Interuniversitaire opleiding Master in de ziekenhuisfarmacie Academiejaar 2014-2015
1
Inhoud Algemene informatie ....................................................................................................................... 3 Doelstellingen.................................................................................................................................. 3 Eindtermen Master in de Ziekenhuisfarmacie ................................................................................ 4 Samenstelling van de interuniversitaire stuurgroep Ziekenhuisfarmacie ....................................... 6 Structuur van de opleiding .............................................................................................................. 7 Studieprogramma van de academische opleiding ........................................................................... 9 Jaarindeling ................................................................................................................................... 11 Jaarindeling van de interuniversitaire Master in de ziekenhuisfarmacie, eerste opleidingsjaar 2014-2015.................................................................................................................................. 11 Jaarindeling van de interuniversitaire Master in de ziekenhuisfarmacie, tweede opleidingsjaar 2014-2015.................................................................................................................................. 11 Inhoud van de vakken ................................................................................................................... 13 Stage voor het verwerven van de vereiste beroepsbekwaming ..................................................... 24 Financiering tijdens de stage ......................................................................................................... 26 Richtlijnen en aanbevelingen in verband met de masterproef ...................................................... 27 Belangrijke data............................................................................................................................. 32 Coördinaten van de docenten ........................................................................................................ 34 Informatie over de bereikbaarheid van de campussen .................................................................. 39 Faculteit Farmaceutische Wetenschappen UG .......................................................................... 39 Farmaceutisch Instituut VUB .................................................................................................... 41 Departement Farmaceutische Wetenschappen UAntwerpen .................................................... 43 Faculteit Farmaceutische Wetenschappen KU Leuven ............................................................. 46
2
Algemene informatie Deze opleiding is een samenwerking tussen KU Leuven, UAntwerpen, UGent en VUB. KU Leuven is de penvoerende universiteit. De interuniversitaire master na masteropleiding is gespreid over drie academiejaren en leidt tot een gezamenlijk diploma.
Doelstellingen De opleiding heeft tot doel studenten op te leiden voor een specifieke maatschappelijke loopbaan in de ziekenhuisfarmacie.
Op het einde van de opleiding beschikt de student over: -
een grondige kennis over de geneesmiddelenproductie in een ziekenhuisapotheek;
-
een degelijke kennis over de andere aspecten van geneesmiddelen en de ziekenhuisomgeving (wetgeving, toepassing, hygiëne, ...);
-
de vaardigheid om te communiceren rond de eigenschappen van geneesmiddelen, hun aanwending, hun productie, enz.;
-
de vaardigheid om te functioneren in een wetenschappelijke of geneeskundigondersteunende functie in een ziekenhuis;
-
de kennis en vaardigheid om te participeren aan onderzoek.
3
Eindtermen Master in de Ziekenhuisfarmacie De master in de ziekenhuisfarmacie dient over volgende competenties te beschikken in termen van kennis, vaardigheden en attitudes: a) kennis van de eigenschappen, nevenwerkingen, toedieningswijze en dosering van de geneesmiddelen en hulpmiddelen 1. Een zeer grondige kennis bezitten van de eigenschappen van de geneesmiddelen die specifiek in een ziekenhuis gebruikt worden (werking en werkingsmechanisme, nevenwerkingen, stabiliteit, interacties met voeding en andere geneesmiddelen, ...) 2. Het geneesmiddelengebruik bij de individuele patiënt in relatie tot zijn pathologie kunnen evalueren b) kennis van implantaten en medische hulpmiddelen 3. Grondige kennis van de materialen en hun medische toepassing 4. Inzicht in de terugbetalingsmodaliteiten van het RIZIV c) de officinale bereiding en farmaceutische formulering van deze geneesmiddelen 5. De nodige kennis en vaardigheden bezitten om de geneesmiddelen wanneer nodig zelf magistraal of officinaal te bereiden en in de vereiste toedieningsvorm te brengen 6. Bereidingen eigen aan de ziekenhuisapotheek kunnen uitvoeren 7. Grondige kennis hebben van de principes van sterilisatie d) de organisatie en het beheer van de ziekenhuisapotheek 8. Vertrouwd zijn met het financieel beheer van de ziekenhuisapotheek 9. Processen in verband met aankoop, voorraadbeheer en distributie in de ziekenhuisapotheek kunnen beheren 10. Het geneesmiddelenbudget van het ziekenhuis (boordtabellen, jaarverslag, pathologiefinanciering) in relatie tot de verleende zorgen kunnen opvolgen e) de verdeling van de geneesmiddelen naar de verschillende afdelingen in het ziekenhuis 11. Een efficiënt systeem kunnen opzetten en beheren om de geneesmiddelen in het ziekenhuis snel en correct naar de verschillende afdelingen te verdelen f) het correct toepassen van de wetgeving in verband met ziekenhuisapotheken 12. Grondige kennis van de farmaceutische wetgeving en de ziekenhuiswetgeving met betrekking tot de ziekenhuisapotheek kunnen toepassen 13. Kunnen participeren in het beleid van het ziekenhuis met betrekking tot geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en implantaten en ziekenhuishygiëne, meer bepaald in het Medisch Farmaceutisch Comité en het Comité voor Medische Materialen g) communicatie met directie, artsen en paramedisch personeel van het ziekenhuis 14. Op een kritische wijze kunnen communiceren met andere zorgverstrekkers en de ziekenhuisdirectie 15. Op deskundige wijze advies kunnen geven aan artsen en verplegend personeel over de eigenschappen, toedieningswijze en dosering van geneesmiddelen h) het gebruik van informatica in de ziekenhuisapotheek 4
16.
De tarificatie van de ziekenhuisapotheek kunnen uitvoeren
i) integrale kwaliteitszorg in de ziekenhuisapotheek 17. De principes van kwaliteitsborging kennen en kunnen toepassen j) Onderzoek 18. Zelfstandig wetenschappelijk onderzoek in teamverband kunnen uitvoeren met betrekking tot de ziekenhuisfarmacie 19. Nieuwe bevindingen van wetenschappelijk onderzoek aangaande geneesmiddelen van nabij opvolgen en deze kennis implementeren in het beroep
5
Samenstelling van de interuniversitaire stuurgroep Ziekenhuisfarmacie Guy Bormans, voorzitter en interuniversitair coördinator (KU Leuven) Chris Vervaet, secretaris en coördinator voor UGent Ingrid De Meester, coördinator voor UAntwerpen Stephane Steurbaut, coördinator voor VUB Hilde Collier, hoofdapotheker (VUB) Annemie Somers, hoofdapotheker (UGent) Jo Swartenbroekx, hoofdapotheker (UAntwerpen) Ludo Willems, hoofdapotheker (KU Leuven) Hugo Robays, waarnemer met raadgevende stem, voorzitter van de erkenningscommissie voor ziekenhuisapothekers. Alfons Verbruggen, waarnemer met raadgevende stem, ex-voorzitter stuurgroep
6 studenten, waarvan twee uit het eerste opleidingsjaar, twee uit het tweede opleidingsjaar en twee uit het derde opleidingsjaar, bij voorkeur minstens één student van elke deelnemende universiteit.
6
Structuur van de opleiding Vanaf academiejaar 2010-2011 werd de opleiding tot Ziekenhuisapotheker opgesplitst in een interuniversitaire academische master-na-masteropleiding van 60 studiepunten en een beroepsbekwaming onder vorm van stage in een ziekenhuisapotheek. De academische opleiding wordt gespreid over drie academiejaren. Tijdens het eerste academiejaar worden 40 studiepunten opgenomen, namelijk voor alle hoorcolleges, seminaries, practica en de daarbij horende examens, behalve voor het opleidingsonderdeel ‘Inleiding tot de klinische farmacie’ (4 studiepunten) dat geprogrammeerd wordt in het tweede opleidingsjaar. Tijdens het derde academiejaar wordt de masterproef (16 studiepunten) uitgevoerd op de stageplaats en verdedigd. De academische opleiding bevat geen stage, die behoort tot de praktische beroepsopleiding. De stage is noodzakelijk om een erkenning als ziekenhuisapotheker te kunnen verkrijgen. De opleiding staat open voor alle kandidaten met een diploma Apotheker, Master in de Farmaceutische Zorg-Apotheker of Master in de Geneesmiddelenontwikkeling-Apotheker die door hun faculteit werden geselecteerd.
Praktische informatie Centrale coördinatie Voor deze interuniversitaire opleiding treedt de faculteit Farmaceutische Wetenschappen van de KU Leuven op als coördinator. Voor iedere praktische informatie kan men zich daarom wenden tot Faculteit Farmaceutische Wetenschappen KU Leuven Mevr. Katia Verheyen, studentensecretaris FFW Onderwijs en Navorsing 2, Bus 420 Herestraat 49, B-3000 Leuven Tel.: 016 33 06 68 Fax: 016 33 06 26 e-mail:
[email protected] Plaatselijke coördinatie Aan ieder van de deelnemende universiteiten is daarnaast eveneens een plaatselijk coördinator aangeduid. Deze coördinatoren zijn: Aan de UGent
Prof. Chris Vervaet Laboratorium Farmaceutische Technologie Ottergemsesteenweg 460, 9000 Gent Tel.: 09 264 80 69 Fax.: 09 222 82 36 e-mail:
[email protected]
7
Aan de UAntwerpen
Prof. Ingrid De Meester Universiteit Antwerpen Campus Drie Eiken gebouw S Departement Farmaceutische Wetenschappen Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk Tel.: 03 265 27 41 Fax: 03 265 26 85 e-mail :
[email protected]
Aan de VUB
Prof. Stephane Steurbaut UZ Brussel, Farmacotherapiecel Laarbeeklaan 101 - 1090 Brussel Tel.: 02 477 55 13 Fax: 02 477 64 31 e-mail:
[email protected]
Aan de KU Leuven
Prof. Guy Bormans Laboratorium voor Radiofarmacie Onderwijs en Navorsing 2, Bus 821, Herestraat 49, 3000 Leuven Tel. : 016 33 04 47 Fax : 016 33 04 49 e-mail :
[email protected]
8
Studieprogramma van de academische opleiding Opleidingsonderdeel
Titularis
A
B
C
D
E
F
Jaar 1 1
Ziekenhuishygiëne
H. Nelis, J. Verhaegen
24
105
4
2
105
4
110
4
120
4
5
Farmacotherapie: Capita Selecta
76
260
9
6
Fysiopathologie: Capita Selecta
R. Kemel, G. Van den Mooter, C. Vervaet G. Bormans, V. Caveliers, F. De Vos, D. Vanderghinste S. Craeye, S. De Mûelenaere, N. Janssens, T. Leysen, J. Swartenbroekx, B. Thiessen, A. Verbiest J. Ceuppens, L. De Pourcq, A. Dupont, W. Peetermans, S. Steurbaut, G. Verhoef I. Derdelinckx, J. Wauters
24
4
Farmaceutische technologie voor het ziekenhuis Radiofarmaca en contrastverhogende producten Medische hulpmiddelen en implantaten
30
110
4
7
H. Collier, A. Somers, J. Swartenbroekx, L. Willems, C. Decoster
40
150
5
8
Organisatie en beheer van de ziekenhuisapotheek Wetgeving
22,5
80
3
9
Inleiding tot management
P. Gemmel
22,5
80
3
J. Leys, A. Somers, I. Spriet, S. Steurbaut
32
115
4
480
480
16
480
1715
60
3
20
20
37
8
Jaar 2 10
Inleiding tot de klinische farmacie Jaar 3
11
Masterproef
H. Collier, A. Somers, J. Swartenbroekx, L. Willems 328
20
8
A= aantal contacturen hoorcollege B= aantal contacturen praktische oefeningen C= aantal contacturen seminarie D= aantal uren besteed aan masterproef E= studiebelasting in uren F = aantal studiepunten de namen van de respectieve coördinatoren zijn onderlijnd
De student schrijft ieder jaar in aan één van de deelnemende universiteiten en neemt de opleidingsonderdelen op in zijn individueel studieprogramma in de respectievelijke jaren zoals hoger aangegeven. Volgens de huidige regels (september 2014) bedraagt het inschrijvingsgeld €61,9 vast en €9,3 per opgenomen studiepunt. Deze bedragen worden jaarlijks (licht) aangepast. Het examenreglement ten behoeve van deze interuniversitaire masteropleiding is consulteerbaar op https://admin.kuleuven.be/rd/interuniversitaire_opl_examenregl.html Specifieke aanvullingen bij dit examenreglement zijn: •
Voor het bepalen van het totale examenresultaat gelden de volgende bindende criteria: - de student die voor een bepaald opleidingsonderdeel ten minste 10 punten op 20 behaalt, voldoet voor dat opleidingsonderdeel; 9
-
de student die voor alle opleidingsonderdelen ten minste 10 punten op 20 behaalt, slaagt.
•
‘Credits’ Een student die voor een opleidingsonderdeel ten minste 10 punten op 20 behaalde, verwerft een credit voor dit opleidingsonderdeel.
•
Voor opleidingsonderdelen bestaande uit deelvakken moet de niet geslaagde student alleen die deelvakken opnieuw examen afleggen waarop hij minder dan 10 punten op 20 behaalde.
•
Voor opleidingsonderdelen bestaande uit meerdere deelvakken wordt het globale resultaat berekend als het gewogen rekenkundig gemiddelde van de punten behaald op de respectievelijke deelvakken, behalve als de student voor één of meerdere van de deelvakken een zwaar tekort heeft (minder dan 8/20, zie volgende punt). De toegepaste wegingscoëfficiënten zijn evenredig met de omvang van de deelvakken, uitgedrukt in studiepunten.
•
Indien een student in een bepaald deelvak van een opleidingsonderdeel een zwaar tekort heeft (minder dan 8 punten op 20) zal het globale resultaat voor dit opleidingsonderdeel niet gelijk zijn aan het rekenkundig gemiddelde maar ten hoogste 9/20 en de student zal niet geslaagd zijn voor het geheel van de opleiding.
•
Indien een student in een bepaald deelvak of over het geheel van meerdere deelvakken van opleidingsonderdelen samen een ernstig tekort heeft maar toch slaagt, heeft dit implicaties op de graad van verdienste die wordt toegekend. De student zakt een graad van verdienste bij “een ernstig tekort” in deelvakken. Een ernstig tekort betekent dat het totaal van onvoldoende punten drie of meer is (dus bijv. een acht en een negen of drie negens, en uiteraard de nog minder goede scores).
•
•
Volgende weging tussen opleidingsonderdelen wordt toegepast voor berekening van het globale percentage: Ziekenhuishygiëne: 80 punten; Farmaceutische technologie voor het ziekenhuis: 80 punten; Radiofarmaca en contrastverhogende producten: 80 punten (voor theorie en practicum samen); Medische hulpmiddelen en implantaten: 80 punten; Farmacotherapie: capita selecta 180 punten; Fysiopathologie, capita selecta: 80 punten; Organisatie en beheer van de ziekenhuisapotheek: 100 punten; Wetgeving: 60 punten; Klinische farmacie: 80 punten; Inleiding tot management: 60 punten: Masterproef: 160 punten. (Totaal=1040 punten) In principe worden alle examens schriftelijk afgelegd, behalve de voorstelling en verdediging van de masterproef.
De diploma’s worden afgeleverd en ondertekend door de rector van de universiteit waar de student ingeschreven is. Op het diploma wordt het interuniversitair karakter van de opleiding aangegeven door het op gelijke wijze vermelden van alle deelnemende universiteiten. Ombudspersoon Overeenkomstig de bepalingen van het door alle deelnemende universiteiten goedgekeurde interuniversitaire examenreglement heeft de interuniversitaire stuurgroep een ombudspersoon aangeduid, namelijk Mevr. Katia Verheyen (tevens coördinerend studentensecretaris). De ombudspersoon treedt op als bemiddelaar tussen examinatoren en studenten. De ombudspersoon woont de beraadslagingen bij. De ombudspersoon kan in een overleg door één of elk van de betrokken partijen gevraagd worden te bemiddelen. 10
Jaarindeling Jaarindeling van de interuniversitaire Master in de ziekenhuisfarmacie, eerste opleidingsjaar 2014-2015 Data Ma 22/09/2014 t/m vrij 19/12/2014
13 weken onderwijsactiviteiten
Ma 22/12/2014 t/m za 03/01/2015
2 weken kerstvakantie
Ma 05/01/2015 t/m za 17/01/2015
2 weken examenperiode, 5 examens Examens over: Fysiopathologie, Farmacotherapie (in twee delen), Ziekenhuishygiëne, Organisatie en beheer van de ziekenhuisapotheek.
Ma 19/01/2015 t/m vrij 06/03/2015
7 weken onderwijsactiviteiten
Ma 09/03/2015 t/m za 21/03/2015
2 weken voorbereiding op de examens
Ma 23/03/2015 t/m za 18/04/2015
4 weken examens (5 overige examens van eerste opleidingsjaar)
Ma 20/04/2015 t/m za 19/09/2015
Stage in een ziekenhuisapotheek. Tijdens deze periode kan de student 6 weken verlof nemen. Deze stage behoort niet tot het academisch programma
Ma 17/08/2015 t/m za 12/09/2015
4 weken herexamens
Ma 14/09/2015 t/m vrij 18/09/2015
Nabespreking en feedback over examens
Ma 21/09/2015
Start academiejaar 2015-2016
Jaarindeling van de interuniversitaire Master in de ziekenhuisfarmacie, tweede opleidingsjaar 2014-2015 De student besteedt dit tweede opleidingsjaar aan stage in een ziekenhuisapotheek. De student volgt echter ook de colleges/werkzittingen van het opleidingsonderdeel ‘Inleiding tot de klinische farmacie’: • -
Lesdag 1: Interpretatie van biochemische laboparameters (6 uur) - vrijdag 3 oktober – Leuven hematologie, nierfunctie, leverfunctie, infectieparameters – Isabel Spriet elektrolyten – Karolien Walgraeve stolling – Lorenz Van der Linden
• Lesdag 2: transmurale zorg/medication reconciliation en evidence based pharmacy (7 uur) - vrijdag 10 oktober - Brussel - Transmurale zorg – opname: Sabrina De Winter - Transmurale zorg – ontslag: Stephane Steurbaut - Evidence based pharmacy: Filip Cools - Omgaan met richtlijnen: Ina Van den Borre • Lesdag 3: Klinisch farmaceutische evaluatie van de patiënt (medicatie review), documentatie van interventies en veilig toedienen van geneesmiddelen (6 uur) - vrijdag 17 oktober - Gent - Medicatie review: Annemie Somers - Documentatie van interventies: Barbara Claus - Veilig toedienen van geneesmiddelen: Katrien Cosaert 11
• -
Lesdag 4: Klinisch apotheker op… : (6 uur) - vrijdag 24 oktober – Antwerpen Chirurgische diensten: Inge Sluyts Oncologie: Tine Hendrickx Intensieve Zorgen: Isabel Spriet Multidisciplinair team infectiologie: Franky Buyle
• -
Lesdag 5: Toegepaste PK en TDM en interacties: (6 uur) - vrijdag 31 oktober – Leuven Basisbegrippen farmacokinetiek: Pieter De Cock Therapeutic Drug Monitoring: Pieter De Cock Farmacogenetica: Pieter De Cock EUCAST: Isabel Spriet Geneesmiddeleninteracties: Isabel Spriet Doseren van antibiotica: Isabel Spriet
• Lesdag 6: Casuïstiek, zowel voorbereid door lesgevers als door studenten (6 uur) - vrijdag 12 december – Brussel
Het examen over dit opleidingsonderdeel vindt plaats in de periode 8 tot 26 juni 2015, herexamen in de periode 17 augustus tot 4 september 2015. Voor herexamens over opleidingsonderdelen van het eerste opleidingsjaar, zie jaarindeling eerste opleidingsjaar.
12
Inhoud van de vakken 1. Ziekenhuishygiëne: 4 studiepunten, 24 contacturen; Verhaegen (KU Leuven)
H. Nelis (coördinator, UGent), J.
1.a. Ziekenhuishygiëne: 2 studiepunten, 12 contacturen; H. Nelis, UGent Doelstellingen: Dit vak heeft tot doel de student vertrouwd te maken met het verschijnsel "nosocomiale infecties" en vooral met de preventie ervan. Meer bepaald wordt er aandacht besteed aan het verantwoord gebruik van desinfectiemiddelen en aan de praktische aspecten van ziekenhuishygiëne, zoals handhygiëne, ontsmetting en sterilisatie van medische materialen en isolatie van patiënten. Daarnaast worden kort de principes van arbeidshygiëne toegelicht. Inhoud: De cursus omvat twee delen. Deel 1 heeft betrekking op nosocomiale infecties en de controle (preventie) ervan. In dit deel staat de patiënt centraal. In het tweede deel, dat handelt over arbeidshygiëne, staat de gezondheidswerker centraal. Een eerste hoofdstuk handelt over de algemene aspecten van nosocomiale infecties, met name de oorzaken, de etiologie, de soorten, de epidemiologie en de pathogenese. De voornaamste types van nosocomiale infecties worden één voor één besproken. Een kort tweede hoofdstuk behandelt schoonmaakprocedures. In een derde hoofdstuk wordt uitgebreid ingegaan op desinfectie. De verschillende fysische en chemische technieken en de beïnvloedende factoren ervan worden behandeld. Daarna worden de desinfectantia per klasse besproken met nadruk op hun toepassingen in het hospitaal. Het vierde hoofdstuk handelt over sterilisatietechnieken. In een vijfde hoofdstuk komt de praktijk van de ziekenhuishygiëne aan bod, met achtereenvolgens aandacht voor omgevingsdesinfectie, desinfectie en sterilisatie van medische materialen, handhygiëne, isolatie en aspecten van aseptische techniek. Het zesde hoofdstuk belicht de principes van arbeidshygiëne, meer bepaald de voorzorgen die gezondheidswerkers moeten nemen om infectie (bij zichzelf) te voorkomen. Deel 2. Antibiotica: 2 studiepunten, 12 contacturen; J. Verhaegen, KU Leuven Doelstelling: • De student een grondige kennis laten verwerven over de werkingsmechanismen van de verschillende antibioticagroepen, het spectrum, de resistentiemechanismen, de algemene indicaties en de nevenwerkingen van deze medicaties. • De student vertrouwd maken met de verschillende laboratoriumtechnieken die gebruikt worden voor het opsporen van resistentie tegen antibiotica en hun interpretatie. • De student inzicht laten verwerven in de recente ontwikkelingen van antiparasitaire en antifungale medicaties. Inhoud Antimicrobiële geneesmiddelen interfereren met het metabolisme van micro-organismen met als resultaat groeiremming of de dood van micro-organismen. In de verschillende hoofdstukken zullen voor de verschillende antibioticagroepen worden besproken: spectra, werkings- en resistentiemechanismen. Ook wordt voor iedere groep aandacht besteed aan de farmacokinetische achtergronden en de gevolgen hiervan voor de dosering. • • •
Inleiding Beta-lactam antibiotica Macroliden en ketoliden 13
• • • • • • •
Tetracyclinen Aminoglycosiden Glycopeptiden Rifamycinen Fluorochinolones Antifungale medicatie Antiparasitaire medicaties
2. Farmaceutische technologie voor het ziekenhuis: 4 studiepunten, 24 contacturen; R. Kemel (UAntwerpen, 4 contacturen), G. Van den Mooter (KU Leuven, 8 contacturen), C. Vervaet (coördinator, UGent, 8 contacturen) Doelstelling: De cursus beoogt de studenten een inzicht te geven in de technologische vereisten voor de productie van steriele geneesmiddelen. Na het volgen van de cursus moet de student in staat zijn de verschillende eenheidsoperaties binnen de ziekenhuisapotheek te integreren tot een gevalideerd proces met inachtname van Good Manufacturing Practice regels. Inhoud In een eerste meer algemeen deel wordt aandacht besteed aan het belang van GMP (o.a. kwaliteitszorg, kwaliteitscontrole, protocollering) en validatie (kwalificatie van toestellen, validatie van processen) binnen de ziekenhuisapotheek. Het tweede deel spitst zich toe op de problematiek rond het bereiden van steriele geneesmiddelvormen (infuusoplossingen, cytostatica, …). Hierbij worden aspecten zoals het design en de layout van de productie-eenheid behandeld, waarbij ook het belang van waterbehandeling (desionisatie, omgekeerde osmose, ultrafiltratie, destillatie) wordt toegelicht. Gelet op het belang van de afwerking van het lokaal en de aanwezigheid van personeel op de kwaliteit van de omgevingslucht omvat dit deel eveneens een beschrijving van het luchtbehandelingssysteem (filtratie, distributie, LAF-kast, biohazard, …). Een derde deel behandelt de problematiek van parenterale voeding, met specifieke aandacht voor de technische aspecten van deze preparaten (bereiding, toediening, chemische en fysische stabiliteit, compatibiliteit met geneesmiddelen). Als laatste punt worden verschillende aspecten in verband met farmaceutisch verpakkingsmateriaal behandeld, waarbij - naast een overzicht van de types verpakkingen en doseersystemen - ook de regels rond etikettering en de interacties tussen verpakkingsmaterialen en geneesmiddeloplossingen worden besproken. Een laatste deel richt zich op het sterilisatieproces, waarbij naast een overzicht van de verschillende technieken (stoomsterilisatie, droge hitte, gas, steriele filtratie en ioniserende straling) en hun toepassingsgebied ook de mathematische principes van sterilisatie worden uiteengezet. 3. Radiofarmaca en contrastverhogende producten (4 studiepunten, 20 contacturen hoorcollege, 20 uren practicum); G. Bormans (KU Leuven, coördinator); V. Caveliers (VUB, practicum), F. De Vos (UGent), D. Vanderghinste (UAntwerpen, practicum). De practica gaan door aan de 4 universiteiten. Doelstelling De doelstelling van de cursus is de studenten:
14
• vertrouwd te maken met basisbegrippen in verband met het medisch-diagnostisch gebruik van radioactieve verbindingen; • een grondige kennis te verschaffen over de chemische en fysische kenmerken, de bereidingswijze, de analyse en de toepassingen van radiofarmaca voor in vivo diagnostisch en therapeutisch gebruik; • inzicht te laten verkrijgen in de farmacokinetiek van de onderscheiden radiofarmaca; • een degelijke kennis te verschaffen over de verschillende contrastverhogende producten gebruikt bij radiologische onderzoeken met behulp van röntgenstralen, bij kernspintomografie en bij echografie. De doelstelling van het practicum is: • de studenten praktische ervaring laten verwerven in de manipulatie, de bereiding en de analyse van radiofarmaca. • de toepassing en het nut van radiofarmaca illustreren aan de hand van bezoek aan de afdeling nucleaire geneeskunde en het bespreken van beelden van patiëntenstudies. 4. Medische hulpmiddelen en implantaten: 4 studiepunten; 37 contacturen hoorcollege, 8 u seminarie; Jo Swartenbroekx (coördinator; UAntwerpen); lesgevers S. Craeye, S. De Mûelenaere, N. Janssens, T. Leysen, B. Thiesen, A. Verbiest Doelstelling De bedoeling van het college is de studenten een grondige kennis bij te brengen van de medische hulpmiddelen en implantaten die specifiek in een ziekenhuis worden aangewend. Tevens moeten zij een inzicht verwerven in de betrokken wetgeving van de ziektekostenverzekering. De seminaries zijn er op gericht de kennis van de student uit te breiden door bedrijfsbezoeken en lezingen. Zo krijgt hij een algemeen overzicht van het materiaal vanaf de productie tot bij de toepassing bij de patiënt Inhoud Per medische discipline worden de implantaten en medische hulpmiddelen in detail besproken. Hierbij wordt bijzondere aandacht geschonken aan het wettelijke kader van de terugbetalingsmodaliteiten.
5. Farmacotherapie: capita selecta: 9 studiepunten, 76 contacturen; J. Ceuppens (KU Leuven), L. De Pourcq (KU Leuven), A. Dupont (coördinator, VUB), W. Peetermans (KU Leuven), S. Steurbaut (VUB), G. Verhoef (KU Leuven) Doelstellingen Dit opleidingsonderdeel beoogt: •
de student inzicht te verschaffen in het snel evoluerend domein van immuunmodulatie door klassieke immuunsuppressiva, door humane gammaglobulines en door biotechnologische producten zoals monoklonale antistoffen en cytokines.
•
de student vertrouwd te maken met bloedproducten. De bereidingswijze, veiligheidsaspecten en het gebruik van deze producten worden toegelicht. 15
de
•
de student een duidelijk inzicht bij te brengen betreffende eigenschappen en gebruik van vaccins: Wat is een vaccin en wat is vaccineren? Welke soorten van vaccins bestaan er? Hoe worden vaccins bereid? Wat is de invloed van farmaceutische biotechnologie op de toekomst van de vaccins? Hoe worden vaccins gebruikt (vaccinatieschema’s e.d.)?
•
de student kennis en inzicht te geven in de microbiologische, farmacologische en klinische basisprincipes voor een rationeel gebruik van antimicrobiële geneesmiddelen. Het leren toepassen van deze basisbeginselen in de klinische praktijk zowel op niveau van de individuele patiënt als op het vlak van het ontwikkelen en implementeren van een antibioticabeleid in het ziekenhuis.
•
de student kennis en inzicht te laten verwerven betreffende wettelijke en wetenschappelijke evoluties op het vlak van antimicrobiële therapie met direct gevolg voor de klinische praktijk in het ziekenhuis (bv. forfaitarisering van perioperatief toegediende antibiotica; evaluatie van antibioticagebruik; evidence-based guidelines; …).
•
de student een goede kennis bijbrengen betreffende cytostatica
•
de student een goede kennis bijbrengen aangaande enterale en parenterale voeding
•
de student inzicht verschaffen in de werkingsmechanismen en praktische mogelijkheden van de geneesmiddelen die beschikbaar zijn voor de behandeling van diverse vormen van pijn.
Inhoud Deel 1: Pijnbehandeling 1,6 studiepunten, 14 contacturen, A. Dupont, VUB - Inleiding : de fysiologie en fysiopathologie van nociceptie en pijn (receptoren, mediatoren, ascenderende en descenderende zenuwbanen, centrale verwerking) - Classificatie van pijn - Klinische farmacologie (werkingsmechanisme, farmacodynamiek, farmacokinetiek, bijwerkingen, plaats in de therapie) - Rationele farmacotherapie (praktische aanpak) van acute pijn en post-operatieve pijn (welke geneesmiddelen, welke toedieningswegen ,...o.a. TTS Fentanyl, "patient-controlled analgesia"..) - Rationele farmacotherapie (praktische aanpak) van chronische pijn (o.a. gebruik van opioïden in kanker- en niet-kankerpijn; de plaats van de COX-2 inhibitoren versus niet-selectieve COXinhibitoren; NSAID’s versus paracetamol in de behandeling van bv. arthrosepijn) - Obstetrische analgesie; specifieke pijnproblemen (o.a. trigeminusneuralgie, herpes zoster, jicht, migraine,...) - Medicamenteuze pijncontrole in de palliatieve zorg - Anesthetica - Inleiding: wat houdt anesthesie allemaal in? Anesthetische technieken. - Klinische farmacologie van de voornaamste inhalatie- en intraveneuze anesthetica - Pre-operatieve sedatie - Anesthesie in speciale situaties (bv. kinderen, bejaarden, dagheelkunde, obstetrie,..) - Anesthesie bij concomittante pathologie - Interacties van anesthetica met andere geneesmiddelen, - Toxiciteit van anesthetica Deel 2: Immunofarmacologie 1,6 studiepunten, 14 contacturen, J. Ceuppens, KU Leuven Als inleiding wordt eerst in herinnering gebracht hoe het normale immuunsysteem werkt, en vervolgens hoe afwijkingen van de normale immunologische activiteit aan de basis liggen van 16
pathologie (chronische inflammatie, auto-immuniteit, allergie, immuundeficiëntie). Vervolgens worden de geneesmiddelen besproken die de werking van het immuunsysteem beïnvloeden, en dus respectievelijk kunnen gebruikt worden om de immuunfunctie te verbeteren of te remmen (immuunsuppressie). Daarbij wordt aandacht besteed aan 1) corticosteroïden 2) klassieke immuunsuppressiva 3) humane gammaglobulines 4) cytokines en cytokine antagonisten 5) monoklonale antistoffen Voor elk van genoemde producten wordt de nadruk gelegd op: 1) mechanismen van interferentie met het immuunsysteem 2) nevenwerkingen, nadelen,beperkingen. 3) farmacokinetiek en therapeutische monitoring Tijdens de lessen zullen ter illustratie van de toepassingsgebieden een aantal ziekten besproken worden waarbij bovenstaande geneesmiddelen gebruikt worden, zoals reumatoïde arthritis, ziekte van Crohn, orgaantransplantatie, multipele sclerose, astma, anafylactische shock.
Deel 3: Bloedproducten en vaccins 1,6 studiepunten, 7,5 u hoorcollege en 9,5 u seminarie; S. Steurbaut, VUB Bloedproducten Bloedproducten kunnen essentieel ingedeeld worden in drie groepen : (i) bloed en bloedconserven; (ii) de steriele bloedproducten en (iii) de plasmavervangende producten of plasmasubstituenten. Bloed en zijn afgeleide instabiele producten (bloedconserven) worden slechts kort besproken (collectie, bereiding, bewaring, gebruik). Bijzondere aandacht wordt besteed aan de stabiele bloedproducten. De bereidingswijze wordt besproken, in het bijzonder wordt gekeken naar de plasmafractioneringsmethodes, de virusinactivatieprocedures en de steriliteitsproblemen. De houdbaarheid van deze producten wordt besproken en de invloed van lyofilisatie van de producten hierop. De controle van de bloedproducten wordt besproken, dit in functie van de farmacopeevoorschriften en richtlijnen van de Europese unie. De alternatieve bereiding van bloedfactoren door farmaceutische biotechnologie wordt toegelicht. Tot slot wordt het oordeelkundig gebruik van de stabiele bloedproducten besproken. De derde groep van de bloedproducten zijn de plasmavervangende producten. De verschillende alternatieven worden hier besproken. Ook hier wordt aandacht besteed aan bereiding, bewaring en gebruik.
Vaccins Volgende aspecten worden in het gedeelte Vaccins behandeld : - een korte geschiedenis van vaccins en vaccineren - de verschillende categorieën van vaccins - de bereidingswijze van vaccins - een overzicht van de bestaande vaccins, met bijzondere aandacht voor rDNA vaccins - het gebruik van vaccins, aandacht wordt besteed aan vaccinatieschema's, maar ook de vaccinaties voor risicogroepen worden besproken 17
Deel 4: Antibiotherapie 1,6 studiepunten, 14 contacturen, W. Peetermans, KU Leuven De student verwerft kennis en inzicht in de basisprincipes van klinische infectiologie en antibiotherapie. De microbiologische basisprincipes (de identificatie van het oorzakelijk microörganisme, in vitro gevoeligheid, resistentiemechanismen) worden toegelicht door middel van Belgische epidemiologische gegevens over de voornaamste pathogenen. De (gekende) farmacologische basisprincipes (farmacokinetiek, farmacodynamica, geneesmiddelen-interacties) worden geïllustreerd voor de voornaamste klassen van antimicrobiële geneesmiddelen. Hun belang voor therapeutisch succes en preventie van resistentieontwikkeling wordt toegelicht aan de hand van klinische indicaties (bv. pneumonie, kathetersepsis, vreemd-lichaaminfecties, meningitis, etc). De klinische basisprincipes van rationele antibiotherapie vertrekken vanuit een correcte diagnose en indicatiestelling. De concrete invulling van empirische therapie, gerichte therapie (na identificatie van het oorzakelijk microörganisme en zijn gevoeligheidsprofiel) en profylaxe (met inbegrip van perioperatieve antibioticaprofylaxe) wordt toegelicht aan de hand van enkele relevante ziektebeelden. De opdracht en de werking van de antibioticabeleidscommissie en de formulariumcommissie worden uitgelegd. De ontwikkeling, lokale implementatie, opvolging en evaluatie van evidencebased guidelines over antimicrobiële therapie worden besproken. De bijdrage van ziekenhuishygiëne-maatregelen aan het infectiologie-beleid in het ziekenhuis wordt benadrukt. Deel 5. Cytostatica 1,6 studiepunten, 14 contacturen, G. Verhoef, KU Leuven Als inleiding wordt het begrip 'kwaadaardige ziekte' uitgelegd, worden relevante epidemiologische gegevens in herinnering gebracht en komt de biologie van kanker ter sprake. Voorts wordt aandacht besteed aan de klinische aanpak van kanker, diagnosestelling, stagering en behandelingsmogelijkheden. De keuze van het cytostaticum, het voorspellen van klinisch antwoord en de rationale van combinatiechemotherapie, inclusief hoge dosischemotherapie, worden besproken. De verschillende groepen van cytostatica worden achtereenvolgens besproken met nadruk op het werkingsmechanisme: - endocriene therapie bij kanker - alkylerende cytostatica - cisplatinum en analogen - antimetabolieten - topo-isomerase interactieve cytostatica - antimicrotubulaire cytostatica - differentiatie-bevorderende agentia - andere cytostatica - biological response modifiers - ongeconjugeerde en geconjugeerde monoklonale antistoffen bij de behandeling van kanker - de nieuwe/experimentele vormen van antikankerbehandeling waaronder de 'signal-tranductioninhibitors’. Tevens wordt aandacht besteed aan supportieve zorgen tijdens chemotherapie, aan resistentievorming, verschillende resistentiemechanismen en middelen om resistentie te omzeilen en farmacokinetiek. Ook de laattijdige complicaties van chemotherapie komen ter sprake.
18
Deel 6. Enterale en Parenterale voeding 1 studiepunt, 6 contacturen, L. De Pourcq, KU Leuven Voedingsbestanddelen en –behoeften Bepalen van de voedingstoestand Hoe een keuze maken tussen enterale en parenterale voeding Enterale voeding Parenterale voeding Enterale en Parenterale voeding voor toediening thuis (Home TEN en Home TPN) • Materialen nodig voor de toediening van Enterale en Parenterale voeding • • • • •
6. Fysiopathologie: capita selecta: 4 studiepunten, 30 contacturen; I. Derdelinckx, coördinator, KU Leuven, 15 u en J. Wauters, KU Leuven, 10 u Doelstelling: Toekomstige ziekenhuisapothekers de nodige geneeskundige wetenschappelijke basis bij te brengen i.v.m. ziektemechanismen en behandelingen van aandoeningen die typisch in het ziekenhuis thuishoren. Inhoud: Ziektebeelden en behandeling die typisch thuishoren in de ziekenhuisgeneeskunde, en als dusdanig zeer weinig of niet aan bod kwamen in de verschillende vakken van de basisopleiding, worden systematisch en gedetailleerd uitgewerkt: gebruik van bloed en bloedderivaten; schimmelinfecties; virale infecties (herpesvirussen, CMV, en vooral HIV); algemene aspecten van transplantatie; intoxicaties; intensieve zorgengeneeskunde: shock, ARDS, multi-orgaanfalen, beademing, nosocomiale infecties.
7. Organisatie en Beheer van de ziekenhuisapotheek: 5 studiepunten, 40 contacturen; H. Collier (VUB, 10 u), A. Somers (UGent, 5 u), J. Swartenbroekx (UAntwerpen, 15 u), L. Willems (coördinator, KU Leuven, 10 u) Doelstellingen: Inzicht verschaffen in de organisatie van de ziekenhuisapotheek nodig om op bedrijfsmatige manier te voldoen aan de wettelijke opdrachten en farmaceutische zorgverlening. Inhoud: 1. Beheer van de ziekenhuisapotheek Module 1: Inleiding (AS) Opdracht van de ziekenhuisapotheek: Plaats van de ziekenhuisapotheek in het organigram De relatie van de ziekenhuisapotheek met de andere ziekenhuisafdelingen Overzicht wetgeving e.a. regelgeving m.b.t. de ziekenhuisapotheek Module 2: Administratief en financieel beheer (JS) 19
Het algemeen rekeningstelsel van het ziekenhuis (MARZ) De positionering van de ziekenhuisapotheek binnen het MARZ De financiële exploitatie van de ziekenhuisapotheek De balansrekening van de ziekenhuisapotheek De diverse geldstromen van de ziekenhuisapotheek De verschillende soorten financieringsmechanismen De B5 financiering Tarificatieregels voor de verschillende soorten geneesmiddelen en medisch materiaal Forfaitaire vergoedingssystemen Soorten patiënten RIZIV, RIZIV overeenkomsten, Bijzonder solidariteitsfonds Praktische oefeningen tarificatie Module 3: Aankoop en goederenlogistiek in het ziekenhuis (JS) Het inkoopbeleid Het voorraadbeleid met bespreking van de verschillende modellen Material management Logistieke stromen: pull en pushsystemen De leveranciersevaluatie Module 4: Geneesmiddelenproductie in het ziekenhuis (LW) GMP: aandachtspunten voor het ziekenhuis Specifieke bereidingstechnieken Semi-industriële bereidingen PICS Module 5: Personeelsbeleid (HC) Personeelsmotivatie Personeelsevaluatie Vorming en bijscholing Vergadertechnieken Omgaan met conflicten Module 6: Het jaarverslag en beleidsplan van de ziekenhuisapotheek (HC) Boordtabellen Databeheer in het ziekenhuis Soorten rapporteringen Module 7: Informatica en de ziekenhuisapotheek (HC) 2. Organisatie van de klinische functie van de ziekenhuisapotheker Module 8: Het distributiesysteem voor geneesmiddelen (LW) Soorten distributiesystemen Geautomatiseerde distributiesystemen Module 9: Het formulariumsysteem: MFC, CMM, ABTBG (AS) Het Medisch farmaceutisch comité Het geneesmiddelenformularium Selectie van geneesmiddelen: 20
• Selectiecriteria • Farmaco-economie als criterium: het ziekenhuisperspectief • Selectietechnieken: de consensus en multi-attribute Beheersing van het geneesmiddelenverbruik • Het beïnvloeden van het voorschrijfgedrag • Drug Use Review Bevorderen van een goed geneesmiddelengebruik • Evicence based medicine en Clinical Pathways • Drug Use Evaluation Module 10: Geneesmiddelenbewaking en farmacovigilantie (HC) Evaluatie van het distributiesysteem ADR en ADE Fouten en incidentmelding Module 11: De ziekenhuisapotheek en klinische studies (LW) GCP voor klinische studies Module 12: De integrale kwaliteitszorg in de ziekenhuisapotheek (JS) Begrippen van kwaliteit: ISO, EFQM, IKZ, intercollegiale toetsing Operational Excellence: Lean, Kanban, Six Sigma, Kaizen, JIT
8. Wetgeving: 3 studiepunten, 22,5 contacturen; C. Decoster (KU Leuven en UGent) Doelstelling De student kennis laten verwerven in ziekenhuismanagement, meer bepaald de verschillende elementen die het ziekenhuisbeleid vanuit de wetgeving beïnvloeden. Inhoud In deze cursus worden de verschillende aspecten uit de ziekenhuiswetgeving behandeld, met name: de belangrijkste wetten, de begrippen, de adviesorganen, de bouwpolitiek, de programmatie, de erkennings- en kwaliteitsvereisten, de financiering, het statuut van de belangrijkste beroepen in het ziekenhuis zoals de arts, de verpleegkundige en de apothekers.
9. Inleiding tot klinische farmacie: 4 studiepunten, 37 contacturen; J. Leys (UAntwerpen), A. Somers (UGent), I. Spriet (coördinator, KU Leuven), S. Steurbaut (VUB) Doelstelling De student vertrouwd maken met de basisprincipes en verschillende aspecten van de klinische farmacie, zodat hij tijdens zijn stage ter beroepsbekwaming voldoende gevormd is om klinische farmacie in de praktijk toe te passen op verschillende ziekenhuisafdelingen. Inhoud • Lesdag 1: Interpretatie van biochemische laboparameters (6 uur) - hematologie, nierfunctie, leverfunctie, infectieparameters – Isabel Spriet - elektrolyten – Karolien Walgraeve - stolling – Lorenz Van der Linden
21
• Lesdag 2: transmurale zorg/medication reconciliation en evidence based pharmacy (7 uur) - Transmurale zorg – opname: Sabrina De Winter - Transmurale zorg – ontslag: Stephane Steurbaut - Evidence based pharmacy: Filip Cools - Omgaan met richtlijnen: Ina Van den Borre • Lesdag 3: Klinisch farmaceutische evaluatie van de patiënt (medicatie review), documentatie van interventies en veilig toedienen van geneesmiddelen (6 uur) - Medicatie review: Annemie Somers - Documentatie van interventies: Barbara Claus - Veilig toedienen van geneesmiddelen: Katrien Cosaert • Lesdag 4: Klinisch apotheker op… : (6 uur) - Chirurgische diensten: Inge Sluyts - Oncologie: Tine Hendrickx - Intensieve Zorgen: Isabel Spriet - Multidisciplinair team infectiologie: Franky Buyle • Lesdag 5: Toegepaste PK en TDM en interacties: (6 uur) - Basisbegrippen farmacokinetiek: Pieter De Cock - Therapeutic Drug Monitoring: Pieter De Cock - Farmacogenetica: Pieter De Cock - EUCAST: Isabel Spriet - Geneesmiddeleninteracties: Isabel Spriet - Doseren van antibiotica: Isabel Spriet • Lesdag 6: Casuïstiek, zowel voorbereid door lesgevers als door studenten (6 uur)
Extra tijdens de stages Tijdens jaar 1 & 2 - 2 x vergadering antibioticabeleid bijwonen - 2x vergadering Medisch Farmaceutisch Comité (MFC) bijwonen - 1 subcomité van het MFC voorbereiden- 1 abstract en poster uitschrijven
10. Inleiding tot management: 3 studiepunten, 22,5 u hoorcollege; P. Gemmel (UGent) Doelstelling Dit opleidingsonderdeel moet aan de studenten een algemeen inzicht geven in de hieronder opgesomde aspecten zodat deze in het vak Organisatie en Beheer van de Ziekenhuisapotheek kunnen worden toegepast: • ziekenhuis als organisatie • financieel management (evalueren van balans, debet/credit) • procesmanagement • induceren van verandering, performantie en kwaliteit onderhandelen en communiceren. Inhoud 1. Het ziekenhuis als dienstorganisatie 2. Procesmanagement a. Procesanalyse en verbetering b. Logica in de processen c. Lean, 6 Sigma, … (kort toelichten) 3. Veranderingen induceren en begeleiden Hoe strategische innovaties plannen 22
4. Sturing en evaluatie van de performantie 5. Financiëel management: basisprincipes van bedrijfseconomie a. Basisprincipes van bedrijfseconomie b. Financiële balans lezen c. Boordtabellen (BSC) 6. Onderhandelen en communiceren a. People management en Leiderschap b. Verkoopstechnieken 11. Masterproef: 16 studiepunten, 480 u; H. Collier (VUB), A. Somers (UGent), J. Swartenbroekx (UAntwerpen), L. Willems (coördinator, KU Leuven) Doelstelling De doelstelling hiervan is dat de student leert een probleem en de onderzoeksweg voor de oplossing ervan correct te omschrijven, efficiënt en zelfstandig onderzoek aangaande dit probleem te verrichten, de onderzoeksresultaten kritisch te analyseren en zo te komen tot een zelfstandig oordeel dat deskundig wordt samengevat in een scriptie. Inhoud De student zal tijdens zijn stage in een ziekenhuis een probleem in verband met ziekenhuisfarmacie uitdiepen, waarbij hij/zij gebruik zal maken van literatuuronderzoek en zelfstandig onderzoek (experimenten, ondervraging van patiënten en artsen, onderzoek van literatuurgegevens, enquêtes, …) en de resultaten kritisch analyseren en samenvatten in een scriptie.
Cursusmateriaal Zie https://pharm.kuleuven.be/ZHapotheek/Cursusmateriaal.html (toegang alleen via gebruikersnaam en paswoord)
23
Stage voor het verwerven van de vereiste beroepsbekwaming De stage behoort niet tot de academische opleiding en staat onder toezicht van de Erkenningscommissie Ziekenhuisfarmacie. Deze gemengde nationale commissie is samengesteld uit leden van de beroepsverenigingen van ziekenhuisapothekers en ZAP-leden van de universiteiten. De stage kan alleen gelopen worden in ziekenhuisapotheken die daartoe erkend werden door de Erkenningscommissie. Vermits sommige stageplaatsen niet alle aspecten van beroepsbekwaming kunnen aanbieden, is het mogelijk dat een student een gedeelte van de stage op een tweede stageplaats zal moeten lopen. De stagemeester verschaft hierover informatie bij het overleg tussen kandidaat-stagiair en stagemeester. Ten laatste 6 maanden na de start van de academische opleiding legt de student een stageplan ter goedkeuring voor aan de minister (erkenningscommissie). Een sjabloon voor het stageplan en het stageboek is beschikbaar op de website van de opleiding: http://pharm.kuleuven.be/ziekenhuis/index.htm
Inhoud en timing van stage De praktische opleiding tijdens de drie jaren zal gestructureerd zijn in vier blokken (volgorde zal verschillen tussen verschillende studenten, afhankelijk van mogelijkheden en planning in de stage-ziekenhuisapotheek). Een eerste blok is gepland tussen het einde van de examens van het eerste academiejaar en het begin van het tweede academiejaar. De drie overige blokken zijn gepland tijdens het tweede en het derde jaar van de opleiding. Op basis van de werkzaamheden tijdens deze stage en in samenspraak met de stagemeester maakt iedere student een masterthesis (die wel een opleidingsonderdeel is van de academische opleiding) die wordt afgeleverd en voorgesteld bij het einde van de opleiding. Meer gedetailleerde informatie over de masterproef volgt verder. Module 1: Distributie – – – – – – – – – – – – – – – –
Organisatie en beheer ziekenhuisfarmacie en geneesmiddelendistributie Aankoop – en voorraadbeheer Elektronisch voorschrift Organisatie van geneesmiddelendistributie: procedures en uitvoering Unit-dose/herverpakking/barcodering Validatie geneesmiddelendistributiesysteem en opvolging en controle op toediening Narcotica, high-risk medicatie, … Automatische verdeelsystemen Facturatie, tarificatie en boekhouding Inzicht in exploitatierekening ziekenhuisapotheek (kostensoorten/kostenplaatsen) Beantwoorden vragen van artsen en verpleegkundigen Documentatiebronnen … Klinische studies Good Clinical Practices: drug accountability, randomisatiecodes … Compassionate use, medical need programma, medische stalen, …
24
Module 2: Nosocomiale infecties • Ziekenhuishygiëne en centrale sterilisatie – Reinigingsprocedures en sterilisatieprocedures (stoom, gas, waterstofperoxide,…) – Verpakkingsmaterialen – Opslag, controle en validatie – Antiseptica en desinfectantia – Bijwonen comité ziekenhuishygiëne • Beheer van de antibioticatherapie – Antibiogram, dosering bij nierinsufficiëntie, IV-PO procedures – Bijwonen antibioticabeleidsgroep • Organisatie en beheer van de distributie van medische hulpmiddelen en gelijkgestelde producten – Materiaaleisen en selectie: het opstellen van een lastenboek – Stockbeheersysteem – Distributie – Materialenkennis – Tarificatieregels – Bijwonen Comité voor Medische Materialen Module 3: Klinische farmacie • Klinische farmacie en farmaceutische zorg – Bij voorkeur op 1 medische en 1 chirurgische discipline – Bijwonen werkgroepen klinische farmacie (SIG) – Voorbereiding en opstellen evaluatierapport voor nieuwe geneesmiddelen – Voorbereiding en analyse van verbruikgegevens – Bijwonen vergaderingen van MFC en ondersteunende werkgroepen Module 4: Bereidingen – Chemotherapie – Bereidings- en manipulatietechnieken – Praktische uitvoering – Voorzorgsmaatregelen • Radiofarmaca • Productie • Magistrale bereidingen • Steriele bereidingen – Procedures, uitvoering – Elementen • Protocollering • Kwaliteitscontroles • Uitvoering • GMP • LAF-kasten en isolatoren • Validatie apparatuur (bv weegschalen, LAF kasten, …) • Kwaliteitsborging Keuze en toekenning van stageplaats De stageplaats wordt toegewezen door de Erkenningscommissie Ziekenhuisfarmacie na overleg met de stuurgroep. 25
De studenten van het eerste opleidingsjaar ontvangen tijdens de eerste week van het academiejaar een lijst van de ziekenhuizen die erkend zijn als stageziekenhuis voor ziekenhuisfarmacie in Vlaanderen en Brussel. Uiterlijk op 15 oktober bezorgen zij aan Mevr. Verheyen, studentensecretaris, een lijst met 5 van deze ziekenhuizen waar zij bij voorkeur stage willen lopen, gerangschikt van 1 tot 5 in dalende volgorde van voorkeur. Uiterlijk op 31 oktober ontvangen de studenten bevestiging welk hun stageziekenhuis wordt en de naam van hun stagemeester. In de periode november tot maart nemen de studenten contact op met hun stagemeester voor kennismaking en afspraken in verband met de eerste periode van 16 weken stage tussen 20 april en 30 september. Samen met hun stagemeester stellen de studenten eveneens een stageplan op dat zij vóór 31 maart van het eerste opleidingsjaar aangetekend bezorgen aan de erkenningscommissie. Eveneens vóór 31 maart van het eerste opleidingsjaar vragen de studenten hun voorlopige erkenning als Ziekenhuisapotheker aan bij de minister (cfr. KB van 22 oktober 2012 ivm de erkenning van de ziekenhuisapotheker). Zij gebruiken daartoe een door de erkenningscommissie ter beschikking gesteld formulier (zie website). Verzekering tijdens de stage Vermits de stage geen deel uitmaakt van het academisch opleidingsprogramma en de student tijdens het eerste opleidingsjaar geen arbeidscontract ontvangt voor de stage tussen 20 april en eind september, is een bijkomende verzekering (tegen ongevallen en burgerlijke aansprakelijkheid) voor deze stageperiode noodzakelijk. Daartoe bieden de vier deelnemende universiteiten elk een speciale opleiding aan (‘Ziekenhuisstage’; exacte naam verschilt aan de respectieve universiteiten) die deze verzekering garandeert. Informatie over deze opleiding kan verkregen worden bij het studentensecretariaat van iedere deelnemende faculteit. De studenten van het eerste opleidingsjaar zijn verplicht zich in te schrijven voor deze opleiding aan één van de deelnemende universiteiten.
Financiering tijdens de stage Tijdens het eerste opleidingsjaar is geen financiële ondersteuning van de studenten mogelijk. Het tweede en derde opleidingsjaar bestaan hoofdzakelijk uit het verwerven van praktische beroepsbekwaming als ziekenhuisapotheker. De ziekenhuisapotheker in opleiding bezit dan ook reeds een voorlopige erkenning als ziekenhuisapotheker en wordt tijdens de stage ingeschakeld in de werkzaamheden van de ziekenhuisapotheek. De minister van Volksgezondheid heeft een budget ter beschikking gesteld dat toelaat aan de ziekenhuisapothekers in opleiding tijdens het tweede en derde opleidingsjaar een financiële ondersteuning te geven onder vorm van een arbeidscontract. Vermits dit budget elk jaar opnieuw moet toegekend worden, zal bij het begin van het tweede en derde opleidingsjaar concrete informatie gegeven worden over de situatie betreffende deze financiering.
26
Richtlijnen en aanbevelingen in verband met de masterproef Voor het behalen van de mastertitel en het verkrijgen van de bijzondere beroepstitel van ziekenhuisapotheker dient de student een scriptie voor te leggen waarbij hij/zij aantoont dat hij/zij het vakdomein van de ziekenhuisfarmacie begrijpt, beheerst en een onderzoeksingesteldheid heeft in het vakdomein.
Inhoud van de Masterproef De ziekenhuisapotheker in opleiding zal tijdens het tweede en vooral het derde opleidingsjaar een onderwerp uit de hieronder opgesomde domeinen uitdiepen. Uiterlijk tegen 15 september van het eerste opleidingsjaar zal de ziekenhuisapotheker in opleiding samen met de begeleider het onderwerp definiëren en de mogelijkheden voor het onderzoek verkennen, meer in het bijzonder de haalbaarheid in het ziekenhuis (of ziekenhuizen) waar het onderzoek zal doorgaan. Het voorstel zal worden getoetst door de stagemeester en een academische promotor. Het voorstel wordt samengevat in een wetenschappelijk format op 1 A4 pagina. De masterproef kan twee basisvormen aannemen: een literatuurstudie of een empirisch onderzoek. De tweede vorm is te verkiezen. Bij een literatuurstudie wordt literatuur rond een duidelijk afgebakende onderzoeksvraag opgezocht en doorgenomen. In het kader van de masterthesis voor ziekenhuisapothekers moet de literatuurstudie gericht zijn op het formuleren van therapeutische aanbevelingen (richtlijnen) of ten behoeve van de duiding van een case-study (interactie, bijwerking) die afwijkt van het normaal verwachte patroon. De student maakt een oorspronkelijke en kritische analyse en synthese, waarin de verschillende bronnen met elkaar geconfronteerd worden om een afgewogen oordeel over de meest waarschijnlijke stand van zaken te geven. Het enkel naast elkaar plaatsen van uit de literatuur overgenomen fragmenten is geen literatuuronderzoek en voldoet niet als masterproef. De literatuurstudie moet duiding geven over de huidige kennis en kennisleemte van een probleem, aangevuld met mogelijk aanbevelingen hoe verdere kennis kan verzameld worden. De kwaliteit moet zodanig zijn dat de tekst, eventueel mits verbeteringen en enkele aanvullingen, van zodanige kwaliteit is dat de studie kan gepubliceerd worden. Twee vormen van empirische studies zijn mogelijk als onderzoek in het kader van de masterproef. Enerzijds kan de empirische studie gericht zijn op het toetsen van een bepaalde hypothese, theorie of model. Anderzijds kan de masterproef tot doel hebben informatie te verzamelen die bijdraagt tot de ontwikkeling of formulering van een hypothese of model, of tot de ontwikkeling van een oplossing voor een praktisch probleem (processen). Ongeacht de basisdoelstelling van een empirische studie, kan bij de uitwerking ervan gekozen worden voor een kwantitatieve of kwalitatieve benadering. Empirisch onderzoek is steeds gebaseerd op en/of gekaderd binnen de bestaande wetenschappelijke literatuur. Indien deze literatuurstudie of dit literatuuroverzicht deel uitmaakt van een bestaande masterproef, kan het volstaan enkel te refereren naar dit werk. In de andere gevallen geeft de student een overzicht van de wetenschappelijke literatuur in de masterproef. Het empirisch onderzoek kan ook deel uitmaken van een groter onderzoek. De student kan dan met door anderen verzamelde gegevens werken of een secundaire analyse van voor andere doeleinden verzamelde gegevens uitvoeren. De promotor bewaakt dat de opdracht die de student dan opneemt in overeenstemming is met het aantal studiepunten (16 studiepunten komen 27
overeen met 400 tot 480 u studietijd). Het onderzoeksverslag moet (in de inleiding) duidelijk maken waaruit het aandeel van de student bestond. Domeinen (en voorbeelden): •
• • • • • • • •
Organisatie en beheer van de ziekenhuisfarmacie en het geneesmiddelendistributiesyteem Omvat eveneens volgende aspecten : procesbeheersing, kwaliteitsbeheersing, beheer van de geneesmiddeleninformatie Klinische proeven Ziekenhuishygiëne en centrale sterilisatie Beheer van de antibioticatherapie Organisatie en beheer van de distributie van medische hulpmiddelen en gelijkgestelde producten (met inbegrip van de taken van het Comité voor Medische Materialen) Klinische farmacie en farmaceutische zorg Omvat eveneens : taken van het Medisch Farmaceutisch Comité Chemotherapie Radiofarmaca Andere bereidingen waaronder magistrale bereidingen, steriele bereidingen
Het resultaat van het onderzoek wordt weergeven in de standaardvorm van het wetenschappelijke onderzoek, beginnend met een inleiding waarin het resultaat van een literatuurstudie wordt weergegeven en waar een of meerdere onderzoeksvragen worden gesteld. Vervolgens komt de bespreking van de methode(n) om de onderzoeksvragen op te lossen en verder de weergave van de resultaten. In de discussie zal de ziekenhuisapotheker in opleiding zijn/haar resultaten vergelijken met de informatie die hij/zij terugvond in de literatuur. Hierbij zal hij/zij in de mate van het mogelijke een aanzet geven voor verder onderzoek zodat binnen de eigen beroepsgroep en/of in het betrokken ziekenhuis het onderzoek door volgende ziekenhuisapothekers in opleiding kan worden verder gezet. Het geheel zal worden afgesloten met een conclusie. In Het verdient de voorkeur dat de opleider samen met ziekenhuisapotheker in opleiding de meesterproef kan omvormen tot aanbieding voor publicatie in een nationaal of internationaal tijdschrift, of als posterpresentatie op een congres of symposium. Voor de mondelinge voorstelling zal de ziekenhuisapotheker in opleiding zich houden aan de aanbevelingen die in het studie-opleidingsprogramma nader worden toegelicht. Begincompetenties Eindcompetenties van de Master in de Farmaceutische Zorg of de Master in de Geneesmiddelenontwikkeling of de beoogde competenties op een andere manier hebben verworven. Eindcompetenties Voor empirisch onderzoek gelden volgende competenties: • een heldere probleemstelling en doelstelling kunnen formuleren; • de keuze voor het onderzoeksdesign in de tekst kunnen motiveren; • de keuze van de gehanteerde dataverzamelingsmethode en de data-analytische techniek kunnen motiveren; 28
• de resultaten op overzichtelijke wijze kunnen voorstellen; • correcte conclusies kunnen formuleren; • bij de bespreking van de resultaten kunnen terugkoppelen naar de probleemstelling, waarbij aandacht wordt besteed aan de meerwaarde en aan de beperkingen van het eigen onderzoek; • de implicaties van het onderzoek kunnen toelichten; • het onderzoek kunnen uitvoeren overeenkomstig ethische regels; • op duidelijke manier kunnen rapporteren aan de hand van aangepaste tabellen, figuren en grafieken, ter verduidelijking van de verkregen resultaten Een aantal van bovenstaande criteria geldt ook voor een literatuurstudie. Bijkomende specifieke competenties voor een literatuurstudie zijn: • literatuur adequaat kunnen selecteren met oog voor de relevantie met betrekking tot de probleemstelling; • het probleem op adequate wijze kunnen definiëren en verduidelijken; • vorig relevant onderzoek kunnen samenvatten zodat de lezer geïnformeerd wordt over de huidige status quaestionis; • relaties, contradicties of leemtes in de relevante literatuur kunnen identificeren. Masterthesis De masterthesis (in te dienen in 3 exemplaren en in digitale vorm) moet getypt en ingebonden zijn. De masterthesis bevat tevens een inhoudsopgave en een literatuurlijst.
Vakinhoudelijke studiebegeleiding Uitvoering van de masterproef De student krijgt uiterlijk in mei van het eerste opleidingsjaar een ziekenhuisapotheker-lesgever van het opleidingsonderdeel ‘Organisatie en Beheer van de ziekenhuisdapotheek’ toegewezen als promotor van de masterproef. De student stuurt tegen 15 september van het eerste opleidingsjaar (dus bij het einde van het eerste stageblok) de voorgestelde titel met een korte beschrijving van de probleemstelling en de geplande methoden en experimenten (maximum 1 A4 pagina) naar zijn promotor. Die oordeelt of het onderwerp past in de opleiding, voldoende duidelijk is omschreven en een basis kan zijn om het “ meesterschap” aan te tonen en bezorgt vóór 15 oktober van het tweede opleidingsjaar zijn/haar beoordeling, opmerkingen en suggesties aan de student. De student stuurt dan de korte beschrijving van de voorgestelde masterproef naar zijn/haar faculteit waar de bevoegde instantie oordeelt of het voorstel van masterproef voor goedkeuring moet voorgelegd worden aan de Ethische Commissie die bevoegd is voor het stageziekenhuis (concrete informatie over de juiste procedure beschikbaar op het studentensecretariaat van iedere faculteit). In betreffend geval vraagt de student in samenspraak met zijn/haar stagemeester deze toelating aan bij de Ethische Commissie en stuurt uiterlijk op 20 december een kopie van de toelating naar de promotor en het coördinerend studentensecretariaat (
[email protected]). Na de start van het praktische werk voor de masterproef -vanaf januari van het tweede opleidingsjaar- overlegt de student op regelmatige basis met zijn/haar promotor over inhoud en voortgang van de masterthesis en stuurt minstens tweemaal per academiejaar een kort verslag van de vorderingen naar de promotor. Concrete richtlijnen hierover worden nog meegedeeld. Een tussentijdse evaluatie is voorzien of kan door de student op eigen initiatief worden gevraagd aan de promotor. 29
Voorstelling van de masterproef De student stelt in juni van het derde opleidingsjaar de masterthesis voor bij middel van een power point presentatie. Aan de hand van het eindwerk toont de student aan dat hij/zij tijdens de stage de vereiste kennis en ervaring heeft opgebouwd en dat hij/zij als ziekenhuisapotheker kan functioneren.
Bijlage voorbeeld indeling masterproef bij empirische studies Om de creativiteit niet in de kiem te smoren, worden hieronder alleen structurele richtlijnen en tips gegeven betreffende elk onderdeel van de eindverhandeling. De aangegeven volumes zijn richtinggevend, en kunnen verschillen naargelang vakgebied en onderwerp. Titelblad: De titelpagina maakt ten minste melding van de volgende aanduidingen:
• Interuniversitaire opleiding Master in de Ziekenhuisfarmacie • Universiteit Faculteit Farmaceutische Wetenschappen • Academiejaar 20. . - 20. . • Titel van de masterproef • Naam van de student • Naam van de stagemeester en academische promotor • Het totale aantal pagina's bedraagt maximaal 50.
Voorwoord 0,5 tot 1 blz Maakt geen deel uit van de masterproef Is persoonlijk! Kan bijvoorbeeld het volgende bevatten: dankwoord aan personen die hebben bijgedragen tot het realiseren van de masterproef, waarom voor dit onderwerp gekozen werd, verloop van het thesisproces… Samenvatting 1 blz, 300 woorden Beknopte samenvatting van doelstelling, methodiek, resultaten en besluit. Het is een zeer belangrijk onderdeel van je masterproef. Schenk er voldoende tijd en aandacht aan. Enkel tekst, geen tabellen of figuren Inleiding: Literatuurstudie Max 15 blz Grondige literatuurstudie: • Korte algemene situering van het onderwerp binnen een ruimer kader • Grondige diepgaande analyse van bestaande informatie over het specifiek onderwerp (≠ plakboek van verwijzingen naar artikels, wel een geïntegreerd verhaal!) 30
• Zorg dat de lezer voldoende informatie krijgt om resultaten te kunnen verstaan, evalueren en interpreteren De inleiding eindigt met: 1. Specifieke probleemstelling die nut of belang van de ondernomen studie aantoont 2. Specifieke onderzoeksvragen en/of hypothesen Methoden Max 5 blz Populatie • Manier van rekrutering of selectie proefpersonen • Aantal proefpersonen (leeftijd, geslacht, lichaamslengte, gewicht,…) • Drop-out aantal, redenen drop-out (indien nodig resultaten drop-out analyse) Procedure • Soort onderzoek (beschrijvend, experimenteel, longitudinaal…) • Manier van dataverzameling • Meetmomenten Meetinstrumenten • Eenduidige beschrijving van gebruikte meetapparatuur / vragenlijsten • Verantwoording keuze van deze instrumenten (validiteit en betrouwbaarheid) Data analyse • Bewerkingen uitgevoerd op ruwe data • Statistische analyses • Significantiedrempel Resultaten Max 10 blz Enkel rapportering (tabellen / figuren: zie 4.6.), geen interpretatie van de resultaten Discussie Max 5-10 blz Antwoord op de onderzoeksvragen Interpretatie van resultaten (niet louter herhalen van resultaten!) Verhouding eigen resultaten – literatuur (overeenkomst of tegenspraak? – verklaring?) Zoek verklaringen (bv waarom geen significantie?), wijs op eigenaardigheden! Niet alle resultaten dienen besproken te worden, enkel de meest relevante (dit kunnen zowel significante als niet significante verschillen / gelijkenissen zijn) Let wel: gegevens die niet bij de resultaten vermeld werden, kunnen ook hier niet aangehaald worden. Het kan nuttig zijn te wijzen op de beperkingen van de methodieken / het onderzoek Richtlijnen voor verder onderzoek en/of praktische implicaties Korte besluitvorming (enkele zinnen) Bibliografie Refereren en opstellen van de bibliografie moet gebeuren volgens de richtlijnen van een bepaald tijdschrift, maar in ieder geval consistent op dezelfde wijze voor alle referenties. Bijlagen Eventuele brieven Informed consent of contracten proefpersonen Vragenlijsten of gebruikte instrumenten / meer gedetailleerde uitleg methodieken Eventueel tabellen of figuren indien er te veel zijn om tussen tekst te voegen. 31
Belangrijke data Kandidaat-studenten 31 januari van het jaar waarin men eind september de studies wil aanvatten: uiterste datum voor kandidaatstelling (via e-mail) om toegelaten te worden tot de opleiding (zie formulier op website http://pharm.kuleuven.be/ziekenhuis/index.htm) In februari volgt een schriftelijke selectieproef die mee bepalend is of een kandidaat wordt uitgenodigd voor een selectiegesprek, dat doorgaat vóór 15 april. Uiterlijk op 30 april wordt het resultaat van de selectie bekend gemaakt. Eerste opleidingsjaar 15 oktober: uiterste datum voor het indienen van een lijst van 5 stageziekenhuizen (uit de ter beschikking gestelde lijst van erkende stageziekenhuizen) waar de student bij voorkeur stage wil lopen 31 oktober: student wordt op de hoogte gebracht van de hem/haar toegewezen stageplaats. In de periode november tot maart nemen de studenten contact op met hun stagemeester voor kennismaking en afspraken in verband met de eerste periode van 16 weken stage tussen 20 april en 30 september. 15 februari: uiterste datum voor het indienen van het verslag over het practicum ‘Radiofarmaca’ 31 maart: uiterste datum voor het indienen van het stageplan en van de aanvraag tot voorlopige erkenning bij de Erkenningscommissie Ziekenhuisapotheker 15 september: uiterste datum voor het indienen van de voorgestelde titel en korte beschrijving van de masterproef bij de academisch promotor en op het coördinerende studentensecretariaat 30 september (einde van eerste stageblok): uiterste datum voor de stagemeester om een ondertekende kopie van het stageboek en een evaluatie over de prestaties van de stagiair in te dienen bij de erkenningscommissie (sjabloon beschikbaar bij erkenningscommissie) Tweede opleidingsjaar 15 oktober: uiterste datum van feedback vanwege de academisch promotor over de voorgestelde titel en korte beschrijving van de masterproef 20 december: uiterste datum voor kennisgeving aan het studentensecretariaat van het advies van een ethische commissie over de voorgestelde masterproef (eventueel: geen toelating vereist, geattesteerd door facultaire commissie) 31 maart: kort rapport naar academisch promotor over vorderingen met masterproef 30 september (einde van tweede opleidingsjaar): kort rapport naar academisch promotor over vorderingen met masterproef 30 september (einde van tweede opleidingsjaar): uiterste datum voor de stagemeester om een ondertekende kopie van het stageboek en een evaluatie over de prestaties van de stagiair tijdens 32
het tweede opleidingsjaar in te dienen bij de erkenningscommissie (sjabloon beschikbaar bij erkenningscommissie Derde opleidingsjaar 30 september (begin van derde opleidingsjaar): rapport naar academisch promotor over vorderingen met masterproef 31 maart: rapport naar academisch promotor over vorderingen met masterproef 31 mei: uiterste datum voor het indienen van de masterproef 30 september (einde van de opleiding): uiterste datum voor de stagemeester om een ondertekende kopie van het stageboek en een evaluatie over de prestaties van de stagiair tijdens het derde opleidingsjaar in te dienen bij de erkenningscommissie
33
Coördinaten van de docenten ♦
♦
♦
♦
♦
♦
Guy Bormans (KU Leuven) Faculteit Farmaceutische Wetenschappen, KU Leuven Laboratorium voor Radiofarmacie Onderwijs en Navorsing 2, Bus 821 Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel.: 016 33 04 47 Fax: 016 34 38 91 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Radiofarmaca en contrastverhogende producten (hoorcolleges en practica) Vicky Caveliers (VUB) Universitair Ziekenhuis Brussel Nucleaire Geneeskunde Laarbeeklaan 101, BE-1090 Brussel Tel: 02 477 50 51 Fax: 02 477 50 17 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Practicum Radiofarmaca Jan Ceuppens (KU Leuven) Faculteit Geneeskunde, KU Leuven Afdeling Allergie en Immunologie UZ Gasthuisberg, Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel.: 016 34 38 05 (secretariaat, zoemer 43804) Fax: 016 34 38 35 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Farmacotherapie: Capita Selecta; deel 2: Immunofarmacologie Hilde Collier (VUB) Apotheek Universitair Ziekenhuis Brussel Laarbeeklaan 101, BE-1090 Brussel Tel.: 02 477 52 61 Fax: 02 477 52 69 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Organisatie en beheer van de ziekenhuisapotheek Masterproef Sofie Craeye (UGent) Apotheek Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, BE-9000 Gent Tel.: 09 332 29 76 Fax: 09 332 49 64 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Medische hulpmiddelen en implantaten Christiaan Decoster (KU Leuven, UGent) Directeur-generaal Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van Voedselketen en Leefmilieu Directoraat-generaal Organisatie van de Gezondheidsvoorzieningen Eurostation II – 1e verdieping, Victor Hortaplein 40 bus 10, BE-1060 Brussel Tel.: 02 524 85 01 (NL) e-mail:
[email protected] leeropdracht: Wetgeving 34
♦
♦
♦
Ingrid De Meester (UAntwerpen) Universiteit Antwerpen Campus Drie Eiken gebouw S Departement Farmaceutische Wetenschappen Universiteitsplein 1, 2610 Wilrijk Tel.: 03 265 27 41 Fax: 03 265 26 85 e-mail :
[email protected] coördinator voor UAntwerpen Sarah de Mûelenaere (UGent) Apotheek Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, BE-9000 Gent Tel.: 0475 97 38 91 Fax: 09 332 49 64 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Medische hulpmiddelen en implantaten Lutgart De Pourcq (KU Leuven) Apotheek Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel.: 016 34 77 49 en 016 34 30 88 Fax: 016 34 77 34 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Farmacotherapie: Capita Selecta; deel 6: Enterale en parenterale voeding Inge Derdelinckx (KU Leuven) Afdeling Algemene Inwendige Geneeskunde UZ Gasthuisberg Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel.: 016 34 42 75 Fax: 016 34 42 30 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Fysiopathologie: Capita Selecta
♦
♦
Filip De Vos (UGent) Faculteit Farmaceutische Wetenschappen, Universiteit Gent Laboratorium voor Radiofarmacie, Vakgroep Farmaceutische Analyse Ottergemsesteenweg 460, BE-9000 Gent Tel.: 09 264 80 66 Fax: 09 264 80 71 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Radiofarmaca en contrastverhogende producten (hoorcolleges en practica) Alain Dupont (VUB) Faculteit Geneeskunde en Farmacie, VUB (Campus Jette) Klinische Farmacologie en Farmacotherapie Laarbeeklaan,103, BE-1090 Brussel Tel.: 02 477 64 11 en 02 477 64 32 Fax: 02 477 64 31 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Farmacotherapie: Capita Selecta; deel 1: Pijnbehandeling
35
♦
♦
♦
♦
♦
♦
♦
Paul Gemmel (UGent) Vakgroep Management, Innovatie en Ondernemerschap Tweekerkenstraat 2, 9000 Gent Tel.: 09 264 35 18 Fax: 09 264 78 88 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Inleiding tot management Dominique Janssens (UGent) Apotheek Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, BE-9000 Gent Tel.: 09 332 02 76 Fax: 09 332 49 64 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Medische hulpmiddelen en implantaten Roger Kemel (UAntwerpen) Departement Farmaceutische Wetenschappen, UAntwerpen Universiteitsplein 1, gebouw A BE-2610 Wilrijk Tel.: 03 265 27 31 Fax: 03 265 26 85 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Farmaceutische technologie voor het ziekenhuis John Leys (UAntwerpen) Universitair Ziekenhuis Antwerpen Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem Tel.: 03 821 39 45 Fax: 03 821 44 88 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Inleiding tot de klinische farmacie Tinne Leysen (VUB) UZ Brussel Apotheek Laarbeeklaan 101 1090 Jette Tel.: 02 477 52 60 Fax: 02 477 52 69 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Medische hulpmiddelen en implantaten Hans Nelis (UGent) Faculteit Farmaceutische Wetenschappen, UGent Laboratorium voor Farmaceutische Microbiologie Vakgroep Farmaceutische Analyse Ottergemsesteenweg 460, BE-9000 Gent Tel.: 09 264 80 91 Fax 09 264 81 95 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Ziekenhuishygiëne, deel 1: Ziekenhuishygiëne Willy Peetermans (KU Leuven) Afdeling Algemene Inwendige Geneeskunde - Infectieziekten U.Z. Gasthuisberg Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel.: 016 34 42 75 Fax: 016 34 42 30 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Farmacotherapie: Capita Selecta; deel 4: Antibiotherapie 36
♦
♦
♦
♦
♦
♦
Annemie Somers (UGent) Apotheek Universitair Ziekenhuis Gent De Pintelaan 185, BE-9000 Gent Tel.: 09 332 53 73 Fax: 09 332 49 74 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Klinische farmacie Organisatie en Beheer van de ziekenhuisapotheek Masterproef Isabel Spriet (KU Leuven) Apotheek Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg, KU Leuven Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel. 016 34 12 61 Fax: 016 34 30 84 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Klinische farmacie Stephane Steurbaut (VUB) UZ Brussel, Farmacotherapiecel Laarbeeklaan 101 - 1090 Brussel Tel.: 02 477 55 13 Fax: 02 477 64 31 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Klinische farmacie Farmacotherapie: Capita Selecta; deel 3: Bloedproducten en vaccins Jo Swartenbroekx (UAntwerpen) Universitair Ziekenhuis Antwerpen Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem Tel. 03 821 51 88 Fax: 03 821 44 88 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Organisatie en beheer van de ziekenhuisapotheek Medische hulpmiddelen en implantaten Masterproef Barbara Thiessen (UAntwerpen) Universitair Ziekenhuis Antwerpen Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem Tel. 03 821 54 67 Fax: 03 821 44 89 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Medische hulpmiddelen en implantaten Guy Van den Mooter (KU Leuven) Faculteit Farmaceutische Wetenschappen, KU Leuven Laboratorium voor Farmacotechnologie en Biofarmacie Onderwijs en Navorsing 2, Bus 921 Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel.: 016 33 03 04 Fax: 016 33 03 05 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Farmaceutische technologie voor het ziekenhuis
37
♦
♦
♦
♦
♦
♦
♦
Dominique Vanderghinste (UAntwerpen) Universitair Ziekenhuis Antwerpen Wilrijkstraat 10, 2650 Edegem Tel. 03 821 56 44 Fax: 03 825 33 08 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Practicum Radiofarmaca Annick Verbiest (KU Leuven) Apotheek Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg, KU Leuven Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel. 016 34 88 02 Fax: 016 34 30 84 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Medische hulpmiddelen en implantaten Jan Verhaegen (KU Leuven) Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg Afdeling Klinische en epidemiologische virologie, Laboratoriumgeneeskunde Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel.: 016 34 70 73 Fax: 016 34 79 31 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Ziekenhuishygiëne, deel 2: Antibiotica Gregor Verhoef (KU Leuven) Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg Laboratorium Experimentele Hematologie en afdeling Hematologie Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel.:016 34 68 80 Fax: 016 34 68 81 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Farmacotherapie: Capita Selecta; deel 5: Cytostatica Chris Vervaet (UGent) Faculteit Farmaceutische Wetenschappen, UG Laboratorium Farmaceutische Technologie Ottergemsesteenweg 460, BE-9000 Gent Tel.: 09 264 80 69 Fax: 09 222 82 36 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Farmaceutische technologie voor het ziekenhuis Joost Wauters (KU Leuven) Afdeling Algemene Inwendige Geneeskunde UZ Gasthuisberg Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel.: 016 34 42 75 Fax: 016 34 42 30 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Fysiopathologie: Capita Selecta Ludo Willems (KU Leuven) Apotheek Universitair Ziekenhuis Gasthuisberg Herestraat 49, BE-3000 Leuven Tel.: 016 34 77 46 Fax: 016 34 30 84 e-mail:
[email protected] leeropdracht: Organisatie en beheer van de ziekenhuisapotheek Masterproef 38
Informatie over de bereikbaarheid van de campussen Faculteit Farmaceutische Wetenschappen UG Harelbekestraat 72, 9000 Gent Op het gebouw staat in bruine letters: FFW Routebeschrijving: Vanaf de E40 en de E17 (Zuid): neem de E17 richting Antwerpen, afrit UZ Gent, sla rechts af (C. Heymanslaan), steek de brug over, neem de eerste straat rechts (Ottergemsesteenweg; opgelet: de eerste twee rechtse afslagen zijn opritten naar E17), dan de eerste straat links en nog eens links. ♦ Van de E17 (Noord): afrit UZ Gent, rechtsaf (C. Heymanslaan), neem de eerste straat rechts (Ottergemsesteenweg), dan de eerste straat links en nog eens links. ♦ Bus Lijn 23: Van Sint - Pietersstation naar Universitair Ziekenhuis (De Pintelaan). Dan te voet naar C. Heymanslaan. Via poortje komt u aan de achterkant van het gebouw van de F.F.W. Lijn 65: Van Sint - Pietersstation naar C. Heymanslaan. Straat oversteken en via poortje komt u aan de achterkant van het gebouw van de F.F.W. ♦
39
Faculteit Farmaceutische Wetenschappen UGent
40
Farmaceutisch Instituut VUB Campus JETTE Laarbeeklaan 103 1090 BRUSSEL De campus Jette is gelegen in het westelijk deel van de Brusselse agglomeratie langs de Tentoonstellingslaan en in de nabijheid van de grote ring rond Brussel (verbinding tussen de autostrades Brussel - Oostende en Brussel - Antwerpen). Deze Campus is te bereiken met de auto, de trein de bus en de metro. AUTO Afrit 9 van de ring rond Brussel (in de nabijheid van de verbinding tussen de autowegen Brussel-Oostende en Brussel-Antwerpen). Wegwijzers UZ Brussel volgen. TREIN De lijn Brussel -Noord / Denderleeuw / Aalst / Gent en de lijn Brussel-Noord / Dendermonde. Alle aansluitingen uit de provincie via station Brussel-Noord ; daarna verder reizen met bus 14 tot aan het UZ Brussel. BUS •lijn 14 vanuit het treinstation Brussel-Noord. - deze bus stopt eveneens aan het metrostation Simonis en Belgica, dan naar UZ Brussel. •lijn 13 vanuit metrohalte Simonis. dan naar UZ Brussel. •lijn 84 metrohalte Beekkant / UZ Brussel / Heizel. •lijn 53 Neder-over-Heembeek / E. Bockstaelplein (Laken) / Jette-station / UZ Brussel. •lijn BW en LW Londerzeel / Wemmel / UZ Brussel / Noordstation. •lijn 221 Zaventem-station luchthaven / Vilvoorde station / Strombeek / UZ Brussel. •lijn VJ vanuit Vilvoorde via Strombeek. METRO •Station Simonis. Vanaf daar bus 14 of bus 13 •Station Belgica Vanaf daar bus 13
41
42
Departement Farmaceutische Wetenschappen UAntwerpen Universiteitsplein 1 B-2610 Antwerpen Het secretariaat bevindt zich in gebouw S op de 7de verdieping Hoe bereiken? Met de trein De NMBS heeft voor haar reizigers een handige brochure gemaakt om te weten met welke trein ze de files op de Antwerpse Ring kunnen vermijden. Surf naar http://www.b-rail.be/nat/N/assets/downloads/pdf/minder_hinder.pdf om de NMBSbrochure te raadplegen. Met de Lijn De website van De Lijn beschikt over een routeplanner die voor u uw reis van deur tot deur met bus, tram en/of trein uitstippelt. Deze routeplanner vindt u op de website van De Lijn op de pagina http://212.123.2.74/routeplanner/van_naar.asp. U kunt er ook alle dienstregelingen opvragen. Daarnaast kunt u ook bij De LijnInfo (070 220 200) terecht met al uw vragen. • Vanuit het centraal station of Berchem station: Lijn 21 Centraal Station / Berchem Station / Campus Middelheim / Campus Drie Eiken / Universitair Ziekenhuis • Vanuit het centraal station: Lijn 27 Centraal Station / A.Z. Middelheim / Wilrijk (Bist) aansluiting met lijn 17, 21, 25 of 26 naar Campus Drie Eiken en Universitair Ziekenhuis Met de auto Vanuit Brussel of Leuven: 2 mogelijkheden: * via Mechelen (E19): Neem de afrit (7) Kontich en hou rechts aan. U volgt richting Antwerpen, Kontich, Edegem. U volgt deze baan (Prins Boudewijnlaan) tot aan de 3e lichten. Sla hier links af de Drie Eikenstraat in en volg de wegwijzers UZA. Na de lichten neemt u de eerste straat rechts: Wilrijkstraat, deze volgt u tot aan de volgende splitsing, daar rijdt u links (Fort VI straat) naar de gebouwen van de Campus Drie Eiken. Gebruik parking P3 of P4. * via Boom (A12): Verlaat de A12 aan het kruispunt richting Kontich (ter hoogte van de Mc Donalds). U draait rechts de Kontichsesteenweg in tot aan de tweede verkeerslichten. U draait links af, na ongeveer 400 m neemt u de eerste straat rechts (Drie Eikenstraat). U neemt de eerste straat links (Wilrijkstraat), deze volgt u tot aan de volgende splitsing, daar rijdt u links (Fort VI straat) naar de gebouwen van de Campus Drie Eiken. 43
Vanuit Gent: 2 mogelijkheden: * via A12: Na de Kennedytunnel onmiddellijk rechts, volg A12 richting Brussel. U volgt de baan en gaat eerst door een tunnel (Bevrijdingstunnel). Bij het uitrijden van de tunnel rijdt u een viaduct op. HOU RECHTS op het viaduct want reeds bij het einde van het viaduct neemt u de eerste afslag. Hierdoor komt u op de zijrijbaan van de A12 terecht. Op ca 100 m is er een kruispunt: hier moet u linksaf (Atomiumlaan met links de Jaguar-dealer en rechts Atlas-Copco). Deze baan volgt u ten einde waarna u naar links rijdt en deze baan ook weer ten einde volgt tot op de Doornstraat. Nu rijdt u naar rechts. Enkele honderden meters verder is er een straat naar links (Drie Eikenstraat) (als u aan verkeerslichten staat, bent u te ver gereden en staat u aan de Groeningenlei: keer terug). De Drie Eikenstraat rijdt u in. De eerste straat links is de Wilrijkstraat, deze volgt u tot aan de volgende splitsing, daar rijdt u links (Fort VI straat) naar de gebouwen van de Campus Drie Eiken. Gebruik parking P3 of P4. * via E19: U rijdt via de Antwerpse ring naar de afrit E19 (richting Brussel) door de Craeybeckxtunnel. Na de Craeybeckxtunnel op de E19, richting Mechelen-Brussel, kan u gebruik maken van de dienstuitrit (6A) naar het UZA. U kan ook verder doorrijden en afrit (7) Kontich nemen. Hier slaat u links af richting Antwerpen, Edegem, Kontich. U volgt deze baan (Prins Boudewijnlaan) tot aan de 3e lichten. Sla hier links af de Drie Eikenstraat in en volg de wegwijzers UZA. Na de lichten neemt u de eerste straat rechts: Wilrijkstraat, deze volgt u tot aan de volgende splitsing, daar rijdt u links (Fort VI straat) naar de gebouwen van de Campus Drie Eiken.
44
45
Faculteit Farmaceutische Wetenschappen KU Leuven De hoorcolleges en practica vinden plaats op Onderwijs en Navorsing II, campus Gasthuisberg
Campus Gasthuisberg, Herestraat 49, 3000 Leuven MET BUS OF TREIN Het station van Leuven ligt op ongeveer 4 km afstand van het ziekenhuis. U kunt er de bus nemen (minstens) om de 10 minuten op perron 2. Neem in de richting van het stadscentrum een van de volgende lijnen: 3, 333, 334, 335, 380, 370-374. De halte is vlakbij de hoofdingang van het ziekenhuis. Vanuit de inkomhal volg je de bordeaux pijlen om in Onderwijs & Navorsing 1 en verder in Onderwijs en Navorsing 2 te geraken. De bussen van lijn 3 (om de 15 minuten tijdens de spitsuren en om de 30 minuten daarbuiten) stoppen bovendien voor de ingang van Onderwijs & Navorsing 2. Tijdens de week tussen 6 u en 20 uur kunt u ook om de 10 minuten gebruik maken van de ringbus: lijn 600. Deze rechtstreekse verbinding tussen het station van Leuven en campus Gasthuisberg duurt zeven minuten. Voor meer informatie kunt u terecht bij De Lijn op het telefoonnummer 070 22 02 00 of op www.delijn.be. Alle studenten (ook de studenten die niet aan de KU Leuven zijn ingeschreven), kunnen tegen een sterk gereduceerd tarief gebruik maken van het busvervoer in Leuven. De studenten ingeschreven aan een andere universiteit moeten dan wel een (kosteloze) administratieve inschrijving aan de KU Leuven nemen. Hiervoor moeten zij een bewijs van inschrijving aan hun eigen universiteit voorleggen. Deze inschrijving aan de KU Leuven is eveneens nodig om te kunnen gebruik maken van het studentenrestaurant Alma. MET DE AUTO: er is alleen mogelijkheid tot betalend parkeren in de parkeergarage van het ziekenhuis!
Zie http://pharm.kuleuven.be/onderzoek/ligging.htm
46
Campus Gasthuisberg KU Leuven
Ingang faculteit (trappen)
Ingang auditoria
Ingang UZ
Zicht op ingang van de faculteit 47