FILATELISTISCHE VORMING
DE
PRIC F I L A T E L I E Z O N D E R P O S T Z E G E L S
Elk poststuk een avontuur
•
Hoe vaak zit er nog een zegel op de binnenkomende post?
Tweede, herziene versie. Datum: december 2010
In de geliberaliseerde postmarkt kunnen in principe allerlei bedrijven post bij u afleveren. Zij kunnen ook postzegels uitgeven. Maar één ding kunnen ze niet….
Auteur: Sjoerd Bangma Lid Bondsbestuur belast met de Filatelistische Vorming
Poststukken die door TNT Post worden verwerkt hebben iets waardoor ze voor de ontvanger extra interessant blijven: de PRIC, de PRoces Informatie Code. Voor alle geïnteresseerden in het postale gebeuren gaat de zon daardoor ook bij het moderne postverkeer nooit onder, ook al is het eind 2010 niet duidelijk of TNT Post nog lang onder die naam blijft voortbestaan!
FILATELISTISCHE VORMING Filatelie is het verzamelen van postzegels en/of ander postaal materiaal en het vergaren van kennis daarover.
Dat onderstreepte… dat gaan we
1
De PRIC
Filatelistische vorming
Inleiding Wie ergert zich niet aan de nietszeggende, onpersoonlijke en oersaaie enveloppen met alleen een adres en, in het gunstigste geval, een logo van de afzender? En als het dan ook nog eens een vensterenvelop betreft, wat kan deze dan nog redden van de doos voor oud papier?
DE PRIC
Het antwoord is : (en de SIX, de bijbehorende verzameling oranje streepjes onder de zwarte cijfers en letters). Ook enveloppen met een postzegel of een frankeermachinestempel hebben deze coderingen. Zij kunnen ook door de frankering en de afstempeling interessant zijn voor een filatelist, maar hier blijven die twee aspecten buiten beschouwing. We zullen in de volgende hoofdstukken proberen de code te ontrafelen en gaan ook even in op de voorgeschiedenis. De PRIC anno 2010 is in feite slechts een fase in het proces van automatisering van het postverkeer. De PRIC in de vorm zoals hierboven afgebeeld binnen de rode lijn bestaat sinds 2003.
De PRIC
Filatelistische vorming
Inhoud code De PRIC zoals die anno 2010 op uw post voorkomt staat niet op alle poststukken, maar alleen op de stukken die door de zogenaamde Sorteermachine Klein (SMK) worden behandeld. Dat wil zeggen poststukken tot en met het formaat A5. Grotere stukken worden wel gecodeerd, vaak met kleine etiketjes waarop alleen de oranje streepjescode voorkomt: de sorteerindex (SIX). In de SIX staat eenzelfde soort informatie als in de PRIC, maar deze is alleen door de apparatuur te lezen. Wij gaan hier alleen in op de (zwarte) cijfers en letters van de PRIC.
De PRIC bevat allerlei informatie die in het sorteercentrum van aanlevering bij de automatische postverwerking is verkregen.
We gaan kijken wat er in de 16 tekenposities van de PRIC is weergegeven.
Eerste positie ׃aanduiding van het sorteercentrum waar de (eerste) sortering plaatsvindt. A = Amsterdam G = ´sGravenhage H = ´s Hertogenbosch N = Nieuwegein R = Rotterdam Z = Zwolle
Het teken vóór de PRIC wordt op het poststuk geplaatst tijdens de tweede sortering, als de post wordt gereedgemaakt voor de verzending naar de bestelcentra. Het betreft zowel post die in het betreffende sorteercentrum de eerste sortering heeft ondergaan (maar binnen het gebied blijft) als post die vanuit de vijf andere sorteercentra is binnengekomen (en dáár dus de eerste sortering heeft ondergaan). Alvorens de posities 2 t/m 16 te bespreken gaan we even in op wat er in een sorteercentrum met de poststukken gebeurt.
Een poststuk ondergaat dus drie sorteringen: de eerste in het centrum van aanlevering, de tweede in het centrum van bestemming en tenslotte de derde of huisnummersortering. Een deel van de poststukken ondergaat alle sorteringen in hetzelfde sorteercentrum, dat derhalve (ook) fungeert als bestelkantoor van de directe omgeving. In Rotterdam bijvoorbeeld krijgt 20% van de post de derde sortering in het sorteercentrum. 80% wordt vervoerd naar bestelkantoren in zuidwest Nederland, waar “kleine” machines de derde sortering (dus de sortering op bestelloop) verrichten, terwijl ook dáár de niet gecodeerde stukken er handmatig tussen worden gevoegd. De "I" (soms een “A” of “V”) staat meestal iets boven of onder de regel van de PRIC en de afstand tot de R, Z enz. is variabel. Hieraan is dan ook goed te zien dat hij geen deel uitmaakt van de PRIC. De letter “I” is afgeleid van “indexsortering”. Het poststuk is dan gesorteerd op de SIX die het bij de eerste sortering heeft meegekregen. De letter “A” is afgeleid van “automatisch” en de “V” van video. In dit kader gaan we hier niet verder op in.
(Het onderstaande is gebaseerd op informatie van het sorteercentrum Rotterdam uit 2007.) Voordat het sorteren kan beginnen moet de ongesorteerde, in zakken aangeleverde post worden gesplitst in klein (t/m A5 formaat), groot (A4) en overig (vooral brievenbuspakjes). Eventuele grotere pakketten worden vanuit Rotterdam doorgestuurd naar het pakketsorteercentrum in Dordrecht. Tot de machinerie waarin dit voorsorteren plaats vindt behoren grote draaiende trommels met gleuven (van de juiste maat), die voor sortering naar grootte zorgen. Daarna moeten de stukken worden “opgezet”, d.w.z. allemaal met de zegel naar dezelfde kant en worden afgestempeld (met een machinestempel met vlag). De bij de voorbehandeling gesplitste stroom poststukken gaat vervolgens naar de sorteermachines klein (SMK, waarvan er in Rotterdam 13 staan), de sorteermachines groot (SMG) of de sorteermachine overig (SMO). Bedrijven die partijen post met “port betaald” of een frankeermachinestempel versturen moeten deze al enigszins voorgesorteerd afleveren bij een “business balie”. Deze poststukken slaan de hierboven beschreven behandeling in de trommel over en ze worden ook niet afgestempeld.
4
Kijkje langs een van de 6 sorteermachines groot in Rotterdam: installaties van 55 meter lengte! Nadat de poststukken zijn voorzien van de SIX gaan ze tussen de lamellen van een lange transportband “op reis” langs een lange rij kratjes die corresponderen met een bepaalde bestemming. Als een stuk boven het juiste kratje is aangekomen laat de machine het vallen.
Al of niet na de op de vorige pagina beschreven voorsortering worden de poststukken vervolgens aan de sorteermachines “gevoerd”. We zullen kort beschrijven hoe dat bij de SMK gaat. Van elk poststuk wordt een scan gemaakt, waarna er een serie computerprogramma’s op wordt losgelaten. Elke machine is daarvoor aangesloten op een netwerk. Binnen 30 seconden moet de computer de adresgegevens hebben ontcijferd, waarna het poststuk wordt voorzien van de SIX en de PRIC. Poststukken waarbij dat niet lukt binnen de tijd worden uitgeworpen. Ze hebben wel een SIX gekregen, zodat de computer ze kan herkennen en gaa n voor een “herkansing” nog een keer door de machine. Deze tijdelijke SIX staat links van de normale positie. Stukken die via deze herkansing zijn gecodeerd hebben dan ook twee SIX-en. De SMK en SMG werken volledig automatisch. Bij de SMO is dat een ander verhaal. Het ontbreken van uniformiteit in de afmetingen maakt handwerk nodig. Hiernaast een blik op de SMO tijdens de wisseling van twee personeelsploegen. Hiernaast een poststuk dat niet binnen de tijd kon worden gecodeerd en een tweede keer moest worden bekeken. Niet zo vreemd, omdat de postcode incompleet is.
5
Na ons uitstapje naar de praktijk van het sorteercentrum keren we terug naar de resultaten van de verwerking. In de SMK wordt dus, zoals we in het voorafgaande hebben gezien, van elk poststuk, of beter: de afbeelding van het poststuk, door de computer het adres gelezen en gecodeerd. Het aantal SMK’s is afhankelijk van de capaciteit van het sorteercentrum. In Rotterdam zijn dat er minder dan in Amsterdam en Zwolle, zodat we alleen daar op de tweede en derde positie van de PRIC de hoogste nummers (16) kunnen aantreffen.
Tweede en derde positie: aanduiding van het nummer van de sorteermachine-klein. (Mogelijk 01 t/m 16)
Vierde positie: aanduiding van het codeermiddel (softwareprogramma) waarmee de postcode is herkend.
Vijfde positie: aanduiding van het codeermiddel (softwareprogramma) waarmee het huisnummer is herkend. Sinds 2005 meestal met een kleine letter aangeduid.
6
Zesde positie: aanduiding van het codeermiddel (softwareprogramma) waarmee een eventuele toevoeging aan het huisnummer is herkend.
Posities 7 t/m 12: weergave van de postcode van de geadresseerde.
Posities 13 t/m 15: weergave van het huisnummer (of postbusnummer) van de geadresseerde (voorzover aanwezig de laatste drie cijfers).
Zestiende positie: aanduiding van een eventuele toevoeging aan het huisnummer van de geadresseerde.
7
De PRIC
Filatelistische vorming
Betekenis letters Zo, we hebben nu gezien wat er op de 16 posities van de PRIC staat en de betekenis van de meeste letters en cijfers spreekt voor zichzelf. Duidelijk is ook dat huisnummers en postbusnummers van meer dan drie cijfers niet volledig kunnen worden afgebeeld. Vergissingen zijn echter niet aan de orde, want huisnummer 1234 heeft andere postcodeletters dan nummer 234. Wat niet voor zichzelf spreekt zijn de letters op de posities 4, 5 en 6.
Het lezen van een adres gebeurt door een aantal computerprogramma’s die indien nodig achter elkaar op de scan van het adres worden losgelaten. Daarbij zijn er twee uitersten, aangegeven door respectievelijk een K en een V.
K: de postcode en het huisnummer zijn herkend dankzij de code (eigenlijk het adres in een speciaal lettertype) die de afzender al heeft aangebracht: de Klantindex (KIX), een voorwaarde voor korting op het tarief. Bij een adres met een huisnummertoevoeging kunnen er zelfs 3 K’s op een rijtje staan! Simpel gezegd hoeft het leesprogramma zich hier niet in te spannen, want de code is hier eigenlijk al voorgeprogrammeerd.
Het is pikant dat de door TPG Post zelf aangebrachte klantindex hier niet heeft gewerkt ! Het andere uiterste is de V, het laatste redmiddel...
V: geen van de beschikbare codeermiddelen heeft het huisnummer kunnen herkennen. Het poststuk wordt op een scherm (Video) getoond en handmatig gecodeerd. Voor we onze toevlucht nemen tot zo iets radicaals als een laatste redmiddel gaan we tellen. Weliswaar in een ratjetoe van Engels, Latijn en Grieks, maar we komen er wel uit (als u tenminste tot zes kunt tellen).
Na één komt twee, dus…
P: de postcode is herkend door het eerste codeermiddel (Primary coding device). Uit de combinatie PS kunnen we afleiden dat het eerste programma (P) blijkbaar niet in staat was het huisnummer te herkennen, zodat de machine zijn toevlucht moest nemen tot het volgende codeermiddel.
S: het huisnummer is herkend door het tweede codeermiddel (Secundary coding device). 9
Hoewel we een leesprogramma niet mogen vergelijken met het menselijk oog is bij het volgende adres wel te zien dat de moeilijkheidsgraad toeneemt. Postcode en bijbehorende woonplaats staan niet op dezelfde regel, terwijl het programma moet controleren of de combinatie correct is.
T: de postcode en het huisnummer zijn herkend door het derde codeermiddel (Tertiary coding device). De opmerking over het menselijk oog en het “computeroog” geldt ook voor de twee volgende adressen. Vooral de onderste. Wat is daar voor moeilijks aan?
Q: de postcode is herkend door het vierde codeermiddel (Quartery).
De volgende, logische stap is het vijfde codeermiddel, aangegeven met de F van Fifth.
10
Tenslotte de H van Hexair, het zesde codeermiddel, dat hier zowel de postcode als het huisnummer heeft herkend.
Met dit “bejaarde” handschrift had de machine kennelijk veel moeite. Ook het toevoegen van een punt bij de postcode, in het adres, of achter het huisnummer maakt het moeilijker herkenbaar.
Wij zijn uitgeteld, maar de machine nog niet! Op poststukken kan men ook nog de codes A, E en N tegenkomen. Op onderstaande enveloppe zien we de code AA en ook de reden waarom. Wat betekent de A en wat kan dit programma?
Als de codeermiddelen P, S en T niet helpen kan de Adress database uit de adresfragmenten resultaat halen. De ADB kent vele alternatieve aanduidingen voor woonplaatsen, straatnamen en bedrijven.
Een half doorgesneden adres, iets wat we bij vensterenveloppen wel eens tegenkomen. De ADB herkent het desondanks, zelfs het adres van een eenvoudige particulier, zoals samensteller dezes. Of het ook alternatieven herkent als Oeteldonk en Krabbegat? Het is het proberen waard. 11
Ook de codeletter E komt voor (Extract coding device). Dit is een vorm van videocodering waarbij de “operator” adresdelen intoetst om een ontbrekende postcode (of een deel daarvan) te achterhalen.
Nog een enkele opmerking over de videocodering. Bij het coderen van postcode en huisnummer in één handeling spreekt men van combicoderen en ontstaat het resultaat VV. Wanneer er twee etappes zijn, d.w.z. postcodecoderen en nummercoderen ná elkaar, ontstaat Vv.
En tenslotte is er nog de N van Normalization coding device. Dit is een hulpprogramma dat andere codeermiddelen kan assisteren om al gevonden (ingewikkelde) adressen of adresdelen te herleiden tot “normale” adressen. Bij het al vaker getoonde Amsterdamse adres wordt het geregeld aangetroffen.
Let ook op positie van het teken I van de tweede sortering.
Merkwaardig genoeg zijn het bij dit adres vooral enveloppen van ING, voorheen Postbank, die van de “normalization code” worden voorzien.
12
Op de scan van postcode, huisnummer en huisnummertoevoeging worden de programma´s na elkaar toegepast, zodat allerlei combinaties kunnen ontstaan van codeletters. Dat betekent ook dat er sprake is van een hiërarchische volgorde, behalve bij de code K, waarbij alleen KK of KKK mogelijk is.
De combinaties PS (Ps), PT (Pt), Pa,TV (Tv) enz. kunnen dus wel, maar het omgekeerde niet. Met drie codecijfers geldt uiteraard hetzelfde principe. Op de vorige pagina staat PPN en op pagina 7 TVV.
De hiërarchieke volgorde van de codeermiddelen is P, S, T, A, Q, F, H. N kan in elk programma te hulp worden geroepen.
Ook de letter A schikt zich in het gareel. Op pagina 7 kwamen we al een afwijkend lettertype tegen door het gebruik van een andere printer. Hier zien we een heel ander aspect van het gebruik van verschillende lettertypes. Er verschijnt de laatste tijd een kleine letter ter aanduiding van het programma dat zich heeft beziggehouden met het coderen van huisnummers en toevoegingen (extensies). 13
De PRIC
Filatelistische vorming
Stempels en de PRIC Wat is de samenhang tussen de afstempeling (het vernietigingsstempel) en de PRIC? Wel, in principe is er sprake van een geïntegreerd proces, waarbij de met een postzegel gefrankeerde stukken eerst worden afgestempeld en dan worden “geprict” . Stukken die apart worden aangeleverd (de partijenpost met “Port betaald”, de stukken met frankeermachinestempels en de stukken met een handstempel in een speciale envelop) worden in het sorteerproces ingevoegd zonder dat ze de stempelmachine hoeven te passeren. In tijden van grote drukte (Kerst!) of bij storingen kan het gebeuren dat poststukken in het ene sorteercentrum worden gestempeld en in een ander sorteercentrum worden geprict. Dat kan zich voordoen bij storingen of als de sorteermachines zijn “volgeboekt” met poststukken zonder zegelfrankering, dus de stukken met “Port betaald” en frankeermachinestempels. De twee onderstaande brieven zijn beide gepost in Grou en dus aangeleverd en gestempeld in Zwolle. De bovenste is daarna geprict in Nieuwegein, de onderste in ‘s Hertogenbosch. Merkwaardig genoeg zijn de postcodes met plaatsnamen in het handschrift van de toen 90-jarige afzender ondanks het gebruik van twee regels en het toevoegen van overbodige punten al door het eerste codeermiddel herkend.
De PRIC
Filatelistische vorming
De groei van de PRIC ENKELE BELANGRIJKE ASPECTEN VAN DE AUTOMATISERING VAN HET POSTVERKEER IN NEDERLAND NA 1978. Vanaf 1978 werd in de toenmalige expeditieknooppunten (EKP) begonnen met het aanbrengen op poststukken van een sorteerindex (SIX), dat wil zeggen: een vertaling van de postcode tot een lineaire index, die door de sorteermachine kan worden gelezen. Aanvankelijk werd de SIX aangebracht met handindexeermachines (HIA), waarbij een typist(e) de postcode las en intikte. De machine vertaalde deze vervolgens in een oranje streepjescode en printte deze op de envelop. De SIX die met de HIA is aangebracht is herkenbaar aan een KPK (kodeerplaatskenmerk), een getal voorafgegaan door twee of drie letters (sinds 1986), waaraan men kan zien waar de indexering plaats vond. De SIX en (binnen het ovaal) het KPK, afkomstig van het EKP Utrecht (1995). De SIX is nog met de HIA aangebracht. De postcode is (met wat oefening) en een decoderingstabel ook door het menselijk oog te lezen. Toelichting op de volgende pagina.
Vanaf 1981 werden automatische lees– en indexeermachines ingezet (ALIMA’S), die alleen getypte en gedrukte adressen konden lezen. De SIX werd nu op de envelop gespoten. In 1994 werd de OVIS of videocodering ingevoerd. De adressen die de leesmachine niet zelf kon lezen (maar hij kon al heel véél) werden op een videoscherm getoond en konden handmatig worden ingevoerd. De SIX aangebracht met de ALIMA (1994). De twee linkse streepjes geven de betreffende ALIMA aan. De postcode is identiek aan de bovenstaande (en dat is te zien).
Een SIX uit 1995 op een uit Frankrijk binnengekomen brief. Aan de code is (van rechts naar links) vrij eenvoudig te zien dat de eerste cijfers van de postcode lijken op de twee bovenstaande. De 5 linkse streepjes geven de gebruikte OVIS en de VCP (videocodeerplaats) aan.
De ééndimensionale SIX, zoals afgebeeld op de vorige pagina bestaat uit zes “vakjes” die alle beginnen met een startstreep die altijd aanwezig is, gevolgd door vier ruimtes met op de vijf posities wel of niet een streepje.
startstreep
4
2
3
Om een tipje van de sluier op te lichten: in het eerste vakje (vanaf rechts!) zijn de posities 5 en 1 leeg. Er staan dus streepjes op 432 en dat is de “vertaling” van het postcodecijfer 3. In het tweede vakje staan de streepjes op 431, wat het cijfer 2 voorstelt. In het derde vakje staat 521 (=4). Zo heeft elk cijfer en elke letter zijn eigen specifiek streepjespatroon.
E
E
1
Hier staat postcode 3241 EE (streepjes op posities 3 en 1 stellen de letter E voor, terwijl het cijfer 1 wordt weergegeven door 421). De cijfers 324 van de postcode zijn gelijk aan die in de bovenste afbeelding. Aanvankelijk (goed te zien aan de bovenste) wordt de SIX geprint terwijl de brief stilstaat. Bij de invoering van de ALIMA’s werd de code met inkjetstippen op het bewegende poststuk gespoten, zodat de streepjes wat gekromd raken.
Op poststukken die niet of niet direct geïndexeerd kunnen worden kon een IX (indentificatieindex) worden aangebracht, een soort voorlopig kenmerk, waardoor het poststuk op zijn verdere weg toch herkenbaar blijft. De IX (45 streepjes) kan alsnog worden gevolgd door een SIX, maar er zijn ook stukken die al of niet per ongeluk zijn voorzien van 2 x een SIX.
Inmiddels de SIX gemoderniseerd en omgezet in een tweedimensionale streepjescode met 52 streepjes. De informatie in de SIX is vanaf 2004 uitgebreider dan in het begin en dat heeft alles te maken met de huisnummersortering: een wat magere benaming voor het machinaal gereedmaken van de porties van elke postbezorger.
16
Zoals we hiervoor hebben gezien zijn er tegenwoordig 6 sorteercentra waar alle normale post terecht komt. Daarvoor was er een groter aantal expeditieknooppunten (EKP’s), waar de automatiseringsprocessen zijn begonnen. In het nu volgende spreken we gemakshalve uitsluitend over de zes sorteercentra. Poststukken gaan, voorzien van de SIX, van het sorteercentrum van aanlevering naar her sorteercentrum van aflevering (bestemming). Eind 90-er jaren begon men dáár de poststukken te voorzien van een in zwart geprinte procesinformatiecode, de PRIC. Hierin staat vooral informatie voor de bestelling. De inhoud en samenstelling van deze PRIC is een aantal malen veranderd.
PRIC uit november 1998, nog met de eendimensionale SIX.
Tot november 1999 bestond de PRIC uit 3 delen: het linkerdeel was de instraateenheid (de uitsortering per bestelkantoor). Daarna volgde een letter die het sorteercentrum aangaf en daarna twee posities voor het zakkenrek. Aangezien er tegenwoordig moderner, met containers, wordt gewerkt, was dat systeem snel achterhaald.
Deze PRIC werd opgevolgd door de volgende. Het linkerdeel geeft de uitgangen van de sorteermachines aan, waarbij de letters B, G en R de sorteerprioriteit (blauw, geel, rood) voorstellen. Ansichtkaarten hadden een lage priotiteit (blauw), brieven naar een postbus een hoge (rood). De aanduiding is dubbel. De eerste uitgang (hier B223) geldt voor de SMK, de tweede (B331) voor de SMG (SorteerMachine Groot), voor stukken aan hetzelfde adres. Rechts staat de instraateenheid.
PRIC met voor de leek weinig herkenbare informatie. De postcode is niet te zien, wel de letter N van sorteercentrum Nieuwegein (juli 2000).
Een stapje verder in herkenbaarheid. Poststuk behandeld in sorteercentrum Zwolle met postcode (de cijfers) in de PRIC zichtbaar (augustus 2000), nog steeds met eendimensionale SIX.
17
In februari 2002 wordt begonnen met het aanbrengen van een tweede PRIC, nu in het sorteercentrum van aanlevering. Ook verschijnt nu de tweedimensionale SIX. Een tijdlang, ook in 2003, komen veel poststukken voor met de oude (rechts) en de nieuwe PRIC (links). Deze nieuwe PRIC telt aanvankelijk nog maar 12 karakters, later worden het 16.
Dubbele PRIC op een brief met een klantindex. De “nieuwe” PRIC werd aangebracht in het sorteercentrum Leidschendam (nu ‘s Gravenhage). Zowel hier als op de vorige pagina is te zien dat de SMK en de SMG soms verschillend “denken” over de prioriteit van het te sorteren poststuk.
Dubbele PRIC’s, respectievelijk van Nieuwegein naar Rotterdam (december 2002), van Zwolle naar Zwolle (december 2002) en van Duitsland naar Rotterdam (augustus 2002). De internationale post wordt doorgaans verwerkt in Amsterdam of Rotterdam en krijgt daardoor dezelfde PRIC als post die vanuit het rayon van het betreffende sorteercentrum wordt aangevoerd. Inmiddels is de nieuwe PRIC verhuisd naar rechts en de oude verdwenen. Doordat niet alle sorteercentra even snel en niet alle machines binnen een sorteercentrum tegelijk worden veranderd komen allerlei overgangsvormen langdurig voor. Aanvankelijk toont de PRIC slechts één codeletter.
Nog even een paar voorbeeldjes van de voorstadia van de huidige PRIC.
Machine 10 in Zwolle heeft met het eerste programma ( P = primair) de postcode kunnen lezen. (juli 2003)
Machine 11 in ’s Hertogenbosch heeft pas bij het tweede programma ( S = secundair) de postcode en het huisnummer herkend. (december 2003) 18
De PRIC
Filatelistische vorming
Theorie en praktijk Het zou mooi zijn als de codes op onze poststukken zich allemaal aan de regels van de PRIC zouden houden, zoals wij die op de eerste 10 pagina’s uit de doeken hebben gedaan. Maar wat zien we? Raadsels die nog opgelost moeten worden.
. Samensteller dezes kreeg als secretaris van het bestuur van een gemeentelijke scholengemeenschap diverse poststukken binnen via 3240 AA Postbus 1. De codes op de laatste brieven hadden maar één codeletter (linker stukken en rechts boven). Zou het vervolg (tweede letter) van de codering overbodig zijn geworden? Zou kunnen, maar de kaart naar de postbus van het Bondsbureau (rechtsonder) is wel geheel volgens het boekje…(Alle stukken uit augustus 2007.) Om zeker te zijn van de waarneming werd een steekproef gehouden in de postkamer van het gemeentehuis van Middelharnis, waarbij de gehele oogst van half augustus tot half oktober werd doorgeploegd. Hierbij bleek dat alle aan de postbus geadresseerde stukken waren voorzien van een enkele codeletter, ongeacht het leverende sorteercentrum. De constatering gold voor stukken met een P, S, K en een V (andere werden niet aangetroffen). De stukken aan het gemeentelijk antwoordnummer ondergingen hetzelfde lot.
Zo zag het er in 2006 uit!
Aan het straatadres van het gemeentehuis geadresseerde stukken werden wel van twee codeletters (en het huisnummer) voorzien. Nieuwsgierig geworden naar dit fenomeen werd de tegenover het gemeentehuis gelegen scholengemeenschap onderzocht en ook hier stelden we vast dat de aan de postbus geadresseerde stukken (postbus 57, 3240 AB) slechts één codeletter hadden en die aan het straatadres twee. Een ander verschijnsel dat tot nadere bestudering uitnodigt is dat van de onjuiste adressering en wat er dan mee gebeurt. Twee maal een SIX met uiteindelijk een duidelijke uitspraak als resultaat . Terecht, want de letters van de postcode ontbreken (december 2006). En ook deze verkorte aanduiding is terecht (want het moet 3243 zijn).
Dankzij de verhuisservice van TPG/TNT Post worden poststukken (zoals dit in Amersfoort) van een sticker met een soort Klantindex voorzien en dankzij deze met de aanduiding HERSTELPOST doorgestuurd naar het nieuwe adres (in dit geval Amsterdam).
Herstelpost is er in soorten. Dit is herstelpost waar ogenschijnlijk niets viel te herstellen. Het adres is namelijk correct. Hier heeft “het systeem” echter een fout gemaakt en de code gelezen als 3223.
Zijn we nu klaar? Nog lang niet! Er zijn nog veel andere vragen te beantwoorden….. 20
Waarom moet op zo’n duidelijk adres de ADB worden toegepast? En wat zou de oorzaak zijn van een dubbele SIX en de code QV bij zo’n duidelijk adres? Het is de adressticker van het Bondsbureau, die anders altijd als PP wordt gelezen.
Met dit poststuk was in 2007 ook iets aan de hand. Voor afzender Eneco was dit een reëel adres, waar ze hun energie afleveren, dus een logisch adres om een nieuwe aanbieding heen te sturen. Voor TNT Post bestond het niet, ook al werd de klantindex klaarblijkelijk door de machine geaccepteerd. Het gaat namelijk om een recreatiebungalow. Postbezorging kon alleen via de postbussen in kleine gebouwtjes die hier en daar in het bungalowpark waren geplaatst. Deze brief lag keurig in het vakje van de toegewezen postbus 5067, 9163 ZH. Door eigen waarneming is vastgesteld dat er in de postbuskiosk voor de bezorger een “spiekpapiertje” aanwezig was voor de omzetting van de huisadressen naar de juiste postbussen. Inmiddels is Zwarteweg 23 weer een “gewoon” adres geworden. De postbusgebouwtjes zijn verleden tijd. Zie hierover het eind 2009 op de website van de KNBF verschenen artikel (nummer 9) van samensteller dezes.
21
TNT Post heeft het zichzelf met de oranje achtergrond van het gratis verstrekte postwaardestuk geen dienst bewezen. Het adres is kennelijk moeilijk leesbaar. De code HH komt overigens redelijk vaak voor. Samensteller dezes bezit naast talloze stukken met P, S, T, Q, K, A, N en V coderingen enkele met de E en diverse poststukken met de code HH, maar slechts één met een F. Dat kan haast geen toeval zijn. Zou programma H “krachtiger” zijn? Als klap op de vuurpijl viel op 3 september 2007 een brief in de bus met (door het adres heen moeilijk leesbare) code SKK. Een volstrekt onmogelijke combinatie, want er is nergens een klantindex te zien, het blijkbaar gevonden huisnummer wordt niet afgedrukt en van een toevoeging aan het huisnummer is al helemaal geen sprake.
Nieuwsgierig geworden werden de stukken van de inmiddels veelvuldig getoonde Amsterdamse “toeleverancier” van poststukken uit september en oktober extra oplettend bekeken… en er verschijnen inderdaad nog meer onmogelijke vormen van de PRIC.
Ook bij deze drie is sprake van drie codeletters, maar de (wel aanwezige) toevoeging aan het huisnummer is niet afgedrukt. Inmiddels (februari 2008) is er op de laatste vraag een antwoord: ER WAS EEN FOUT IN HET CODEERPOOLNETWERK en deze afwijkingen zouden niet meer mogen optreden. 22
Een PRIC zonder hoofdletters in de code: ook nieuw.
Een ongeprict stuk, maar wel een eenzame A van de tweede sortering. En dan nog deze. Hier raakte de video”operator” behoorlijk in de war. (2182 ES is de Van den Endelaan in Hillegom). Onbekend is of de handmatige toevoeging van de postcode al door de afzender is aangebracht of later. Hoe dan ook, de brief werd op het gewenste adres bezorgd.
*
*
*
Tenslotte nog een product van de sorteermachine groot. Geen PRIC dus, maar wel een codering. Het gebeurt nogal eens dat het opgeblazen etiketje met de codering op de frankering terecht komt. Ogenschijnlijk gaat het om een flets bedrukt papiertje. Leg zoiets thuis voor de aardigheid eens onder de fosforlamp en u zult uw oordeel direct aanpassen! Wat dan ook beter opvalt is het geheel andere streepjespatroon. Binnen dit bestek kunnen we daar echter niet verder op ingaan.
Met dank aan moeder, schoonmoeder, dochter en zoon, vrienden en kennissen en de dames van het secretariaat van het gemeentehuis te Middelharnis voor de materiaalvoorziening, de heer Lie Atjam van het sorteercentrum Rotterdam voor het verschaffen van informatie en de collega-filatelisten voor hun honger naar kennis.
23