Verkiezingen op 25 mei
De programma's vergeleken Op 25 mei trekt België naar de stembus voor gewestelijke, federale en Europese verkiezingen. Welke gevolgen gaat de uitslag hebben voor onze sector? We hebben de partijprogramma's van CD&V, Groen, N-VA, Open VLD en sp.a vergeleken op enkele punten die voor de bouw belangrijk zijn.
Woonfiscaliteit Alle Vlaamse partijprogramma's willen de woonbonus behouden maar niet noodzakelijk zoals hij nu bestaat. De grootste voorstanders van continuïteit zijn N-VA en Open VLD. N-VA handhaaft het principe van de woonbonus zowel voor bestaande als voor nieuwe leningen. Daarbij is eenieder vrij om te kiezen bij welke aanko(o)pen voor een enige eigendom hij een beroep wil doen op de woonbonus. Ook de meeneembaarheid van de registratierechten behoudt N-VA. De mogelijkheid tot het verderzetten van herfinanciering in het stelsel van bouwsparen bij wederopname van een lening wordt daarentegen geschrapt. Voor alle renovatiewerken, inclusief heropbouw, past N-VA overal een verlaagd btw-tarief van 6 % toe. Ook Open VLD wil de woonbonus volledig behouden, maar laat de keuze: ofwel de woonbonus, ofwel verlaagde registratierechten van 5 of 2,5 %. Bij de aankoop van de eerste eigen woning kan de betaling van de registratierechten gespreid worden over tien jaar. Voor CD&V blijft de woonbonus hét instrument voor de ondersteuning van eigendomsverwerving, maar de partij verlegt het accent. Er moet ook een woonbonus zijn voor nieuwbouw maar de nadruk ligt op de aankoop van een woning en op renovatie (inclusief afbraak gevolgd door heropbouw). Het verlaagde btw-tarief voor herbouw na sloop moet veralgemeend worden naar alle gemeenten. Sp.a wil een woonbonus met een aftrek aan een gemiddeld tarief van 45 %. Voor alleenstaanden en eenoudergezinnen moet er een hoger aftrekplafond komen. Hij moet ook aflopen na 25 jaar. De woonbonus moet relatief hoger zijn voor mensen die in bestaande kernen gaan wonen. Daarnaast pleiten de socialisten voor een vrijstelling op de registratierechten voor de aankoop van de eerste en enige woning. Groen ten slotte wil de grondigste hervorming. De maximumperiode van de woonbonus moet teruggebracht worden tot 15 jaar. De overheidsmiddelen die daardoor vrijkomen moeten gaan naar de ondersteuning van de private huurmarkt, sociale woningen en collectief wonen. Bovendien moet de woonbonus een eenmalig maar meeneembaar recht worden. Wie er bijvoorbeeld acht jaar lang een beroep op deed, maar na een scheiding opnieuw woning koopt, heeft nog een bonusrugzak van zeven jaar. Opmerkelijk: sp.a eist een beter toezicht op de naleving van beschermingsregels als iemand een woning bouwt of eigenaar wordt van een nog te bouwen woning. Het zogenaamde vermoeden van gebrek aan een consumptiegoed in de (wettelijke) garantie moet verlengd worden.
Ruimtelijke ordening Open VLD zegt over dit onderwerp weinig in zijn programma, maar de vier overige partijen zijn het over een aantal belangrijke punten eens. We moeten de demografische groei opvangen. Maar de open ruimte moet beschermd worden, de woondichtheid moet omhoog, wonen bij woonkernen heeft de voorkeur en wonen, werken, winkelen en andere functies moeten vermengd worden.
Groen zal geen uitbreidingsgebieden aansnijden. Woonuitbreidingsgebieden en slecht gelegen woongebieden doven best uit. Leegstaande of leeglopende villaparken moeten herbestemd en/of herverkaveld worden. De overheid moet werk maken van de planbaten: als grond meer waard wordt door een herbestemming, betaalt de eigenaar een vergoeding aan de overheid. Groen is ook voorstander van verhandelbare bouwrechten, waarbij de bouwrechten in slecht gelegen bouwzones geruild kunnen worden met bouwmogelijkheden op goed gelegen terreinen. Sp.a wil het wonen in of bij kernen stimuleren. Welke kernen krijgen prioriteit bij de ontwikkeling? Dat moet beslist worden volgens heldere en bovenlokale principes, die onder meer rekening houden met de nabijheid van voorzieningen. Sociaal-ruimtelijke planning moet ervoor zorgen dat de publieke ruimte sociale relaties en een gezonde levensstijl stimuleert. Ook CD&V en N-VA willen zuinig omspringen met de ruimte. De Vlaams-nationalisten zijn voorstander van gekoppelde en gestapelde bebouwing. De Christendemocraten willen co-housing stimuleren.
Concurrentievermogen Grote eensgezindheid over de loonkosten: ze moeten naar beneden. Open VLD wil een verlaging met € 5 miljard die geleidelijk bereikt wordt. De doelgroepmaatregelen worden omgevormd tot twee eenvoudige RSZ-kortingen: één voor jongeren onder de 30 jaar en één voor ouderen boven de 55 jaar. Sp.a en Groen zijn voorstanders van gerichte verlagingen. Voor sp.a moeten de patronale bijdragen aan de sociale zekerheid voor lage lonen naar beneden, net als de belastingen laagbetaalde arbeid. Loonkostenverlagingen zijn niet lineair maar gericht op een maximaal tewerkstellingseffect. De socialisten vinden een verschuiving van de belastingen naar de btw geen geschikt instrument om de druk op lonen te verlichten. Voor Groen moet er een fiscale verschuiving komen van lasten op arbeid richting vermogens en vervuiling. De partij mikt op vooral kleine en middelgrote inkomens. Hoe lager het inkomen, hoe lager de werkgeversbijdragen. Voor deze lonen wil Groen bovendien een loonbonus in de vorm van een belastingkrediet. CD&V wil ten laatste in 2018 de loonkostenhandicap weggewerkt zien. Als in het recente verleden de handicap is toegenomen, moet dit automatisch de marge voor toekomstige loonstijgingen inperken. De fiscale en sociale lastenverlagingen mogen niet gebruikt worden om loonsverhogingen te financieren. De partij bepleit een lastenverschuiving van arbeid naar indirecte belastingen en ecofiscaliteit. Daarnaast wil CD&V de arbeidsduurreglementering vereenvoudigen en flexibeler maken, zonder de bescherming van de werknemer aan te tasten. De arbeidstijd moet geannualiseerd worden. Een deel van de lastenverlaging kan gericht worden op het verminderen van de kosten van overuren. N-VA ten slotte is voor een algemene en lineaire verlaging van de sociale werkgeversbijdrage voor alle werknemer, en voor een vermindering van de personenbelasting. Ook de Vlaams-nationalisten zijn voor een annualisering van de arbeidstijd. Daarnaast willen ze een soepele inzet van uitzendkrachten en een uitbreiding van de terbeschikkingstelling van werknemers, aangevuld met voldoende sociale bescherming.
Fiscaliteit Alle partijen behalve Groen pleiten expliciet voor een periode van fiscale zekerheid en stabiliteit. Er is eensgezindheid over een verschuiving naar groenere fiscaliteit bij N-VA, CD&V, Groen en sp.a, al vullen zij deze niet allemaal op dezelfde manier in. De socialisten eisen dat hogere milieulasten de koopkracht van lage en bescheiden inkomens niet aantasten. Als het aan N-VA ligt, komt er een transparant Fiscaal Pact met de ondernemingen dat de spelregels vijf jaar lang vastlegt. Het nominaal tarief van de vennootschapsbelasting moet zakken tot onder de 27,13 %, het gemiddelde tarief van de West-Europese landen. Onder meer door te wieden in de aftrekposten zal de verlaging gefinancierd worden. Ook Open VLD wil een fiscaal pact. De partij wil kmo's de mogelijkheid geven om winsten die in de vennootschap blijven gedeeltelijk vrij te stellen van belastingen tot op het moment dat de winst wordt uitgekeerd. CD&V wil een verschuiving van belasting op arbeid naar indirecte belastingen. Op arbeidsintensieve diensten moet het meest gunstige btw-tarief geheven worden. Sp.a is net zoals verschillende andere partijen voor een vereenvoudiging van de fiscaliteit. Groen wil de fiscale gunstregimes inperken en de tarieven in de vennootschapsbelasting verlagen naar een niveau dat billijker is voor kmo's.
Europa Het is steeds meer Europa dat de spelregels in de bouw bepaalt. Dat geldt onder andere voor de btw, de betalingstermijnen, de energieprestaties van gebouwen en de aanwezigheid van buitenlanders op onze bouwplaatsen.
Detachering Alle partijen willen meer Europese samenwerking om de fraude met detacheringen te bestrijden. Maar moet de regelgeving zelf ook aangepast worden? Voor CD&V is het voornaamste dat de bestaande regels nageleefd worden. De Christen-democraten meent dat de handhavingsrichtlijn, waarover de Europese Raad en het Europese parlement onlangs een akkoord bereikten, de gaten in het systeem kan dichten. Maar de maatregelen in deze richtlijn moeten nu spoedig uitgevoerd worden, aangevuld met de nodige maatregelen op nationaal niveau. N-VA vindt de basisprincipes van het vrije verkeer van werknemers en diensten moeten behouden blijven. Maar de systeemfouten moeten uit de detachering gehaald worden. Op dat punt zijn de geplande bijsturingen in de handhavingsrichtlijn ruim onvoldoende. De Vlaams-nationalisten zijn niet a priori tegen het idee om de huidige vorm van de detachering alleen te behouden voor korte periodes en daarna de wetgeving in het gastland van toepassing te maken. Ook Open VLD is voorstander van het vrije verkeer van diensten. Maar sociale dumping kan niet voor de liberalen, en de goedkopere buitenlandse sociale zekerheid mag de concurrentie niet vervalsen. Werknemers in de bouw die voor lange tijd in ons land werken moeten hier in het Belgische systeem sociale zekerheid betalen. De socialisten van sp.a denken aan een fundamentele herziening van de detacheringsrichtlijn, met als leidend principe: wie in een bepaald land werkt, doet dat onmiddellijk met dezelfde arbeidsvoorwaarden als de werknemers van dat land. Sp.a wil minder Europese bemoeizucht als ons
land sociale fraude wil bestrijden. De socialisten pleiten ook voor de oprichting van Eurosoc, een sociaal inspectienetwerk voor informatie-uitwisseling, grensoverschrijdende opsporing en gezamenlijk optreden.
Betalingstermijnen België heeft onlangs de Europese richtlijn op de betalingstermijnen omgezet in Belgisch recht. Het gevolg is dat de totale termijn voor verificatie en betaling in sommige gevallen langer kan worden – en niet korter, zoals de Belgische bouw gehoopt had. Sp.a wil de evaluatie afwachten van de Europese richtlijn over de betalingsachterstand. Het is te vroeg om nu al bij te sturen. CD&V is voorstander van een maximumtermijn van dertig dagen voor de verificatie. De partij wil ook een betere, snellere en goedkopere invorderingsprocedure. Dat kan met een betalingsbevel op Belgisch niveau, maar analogie met het Europese betalingsbevel. N-VA wil een maximumtermijn van dertig dagen, zowel voor de betaling als voor de verificatie, en zowel voor de overheid als voor de handelaren. Open VLD ten slotte is voorlopig tevreden met de huidige omzetting van de Europese richtlijn in Belgisch recht. Maar de Belgische regelgeving moet herzien worden als blijkt dat ze de onbetaalde facturen niet terugdringt.
Btw op woningen Op de nieuwbouw van woningen wordt nu in ons land het normale btw-tarief van 21 % toegepast. Een lager tarief mag van Europa alleen als de woningen voldoen aan de criteria van een sociaal beleid. Volgens Open VLD zou het gepast zijn om een lager btw-tarief mogelijk te maken op de nieuwbouw van de eigen en enige woning. De liberalen oordelen dat de lidstaten van de EU meer vrijheid moeten krijgen om te beslissen welke btw-tarieven ze heffen. CD&V wil het meest gunstige btw-tarief heffen op arbeidsintensieve diensten. Ook de bouw zou van deze btw-stimulus kunnen profiteren volgens CD&V. Daarnaast wil de partij in heel Vlaanderen – en dus niet alleen in bepaalde stedelijke gebieden - een verlaagd btw-tarief voor vervangbouw. N-VA legt de nadruk vooral op renovatie en vernieuwbouw (afbraak gevolgd tot heropbouw). Daarvoor moet overal een btw-tarief van 6 % gelden. Dat is op dit moment belangrijker voor de partij dan een lagere btw op nieuwbouw. Sp.a is geen vragende partij voor een herziening van de Europese btw-richtlijn. Er bestaan volgens deze partij betere fiscale mogelijkheden om de bouw meer zuurstof te geven.
Energieprestaties De Europese richtlijn op de energieprestaties is tegelijk heel en heel weinig ambitieus. Nieuwbouw moet na 2020 bijna energieneutraal zijn. Maar de richtlijn zwijgt over de renovaties van kleine
gebouwen en dus van bestaande eengezinswoningen, die een zeer groot deel van ons energieverslindende gebouwenpark vormen. Open VLD vindt dat de Europese richtlijn herzien moet worden. De partij is tegenstander van bindende Europese doelstellingen. Maar toch vinden de liberalen doelstellingen bij renovatie belangrijk. Ze schuiven een systeem van energieprestatiecertificatie naar voor, met een verplichting per niveau om bij de overdracht van een gebouw een energierenovatie uit te voeren. Wie zal dat betalen? Subsidies zijn geen structurele oplossing wegens te duur voor de overheid. De liberalen zien meer in ondersteuning via de banken, in samenwerking en in ESCO (Energy Service Companies). N-VA wil voor bestaande gebouwen geen doelstellingen zonder beperking op de afmetingen. Maar bij ingrijpende renovaties zijn doelstellingen ongeacht de grootte wel gepast als ze soepeler zijn dan bij nieuwbouw. Europa moet zich niet bemoeien met de financiële steun voor energierenovaties volgens de Vlaams-nationalisten. Sp.a is eerder voorstander van informatieverstrekking en de juiste incentives en premies voor eigenaars dan van een wettelijke verplichting. Maar voor verhuurde woningen moeten er wel bindende normen bestaan. De publieke sector moet het voorbeeld geven, bijvoorbeeld in de sociale huisvesting. Er moet ook een volwaardige regeling komen voor energiebesparende investeringen door derde-betalers. Ook CD&V wil inzetten op sensibilisering en het geven van de juiste stimulansen. Het EPC (energieprestatiecertificaat) moet omgevormd worden tot een beleidsinstrument en energiedeskundigen zouden meer betrokken moeten worden bij energiebesparende werken. Voor overheidsgebouwen zijn de Christen-democraten wel voorstander van bindende doelstellingen. Als er op Europees niveau een bijsturing komt, moeten energierenovaties en hun financiële ondersteuning grondig bekeken worden.