Eerste resultaten Sociale Cohesie onderzoek 2016 Willemstad, Juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
Willemstad, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
Inhoud 1 Inleid ing .....................................................................................................................................................2 1.1 Doel van het ond erzoek ....................................................................................................................2 1.2 Vraagstelling.......................................................................................................................................2 1.3 Definities .............................................................................................................................................3 2 Opzet ..........................................................................................................................................................3 2.1 Data verzam eling ...............................................................................................................................4 2.2 Data verw erking ................................................................................................................................5 2.3 Belangrijke aantekening ....................................................................................................................5 3 Belangrijkste resultaten ............................................................................................................................5 3.1 Subjectief w elzijn ...............................................................................................................................5 3.2 Vertrouw en .........................................................................................................................................6 3.3 Participatie ..........................................................................................................................................7 3.4 Inclusie ................................................................................................................................................9 3.5 Sociale m obiliteit ..............................................................................................................................10 3.6 Sociale betrokkenheid .....................................................................................................................12 3.7 N orm en en w aard en........................................................................................................................13 4 Tot slot ......................................................................................................................................................13 Literatuurlijst ..............................................................................................................................................13
1 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
1 Inleiding Sociale cohesie is d e m ate w aarin m ensen bijd ragen tot en zich ond erd eel voelen van de m aatschappij. Dit kan ond er and eren gezien w ord en aan d e hand van het gevoel van verbond enheid d at m ensen hebben naar d e gem eenschap toe, d e m ate van sociale betrokkenheid en het verantw oord elijkheid sgevoel d at m en heeft naar d e gem eenschap toe. Sociale cohesie is een concept m et w ereld w ijd e belangstelling, zow el in d e w etenschappelijke w ereld als in het m aatschappelijke en politieke d ebat. Op Curaçao zijn er d iscussies over zaken zoals vertrouw en, insluiting, cultuur, “nationbuild ing” en and ere ond erw erpen d ie gelieerd zijn aan sociale cohesie (zie Rom er et al., 2015; Schotborgh -van d e Ven & van Velzen, 2013; Rosalia, 2001; N DP, 2015). H ierd oor is het m aatschappelijk relevant om te kijken hoe het gesteld is m et d e sociale cohesie op Curaçao. Om een beeld hiervan te krijgen heeft het CBS Curaçao besloten om een ond erzoek naar sociale cohesie uit te voeren, het zogeheten Sociale Cohesie Ond erzoek (SCO). Sociale cohesie houd t in d at in een land gew erkt w ord t aan het w elzijn van haar led en, het bevord eren van insluiting, het stim uleren van sociale betrok kenheid , het stim uleren van participatie, het bevord eren van vertrouw en, het behoud en van bestaand e norm en en w aard en en w aarbij m en d e kans tot opw aartse m obiliteit kan krijgen. Om een goed beeld van sociale cohesie te krijgen is het van belang om d e perceptie van m ensen over het ond erw erp te achterhalen. H ierd oor is d e vragenlijst gericht op het achterhalen van percepties, m eningen en ervaringen van m ensen. Doord at het voor CBS Curaçao d e eerste keer is d at een d ergelijk ond erzoek w ord t uitgevoerd w as het belangrijk om voor d e constructie van d eze vragenlijst te kijken naar verschillend e bestaand e (internationale) vragenlijsten en is per ond erw erp een keuze gem aakt voor d e m eest relevante vraagstellingen. H iernaast zijn, gezien rekening w ord t gehoud en m et d e toepasbaarheid op d e Curaçaose situatie, gesprekken gevoerd m et belangrijke actoren uit het culturele veld , zijn enkele vragen toegevoegd uit enkele op Curaçao uitgevoerd e ond erzoeken en zijn enkele zelfontw orpen vragen toegevoegd . 1.1 D oel van het onderzoek H et d oel van het onderzoek is om een beeld te krijgen van hoe het gesteld is m et d e burgers van Curaçao voor w at betreft sociale cohesie. 1.2 Vraagstelling De hoofd vraag luid t: H oe is het gesteld m et d e sociale cohesie op Curaçao? 2 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
Om d eze vraag te kunnen beantw oord en w ord en d e volgend e d eelvragen expliciet belicht: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
H oe is het H oe is het H oe is het H oe is het H oe is het H oe is het H oe is het
gesteld gesteld gesteld gesteld gesteld gesteld gesteld
m et d e m ate van subjectief w elzijn op Curaçao? m et d e m ate van vertrouw en op Curaçao? m et d e m ate van participatie op Curaçao? m et d e m ate van inclusie op Curaçao? m et d e m ate van sociale m obiliteit op Curaçao? m et d e m ate van sociale betrokkenheid op Curaçao? m et d e norm en en w aard en op Curaçao?
1.3 D efinities Inclusie: De m ate w aarin m ensen ervaren d at d e m aatschappij hen erbij laat horen en w aarbij ze tegelijkertijd zichzelf kunnen zijn. N orm en en w aard en: H et geheel van opvattingen, beslissingen en hand elingen w aarm ee m ensen uitd rukken w at ze goed of niet goed vind en. Participatie: De bereid heid van m ensen om actie te ond ernem en. Sociale betrokkenheid : De sociale sam enhang tussen m ensen in d e om geving. Sociale m obiliteit: De opw aartse of neerw aartse bew eging van ind ivid uen of groepen tussen verschillend e generaties en socio-econom ische posities. Subjectief w elzijn: De em otionele reacties en cognitieve oord elen d ie m en heeft over d e kw aliteit van hun leven. Vertrouw en: De bereid heid van m ensen om zich kw etsbaar op te stellen ond er om stand ighed en van onzekerheid en afhankelijkheid .
2 Opzet Voor d it ond erzoek is gekozen om d e buurten van Curaçao ond er te verd elen op basis van hun sociaaleconom ische status (SES). Deze verd eling is ged aan op basis van een analyse w aarbij objecten (in d it geval buurten) gegroepeerd w ord en op grond van hun kenm erken , hetzij opleid ing, beroepsstatus en inkom en. Gegevens over d eze kenm erken zijn afkom stig uit Censu s 2011. Deze exercitie heeft 3 type buurten (strata) opgeleverd : Laag scorend , m id d en scorend en hoog scoren d SES buurtniveaus. 3 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
Een gestratificeerd e steekproef is getrokken uit het ad ressenbestand van het bevolkingsregister van Curaçao (“Kranshi”). H et gaat hierbij om d e niet institutionele bevolking. Bij d e steekproeftrekking w erd gebruik gem aakt van proportionele allocatie om ervoor te zorgen d at d e verd eling van d e verschillend e SES-buurtniveau s uit d e populatie terugkom t in d e steekproef. De totale steekproefom vang bedroeg N = 3600 huishoud ens. Met d eze steekproefom vang is rekening gehoud en m et een m inim ale o nzekerheid sm arge van 5% op type SES-buurtniveau en een non-response rate van 20%. De bijbehorend e getrokken steekproefom vang per SES-buurtniveau w as: N = 1963 (55%) huishoud ens in laag scorend e buurten, N = 911 (25%) huishoud ens in m id d en scorend e buurten en N = 726 (20%) huishoud ens in hoog scorend e buurten. In totaal hebben 2626 huishoud ens m eeged aan aan het ond erzoek, in and ere w oord en 72,9% van d e respond enten hebben m eeged aan aan het ond erzoek. De gerealiseerde verd eling per SES-buurtniveau is: N = 1523 (58%) huishoud ens in laag scorend e buurten, N = 664 (25%) huishoud ens in m id d en scorend e buurten en N = 439 (17%) huishoud ens in hoog scorend e buurten. Deze verd eling is representatief voor d e populatieverd eling. De non-respons is te w ijten aan : 29,9% onbew oond e of onvind bare ad ressen, 34,0% w eigeringen, bij 18,7% w as niem and thuis (3X)/ kon geen contact leggen, 17,4% d oor and ere red enen. H et is ook m ogelijk d at een respond ent een specifieke vraag niet w ilt beantw oord en . Gevolg hiervan is d at op vraagniveau n on-respons kan bestaan. Bij d e m eeste vragen uit d it ond erzoek loopt d it type non-respons van 1 tot 7 m et een gem id d eld e van 2 non respons per vraag. Deze antw oord en w orden in d e berekeningen in d it d ocum ent niet m eegenom en om d e interpretatie van d e resultaten te vergem akkelijken . In and ere w oord en, d e gerapporteerd e percentages zijn gecorrigeerd voor non -respons. Daar w aar m eer d an zeven antw oord en m issen zal een notitie gem aakt w orden van d e gebruikte n w aard e. 2.1 D ata verzameling De d ata verzam eling vond plaats van 6 novem ber 2015 tot en m et 18 januari 2016. De gebruikelijke looptijd voor d ergelijk ond erzoek bedraagt 8 w eken m aar d oord at de kerstvakantie binnen d eze period e viel en voor een uitval van respons zou zorgen w as er gekozen voor een uitloop van 2 w eken. In totaal hebben 52 enquêteurs m eegew erkt aan het ond erzoek. Van elk huishoud en d at op een ad res w erd aangetroffen w erd één persoon geselecteerd om m ee te d oen aan het ond erzoek. Deze persoon m oest 18 jaar of oud er zijn en d ie gerekend vanaf 1 novem ber 2016 als eerste jarig w as. Om op een gestructureerd e m anier te achterhalen w ie geselecteerd m oest w ord en gebruikten d e enquêteurs een huishoud form ulier w aarop d e relevante inform atie van d e bew oners van het huishoud en genoteerd w erd . N a d eze stap 4 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
ging d e enquêteur d e geselecteerd e persoon interview en m et behulp van d e persoonsvragenlijst. De vragenlijsten w erd en afgenom en d oor m id d el van een papieren vragenlijst d ie nad erhand gescand w erd . 2.2 D ata verw erking Er bestaan enkele aspecten in d e steekproef d ie voor een vertekening ten opzichte van d e populatie kunnen zorgen. Dit zijn: d e selectiecriteria voor d eelnam e (18 jaar of oud er), geslachtverhoud ing en leeftijd sverhoud ing. Om d eze vertekening te corrigeren w ord t er een w egingsfactor voor d eze aspecten berekend uitgaand e van het Census 2011 en het “Kranshi” bestand (bevolking per 1 oktober 2015) en toegepast. 2.3 Belangrijke aantekening Aangezien d it ond erzoek gericht is op het achterhalen van percepties, m eningen en ervaringen van m ensen is het van belang om rekening te houd en m et gebeurtenissen binnen d e period e w aarin het ond erzoek heeft plaatsgevond en. Gebeurtenissen kunnen d e percepties, m eningen, ervaringen en gem oedstoestand van d e respond enten beïnvloed en. Enkele voorbeeld en van d ergelijke gebeurtenissen d ie ged urend e d it ond erzoek hebben plaatsgevond en zijn politieke onstuim ige situaties (vallen van het kabinet van Curaçao op 9-11-2015), Wereld gebeurtenissen (terroristische acties: Parijs, 13-11-2015), festiviteiten (kerst en oud / nieuw ).
3 Belangrijkste resultaten 3.1 Subjectief w elzijn Subjectief w elzijn verw ijst naar hoe m ensen d e kw aliteit van hun leven ervaren (Diener, 1984). Dit w ord t gem eten d oor te kijken naar d e m ate van tevred enheid op verschillend e levensgebied en zoals: het leven in het algem een, relaties m et and eren binnen het huishoud en, financiële situatie, huid ige baan en d e d em ocratie op Curaçao. In tabel 1 is te zien d at m en het m eest tevreden is m et d e relaties met and ere led en van het huishoud en. Verd er is m en het m inst tevreden over het functioneren van d e d em ocratie op Curaçao. H et grootste verschil tussen d e SES-buurtniveau s is te constateren bij tevred enheid over d e financiële situatie. H ierbij zijn m ensen in het hoge SES-buurtniveau het m eest tevred en. De respond enten hebben aan d e hand van schalen aangegeven in hoeverre ze, bijvoorbeeld in het geval van tabel 1, tevred en of ontevred en zijn m et d e verschillend e levensgebied en. In de tabel w ordt het percentage van d e positieve antw oord en w eergegeven. H et percentage van d e gehele bevolking d ie tevred en is m et de verschillend e levensgebied en w ord t eerst gerapporteerd . Vervolgens w ord t er per SESbuurtniveau gekeken naar het percentage van m ensen d ie tevred en zijn m et d e verschillend e levensgebied en binnen d e d esbetreffend e SES-buurtniveau. 5 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015 Tabel 1. Enigszins tevreden of erg tevreden in verschillende levensgebieden (totaal en per SESbuurtniveau in %) Gehele bevolking Laag Midden Hoog Relaties met andere leden van het huishouden¹ 89,2 86,7 92,2 92,8 Huidige baan² 76,5 70,6 80,6 86,1 Algemene tevredenheid 76,4 72,0 78,6 88,1 Financiële situatie³ 46,6 36,7 52,7 70,7 Het functioneren van de democratie op Curaçao 14,5 12,3 14,7 21,3 ¹ n= 1948, ² n=1299, ³ n=2597
Om een beeld te krijgen van d e ervaren kw aliteit van leven is naast tevred enheid ook van belang om te kijken naar d e toekom stverw achtingen van m ensen . Als het gaat om toekom stverw achtingen over het eigen leven verw acht 56,8 procent van d e bevolking d at hun leven over drie a vier jaar zal verbeteren, 32,0 procent d enkt d at het gelijk zal blijven en 11,3 procent verw acht d at het zal verslechteren. Op d e vraag “H oe d enkt u d at d e situatie op Curaçao zal zijn binnen d rie of vier jaar ?” antw oord t 32,4 procent van d e bevolking “Verslechterd ’, 37,2 procent “ Gelijk gebleven” en 30,4 procent “Verbeterd ”. De m eningen over d it ond erw erp zijn nagenoeg gelijk verd eeld over d e antw oord categorieën. Deze verd eling is ook w aargenom en over de verschillend e SES-buu rtniveau s. 3.2 Vertrouw en Vertrouw en om vat d e m ate w aarin m en kan uitgaan van d e goed e bed oelingen van and eren (Rousseau, Sitkin, Burt, & Cam erer, 1998). H etzij in interpersoonlijke relaties, in d e politiek of in instanties. Een bepaald e m ate van vertrouw en is nod ig om te kunnen sam enw erken/ sam enleven (Costa, Roe & Taillieu, 2001; Misztal, 1996; Putnam , 2000). Van d e bevolking geeft 32,0 procent aan enigszins eens of helem aal eens te zijn m et d e stelling “De m eeste m ensen zijn te vertrouw en”. Dit percentage verschilt per SESbuurtniveau : laag (28,2%), m id d en (34,1%) en hoog (42,1%), zie figuur 1. Figuur 1. ‘De meeste mensen zijn te vertrouwen’ per SES-buurtniveau
Globaal is d e m ate van vertrouw en in instanties of organisaties laag. De instanties of organisaties w aar m en het m eeste vertrouw en in heeft zijn; d e kerk (42,9%), d e politie (26,5%), het gezond heid szorgsysteem (26,2%) en het ond erw ijssysteem (21,2%), zie tabel 2. 6 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
Waar m en het m inst vertrouw en in heeft is in politieke partijen (2,3%), d e regering (3,8%) en het parlem ent (4,1%). Tabel 2. Vertrouwen in instituties of organisaties (in %) heel weinig/weinig neutraal De kerk 21,5 33,7 De politie 35,4 37,3 Het gezondheidszorgsysteem 40,5 32,3 Het onderwijssysteem 41,7 34,4 NGO’s 31,7 46,0 Het rechtssysteem 40,9 38,8 Het bedrijfsleven 36,1 45,7 Overheidsdiensten 56,1 31,3 De pers 49,0 38,5 De vakbond 50,1 36,6 Het parlement 69,7 24,4 De regering 73,6 21,6 Politieke partijen 78,6 17,6
veel/heel veel 42,9 26,5 26,2 21,2 16,7 16,0 15,6 11,6 11,0 6,5 4,1 3,8 2,3
nvt 1,8 0,8 0,9 2,7 5,6 4,3 2,6 1,0 1,4 6,8 1,9 1,1 1,6
3.3 Participatie Participatie geeft een beeld van d e bereidheid van m ensen om actie te ond ernem en (Bernard , 1999; Chan, To & Chan, 2006). Participatie kan op verschillend e gebied en plaatsvind en. De gebied en d ie in d it ond erzoek ond erzocht zijn, zijn: Werkparticipatie, Politieke participatie en Sociale participatie. Werkparticipatie is d e m ate w aarin m en actief is op d e arbeid sm arkt. H et hebben van w erk zorgt voor verbond enheid d oord at m ensen het gevoel kr ijgen bij te kunnen d ragen aan en ond erd eel te zijn van het systeem (ECLAC/ OIJ, 2007, p. 169). In het kad er van d it ond erzoek w as het van belang om te kijken of d e respond ent op het m om ent van het interview w erk heeft of niet.1 H iervoor is aan d e respond ent gevraagd w at hun huid ige econom ische posit ie is. In tabel 3 w ord t een w eergave gegeven van d e antw oord keuze d ie d e respond ent kon kiezen. Tevens is een overzicht gegeven van w elke antw oord en vervolgens gecategoriseerd zijn als actief of non-actief. Tabel 3. Verdeling werkparticipatie in actief/non-actief Actief Non-actief Werkgever Stagiaire Kleine zelfstandige Werkzoekend Losse jobber/ Freelancer Bezig met een dagopleiding Meewerkend gezinslid (onbetaald) Niet bezig met studie, niet werkend en niet werkzoekend Werknemer in vaste dienst Werknemer in tijdelijke dienst Uitzendkracht
1
Deze benadering van werkparticipatie komt niet overeen met de definitie en rekenmethode die gebruikt wordt in het arbeidskrachtenonderzoek (AKO) waar richtlijnen van de International Labour Organization (ILO) gehanteerd worden. Hierdoor kunnen de cijfers van het AKO, aangaande de arbeidsmarkt niet vergeleken worden met de data over werkparticipatie in het SCO. 7 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
Van d e bevolking heeft 57,3 procent gerapporteerd actief te zijn op d e arbeid sm arkt en 42,7 procent heeft gerapporteerd niet actief te zijn. Per SES-buurtniveau is te zien d at m ensen in het hoog SES-buurtniveau het m eest actief zijn (70,1%) op d e arbeid sm arkt, zie figuur 2a. In figuur 2b is te zien d at m ensen in d e leeftijd sgroep van 30-49 jaar het m eest actief zijn op d e arbeid sm arkt (87,5%) terw ijl d e leeftijd sgroep van 65+ het m inst actief is (9,8%). De invu lling van d e verschillend e leeftijd scategorieën ziet er als volgt uit: 18-29 (N =21977), 30-49 (N = 40485), 50-64 (N =34840) en 65+ (N =24602). Figuur 2a. Actief op arbeidsmarkt per SES-buurtniveau
Figuur 2b. Actief op arbeidsmarkt per leeftijdsgroep
Politieke participatie houd t in d e m ate w aarin m en actie ond erneem t in d e politieke sfeer. Bij d e vraag “H oe geïnteresseerd bent u in d e politiek?” heeft 25,8% van d e bevolking aangegeven geïnteresseerd of erg geïnteresseerd te zijn in d e politiek. Per SES-buurtniveau is een verschil w aargenom en in d e m ate van interesse in d e politiek: laag (19,2%), m id d en (28,7%) en hoog (43,5%). Van d e bevolking heeft 63,9 % aangegeven te gaan stem m en als er m orgen verkiezingen w aren. H et percentage van m ensen d ie zoud en gaan stem m en per SES-buurtniveau is: laag (60,2%), m id d en (65,4%) en hoog (74,0%) zie figuur 3a. Als gekeken w ord t naar de intentie om te stem m en per leeftijd sgroepen is een stijgend e trend te zien , zie figuur 3b. Figuur 3a. Intentie om te stemmen per SESbuurtniveau
Figuur 3b. Intentie om te stemmen per leeftijdsgroep
8 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
Sociale participatie is d e m ate w aarin m en actie ond erneem t in formele en inform ele sectoren. In tabel 4 w ord t het sociale participatiegehalte van d e bevolking van Curaçao w eergegeven. De organisaties of activiteiten w aar het m eest aan w ord t d eelgenom en zijn: Religieuze organisaties (22,1%), Sport en recreatie (20,0%) en Ond erw ijs of culturele activiteiten (14,8%). Tabel 4. ‘Bent u lid van of bent u betrokken aan de volgende organisaties of activiteiten (in %) Ja Nee Religieuze organisaties 22,1 77,9 Sport en recreatie 20,0 80,0 Onderwijs of cultuur activiteiten 14,8 85,2 Jeugdwerk 10,1 89,9 Buurtacties 7,8 92,2 Sociale organisatie 7,5 92,5 Vrouwengroep 7,3 92,7 Ander 6,9 93,1 Beroepsvereniging 6,8 93,2 Milieu 6,6 93,4 Vrijwilliger gezondheidzorg 5,0 95,0 Vakbond 4,6 95,4 Mensenrechten 3,4 96,6 Vredesbeweging 2,1 97,9 Politieke partij 1,4 98,6
3.4 Inclusie Inclusie heeft te m aken m et d e m ate w aarin m ensen ervaren d at d e m aatschappij hen erbij laat horen en tegelijkertijd zichzelf kunnen zijn (Jansen, Otten, van der Zee & Jans, 2013). Een m anier om d e m ate van inclusie op Curaçao te m eten is door te kijken naar hoe m ensen reageren op verschillend e stellingen over w aar m ensen aan m oeten vold oen om als ‘Yu d i Kòrsou ’ gezien te m ogen w ord en. Op d e stelling “een ‘Yu d i Kòrsou ’ m oet hier geboren zijn” geeft 80,9 procent van d e bevolking aan enigszins m ee eens of helem aal m ee eens te zijn. Met d e stelling “Een ‘Yu d i Kòrsou ’ m oet vloeiend Papiam ents kunnen spreken” is 81,1 procent enigszins eens of helem aal eens. 84,0 procent van d e bevolking is enigszins eens of helem aal eens m et d e stelling “Een ‘Yu d i Kòrsou ’ is ook een hier geboren kind van m igranten”. 54,9 procent van d e bevolking is enigszins eens of helem aal eens m et d e stelling “Een ‘Yu d i Kòrsou ’ is ook een m igrant d ie m eer d an 15 jaar op Curaçao w oont”. Terw ijl 62,8 procent van d e bevolking het enigszins eens of helem aal eens is m et d e stelling “Een Yu d i Korsou is ook iem and d ie zich inzet voor d e Curaçaose sam enleving”. In figu ur 4 zijn d e verd elingen van d e antw oord en van d e verschillend e vragen afgebeeld . H ierbij is een verschil in antw oord patronen w aar te nem en tussen enkele stellingen. In tabel 5 is d e verd eling van d e antw oord en per SES-buurtniveau te zien.
9 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
Figuur 4. Perceptie van wie is een ‘Yu di Kòrsou’
Tabel 5. Enigszins eens of helemaal eens met stelling wie is een ‘Yu di Kòrsou’ (totaal en per SESbuurtniveau in %) Gehele bevolking Laag Midden Hoog Een ‘Yu di Kòrsou’ is ook een hier geboren kind 84,0 83,8 84,8 83,6 van migranten Een ‘Yu di Kòrsou’ moet vloeiend Papiamentu 81,1 85,2 79,0 70,4 kunnen spreken Een ‘Yu di Kòrsou’ moet hier geboren zijn 80,9 86,3 78,4 66,7 Een ‘Yu di Kòrsou’ is ook iemand die zich inzet 62,8 60,8 66,5 63,8 voor de Curaçaose samenleving Een ‘Yu di Kòrsou’ is ook een migrant die meer 54,9 51,3 60,0 59,0 dan 15 jaar op Curaçao woont
Bij vragen over verschillend e aspecten over Curaçao geeft 87,0 procent van d e bevolking aan trots te zijn op Curaçao en 93,8 procent geeft ook aan d at cultuurbehoud belangrijk of erg belangrijk is. Verder geeft 50,9 procent van d e bevolking aan dat d e aanw ezigheid van im m igranten een verrijking is voor het culturele leven op Curaçao. Bij d e vraag of de aanw ezigheid van im m igranten goed is voor d e econom ie heeft 55,1 procent van d e bevolking aangegeven hier m ee eens te zijn . 3.5 Sociale mobiliteit Sociale m obiliteit heeft te m aken m et d e opw aartse of neerwaartse bew eging van ind ivid uen of groepen tussen verschillend e generaties en socio-econom ische posities (Causa & Johansson, 2010). Bij d e vraag “H oe d enkt u d at uw sociale positie op Curaçao zal zijn binnen d rie of vier jaar” geeft het grootste aand eel van d e bevolking (91,8%) aan d at hun situatie of gelijk zou blijven of zal verbeteren. Per SES-buurtniveau is een verschil te constateren in het percentage van d e perceptie d at d e situatie gelijk zou blijven of verbeteren. In het lage SES-buurtniveau is het percentage d at gelooft d at hun situatie in d e toekom st gaat verbeteren het grootst terw ijl bij het hoge SES-buurtniveau het percentage d ie d enkt d at hun situatie gelijk zal blijven het grootst is, zie figuur 5. 10 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
Figuur 5. “Hoe denkt u dat uw sociale positie op Curaçao zal zijn binnen drie of vier jaar” per SESbuurtniveau
80,0% van d e bevolking heeft aangegeven te geloven d at hun kind eren het beter zullen hebben d an hu nzelf. Per SES-buurtniveau is te zien d at d it percentage het hoogst is voor d e bevolking in d e lage (80,8%) en m id d en (80,3%) SES-buurtniveau s (figuur 6). Figuur 6. “Denkt u dat uw kinderen het beter zullen hebben dan u?” per SESbuurtniveau
Een bepaald e m ate van w ilskracht is van belang om een verand ering in d e huid ige levensom stand ighed en op gang te brengen. 81,1 procent van d e bevolking heeft aangegeven d ergelijke m ate van w ilskracht te hebben. Als gekeken w ord t naar d e w ilskracht per leeftijd sgroepen is te zien d at d e w ilskracht het hoogst is bij d e leeftijd sgroep 18-29 jaar en verd er per leeftijd sgroep d aalt, zie figuur 7. Figuur 7. “Denkt u dat u de wilskracht heeft om belangrijke veranderingen te brengen in uw leef omstandigheden?” per leeftijdsgroep
11 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
3.6 Sociale betrokkenheid Sociale betrokkenheid w ord t geuit aan d e hand van d e sociale sam enhang tussen m ensen in d e om geving (Schnabel, Bijl & d e H art, 2008). H ierbij w ord t gekeken naar de buurtcohesie en solid ariteit. Overall zijn m ensen vrij positief over hun buurtcohesie. Men ervaart het m eest een m ate van m ed everantw oord elijkheid voor d e gang van zaken in d e buurt (82,6%) en goed contact m et d e buren (77,5%), zie tabel 6. Tabel 6. Enigszins eens of helemaal eens met de ervaren buurtcohesie (totaal en per SESbuurtniveau in %) Gehele bevolking Laag Midden ‘Ik voel me medeverantwoordelijk voor de goede gang 82,6 80,9 84,9 van zaken in deze buurt’ ‘Ik heb goed contact met mijn directe buren’ 77,5 77,1 78,7 ‘Mensen in deze buurt gaan prettig met elkaar om’ 69,1 64,4 75,9 ‘De mensen in deze buurt zijn bereid om elkaar te 56,8 54,1 59,7 helpen’ ‘Je kunt de mensen die in deze buurt wonen vertrouwen’ 51,9 45,9 57,0 ‘De mensen in deze buurt kennen elkaar nauwelijks’ 29,9 27,7 29,7 ‘De mensen in deze buurt denken alleen aan hun eigen 25,3 28,6 19,8 belang’
Hoog 84,8 77,5 75,3 61,0 64,3 38,2 22,3
H et in beeld brengen van d e bevolkingsgroepen w aar m en zich het m eest zorgen om m aakt kan inzicht geven in d e gebied en w aarin een perceptie bestaat van een tekort binnen d e sam enleving. De bevolkingsgroepen w aar m en zich het m eest zorgen om m aakt zijn kind eren uit arm e gezinnen op Curaçao (77,8 %), zieken en gehand icapten op Curaçao (69,8%) en oud eren op Curaçao (70,0%), voor nad er inform atie over d e verd elingen zie figuur 8. Figuur 8. “In hoeverre maakt u zich zorgen over de leefomstandigheden van…”
12 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
3.7 N ormen en w aarden N orm en en w aard en hebben betrekking op regels d ie voorschrijven w elke hand elingen toegestaan of verbod en zijn en zaken d ie in d e w ereld nastrevingsw aard ig zijn (Bossuyt et al., 2006). Bij d eze vraag moesten d e respond enten een keuze m aken uit d rie stellingen ove r goed en kw aad . H ierbij geeft 41,0 procent van d e bevolking aan d at er d uid elijke richtlijnen zijn over w at goed en kw aad is en d at d eze richtlijnen altijd voor ied ereen van toepassing zijn, ongeacht d e om stand ighed en. Als naar d e verhoud ing per SES-buurtniveau w ord t gekeken is een verschil te zien tussen d e niveau s als het gaat om d e stelling “Er kunnen nooit d uid elijke richtlijnen zijn over w at goed en kw aad is”. H et hoogste percentage d at m et d eze stelling eens is bevind en zich in d e lage SES-buurtniveau, zie tabel 7. Tabel 7. Eens met stellingen over richtlijnen van goed en kwaad (totaal en per SES-buurtniveau in %) Gehele bevolking Laag Midden Hoog Er zijn duidelijke richtlijnen over wat goed en kwaad is. 41,0 41,4 38,7 43,1 Deze richtlijnen zijn altijd voor iedereen van toepassing, ongeacht de omstandigheden. Er zijn duidelijke richtlijnen over wat goed en kwaad is. 38,0 35,6 40,2 42,5 Echter, afwijken van deze richtlijnen is soms gerechtvaardigd door bijzondere omstandigheden. Er kunnen nooit duidelijke richtlijnen zijn over wat goed 21,0 23,0 21,2 14,3 en kwaad is. Wat goed en kwaad is is volledig afhankelijk van de omstandigheden op dat moment
Bij d e vraag “Welke kw aliteiten acht u belangrijk d at kind eren van huis uit bijgebracht w ord en?” kon m en aangeven w elke 3 kw aliteiten m en belangrijk vind t uit een lijst m et 17 kw aliteiten. De d rie m eest genoem d e kw aliteiten zijn: Tabel 8. Top 3 Kwaliteiten Top 1 Top 2 Top 3
Respect (23,4%) Goede manieren (15,8%) Liefde (11,4%)
4. Tot slot Dit ond erzoek is een eerste m eting naar sociale cohesie w aarbij getracht is een beeld te krijgen van hoe het aan toe is m et verschillend e ond erw erpen d ie ond erd eel zijn van sociale cohesie. Een algem een antw oord over d e staat van sociale cohesie op Curaçao kan er op basis van een eerste m eting niet w ord en gegeven. In d e praktijk w ordt d e eerste m eting gebruikt om een Curaçao specifieke ind ex te construeren m et d om einen d ie elk een aspect van sociale cohesie bevatten. Deze ind ex d ient als benchm ark om ontw ikkelingen tussen m etingen in kaart te brengen inzake d e d om einen van sociale cohesie (Markus, 2014).
13 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
Een interessante bevind ing uit d it ond erzoek is d at d e m eningen van d e bevolking over verschillend e ond erw erpen red elijk overeen kom en ongeacht de SES-buurtniveau. Dit d ocum ent bevat een selectie van interessante resultaten uit het SCO. In toekom stige publicaties zullen alle ond erw erpen m et uitgebreid e analyses w ord en gepresenteerd .
Literatuurlijst Bernard , P. (1999). La Cohésion sociale : critique d ‟ un quasi-concept, Lien social et Politiques – RIAC, 41, 47-59. Bossuyt, M., Am bicht, L., Alsulaim an, A., Charkaoui, N .m Foblets, M.C., Torfs, R. & Verm eersch, E. (2006). Eind verslag com m issie ter invulling van d e cursu s m aatschappelijke oriëntatie, Vlaam se regering. Causa, O. & Johansson, Å. (2010). Intergenerational social m obility in OECD countries. OECD Journal: Economic Studies, 2010. Chan, J., To, H . & Chan, E. (2006). Reconsid ering social cohesion: d eveloping a d efinition and analytical fram ew ork for em pirical research, Social Indicators Research, 75, 273302. Costa, A.C., Roe, R.A., & Taillieu, T. (2001). Trust w ithin team s: The relation w ith perform ance effectiveness. European Journal of W ork and Organizational Psychology, 10(3), 225-244. d oi: 10.1080/ 13594320143000654. Diener, E. (1984). Subjective w ell-being, Psychological Bulletin 95 (3), 542– 575. d oi:10.1037/ 0033-2909.95.3.542. ECLAC (Econom ic Com m ission for Latin Am erica and the Caribbean)/ EUROsocial, (2007). A System of Indicators for M onitoring Social Cohesion in Latin A merica. Santiago, Chile. Jansen, W., Otten, S., van d er Zee, K. & Jans, I. (2013). Inclusie: Conceptualisering en M eting. Researchgate. Markus, A. (2014). M apping social cohesion: The Scanlon foundation survey 2014. Monash University. Misztal, B.A. (1996). Trust in modern societies: The search for the bases of social order. Cam brid ge: Polity. N DP (N ational Developm ent Plan) (2015). Curaçaco N ational Development Plan: Building Strengths. Putnam , R.D. (2007). E pluribus u num . Diversity and com m unity in the tw enty -first century. The 2007 Johan Skytte Prize Lecture. In: Scand inavian Political Stud ies, jg. 30, nr. 2, p. 137-174. Rom er, P., Offerm an, S., Albertina, R., Vos, T., Valpoort, K. & Dom acassé, P. (2015). Plan di A kshon Integral N ationbuilding Korsou. Rosalia, R.V. (2001). Rumbo pa Independensia M ental: Plan di M aneho i A kshon di Kultura di Korsou. Rousseau, D.M., Sitkin, S.B., Burt, R.S, & Camerer, C. (1998). N ot so d ifferent after all: A cross-d iscipline view of trust. A cademy of M anagement Review. 23(3), 393-404. Schnabel, P., Bijl, R. & d e H art, J. (2008). Betrekkelijke betrokkenheid , Sociaal en Cultureel Rapport 2008, SCP, Den H aag. 14 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
Eerste resultaten Sociale Cohesie Onderzoek 2015
Schotborgh-van d e Ven, P.C.M. & van Velzen, S. (2013). N ational Integrity System A ssessment: Curaçao 2013.
15 © Centraal Bureau voor de Statistiek, juni 2016
CENTRAL BUREAU OF STATISTICS CURAÇAO Fort Amsterdam z/n | Willemstad | Curaçao T: (+599-9) 461-1031 | F: (+599-9) 461-1696 E:
[email protected] | www.cbs.cw FB: cbscur