kenny: Ben u trots op Ijburg? Respondent: nee, niet echt. Ik voel me nog niet heel erg verbonden met ijburg als buurt. Vind ik wel moeilijk om iets over te vinden. Ik denk niet dat mensen denken:’’woon jij op ijburg dan ben jij zo’n soort persoon. Dat nog echt linkt. Fragment 10: Contact wijkgenoten wel contact met de buren meer contact met de wijk in IJburg dan in Diemen Merhawi: Oke, heeft u al wat contact met uw wijkgenoten? Respondent: ja, wel met de buren. Ja. Dat is wel een groot verschil voor mij vergeleken met mijn oude buurt. Ik woonde in Diemen in een appartement, daar heb ik 7 jaar gewoond en sprak ik de buren eigenlijk nauwelijks, wel mensen uit het dorp, waar je gewoon mensen kent. Hier is het veel makkelijker om contact te hebben met je buren. Misschien ligt het ook aan de soort woning, dat je een tuin hebt achter, dat je toch je buren tegenkomt. Maar tot nu toe is het eigenlijk heel makkelijk. Kenny: wat grappig eigenlijk dat je in Diemen heel weinig sociale contacten hebt. Respondent: Ja, wel in Diemen zelf, maar in mijn appartementencomplex, daar sprak de buren misschien één keer in de twee maanden, of dat ik ze zag. Hier kom je elkaar veel makkelijker tegen. Misschien is het ook wel de type woning. Maar het lijkt er wel op dat iedereen hier ook wel een beetje opzoek is naar sociale contacten. Niemand zit hier natuurlijk vastgebakken in twintig jaar in een dorp wonen waar ze toch wel mensen kennen. Kenny: iedereen moet natuurlijk wel deur elkaar? Respondent: Iedereen loopt natuurlijk met kinderen rond, dus die zijn vaker buiten, waarschijnlijk. Je komt elkaar toch makkelijker tegen.
Fragment 11: sociale controle In het appartementencomplex was deze er niet. Merhawi: heeft u dan ook het idee dat u de normen en waarden deelt die u heeft met de wijkgenoten? Die u dan heeft gesproken. Respondent: ja, in ieder geval met de buren. Voor zover ik de mensen heb gesproken. Merhawi: en sociale controle. Heeft u het idee dat het hier meer is dan in het appartementencomplex in Diemen? Respondent: Ja dat denk ik sowieso, vergeleken met mijn oude situatie. Als ik Diemen neem denk ik dat er wel een sterke sociale controle heerst omdat veel mensen elkaar kennen in zo’n dorp. Uiteindelijk is het nog steeds een dorp, ook al is het bijna Amsterdam. Iedereen kent elkaar en let wel een beetje op. Maar in het appartementencomplex waar ik woonde letten de buren niet op elkaar. Hier, de vorige week met de storm, kwam de buurvrouw zeggen dat ze even wat had neergelegd, platgelegd in de tuin. Terwijl ik haar eigenlijk nauwelijks ken dat is ook soort van een sociale controle.
67
Merhawi: Respondent:
Ja die is hier in ieder geval wel.
Fragment 12: vergelijkbare economische achtergrond In de straat homogeen, maar achter en voor staan andere type woningen. Merhawi: heeft u het idee dat hier mensen wonen met een vergelijkbare economische achtergrond. Dat het hier behoorlijk homogeen is, zegmaar. Respondent: ja, ik denk in ieder geval in dit stukje van de straat. Aan de overkant weet ik het niet. Ik denk toch dat meer sociale huurwoningen zijn. En ook hierachter. Het zit dus wel heel erg door elkaar. Maar ik heb wel het idee in dit rijtje dat er mensen zijn die alle twee een baan hebben. De koophuizen zijn allemaal hier hetzelfde waard. Dus iedereen zit een beetje in dezelfde situatie. Ik denk dus dat het wel zo is ja.
Fragment 13: identificeren met wijk Identificatie met wijk Merhawi: ziet u zichzelf wel steeds meer identificeren met deze wijk? Respondent: Ja, Ja. In ieder geval. De leeftijd hier redelijk de gemiddelde leeftijd in ieder geval redelijk jong is. In ieder geval van de mensen die ik hier tegenkom. Daar kan ik me in ieder geval mee identificeren. Net als iedereen anders. Eigenlijk moet je hier met zijn tweeën een baan hebben om je huis te kunnen betalen. En dat zijn twee werkende mensen.
Interview Respondent 4 Fragment 1: Achtergrond Merhawi: bedankt voor uw tijd. Eerst een paar kleine vragen/gegevens. Zou ik naar uw leeftijd mogen vragen? Respondent: 35 jaar Merhawi: en uw beroep? Respondent: Ik ben verpleegkundige Merhawi: gezinssamenstelling? Respondent: ik woon met mijn man en 2 kinderen, twee meisjes Merhawi: en u hoogst genoten opleiding? Respondent: HBO Fragment 2: woningkeuze Functionele keuze Amsterdam-West, verpaupert Merhawi: Hoe lang woont u hier al? Respondent: ik woon hier nu al, even kijken, 7 jaar. Merhawi: in wat voor een wijk woonde u voordat u hier kwam wonen Respondent: Ik woonde in Amsterdam west in bos en lommer. Het was best wel een verpauperde wijk.
68
Merhawi: Respondent:
Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent:
Waarom heeft u besloten om te gaan verhuizen. het tweede kind kwam er aan en er was gewoon geen ruimte. Dit is een vier kamer woning en waar ik eerst woonde was een twee kamer woning. Dus eigenlijk voor de ruimte. En het is wat kind vriendelijker dan mijn vorige buurt. Dus dat is eigenlijk ook gelijk de reden waarom u heeft gekozen voor de vinexwijk. Zoals u eigenlijk zegt, de kindvriendelijkheid en ruimte. Ja, absoluut. oke, woont u in een koop of sociale huurwoning? we wonen in een huurwoning
Fragment 3: voorzieningen Tevreden met kinderopvang & cafees Ontevreden over de drukte op de wegen Merhawi: oke, voldoet de wijk aan de functies die u verwachtte te krijgen toen u hier kwam wonen? Zoals, supermarkten, kinderopvang of functies voor mensen van u eigen leeftijd? Respondent: ja, het voldoet wel aan de eisen. Alleen had ik het wat rustiger verwacht. Het is door de jaren heen wat drukker geworden. Veel meer huizen bijgekomen, dat is wel wat minder. Ja, en de wegen. Het is iets minder kindvriendelijker dan ik dacht. Er zijn veel meer wegen bijgekomen. Vooral voor de deur. Dat is wel vervelend. Merhawi: oke, en voor de rest, zoals supermarkten, restaurantjes en cafeetjes daar heeft u voldoende van? Respondent: Absoluut, alles is lekker dicht in de buurt, heel gezellig Merhawi: oke, en bied deze wijk de faciliteiten voor uw kinderen? Kwa kinderopvang en scholen Respondent: Zeker weten, er zijn heel veel kinderopvang hier en scholen, je hebt genoeg keus, er zijn hier echt veel scholen. Ja. Ik ben tevreden.
Fragment 4: pluspunten Modern, scholing & de bereikbaarheid Merhawi: oke, en wat zou u als pluspunt noemen van het wonen in deze wijk? Respondent: bereikbaarheid, de ruimte, de scholen en de architectuur Merhawi: oh ja, en wat vindt u daar precies mooi aan? Respondent: het is zo modern, dat vind ik heel mooi Fragment 5: over samenhang in wijk Verschillende type woningen door elkaar werkt niet Overlast Bewoners individualistisch Sociale controle Merhawi: en wat zou u als minpunten noemen? Respondent: het is toch wel een volle wijk. En te druk. En er is toch wel een beetje overlast. Het gaat een beetje door elkaar heen. Sociale huurwoningen, koopwoningen en gewone huurwoningen. En dat merk je wel. Merhawi: oke, u woont zelf ook in een huurwoning. Wat vindt u zelf van de combinatie tussen sociale huurwoningen en koopwoningen. Dat alles door elkaar zit. Respondent: Ik merk toch dat het niet echt werkt. Het zijn toch een andere slag mensen. Haha, het klinkt fout. Het is wel zo, ja. Merhawi: op welke manier dan? Want, u zit dan bijvoorbeeld in een huurwoning. Merkt u dan dat andere mensen die in een sociale huurwoning wonen anders zijn dan u en mensen die in een koopwoning wonen zijn die ook anders dan u? hoe ziet u dat precies? Respondent: ja, mensen die in een koopwoning wonen zijn wat beheerster, ja, die hoor je eigenlijk niet, en zie je eigenlijk niet. Die zijn wat individualistisch.
69
Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent:
Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent:
Ja sociale huurwoningen zijn, ja, veroorzaken toch wel veel overlast. op wat voor een manier? ze vernielen dingen, ze staan voor de deuren en tot laat, ze maken troep. Ze staan tot laat in de gangen en roken weed en drinken ze drank en dat laten ze gewoon daar. Dat zorgt voor veel troep. oke, heeft u zelf ook echt mee te maken? Heeft u er zelf ook echt last van? Ja, zeker. in welke vorm en mate? nou, mijn scooter heb ik een keer in de garage staan, en op een dag was die helemaal vernield. En mijn fiets kan ik ook niet in de gang laten. Die word altijd vernield. Ja ik heb er dus wel direct mee te maken. oke, en word het probleem ook opgelost? nee, nee er word dus niets aan gedaan? helemaal niets en heeft u wel een klacht ingediend? elke keer, maar er word niets aan gedaan oke, wat erg ja
Fragment 6: tevredenheid woonomgeving Tevredenheid uiterlijk Niet de mensen Beleving kinderen en zij verschillen Architectuur Merhawi: en wat vindt u van het uiterlijk van de wijk? U zei al dat u de architectuur heel mooi vond. En vindt u nog andere dingen, bijvoorbeeld, groen en zulke zaken Respondent: het heeft niet genoeg groen, maar wel eigenlijk, maar wel voldoende. Nee, eigenlijk niet genoeg. De architectuur is heel mooi, en er is veel water. Vind ik ook mooi. Het zorgt wel voor een mooi uiterlijk. Merhawi: oke, nam u ook het uiterlijk mee in uw keuze? Respondent: Ja. Absoluut. Merhawi: bent u ook tevreden over de woonomgeving? Van deze wijk Respondent: ja, ja. Merhawi: ziet u zichzelf nog een hele tijd blijven, of zit u zichzelf nog wel wonen in een ander soort buurt? Respondent: Nou, als de overlast blijft zie ik mezelf wel verhuizen, want ik kwam voornamelijk toch voor de rust, want ik heb toch twee kinderen. Dat heb ik nu niet echt, dus dan zie ik mezelf wel verhuizen. Merhawi: oke, en bent u trots op deze wijk? Respondent: Ja, kwa uiterlijk wel Merhawi: maar niet de mensen? Respondent: nee Merhawi: in dit appartementencomplex Respondent: absoluut niet Merhawi: geeft de wijk wel een uitdrukking van wie u bent? Respondent: niet helemaal, wel kwa cafeetjes en de scholen, dat wel. Maar ik zocht toch die rust. Ik ben toch wat rustiger en dat merk ik hier niet. Merhawi: oke, voor uw gezin, kinderen is het wel een ideale plek, maar voor u wat minder Respondent: absoluut Fragment 7: Sociale status Homogeniteit
70
Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent: Merhawi: Respondent: Merhawi:
Status Verschillen heden/verleden wat u dus aangeeft is dat er niet echt gelijksoortige mensen hier wonen als u? en dat zou prima zijn als ze zich niet misdroegen oke, hoe belangrijk vindt u status? Hoeveel belang geeft u aan status? niet zo veel en draagt deze wijk wel bij, zeg maar, IJburg aan u status dat u aangeeft aan anderen dat u in Ijburg woont, dat ze gelijk denken. Ik denk dat ze het goed heeft? ik denk toch dat er verschillende soorten mensen wonen. oke
Fragment 8: contact met wijkgenoten Verschil heden/verleden. Normen en waarden Merhawi: heeft u contact met uw wijkgenoten, die mensen die hier in het appartementcomplex wonen? Respondent: 7 jaar geleden meer dan nu, toen waren we allemaal erg close, en was de wijk helemaal nieuw. Toen wilt iedereen zich leren kennen. Sinds die tijd zijn er veel mensen verhuist. Nu wonen er mensen die ik helemaal niet ken. Ik zie elke keer wel onbekende mensen. Merhawi: oke Respondent: dat is wel minder. Maar ik heb nog wel contact met mijn naaste buren Merhawi: oke, wel dus met uw naaste buren. En deelt u uw normen en waarden met uw wijkgenoten? Respondent: nee, haha. Merhawi: over de problemen met de overlast. Is er sprake van sociale controle? Word door andere mensen opgelet op uw spullen of gecontroleerd als er wat gebeurd dat er wat van wordt gezegd? Respondent: uh, nee. Maar het gebeurd ook vaak 's nachts wanneer iedereen slaapt. Dus het is ook moeilijk, maar er word niet echt opgelet. Vooral omdat de mensen elkaar nu niet echt meer kennen. Merhawi: dat maakt dus ook heel erg uit? Respondent: Ja, Fragment 9: economische achtergrond Verschillen in economische achtergrond Merhawi: oke, wonen er mensen in deze wijk met een vergelijkbare economische achtergrond? Zit iedereen op hetzelfde niveau kwa salaris? Respondent: nee, dat niet. Nee, het verschilt heel erg. Voor zover ik weet Merhawi: oke, zover u weet wonen er hier geen mensen met een vergelijkbare economische achtergrond. Fragment 10: identificeren met wijk Identificatie met wijk Voor de kinderen een fijne buurt, maar niet voor haarzelf Merhawi: Oke, en identificeert u zichzelf met de wijk? Respondent: uh, nee niet helemaal. Merhawi: oke, zit u wel op het niveau dat u dus voor kinderen, als gezin is het wel een fijne buurt, maar voor u als persoon niet helemaal Respondent: ja, dat klopt. Die rust mis ik Merhawi: voor die drukte, komt dat door die kinderen, dat u die rust ontbeert, of zijn er ook andere redenen? Respondent: het zijn de mensen, de jongeren.
71
72
Donderdag 19 januari Respondent 5
Vragenlijst Themawijk
Man En uw beroep? Uh ik ben journalist, radiomaker. Wat is uw gezinssamenstelling? Getrouwd, één dochter. Ene uw hoogst genoten opleiding? Universiteit. Fragment 1
Woonomstandigheden
Ongelukkig in centrum
Geluidsoverlast
Gezinsomstandigheden
Woningmarkt
Interviewer
Okee nou we hebben eerst een paar algemene vragen en dan toegespitst meer op de themawijk. Hoelang woont u hier al in dit huis?
Man
11 jaar.
Interviewer
En voordat u hier kwam wonen, woonde u in een heel ander soort wijk?
Man
Ja in de stad.
Interviewer
Waarom heeft u besloten te verhuizen?
Man
Hu ja! Nou ja we woonden er ongelukkig, want uh ja het was heel gehorig, we hadden last van de buren en we wilde, we kregen ook een dochter dus we kregen een kind, dus ja al die redenen.
Interviewer
Het centrum was eigenlijk te druk ofzo?
Man
Uuh ja geluidsoverlast. Heel veel geluidsoverlast.
Interviewer
Waarom heeft u gekozen voor deze wijk dan?
Man
Nou in die tijd was het heel moeilijk om een koophuis, de koopwoningen waren heel populair. Iedereen wilde kopen. Dus je kon je overal op inschrijven, maar dateh, ja dan werd je gewoon uitgeloot. We wilden eigenlijk in het westelijk havengebied, of in het oostelijk havengebied, maar dat lukte gewoon niet. En uiteindelijk zagen we dit en het zag er wel leuk uit op papier. Dus we hebben het van papier gekocht. We hadden ook geen idee van de buurt verder. Hoe het in elkaar zat, of hoe het zal worden.
Interviewer
Dit is een koopwoning dan he?
Man
Ja.
Fragment 2
Geen verwachtingen
Geen faciliteiten
Prettig voor kinderen
73
Interviewer
U had eigenlijk verder dus ook heel weinig verwachtingen van de wijk?
Man
Nou wat is de wijk? Je hebt natuurlijk dit wijkje, daar omheen heb je natuurlijk..
Interviewer
ja we bedoelen zegmaar dit kleine wijkje, zegmaar dit buurtje.
Man
Nee ja wat ik zeg, het zag er leuk uit, maar hoe het dan precies wordt. Dat weet je niet.
Interviewer
Qua faciliteiten enz?
Man
Nou facilieiten zijn er natuurlijk niet, het is gewoon een woonwijk.
Interviewer
Voor uw kinderen, is het een prettige buurt?
Man
Ja! Mn dochter is hier opgegroeid en die heeft het altijd heel erg naar dr zin gehad. Duse veel vriendinnetjes. Nog steeds.
Fragment 3
Geluidsoverlast
Actie ondernomen
Nu voorbij
Interviewer
Okee leuk. En overlast? Heeft u hier wel eens last van overlast?
Man
Ja, voetbal op het pleintje. Dat het eh, het is allemaal steen hier. En het geluid hier, ja dat gaat gewoon niet weg. En deze woningen, teminste een aantal woningen zijn in de breedte gebouwd, niet in de diepte, dus je hebt snel heel veel geluids, ja het geluid ketst gewoon de hele tijd heen en weer. Dus we zijn, daar heeft iedereen last van, dus op een gegeven moment zijn er ook acties ondernomen door iedereen die aan het plein woont.
Interviewer
Jaja, okee. Maar u heeft daar dus ook wel aan meegewerkt, zegmaar het was wel zo erg die overlast dat.
Man
Ja! Jajajaja.
Interviewer
Okee. Is er nu, wordt er nu iets aan gedaan?
Man
Nou op dit moment speelt het eigenlijk niet meer, dat kan weer komen, maar..
Fragment 4
Bekendheid met themawijk
Thema achteraf
Fijn wijk
Opzet wijk
Geen nadelen thema
Interviewer
Okee. Uhm dit is een themawijk, was u daar, bent u zich daar van bewust?
Man
Nou wat is een themawijk?
Interviewer
Ja dat is, nouja het thema is dan eigenlijk een dorp. Zegmaar de laagbouw en inderdaad dat het enigszins omsloten is, in een buurt waar…
Man
Wat studeren jullie eigenlijk?
Interviewer
Oh, ASW, algemene sociale wetenschappen.
74
Man
Nouja, nee ja, ik weet wel wat voor wijk dit is. ik weet wie het gebouwd heeft, ik weet, ik schrijf zelf veel over architectuur, stedenbouw. Dus ik weet uh, ja ik weet wel hoe het zit.
Interviewer
Ja, okee. Enne wat vindt u, vindt u.. is dat voor u een voordeel zegmaar dat er een thema verbonden is aan de wijk? Of niet?
Man
Nou een thema, kijk een thema wordt achteraf aan een wijk verbonden, door iemand die dat leuk vindt ofzo. Maar, ja uiteindelijk, het is uuh, het is gewoon een fijne wijk om te wonen. En dat heeft niks met een thema te maken, alswel gewoon met hoe het gebouwd is. dat het de meeste.. en hele boel huizen zijn verschillend ene het is niet van he.. ja ieder huis is net iets anders en het is niet allemaal recht maar er zijn kromme straatjes en.. En ja dat is leuk. Dat maakt dat t, ja het voelt goed aan.
Interviewer
Ja, okee. Uuhm, heeft het ook nog nadelen, minpunten?
Man
Nee.. . Nee.
Fragment 5
Voordeel geen auto’s
Fijn voor kinderen
Interviewer
Het is best wel duidelijk dat het een beetje wordt.., er komen bijna geen auto’s en het is een beetje omsloten door wat hogere bouw. Vindt u dat een voordeel? Vindt u dat prettig? Nouja die auto’s, kijk dat het kleine straatjes zijn, zoals hier, dat is goed. Want als je
Man
jonge kinderen hebt is dat heel fijn. Het plein daar kunnen geen auto’s komen dus het is fijn als je hier woont. Je kind kan gewoon voor de deur spelen. En dat is heel prettig. Fragment 6
Andere sfeer in de rest van wijk
Sociale huurwoningen
Kansarme mensen
Themawijk koopwoningen
Verschil inkomen/ opleiding
Interviewer
En ook met oog op de rest van de wijk, hier omheen. Merkt u dat er een hele andere sfeer is?
Man
Nouja er is een hele andere sfeer, kijk hier omheen is het natuurlijk allemaal jaren 50 60 bouw. Ene vooral uitsluitend sociale huurwoningen, voor mensen die het vaak niet breed hebbe, die gewoon in een moeilijkere situatie zitten. Veel allochtonen mensen ook. Zegmaar gewoon kansarm.
Interviewer
Maar daar heeft u in deze buurt weinig mee te maken?
Man
Nja in deze buurt natuurlijk heb je daar niet mee te maken. Kijk het zijn allemaal koopwoningen, op een aantal woningen na, daar zitten vaak sociale dingen in en een deel is ook sociale huurwoningen. De achterkant, dat is ouder. Maar opzich is dit ook
75
een gemengde wijk hoor. Het is alleen dat hier middenklas gezinnetjes wonen. Maar ook gewoon van turkse en marrokkaanse afkomst. Dus in die zin, het is geen blanke Hollandse wijk van koopwoningen, helemaal niet. Er is alleen een verschil in inkomen en opleiding. Daar komt het op neer. Fragment 7
Veilig gevoel
Interviewer
Qua veiligheid, zit daar nog een verschil in? Voelt u zich hier veilig?
Man
Ja ik voel me hier veilig.
Interviewer
En meer buiten de wijk minder? Of is dat eigenlijk hetzelfde.
Man
Nou ik voel me altijd veilig. Kijk iedereen maakt dingen mee van agressie of dat ie wordt lastig gevallen of dat soort dingen. Maar het is.. je wilt het wel voorkomen, maar het is mij zo vaak in de stad overkomen. Maar ieders ervaring is waarschijnlijk anders. Kijk ik kan zeggen.. voor hetzelfde geld wordt je vier keer overvallen bij de supermarkt.
Fragment 8
Niet trots
Leuke wijk
Zegt niks over persoon zelf
Interviewer
Bent u ook trots op uw wijk?
Man
Nou trots is het woord niet. Ik vindt het een leuk wijkje. Ik vindt het prettig. Maar het is niet zo dat ik het probeer te slijten aan mn vrienden ofzo, nee.
Interviewer
Zegt deze wijk ook iets nog over u, want het zijn inderdaad allemaal verschillende huisjes is het dan, zegt het dan ook nog iets over uzelf, zegmaar het uiterlijk?
Man
Nee, ik zou net zo lief in een appartement willen wonen aan het Noordzeekanaal, lijkt me ook prachtig, maar dat hangt met je gezinssituatie samen, of je dat wil of doet. En met je inkomen op een gegeven momen. Dat soort dingen.
Fragment 9
Middenklasse
Beetje unieke wijk
Gebonden bij stad
Wel laagbouw
Interviewer
Denk u dat status, u had het net al even over inkomen en opleiding dat dat redelijk egaal is in deze buurt, maar denkt u dat status dan ook een rol speelt in de wijk?
Man
Nou ik denk niet dat inkomen en opleiding perse heel , dat daar geen verschil in zit ofzo. Dat is er wel degelijk. Maar het is meer dat grosso modo kan je wel zeggen dat de meeste mensen onder de midden klasse worden gerekend. Maar er wonen hier ook chirurgen. Er wonen toevallig, net als ik een flink aantal journalisten. En ja wat wel
76
een rol speelt dat het een van de weinige wijken is net buiten het stadscentrum met laagbouwwoningen. Met redelijk goede en ruime laagbouwwoningen. En dat trekt toch het mensen die aan de ene kant bij dei stad gebonden willen blijven, maar toch een gezin hebben en niet in een appartement willen wonen. Ik denk dat daardoor is dit wijkje ook redelijk populair. En ik denk dat dat ook wel iets is dat een flink aantal mensen hier bindt. Of tenminste, bindt niet, maar een gezamelijke noemer zegmaar. Maar je hebt hier ook gewoon chirurgen en tvmensen met veel geld. Maar je hebt hiet ook gewoon schoonmakers.. met allebei een baan enz he, als dat net gaat. Fragment 10
Geen gedeelde normen en waarden
Interviewer
Normen en waarden. Denk u dat dat gedeeld wordt met uw wijkgenoten?
Man
Nou ik hoop van niet, iedereen is in dat opzicht toch verschillend. Ja als je alleen maar nagaat, ik bedoel dan zou het bij wijze van spreken betekenen dat iedereen op de zelfde politieke partij zou stemmen en de zelfde verenigingen zou steunen, dat is natuurlijk onzin. Er zijn helemaal geen gedeelde normen en waarden.
Interviewer
Ook zoals u eerder zij, dat er heel verschillende mensen hier wonen.
Man
Ja, kan toch niet anders.
Fragment 11
Geen sociale controle
Niet anoniem
Buurtgevoel
Wel sociale cohesie
Veel gezinnen
Interviewer
En sociale controle is die er?
Man
Ja vindt ik een lastige. Sociale controle, neu. Het is natuurlijk wel zo dat je elkaar ziet. Maar sociale controle… je hebt meer met elkaar te maken dan in een flat natuurlijk. Het is niet anoniem. De meeste mensen hier kennen elkaar wel. Er is ook wel een soort buurt gevoel hoor. Dat is er wel. Het is heel vaag maar er worden ook dingen georganiseerd, elk jaar met kerst is hier een groot feest en lustra worden gevierd en.. dus dat is er allemaal wel. Maar ja en ik, kijk ik zie toch wat mn buren doen. Ik kan moeilijk een blinddoek op doen. En zo werkt het toch. Sociale controle dan niet, maar sociale cohesie wel degelijk. En je hebt er ook mee te maken dat toen iedereen hier kwam wonen, toen het net gebouwd werd in 98, toen hadden de meeste gezinnen kleine kinderen. Beginnende gezinnetjes. En de kinderen groeiden op en gingen allemaal naar dezelfde school. Dus de ouders zagen elkaar altijd maar bij diezelfde school, dus zo krijg je toch een verwevenheid van levens. Ene ja op een gegeven moment wordt dat dan wel wat minder, zoals nu. Mijn dochter is nu ook naar de middelbare school, en haar vriendinnen natuurlijk ook, en die gaan dan toch ook weer
77
naar een andere middelbare school dus dan wordt het iets minder. Maar het is er nog steeds. Fragment 12
Identifceren met alles
Identificatie met wijk
Interviewer
Identificeert u zichzelf met de wijk en de mensen in de wijk?
Man
Nouja je identificeert je natuurlijk met vanalles en nog wat, he dat geld van het werk dat je doet, tot en met de boter die je op je brood smeert, het vormt allemaal een onderdeeltje van je identiteit. En onvermijdelijk is het wonen in dit buurtje daar ook een onderdeel van. Ja natuurlijk.
78
Respondent 6 Vrouw Leeftijd? 41. Beroep? Landschapsarchitect. Gezinssamenstelling? We zijn met zn vieren. Mijm man en twee
kinderen van 9 en 11.
Opleiding? WO. Fragment 1
Eerst ander soort wijken
Per ongeluk deze wijk
Tijdelijke woonruimte
Tevreden hier
Interviewer Vrouw
Hoelang woont u hier al? 7 jaar.
Interviewer
Welke wijk hiervoor?
Vrouw
We woonden hiervoor in Altona in Melbourne in Autralie. Daarvoor wel weer in Amsterdam. Maar hiervoor 5 jaar in australie gewoond.
Interviewer
En hiervoor in Amsterdam? Was dat een hele ander soort wijk?
Vrouw
Ja, we hebben in noord gewoond en in vensterpolder, in zuid-oost.
Interviewer
En waarom heeft u voor deze wijk gekozen?
Vrouw
Nou het is eigenlijk per ongeluk gekomen. Dit huis stond te koop en we konden hier tijdelijk in tot het verkocht zou zijn. Want we kwamen terug uit australie en ik had een baan gevonden in de stad. Dus we hadden woonruimte nodig. We hadden eigenlijk anders helemaal niet hier gezocht. Maar we konden hier zegmaar proef wonen en dat beviel heel goed dus. We dachten eigenlijk, we gaan van hieruit zoeken naar iets anders. Maar toen we hier eenmaal woonden hebben we helemaal geen reden meer.. dus toen hebben we dit maar gekocht. Dus we hebben proefgewoond in onze koopwoning. En dat kan natuurlijk normaal nooit, dus dat was wel heel leuk dat dat kon.
Interviewer
Maar daar was een regeling voor ofzo?
Vrouw
Ja het was eigenlijk een beetje viavia. Het is heel moeilijk als je op stel en sprong woonruimte nodig hebt in Amsterdam, dan is dat heel lastig, zeker met een gezin. Want een kamertje vindt je nog wel ergens maare een plek waar je met zn vieren kan wonen is heel moeilijk. En dit huis was van vrienden van vrienden van ons dus het ging eigenlijk viavia. Zeiden ze van nja je kunt er wel even in totdat je wat gevonden hebt. Zij waren al verhuisd, ene toen zijn we niet meer weggegaan.
Fragment 2
Ouderwetse truttige architectuur
79
Sterke opzet
Leuke samenstelling mensen
Nieuw-west, niet zwart-wit
Weinig faciliteiten
Centrum binnen handbereik
Interviewer
Maar u had dus eigenlijk geen verwachtingen van de wijk?
Vrouw
Nou ik kende deze wijk eigenlijk wel en in ons vakgebied, mijn man is ook landschapsarchitect, is het heel erg not done om in dit soort wijk te wonen. Ik heb nu nog wel eens dat ik dat moet uitleggen. Want de architectuur is natuurlijk heel erg historiserend, eigenlijk heel erg ouderwets. Teruggrijpend op oude stijlen. En dat vindt ik eigenlijk helemaal niet nodig, het stedenbouwkundige aspect is veel interessanter. Het fijt dat je dus bijvoorbeeld.. het is heel duidelijk herkenbare sytraatjes, elk straatje heeft een speeltuintje of een pleintje. De relatie tussen openbare ruimte en woningen is heel duidelijk geregeld en ddat werkt heel goed. Wij merken bijvoorbeeld dat onze kinderen al vanaf dat ze heel klein waren heel veel vrijheid hadden. Want alle ruimtes zijn heel erg overzichtelijk, en dat geeft jezelf eigenlijk ook heeel veel vrijheid. Want je hoeft niet met je kinderen naar buiten. Ze kunnen buiten spelen zonder dat jij daar letterlijk bovenop zit. Want je kunt het hier best wel goed in de gate houden. En dat zijn eigenlijk allemaal aspecten die wij heel sterk vinden aan deze opzet, maar daar is deze beetje truttige architectuur helemaal niet voor nodig. Want vanbinnen zijn het ook nieuwbouwwoningen. Waarom mag het aan de buitenkant geen nieuwbouwwoning zijn. Maar dat merk je als dat zelf je vak is. dan kies je eigenlijk niet zoo snel voor een wijk met deze opzet. Hoewel we wel nu vinden dat het heel goed functioneert. En dit is wel een van de eerste vernieuwingsprojecten binnen nieuw-west. En dat heeft wat ons betreft een hele leuke samenstelling aan mensen opgeleverd. De mensen die toch echt niet Amsterdam wilden verlaten. Want je kon er ook voor kiezen om naar almere te gaan, maar het zijn hier heel veel mensen die toch eigenlijk wel in Amsterdam wilden blijven wonen en ook willen kunnen fietsen naar paradiso ofzo, die hebben gekozen voor deze wijk. En het zijn ook gewoon wel mensen waar wij ons bij thuis voelen en dus ook gewoon qua samenstelling. En ook mensen die dus niet bang waren om in nieuw-west te wonen, want wij krijgen nu nog wel vaak de reactie van zitten de kinderen dan ook hier op school? Dat mensen bijna denken dat het hier dus niet kan dat er ook een goede school is, en dat is helemaal niet zo. Dus er zijn heel veel vooroordelen en dan heb ik het over de grotere wijk, dan heb ik het niet over dit kleine stukje. Maar als je hier dan woont, dan merk je dat het helemaal niet zo zwart-wit is. en dat je hier prima kunt wonen. Dus we hebben het hier prima naar ons zin.
80
Interviewer
Zijn er genoeg faciliteiten?
Vrouw
Nou in de directe omgeving vind ik het niet zo interessant, maar het is wel fietsafstand van de binnenstad. In 20 minuten ben je op de dam. Dus als je het een slagje groter bekijkt. Qua sport is het hier heel goed. Er zijn veel sport faciliteiten. Maar daarnaast is er het voordeel dat je gewoon nog in Amsterdam woont ene bijvoorbeeld de bovenkant van noord of zuid-oost, dan zit je echt een eind van het centrum af terwijl hier kun je echt nog goed fietsen naar het centrum. Dus eigenlijk zijn alle faciliteiten van Amsterdam binnen handbereik.
Fragment 3
Overlast jongeren
Rand wijk
Parkeerplaats
Structureel probleem
Moeilijk op te lossen
Interviewer
Heeft u wel eens last van overlast?
Vrouw
Ja, dat gebeurd weleens. Niet dagelijks maar er zit wel eens vervelende jongens in de speeltuin, waardoor de kinderen zich bedreigd voelen. We hebben hier een parkeerplaats, waar eigenlijk de tweede fase van dit wijkje gebouwd moet gaan worden, maar dat ligt nu natuurlijk stil, omdat alles stil ligt. En dat is echt een soort achterkant en daar wordt wel gedealed en ruitjes ingeslagen, en dat is wel vervelend. maar dat is niet zozeer in het wijkje maar aan de rand, maar het is wel een parkeerterrein wat ook door de mensen van deze wijk gebruikt wordt. Het was de oude parkeerplaats van het sloterparkbos, dus die ligt er eigenlijk nog. En er liggen nieuwbouwplannen voor, maar die liggen stil. Dus het is een soort restant, en het functioneert ook echt als restant. En dat is jammer.
Interviewer
Heeft u wel eens proberen in te grijpen, of worden daar dingen aan gedaan?
Vrouw
Ja, er worden wel dingen aan gedaan maar ze zijn niet zo goed oplosbaar. Ik heb bijvoorbeeld zelf een keer een plannetje gemaakt om het asfalt wat te veel is weg te halen is ook met de gemeente besproken. Er is alleen geen geld nu om dat naar voren te halen dat werk. Er zijn ook wel.. dan komen er meer mensen in gele jasjes, maar dat helpt eigenlijk niet echt. Het is echt een structureel probleem, en de politie heeft ook niet de capaciteiten om voor elk telefoontje hier naartoe te komen. Dus het is gewoon niet zo eenvoudig om dat op te lossen. er zijn wel een hele boel mensen die dat willen oplossen, alleen het vergt een wat structurelere ingreep dan wat er nu gedaan wordt.
81
Fragment 4
Architectuur onnodig
Opzet goed
Naar binnen gekeerd
Samenhorigheid
Sociale controle
Interviewer
Wat vindt u van het thema?
Vrouw
Nou de architectuur vindt ik niet nodig, de opzet wel. Het is ook een beetje naar binnengekeerd, wat je ook als een nadeel kan zien. Maar je merkt wel, het zijn ongeveer 150 woningen of 170, merkt toch dat dat een mate is waarbij je elkaar redelijk goed kent. Je weet wie er woont. Die opzet heeft er wel toegeleid tot een soort samenhorigheidsgevoel. Het nodigt uit tot ontmoeten, je kent elkaar, en dat gevoel van dat het een dorpje binnen de stad is, dat heb ik ook wel. En dat ervaar ik ook als iets positiefs. Ik kom zelf ook uit een heel klein dorp, waar de sociale controle ook wel negatief kon zijn. Maar dit is wel.. en dat komt ook omdat de mensen die hier wonen kiezen voor de stad en niet voor een klein dorp gekozen hebben. Dus je hebt niet dezelfde sociale controle als die je in een echt dorp hebt. En ik ervaar het als positief.
Interviewer
Hoe is dan de sociale controle die er wel is?
Vrouw
Nou dat je gewoon wel weet wat er bij elkaar speelt. Nja het is niet perse sociale controle. Of bijvoorbeeld als er een buurt feestje is en je kan niet, zijn er wel vijf mensen die komen van goh wat jammer kom je niet! Dus je wordt er wel even op aangesproken. Maar het is niet veroordelend. En ik kom uit een dorpje waar mensen wel echt veroordeelde dat dit wel kon en dat niet. En dat het lastig was om je daar aan te ontrekken, en dat heb je hier niet.
Fragment 5
Gedeelde normen en waarden
Opvoeding kinderen
Interviewer
Denkt u dat gedeelde normen en waarden hier een rol speelt?
Vrouw
Dat is absoluut, niet met iedereen. Maar een van de dingen die wij bijvoorbeeld merkten is dat het heel makkelijk was om voor de kinderen je aan te sluiten bij de regels die er waren. Bijvoorbeeld kinderen van vijf mogen nog niet oversteken, maar mogen wel op hun eigen blok spelen en dan merkte je wel dat we daar allemaal wel een beetje hetzelfde idee bij hadden. En kinderen corrigeren elkaar ook, als er bepaalde regels zij, dus als ze allemaal een beetje hetzelfde mogen, dan werkt het
82
prima. Dus dat zijn dingen waaraan je merkt dat er toch wel een gelijke visie is op bijvoorbeeld hoe je je kinderen opvoed. En dat komt niet altijd een op een overeen, maar je merkt wel dat daar echt een gemeenschappelijke deler in zit. Fragment 6
Afgeslotenheid gaat te ver
Stedenbouwkundig goed
Niet bevorderend veiligheid
Interviewer
Hoe ervaart u de afgeslotenheid?
Vrouw
Dat is ook door de architect heel bewust gedaan. Het is echt een fort die die gemaakt heeft. Ja ik vindt dat niet nodig. Ik vind dat een stap te ver. Ik denk dat dat niet nodig was. Het past natuurlijk stedenbouwkundig wel zegmaar bij de bebouwing die er al was, want rond de rotonde als je daar kijkt, is dat de maat. Dus stedenbouwkundig vanaf de buitenkant past dat wel, maar naar binnen toe… dit noemen wij de banaan, deze flat die hier zegmaar een beetje krom omheen staat en daar is die nieuwe bebouwing op aangesloten dus het is wel een logische stap geweest. Maar het maakt wel een hele forse wand. En dan ook dat kleine poortje waar je dan onderdoor gaat. Dat had wel een slagje groter gemogen. Het is een beetje verstopt.
Interviewer
Denkt u dat dat uitwerking heeft op een veiligheidsgevoel ofzo?
Vrouw
Nou ik denk niet dat het daarop hangt. Het werkt soms zelf andersom he. Je merkt soms dat groepen jongens, waar ik het net over had, dat hier weleens zit, die weten heel goed dat hun ouders en hun familie hier niet wonen dus dit is juist een plek om te komen zitten. Dus voor hun is de sociale controle niet in dit wijkje en dat speelt natuurlijk niet alleen hier, dat heb je door de hele stad, dat jongens of kinderen die iets doen wat niet mag die zoeken daar natuurlijk niet de straat van hun ouders voor op of de straat waar hun oom of tante woont. Dus juist dat afgeschermde kan ookjuist betekenen dat dat de plek is om wel te gaan zitten als je zeker weet dat je niet gezien wordt door d mensen die je kent. Dus ik weet niet of dat perse tot een veiligere situatie leidt. Maarja de tieners uit onze wijk gaan ook niet hier op het bankje zitten roken, als ze niet mogen roken. Ja zo werkt het gewoon.
Fragment 7
Sociale omgeving geeft uitdrukking persoon
Vorm van de wijk geeft geen uitdrukking persoon
Interviewer
Vindt u dat de wijk uitdrukking geeft aan wie u bent?
Vrouw
Ja de sociale omgeving wel, als je kijkt naar de samenstelling, de socio-economische samenstelling , de mensen die hier wonen. Dan zijn wij hier wel heel gemiddeld in. Maar of ik nou mezelf in de vorm van de wijk zo ken..dan had ik wel dingen anders gedaan. Dus dat niet perse.
83
Fragment 8
In gehele wijk hogere status
Vriendenkring geen status
Ligt aan situatie
Interviewer
Denkt u dat status een rol speelt binnen de wijk?
Vrouw
Nou het is wel een beetje gek hoe dat werkt. Want wij zijn binnen de grotere wijk, is dit natuurlijk het luxere wijkje. Dat merk je op school ook. Op school zijn er kinderen, want onze kinderen gaan hier gewoon lokaal naar school, kinderen vinden dat wij een groot huis hebben. Maar als we dat gewoon binnen onze vriendenkring bekijken hebben wij echt een klein huis.dus het ligt eraan hoe je dat bekijkt, op welke schaal je dat bekijkt. In onze directe woonomgeving is dit, ja misschien wel een wijkje waar wat status aan zit. Maar als ik kijk naar de mensen waar ik bijvoorbeeld mee gestudeerd heb, zijn er echt heel veel mensen die in haarlem of breda een heel groot luxer huis wonen, dusja.wij hebben ook echt geen kamer over, we hebben geen logeerkamer. En voor onze vrienden is het heel normaal dat ze een logeerkamer hebben. Dus het is maar een beetje met wie je het vergelijkt. Maar voor amsterdamse begrippen wonen we heel goed ja.
Fragment 9
Vergelijkbare achtergrond bewoners
Niet echt sociale huurwoningen
Interviewer
De mensen die hier wonen hebben dus wel een beetje vergelijkbare achtergrond?
Vrouw
Ja heel veel HBO’ers en Wo’ers. Niet iedereen, maar er zijn heel veel mensen die ook bijvoorbeeld in amsterdam gestudeerd hebben en hier wilden blijven wonen.
Interviewer
Er is ook wel een deel sociale huurwoning toch?
Vrouw
Nou dat zit dan in die hogerebouw. Alle laagbouw is allemaal koop. En die waren ook relatief goedkoop. Volgens mij hebben de huizen rond de 300.000 gulden gekost. Wat ik weet niet of dat helemaal klopt, maar ik heb wel eens gehoord dat omdat dit wijkje een van de eerste stadsvernieuwingsprojecten was in nieuw-west, dat toen bewust de prijs laag gehouden is omdat ze graag een eerste groep bewoners wilden hebben. Echt een beetje pioeniers. Ik weet niet of dat ook klopt of die prijs ook laag is gehouden, maar.. wij zijn niet de eerste bewoner van dit huis. Als je natuurlijk nu een hypotheek hebt die hetzelfde is als 300.000 euro, dan heb je natuurlijk een hypotheek van bijna niks. De eerste bewoners hebben ook echt een hele goeie koop gedaan met deze huizen.
84
Fragment 10
Contact gaat van vanzelf
Veel contact
Helpen elkaar
Interviewer
Is het contact met wijkgenoten heel bewust of gaat dat vanzelf?
Vrouw
Nou dat gaat vanzelf, maar er is wel veel contact.
Interviewer
Dus er worden veel dingen georganiseerd enz?
Vrouw
ja, ja, we hebben elk jaar bij ons blok een barbecue. En dit jaar een borrel er zijn regelmatig buurtfeestjes. En wat gewoon ontstaan is is dat je even elkaars kinderen opvangt. Er zijn verschillende stellen die zoizo vaste dagen elkaars kinderen opvangen. Maar ook als je een keer in de fille staat, en iemand zegt goh ik red het niet om vandaag optijd op school te zijn , kun jij de kinderen even meenemen, dat gaat alemaal heel e… of laatst was er een buurvrouw die had haar enkel gebroken en dan zorgt iedereen voor een keertje eten of brengt koffie. Dat soort dingen worden allemaal wele.. er wordt wel voor elkaar gezorgd. Ja dat is heel leuk. Heel fijn.
85
Donderdag 19 januari
Vragenlijst Themawijk
Felicia van Loo Respondent 7 Demografische gegevens Man Leeftijd: 41 Beroep: Ik ben onderzoeker, docent aan de Uva bij kunsthistorie Gezinssamenstelling: Samenwonend 2 kinderen. Hoogst genoten opleiding: Universitair
Fragment 1
Centrum
Verhouding woninggrootte/prijs
Interviewer
Hoe lang woont u hier al?
Man
Sinds 197.. Nee 2007 zijn we hier komen wonen.
Interviwer
In wat voor een wijk woonde u voordat u hier kwam wonen?
Man
Hiervoor woonde we in de Jordaan.
Interviewer
Waarom heeft u besloten te verhuizen? Grootte woningen. Ja voor deze woningprijs krijg je geen woning in de binnenstad. De grootte van de woning in verhouding tot de koopprijs was een belangrijke reden. En daarndaast mogelijkheden voor de kinderen om buiten te spelen etc.
Fragment 2
Thema onbelangrijk
Interviewer
Waarom heeft u gekozen voor een thema/vinexwijk, was u zich daar bewust van?
Man
Niet bewust, we zijn ons er wel bewust van, maar we hebben niet bewust een themawijk gekozen. Vogelwijk zoals dat destijds heette.
Interviewer
Woont u in een koop- of (sociale)huurwoning?
Man
Koop.
Fragment 3
Stadsvernieuwingsplannen
Bevolkingssamenstelling
Winkelaanbod
Interviewer
Had u verwachtingen van de wijk en voldoet de wijk daaraan?
Man
Ja, we zijn niet voor negatieve verwachtingen komen te staan. Wat wel meespeelt is dat de stadvernieuwingsplannen die er destijds waren, helemaal stil zijn komen te liggen. En dat heeft denk ik wel gevolgen voor wat men stedelijke vernieuwing noemt. Het idee om hier meer middenklasse naar toe te trekken is stil komen te staan en dat merk je ook in de ontwikkeling van de bevolkingssamenstelling.
Interviewer
Geldt dat ook voor deze buurt? De buurt ligt enigszins omsloten namelijk.
86
Man
Ja dat is wel zo. In dit buurtje wonen andere mensen dan aan de overkant van de Slotermeerlaan. En ehm, maar dit buurtje is natuurlijk geen eiland. We hebben kinderen hier op school zitten we doen hier boodschappen. Hè, we zijn voor boodschappen afhankelijk van welke winkels hier in de buurt zitten. De kwaliteit van het winkelaanbod is niet heel groot. De traditionele middenstand heeft het moeilijk. Er zijn nog wel een paar bakkers, maar de rest is eigenlijk allemaal op de Turkse of Marokkaanse markt gericht.
Fragment 4
Beperkte faciliteiten
Kinderen spelen
Interviewer
Bent u dan niet tevreden over de faciliteiten?
Man
Beperkt. Dat heeft te maken met de bevolkingssamenstelling, niet alleen autochtoon/ allochtoon, maar ook meer en minder bemiddeld.
Interviewer
Is het een goed wijk voor uw kinderen?
Man
Absoluut. Ze kunnen hier zo bij elkaar binnenlopen.
Fragment 5
Overlast van jongeren
Troep
Interviewer
Heeft u wel eens te maken met overlast uit de wijk?
Man
Ook. Nou last van jongeren, niet zozeer aanwezigheid, maar wel troep die ze achterlaten. Anderen ook last van aanwezigheid. We hebben met inbreken te maken gehad, maar dat zijn dingen die ook in de stad voorkomen. Niet tot deze buurt beperkt.
Fragment 6
Afgesloten geen voordeel
Inerviewer
Wat vindt u de voordelen van de wijk? Bijvoorbeeld dat de wijk kan worden afgesloten?
Man
Afgesloten? Ik zou dat niet als een pluspunt van thema benoemen. Ik denk dat je elke buurt in dat opzicht thema kunt noemen. Als we hier even voorbij t jachthaventje lopen heb je een groepje flats staan, gebouwd in de jaren ’50. Duidelijk geheel met architectonisch gezien. Er zijn samenkomstpunten, pleintjes aangelegd. Dat zou je ook als themawijk kunnen beschouwen. Maar dat zou je als enigszins verloederde themawijk kunnen zien, omdat er de nodige sociale problemen zijn. Elk blokje, en dat geldt voor de hele stadsdeel in het algemeen heeft wel saamhorigheid sociaal gezien, maar ook architectonisch. Eeehm maar kies je voor zon thema, nee. Afgezien van de woningen, we hebben hier mooi uitzicht, kun je nog geen 50 meter vooruit kijken. Groen voor de deur. (Iets in je koffie?)
Fragment 7
Afwisselend stratenpatroon
Interviewer
Wat vindt u van het uiterlijk van de gehele wijk?
87
Man
Welke buurt? Dit blok? Ja. Ik vind het heel gezellig. Er is een afwisselend stratenpatroon. Als je een blokje omgaat zie je steeds iets anders. Als beweegreden om een blokje om te gaan is dat heel belangrijk. Dat is ook de aantrekking van de binnenstad. Elke hoek die je omgaat, heb je weer een andere uitzicht. In dat opzicht is dat heel geslaagd. En ik ben er ook wel heel tevreden over.
Fragment 8 Interviewer
Vindt u dat de wijk uitdrukking geeft aan wie u bent?
Man
Nee. Maar wellicht zolang anderen daar anders over denken… ik ben vanauit professioneel oogpunt wat allergisch voor dat soort…
Fragment 9
Bewoners dezelfde achergronden
Stad
Beroepen in dezelfde sectoren
Interviewer
Denkt u dat in de wijk gelijksoortige mensen wonen?
Man
Ehmm, er zijn mensen met dezelfde achtergronden. Mensen die hier wonen hebben over het algemeen redelijk tot goed inkomen. Hebben er bewust voor gekozen in de stad te blijven wonen. Hier wonen wat mider vinextypes, laat ik het zo zeggen. Mensen hebben hun beroep in de medische sector, het onderwijs of iets vergelijkbaars. Ja ik hoef aan BA studenten sociale wetenschappen niet uit te leggen dat dat gepaard gaat met zeker bepaalde overeenkomsten in de levensstijl. Hier zit je met een punt van causaliteit hè. (haha).
Interviewer
Denkt u dat u uw normen en waarden deelt met uw wijkgenoten?
Man
Met mensen uit de buurt jawel. We hebben hier de kinderen ook.
Fragment 10
Positiieve sociale controle
Wederzijds kennen
Kinderen
Buurtactiviteiten
Interviewer
Vindt u dat er sprake is van sociale controle in uw wijk?
Man
Ehmm… sociale controle, niet in negatieve zin. Er hangen hier geen buurvrouwen uit het raam om te kijken wat je de hele dag uitspookt. Het elkaar wederzijds kennen hier in de buurt is vrij groot. Dat heeft enerzijds te maken met dat de sociale achtergronden van de buurtbewoners. Ook met het feit dat je in een vrij kinderrijke buurt woont. Dan leer je elkaar toch snel kennen.
Interviewer
Heeft u veel contact met uw wijkgenoten?
Man
Er is hier met het 5jarig bestaan een groot feest met de buurt georganiseerd. Met Nieuwjaar wordt er hier een Nieuwjaarsduik georganiseerdt. En verder zijn er gewoon in de straat hebben we wel eens een spontane buurtborrel.
Fragment 11
88
Interviewer Man
Bent u over het algemeen tevreden met uw wijk? Ja hoor. Ik zie wel verbeterpunten. Maar dat geldt meer voor het stadsbeeld in het algemeen.
Fragment 12 Keuze: klein en sociaal/groot teruggetrokken Architectuur Interviewer
Heeft u nog iets toe te voegen?
Man
Ja. Als je kavels van dit buurtje vergelijkt met de oostoever, die woningen hebben grotere percelen en het straatbeeld is uniformer. Dus dat is de afweging die je gaat maken. Ga je hier zitten in een kleinere woonkamer, maar heb je ook socialer buurtje. Of ga je daar je wat meer terugtrekken in je woonkamer. Op die manier zie je dat bepaalde architectonische keuzes toch je woonkeuze kunnen beïnvloeden. Hè ik denk dat huizen in vinexwijken toch wat groter zijn dan deze. Er is een verschil tussen deze wijk en de vinexwijken hier in de buurt. Het kan ook te maken hebben met bevolkingssamenstelling van de bewoners. Professionele achtergrond is hier tamelijk homogeen.
89
Donderdag 19 januari Felicia van Loo
Vragenlijst Themawijk
Respondent 8 Demografische gegevens Vrouw Leeftijd: 41 Beroep: Leerkracht basisschool Gezinssamenstelling: Vader moeder 4 kinderen. Hoogst genoten opleding: Uva
Fragment 1
Centrum
Prijs
Interviewer
Hoe lang woont u hier?
Vrouw
Vanaf t begin, vanaf 1998
Interviewer
Waar woonde u hiervoor?
Vrouw
Stadscentrum
Interviewer
Waarom besloot u hierheen te verhuizen?
Vrouw
Hier? Ja dat vroeg ik me ook af. Dat was in de tijd dat huizen heel duur waren en het hier wel betaalbaar was. Dat was in het centrum niet, we hadden heel hoge huur. Ja, beetje praktische redenen eigenlijk. Het was heel moeilijk om een huis te zoeken. Nu staat er veel te koop, maar toen niet.
Fragment 2
Thema onbelangrijk
Negatieve verwachtingen
Buiten de ring
Interviewer
Dus niet bewust themawijk?
Vrouw
Nee, absoluut niet.
Interviewer
Had u verwachtingen van de wijk voor u hier kwam wonen?
Vrouw
Nee eigenlijk niet, eerder negatieve verwachtingen, omdat het buiten de ring was. Dat leek me echt iets wat ik nooit zou doen. Dus ik heb wel heel erg moeten wennen. Nou bevalt het me wel, maar het heeft wel twee jaar geduurd voordat ik eh ja niet meer naar huizen in de stad keek zegmaar. Het buurtje vind ik nou wel leuk en daar buiten vind ik het ook wel oké, maar het was eerst meer van het centrum naar hier, dat is natuurlijk eh.
Interviewer
Ja verschil
Fragment 3
Genoeg faciliteiten
Geen leuke faciliteiten
Kinderen spelen
90
Interviewer
En wat vindt u van de faciliteiten?
Vrouw
Ja opzich genoeg, maar leuke winkels niet echt. Voor een cadeautje ga je de stad in. Gewoon supermarkten is hier wel genoeg.
Interviewer
Is het een goede wijk voor de kinderen?
Vrouw
Ja dit wijkje wel. Ze kunnen spelen en toch dicht bij de stad ook. In de stad kunnen ze natuurlijk ook van alles. Ja volgens mij vinden kinderen het hier wel heel leuk, die willen nooit meer weg.
Fragment 4
Overlast van jongeren
Interviewer
Heeft u wel eens last van overlast?
Vrouw
Een beetje, jawel maar niet echt erg. Dat je auto vernielt wordt of lawaai, hangjongeren, maar dat vind ik niet zo heel erg. Meestal zeggen we er wat van en dan ruimen ze wel hun rotzooi op. Het zijn gewoon pubers die dan op een bankje zitten buiten. Als mensen er wat van zeggen stoppen ze wel en volgens mij wordt er ook weleens gezegd dat er wat aan gedaan moet worden, maar dat zie ik niet echt. Er zijn bankjes weggehaald, hier voor bijvoorbeeld. Had ik niet eens gemerkt, maar daar hadden mensen last van. Dus ja, kunnen ze daar niet meer zitten.
Fragment 5
Thema onbelangrijk
Opzet wijk
Wisselend huizenpatroon
Samenhang
Wijk anders dan buurt
Interviewer Vrouw
Zijn er specifieke voordelen van de themawijk? Nou nee, het maakt me echt niet uit, maar gewoon hoe het hier nu is, de opzet vind ik wel heel leuk. De architectuur op zich, ik houd meer van iets moderner, maar ik vind het wel heel leuk dat er een plantsoentje is, dat er een kerk is. Zijn idee dat die hoekhuizen anders zijn, vind ik ook heel leuk. Dat is het idee van de stedenbouwkundige van deze wijk. Want in heel veel van die vinexwijken of nee in veel van die huurbouwwijken zie je heel veel rijtjeshuizen, tok en het is afgesneden. Hier zijn heel veel huizenanders. Dat is in oude stadwijken vaak ook zo, dat op de hoek juist een café zit, snap je dat het anders is, dat vind ik hier ook leuk. En op de een of andere manier is het hoe mensen hier wonen wel heel veel samenhang. Maar ik weet niet of dat komt omdat dit een themawijk is, dat kunnen jullie misschien wel bedenken.
Interviewer
Ja we dachten, het is hier wel een beetje afgesloten, denkt u dat dat effect heeft op de samenhang, sociale cohesie?
Vrouw
Ja sommige mensen zouden het liefst een poort met hekken willen, nou dat is een beetje een grapje, maar nou het is wel heel anders dan hierbuiten. Dat is wel, dat zie je ook wel heel erg vind ik.
91
Fragment 6
Omgang buren
Positieve sociale controle
Kinderen
Buurtactiviteiten
Interviewer
Gaat u wel veel om met de buren hier?
Vrouw
Ja in de buurt gaan we heel veel met elkaar om.
Interviewer
Is er ook sociale controle?
Vrouw
Ja die is er wel.
Interviwer
Positief of negatief? Ik vind het wel positief. Sommige mensen vinden het misschien vervelend, maar ik vind het niet erg. Je let ook op elkaars kinderen, dat vind ik wel heel prettig. Dan kun je elkaar ook gerust aanspreken, dus als jouw kind iets doet, wordt daar wel op gelet. Dat vind ik wel mooi. En ja, als je niet mee wilt doen, dan doe je niet mee aan de feestjes en de dingetjes hier. Dus volgens mij is het toch wel een beetje leven, laten leven, maar er wordt wel heel veel samen gedaan.
Fragment 7 Interviewer
Bent u over het algemeen tevreden?
Vrouw
Ja.
Fragment 8
Trots
Omgang onvermijdelijk
Samenhang
Interviewer
Geeft de wijk uitdrukking aan wie u bent?
Vrouw
Ehm, jeetje wel interessant. Nou ik denk dat de mensen die hier wonen wel trots zijn op hun buurtje. En ik weet niet of dat dan komt doordat het een themawijk is, maar meer hoe mensen met elkaar omgaan hier. Er zijn heel veel actieve mensen die ook voor andere mensen dingen doen. Ik denk dat mensen daar hier wel trots op zijn ofzo. Ik weet niet of dat antwoord is op je vraag, maar er is wel heel veel sociale samenhang en dat vinden mensen prettig en dat vind ik zelf ook wel belangrijk. Dat je voor elkaar zorgt en dat je op elkaar let, dat vind ik wel eh ja. Maar ja zoals dit hier gebouwd is, die tuinen op elkaar. Je hebt hier wel een soort van hofje, maar je kan hier niet om elkaar heen. Ik bedoel dat is heel lastig denk ik als je hier niet meedoet met ja…
Interviewer
Maar u ziet daar geen nadelen van?
Vrouw
Nee.
Fragment 9 Interviewer
Zijn er andere nadelen?
Vrouw
van dit buurtje nou nee, beetje kleine huizen wel haha. Nee ik zie verder geen nadelen eigenlijk.
92
Fragment 10
Gedeelde normen en waarden
Overleg kinderen
Gelijke leeftijd
Gelijke opleidingsachtergrond
Beroepen in dezelfde sectoren
Stad
Interviewer
Dezelfde normen en waarden?
Vrouw
Ja de meeste wel.
Interviewer
Hoe merkt u dat?
Vrouw
Nou, hoe je met elkaar omgaat, dat je wel je vuurwerk opruimt en dat soort dingen. Of dat je overleggen kan wat de kinderen wel of niet mogen. Ja, iedereen heeft hier kinderen, dat gaat er toch altijd over. Ook een beetje dezelfde leeftijd en ja daaraan merk je dat denk ik. Ik heb ooit een keer een buurtenquête gehouden toen de wijk 10 jaar bestond. Toen kwam er niet heel veel response, maar wat er kwam bleek dat ook wel uit. Allemaal mensen met een hogere opleiding. Heel veel parttime werkenden, wan anders woon je hier niet denk ik. En ja mensen die wel in de stad willen wonen. Je kiest er bewust voor om niet in Hoofddorp te gaan wonen of in Purmerend of in Almere, je wilt wel in de stad wonen. Mensen die heel veel in de zorg werken, heel veel vrije beroepen, heel veel in het onderwijs. Dus dat is allemaal heel veel hetzelfde wel. En bijna iedereen heeft zoiets van, als dit wijkje nou twee kilometer die kant uit stond waren we nog blijer. Gewoon iets meer de stad in, maar wel dit buurtje. Niemand wil weg, verhuizen, dus ja mensen denken wel heel veel hetzelfde daarover. Dat is hier over het algemeen wel oké.
Fragment 11
Status onbelangrijk
Goede banen
Buurt belangrijker dan woning
Bevolkingssamenstelling
Verschil
Interviewer
Is status belangrijk in de wijk?
Vrouw
Dat denk ik niet zo. De meeste mensen hebben wel goede banen. De meeste mensen gaan een soort wooncarrière maken. Na een jaar of zeven, ga je ergens anders wonen, in een groter huis, vaak. Dat doen wij allemaal hier niet. De meeste die hier blijven wonen, vinden de buurt belangrijker dan hun huis. Zo langzamerhand groeit iedereen eruit zegmaar, of vind je het te klein worden, maar bijna niemand wil weg.
Interviewer
Voelt u zich anders dan buiten dit buurtje?
Vrouw
Nou daar word wel zo tegen aan gekeken weet ik. Ik voel me niet per se anders, maar ik besef me heel goed dat de huizen hieromheen nog kleiner zijn, dus ik kan wel klagen over klein, maar daar is het veel kleiner. En de bevolkingssamenstelling is wel
93
anders. Maar ja, het is gewoon wel anders, maar echt een gevoel… Ja dat kan je gewoon niet ontkennen dat hier andere mensen wonen dan 200 meter verderop. Het is wel een beetje een raar gevoel vind ik nou juist. Interviewer
Ja, het is hierbuiten meteen een heel ander idee, dan als je hier binnenkomt, door die soort van poort
Vrouw
Ja.
Fragment 12
Parttimers
Welzijn/welvaart
Interviewer
Identificeert u zich met deze wijk?
Vrouw
Ja nou eigenlijk ja. Ik denk vooral door de mensen die hier wonen en door wat je samen doet. Door de sociale samenhang. Waar denk je precies aan bij die vraag?
Interviwer
Het is ook van vindt u het prettig om hier te wonen. Ook wat betreft de combinatie van de baan en de wijk waar u in woont, of dat dat echt bij elkaar past of niet. U zei net dat best veel mensen dezelfde baan hebben. Op die manier is het misschien een identificatie.
Vrouw
Ja, meer van, ik denk dat hier mensen wonen die hoger opgeleid zijn, maar niet echt een topcarrière hebben. beetje zorg, onderwijs, eigen bedrijf, maar niet echt in het bedrijfsleven carrière aan het maken zijn. Mensen vinden net andere dingen belangrijk dan heel erg zelf veel materiële dingen. En ik denk dat je dat wel merkt. Ik denk dat andere dingen heel belangrijk zijn in deze buurt. En dat is wat heel veel mensen gemeenschappelijk hebben.
Interviewer
En die andere dingen zijn dan bijvoorbeeld contact met buren?
Vrouw
Ja en niet je helemaal te pletter werken, maar ook gewoon parttime werken en meer tijd te hebben voor andere dingen. En niet ernaar streven om nog meer te verdienen.
Interviewer
Dus meer welzijn dan welvaart? Vrouw
Ja precies.
94
Planning Maandag
Dins Woens Donder Vrijdag -dag -dag -dag
Week -einde
W Begin werven . respondenten* 1 W Feedback . onderzoeks2 voorstel verwerken W Einde periode . data3 verzameling W Verwerking . van 4 data+begin analyseren van data W Afronden . onderzoek 5
Deadline onderzoek 17.00 *Deze week worden mogelijke respondenten thuis benaderd met de vraag of ze willen participeren in het onderzoek. Bij toestemming wordt een afspraak gemaakt voor een interview.
95