‘De oudere kwetsbare diabetes patiënt’
een e-mail Geachte kaderarts, Een 81 jarige dame zelfstandig wonend, krijgt thuiszorg voor het spuiten van de insuline en het maken van de dagcurven. Ze heeft forse cognitieve problematiek en heeft dit zelf niet meer in de gaten. Onregelmatige eten, neemt soms maar halve warme maaltijd, slaat maaltijden over maar gaat dan 's nachts zoetigheid eten. Afgelopen weekend meerdere malen contact gehad met doktersdienst omdat de waarden zeer sterk schommelen. Dagcurven recent: 16/11 N: 14.4 - VL: 6.3 - VA: 23.0 26/10 N: 16.2 - VL: 3.4 - VA: 5.9 - VS: 3.0 24/10 N: 13.0 - VL: 3.9 - VA: 9.4 - VS: 8.6 22/10 N: 4.8 - VL: 3.3 - VA: 17.9 - VS: 12.9 Mevrouw heeft Novomix 30: spuit 40E en 26E Laboratorium: 29/10/2012: Hba1c=6.8% Wat kunnen we doen om deze mevrouw zo goed mogelijk in de gaten te houden of kunnen we beter maar accepteren dat als de glucose spiegels onder de 20 mmol/l blijven geen actie te ondernemen. We proberen mevrouw te motiveren om naar een verzorgingshuis te gaan. De huisarts zal ook aan de DDG melden dat er geen actie nodig is bij waarden onder de 20 mmol/l Met vriendelijke groet, De praktijk ondersteuner
Vragen
• Is de patiënte een kwetsbare oudere? • Wat zijn de streefwaarden die we bij haar kunnen hanteren? • Is er een richtlijn die daarbij helpt?
Is er een richtlijn?
Verenso richtlijn: ‘Verantwoorde diabeteszorg bij kwetsbare ouderen’
Kwetsbare oudere?
U kent ze allemaal!
Kwetsbare oudere? • Ouderen van overwegend hoge tot zeer hoge leeftijd die kwetsbaar en veelal chronisch ziek zijn met lichamelijke, psychische, communicatieve en/of sociale beperkingen. • Deze patiënten zijn tijdelijk of blijvend niet in staat zelfstandig te functioneren. • Er is vrijwel altijd sprake van multipele pathologie. • Deze kwets bare ouderen kunnen thuis of in een verzorgings- of verpleeghuis wonen. Verenso 2011, Definitie kwetsbare ouderen, in ‘Verantwoorde diabeteszorg kwetsbare ouderen’
Kwetsbare ouderen? U kent ze allemaal!
• Huisartsen en praktijkondersteuners weten heel goed kwetsbare ouderen te herkennen. • Ze weten veel minder goed hoe ze streefwaarden moeten bijstellen en nog minder goed hoe ze actief medicatie kunnen stoppen. Jan Schuling, Floor Haaijer-Ruskamp, 2012
´Reversed epidemiology´ Relaties tussen risicofactoren en uitkomsten van richting veranderen. Risicofactoren van middelbare leeftijd zijn op zeer hoge leeftijd ongunstig
Systolische bloeddruk en overlijden
Nederland, Leiden n= 599 born between 1912-1914
Van Bemmel et al. J Hypertens. 2006;24:287-92
LDL-cholesterol en cardiovasculaire sterfte
40%
LDL laag LDL hoog
30% Cumulatieve sterfte aan hart- en vaatziekten
LDL intermediair
20% 10% 0%
85
86
87
88
89
leeftijd (jaren) De Ruijter et al, BMJ 2008;337:a3083
Cholesterol en overlijden
Framingham risico score en cardiovasculaire sterfte
De Ruijter et al, BMJ 2008;337:a3083
´Reversed epidemiology´ • Het fenomeen waarbij klassieke relaties tussen risicofactoren en uitkomsten van richting veranderen • Risicofactoren op middelbare leeftijd, kunnen op zeer hoge leeftijd prognostisch juist gunstig zijn • Bij 85-plussers sterven degenen met de lagere bloeddrukken eerder dan ouderen met hogere bloeddrukken. Hetzelfde geldt voor de cholesterolwaarden en de BMI
NTvG, 2012;1478
Conclusie en aanbeveling Er zijn aanwijzingen dat de klassieke risicofactoren, zoals hypertensie, totaal cholesterol en roken, niet voorspellend zijn voor cardiovasculaire sterfte bij kwetsbare ouderen. Bij kwetsbare ouderen is terughoudendheid geboden bij het hanteren van op klassieke risicofactoren gebaseerde richtlijnen. Er is bij ouderen een behandel paradox: aan de ene kant is de relatie tussen klassieke risicofactoren en sterfte op hoge leeftijd niet meer aanwezig, aan de andere de kan de behandeling van individuele risicofactoren nuttig zijn.
Bloeddruk bij ouderen
Hypertension ´deadly circle´
DEMENTIE HARTFALEN
CVA
RETINOPATIE NIERFALEN
PVD
AAA
CAD
Life time risico? CVA
HARTFALEN
HYPERTENSIE
20%
40%
Circulation. 2002; 106: 3068-3072
25%
15% Stroke. 2006; 37: 345-350
Life time risico?
Risico op overlijden aan hart- en vaatziekten
Levensverwachting ouderen Mannen
Vrouwen
70 jaar
12
16
80 jaar
6
8
90 jaar
3
4
Hypertensie studies bij ouderen
Aronow W S et al. Circulation 2011;123:2434-2506
Nadere beschouwing ouderenstudies
leeftijd
systolische bloeddruk inclusie aanvang bereikte
EWPHW 1989 60-97 jr
160 - 240
182/101
160/91 mmHg
HYVET 2008
160 - 200
173/91
158/85 mmHg
SYST-EUR 1991 >60 jr
160 – 220
174/86
164/81 mmHg
SHEP 1991
60->80 jr
160 - 220
170/77
159/73 mmHg
STOP 1991
70-84 jr
180 – 230
195/102
168/92 mmHg
80-105 jr
Meta-analyse: bij 80 plussers: minder CVAs en Hartfalen, maar geen effect sterfte
↓ 35% ↓ 50%
Meta-analyse (SHEP, SHPP, SYST-EUR, 1715 EWPHE, STOP, HYVET pilot, HYVET)
The Cochrane Library 2010, Issue 12 Meta-analysis J Hypert 2010, 28:1366–1372
• RCT, N=3845 patients 80+ • SBP>160 mm Hg • indapamide 1.5 mg/perindopril 2/4 mg OR placebo • target BP 150/80mmHg
Follow-up (jaren)
Bloeddrukbehandeling verlaagt risico CVA en hartfalen beroerte
hartfalen
Vooral wanneer >1 jaar behandeld!
Antihypertensieve studies bij ouderen Conclusie
Antihypertensieve behandeling heeft bij 80-plussers geen effect op de algehele sterfte, cardiovasculaire sterfte, cerebrovasculaire sterfte en sterfte ten gevolge van coronaire hartziekte maar … .. vermindert het risico op beroerte (-35%), cardiovasculaire incidenten (-25%) en hartfalen (-50%) → het gaat dus om kwaliteit van leven. Aanbeveling
Bij kwetsbare ouderen met diabetes mellitus is behandeling met antihypertensiva van belang om het risico te verminderen op een beroerte, cardiovasculaire incidenten en hartfalen.
Nadere beschouwing van de studies
leeftijd
systolische bloeddruk inclusie aanvang bereikte
EWPHW 1989 60-97 jr
160 - 240
182/101
160/91 mmHg
HYVET 2008
160 - 200
173/91
158/85 mmHg
SYST-EUR 1991 >60 jr
160 – 220
174/86
164/81 mmHg
SHEP 1991
60->80 jr
160 - 220
170/77
159/73 mmHg
STOP 1991
70-84 jr
180 – 230
195/102
168/92 mmHg
80-105 jr
Nog eens de meta-analyse
Bejan-Angoulvant et al, J Hypertens 2010; 28: 1366
Maar ook geldt ´reversed epidemiology´
Nederland, Leiden n= 599 born between 1912-1914
Van Bemmel et al. J Hypertens. 2006;24:287-92
Maar ook geldt ´reversed epidemiology´
*
*
*
*
Survival in elderly aged 84-102 years, Finnland n=561. Mattila et al. BMJ 1988;296:887
Maar ook geldt ´reversed epidemiology´ • Mattila et al (1988): Finland, observationeel leeftijd (n=561, leeftijd 84-102 jaar • Van Bemmel et al (2006): Nederland, Leiden (n= 599, geboren 19121914) • Ates et al (2007): retrospectieve cohortstudie (n=4.071) bij 80plussers, follow-up duur van 5 jaar • Molander et al (2008) komen in een prospectief cohort onderzoek (n=348; follow-up 4 jaar, leeftijd: 85-103) • Van Hateren et al (2010): Nederland, Zwolle ZODIAC prospectief (n=326; follow-up 9.8 jaar), leeftijd 80 (77-83) → toename ster,e bij SBP <140 mmHg
Conclusies
Bij ouderen met een leeftijd van 70 jaar of ouder en een systolische bloeddruk >160 geeft een behandeling van de bloeddruk met 10 tot 20 mmHg van de systolische waarde, een reductie van het risico op cardiovasculaire gebeurtenis (beroerte of coronaire hartziekte of hartfalen of cardiovasculaire ziekte).
Cohortstudies onder kwetsbare ouderen in de bevolking wijzen erop dat een systolische bloeddruk van <140 mmHg gepaard gaat met oversterfte.
‘Verantwoorde diabeteszorg kwetsbare ouderen’, Verenso 2011
Suggesties voor eventueel stoppen antihypertensiva • • • • •
Levensverwachting <1 jaar (<2 jaar?) Bloeddruk bij herhaling <140/70 mmHg Tijdens infecties (tijdelijk) Bijwerkingen (bradycardie, hypokaliemie, kreat >25%) Orthostase (>20 mmHg daling bij staan)
Aanbevelingen Overweeg bij een kwetsbare oudere met diabetes mellitus met een systolische bloeddruk van >160 mmHg te behandelen tot -10 tot -15 mmHg van de uitgangswaarde tot niet lager dan 140-150 mmHg, mits 1. 2. 3. 4.
er geen orthostatische hypotensie optreedt (SBP <20 mmHg bij staan), er geen daling van de nierfunctie optreedt (-25% creatinine of eGFR), er zich geen cognitieve functiestoornissen voordoen of verergeren, niet meer dan twee antihypertensiva gebruikt worden.
Bij zeer hoge leeftijd zijn nog hogere tensies aanvaardbaar. Stop antihypertensiva • intercurrente ziekte zoals infectie (pneumonie/ gecompliceerde UWI) • bij een systolische bloeddruk van <140 mmHg → Primaire behandeldoel: kwaliteit van leven!
‘Verantwoorde diabeteszorg kwetsbare ouderen’, Verenso 2011
Lipiden - cholesterol
Wat zegt de CVRM richtlijn?
Lancet 2008; 371: 117–25
Lancet 2007; 370: 1829–39
PROSPER: cardiovasculaire events (70-82 jarigen)
20% 15%
Placebo Events = 473/2913 (16.2%)
15% RRR (P = 0.014)
10% %
NNT=48 5% 0%
Pravastatin Events = 408/2891 (14.1%)
%
%
1
2
3
jaar
PROSPER study. Lancet 2002
PROSPER: statine studie op hogere leeftijd
PROSPER study. Lancet 2002
Conclusie Verlaging van het LDL-cholesterol leidt ook op hoge leeftijd (7079; 80-89 jaar) tot reductie van de sterfte door ischemische hartziekten. Prospective studies collaboration 2007 (meta-analyse van observationele studies).
Statines zijn ook bij ouderen effectief op de relevante cardio- en cerebrovasculaire eindpunten. CTTC, 2008; Afilalo 2008; Brugts 2009 ; Shepherd 2002; Keech 2005; Rubins al, 2002; Hartweg 2008
‘Verantwoorde diabeteszorg kwetsbare ouderen’, Verenso 2011
Een “recept” • Boven de 80 geen statines starten? • Secundaire preventie alleen bij oudere patiënten (tot 85+) met een levensverwachting > 2 jaar. • Bepaal waar je voor gaat. • Stoppen? Geen goede gegevens over.
Aanbevelingen
Voor zover de levensverwachting het rechtvaardigt (>2 jaar) en voor zover de kwetsbare oudere met diabetes mellitus eventuele risico’s van medicatie acceptabel vindt, dient ongeacht de LDL- en HDL- cholesterol- en triglyceridenwaarden te worden gestart met een statine met als primair doel het verlagen van het risico op cardiovasculaire problemen.
‘Verantwoorde diabeteszorg kwetsbare ouderen’, Verenso 2011
Glucose regulatie bij ouderen
Epidemiologie glucose
102 Prospective studies. 698.782 Mensen (52 765 non-fatal or fatal vascular outcomes; 8.49 miljoen persoonjaren)
Emerging Risk Factors Collaboration. Lancet 2010; 375: 2215
Epidemiologie glucose
Emerging Risk Factors Collaboration. Lancet 2010; 375: 2215
Conclusie
Hoge bloedglucosewaarden zijn bij 70-plussers een risicofactor voor coronaire hartziekte en ischemische beroerte, maar het extra risico is minder uitgesproken dan op lagere leeftijd.
‘Verantwoorde diabeteszorg kwetsbare ouderen’, Verenso 2011
Glucose studies bij ouderen?
Er zijn geen gecontroleerde klinische studies naar de effecten van intensieve glucoseregulatie bij patiënten ouder dan 75 jaar.
‘Verantwoorde diabeteszorg kwetsbare ouderen’, Verenso 2011
Lessen van glucose studies algemeen
• Het voordeel van intensieve bloedglucoseregulatie neemt af bij langere diabetes duur en een toegenomen leeftijd.
• De winst van een strikte glykemische regulatie in termen van een reductie van hart- en vaatziekten treedt pas na decennia op, deze tijd heeft een kwetsbare oudere niet meer (metabool geheugen).
‘Verantwoorde diabeteszorg kwetsbare ouderen’, Verenso 2011
Risico van hypoglykemieën
Complicaties
Voorkomen (%)
Hypoglykemieën
4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 %
HbA1c
Risico van hypoglykemieën
Een hypoglykemie is een meest ernstige complicatie van glucose verlagende therapie
Adstructie naar aanbevelingen
• Er is geen bewijs dat intensieve glykemische behandeling bij kwetsbare ouderen met diabetes mellitus zinvol is. • Bij kwetsbare ouderen met diabetes mellitus is het belangrijkste aspect van glykemische instelling het voorkomen van symptomatische hypo- of hyperglykemiëen. • Voor kwetsbare ouderen is een hogere streefwaarde voor HbA1c van 69 mmol/mol (8,5%) acceptabel.
‘Verantwoorde diabeteszorg kwetsbare ouderen’, Verenso 2011
Hypo
Hyper
Conclusies & Aanbevelingen
• Er is geen bewijs dat intensieve glykemische behandeling bij kwetsbare ouderen met diabetes mellitus zinvol is. • Bij kwetsbare ouderen met diabetes mellitus is het belangrijkste aspect van glykemische instelling het voorkomen van symptomatische hypo- of hyperglykemiëen. • Voor kwetsbare ouderen is een hogere streefwaarde voor HbA1c van 69 mmol/mol (8,5%) acceptabel.
‘Verantwoorde diabeteszorg kwetsbare ouderen’, Verenso 2011
Streefwaarden NHG versus Verenso DM type 2 NHG 2006
Kwetsbare oudere Verenso 2011
Streefwaarden
Strikte glucose
Niet te scherp instellen
Glucose
Nuchter 4-7 Post-prandiaal < 9
Geen hypoglycemie Hyperglycemie acceptabel mits er geen klachten zijn
HbA1c
53 mmol/mol (<7%)
69mmol/mol \(<8,5 %)
Bloeddruk behandelen
>140 mmHg
Overweeg >160 mmHg mits géén orthostase, eGFR ↓, cognitie↓ en 2 antihypertensiva
Bloeddruk streefwaarde
<140 mmHg
>140 mmHg -10 tot 15 mmHg daling
Cholesterol
Altijd statine, LDL<2.5 mmol/l
Statine, geen streefwaarde
Generale conclusies
• Risicofactoren voor gezondheid en ziekte op middelbare en hoge leeftijd verschillen • Voorspellen van hart en vaatziekten op hoge leeftijd is moeilijk • Verlaging van cholesterol en bloeddruk op hoge leeftijd is (beperkt) effectief • Nut glucose verlagende behandeling is onbekend • Determinanten voor vasculair risico op hoge leeftijd liggen op middelbare leeftijd Een kind is geen volwassene, een oudere is geen ..
Casuistiek Casus . Mw. H.B., geboren in 1923 (89 jaar) Voorgeschiedenis: 1966: Diep veneuze thrombose 1966: Subtotale thyreoidectomie 1968: Uterus- en adnexextirpatie, nno 1974: Essentiële hypertensie 1986: Stabiele angina pectoris, 1986: Inferoposterior myocardinfarct 1986: Type 2 diabetes mellitus, 1991 start insuline 1990: Cholecystectomie 1991: Vaatoperatie, aorta bi-iliacale bifurcatie prothese 1996: TIA 1993: CABG met LIMA: LAD en venegraft AL LPL RCA 2006: Buikpijn door coprostase 2007: Myocardinfarct, NSTEMI, CAG Cx letsel conservatief 2009: Diabetische nefropathie, eGFRF 43 ml/min, MA ratio 6.0 2012: Heupfractuur
Medicatie: insuline lispro 100e/ml patr 3ml = humalog, 8 - 10 - 12 e insuline glargine injvlst 100e/ml patr 3ml = lantus, 32 e acenocoumarol volgens lijst trombosedienst digoxine tablet 0,25mg, 1 x per dag 1 stuk verapamil tablet 240mg, 1 x per dag 1 stuk atorvastatine tablet 40mg, 1 x per dag 1 stuk ferrofumaraat tablet 200mg, 3 x per dag 1 stuk dipyridamol dragee 75mg, 3 x per dag 1 stuk spironolacton tablet 25mg, 1 x per dag 0,5 stuk furosemide tablet 40mg, 2 x per dag 2 stuk ramipril capsule 2,5mg, 1 x per dag 1 stuk bisoprolol tablet 10mg (oraal), 1 x per dag 1 stuk doxazocine tablet 4 mg, 1 x per dag 1 stuk macrogol/zouten pdr v drank, 1 tot 2 x per dag 1 stuk omeprazol capsule 40mg, 1 x per dag 1 stuk betahistine tablet 8mg, 3 x per dag 1 stuk nitrazepam tablet 5mg, 1 x per dag 1 stuk a.n.
Anamnese: Het gaat wel. Ze verplaatst zich onveranderd voort in een rolstoel en spuit elke dag nog zelf haar insuline. Deze werd aangepast toen ze wat vaak lage bloedglucosewaarden had, dit gebeurt de laatste tijd niet meer. Lichamelijk onderzoek: RR 100/65(97) mmHg, pols: 70 bpm, gewicht 67.6 kg, BMI 29,3kg/m2. Pulmones NAG. Enkels geen oedeem. Laboratorium onderzoek: 04-09-2012: Hemoglobine 7.9 mmol/l; Hematocriet 0.37 l/l; MCV 95 fl; Kreatinine 145 umol/l; estimated GFR 30 ml/min; ALAT 21 U/l; GammaGT 41 U/l; Cholesterol 4.1 mmol/l; Triglyceriden 1.66 mmol/l; HDL-cholesterol 1.1 mmol/l; LDL-cholesterol 1.3 mmol/l; TSH 1.9 mE/l; HbA1c 8.4 %; HbA1c 64 mmol/mol; Micro-albumine 102.0 mg/mmolkr. Glucose dagcurve: nuchter: 16.6; ochtend: -; lunch: 11.7; middag: -: diner: 18.3; avond: 11.1 mmol/l.
Casuistiek (plenair)
Verwezen naar de spoedeisende hulp van het Martini ziekenhuis. Mw. S.W., geboren in 1920 (92 jaar) Al jaren bekend met diabetes mellitus type 2, behandeld met Novomix 30. Tot 2008 onder controle in MZH, HbA1c 7.5-7.8%, dosis 42-22E Opname via SEH op zondag 11 maart j.l. met hypoglykemie van 1,2 mmol/l Terugkijkend: HbA1c laatste 4 jaar: 6.8 – 7.0 % Dosis insuline opgehoogd tot 50 E ‘s ochtends, 38 E ‘s avonds Licht dementerend, thuiszorg komt insuline spuiten. Eten??
Wat vindt u hiervan?