De passief rubriek VIII van de balans Schulden op meer dan één jaar bestaat uit 4 categorieën: Rekening nr A. Financiële Schulden

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR

1 17

SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR

OMSCHRIJVING De passief rubriek VIII van de balans “Schulden op meer dan één jaar” bestaat uit 4 categorieën: Rekening nr A. Financiële Schulden 1. 2. 3. 4. 5. B.

Achtergestelde leningen Niet achtergestelde obligatieleningen Leasingschulden en soortgelijke schulden Kredietinstellingen Overige leningen

170 171 172 173 174

Handelsschulden 1. 2.

Leveranciers Te betalen wissels

1750 1751

C.

Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen

176

D.

Overige schulden

179

Onder de post “Schulden op meer dan één jaar” worden de schulden opgenomen die een contractuele looptijd hebben van meer dan één jaar. De schulden die in feite langer lopen dan één jaar omdat de schuldeiser inactief blijft zonder dat er enige contractuele bepaling bestaat, worden niet beschouwd als “schulden op langer dan één jaar” maar dienen opgenomen te worden onder de rubriek IX “Schulden op ten hoogste één jaar”. Onder de schulden worden opgenomen : te betalen kosten die in de loop van het boekjaar zijn ontstaan maar waarvan bij het afsluiten van het boekjaar nog geen titel bestaat, maar die naar hun bedrag bepaald of nauwkeurig bepaalbaar zijn.

292

Onder de overlopende rekeningen worden opgenomen de prorata van de kosten die pas in een later boekjaar zullen worden betaald maar die betrekking hebben op het afgelopen jaar.



1 17

De rekeningen worden o.a. gebruikt om de prorata berekende interest op leningen toe te rekenen aan het afgelopen boekjaar. Een achtergestelde lening is een lening waarvoor de schuldeiser er uitdrukkelijk mee instemt dat in geval van vereffening van de onderneming eerst alle andere schuldeisers worden uitbetaald, vooraleer de achtergestelde lening wordt terugbetaald. De achtergestelde leningen worden onderverdeeld in converteerbare en niet-converteerbare leningen. De niet-achtergestelde obligatieleningen dienen eveneens gesplitst te worden in converteerbare en niet-converteerbare. Indien leasingschulden zijn aangegaan tegenover kredietinstellingen dienen zij toch als leasingschulden te worden verantwoord. Onder de schulden ten aanzien van kredietinstellingen worden onder meer opgenomen de orderbriefjes (promessen) die door de onderneming werden onderschreven op naam of aan toonder van de kredietinstellingen alsmede de schulden aan kredietinstellingen uit hoofde van bankaccepten die door de onderneming in omloop werden gebracht, ook al vinden zij hun oorsprong in de aankoop van goederen en diensten. De minimumindeling van het algemeen rekeningstelsel van deze rubriek bestaat uit de volgende rekeningen : • 1730 schulden op rekening • 1731 promessen • 1732 acceptkredieten De leveranciersschulden met een contractuele looptijd van minder dan een jaar worden onder “Handelsschulden - Leveranciers” vermeld. De schulden vertegenwoordigd door een wissel worden onder de “Handelsschulden – Te betalen wissels” opgenomen. Onder de te “Ontvangen vooruitbetalingen” worden de vooruitbetalingen van klanten of derden ter uitvoering van verbintenissen op meer dan een jaar opgenomen, inzonderheid de voorschotten in verband met bouwopdrachten die een looptijd van meer dan een jaar hebben.

293


1 17


Onder de “Overige Schulden” worden alle schulden opgenomen welke niet kunnen worden ondergebracht in de voorgaande rubrieken (bijvoorbeeld schulden t.o.v. verbonden ondernemingen, bestuurders, enz. BESPREKING 1.

Waarderingsgrondslagen

De schulden worden gewaardeerd tegen nominale waarde rekening houdend met de voorschriften van art. 67 (interest begrepen in schulden of renteloze schulden). Voorbeelden Nominale waarde bv. een lening van 125 000 € à 12.75% op 5 jaar, met jaarlijkse aflossing van 1/5de van het kapitaal en jaarlijkse rentebetaling. Terugbetalingswaarde bv. een obligatielening met nominale waarde van 25 €. uitgegeven aan 99.25% en terugbetaalbaar aan 101,5% wordt aangeduid als een schuld van 25,38 €. Leasingschulden = schuld is de som van de kapitaalbestanddelen begrepen in de leasingtermijnen. Schulden in vreemde munten worden beschouwd als monetaire posten. In geval de schulden zijn ingedekt, geldt de koers van de dekkingsverrichting. 2.

Bijzonderheden

2.1.

SPECIFIEKE REGELS IN VERBAND MET DE SCHULDEN VOORTVLOEIEND UIT DE TOEPASSING VAN ART. 67

De schulden worden in de balans opgenomen voor hun nominale waarde. In voorkomend geval wordt in de overlopende rekeningen van het actief geboekt en prorata temporis in resultaat genomen op grond van de samengestelde interesten : a) de rente die op basis van de overeenkomst tussen partijen in de nominale waarde van de schuld begrepen is; 294

1 17



b) het verschil tussen aanschaffingswaarde en nominale waarde van de schuld; c) het disconto op renteloze of abnormaal laag rentende schulden die : -

terugbetaalbaar zijn na meer dan één jaar te rekenen vanaf het ogenblik waarop zij in het vermogen van de onderneming zijn opgenomen en; betrekking hebben op hetzij als opbrengst geboekte bedragen in de resultatenrekening, hetzij op de prijs van de overdracht van vaste activa of van een activiteitsbranche.

Het bedoelde disconto wordt berekend op basis van de voor dergelijke schulden geldende marktrente op het ogenblik waarop de schuld werd opgenomen in het vermogen van de onderneming. Voorbeeld (rente in de nominale waarde van de schuld opgenomen) Een onderneming A koopt bv. een torenkraan van onderneming B voor de prijs van 76 620 € te betalen binnen twee jaar op 31/5/1996. De contractueel overeengekomen rentevoet bedraagt 12 %. De actualisatievoet die gebruikt zal worden voor de berekening van de contante waarde (waarde per 1/6/1994) bedraagt (1 + 0,12)2 = 1,2544. De contante waarde van de machine is 76 620 = 61 081 €. 1,2544 Onderneming A sluit haar rekeningen af per 31/12 van elk jaar. Op welke wijze worden de verrichtingen die voortvloeien uit deze aankoop in de verschillende jaren geboekt. A) Boeking aankoop van de machine per 1/6/1994 2310 Machines Aanschaffingswaarde 490 Over te dragen kosten aan 1750 Leveranciers

61 081 15 539 76 620 295

1 17



B) Boeking van de vervallen interesten Alhoewel de interest effectief slechts betaald wordt op de vervaldag van de schuld, dient het gedeelte van de interest dat betrekking heeft op elk boekjaar, voor dat boekjaar als een vervallen rente geboekt te worden. Om het bedrag van de vervallen interest per periode juist te berekenen zal men een verschillende interestvoet moeten toepassen voor de periode 1/6/1994-30/5/1995 en voor de periode 1/6/1995-30/5/1996. Dit vloeit voort uit het feit dat men bij de berekening van de contante waarde de actualisatie uitvoerde op basis van een samengestelde interest nl. (1 + 0,12)2 = 1,2544 of 25,44 %. Voor de periode 1/6/1994-31/5/1995 zal men een rentevoet toepassen van 12 % d.w.z. de basisrentevoet uit de overeenkomst. Hieruit blijkt dat voor het eerste jaar een enkelvoudige interest toegepast wordt. Voor de periode 1/6/1995-31/5/1996 zal men een rentevoet toepassen van 25,44 - 12 = 13,44 %. Dit betekent dat men over de tweede periode een samengestelde interest toepast d.w.z. dat men eveneens interest berekent over de interest. Op grond van wat zo juist gezegd werd kan het percentage voor de tweede periode ook als volgt berekend worden. 0,12 + (0,12 x 0,12) = 0,12 + 0,0144 = 0,1344 = 13,44 %. Schematisch kan de toerekening van de interest aan de betreffende jaren als volgt voorgesteld worden : 1994

1995 7m

5m

1996 7m

5m

12m 12% 296

12%

13,44%

13,44%


1 17


Vervallen rente over 1994 (van 1/6/1994 tot 31/12/1994, dus 7 maanden) = 61 081 x 0,12 x 7/12= 4 275,67 € Vervallen rente over 1995 periode 1/1/1995 - 31/5/1995 = 61 081 x 0,12 x 5/12 = 3 054,05 € periode 1/6/1995 - 31/12/1995 = 61 081 x 0,1344 x 7/12= 4 788,76 € Totaal bedrag rente over 1995 : 3 054,05 + 4 788,76 = 7 842,81 € Vervallen rente over 1996 = 61 081 x 0,1344 x 5/12 = 3 420,53 € De jaarlijkse boeking van de vervallen interesten gebeurt als volgt : per 31/12/1994 – Interesten ten laste van resultatenrekening 1994 6500 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

4 275,67

aan 490 Over te dragen kosten

4 275,67

per 31/12/1995 – Interesten ten laste van resultatenrekening 1995 6500 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden aan 490 Over te dragen kosten

7 842,81 7 842,81

297


1 17


per 31/12/1996 – Interesten ten laste van resultatenrekening 1996 6500 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

3 420,53

aan 490 Over te dragen kosten C)

3 420,53

Boekingen in verband met de terugbetalingen

Omdat de betreffende schuld een schuld op meer dan één jaar is, zal per 31/12/1995 deze schuld moeten overgeboekt worden naar de rubriek Schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen. 1750 Leveranciers

76 620,00

aan 4250 Leveranciers

76 620,00

Bij de betaling van de schuld op 31/5/1996 boekt men volgende post : 4250 Leveranciers aan 550 Bank D)

76 620,00 76 620,00

Schulden die in termijnen worden betaald met een vast lastenpercentage

Bij schulden die in termijnen worden betaald of afbetaald en waarvan de rente of het lastenpercentage gedurende de gehele contractduur wordt toegepast op het oorspronkelijke bedrag van de financiering of van de lening, worden de respectieve bedragen van de gelopen rente en het lastenpercentage die in het resultaat moeten worden opgenomen en van de niet vervallen rente en het lastenpercentage die moeten worden overgedragen naar een volgend boekjaar bepaald door de toepassing van de reële rente op het bij het begin van elke Periode uitstaand saldo.

298

Deze reële rente wordt berekend met inachtneming van de spreiding en de periodiciteit van de betalingen. Een andere methode mag slechts worden toegestaan op voorwaarde dat zij, per boekjaar, een gelijkwaardig resultaat oplevert.



1 17

Deze types van schulden komen in de praktijk veelvuldig voor onder meer bij de aankopen op afbetaling (financieringskredieten), en de financiering van de voorafbetalingen van de belasting. Aangezien de toepassing van deze regel vrij ingewikkelde berekeningen vergt is voorzien dat de methode niet moet worden toegepast indien het bedrag van de schuld gering is zodat de wijze van toerekening van de rente of het lastenpercentage slechts een te verwaarlozen bedrag vertegenwoordigt. Omdat er geen normen zijn om te bepalen wat een gering bedrag is, dient de onderneming dit bedrag zelf te bepalen in functie van de balans en het zakencijfer. METHODE TOE TE PASSEN WANNEER HET BEDRAG GERING IS Voorbeeld Een onderneming A koopt per 1/4/1994 een personenwagen aan voor 13 000 € Cataloguswaarde: 14 000 € BTW 25 % Contante betaling: 3 000 € + 3 500 € BTW = 6 500 € Financiering: 10 000 € Lastenpercentage 0,68 % per maand Terugbetalingstermijn 40 maand Vervaldag maandelijkse aflossing telkens op 1ste dag van de maand en voor de eerste keer op 1/5/1994. a) Berekening totale kosten financiering - Totaal lastenpercentage 0,68 x 40 = 27,20 % - Nominaal bedrag schuld 10 000 x 1,2720 = 12 720 € - Bedrag interesten 12 720 - 10 000 = 2 720 € Afrekening per maand 12 720/40 = 318 € - waarvan kapitaalgedeelte 10 000/40 = 250 € - waarvan interestgedeelte 2 720/40 = 68 € 299


1 17


b) Boeking aankoop per 1/4/1994 2410 4941 490

Rollend materieel Aanschaffingswaarde Aftrekbare BTW op aankopen Over te dragen kosten

14 750 1 750 2 720

aan 550 Bank 4230 Kredietinst. : schulden op rek. 1730 Kredietinst. : schulden op rek.

6 500 2 544 10 176

Opmerking De aanschaffingswaarde van de personenwagen bestaat uit a) de aankoopprijs ten belope van b) 50 % van de BTW op de cataloguswaarde Totaal

13 000 € _ 1 750 € 14 750 €

c) Berekening van de vervallen interest per jaar 1ste methode : op basis van toepassing van het maandelijks lastenpercentage

300

- 1994 : 10 000 x 0,68 x 9 m = 100

612 €

- 1995 : 10 000 x 0,68 x 12 m = 100

816 €

- 1996 : 10 000 x 0,68 x 12 m = 100

816 €

- 1997 : 10 000 x 0,68 x 7 m = 100

476 €


1 17


2de methode : op basis van het rente-aandeel in maandelijkse afbetaling - 1994 : 68 x 9 =

612 €

- 1995 : 68 x 12 =

816 €

- 1996 : 68 x 12 =

816 €

- 1997 : 68 x 7 =

476 €

d) Boeking van de jaarlijks vervallen rente - per 31/12/1994 - Interesten ten laste van resultatenrekening 1994 6500 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

612


612

- per 31/12/1995 - Interesten ten laste van resultatenrekening 1995 6500 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

816


816

- per 31/12/1996 - Interesten ten laste van resultatenrekening 1996 6500 Rente, commissies en kosten verbonden aan schulden

816


816

- per 31/12/1997 - Interesten ten laste van resultatenrekening 1997 6500 Rente, commissie en kosten verbonden aan schulden aan 490 Over te dragen kosten

476 476

301

1 17



e) Boeking van de maandelijks terugbetaalde schuld De maandelijkse aflossing van de schuld wordt als volgt geboekt. 4230 Kredietinst. : schulden op rek.

318

aan 550 Bank

318

Daar het financieringskrediet een schuld op meer dan één jaar is zal per 31/12/1994, 31/12/1995 en 31/12/1996, het gedeelte van de schuld dat binnen het jaar vervalt moeten overgeboekt worden naar de betreffende rubriek. Dit geeft volgende posten - per 31/12/1994 = 318 x 12 = 3 816 € 1730 Kredietinst. : schulden op rek.

3 816

aan 4230 Kredietinst. : schulden op rek.

3 816

- per 31/12/1995 = 318 x 12 = 3 816 € 1730 Kredietinst. : schulden op rek.

3 816


3 816

- per 31/12/1996 = 318 x 7 = 2 226 € 1730 Kredietinst. : schulden op rek.

2 226


2 226

METHODE TOE TE PASSEN WANNEER HET BEDRAG BELANGRIJK IS In tegenstelling tot de methode toegepast bij een onbelangrijk bedrag moet de interest van het boekjaar hier berekend worden op het werkelijk nog verschuldigde bedrag, en niet meer op lineaire basis. 302


1 17


Dit brengt mee dat voor de berekening van de werkelijke interest men gebruik zal moeten maken van de techniek van delging van de schulden door annuïteiten (jaarlijks) of mensualiteiten (maandelijks) zoals gebruikelijk is bij hypotheekleningen enz. Voorbeeld Onderneming A koopt een machine van 45 000 € per 1/5/1994 BTW 19 % Contante betaling : bedrag van BTW Lastenpercentage 0,68 % per maand. Financieringsovereenkomst over 60 maanden. Eerste mensualiteit te betalen op 31/5/1994. a) Berekening globale financiële last : nominale schuld - Aankoopbedrag inclusief BTW = 45 000 x 1,19 = 53 550 - Contante betaling 45 000 x 0,19 = 8 550 - Bedrag te financieren 45 000 - Financiële lasten : 0,68 x 60 = 40,80 % - Nominaal bedrag schuld : 45 000 x 1,4080 = 63 360 € - Maandelijkse aflossing schuld : 63 360 = 1 056 € 60 waarvan kapitaalgedeelte 45 000 = 750 € 60 waarvan interestgedeelte 18 360 = 306 € 60 b) Boeking bij aankoop van de machine 2310 Machines aanschaffingswaarde 4941 Aftrekbare BTW op aankopen 490 Over te dragen kosten aan 550 Bank 4230 Kredietinst. : schulden op rek. 1730 Kredietinst. : schulden op rek.

45 000 8 550 18 360 8 550 7 392 55 968 303

1 17



c) Boeking maandelijkse terugbetaling 4230 Kredietinst. : schulden op rek.

1 056

aan 550 Bank

1 056

d) Boeking op het einde van elk jaar van het binnen het jaar vervallende gedeelte van de schuld 1730 Kredietinst. : schulden op rek.

12 672


12 672

voor respectievelijk per31/12/1994 : 1 056 x 12 = 12 672 € 31/12/1995 : 1 056 x 12 = 12 672 € 31/12/1996 : 1 056 x 12 = 12 672 € 31/12/1997 : 1 056 x 12 = 12 672 € 31/12/1998 : 1 056 x 5 = 5 280 € Voor wat betreft deze boekingen is er geen verschil met de financieringen met een onbelangrijk bedrag. Het enige verschil ligt, zoals bij het begin van de beschrijving van deze methode is gezegd, in de berekening van de interestlast per boekjaar. e) Berekening van de werkelijke rentevoet op basis van samengestelde interest Uit de berekeningen onder punt a) kennen wij het maandelijks bedrag of anders gezegd de mensualiteit die aan de kredietinstelling moet betaald worden.

304

Een ander gegeven dat bij latere berekeningen nuttig zal blijken is dit van de werkelijke rentevoet waartegen het krediet verstrekt werd. Deze rentevoet kan berekend worden door de toepassing van volgende formule P x tm x 24 tm + 1 waarbij : p = maandelijks lastenpercentage tm = aantal maanden waarover terugbetaald moet worden 24 = 2 x 12 maanden omdat men bij de berekening van de rente is uitgegaan van het gemiddelde kapitaal



1 17

Dit is gelijk aan : Ko + Ko tm 2 waarbij Ko = het kapitaal Men neemt voor het uitvoeren van de berekening het gemiddelde kapitaal omdat elke maand een gedeelte kapitaal vervat is in de mensualiteit. De werkelijke rentevoet in ons voorbeeld bedraagt 0,68 x 60 x 24 = 16,052 % 60 + 1 Opmerking : Deze rentevoet is de werkelijke rentevoet bij lineaire berekening van de interesten. Om bij dergelijk probleem de werkelijke rentevoet op basis van samengestelde interest te berekenen wordt ervan uitgegaan dat het bedrag dat maandelijks moet terugbetaald worden aan de kredietinstelling, indien berekend op basis van samengestelde interest, hetzelfde is als dit berekend op basis van enkelvoudige interest. Stellen wij het maandelijks terug te betalen bedrag = A. Op basis van een jaarlijkse rentevoet worden volgende formules gebruikt voor de berekening van A. 1) bij enkelvoudige interest A = K x (1 + (i x n)) n 2) bij samengestelde interest A=Kx(i+

i ) (1+i)n-1 305


1 17


Uitgaande van de hierboven gemaakte stelling kan men zeggen dat A = K x (1 + (i x n)) = K x (i + i ) n (1+i)n-1 waarbij :

i = jaarlijkse interestvoet n = aantal annuïteiten K = oorspronkelijk kapitaal

In ons voorbeeld gaat het niet om een jaarlijkse annuïteit maar wel om een maandelijkse afbetaling. Dit noodzaakt ons bovenstaande formules om te bouwen om gebruik te kunnen maken van maandelijkse interestvoeten. bij enkelvoudige interest kan de maandelijkse interestvoet p bekomen worden uit i/ m waarbij m = 12 maand. bij samengestelde interest kan de maandelijkse interestvoet x bekomen worden uit volgende vergelijking (1 + x)k = 1 + i , waarbij k = 12 maand Dit geeft ons voor x : x = (1 + i)(1/k) - 1 Op basis van de berekening tegen enkelvoudige interest weten wij dat in ons voorbeeld K x (1 + (p x tm)) = 42 240 € n Op grond van de hiervoor beschreven stelling kan men ook schrijven : Kx(x+

306

x ) = 42 240 € (1+x)nk-1



1 17

Hieruit kan men afleiden dat : x+

x = 42 240 = 42 240 K 1 800 000 (1+x)nk-1

= 0,023467

Dit bedrag geeft ons de mensualiteit die nodig is om een lening van 1 € af te betalen gedurende 60 maand tegen een bepaalde interestvoet op basis van samengestelde interest. Indien men beschikt over tabellen waarbij de mensualiteiten gegeven zijn voor diverse maandelijkse interestvoeten, kan de werkelijk toegepaste interestvoet gemakkelijk terug worden gevonden door het opzoeken van de hierboven berekende mensualiteit. Is deze mensualiteit niet rechtstreeks vermeld in de tabellen dan kan men de werkelijke interestvoet berekenen door interpolatie tussen dichtstbij liggende lagere en hogere waarde. Beschikt men niet over de tabellen, maar wel over een wetenschappelijke rekenmachine dan kan men als volgt te werk gaan. 1ste stap : Men berekent de mensualiteit voor een lening van 1 € op basis van de werkelijke rentevoet die hiervoor werd berekend. Uit de theorie op de samengestelde interest weten wij dat wanneer een annuïteit wordt betaald in maandelijkse gedeelten (1 + x)k = 1 + i waarbij

x = maandelijkse interestvoet i = jaarlijkse interestvoet k = het aantal

Op basis van de werkelijke enkelvoudige rentevoet van 16 % kan men stellen dat (1 + x)k = 1 + 0,16 - waarbij k = 12 maand 307


1 17


Hieruit volgt dat : x

= (1 + 0,16) 1 - 1 12 = (1,16)0,0833 - 1 = 1,012445 - 1 = 0,12445

2de stap : Op basis van deze maandelijkse rentevoet gaat men nu door toepassing van de volgende formule de mensualiteit voor een lening van 1 € berekenen. x+

x (1+x)nk-1

Men bekomt : 0,012445 + 0,012445 (1,012445)60 - 1 0,012445 + 0,012445 1,100324-1 0,012445 + 0,011310 = 0,023755 Men merkt onmiddellijk dat de aldus bekomen waarde hoger is en de toegepaste rentevoet van 16 % niet de gezochte samengestelde rentevoet is. 3de stap : Daar de rentevoet van 16 % niet het gewenste resultaat geeft gaan wij hierna dezelfde berekening uitvoeren op basis van een lagere rentevoet bv. 15 %. Dit geeft ons : x 308

= (1,15)(1/12) - 1 = 1,011714 - 1 = 0,011714



1 17

Past men deze maandelijkse rentevoet nu toe op de term x+

x (1+x)nk-1

dan bekomt men 0,011714 + 0,011714 +

0,011714 (1 + 0,011714)60-1 0,011714 2,011301 - 1

0,011714 + 0,011714 1,011301 0,011714 + 0,011583 = 0,023297 Men stelt onmiddellijk vast dat deze mensualiteit lager is dan degene die oorspronkelijk berekend werd. Dit betekent dat de gezochte rentevoet ergens tussen 15 % en 16 % ligt. Om de werkelijke rentevoet te bekomen dient men een interpolatie te voeren. a) Verschil tussen een mensualiteit berekend tegen 15 % en 16 % 0,023755 - 0,023297 = 0,000458

(16 %) (15 %)

b) Verschil tussen mensualiteit tegen 15 % en 0,023467 0,023467 - 0,023297 = 0,000170

309


1 17


c) Interpolatie 0,000170 = 170 = 0,371 0,000458 458 De werkelijke interestvoet waartegen de samengestelde interest berekend werd, bedraagt op jaarbasis 15 + 0,371 = 15,371 % = 15,37 % Op basis van de formule (1+x)k = 1+i bekomt men tot : x = (1+i)(1/k) - 1 waarbij k = 12 maand x = (1+0,1537)0,0833 - 1 x = 0,011985 x = maandelijkse percentage Hierna wordt de aflossingstabel gegeven berekend op basis van deze rentevoet.

310



a = 42.240 x = 0,011985

Periode

Voorbeeld aflossingstabel

1 17

Uitstaande schuld bij begin periode

Aandeel Kapitaal

Aandeel Interest

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33

1 800 000 1 779 333 1 758 418 1 737 253 1 715 834 1 694 158 1 672 222 1 650 024 1 627 559 1 604 825 1 581 819 1 558 537 1 534 976 1 551 133 1 487 004 1 462 586 1 437 875 1 412 868 1 387 561 1 361 951 1 336 034 1 309 806 1 283 264 1 256 404 1 229 222 1 201 714 1 173 877 1 145 706 1 117 197 1 088.347 1 059 151 1 029 605 999 705

20 667 20 915 21 165 21 419 21 676 21 936 22 198 22 465 22 734 23 006 23 282 23 561 23 843 24 129 24 418 24 711 25 007 25 307 25 610 25 917 26 228 26 542 26 860 27 182 27 508 27 837 28 171 28 509 28 850 29 196 29 546 29 900 30 259

21 573 21 325 21 075 20 821 20.564 20 304 20 042 19 775 19 506 19 234 18 958 18 679 18 397 18 111 17 822 17 529 17 233 16 933 16 630 16 323 16 012 15 698 15 380 15 058 14 732 14 403 14 069 13 731 13 390 13 044 12 694 12 340 11 981

interesten per 31/12/94 = 145 704

interesten per 31/12/95 = 218 807

interesten per 31/12/96 = 174 534 311


1 17

312

Periode


Uitstaande schuld bij begin periode

Aandeel Kapitaal

Aandeel Interest

34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60

969 446 938 825 907 837 876 477 844 742 812 626 780 125 747 235 713 951 680 268 646 181 611 685 576 776 541 449 505 698 469 519 432 906 395 854 358 358 320 413 282 013 243 153 203 827 164 030 123 756 82 999 41 754

30 621 30 988 31 360 31 735 32 116 32 501 32 890 33 284 33 683 34 087 34 496 34 909 35 327 35 751 36 179 36 613 37 052 37 496 37 945 39 400 38 860 39 326 39 797 40 274 40 757 41 245 41 740

11 619 11 252 10 880 10 505 10 124 9 739 9 350 8 956 8 557 8 153 7 744 7 331 6 913 6 489 6 061 5 627 5 188 4 744 4 295 3 840 3 380 2 914 2 443 1 966 1 483 995 500

1 799 986

734 414

interesten per 31/12/97 = 123 456

interesten per 31/12/98 = 64 526

interesten per 31/12/99 = 7 387 2 534 400



1 17

f) Boeking van de jaarlijkse vervallen rente De boeking van de rente gebeurt op het einde van elk jaar door middel van volgende post 6500 Rente, commissies en kosten verbonden aan schuld aan 490 Over te dragen kosten respectievelijk voor : per 31/12/1994 = 145 704 per 31/12/1995 = 218 807 per 31/12/1996 = 174 807 per 31/12/1997 = 123 456 per 31/12/1998 = 64 526 per 31/12/1999 = 7 373 Leningen op lange termijn Dit betekent dat, zeker wanneer de rente berekend wordt in toepassing van § 2 tweede lid volgens de techniek van de samengestelde interest, de kosten en provisies aangerekend door de kredietinstelling bovenop de interesten niet mogen overgedragen worden naar de jaren waarin de rente in bedrag kleiner wordt om op die wijze het resultaat te verbeteren. Ook voor de kosten en provisies geldt het algemene principe dat ze moeten gedragen worden door de boekjaren waarvan ze ten laste vallen. Het disconto op renteloze of abnormaal laag rentende schulden dient enkel geboekt te worden op de overlopende rekeningen van het actief in het geval dat deze schulden betrekking hebben op hetzij lasten in de resultatenrekening, hetzij de aanschaffing van vaste activa of van een activiteitsbranche. Hieruit volgt dat de renteloze of abnormaal laag rentende schulden die voortspruiten uit geleende bedragen, geen voorwerp uitmaken van een disconto.

313

1 17



2.2. SPECIFIEKE ACHTERGESTELDE LENING De post “Achtergestelde leningen” moet enkel gebruikt worden voor leningen met een achterstellingsclausule die voor alle schuldeisers geldt. Een specifiek achtergestelde lening, waarbij afstand van rang uitsluitend of beperkend toegestaan wordt ten voordele van één of meer schuldeisers, worden niet opgenomen in de passiefpost VIII.A.1. omdat de achterstelling niet geldt voor alle schuldeisers. Ze wordt in een passende passiefpost geboekt en de specifieke achterstellingsclausule wordt in de toelichting vermeld. 2.3. SCHULDEN VERTEGENWOORDIGD DOOR VASTRENTENDE EFFECTEN Schulden vertegenwoordigd door vastrentende effecten worden gewaardeerd op grond van hun uitgifteprijs (aanschaffingswaarde). Wanneer evenwel hun actuariële rentelast berekend bij uitgifte, met in achtneming van hun terugbetalingswaarde op de vervaldag verschilt van hun nominale rendement, wordt het verschil tussen uitgifteprijs en de terugbetalingswaarde prorata temporis voor de resterende looptijd van de effecten in resultaat als bestanddeel van de interestlast van deze effecten en, naargelang van het geval, toegevoegd aan of afgetrokken van de uitgifteprijs (aanschaffingswaarde) van de effecten. De in resultaatneming van dit verschil gebeurt op geactualiseerde basis, uitgaande van de actuariële interestlast. Wanneer echter de weerslag van de in resultaatneming van de actuariële interestlast ten opzicht van de nominale interestlast te verwaarlozen is, mag een keuze worden gemaakt tussen één van de twee methoden. Deze keuze is echter niet mogelijk voor effecten met een interestlast die uitsluitend voortkomt uit het verschil tussen de uitgifteprijs en de terugbetalingswaarde (b.v. zerobonds). 3.

Obligatielening

Wanneer een vennootschap nieuwe middelen moet aantrekken heeft zij doorgaans de keuze :

314

-

ofwel een kapitaalverhoging doorvoeren ofwel een lening aangaan



1 17

Een lening biedt soepelheid, maar geeft aanleiding tot rentekosten. Ze kan zowel op korte als op lange termijn aangegaan worden. De belangrijkste vormen van lening zijn : -

leningen toegestaan in R/C door vennoten leningen toegestaan door kredietinstellingen leningen toegestaan door derden

Een speciaal geval van lening is de obligatielening die door naamloze vennootschappen kunnen uitgeschreven worden. De nodige gelden worden verzameld door een privé of een openbare plaatsing. De lening wordt vertegenwoordigd door een schuldbrief, obligatie genoemd. Er bestaan verschillende soorten obligaties : -

obligaties op naam (register van obligatiehouders) obligaties aan toonder gemengde obligaties (obligatie op naam, coupon aan toonder)

Obligaties kunnen ook ingedeeld worden als volgt : -

gewone obligaties (zonder bijzondere waarborgen) bevoorrechte obligaties (zekere activa vormen waarborg) hypothecaire obligaties (waarborg = hypothecaire inschrijving)

Verder kan men nog onderscheiden : -

vastrentende obligaties (vaste rente bij uitgifte bepaald) obligaties met veranderlijke rentevoet winstdelende obligaties (benevens rente, winst deelgerechtigd) obligaties met progressieve rente (stijgende rentevoet - scharnierleningen) obligaties met gekapitaliseerde rente (rente wordt gevoegd bij hoofdsom)

Zoals bij aandelen kunnen obligaties ook worden uitgegeven : -

via een privé plaatsing (privé opname) of via een openbare uitgifte

315


1 17


Obligaties kunnen worden uitgegeven : -

a pari = onder pari = boven pari =

uitgifteprijs is gelijk aan de nominale waarde uitgifteprijs lager dan nominale waarde (disagio) uitgifteprijs boven nominale waarde (premie)

Tenslotte onderscheidt men nog : -

converteerbare obligaties : deze kunnen worden omgezet in aandelen indien de obligatiehouder zulks verkiest.

-

obligaties met voorkeurrecht (warrants) : de obligatiehouder heeft voorkeurrecht om in te schrijven op kapitaalverhoging.

-

achtergestelde obligatieleningen : terugbetaling enkel nadat alle huidige en toekomstige schuldeisers van de emitterende vennootschap werden terugbetaald.

Boekhoudkundige verwerking inzake uitgifte gewone lening : Dt.

Kredietinstellingen

.....

aan Ct. R/C Vennoot (voorschot in Rekening Courant door vennoot) Dt.

Kredietinstellingen

..... .....

aan Ct. Lening (toekenning lening door privé persoon of instelling) Dt.

Kredietinstellingen aan Ct. Schulden t.o.v. kredietinstellingen (aangaan lening bij kredietinstelling)

316

..... ..... .....


1 17


Wanneer een onderneming een lening aangaat, waarbij als waarborg voor de terugbetaling een hypothecaire inschrijving (of mandaat tot inschrijving) wordt verleend (op het onroerend vermogen van de vennootschap) spreekt men van een hypothecaire lening o/g. Boekhoudkundige verwerking van de uitgifte van een privé obligatielening: Dt. 17111

Te plaatsen obligaties

.....

aan Ct. 17110 Niet achtergestelde, niet converteerbare obligatielening (beschikbaarstelling van de titels) Dt. 413

Obligatiehouders te storten

..... .....

aan Ct. 17111 Te plaatsen obligaties (registratie van de ontvangen inschrijvingen) Dt. 55

Kredietinstellingen

..... .....

aan Ct. 413 Obligatiehouders te storten (ontvangst afbetaling op de inschrijving) Dt. 201

Kosten bij uitgifte van leningen en disagio aan Ct. 440 Leveranciers (kosten voor drukken obligaties bv.)

.....

..... .....

Boekhoudkundige verwerking van uitgifte obligatielening door openbare inschrijving zal de verschillende stappen van de uitgifte registreren als volgt : - uitschrijving van een 10% obligatielening (10 000 000 €) - inschrijving op de 10.000 obligaties à 995 € (beneden pari) - ontvangst van de stortingen in speciën - boeking van de uitgiftekosten 317


1 17


Dt. 17111

Te plaatsen obligaties 10%

10 000 000

aan Ct. 17110 Niet achtergestelde en niet converteerbare obligaties Dt. 413 Dt. 2010

Obligatiehouders te storten Disagio op leningen

10 000 000 9 950 000 50 000

aan Ct. 17111 Te plaatsen obligaties Dt. 550

Kredietinstellingen

10 000 000 9 950 000

aan Ct. 413 Obligatiehouders te storten Dt. 2011 Dt. 411

Kosten bij uitgifte van leningen Terug te vorderen BTW aan Ct. 440 Leveranciers

9 950 000 7 499 1 575 9 074

Het hierbovenstaande schema betreft de oude regeling die van kracht was voor het verschijnen van het KB van 30 december 1991. Vastrentende effecten werden in de balans opgenomen tegen hun aanschaffingswaarde. Sinds 1992 evenwel wordt een nieuwe regeling toepasbaar. De financiële ontwikkelingen hebben het financieel klimaat ernstig gewijzigd. De vastrentende effecten krijgen vaak een nominale rentevoet die de marktrente niet meer weerspiegelt. De (lage) nominale rentevoet wordt dan gecompenseerd via een aanpassing van de uitgifte- of terugbetalingsvoorwaarden (een extreem voorbeeld hiervan is de zero-bon). Zo krijgt deze obligatielening geen vaste rentevoet, maar wordt zij uitgegeven tegen bv. 60% van de terugbetalingsprijs. De resterende 40% treedt eigenlijk in de plaats van de rentevoet. Het moge duidelijk zijn dat de onderneming een dergelijke obligatielening niet kan boeken tegen aanschaffingsprijs.

318


1 17


Eenvoudig voorbeeld Aanschaffingswaarde van de obligatie Terugbetalingsprijs Looptijd 5 jaar Nominale rentevoet

97.5 100.0 8.5%

Wat is het actuarieel rendement uit cash flows? jaar (0) jaren (1)(2)(3)(4) jaar (5)

Cash flow Cash flow Cash flow

97.5 (8.5) (108.5)

De nominale rentevoet verschilt van de actuariële rentevoet. Het verschil tussen aanschaffingsprijs en terugbetalingsprijs - spreiden van de looptijd van het vastrentend effect. De spreiding wordt verwerkt als opbrengst (kost) als een correctie van de normale rente. De tegenpost is een correctie op de inventariswaarde van de effecten. jaren 0 1 2 3 4 5

Nominale rente

Reële rente

Rente correctie

8,5 8,5 8,5 8,5 8,5

8,9165 8,9546 8,9961 9,0415 9,0910

0,4165 0,4546 0,4962 0,5416 0,5910 2,5

Inventaris waarde 97,5 97,9165 98,3711 98,8673 99,4089 100

Boeking van de uitgifte van de lening Dt Dt

kredietinstellingen Over te dragen kosten aan Ct Obligatielening

97,5 2,5 100,0 319


1 17


Boeking van de rente (jaarlijks) (nominale rente + correctie = actuarieel rendement) Dt

Rentekosten aan

8,9165

Ct Kredietinstellingen Ct Over te dragen

8,5 0,4165

Dus het disagio op leningen wordt niet langer onder de oprichtingskosten geboekt en daar lineair afgeschreven. De nieuwe methode geeft aldus een juister beeld van de inventariswaarde en de resultaten uit vastrentende effecten. De rente betaling op de gewone leningen Achtereenvolgens onderscheiden we : - rente toegekend aan vennoten op voorschotten in R/C - rente op leningen verstrekt door derden - rente aangerekend door kredietinstellingen In de eerste twee gevallen zal normaliter roerende voorheffing worden ingehouden door de vennootschap. Dt. 6500

Rente op schulden

.....

aan Ct. 4890 R/C vennoten Ct. 453 Ingehouden roerende voorheffing (registratie van de rentelast) Dt. 489 Dt. 453

R/C Vennoten Ingehouden roerende voorheffing

..... ..... ..... .....

aan Ct. 550 Kredietinstellingen (betaling van de netto-rente aan de genieter en betaling van de roerende voorheffing aan de fiscus.) 320

.....


1 17


Bij betaling van rente aan kredietinstellingen wordt geen roerende voorheffing ingehouden. De bruto-rente wordt aan de bank betaald. De principes voor het boeken van de gewone rente op een obligatielening zijn identiek: Dt.

Rente op obligaties aan

.....

Ct. Te betalen rentecoupon nr..

.....

(boeking van de bruto-rentelast voor de vennootschap) Dt.

Te betalen rentecoupon nr aan

.....

Ct.Ingehouden roerende voorheffing Te betalen netto-coupon

..... .....

(beschikbaarstelling van de netto-coupon) Dt. Dt.

Ingehouden roerende voorheffing Te betalen netto-coupon aan

Dt. Kredietinstellingen

..... ..... .....

(betaling van de netto-rente en de bronbelasting) 4.

Toelichting

Toelichting

X

Staat van schulden

X.A.

Uitsplitsing van de schulden met een oorspronkelijke looptijd van meer dan één jaar in : - hoogstens één jaar (rekening 42) - meer dan één jaar, maar hoogstens 5 jaar (rekening 17) - meer dan 5 jaar (rekening 17) 321


1 17


Toelichting

X.B.

Gewaarborgde schulden - door Belgische overheden - door zakelijke zekerheden gesteld of beloofd op activa van de onderneming : - in pandgeving (voorraden, vorderingen, enz.) - hypotheek (evenals onherroepelijk mandaat tot vestigen van hypotheek) - pand op het handelsfonds

XVII

Niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen - hier worden onder meer de zakelijke zekerheden opgegeven die door de onderneming werden gesteld of beloofd op haar eigen activa als waarborg voor schulden of verplichtingen - overige niet in de balans opgenomen rechten en verplichtingen zoals : - goederen en waarden gehouden door derden in hun naam maar ten bate en op risico van de onderneming - belangrijke verplichtingen tot aankoop van vaste activa - belangrijke verplichtingen tot verkoop van vaste activa - termijnverrichtingen - verplichtingen voortvloeiend uit de technische waarborgen verbonden met reeds geleverde verkopen of diensten - belangrijke hangende geschillen en andere belangrijke verplichtingen

322

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR

ACHTERGESTELDE LENINGEN

1 17 170

OMSCHRIJVING Het betreft hier schulden bestaande uit gewone leningen of obligatieleningen met volgende kenmerken : - De onderneming geeft geen enkel waarborg inzake hun terugbetaling. - Hun terugbetaling kan slechts gebeuren na terugbetaling van alle andere schulden. Qua rangschikking inzake terugbetaling komen deze leningen juist voor het kapitaal. Praktisch gezien kan men dit soort leningen gelijkstellen met het kapitaal. Het enige merkbare verschil is dat deze leningen aan de verschaffers ervan een vast inkomen geven (interest) en de aandeelhouders enkel een variabel inkomen verkrijgen op basis van de winst wanneer er winst is. De achtergestelde leningen kunnen al dan niet converteerbaar zijn, t.t.z. zij kunnen omgezet worden in kapitaal. Zij zijn niet converteerbaar wanneer zij niet kunnen omgezet worden in kapitaal. De achtergestelde leningen onderschreven door kredietinstellingen worden eveneens onder deze rubriek geboekt en niet onder de rubriek 173 Kredietinstellingen.

323

1 17 170 1700

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR ACHTERGESTELDE LENINGEN

CONVERTEERBARE ACHTERGESTELDE LENINGEN GEDEBITEERD VOOR • Afboeking van het tijdens het volgende boekjaar terug te betalen bedrag indien conversie optie niet gelicht via credit : ➥ rek. 4200 Converteerbare achtergestelde obligaties • Overboeking naar kapitaal indien conversie optie gelicht via credit : ➥ rek. 100 Geplaatst kapitaal

INHOUD & OPMERKINGEN

324

GECREDITEERD VOOR • Het te storten nettobedrag (uitgifteprijs) via debet : ➥ de financiële rekeningen ➥ rek. 4165 Obligatiehouders nog te storten saldo • Het bedrag van het disagio indien obligatielening via debet : ➥ rek. 2011 Disagio op leningen

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR ACHTERGESTELDE LENINGEN

1 17 170 1701

NIET CONVERTEERBARE ACHTERGESTELDE LENINGEN GEDEBITEERD VOOR • Afboeking van het tijdens het volgende boekjaar terug te betalen bedrag via credit : ➥ rek. 4201 Niet converteerbare achtergestelde leningen

GECREDITEERD VOOR • Het te storten nettobedrag (uitgifteprijs) via debet : ➥ de financiële rekeningen ➥ rek. 4165 Obligatiehouders nog te storten saldo • Het bedrag van het disagio van de obligatielening via debet : ➥ rek. 2011 Disagio op leningen


325

1 17 171


NIET ACHTERGESTELDE OBLIGATIELENINGEN

OMSCHRIJVING Het betreft hier gewone obligatieleningen die normaal terugbetaalbaar zijn op het einde van hun looptijd. Deze leningen kunnen al naargelang van het geval al dan niet converteerbaar zijn.

326

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR NIET ACHTERGESTELDE OBLIGATIELENINGEN

1 17 171 1710

CONVERTEERBARE NIET ACHTERGESTELDE OBLIGATIELENINGEN GEDEBITEERD VOOR • Afboeking van het tijdens het volgend boekjaar terug te betalen gedeelte, indien conversie optie niet gelicht, via credit : ➥ rek. 4210 Converteerbare niet achtergestelde obligatieleningen • Voor incorporatie in het kapitaal indien conversie optie wel gelicht via credit : ➥ rek. 100 Geplaatst kapitaal

GECREDITEERD VOOR • Het nettobedrag van de lening via debet : ➥ de financiële rekeningen ➥ rek. 4165 Obligatiehouders nog te storten saldo • Het bedrag van het disagio van de lening via debet : ➥ rek. 2011 Disagio op leningen


327

1 17 171 1711

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR NIET ACHTERGESTELDE OBLIGATIELENINGEN

NIET CONVERTEERBARE NIET ACHTERGESTELDE OBLIGATIELENINGEN GEDEBITEERD VOOR • Afboeking van het tijdens het volgende boekjaar terug te betalen gedeelte via credit : ➥ rek. 4211 Niet converteerbare niet achtergestelde obligatieleningen

GECREDITEERD VOOR • Het nettobedrag van de lening via debet : ➥ de financiële rekeningen ➥ rek. 4165 Obligatiehouders nog te storten saldo • Het bedrag van het disagio van de lening via debet : ➥ rek. 2011 Disagio op leningen


328


LEASINGSCHULDEN EN SOORTGELIJKE RECHTEN

1 17 172

BESPREKING In toepassing van art. 62 van het K.B. van 30/01/2001 ter uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen dienen alle schulden die voortvloeien uit leasing en soortgelijke overeenkomsten op het Passief van de balans geboekt te worden ten belope van het gedeelte der in de volgende boekjaren te storten termijnen, dat strekt tot de wedersamenstelling van de kapitaalwaarde van het goed waarop de overeenkomst betrekking heeft. Het bedrag waarvoor deze schuld geboekt is, is gelijk aan a) Overeenkomsten inzake huurfinanciering De kapitaalwaarde van de vaste activa in huurfinanciering. Deze waarde bestaat uit de eigenlijke aankoopprijs vermeerderd met de eventueel bijkomende kosten zoals vervoerkosten, douanekosten, enz. b) Overeenkomsten inzake erfpacht, opstal en andere gelijkaardige rechten. De totale waarde van het vaste gebruiksrecht en de jaarlijkse vergoedingen. De financiële lasten, aangerekend door de erfpachtgever, de leasinggever of de eigenaar van dergelijke rechten, in het bedrag van de schuld niet inbegrepen. Deze lasten worden rechtstreeks als lasten geboekt bij de periodieke betalingen. Meer uitgebreid commentaar inzake erfpacht, huurfinanciering en gelijkgestelde rechten en schulden is te vinden in de bespreking van rubriek 25 Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht (klasse 2). Deze wijze van boeken van de leasingschulden en soortgelijke is van toepassing a) op de contracten afgesloten na 1/1/1980 -

voor de ondernemingen die op deze datum aan volgende criteria beantwoorden aantal werknemers > 100 omzet > 100 miljoen BEF (2 478 935 €) balanstotaal > 50 miljoen BEF (1 239 467 €) alle andere ondernemingen dienden deze boekwijze niet te volgen en mochten de termijnbetalingen boeken als huur.

329


1 17 172



b) op de contracten afgesloten na 1/1/1984 -

330

voor alle ondernemingen die onder toepassing van het K.B. van 30/01/2001 ter uitvoering van het Wetboek van Vennootschappen vallen en dit zonder onderscheid.



1 17 172

Wat de boekhoudkundige verwerking van de erfpachtovereenkomsten voor verenigingen en stichtingen betreft, heeft de Commissie voor Boekhoudkundige Normen een zeer gedetailleerd advies gepubliceerd (nr. NFP-2 van 23 juli 2008) (zie ook rekening 223 VZW en http://www.cnc-cbn.be). Samengevat noteren we het volgende in het geval van een periodieke vergoeding: als de canon een redelijke pachtsom is en met de wedersamenstelling van de erfpachtwaarde in kapitaal overeenstemt, wordt de overeenkomst geboekt op het debet van de rekening materiële vaste activa nr. 25 (leasingrekening en gelijkaardige rechten), via het credit van de rekeningen 17/42 m.b.t. leasingcontracten en gelijkaardige rechten.

V Z W

330-1

1 17 172

V Z W

330-2



EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR LEASINGSCHULDEN EN SOORTGELIJKE RECHTEN

1 17 172 1720

Schulden van erfpacht en soortgelijke rechten GEDEBITEERD VOOR • Afboeking van het tijdens het volgend boekjaar terug te betalen gedeelte van deze schulden via credit : ➥ rek. 4220 Schulden van erfpacht, opstal, huurfinanciering en van soortgelijke overeenkomsten

GECREDITEERD VOOR • De kapitaalwaarde van deze schulden op meer dan één jaar via debet : ➥ rek. 25 Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht (of van een subrekening van de rubriek 25)


331

1 17 172 1721


Schulden leasing van onroerende goederen GEDEBITEERD VOOR • Afboeking van het tijdens het volgende boekjaar terug te betalen gedeelte van deze schulden via credit: ➥ rek. 4221 Schulden leasing van onroerende goederen


332

GECREDITEERD VOOR • De kapitaalwaarde van deze schulden op meer dan één jaar via debet : ➥ rek. 25 Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht (of een subrekening van de rubriek 25)


1 17 172 1722

Schulden leasing van roerende goederen GEDEBITEERD VOOR • Afboeking van het tijdens het volgende boekjaar terug te betalen gedeelte van deze schulden via credit: ➥ rek. 4222 Schulden leasing roerende goederen

GECREDITEERD VOOR • De kapitaalwaarde van deze schulden op meer dan één jaar via debet : ➥ rek. 25 Vaste activa in leasing of op grond van een soortgelijk recht (of een subrekening van de rubriek 25)


333


1 17 173


KREDIETINSTELLINGEN

OMSCHRIJVING Deze rubriek omvat alle schulden van de onderneming op meer dan één jaar ten opzichte van de banken en andere kredietinstellingen. INDELING Deze schulden worden ingedeeld in drie groepen, nl. -

schulden op rekening promessen acceptkredieten

Onder de rubriek 173 Kredietinstellingen dienen eveneens opgenomen te worden de door de banken geaccepteerde wissels die hun oorsprong vinden in aankopen van goederen of diensten.

334

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR KREDIETINSTELLINGEN

SCHULDEN OP REKENING

1 17 173 1730

OMSCHRIJVING Deze groep van schulden dekt een hele reeks van leningen die door de kredietinstellingen aan de ondernemingen toegestaan werden. Het onderscheid tussen deze leningen ligt niet zozeer in de kredietvorm maar vooral in het type van waarborgen en zekerheden die door de onderneming of door derden ter zekerstelling van de terugbetaling van de toegestane lening aan de kredietinstellingen werden verleend. INDELING Zo kunnen wij een onderscheid maken naar volgende groepen : -

Schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden verstrekt door de onderneming. Het betreft hier ontleningen die gedekt zijn door zakelijke zekerheden zoals -

de hypotheek en volmacht tot hypotheekvestiging het pand op de handelszaak het voorrecht op bedrijfsuitrusting het effectenpand.

-

Schulden gewaarborgd door zakelijke of persoonlijke zekerheden verstrekt door verbonden ondernemingen of ondernemingen waarmee een participatieverhouding bestaat.

-

Schulden gewaarborgd door de Belgische overheden. Het betreft hier leningen aangegaan door de onderneming waarvoor de Belgische overheid zich verbindt tot terugbetaling wanneer de onderneming dit niet meer zou kunnen.

-

Schulden gewaarborgd door bestuurders, zaakvoerders. Het betreft hier leningen aangegaan door de onderneming waarvoor de bestuurders of zaakvoerders ter zekerstelling van de terugbetaling persoonlijke en/of zakelijke zekerheden op hun privé-vermogen gegeven hebben.

-

Niet gewaarborgde schulden. 335

1 17 173 1730 17300

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR KREDIETINSTELLINGEN SCHULDEN OP REKENING

Schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden verstrekt door de onderneming GEDEBITEERD VOOR • Het bedrag dat tijdens het volgende boekjaar komt te vervallen via credit : ➥ rek. 42300 Schulden gewaarborgd door zakelijke zekerheden verstrekt door de onderneming


336

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de schuld via debet : ➥ financiële rekeningen (klasse 5)


1 17 173 1730 17301

Schulden gewaarborgd door zakelijke of persoonlijke zekerheden verstrekt door verbonden ondernemingen of ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat GEDEBITEERD VOOR • Het bedrag dat tijdens het volgende boekjaar komt te vervallen via credit : ➥ rek. 42301 Schulden gewaarborgd door zakelijke of persoonlijke zekerheden verstrekt door verbonden ondernemingen of ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat



337

1 17 173 1730 17302


Schulden gewaarborgd door de Belgische openbare overheden GEDEBITEERD VOOR • Het bedrag dat tijdens het volgende boekjaar komt te vervallen via credit : ➥ rek . 42302 Schulden gewaarborgd door de Belgische openbare overheden


338



1 17 173 1730 17303

Schulden gewaarborgd door de bestuurders, zaakvoerders GEDEBITEERD VOOR • Het bedrag dat tijdens het volgende boekjaar komt te vervallen via credit : ➥ rek. 42303 Schulden gewaarborgd door de bestuurders, zaakvoerders



339

1 17 173 1730 17304


Niet gewaarborgde schulden GEDEBITEERD VOOR • Het bedrag dat tijdens het volgende boekjaar komt te vervallen via credit : ➥ rek. 42304 Niet gewaarborgde schulden


340



1 17 173 1730 17307

Andere schulden op rekening GEDEBITEERD VOOR • Het bedrag dat tijdens het volgende boekjaar komt te vervallen via credit : ➥ rek. 42307 Andere schulden op rekening



341

1 17 173 1731


PROMESSEN GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 4231 Promessen


342

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de gedisconteerde promessen via debet : ➥ de financiële rekeningen (klasse 5)


1 17 173 1732

ACCEPTKREDIETEN GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 4232 Acceptkredieten

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van het krediet via debet : ➥ financiële rekeningen (klasse 5) ➥ rek. 440 Leveranciers ➥ rek. 1730 Schulden op rekening (wegens aankoop van goederen of diensten)

INHOUD & OPMERKINGEN Deze vorm van kredieten wordt praktisch uitsluitend gebruikt in het kader van de export- en importfinanciering.

343


1 17 174


OVERIGE LENINGEN

OMSCHRIJVING Deze rubriek omvat alle schulden van de onderneming op meer dan één jaar die niet vallen binnen het kader van deze beschreven onder de rubrieken 170 tot 173. INDELING De overige leningen op meer dan één jaar omvatten o.a. : -

de Staatsvoorschotten de voorschotten op lange termijn verstrekt door vennoten, bestuurders en andere derden de ontleningen andere dan bij kredietinstellingen.

Ter herinnering, ingeval van een vennootschap van het type naamloze vennootschap en ingeval van een commanditaire vennootschap op aandelen (art 29 quater van de wetten op de handelsvennootschappen) de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (art 120 quater van de wetten op de handelsvennootschappen). Coöperatieve vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid (art 147 quinquies van de wetten op de handelsvennootschappen), en goederen wenst aan te schaffen toebehorende aan een bestuurder aandeelhouder, een oprichter of een onderschrijver van de vennootschap, binnen de twee jaar na de oprichting en op voorwaarde dat de vergoeding groter is dan 10 % van het geplaatst kapitaal, is onderhevig aan een speciale procedure: Er moet een verslag opgemaakt worden door een commissaris-revisor, of in vennootschappen waar die er niet is, door een bedrijfsrevisor, die wordt aangewezen door de raad van bestuur. Dat verslag heeft inzonderheid betrekking op de beschrijving van de verkregen bestanddelen en op de toegepaste methoden van waardering. In een bijzonder verslag, waarbij het in het vorige lid bedoelde verslag wordt gevoegd, zet de raad van bestuur uiteen waarom de overwogen verkrijging van belang is voor de vennootschap en eventueel ook waarom afgeweken wordt van de conclusies van het bijgevoegde verslag.

344

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR OVERIGE LENINGEN

1 17 174 1740

Staatsvoorschotten GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 4240 Staatsvoorschotten

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de ontvangen voorschotten via debet : ➥ financiële rekeningen (klasse 5)


345

1 17 174 1741


Ontleningen andere dan bij kredietinstellingen GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 4241 Ontleningen andere dan bij kredietinstellingen

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de ontvangen leningen via debet : ➥ financiële rekeningen (klasse 5)

INHOUD & OPMERKINGEN Deze leningen kunnen al dan niet gewaarborgd zijn door zakelijke en/of persoonlijke zekerheden.

346


1 17 174 1742

Permanente voorschotten van bestuurders, zaakvoerders, enz... GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 4242 Permanente voorschotten van bestuurders, zaakvoerders

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de ontvangen voorschotten vanwege de bestuurders of zaakvoerders via debet : ➥ financiële rekeningen (klasse 5) • Bedrag van de afgestane vermogensbestanddelen door de bestuurders of zaakvoerder via het debet: ➥ Investeringrekeningen (klasse 2) ➥ vorderingen (afstand van vordering: klasse 40, 41) ➥ diensten en diverse leveringen (klasse 6)

INHOUD & OPMERKINGEN Het betreft hier voorschotten die door de bestuurders of zaakvoerders aan de onderneming toegestaan werden voor een periode van langer dan één jaar. Het zal hier ook gaan om schulden die werden aangegaan t.a.v. bestuurders, zaakvoerders of aandeelhouders wegens de afstand aan de onderneming van vorderingen, goederenof diensten en leveringen. Deze schulden hebben dan een latere vervaldatum dan de oorspronkelijke.

347

1 17 174 1743


Permanente voorschotten van verbonden ondernemingen GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 4243 Permanente voorschotten van verbonden ondernemingen


348

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de ontvangen voorschotten vanwege verbonden ondernemingen via debet : ➥ financiële rekeningen (klasse 5)


1 17 174 1744

Permanente voorschotten van ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 4244 Permanente voorschotten van ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de ontvangen voorschotten vanwege ondernemingen waarmee een deelnemingsverhouding bestaat via debet : ➥ financiële rekeningen (klasse 5)


349

1 17 174 1747


Andere schulden GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 4247 Andere schulden


350

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van deze schulden via debet : ➥ financiële rekeningen (klasse 5)


HANDELSSCHULDEN

1 17 175

OMSCHRIJVING Deze rubriek omvat alle schulden van de onderneming op meer dan één jaar ten overstaan van leveranciers van de onderneming, die voortvloeien uit aankopen van goederen of diensten.

CBN-advies 175 Handelsschulden 06/04/11 – CBN-advies 2011/9 – Invloed van het buitengerechtelijk minnelijk akkoord en de gerechtelijke reorganisatie op de schulden en vorderingen 06/07/11 – CBN-advies 2011/6 – De boekhoudkundige verwerking van derdenrekeningen

351

1 17 175 1750

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR HANDELSSCHULDEN

LEVERANCIERS GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit: ➥ rek. 4250 Leveranciers • Voor omzetting in wissels via : ➥ rek. 1751 Te betalen wissels • Voor omzetting in acceptkrediet via : ➥ rek. 1732 Acceptkredieten


352

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de aankoop 1) indien vaste activa via debet: ➥ de rekeningen van de rubrieken 21, 22, 23, 24 2) indien goederen en diensten via debet: ➥ de rekeningen van de rubrieken 60 en 61

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN EN UITGESTELDE BELASTINGEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR HANDELSSCHULDEN

1 17 175 1751

TE BETALEN WISSELS GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 4251 Te betalen wissels

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de wissel via debet : ➥ rek. 1730 Schulden op rekening

INHOUD & OPMERKINGEN In deze rekening worden ook de schulden aan leveranciers, onder de vorm van een wisselbrief of een promesse, opgenomen. Onder deze rubriek dienen eveneens de wissels geboekt te worden die door de leveranciers ter discontering aan een financiële instelling zijn overgedragen. Dit is normaal daar de leverancier niet verplicht is mededeling te doen aan zijn schuldenaar van de overdracht van zijn wisselbrief.

353

1 17 176


ONTVANGEN VOORUITBETALINGEN OP BESTELLINGEN GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden te factureren bedragen via credit : ➥ rek. 426 Ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de ontvangen vooruitbetalingen op bestellingen via debet : ➥ de financiële rekeningen (klasse 5)

INHOUD & OPMERKINGEN Op deze rekening boekt men de vooruitbetalingen op bestellingen op meer dan één jaar die de onderneming ontvangen heeft op uit te voeren leveringen, uit te voeren werken of te presteren diensten.

354


1 17 177

Schulden tegenover tijdelijke verenigingen en verenigingen in deelneming GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 427 Schulden tegenover tijdelijke verenigingen en verenigingen in deelneming

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de schulden op meer dan één jaar tegenover de tijdelijke verenigingen en verenigingen in deelneming waarin de onderneming participeert via debet : ➥ financiële rekeningen (klasse 5)


355

1 17 178


BORGTOCHTEN ONTVANGEN IN CONTANTEN GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 428 Borgtochten ontvangen in contanten

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de borgtochten ontvangen in contanten via debet : ➥ de financiële rekeningen (klasse 5)

INHOUD & OPMERKINGEN Op deze rekening komen alle waarborgen op meer dan één jaar voor die door de onderneming onder vorm van liquide middelen ontvangen worden.

356


1 17 179

OVERIGE SCHULDEN GEDEBITEERD VOOR • De overboeking van de binnen de 12 maanden vervallende schuld via credit : ➥ rek. 429 Overige schulden

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de overige schulden via debet : ➥ de financiële rekeningen (klasse 5)


CBN-advies 179 Overige schulden 04/09/2013 – CBN-advies 2013/13 – Het gebruik van de verbindingsrekening tussen een buitenlandse vennootschap en haar Belgisch bijkantoor

357

1 17 179

EIGEN VERMOGEN, VOORZIENINGEN VOOR RISICO’S EN KOSTEN EN SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR SCHULDEN OP MEER DAN EEN JAAR OVERIGE SCHULDEN

DEFINITIE Het betreft hier, net zoals bij de vennootschappen, niet financiële schulden op meer dan één jaar en niet opgenomen in een andere post van de klasse 17.

V Z W

358


1 17 179 1790

RENTEDRAGEND GEDEBITEERD VOOR • Het bedrag dat binnen de twaalf volgende maanden zal moeten betaald worden ➥langs het credit van de overeenstemmende rekening 429 «Overige schulden»

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de overige schulden ➥langs het debet van de financiële rekeningen van klasse 5 voor het ontvangen en terug te betalen bedrag

V Z W


359

1 17 179 1791


NIET-RENTEDRAGEND OF GEKOPPELD AAN EEN ABNORMAAL LAGE RENTE GEDEBITEERD VOOR • Het bedrag dat binnen de 12 maanden vervalt ➥ langs het credit van de overeenstemmende rekening 429 «Overige schulden»

GECREDITEERD VOOR • Het bedrag van de overige schulden ➥ langs het debet van de financiële rekeningen van de klasse 5 voor het ontvangen bedrag dat moet terugbetaald worden

V Z W

INHOUD & OPMERKINGEN In deze rekeningen moet men de schulden opnemen waarvan de rente niet overeenkomt met de marktrente.

360

De passief rubriek VIII van de balans Schulden op meer dan één jaar bestaat uit 4 categorieën: Rekening nr A. Financiële Schulden

Recommend Documents