Successierechten 1.
A. B.
INLEIDING .................................................................................................................................. 2 OMSCHRIJVING ........................................................................................................................... 2 ONDERSCHEID ............................................................................................................................ 2 § 1 Het eigenlijk successierechten............................................................................................ 2 § 2 Het recht van overgang bij overlijden................................................................................. 2 § 3 Oneigenlijke gewestelijke belasting ................................................................................... 2 § 4 Ontstaan van de fiscale schuld........................................................................................... 2 § 5 Samenhang met burgerlijk recht........................................................................................ 2
2.
DE OORZAAK VAN EISBAARHEID VAN DE SUCCESSIERECHTEN .................................................. 3 A. PRINCIPE ................................................................................................................................... 3 B. GELIJKSTELLINGEN MET OVERGANGEN UIT OORZAAK DES DOOD ............................................................. 3 § 1 Vroeger: afwezigheid......................................................................................................... 3 § 2 Schuldbekentenissen die met legaten worden gelijkgesteld (art. 4 W. Succ.) ...................... 3 § 3 Schenkingen van roerende goederen onder voorwaarde van vooroverlijden (art. 4, 3° W. Succ.).......................................................................................................................................... 3 § 4 Voordelen uit huwelijkscontract (art. 5 W. Succ.) ............................................................... 4 § 5 Voordelen uit het oude huwelijksvermogensrecht (art. 6 W. Succ.)..................................... 4 § 6 Schenkingen in de loop van drie jaren voor het overlijden (art. 7 W. Succ.)......................... 4 § 7 Bedingen ten behoeve van een derde (art. 8 W. Succ.) ....................................................... 4 § 8 Sommige overeenkomsten onder bezwarende titel (art. 9-14 W. Succ.).............................. 4
3.
DE BELASTBARE GRONDSLAG..................................................................................................... 4 A. NALATENSCHAP VAN EEN RIJKSINWONER .......................................................................................... 4 B. NALATENSCHAP VAN EEN NIET-RIJKSINWONER ................................................................................... 5 C. VRIJSTELLING GEZINSWONING IN HET VLAAMSE GEWEST...................................................................... 5 D. WAARDERING VAN DE GOEDEREN ................................................................................................... 5
4.
DE VEREFFENING VAN DE SUCCESSIERECHTEN .......................................................................... 5 A. INLEIDING.................................................................................................................................. 5 B. BEPALING VAN HET AANDEEL ......................................................................................................... 6 C. TARIEF ...................................................................................................................................... 6 § 1 Algemeen .......................................................................................................................... 6 § 2 Vrijstellingen en verminderingen........................................................................................ 6 § 3 Progressievoorbehoud (art. 66bis W. Succ.) ....................................................................... 6
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
1
1. Inleiding A. •
B.
Omschrijving Successierechten = indirecte belastingen o Op overgang goederen door overlijden/gelijkgestelde overgangen/beschikkingen o Zelfde aard als registratierechten : belastingen op juridische omloop van goederen
Onderscheid
§ 1 Het eigenlijk successierechten •
Gevestigd op nettowaarde op de gehele nalatenschap van rijksinwoners o Op economische waardeverplaatsing ten gevolge van juridisch feit o Rijksinwoner = wie zijn woonplaats/zetel van fortuin in België heeft (=inkomstenbelastingen, zonder vermoedens)
§ 2 Het recht van overgang bij overlijden • • •
Gevestigd op brutowaarden van in België gelegen onroerende goederen verkregen uit nalatenschap van een niet-rijksinwoner (dus zonder aftrek schulden) o Op juridisch feit zelf EHJ: <-> vrij verkeer van kapitaal Decreet 2008: EER-inwoners mogen schulden aftrekken die dienden om onroerende goederen te verwerven of te behouden
§ 3 Oneigenlijke gewestelijke belasting • •
Gewestelijke belastingen o Gewesten bepalen heffingsgrondslag, tarief en vrijstellingen Lokalisatiecriterium o Rijksinwoners: fiscale woonplaats op moment overlijden § Tenzij vijf jaar voor overleden meerdere, dan waar langs gevestigd in die periode o Niet-rijksinwoners: waar de onroerende goederen gelegen zijn § Meerdere: kijken waar hoogste federale kadastrale inkomen zich bevindt -> dat ontvangstkantoor bevoegd
§ 4 Ontstaan van de fiscale schuld •
Op dag van overlijden
§ 5 Samenhang met burgerlijk recht • •
Recht verschuldigd door wie uit verwerping voordeel haalt -> niet lager dan recht dat verwerper zou hebben betaald (GwH: niet <-> art. 10-11 Gw.) Testament o Als bewezen -> dringt zich op aan administratie § Moet wel erkend worden voor erfgenamen als eigenhandig -> anders heft administratie volgens wettelijk erfrecht
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
2
o Onzekerheid over devolutie -> hoogste opvorderbare recht wordt geheven (art. 49 W. Succ.) o Bij legaat onder opschortende voorwaarde -> legaat wordt voor onbestaande gehouden § Voorwaarde vervuld -> nieuwe aangifte en aanvullend recht/teruggave o Bij legaat onder ontbindende voorwaarde -> legaat wordt voor gewoon legaat gehouden § Voorwaarde vervuld -> nieuwe aangifte en aanvullend recht/teruggave
2. De oorzaak van eisbaarheid van de successierechten A. •
B.
Principe Principe: eisbaar omwille van overgang van goederen wegens overlijden o Wettelijke devolutie o Testament o Contractuele erfstelling (schenking toekomstige goederen) § Erfsteller schenkt deel goederen die hij zal nalaten bij overlijden § Verboden tenzij tussen (aanstaande) echtgenoten § Wordt onderworpen aan successierecht i.p.v. aan registratierechten , want heeft uitwerking op dag overlijden § Niet: sterfhuisclausule = bij ontbinding huwelijksvermogen gaat gemeenschappelijk vermogen naar één echtgenoot • Geen animus donandi, want huwelijksvoordeel • Goederen behoren niet tot nalatenschap insteller o Niet: verkrijging volle eigendom door overlijden vruchtgebruiker (vloeit voor uit de wet)
Gelijkstellingen met overgangen uit oorzaak des dood
§ 1 Vroeger: afwezigheid •
Maar is overbodig door nieuwe regeling afwezigheid o Na drie maanden: vermoeden van afwezigheid o Na vijf-zeven jaar: alle gevolgen overlijden -> ook successierechten verschuldigd (fiscaal recht gebaseerd op gemeen recht)
§ 2 Schuldbekentenissen die met legaten worden gelijkgesteld (art. 4 W. Succ.) •
Voornaamste geval: schulden die alleen bij uiterste wil erkend zijn
§ 3 Schenkingen van roerende goederen vooroverlijden (art. 4, 3° W. Succ.) •
onder
voorwaarde
van
(VL+B): schenkingen onder levenden van roerende goederen onder opschortende voorwaarde die voldaan is door overlijden = legaten
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
3
§ 4 Voordelen uit huwelijkscontract (art. 5 W. Succ.) •
Als langstlevende echtgenoot meer dan helft gemeenschappelijk vermogen krijgt -> legaat (tenzij huwelijkscontract al aan registratierecht verschuldigd was) o Afwijking van gemeen recht
§ 5 Voordelen uit het oude huwelijksvermogensrecht (art. 6 W. Succ.) •
Enkel als overgangsmaatregel
§ 6 Schenkingen in de loop van drie jaren voor het overlijden (art. 7 W. Succ.) •
•
Gelijkgesteld met legaten als o Nog geen registratierecht is geheven o Het niet gaat om § Schenkingen van onroerende goederen § Gebruikelijke geschenken § Schenkingen van roerende goederen bij notariële akten o Concreet: handgiften in drie jaar voor overlijden = legaten Toestand van de erfgenamen of legatarissen o Zijn persoonlijke gehouden successierecht te betalen o Wel regres op begiftigden o Kunnen identiteit begiftigden bekendmaken aan administratie, maar blijven hoofdelijk gehouden
§ 7 Bedingen ten behoeve van een derde (art. 8 W. Succ.) •
Ingewikkelde regeling + uitzonderingen, o.a. in kader van levensverzekeringen tussen echtgenoten
§ 8 Sommige overeenkomsten onder bezwarende titel (art. 9-14 W. Succ.) • •
Ingewikkeld geregeld Bv.: verkrijging/inschrijving van de volle eigendom van een goed in vruchtgebruik op naam overledene en in blote eigendom op naam van de medecontractant o Volle eigendom = deel nalatenschap o Medecontract = legataris van de volle eigendom o Tenzij bewijs bedekte bevoordeling o Tenzij medecontract geen begiftigde, legataris of tussenpersoon bij schenkingen is o +temperingen
3. De belastbare grondslag A. •
Nalatenschap van een rijksinwoner Geheven op alle goederen nalatenschap (-passief) o Actief = goederen van overledene o Passief = schulden + begrafeniskosten (art. 27 W. Succ.)
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
4
o VL: voor erfgenamen in rechte lijn+afstammelingen: splitsing roerende en onroerende goederen + schulden bij voorrang aanrekenen op roerende goederen
B. •
C. •
D. • •
•
Nalatenschap van een niet-rijksinwoner Geheven op alle in België gelegen onroerende goederen, zonder aftrek schulden/lasten o EHJ: in strijd met vrij verkeer o Daarom decreet 2009: EER-inwoners mogen schulden aftrekken die dienen om onroerende goederen te verkrijgen/behouden
Vrijstelling gezinswoning in het Vlaamse Gewest Voor langstlevende echtgenoot vrijstelling nettowaarde gezinswoning (2006)
Waardering van de goederen Belastbare waarde actief = door aangevers te schatten verkoopwaarde op dag overlijden (art. 19 W. Succ.) o Uitzonderingen: o.a. effecten, vruchtgebruik (art. 21 e.v. W. Succ.) Waardering = moeilijk> voorafgaande waardering door deskundigen is mogelijk (art. 20 W. Succ). o Uitslag = bindend, ook voor administratie o Op kosten aanvrager o Bv. wanneer roerende goederen in verzekeringspolis hoog geschat worden Geen deskundige -> betwisting door administratie van raming is mogelijk: o Door een controleschatting (niet voor lichamelijke roerende goederne) § Binnen de 2 jaar § Vroeger: bond ook rechter § Nu: rechterlijke controle mogelijk o Door te steunen op gewone vermoedens § Kennisgeving aan belastingplichtige § Verzet -> dwangschrift -> daartegen vereet bij gewone rechter
4. De vereffening van de successierechten A. • •
Inleiding =hoeveel is iedere erfgenaam verschuldigd o aandeel bepalen o tarief toepassen Vlaams gewest: wijzigt federale regeling ingrijpend o In rechte lijn + tussen echtgenoten/samenwonenden: splitsing onroerende goederen – roerende goederen -> schulden eerst aangerekend op roerende goederen -> tarief op beide delen apart toepassen o Broers-zussen: netto-aandeel van elke erfgenaam, maar geen splitsing roerend-onroerend o Alle andere: som netto-aandelen verkregen door de rechtverkrijgenden van deze groep = turboprogressiviteit
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
5
B. • •
•
C.
Bepaling van het aandeel Netto-bedrag van ieder verkregen deel (met beperkingen voor Vlaams geweest) Probleem bij bepaling netto-verdrag: verdeling passief o Eerst gemeenrechtelijke regels toepassen o Goederen die door fictie van de fiscale wet bij de nalatenschap worden gevoegd -> niet in aanmerking voor de omslag van het passief o Erfopvolgers onder algemene titel -> naar evenredigheid Regel van het netto-overschot o Bijzondere legaten > nettoactief -> proportioneel beperken tot bedrag nettoactief
Tarief
§ 1 Algemeen •
Art. 48 W. Succ.: progressief en houdt rekening met graad van verwantschap
§ 2 Vrijstellingen en verminderingen •
•
Federaal: art. 54 W. Succ. o Tussen echtgenoten/in de rechte lijn: vrijgesteldeschijf § Verhoogd voor kinderen jonger dan 21 § Verhoogd voor langstlevende echtgenoot o VL: afgeschaft, en vervangen door degressieve verminderingen (art. 56. W. Succ.) Vlaams Gewest: vererving van ondernemingen/vennootschappen: vrijgesteld (art. 60bis W. Succ.) -> zeer strenge voorwaarden (B: 3%, W: onder voorwaarden 0%)
§ 3 Progressievoorbehoud (art. 66bis W. Succ.) •
Schenkingen (onderworpen aan registratierecht -> anders legaat) van 3 jaar voor overlijden: samentellen met nalatenschappen o Niet voor roerende goederne
Academiejaar 2009-2010 – samenvatting - Jeroen De Mets
6