De ontwikkeling van Heerhugowaard;
Door Jasper Wijk en Maurits Kloeg
Voorwoord Wij Hebben Heerhugowaard gekozen als onderwerp voor ons profiel werkstuk, omdat het dicht bij ons staat en omdat wij heel erg benieuwd waren hoe Heerhugowaard zich van een meer tot het huidige Heerhugowaard ‘Stad van Kansen’ heeft kunnen ontwikkelen Een belangrijk punt was dat we hier aan genoeg informatie konden komen, omdat we tenslotte in deze gemeente wonen. Wij willen iedereen hartelijk danken, die heeft meegewerkt aan het tot stand komen van dit profiel werkstuk. De mensen die ons hebben geholpen hebben zijn burgemeester ter Heegde, strategisch adviseur Robert Wijk, bestuursvoorzitter van het poldermuseum Henk Aandewiel en de oude rot in de gemeentelijke organisatie Gijsbert van Weelden. Wij wensen u veel plezier bij het lezen van ons profiel werkstuk!
Jasper Wijk & Maurits Kloeg
2
Inleiding Heerhugowaard. Een polder die is uitgegroeid tot ‘Stad van Kansen’ met meer dan 50.000 inwoners. Op dit moment heeft Heerhugowaard tal van voorzieningen en ondernemingen die door de omgeving en zelfs door Alkmaarders worden bezocht Ook heeft Heerhugowaard nu een groot industrieterrein waar zelfs hoofdkantoren zich vestigen. Mensen noemen Heerhugowaard zelfs een stad. Maar hoe komt Heerhugowaard aan zijn naam en hoe heeft Heerhugowaard zich kunnen ontwikkelen tot het hedendaagse Heerhugowaard? Wij zullen deze vragen beantwoorden via de volgende deelvragen? • •
Naar wie is de gemeente Heerhugowaard benoemd? Hoe heeft Heerhugowaard uit kunnen groeien tot het hedendaagse Heerhugowaard?
Voor de volledige beschrijving van de ontwikkeling van Heerhugowaard zullen wij de geschiedenis tot en met 1945 beschrijven. De geschiedenis delen wij in naar de volgende periodes: • de periode van het begin; • na de drooglegging; • periode van stagnatie; • de Franse overheersing; • na de Franse overheesing; • een nieuwe tijd; • de tweede wereldoorlog. Als we de geschiedenis en de factoren die bijdroegen aan de groei van Heerhugowaard hebben besproken zullen we toelichten hoe Heerhugowaard er nu voor staat en wat we in de toekomst kunnen verwachten. Dit zullen we beantwoorden in de volgende deelvragen. • •
Hoe staat Heerhugowaard er nu voor? Wat kunnen we in de toekomst verwachten?
'Veel plezier met lezen en ontdek de ontwikkeling van Heerhugowaard.'
3
Inhoudsopgave Naar wie is de gemeente Heerhugowaard benoemd?........................................................................................ 5 Het verhaal van de polder tot na de Tweede Wereldoorlog ............................................................................... 7 De periode van het begin. .............................................................................................................................. 7 Na de drooglegging........................................................................................................................................ 9 De periode van stagnatie ............................................................................................................................... 9 De Franse overheersing............................................................................................................................... 10 Na de Franse overheersing.......................................................................................................................... 12 Een nieuwe tijd............................................................................................................................................. 15 Heerhugowaard en de Tweede Wereldoorlog.............................................................................................. 16 Hoe heeft Heerhugowaard zich kunnen uitgroeien tot het hedendaagse Heerhugowaard? ........................ 17 Welke ruimtelijke factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard? .................. 18 Ligging van Heerhugowaard ........................................................................................................................ 18 Ruimte.......................................................................................................................................................... 19 Grond benut ................................................................................................................................................. 19 Infrastructuur................................................................................................................................................ 20 Voorzieningen .............................................................................................................................................. 21 Welke economische factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard? ............. 25 Welke politieke factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard?...................... 27 (Eerste) Nota inzake de Ruimtelijke Ordening (1960).................................................................................. 27 Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening (1966) ..................................................................................... 28 Derde Nota over de Ruimtelijke Ordening (1973-1983) ............................................................................... 28 Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening (1988)........................................................................................ 29 Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (1994) .............................................................................. 29 Structuurplannen/beelden en bestemmingsplannen .................................................................................... 30 Structuurschets 1988 ................................................................................................................................... 32 Intergemeentelijke Structuurvisie HAL ......................................................................................................... 33 Excellente Gemeente................................................................................................................................... 35 ‘Stadsvisie’ ................................................................................................................................................... 36 Stadsvisie ‘Stad van Kansen’....................................................................................................................... 36 De kansen.................................................................................................................................................... 36 Structuurbeeld ‘Stad van Kansen’................................................................................................................ 37 Samenvatting ............................................................................................................................................... 37 Welke sociale factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard? ........................ 38 Samenvatting van de factoren die hebben bij gedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard....... 39 Hoe staat Heerhugowaard er nu voor? ......................................................................................................... 40 Hoe de gemeentelijke organisatie er voor staat ........................................................................................... 40 Wat Heerhugowaard te bieden heeft............................................................................................................ 41 Enkele statistische gegevens....................................................................................................................... 46 Heerhugowaard vergeleken met de omgeving............................................................................................. 49 Hoe mensen uit Heerhugowaard en omgeving Heerhugowaard zien .......................................................... 50 Is Heerhugowaard een dorp of een stad? .................................................................................................... 51 Wat kunnen we in de toekomst verwachten van Heerhugowaard?............................................................ 52 Opening 2009 .............................................................................................................................................. 54 Bronvermelding ................................................................................................................................................... 56 Bijlagen............................................................................................................. Fout! Bladwijzer niet gedefinieerd.0 Logboeken..................................................................................................................................................... 960
4
Naar wie is de gemeente Heerhugowaard benoemd? Voordat wij met de geschiedenis van de polder beginnen willen wij eerst proberen duidelijk te maken waar de naam van deze polder en nu gemeente vandaan komt. De meeste mensen zullen wel denken dat Heerhugowaard afgeleid is uit De HeerHugo- Waard(de waard van heer Hugo). Maar zo eenvoudig is het niet, want naar wie is nog maar de vraag. Zelfs de grote kenners van de Heerhugowaardse geschiedenis, Schildstra en Henk Komen, kunnen niet zeggen wie de echte Hugo is. Wel kunnen we enkele feiten en suggesties noemen. Het verhaal start rond 1200, als de graven van Holland, vannuit Scorel en Egmont, via Alkmaar hun blik laten vallen op West-Friesland. Tussen Oudorp En Oterleek ligt een soort waddengebied, het Occenvorth, dat bij laag water de enige toegangsweg naar West-Friesland is. In 1248 vindt de grote dijkdoorbraak plaats bij Valkenoogh, waarbij de Grote Waert gevormd wordt. Om the voorkomen dat de Noordzee doordringt tot de Schermeer en Noord-Holland in twee stukken zou verdelen, heeft men daar toen een ‘dijk’ aangelegd op het wad genaamd de ‘Huygendyck’. Op de kaart uit 1288, die in het poldermuseum te zien is staat ‘den Huygendyck’ Weliswaar is dit niet de huidige Huigendijk, die is tijdens de drooglegging aangelegd, maar de tegenwoordige Slingerdijk, aan de andere kant van de ringvaart. Heer Huygen zal dus het voortouw genomen hebben om, waarschijnlijk met hulp van de monniken uit Egmond deze dijk aan te leggen en als beloning werd de dijk dan naar hem genoemd. Bijna 400 jaar later in 1625 wordt er voor het eerst gesproken over de Heer-HuygeWaert. Dit stond in het Octrooi van 1625 van de staten van Holland om de Grote- of Zuyder Waert droog te leggen. De naam Heer-Huyge-Waert werd in en na de franse tijd gemeengoed. Later werd behalve de polder ook de gemeente ‘Heerhugowaard’ genoemd. Waarschijnlijk aangepast aan de nieuwe taal in de 19e eeuw. Heer Huygen/Hugo heeft dus wel zijn sporen achtergelaten, zijn dijkt heeft het echter mogelijk gemaakt de Grote- of Zuyder Waert droog te leggen. Het aanknopingspunt is dus de Huygendyck, die wat de naam betreft de oudste rechten heeft en al in 1402 in een bevelboek van het Hof van Holland de Heer Huygendyck werd genoemd. ‘Huygen/Huigen’ was in de tijd van de Huygenduyk een gewone voornaam. Het was in het verleden namelijk gebruikelijk een voornaam te verbinden met een dijk, sloot, polder of dorp. Neem bijvoorbeeld: Jan Moensloot, Dirk Tamissloot, Claes Hoornpolder, Sybekarspel, Dirkshorn, Lambertschag etcetera. Maar naar welke heer Huygen/Hugo de Huygendijk en de gemeente Heerhugowaard is vernoemd is een raadsel. Er zijn drie Hugo’s die in aanmerking komen. Het betreft de Heer Hugo van Assendelft, de Heer Hugo van Akersloot of de Heer van Elkerslote. In ieder geval werd in 1844 werd door van der Aa gezegd, bestuurder van de gemeente Heerhugowaard: de polder draagt de naam Hugo of Huig van Assendelft, baljuw van het Hoogwouder of Oterleker Ambacht en kastelein van Medemblik. De heer Hugo van Assendelft had veel grond in West-Friesland en had er dus alle belang bij om de ‘Grote- of Zuyder Waert in bedwang te houden. 5
Veel is er niet over hem bekend. Wel is het bekend dat hij in 1296 sneuvelde bij een gevecht met de West-Friezen, en dus streed voor zijn gebied. Van der Aa had dit gelezen in de ‘Tegenwoordige Staat’. Hierin staat de zelfde zinsnede maar hierin staat ook ‘volgens sommigen vermoeden.’ Daarmee wankelt de vaak genoemde relatie tussen de polder en Heer Hugo van Assendelft. Een oorkonde uit 1250 vermeld echter dat de abdij van Egmond van een Hugo van Akersloot land had gekregen voor medewerking aan een nieuwe dam of dijk. In een veel eerdere oorkonde van 1174 komt een Hugo van Elkerslote voor, die volgens Dr. Gottschalk eerder in aanmerking komt voor de naamgeving. Kortom naar welke Hugo de gemeente Heerhugowaard is benoemd is nog steeds een mythe.
Gelukkig is er genoeg informatie over de geschiedenis van Heerhugowaard. We zullen hier dan ook het verhaal van de polder tot het einde van de tweede wereld oorlog vertellen. Ons verhaal begint op de volgende pagina……..
6
Het verhaal van de polder tot na de Tweede Wereldoorlog De periode van het begin. Er was eens een meer. Een meer dat een stuk grond bedekte dat enkele decennia later bekend zou staan als Heerhugowaard. Het meer was ongeveer 39 km2 groot en was afgezien van een paar particuliere bezetten eilandjes (waarschijnlijk aangelegd voor de veen winning) leeg. Het meer zorgde voor veel overlast voor de omgelegen dorpjes, stormvloeden maakten dat het meer regelmatig overstroomde. Men besloot het meer te temmen doormiddel van een ringdijk. De dijk werd om Heerhugowaard heen gebouwd, en de Huigendijk werd verhoogd zodat de Heerhugowaard een omringd werd door dijken. In welk jaar dit was is vooralsnog onduidelijk. Al gauw werden er plannen gemaakt om het meer droog te leggen. De eerste plannen kwamen van de Alkmaarse regenten; Floris van Teylingen en Nanning van Foreest. De plannen zijn ontstaan in het jaar 1624. Er waren echter een paar obstakels, die de twee ondernemers moesten overwinnen. Het eerste obstakel waren de particuliere eilandjes gelegen in de Waard, zij zouden natuurlijk niet zomaar hun woningen opgeven zonder een redelijke vergoeding, of een stuk land in het drooggelegde gebied. Het tweede obstakel was Alkmaar, diens machtige regenten hadden veel inbreng in het om Alkmaar gelegen poldergebied. De regenten stelden een contract op, een contract met onder andere de volgende eisen: 1 Alkmaar moest 500 morgen in het drooggelegde gebied tot haar beschikking hebben. 2 Alle vergaderingen, en afspraken dienden in Alkmaar te geschieden. 3 Het bestuur van de polder moest voor een deel uit Alkmaarders bestaan. 4 Er moest een vaart aangelegd worden van de Waard naar Alkmaar. 5 Alle wegen in de Waard moesten in de richting van Alkmaar worden gelegd. Op 29 april 1624 werd dit contract ondertekend door beide partijen. In oktober van hetzelfde jaar overleed Floris van Teylingen. De overgebleven droogleggers moesten in de tussentijd veel offers maken voor hun plan, er waren meerdere mensen die de polder wilden droogleggen, en die dienden tevreden gesteld te worden. Dit gebeurde meestal in de vorm van stukken land, of medezeggenschap in het bestuur van de polder. Op 11 maart 1625 werd dan eindelijk door de Staten van Holland het octrooi voor het droogleggen van de Waard verleend. Natuurlijk had ook het octrooi verschillende voorwaarden: In de Nieuwendam zou een duikersluis worden gelegd, voorzien van 4 deuren voor het schutten en twee ebdeuren voor het binnenhouden van het schutwater in zomertijden. 7
Deze sluis moest worden gekeurd door de U.S. (het college van Uitwaterende Sluizen) voordat de ringdijk om de H.H. Waardpolder mocht worden afgesloten. Ook moest de Heerhugowaardpolder contributie aan de U.S. betalen die zo hoog zou zijn als de U.S. verlangde. De bij de werken betrokken mensen kregen volledige schadeloosstelling, en de macht om elke kwestie die ook maar iets met de bedijking te maken had zonder rechtelijk proces af te handelen. Het water van de Waard zou aan de ondernemers toegeëigend worden tegen een betaling van f 2,- per morgen per jaar in te gaan 7 jaar na de verkaveling van de polder. De polder zou van belastingen worden vrijgesteld vanaf de eerste oogst tot 15 jaar daarna. Wat betrof het bestuur van de polder mochten de ondernemers een drietal formeren waaruit de Staten van Holland zelf een dijkgraaf mocht aanwijzen. De juridische problemen moesten worden opgelost door de Grafelijkheid. De Heer Hugowaard was nu uitsluitend eigendom van de bedijkers en landonteigening door omliggende gebieden werd daarom met ingang van het octrooi verboden. Twee jaar later pas beschikten de ondernemers ook over de eilanden in het meer. Na onder elkaar een bindend contract te hebben getekend om de met Alkmaar gesloten akkoorden in stand te houden konden de ondernemers eindelijk beginnen. Dachten ze, want nog nauwelijks was het octrooi verkregen of er waren al bezwaren tegen de onderneming. Om dit te verhelpen benoemde de Staten van Holland drie commissarissen om de geschillen aan te pakken. De drie heren (voornamelijk schepenen) mochten alle aan hen voorgelegde zaken zonder enig vorm van proces afhandelen in de naam van de Staten van Holland. Dit hielp echter niet tegen de verzetting van Hoorn tegen de Heerhugowaard. Hoorn wilde dat er een vaart vanuit de Heerhugowaard naar de stad zou lopen, en werd daarbij bijgestaan door Geestmerambacht. Nadat er verschillende vergaderingen hadden plaatsgevonden maar er nog steeds geen oplossing was bedacht, moest Hoorn voor het bestuur van de Staten van Holland verschijnen, om duidelijk te maken waarom de vaart er moest komen. Toen de commissarissen van de Staten van Holland in het Raadhuis te Hoorn waren gearriveerd, werden ze te paard en wagen genomen en werd hen duidelijk gemaakt waarom de vaart er moest komen. De weg van Hoorn naar de Heerhugowaard was ontzettend lang, en kon dus worden ingekort doormiddel van een vaart. Heerhugowaard ging echter niet akkoord met deze dure onderneming, en kocht Hoorn af met twee zetels in het bestuur van de polder. De bedijking van de polder was intussen voltooid maar lang kon deze zege de ondernemers niet heugen, want Geestmerambacht protesteerde tegen de kleine hoeveelheid boezem die er nog over was om op uit te malen. Dit protest bleef niet onopgemerkt door de commissarissen, en die stelden een norm aan het uit te malen water in de Heerhugowaard. De ondernemers dachten eerst brutaal te zijn en net boven deze norm te malen, maar Geestmerambacht ging weer in protest, en eiste dat de ondernemers een molen zouden plaatsen om de boezem uit te malen. De commissarissen kwamen al gauw met een gulden middenweg en besloten dat de ondernemers vrij mochten malen in de periode 1 december tot 12 maart in 1628, mits zij nog vier molens op de ringvaart (boezem) plaatsten. Zo waren er nog vele klachten van de omliggende gebieden, maar het uitmalen van de Heerhugowaardpolder ging onverstoord door.
8
Na de drooglegging In 1631 lag de polder helemaal droog en kon het proces van verkaveling beginnen. Op 20 juni 1631 kwamen de hoofdingelanden van Heerhugowaard bij elkaar en werd er geloot om de stukjes land. Toen ook de schepenen werden benoemd was het eerste volledige bestuur van de nieuwe polder gecreëerd. Een jaar later werden de eerste belastingen door de inwonende betaald, het geld daarvan werd besteed aan wegen, bruggen en sluizen. Toch bleven de successen gering; de grond in de polder was lastig te bewerken en er konden weinig gewassen groeien. Ook de groei van nederzettingen wilde maar niet vlotten. Dit kwam mede door de afwezigheid van een kerk en scholen die het bestuur van Heerhugowaard toen ter tijd onnodig vond omdat in de omliggende dorpen van beide werd voorzien. Maar op den duur groeide heel geleidelijk rond de Punt, in het midden van de polder gelegen, een klein gehucht. Bij de Punt stond namelijk een herberg “ de Zwaan” geheten, die herberg trok natuurlijk volk aan, dat volk vergt voorzieningen. Zo konden de boeren in de loop der tijd hun paarden bij de Punt laten beslaan, of gebruik maken van een wagenmaker. Niet veel later, in 1642 kwam er ook een schoolgebouw dat het gehuchtje verrijkte. 1672-1673- oorlog met Engeland Frankrijk Munster en Keulen, de Staten van Holland hebben geld nodig maar Heerhugowaard schiet tekort en moet manschappen sturen in plaats van geld. Er vallen geen doden en niemand raakt gewond. Michiel de Ruyter en Admiraal Trom wisten de invasie te keren. Tot overmaat van ramp breekt twee jaar later een dijk ten zuiden van Hoorn door, het water bedekt een groot deel van West Friesland. Heerhugowaard ontsnapt aan deze bedreiging mede dankzij de burgers van de polder. Het water wordt bij de Langereis tegengehouden.
De periode van stagnatie 1684, de mensen in Heerhugowaard zagen het niet meer zitten en konden niet rondkomen voornamelijk kwam dit door de molens die ontzettend veel onderhoud nodig hadden, en dat onderhoud moest betaald worden met de belastingen op de burgers. In 1717 verergerde de veepest de toestand in Heerhugowaard. Duizenden koeien en andere soorten vee bezweken door de ziekte. In 1745 heerste deze plaag opnieuw en van de 2118 stuks rundvee waren 1270 bezweken en 212 hadden het overleefd. 636 waren ziek. Ook in de jaren daarna 70-80 sloeg de pest toe. In 1732 werd de paalworm gesignaleerd, de beesten vreten zich door de houten palen die nodig zijn om de dijken en molens te behouden. 1755, De 7 jarige oorlog is aan de gang, 170 mannen uit Heerhugowaard moesten vechten. In 1756 werd een nieuwe molen uitgevonden in Obdam. Deze molen bleek 3 maal zo snel te malen als een gewone molen. Met de nieuwe molens konden wel 22 oude molens opgeruimd worden.
9
De molen bleek inderdaad een nuttige, wat een natte periode was voor de Rustenburg, was een droge voor de oostertocht, waar de nieuwe molen reeds was geplaatst. Ondertussen had de nieuwe molen ook geen reparatie nodig gehad.
De Franse overheersing In 1787 stond de oude republiek der verenigde Nederlanden op instorten door het opkomen van de Franse revolutie. Overal in het land kregen Nederlandse patriotten de overhand. Maar in Heerhugowaard bleef alles rustig. Tot na de inval van de Fransen in 1795 en de Bataafse revolutie. Er werd toen een comité revolutionaire opgericht, dat zorgde voor een nieuwe samenstelling van zowel schepenen als burgemeesters. Ook werden 3 revolutionairristen hoofdingelanden van Heerhugowaard. En kwam er een municipaliteit die de schoolmeesters en hooistekers aan mocht wijzen. De municipaliteit kwam in oktober met een voorstel om de samenstelling van het bestuur van den polder te wijzigen, en er werden opnieuw verkiezingen gehouden. Cornelis van Foreest bleef dijkgraaf. In 1799 wordt de polder getroffen door oorlogsgeweld. De Engelsen en Russen landen in Noord-Holland om de Franse opmars tegen te gaan. Er werden dwars door de polder geschutsbatterijen gegraven. Heerhugowaard was een puinhoop en stond onderwater. Een tijd van economische crisis brak aan in de 19e eeuw. Het begin van de 19e eeuw verliep dan ook niet helemaal vlekkeloos in Heerhugowaard. Allereerst moest de enorme schade van de inval van de Russen en Engelsen opgeruimd worden.
De polder stond onder water. Er was enorme schade achtergelaten. De bruggen waren vernield, de wegen doorgegraven, paarden en wagens gevorderd et cetera. Echter de molens ondervonden weinig schade. Er waren zoveel verliesposten dat de moed er uit was. De Polder had ondragelijke schulden en was praktisch failliet. Er was bittere armoede bij een groot gedeelte van de circa 850 inwoners. De schade werd geprobeerd te herstellen door een nieuw bestuur, die kwamen met ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap.’ In 1795 werd Jacob Brammer als secretaris benoemd, een man die gezien de inhoud, stijl en spelling van zijn korte verslagen maar weinig tot de geschiedschrijving van zijn polder heeft bijgedragen. ‘vrijheijd’, ‘geleijkheijd’ en ‘gedikketeerd’ zijn maar enkele voorbeelden in zijn notities. De schade was zo erg dat er een grote lening nodig was om Heerhugowaard te herstellen. De overheid stak geen hand uit en dit heeft zelfs bijna geleid tot een faillissement van de polder. Misschien heeft de liefdadigheid door landelijke collectes iets tot verlichting van de nood bijgedragen, zoals later gebeurde na de ramp van het kruitschip te Leiden en de gevolgen van een dijkdoorbraak bij Edam waarvoor in de polder werd gecollecteerd, maar de gegevens ontbreken. (bron 2.zie bijlage goede doelen inzameling) De financiële nood heeft toen het nieuwe bestuur ten val gebracht. In 1807 was er wel een obligatielening met de looptijd tot 1834 aangegaan voor verbetering in de slechte financiële situatie van de polder. In 1803 verdwijnt de nieuwe secretaris. De oude regentennamen komen terug als Du Tour, van Vladeracken, Tinne, en heer van de Egmonden. Men vergaderde weer als vanouds in het stadhuis van Alkmaar en niet meer in de polder.
10
In 1803 werd Pieter Raat als polderbaas benoemd die dat blijft tot 1845, waarop hij ontslag neemt en met pensioen gaat. Na 1811 werd de scheiding tussen gemeentebestuur en polderbestuur(in 1795 in theorie gebracht) in Heerhugowaard merkbaar. Het onderwijs en de zorg voor de armen werden nu taak van het gemeentebestuur. Na wat onenigheid over de armenkas stelde de polder voor jaarlijks 600 gulden te schenken aan de armenkas, wat sinds 1819 jaren zo is gebleven. Het nieuwe bestuur moest de obligatielening aflossen en Heerhugowaard droog houden, wat in de rest van Nederland ook geen makkelijke taak was. Op de manier hoe het bestuur dit deed was niet iedereen tevreden. Uit een brief in 1808 naar Koning Lodewijk van 3 grote landeigenaren is het volgende te halen. De landeigenaren bekritiseerde dat de nieuwe regenten niet woonachtig in de polder waren waardoor ze zonder goed verstand geld verkwiste aan molens, schuren, bergplaatsen en het stadshuis in Alkmaar. Ook was de omslag te hoog volgens hen, waarmee de gemeente de schulden moest afbetalen. Secretaris J. C du Tour weerlegde de klachten weer zodat hij op zijn plek kon blijven zitten. In 1810 moest de eed op Koning Lodewijk door iedereen worden afgelegd, alleen secretaris Mr. Du Tour heeft dit niet gedaan, omdat hij zich had verzuimd. Tijdens de Franse tijd zijn er op bevel van het centralistische bestuur der overheid enkele gegevens over Heerhugowaard beschikbaar. Hieruit kunnen we de volgende gegevens halen: - In 1805 telde in de Huigenwaard 337 gereformeerden(Nederlands Hervormd), 477 katholieken en 6 doopsgezinden. - Er was geen kerk, geen dominee, geen kerkenraad aanwezig. De protestanten kerkten in Broek op Langedijk, Ursem en Nieuwe Niedorp waar ook de katholieken heengingen. - In 1806 werd gelast een oproep te plaatsen voor vrijwillige dienstneming. Er melde zich eerst niemand, maar later velen. - In 1807 wordt opgegeven dat in de polder worden verbouwd: gerst, haver, paardebonen, rogge, tarwe schoon niet veel en een weinig koolzaad. Geen aardappels dus. In dit jaar wonen er in de polder 632 personen, inclusief de dienstboden. Er zijn 44 armen die aan onderhoud elk 26 gulden per jaar kosten. Verder nog een lange lijst van wat er niet was of waren: Geen steenwegen, veerhuizen, sluizen, jongensvondelingen, brandspuiten, woeste gronden, tollen, barrières, kapellen kastelen, plaatsen aan zee om naar Engeland te gaan, gevluchte Engelse gevangenen, lommerds, tuchthuizen, gevangenissen, wagenmakers, chirurgijns, nachtschuiten, schutterijen, Oost-Duitse en Poolse joden, kloosters of kloosterlanden, begraafplaatsen, gilden, slagers, trouw- en doopregisters, korenmolens, fabrieken of trafieken. Wat er wel was of waren: 2 tappers, 2, herbergiers, 1 bakker, 26 watermolenaars, 1 hoefsmid, 1 kleermaker. Dit toont dus aan dat Heerhugowaard in die tijd nog een simpel dorpje was.
11
In 1809 worden er 12 wagens gevorderd voor de Troepen uit Amsterdam, elk met 2 goede paarden bespannen en voorzien van de nodige voerlieden. Zo bleef de oorlogsdreiging ook in de Huigenwaard voelbaar. Dat de keizer verboden had aan de plaatselijke overheden een heraldisch wapen te voeren, zal de meeste in de polder niet hebben gedeerd Zij hadden meer belang bij het besgulpen van voetpaden en wegen. De Huigendijk zal worden bepuind; als militaire weg heeft hij meer dan lokale betekenis.
Na de Franse overheersing Na de Franse overheersing, die tot 1915 duurde, ging de gemeente Heerhugowaard zich steeds zelfstandiger opstellen, waardoor de taak van het polderbestuur eenzijdiger en eentoniger werd. Het bestuur vond grotendeels plaats in Alkmaar. Een bestuursruzie in 1821 vult vele bladzijden. De secretaris J. C. du Tour werd van onbekwaamheid en slecht gedrag beschuldigd. Hij kwam niet ter vergadering en weigerde het archief af te staan, wat zowel thuis als in de polderkast van het stadhuis Alkmaar aanwezig was. De betrokkene spuwde zelfs op gevels. De secretaris schreef naar de minister maar toen hij non-actief werd verklaard reageerde de secretaris door ontslag te nemen. Waardoor er een einde kwam aan de positie van J. C. du tour. Iets wat de schrijvers van de boze brief al uit 1808 vast niet erg vonden. In 1834 werd de schuld van de polder zoals beloofd afgelost. De provincie hield trouwens beter toezicht dan voeger en eiste toezending van de begroting ter goedkeuring in het jaar 1827 en de daarop volgende. In Heerhugowaard werd ook feest gevierd toen de polder in 1830 tweehonderd jaar bestond. Verder hielden de meeste molenaars zich aan de strenge reglementen die in druk aan allen werd uitgereikt. Slechts enkele molenaars komen voor in de notulen wegens berisping of boete voor plichtsverzuim. Na 42 dienstjaren neemt polderbaas Pieter Raat in 1848 ontslag en ging met pensioen. In 1832 begint het kadaster met het opmeten en in kaart brengen van de polder. De inpoldering van de Waard- en Groetpolder volgde hier op. Deze kaart werd kwam er als resultaat van de opmeting. In 1847 was het Heerhugowaards landoppervlak uitgebreid met de voltooiing van de inpoldering van de Waard- en Groetpolder. Voor de polder betekent dit meer verkeer en behoefte aan betere wegverbindingen. Ook kwam er meer landoppervlak bij door de vereniging van Veenhuizen en Heerhugowaard tot één gemeente in 1854. In de jaren vijftig begon men de wegen te verbeteren. Het duurde echter tot 1965 voordat de Middenweg echt bestraat werd. De mensen in de polder wouden niet dat de polderomslag omhoog moest door deze grote uitgaven en wouden dat Alkmaar en de provincie de bestrating grotendeels zouden betalen. Vooral doordat de Kamer van Koophandel in Alkmaar er erg op aandrong de middenweg te bestraten, in verband met de aanvoer van landbouwproducten op de markten van de stad, zorgde Alkmaar dan ook dat de Middenweg een echte straatweg werd. Hierbij nam de polder het onderhoud op zich. Door een flinke subsidie van de provincie werd ook de Baseweg(tegenwoordig stationsweg) en de Rustenburgerweg hierna bestraat. Voor 1850 in de wintermaanden was misschien het beste pad het voetpad naast de middenweg.
12
De verbindingen van de woningen naar de weg bestonden toen uit bruggen en dammen. Dus pas na 1850, toen er schelp-, grind- en straatwegen kwamen, werd het wegverkeer steeds belangrijker. In die tijd was er ook landelijk belang bij het beter worden van de wegen. In de jaren vijftig komen na ruim twee eeuwen zoeken ook de laatst grote verbeteringen aan de watermolens geleidelijk tot stand. De verbeteringen waren het aanbrengen van ijzeren assen en roeden. In 1959 kwam er een nieuw reglement, waar het bestuur kwam te bestaan uit een dijk graaf, zes heemraden en 12 hoofdingelanden. Met dit nieuwe reglement was het eindelijk met de invloed van de steden in bestuur gedaan. De boereningelanden kregen definitief het heft in de polder in handen. Ook komt er in 1859 een bestelhuis van de posterijen en elf jaar later een hulppostkantoor. In de jaren zestig doet de stoommachine zijn intrede. In 1862, zo lezen wij, zijn er Amsterdammers, die Holland op zijn smalst willen doorgraven om hun stad eindelijk de verbinding met de wereld en de wereldzeeën te geven. In hetzelfde jaar wordt er gesproken over een spoorlijn van Alkmaar naar Den Helder die deels over het grondgebied van Heerhugowaard komt te lopen. In 1865 wordt de lijn geopend en later komt er ook een verbinding naar Hoorn. Van het spoor hebben tuin- en landbouw zeer geprofiteerd. Ook was het spoor belangrijk voor aanvoer van bouwmaterialen, kolen, passagiers en drinkwater in droge seizoenen.
Het aantal stoomboten begon ook toe te nemen. De toename van de stoomboten en het treinstation maakte het mogelijk grote hoeveelheden af- en aan te voeren zodat onder andere de aanvoer van tienduizenden bakstenen geen probleem was. Dit had als gevolg dat er meer gebouwen in Heerhugowaard gebouwd konden worden. Bouwvakkers gingen daardoor in de jaren 70 goed verdienen. Ook begon het land meer waard te worden waardoor de tijd van mondjes voorgoed voorbij was.
13
In 1874 stond de polder weer met wateroverlast te maken. Een gedeelte van de landerijen stond zelfs vijf weken blank. De ingelanden reageerden op de ellenden door een brief bij het bestuur in te dienen waarin op stroombemaling werd aangedrongen. Er werd een post in de balans opgenomen voor een stoom gemaal en in 1876 krijgt Heerhugowaard een eigen stoomgemaal met twee machines, samen 120 p.k. met twee vijzels. ‘De prins van Oranje’ zorgt voor de plaatsing waardoor molen 25 kan verdwijnen. Later in 1888 wordt het stoomgemaal uitgebreid met de centrifugaalpomp. Door deze verbeteringen in het pompen worden er tal van molens gesloopt en buiten gebruik gesteld. Zo verdwijnt een toen verwenst en nu bewonderd betalingssysteem uit het beeld van Heerhugowaard. De laatste twee molengangen werden in 1904 stopgezet. De stoombemaling zorgde echter voor meer voordeel, want door de nieuwe methode van waterpompen kon men het water in de polder veel beter beheersen, waardoor de kwaliteit voor de grond beter werd. De toepassing van kunstmest maakte het ten slotte mogelijk zelfs het minst bruikbare land in goede teelgrond om te zetten. Hierdoor werd de polder steeds in kleinere stroken verkaveld waarmee dus het aantal ingelanden met klein grondbezit gestaag toenam. De kunst mest zorgde dan ook voor meer intensieve teelt van aardappelen en droeg onder meer bij aan de ontwikkeling van tuinbouw. In 1882 worden er voor het eerst telegraafpalen in Heerhugowaard gezet en het tijdperk van bepaling en bedrading van het landschap gaat beginnen. Zoals hier voorbeschreven brak er door de stoommachine een nieuwe tijd aan. De verhoudingen tussen werkgever en werknemer, tussen protestant en katholiek, bleef echter veel het zelfde. De fiets die na 1870 toegankelijk werd heeft ook erg bij gedragen aan de ontwikkeling van de nieuwe tijd. Een uur gaans werd van 5 naar 15 km verschoven. Door die ontwikkeling werd het mogelijk werk in Alkmaar te zoeken. Ook verdween daardoor de tijd dat mensen in de polder werden geboren, er werkten en stierven zonder ooit het strand te hebben gezien. Verder stonden de wegen er tot 1880 goed voor, doordat het polder bestuur zich inspande de wegen aan te passen aan nieuwe eisen en nieuwe technische mogelijkheden. Toen de landbouwcrisis van de tachtiger jaren kwam, kon men daar met voldoening op terugzien De landbouwcrisis van 1880 ontstond als gevolg van de import van graan en andere landbouwproducten uit de VS en Canada waardoor de prijzen van landbouwproducten sterk daalden.
14
Een nieuwe tijd Na het dieptepunt van de landbouwcrisis kwam er een nieuwe tijd. Wegens ruimtegebrek zocht de tuinbouw in Langedijk steeds meer de polder op. In 1904 was ruim 440 hectare met allerlei groenten beplant. Dit stelde hogere eisen aan de waterbeheersing en anderzijds moesten de vaarwegen in de polder worden verbeterd om de producten naar de veilingen(Broeker veiling) te kunnen afvoeren. Dankzij particulier initiatief kwamen een grote overhaal over de ringdijk bij Broek op Langedijk en een schutsluis in de Middenweg tot stand. De landbouw- en handelsvereniging Nieuw Leven speelde bij dit alles een belangrijke rol. Nieuw Leven werd in 1898 voor de Noord door 40 leden opgericht. De gedachte was gezamenlijk voer en kunstmest inkopen en doel was tegenwicht te vormen tegen de machtige kooplieden. Het oprichten gebeurde in café ‘De Hengstman’. De kunstmest, de veilingen, de bonden, de boerenleenbanken, de landbouwtentoonstellingen en het land- en tuinbouwonderwijs hebben grote gevolgen gehad voor de ontwikkeling van de boerenbedrijvigheid. In de jaren 30 kreeg ook Heerhugowaard met de crisis te maken. Een periode van overproductie door onderconsumptie was hier het geval. In 1931 kreeg Heerhugowaard met de aardappelziekte te maken. Begin juli werd in enkele dagen het loof ziek en moest de ploeg er in. De opbrengst was misschien maar 3 a 4% van normaal. Er werd toen kool geplant, in de hoop op een gunstiger opbrengst. In die tijd werd er al met subsidie gewerkt om werkzaamheden op gang te houden en de ergste nood te verlichten. De gemeente verstrekte deze aan land- en tuinbouwers voor sloot- en baggerwerk. De landbouwers, tuinbouwers en veehouders moesten lange werkdagen maken, de vrije zaterdag bestond niet en zelfs zondag moest er gewerkt worden. Zo’n 85% van de jeugd ging naar het land, de rest werd onderwijzer, timmerman, schilder, geestelijke e.d. Voor de meisjes was de huishouding als toekomst weggelegd. Een naaicursus was daarvoor een grote steun. Er kwamen in die tijd ook cursussen voor land- en tuinbouwers tot stand, onder de druk van een toenemend verlangen naar het geven en ontvangen van nuttige informatie. Dit gebeurde eerst op avondcursussen en later op dagscholen. In de crisisjaren speelde ook een strijd in vernieuwing van het stoomgemaal. Het idee om het stoomgemaal te vervangen door elektrische kracht kwam al ter sprake in de eerste wereld oorlog toen de kolenprijzen enorm stegen, maar de bijkomende kosten voor elektriciteit waren zo hoog dat men er van afzag. In 1931 begon de kwestie om het stoomgemaal te vervangen door elektriciteit of dieselmotoren. De rapporten van vele onderzoekers wezen uit dat de keuze voor elektriciteit de beste manier was, maar de ingelanden waren eigenwijs en kregen door een stemming van 12 voor en 9 tegen de dieselmotoren van Spoorwerk toch hun zin. De motoren kwamen veel te laat in augustus 1933 en leverde veel gebreken. Uiteindelijk kwam er in mei 1936 dan ook een nieuwe installatie van Werkspoor. Er was ook spanning van buitenaf aanwezig in de polder nadat de nationaal-socialistische partij in Duitsland aan de macht kwam. In september 1939 viel Duitsland Polen binnen. En kwam er een begin aan de Tweede Wereld Oorlog. Kreeg de polder ook te maken met de Tweede Wereld Oorlog of bleef zij ongehinderd? U kunt dit allemaal lezen in de volgende paragraaf.
15
Heerhugowaard en de Tweede Wereldoorlog Hoeveel invloed deze oorlog ook heeft gehad op de rest van Nederland, heeft Heerhugowaard er relatief weinig last van gehad. Voorbereidingen werden door het polderbestuur wel getroffen. Balken en zandzakken werden ingekocht om eventuele schade aan de ringdijk te kunnen aangrijpen, maar zover kwam het lang niet. Het enige wat er gebeurde was dat de polder economisch in de problemen kwam. In 1940 werd de Heerhugowaardse vergunning voor benzine ingetrokken. Dit betekende dat er geen vrachtauto’s uit en in de polder meer konden rijden. Dat was natuurlijk een economische tegenslag. Ook moest de polder voortaan elektriciteit gebruiken, omdat er beperkingen waren gesteld aan de levering van gasolie voor de molens. Echter, de motoren die daarvoor nodig waren moesten uit Duitsland geleverd worden. Dit was natuurlijk onbegonnen werk, en naarmate de oorlog vorderde werd het steeds lastiger om de polder te onderhouden en uit te breiden, omdat er zo weinig grondstoffen en andere middelen geleverd werden. Hierdoor werden ook in de winter bomen gekapt, die aan de kant van de weg stonden, om de kachels brandende te houden. Omdat het waterpeil gevaarlijk hoog stond zo rond 1944, moest er gemaald worden. Maar met het tekort aan elektriciteitsmotoren was het lastig de molens draaiende te houden. Provinciaal Waterstaat schoot echter te hulp, en waarschuwde de Duitsers niet nog meer gasolie en smeerolie te vorderen. Zo hield Heerhugowaard het uit tot het einde van de oorlog. Heerhugowaard ontving een vergoeding van de staat voor de bomen die waren gekapt door het Hollandse leger in Heerhugowaard ten tijde van de oorlog. De volgende dag gingen de hoofdingelanden alsof er niets gebeurd was gewoon weer in vergadering. En met die vergadering eindigen wij het verhaal van Heerhugowaard. Een periode van goede zowel als slechte tijden is afgesloten, het is tijd voor vernieuwing.
16
Hoe heeft Heerhugowaard zich kunnen uitgroeien tot het hedendaagse Heerhugowaard? Heerhugowaard is natuurlijk niet voor niets zo hard gegroeid. Deze groei werd mede veroorzaakt door een aantal factoren. Factoren die wij in de volgende hoofdstukken zullen gaan bespreken.
17
Welke ruimtelijke factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard? Er zijn heel wat ruimtelijke aspecten die hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard. De ligging was en is hier erg belangrijk bij. Verder zijn er nog wat aspecten die hebben bijgedragen. Hieronder volgen belangrijke factoren.
Ligging van Heerhugowaard
Zoals op dit kaartje goed te zien is ligt Heerhugowaard op een uitstekende locatie in het midden van Noord-Holland. Ook omdat het vlakbij de welbekende stad Alkmaar ligt is Heerhugowaard door de staat aangewezen tot groeikern om de verwachte overbevolking in grotere steden op te vangen. Dit om te voorkomen dat er in die grote steden getto’s en sloppenwijken ontstaan als gevolg van overbevolking. Men verwachte namelijk zelfs 20 miljoen mensen in het jaar 2000. Verder is het voor huizenzoekers ook aantrekkelijk om naar Heerhugowaard te komen, omdat het vrij dicht bij zee ligt en in een mooi polderlandschap gelokaliseerd is. En het is maar een half uurtje fietsen van de grote stad Alkmaar.
18
Ruimte In Nederland wonen veel mensen per vierkante meter. In Noord- Holland wonen 976 mensen per vierkante kilometer. Als je na gaat dat de bevolkingsdichtheid in Nederland al 460 mensen is per vierkante kilometer en dit maar 32 in Amerika en 3 in Australië is te zeggen dat Nederland geconfronteerd wordt met de ruimte. Nederland wordt dan ook geconfronteerd met het probleem om op een relatief kleine ruimte de vaak tegenstrijdige wensen van de bevolking te realiseren. Hiertoe worden de nodige spelregels om de belangentegenstellingen te kunnen beheersen. Dit wordt gedaan via de wet op de ruimtelijke ordening. Heerhugowaard heeft zeer geprofiteerd van het ruimte gebrek waardoor Heerhugowaard in de ruimtelijke ordening werd aangewezen als groeiplek. In Heerhugowaard was immers genoeg plek.
Grond benut De Heerhugowaarders zochten natuurlijk naar een manier om geld te verdienen. Dat besloten ze te doen doormiddel van akkers. 'Bij de ruimtelijke indeling van de kern Heerhugowaard is uitgegaan van de orthogo-nale verkaveling van de droogmakerij; de bestaande wegen en watergangen zijn als gegeven gehandhaafd en bepalen het patroon van de stedelijke opbouw.'Vanaf 1876 is er betere bemaling mogelijk. Pas dan komt er enige vooruitgang in de agrarische sector van heerhugowaard. Mede ook door het gebruik van kunstmest en het stoomgemaal wat de grondwaterstand op een evenwichtig peil hield. Vanaf 1848 maakt dit de tuinbouw mogelijk. Langedijk vernam dit en wegens ruimte gebrek konden hier met extra tuinbouw de behoefte voorzien. Dit zorgt natuurlijk ook voor economische vooruitgang. De wegen worden dan eindelijk bestraat en langs de meeste worden bomen geplaatst. Mensen gaan vaker over van veeteelt tot landbouw, daardoor worden de kavels vaak in smallere stroken verdeeld. Het bestuur wordt gedwongen tot een herverkaveling om versnippering tegen te gaan. Heerhugowaarders zoeken steeds ergens anders werk en de polder gaat achteruit. Steeds meer mensen vertrekken. Glascultuur maakte meer de dienst uit en de bloembollenteelt kwam op. Na 1960 neemt het agrarisch grondgebruik fors af mede door de ruilverkaveling en het verlaten van verschillende cruciale bedrijven voor de tuinbouw. De toenmalige stadsgrachten droegen bij aan de waterberging voor het stedelijke gebied. In de verschillende structuurplannen die zijn vermeld bij de deelvraag welke politieke factoren hebben bijgedragen is te lezen hoe de gemeente de grond heeft benut.
19
Infrastructuur Rond de 17e eeuw zijn de wegen vaak slecht. Daarom gaat het verkeer in die periode voornamelijk over het water. De omliggende dorpen zijn echter goed bereikbaar via bruggen over de ringsloot. De middenweg wordt rond 1850 de meest belangrijke weg in Heerhugowaard. Deze weg was destijds dan ook erg belangrijk voor de verbinding naar Alkmaar. Parallel gelegen aan de Hensbroekerweg (nu de Jan Glijnisweg) in het zuidoosten.worden langs deze wegen bomen geplant, en boerderijen gebouwd. De meeste staan er tot op heden nog steeds. Overdwars liggen onder andere de Rustenburgerweg en de Stationsweg. De Hasselaarsweg en de Laanderweg zorgden toen voor de verbinding met zuid- en noord Scharwoude. De aanleg van spoorlijnen van Alkmaar naar Den Helder in 1865 en Hoorn in 1898 die zich bij Heerhugowaard splitsen wordt de polder verbonden met de rest van het land. Het spoor loopt met opzet door het westelijke deel van de polder omdat de grond daar veel steviger is dan in de omliggende gebieden. De spoorweg naar Hoorn in 1898 wordt op een verhoogde dijk aangelegd die we nu nog steeds duidelijk kunnen zien. In 1902 komt er ook een spoorlijntje voor vervoer van voornamelijk tuinbouwproducten. De tuinbouwproducten konden toen via de trein naar de Broek op Langedijkse veiling gebracht worden. Ook de route naar de NoordScharwoudse veiling wordt vergemakkelijkt door aanleg van treinsporen in 1915. De locatie van het station is ook van invloed geweest op de westelijke uitbreidingen in de gemeente. De meeste wegen van toen werden aangelegd op dijken. De spoorlijn heeft voor de nodige economische ontwikkelingen en openbare bereikbaarheid gezorgd. Het rechthoekige wegenpatroon van Heerhugowaard ontwikkelt zich nauwelijks. De provinciale wegen Alkmaar-Schagen en Schagen-Hoorn worden aangelegd. Het wegenpatroon wordt in 1960 uitgebreid. Wijkwegen zoals die in de Smaragd, Amstel en Diamant zijn vaak kort om de snelheid van het verkeer in de wijken te verminderen. Dit zorgt echter vaak voor een onoverzichtelijke buurt waarin het niet makkelijk is om je weg te vinden. Tegenwoordige uitbreidingen hebben ervoor gezorgd dat Heerhugowaard een connectie heeft tot veel grote steden in de omstreken, en makkelijk bereikbaar is. Ook de wegen op het industrieterrein zijn verbeterd zodat de bedrijven makkelijker hun goederen kunnen exporteren/importeren. Met de oplevering van de provinciale wegen N508 in 2007 en de N242 in 2008 is de bereikbaarheid in Heerhugowaard vergroot. Dit zal het waarschijnlijk aantrekkelijker maken voor bedrijven om zich te vestigen in de uitbreiding van het nu nog te bouwen industrieterrein. Met de aanwezigheid van parkeergarages in het centrum en verbeterde buslijnen blijft het aantrekkelijk om van de Heerhugowaardse voorzieningen gebruik te maken. Dit alles heeft er voor gezorgd dat Heerhugowaard bereikbaar werd voor heel Nederland, en dat mensen hier dus zijn gekomen om zich hier te vestigen.
20
Voorzieningen Bij de stijgende groei van Heerhugowaard hoorden natuurlijk ook voorzieningen. De gemeente besloot dat het tijd werd voor een multicultureel centrum De Schakel genaamd. De Schakel werd gebouwd en gecompleteerd in het jaar 1978. Het werd toen voor verschillende doeleinden gebruikt; klaverjasclub, theatervoorstellingen, fotoclub en verschillende vergaderingen. Het zwembad de Horst was rond die tijd voor dezelfde redenen gebouwd. Daarvoor was er alleen een openlucht zwembad waar inmiddels huizen overheen gebouwd zijn. Begin jaren 80 is er op particulier initiatief een bioscoop neergezet: De Metro. Deze staat er tot op heden nog en is inmiddels uitgegroeid tot een populaire uitgaansgelegenheid. Deze bioscoop trok (en trekt nog steeds) veel bezoekers uit de omstreken, niet alleen voor de film, maar ook voor het café dat zich in het gebouw bevind. Een bowlingbaan zorgde vanaf de jaren 70 ook voor het nodige vermaak. De bowlingbaan was echter wel op particulier initiatief. Rond 1980 wordt er over gedacht om het (helaas) toenmalige culturele centrum “De Schakel” uit te breiden. In de buurt liggen al de muziekschool en de bioscoop, die er tot op heden nog staat. Ook zijn er plannen voor een grotere bibliotheek. Met de stijgende bevolkingsgroei van Heerhugowaard wordt rekening gehouden in de plannen, zo wordt er gepleit voor meer parkeerplaatsen en meer openbaar vervoer. Ook verschillende onderwijs instelling maakten het in Heerhugowaard aantrekkelijk. Het keerpunt hierin was de eerste Ulo-school, die niet in Langedijk werd gebouwd, maar in Heerhugowaard. Scholen voor alle mogelijke niveaus zijn opgericht rond de jaren 80. Huygenwaard voor mavo, havo en Atheneum. Clusius College voor mavo in de agrarische sector. Don Bosco voor mavo en Han Fortman ook voor havo, atheneum en gymnasium. Ook een lagere technische school werd gevestigd; de Waardse Kil. Mensen uit de omliggende dorpjes brachten hun kinderen in Heerhugowaard naar school, en om die redenen verhuisden ook veel mensen naar Heerhugowaard. Later kreeg Han Fortman een nieuw gebouw wat nu gelegen is bij het tegenwoordige zwembad de Waardergolf. Don Bosco en de Waardse Kil kregen ook een nieuw gebouw. Samen zijn ze nu Johannes Bosco en ligt het gebouw naast de autodealers. Huygenwaard krijgt ook een nieuw gebouw. De bouw van scholen is tot en met 1997 betaald door het Rijk. Om erg zuinig met het geld om te springen, zijn toen veel scholen in semi-permanente uitvoering gebouwd, dus niet van steen maar van hout e.d. Dat heeft een veel kortere levensduur dan gebouwen van beton en steen. Omdat die gebouwen zo’n beetje af waren en onderwijs daarin niet meer verantwoord was, is besloten om op andere plaatsen nieuwe degelijke schoolgebouwen neer te zetten. Dus net als de scholen van het Trinitas College komt er een nieuw gebouw voor Huygenwaard.
21
Elke gemeente die groeit, wil niet alleen woningen bouwen, maar ook zorgen voor werkgelegenheid. Er is toen gekozen voor de Zandhorst aan de andere kant van de spoorlijn. Er moest daar een industrieterrein komen die zou zorgen voor de nodige voorzieningen voor de beroepsbevolking. Bedrijven waren onder andere, Verzinkerij, Crawford en Ammeraal. Door de spoorlijn kwam er een min of meer logische grens tussen wonen en werken in Heerhugowaard. Ook was er ooit een vuilverbranding voor de gemeente in de Zandhorst aanwezig, maar die is afgebrand, en sindsdien wordt al het huisvuil naar de vuilverbranding in Alkmaar vervoerd. Nog een manier om de groei van Heerhugowaard op te vangen was de bouw van een winkelcentrum: Middenwaard. Middenwaard zoals dat er nu is, is in drie fasen gerealiseerd. Het eerste deel is het stuk vanaf Albert Heijn langs Mr. Cocker tot de Lidl / Natuurvoedingswinkel. Fase twee was de uitbreiding vanaf Mr. Cocker tot en met de herenkledingzaak van B&G. Daar ging je naar buiten en liep je tegen Sanders Meubelstad aan (een gerote meubelzaak). Die ging rond 1985 weg en toen kwamen in dat gebouw Halfords, het postkantoor en wat nu Scheer & Foppen heet (toen v.d. Gragt). Dat gebouw is toen aangesloten met het al bestaande deel van Middenwaard. Omdat Heerhugowaard bleef groeien is l0 jaar later het deel er aangebouwd dat nu tot aan het Stadsplein loopt. Halverwege de jaren ’90 werd het duidelijk dat Heerhugowaard zou groeien naar zo’n 55.000 inwoners in 2015. De eigenaar van het winkelcentrum (een projectontwikkelaar) heeft toen in overleg met de gemeente besloten om het winkelcentrum te verbouwen en uit te breiden. Dat proces loopt nu nog. Het heeft een behoorlijke tijd geduurd tussen het maken van de plannen en het beginnen met de realisering daarvan. Dat komt omdat het winkelcentrum een paar keer van eigenaar is veranderd en er diverse eigenaren zijn (b.v. het gebouw van de Hema is eigendom van de familie Komen; een deel van het terrein waar de Schakel stond is eigendom van Segesta e.d.). Het kostte nogal wat moeite om “alle koppen in één zak te krijgen”. Uit woningbehoefte onderzoeken is duidelijk geworden dat we relatief veel woonruimten moeten realiseren voor jongeren en senioren. Voor met name die laatste categorie is het handig als de winkelvoorzieningen vlak bij zijn. Daarom is er rond Middenwaard aardig wat huisvesting voor senioren (zoals de Raetstede en het Koraalrif). Woningen boven winkels betekent ook dat er na sluiting van de winkels wat leven in de brouwerij blijft en het ’s avonds geen uitgestorven plaats is.
22
In Nederland is er op initiatief van vrijwilligers ooit begonnen met openbare leeszaken en bibliotheken. Later is dat een taak van de overheid (rijk en gemeenten) geworden. Heerhugowaard heeft eerst een bibliotheek aan de Olmenlaan gehad (waar nu Deen supermarkt zit en nieuwe winkels met woningen worden gebouwd). Door de groei van de gemeente is in 1984 een nieuwe bibliotheek geopend bij Middenwaard (tegenover de Filosoof en La Brocca). Die was bedoeld voor een gemeente van rond de 40.000 inwoners. Door de groei veroorzaakt doordat Heerhugowaard aangewezen werd als VINEX- locatie zou Heerhugowaard op termijn 55.000 inwoners hebben en daarvoor was de bibliotheek te klein. Er is toen besloten om een nieuwe ruimere bibliotheek te bouwen samen met de uitbreiding van het gemeentehuis. De plek van de oude bibliotheek kan dan gebruikt worden voor de uitbreiding van Middenwaard. De nieuwe bibliotheek is eind 2006 in gebruik genomen.
23
Heerhugowaard had al een huisartsenpraktijk en orthodontisten praktijk echter nog geen medisch centrum. Daar kwam verandering in toen de gemeente onderzoek ging verrichten naar het zorg aanbod. In de verkennende fase is gezocht naar wat de patiënten, huisartsen en belanghebbende hiervan vonden. Hierop volgde de gemeente met toenadering tot het Westfriesgasthuis in Hoorn in het najaar van 2007. Dit ziekenhuis zag wel brood in een vestiging in Heerhugowaard. Dit had als gevolg toen de intentie openbaar werd het Medisch Centrum Alkmaar. (MCA) ook wel oren had naar een dergelijk medische voorziening in Heerhugowaard. Half september vorig jaar opende het MCA een Diagnostische Centrum in het voormailige Rabobank kantoor aan het Stationsplein in Heerhugowaard. Het Westfriesgasthuis biedt sinds 10 december 2008 poliklinische zorg aan inwoners uit Heerhugowaard en aangrenzende plaatsen vanuit de voormalige dansschool Biersteker op het adres Middenwaard 45. Een breed aanbod aan specialismen en basisdiagnostiek wordt geboden. Specialismen zoals chirurgie, orthopedie en geriatrie zijn aanwezig om spreekuur te houden. De diensten van GGZ Westfriesland worden ook aangeboden. Kortom de zorg in Heerhugowaard is beter geworden. Wat uitgaansgelegenheden betreft waren er al een aantal kroegen in Heerhugowaard. Ook was er een discotheek op de plaats waar nu de Scapino staat; De Drome. De particuliere eigenaar heeft sinds de sluiting van die discotheek, geprobeerd de behoeften De particuliere eigenaar van de Waerdse Tempel heeft sinds de sluiting en sloop van discotheek De Drome (Middenweg waar nu Scapino zit) geprobeerd in de behoefte van met name de jeugd te voorzien. De gemeente wilde daaraan meewerken maar wilde voorkomen dat er overlast zou ontstaan voor de inwoners, zowel tijdens als voor en na afloop van activiteiten. Na veel overleg, zoeken van locaties e.d. is het de plek geworden waar de Waerdse Tempel nu staat. Begin 2007 is het gebouw geopend. Ook verschillende festivals zoals Mixstream en evenementen in zowel de Waerdse Tempel als in bijvoorbeeld ‘t Kompleks trekken mensen vanuit de omgeving. Ook worden er markten, kermissen en evenementen gehouden op het Raadhuisplein en het stadsplein. Ook is er eens per jaar een wielrenners wedstrijd Tour de Waard, Circus en het Mega Piratenfestijn. Binnen de wijken worden er ook veel dingen voor de bewoners geregeld. Al deze voorzieningen en evenementen zorgen voor een prettige leefomgeving voor zowel jong als oud. De ouderen trekken hier dan ook niet snel weg omdat volgens vele hier genoeg is. In het kort kunnen we zeggen dat de ruimtelijke factoren als ligging, infrastructuur, ruimte, grondgebruik en de nodige voorzieningen en evenementen bij hebben gedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard.
24
Welke economische factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard? Mensen hier wonen vanwege het aanbod en de goedkope huizen. De huizenmarkt is namelijk een kwestie van vraag en aanbod. Mensen wilden een huis in Noord-Holland, maar er was maar beperkt aanbod. In Noord-Holland waren bepaalde groeikernen aangewezen, waar extra huizen gebouwd mochten worden. Hiertoe behoorde Heerhugowaard en kon zo de vraag opvangen. Een extra input hier gaf de goedkope prijs van huizen. Ter vergelijking zijn hier twee tabellen over de gemiddelde prijs ontwikkeling van Heerhugowaard en van de provincie NoordHolland. Heerhugowaard jaar Gemiddelde koopsom
+/- Percentage
2008
€ 224.858 +
1,03%
2007
€ 222.561 +
1,58%
2006
€ 219.102 +
10,91%
2005
€ 197.543 +
?
2004
€? +
2003
€ 182.169 +
2002
€ 177.484 +
Noord-Holland jaar Gemiddelde koopsom
2,64%
+/Percentage
2008
€ 295.730 +
3,46%
2007
€ 285.839 +
8,56%
2006
€ 263.306 +
6,43%
2005
€ 247.406 +
4,56%
2004
€ 236.614 +
3,02%
2003
€ 229.679 -
0,56%
2002
€ 230.964 +
Dit toont dus aan dat de huisprijzen van Heerhugowaard flink onder het gemiddelde zitten, wat Heerhugowaard aantrekkelijker maakt in Noord-Holland. Gegevens uit eerdere jaartallen waren niet te raadplegen, maar omdat verscheidene mensen in onze enquête over verschillende jaartallen zeiden dat het hier goedkoop wonen was gaan we er van uit dat de Heehugowaardse huizen prijzen toen ook onder het gemiddelde waren. Immers Heerhugowaard kreeg flinke subsidie om extra huizen te bouwen en in de steden wonen is vaak duur. Helaas was het jaartal 2004 niet meer te raadplegen via DIMO maar als je kijkt naar de prijsontwikkeling kunnen we ervan uitgaan dat dit ook onder het Noord-Hollands gemiddelde zat. 25
Op dit moment ligt de prijs nog steeds onder het gemiddelde, want in 2008 telt de gemiddelde Heerhugowaardse woningprijs 224.858 euro terwijl dit in Noord-Holland 295.730 Euro is. Heerhugowaard is hiermee meer dan 70.000 euro goedkoper! De auto was om niet te vergeten een belangrijk punt voor de suburbanisatie. De auto maakte het mogelijk om buiten de stad, waar je werk was, te wonen. Zoals in Amsterdam of Alkmaar werken en in Heerhugowaard wonen. Mensen konden een auto kopen door de stijgende welvaart(zie grafiek hieronder). In de tweede grafiek zie je dan ook dat het aantal bezitters van de auto toenemen. Er werden dan ook genoeg auto’s aangeboden om de autobezitters flink toe te laten nemen. Dit toont dus aan dat de ontwikkeling van de auto en welvaart bij hebben gedragen de aanwijzing als groeikern waardoor Heerhugowaard flink heeft kunnen groeien. Tijdens de economische groei na de tweede wereld oorlog ontstond er veel werk in Noord-Holland. Dit veroorzaakte een grote behoefte aan woningen in Noord-Holland. Mede daardoor zijn er groeikernen aangewezen om in de woningbehoefte te voorzien. Hieruit maakte Heerhugowaard dus ook deel uit. In de jaren zestig namen het aantal werknemers in de Hoogovens flink toe. Juist in die tijd was Hoogovens op zoek naar woonruimte buiten de regio. Veel jongeren in Heerhugowaard werkte bij de Hoogovens. De Hoogovens zorgde dan ook voor een extra druk om hier huizen te bouwen. Alom al kunnen wij dus zeggen dat de economische factoren hetzij het huizenaanbod, de huisprijzen, de welvaart, de werkgelegenheid in Noord-Holland, de woningbehoefte van de hoogovens en de ontwikkeling van de auto ervoor gezorgd hebben dat Heerhugowaard heeft kunnen groeien.
26
Welke politieke factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard? In Nederland wordt de ruimte verdeeld via de wet. Volgens het principe van de decentralisatie moesten de gemeenten, de provincies en het Rijk over het eigen grond gebied besogne nemen. Omdat de gebieden elkaar overlappen moeten de bevoegdheden goed op elkaar worden afgestemd en moet rekening gehouden worden met elkaar. Het rijk is verantwoordelijk voor de hoofdlijnen van het ruimtelijke beleid voor geheeld Nederland. De provincie werkt de nationale beleidslijnen verder uit in een streekplan. Zo’n streekplan wordt door de gemeenten verder ingevuld voor het eigen gebied. Dit gebeurt in een structuurplan(nu structuurvisie), dat in hoofdlijnen de ontwikkeling van de gemeente aangeeft, en door middel van bestemmingsplannen, die dit verder in detail uitwerken en het plan een wettelijke status geven. De ruimtelijke ordeningen, streekplannen, structuurplannen/structuurvisies en bestemmingsplannen zijn dus van belang op de ontwikkeling van Heerhugowaard. Aan de hand van deze politieke plannen en beslissingen zullen wij de ontwikkeling van Heerhugowaard weergeven. Er zijn vijf verschillende ruimtelijke ordeningen. Stuk voor stuk hebben ze invloed gehad op de ontwikkeling van Heerhugowaard. Enkele hiervan waren enorm van belang. Hier volgen de ruimtelijke ordeningen:
(Eerste) Nota inzake de Ruimtelijke Ordening (1960) De Nota inzake de Ruimtelijke Ordening van 1960 (die uiteraard niet de 'eerste nota' werd genoemd) werd vooraf gegaan door de Nota Westen des Lands (1958). Aanleiding vormde de congestie in het westen door de toestroom van vele duizenden mensen. Een spreidingsbeleid moest dat voorkomen. Door de economie in het noorden en het oosten te stimuleren zou de verhuisstroom naar het 'Westen des Lands' worden afgeremd. Niettemin, zo werd geschat, zouden er voor 1980 circa één miljoen nieuwe randstedelingen zijn. De eerste nota schetst een groeimodel voor de Randstad, uitgaande van de bestaande ring van afzonderlijke steden rondom een groen, open middengebied: het Groene Hart. Deze steden moesten een veilige en overzichtelijke woonplaats vormen; in een aaneengegroeide metropool zou de stedeling ten onder gaan. De steden in het westen mochten dus niet te groot worden en niet aan elkaar groeien. Er moesten herbergzame woonwijken komen, die een veilige leefomgeving zouden vormen voor de vele jonge gezinnen. Het Groene Hart moest van verstedelijking verschoond blijven. Dit gebied was belangrijk voor de voedselproductie in de Randstad en verschafte recreatiemogelijkheden voor de miljoenen 'bleekneuzen' in de stad. Voor aanvullende woonruimte moesten Amsterdam, Rotterdam en Utrecht aan de buitenkant van de stedenring terecht. Alleen Den Haag mocht binnen de ring aan de slag. In deze nota werd dus al besloten dat de steden niet te groot moesten worden, waardoor er in Heerhugowaard al extra huizen moesten komen.
27
Tweede Nota over de Ruimtelijke Ordening (1966) Alle prognoses voor de groei van de bevolking wezen uit, dat er rond de eeuwwisseling twintig miljoen mensen in Nederland zouden wonen. Dat was een waar schrikbeeld. Zette de toestroom naar het westen in de eerste nota dus al de toon; in de tweede nota zwol deze toon aan met de prangende vraag waar deze mensen zouden kunnen wonen. Zonder sterke ruimtelijke ordening zou de bevolkingsgroei rampzalige gevolgen hebben. De grootste angst was, dat de Randstad zou uitdijen en samensmelten tot een onbestuurbare stad met getto’s en sloppenwijken. Het antwoord was gebundelde deconcentratie. Op enige afstand van de stedenring werden groeikernen aangewezen waar nieuwe woningen in grote aantallen konden worden gebouwd waaronder Alkmaar, Hoorn en Purmerend. Dit waren de primaire groeikernen ten dienste van het overloopbeleid. Secundaire gemeenten, waaronder Heerhugowaard, vervullen ook een zekere rol op het terrein van de woningbouw als aanvulling op de taak van deze primaire groeikernen. Vanwege de grote toestroom van bewoners was de bedoeling dat hier vanzelf ook eigen bedrijvigheid zou ontstaan. Immers waar mensen wonen is economisch potentieel. Dit gebeurde dan ook in Heerhugowaard met de komst van het industrieterrein. Dat beleid werd gecombineerd met een bufferzonebeleid waardoor de bestaande steden in de Randstad slechts beperkt konden groeien. Dat beleid hield in, dat het rijk op strategische plekken tussen de grote steden stukken land aankocht, waardoor de scheiding tussen de grote steden werd gegarandeerd. Het stedelijk concept werd gecompleteerd met een dicht netwerk van autowegen; van het autogebruik werd toen nog niets dan goeds verwacht.
Derde Nota over de Ruimtelijke Ordening (1973-1983) De derde nota kwam tussen 1973 en 1983 in verschillende etappes tot stand. De aanleiding voor de nieuwe nota was, dat al vrij snel na het uitkomen van de tweede nota bleek dat het met de bevolkingsgroei sterk zou meevallen; in 2000 zou Nederland geen twintig miljoen, maar hooguit zeventien miljoen inwoners tellen. Geen reden voor paniek. Ondertussen was er wel een trek van de bevolking uit de stad op gang gekomen die mede mogelijk werd gemaakt door het toenemende autobezit. Veel mensen ruilden in die jaren hun verouderde stadswoning in voor een nieuwbouwwoning buiten de stad. Voor het eerst speelden wonen en werken zich niet noodzakelijk in dezelfde plaats af. Vooral de dorpen profiteerden van deze trek uit de stad; de groeikernen konden niet op eigen kracht van de grond komen. De derde nota moest de scheefgroei onder controle zien te krijgen. Het uitgangspunt van de tweede nota (gebundelde deconcentratie) werd voortgezet en er werden elf groeikernen aangewezen zoals Alkmaar. Nieuw in de derde nota was het instrumentarium om de verstedelijking hier te stimuleren, zoals grondkosten- en infrastructuursubsidies. Verder werd in aanvulling op de tweede nota, de onevenredige groei van kleinere kernen een halt toegeroepen en werd vanaf 1975 de stadsvernieuwing in de grote steden op poten gezet.
28
Tegelijk kwamen er een investeringsregeling om de economie in het noorden en in Limburg te stimuleren. Verder kwamen er regelingen voor nationale parken en landinrichting en beheerovereenkomsten met boeren om milieuvriendelijke landbouwmethoden te ondersteunen. Heerhugowaard werd door de staat aangewezen als een van de vele groeikernen in Holland. Heerhugowaard moest groeien om de mensen die naar die streek kwamen op te vangen en huisvesting te bieden. Dit is de jaren daarna dan ook gebeurd, en tegenwoordige zowel als toekomstige projecten zijn hiermee in verband. Nu wil de gemeente alleen naar eigen behoefte bouwen en willen ze geen grote groenprojecten meer aangaan..
Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening (1988) 'Nederland in 2015. Daar wordt nu aan gewerkt.' Dat was het motto van de vierde nota. Voor het eerst richtte het beleid zich op de volgende eeuw en ruimtelijke kwaliteit werd centraal gesteld. Dat wil zeggen: de kwaliteit van de ruimtelijke inrichting zou tegemoet moeten komen aan de (hoge) eisen die nieuwe bedrijven in een internationale context stellen. Voor het eerst werden de overzichtelijke stedelijke structuren en de situering van steden rondom een open groen middengebied aangemerkt als kanskaart van Nederland. Die specifieke voordelen zou Nederland beter moeten uitbuiten in de internationale concurrentie. De beide mainports met de achterlandverbindingen via weg, water, rail en buis, kregen alle kansen zich te ontplooien en voor het eerst werd uitgebreid aandacht besteed aan de groeikansen van Schiphol. Verder stuurde de vierde nota aan op vergroting van het economisch kerngebied van de Randstad tot de steden in Noord-Brabant en Midden-Gelderland en een geconcentreerde ontwikkeling van stedelijke knooppunten elders in Nederland zodat deze op regionaal niveau een meerwaarde zouden kunnen bieden. En zeker niet onbelangrijk werden er veel nieuwe woningen op het programma gezet om te kunnen voldoen aan de nog altijd grote vraag naar goede woonruimte.
Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening Extra (1994) Aan de vooravond van de parlementaire behandeling van de vierde nota viel het tweede kabinet-Lubbers. Het derde kabinet-Lubbers nam de nota weliswaar over, maar voegde er het nodige aan toe waarmee de Vierde Nota Extra, beter bekent als ‘VINEX’, het licht zag. Vooral de alarmerende milieuproblemen waren aanleiding om goed na te denken over de bijdrage die de ruimtelijke inrichting zou kunnen leveren aan vermindering van de milieubelasting. De belangrijkste relatie werd gezocht in beperking van de mobiliteitsbehoefte. Ruimte voor bedrijven en nieuwe woningen moest eerst in bestaande steden worden gezocht. Daarna aan de rand van de steden en pas dan op afstand van bestaande steden. Bij stadsuitbreiding moest van meet af aan worden gewerkt aan goed openbaar vervoer. Voor bedrijfslocaties werd een bereikbaarheidsprofiel ontwikkeld: bedrijven met veel publieks- en weinig goederenbewegingen zouden bij stations moeten komen. Aan de snelweg is alleen plaats voor bedrijven met veel goederen- en weinig publieksbewegingen.
29
De uitgangspunten van de eerste nota uit 1960 sloten naadloos aan bij deze compacte-stadbenadering: behoud van grote open ruimten en een duidelijke scheiding tussen stad en land. Met regio's en provincies werden afspraken gemaakt over de realisatie van de benodigde woningen, gekoppeld aan grondkostensubsidies en bijdragen voor openbaar vervoer en groen. De afspraken werden vastgelegd voor de periode tot 2005. Voor de periode tot 2010 zijn nieuwe afspraken opgenomen in de Actualisering Vinex (1999).
Bij de plannen van de ruimtelijke ordeningen door VROM werd nauw samengewerkt met de provincies. De provincie’s wezen dan ook bepaalde plekken aan. Hiervan was Heerhugowaard er één van. Heerhugowaard reageerde op de beslissingen van het Rijk en Provincie en begon diverse structuurplannen/structuurvisie en bestemmingsplannen op te stellen. Hier volgen ze:
Structuurplannen/beelden en bestemmingsplannen Het begin van de structuurplannen en bestemmingsplannen. In 1961 wordt er voor het eerst een structuurplan voor de gemeente Heerhugowaard geschreven. Dit omdat natuurlijk het eerste nota ruimtelijke ordening in 1960 werd gemaakt. In dat structuurplan zit onder anderen een verbetering van de tuinbouw met een meer rendabel bodemgebruik. Ondernemingen en bedrijven moeten gemechaniseerd worden en in aantal afnemen. De Sanering van winkels wordt ook in dit plan vermeld. Ook staat in dit plan de bouw van een winkelcentrum. Het is de bedoeling dat volgens dit plan er stedelijke kernen ontstaan, buiten deze kernen zou de agrarische sector kunnen bloeien. De gemeente wil echter wel het bestaande landschap houden. Om te kunnen voldoen aan de bestaande en verwachte woningbehoefte zouden er woningen bijgebouwd moeten worden. Vanuit de gemeente binnenuit was weinig behoefte voor verandering, maar met de komst van burgemeester Molleman op 1 oktober 1957 heeft dat voor verandering gezorgd. Hij was namelijk grote voorstander voor de groei. Wat betreft de woningen dienden de buiten kernen gelegen woningen te vervangen of gehergroepeerd te worden. Een van deze belangrijke kernen is Centrum. (nu Centrumwaard waar diverse winkeltjes en kroegjes zijn.) Deze kern zou moeten uitgroeien tot een kern van wel 12.000 tot 15.000 inwoners. Ook recreatie zal in deze kern dus te vinden zijn. O.a. 'De Vork' en volkstuinen. Om deze visie goed ten uitvoer te brengen wordt er een plan opgezet: Centrum 1965. Volgens dit plan zouden de al bestaande wijken zoals de Schildersen Schrijverswijk moeten worden afgerond en er nieuwe wijken worden aangelegd; de Bomenwijk en Nuyenburg. Ook de voorzieningen moeten volgens dit uitbreidingsplan worden uitgebreid. Recreatieterrein De Kabel wordt uitgebreid tot aan de Oostertocht, en aan de Foreeststraat zouden scholen gebouwd moeten worden.
30
Dit uitbreidingsplan is echter niet voldoende voor de steeds groter wordende woningbehoefte in Noord-Holland. Er wordt gekeken voor locaties om nieuwe wijken te bouwen. Hiervoor worden de Wester- en Oostertocht gereserveerd als begrenzing voor het nieuwe centrum. De Schilderswijk met toen nog 750 woningen zal moeten worden uitgebreid. In 1968 wordt alweer een nieuw structuurplan opgesteld. Weer met het idee om meer woningen te bouwen, maar dit keer in het centrum. Volgens het plan moeten er zo’n 6900 woningen worden geplaatst in het centrum, en 5600 woningen in het zuidoosten met de bedoeling dat rond 1980 te completeren. In totaal dus 12.500 woningen voor Heerhugowaard in 1980. Het worden eengezinswoningen, 25 woningen per hectare die zo’n 45.000 inwoners zullen voorzien. Na 1980 zou Heerhugowaard zich kunnen uitbreiden ten noorden van de spoorlijn naar Hoorn. De Zandhorst (het industrieterrein) kan zich ontwikkelen tussen de Spoorlijn naar Den Helder en de provinciale weg. In de buurt van het station worden kantoren gepland. Een nieuw bestemmingsplan (Centrum Zuidoost) in 1970 zorgt opnieuw voor een uitbreiding van eengezinswoningen van 840 in het zuidoosten van Heerhugowaard. Ondertussen is de kern Heerhugowaard-Centrum uitgegroeid tot een stedelijke kern. ’T Kruis en de Noord leken daarentegen gestagneerd als kern, en om deze gebieden niet in de weg te zitten met de verdere uitbreiding van Heerhugowaard-Centrum wordt gekozen voor een zuidwestelijke uitbreiding. In 1972 wordt dan ook het bestemmingsplan Centrum Zuidwest opgesteld waarin verschillende tot op dan toe afzonderlijke wijken en woongebieden in het centrum worden opgenomen. Er zullen in totaal nog een extra 3600 woningen worden bijgebouwd. Ook zijn er plannen voor een nieuw centrum. De plannen voor het oude centrum zullen worden afgerond. In 1973 wordt de Planetenwijk ontwikkeld, en in 1974 volgt het plan Scherpenheuvel. Dit plan moet ervoor zorgen dat er genoeg huisvesting is voor de gastarbeiders die werken in de hoogovens(Casa del Norte). De woningen zullen bestaan uit een aantal bungalows. Het woongebied ten noorden van de van Foreeststraat wordt ook gecompleteerd.
31
Omdat de structuurplannen/structuurvisies vanaf de structuurschets 1988 erg belangrijk waren voor het huidige Heerhugowaard hebben we deze apart vermeld.
Structuurschets 1988 Zoals al te zien was in de 4e nota ruimtelijke ordening moesten er veel nieuwe huizen komen. Als secundaire gemeente van de groeikern Alkmaar werd Heerhugowaard dan ook weer door het rijk en de Provincie aangesteld meer huizen te bouwen. Ook was te lezen dat in 1988 de ruimtelijke ordening geschetst was tot 2015 wat het gevolg was dat de Structuurschets van Heerhugowaard uit 1988 de meest gewenste toekomstige ontwikkeling van de gemeente Heerhugowaard schetst. Op basis van de richtlijnen in deze Structuurschets heeft Heerhugowaard zich ruimtelijk ontwikkeld tot wat het nu is. Een fors gegroeide gemeente, met de nieuwbouwwijken Butterhuizen, Zuidwijk-Huygenhoek en Oostertocht als een schil aansluitend op de bestaande stad en bedrijventerreinen in een aaneengesloten zone ten westen hiervan. In de Structuurschets is gekozen voor het openhouden van het oostelijke deel van de gemeente, wat nog steeds van toepassing is. Deze structuurschets heeft dus geleid tot de bestemmingsplannen van Butterhuizen, Oostertocht en de ZuidwijkHuygenhoek. De eerste paal voor de wijk Butterhuizen ging op 21 november 1990 de grond in. Op 1995 was de wijk helemaal af en heeft circa 1300 woningen gecreëerd. In hetzelfde jaar dat Butterhuizen helemaal af was werd begonnen aan de bouw van de Oostertocht. Deze wijk heeft ongeveer 1850 woningen gecreëerd. In 1996 werd er gestart met de bouw voor de Zuidwijk- Huygenshoek in 2000 was de bouw klaar en heeft het circa 2200 woningen afgeleverd. De wijk onderscheidt zich van andere door toepassing van een zogenoemde warmtekrachtkoppeling. Dat wil zeggen dat de wijk een eigen energievoorziening krijgt. De warmte die vrijkomt bij de opwekking van elektriciteit verdwijnt niet in de lucht, maar wordt ondermeer gebruikt voor verwarming van de woningen. Dit gebeurt door de warmte via een ondergronds huizensysteem naar de woningen te transporteren. Door gebruik van deze installatie kan een energie besparing van 30% worden bereikt. Kenmerk van de huizen is hierdoor ook dat er geen schoorstenen zijn (men heeft immers geen cv in elk huis) en dat men elektrisch moet koken. In de wijk liggen geen gasleidingen. Verder is in deze wijk speciaal een fietsbrug aangelegd om de toegankelijkheid naar het centrum te bevorderen. De opleveringen van deze nieuwbouwwijken zijn nu duidelijk te zien en hebben gezorgd voor een flink groot woonoppervlakte. De structuurschets heeft ook geleid tot een grotere bibliotheek waar nu het Horecaplein komt. Voor 1988 zaten bepaalde afdelingen verspreid in Heerhugowaard. Openbare Werken zat toen nog aan de Taxuslaan op de hoek van de Beukenlaan samen met de brandweer. Naar aanleiding van de Structuurschets is toen besloten dat alle gemeentelijke afdeling bij elkaar moesten zitten. In 1992 is toen een vleugel aan het gemeentehuis gebouwd. Omdat de gemeente bleef groeien, werd dat gebouw te klein. Er zijn toen afdelingen verhuisd naar het kantorengebouw aan de Zuidtangent net over de spoorlijn. De (oude) Structuurschets uit 1988 was aan herziening toe, want sinds 1988 is er ten slotte veel gebeurd. Het plan hield rekening met 38.000 inwoners in 2000 en een woningbouwtaakstelling voor zowel de eigen woningbehoefte als regionale opvang.
32
Dit aantal is met het bouwen van de Stad van de Zon ruim overschreden die in 2002 al voor 46.480 inwoners zorgde. Heerhugowaard werd door het rijk en provincie aangewezen als onderdeel van het VINEX-gebied HAL. Dit leidde tot de Intergemeentelijke Structuurvisie HAL.
Intergemeentelijke Structuurvisie HAL In de IGS HAL uit 1995 hebben de gemeenten Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk een ruimtelijk kader voor de ontwikkeling van het HAL-gebied tot 2005 neergelegd. Deze drie gemeenten maken samen deel uit van het meest verstedelijkte gebied van de regio Noord-Kennemerland. Door het rijk waarvan er VINEX-locaties moesten komen moest de provincie Noord-Holland VINEX-locaties zoeken.Vanwege de centrale ligging en het grote economische belang voor niet alleen Noord-Kennemerland maar voor heel Noord-Holland-Noord, is de HAL in de jaren negentig aangewezen als VINEX-locatie door het rijk en provincie. In 1994 is besloten dat HHW samen met Alkmaar en Langedijk een zogenaamde VINEX-locatie zou worden. Dat betekent dat er met de regering en provincie is afgesproken dat er in deze VINEX-locatie in 10 jaar tijd 10.600 woningen gebouwd zouden worden. Daarvan heeft HHW er 6.600 gebouwd (40% meer dan we hadden in 1993/1994). HHW heeft overigens ook besloten dat er dan meer werkgelegenheid en arbeidsplaatsen bij moesten komen. Dat is ook gelukt. Heerhugowaard heeft nu net zoveel arbeidsplaatsen als huishoudens. Dat betekent eigenlijk dat iedereen die zelfstandig woont en werkt, in Heerhugowaard kan werken. De aanwijzing in de VINEX als stadsgewest is voor de drie gemeenten de aanleiding geweest om gezamenlijk de Structuurvisie op te stellen. In de Structuurvisie is gekozen voor een ontwikkelingsmodel, genaamd het compact-HAL model, waarbij er veel mogelijkheden zijn voor een invulling van het HAL-middengebied, optimaal gebruikmakend van de groene en de waterinfrastructuur én van de openbaar vervoerslijn. In een provinciale verkenning van eind 1991 wordt gesproken over een groene, blauwe en rode loper. Deze staan respectievelijk voor recreatie/landschap, recreatie/water en verstedelijking.De groene loper verbindt Heerhugowaard-Zuid met het Geestmerambacht, de blauwe loper heeft het kanaal Alkmaar-Kolhorn als ruggengraat en het hoofdelement van de rode loper wordt gevormd door de rail-as. In de IGS-HAL is dit loper-concept overgenomen. De rode loper biedt hierbij mogelijkheden voor de thema’s kennis, bedrijven, cultuur en wonen. De blauwe loper wordt geassocieerd met water, wind, energie en milieu en de groene ten slotte met gezondheid, toerisme en recreatie. Heerhugowaard moest bouwen en bouwde in totaal 6600 woningen. Deze woningen werden door Heerhugowaard verspreid. Hieruit volgde de flat die er nu staat. Er worden nu appartementen boven Middenwaard gebouwd en de bouw voor extra huizen rond het oude Stam staan gepland. Uit woningbehoefte onderzoeken is duidelijk geworden dat we relatief veel woonruimten moeten realiseren voor jongeren en senioren. Voor met name die laatste categorie is het handig als de winkelvoorzieningen vlak bij zijn. Daarom is er rond Middenwaard aardig wat huisvesting voor senioren (zoals de Raetstede en het Koraalrif). Woningen boven winkels betekent ook dat er na sluiting van de winkels wat leven in de brouwerij blijft en het ’s avonds geen uitgestorven plaats is. Dertig procent van de woningen zijn dan ook sociale woningen. De VINEX-taakstelling was ook het gevolg voor het bestemmingsplannen voor de wijk Stad van de Zon. Men begon de bouw in 2000 en in 2005 was het afgeleverd.
33
De Stad van de Zon heeft nu 2.862 woningen. Het unieke van de Stad van de Zon is dat de hele wijk emissieneutraal moet worden. Dat wil zeggen dat die self supporting is qua energieverbruik. Dat wordt niet helemaal gerealiseerd. Daarom komen er langs de N 242/Westerweg (in de buurt van het BP benzinestation) drie grote windmolens, waarvan er eentje bij het industrieterrein met al die autosloperijen. Het unieke is dat er op de wereld wel meer emissieneutraal wordt gebouwd, maar niet in zo’n grote omvang als in Heerhugowaard. Het andere opvallende is dat nergens zo’n kleine gemeente / organisatie zo’n groot project emissieneutraal realiseert. Daarom is er belangstelling uit de hele wereld. Verder bestaat de Stad van de Zon uit vier delen. Drie zijn er straks bijna klaar. Aan het vierde stuk moet nog worden begonnen. Dat is het deel achter het BP station tot Butterhuizen. Een deel van die grond is nog geen eigendom van de gemeente. Of, wanneer en hoe dat wordt ontwikkeld is nu nog niet bekend. De Stad van de Zon is / was de laatste mogelijkheid om nog richting het zuiden te bouwen. Om te voorkomen dat er alleen maar stenen weden opgestapeld en je zo van Alkmaarse woonwijken in Heerhugowaardse wijken terecht zou komen, is er gekozen voor een opvallende invulling. Veel water, het oppervlakte water staan niet in verbinding met het andere polderwater of met andere sloten e.d. Het water moet een zelfreinigend vermogen hebben; dat gebeurt via beplanting e.d. aan de zuidkant tegen de Huygendijk aan. Op 23 september dit jaar wordt de Stad van de Zon officieel geopend met zowel nationale als internationale belangstelling. De Stad van Kansen is dan ook Heerhugowaards trademark. Verder werden er plannen gemaakt voor een uitbreiding naar het huidige gemeente huis. Dit omdat door de groei allerlei gemeentelijke afdelingen moesten verhuizen en het uitgangspunt van de gemeente bleef dat alles bij elkaar moest blijven zitten. In 2005 is de verbouwing en uitbreiding begonnen en in het voorjaar van 2007 was het klaar. Om te voorkomen dat het gebouw misschien al vrij snel weer te klein zou worden, is er besloten om op het nieuwe gedeelte (aan de voorkant) een extra verdieping te bouwen. Omdat die niet direct nodig is, wordt die verhuurd aan een advocatenkantoor. In het jaar 2000 begon er een nieuwe eeuw. Het was tijd voor een nieuw begin. En dat dacht de gemeente Heerhugowaard ook. Er werd vergaderd onder de naam ‘Verrekijker op de toekomst’. Er moest gewerkt worden aan de organisatie door de flink gegroeide gemeente. De hoofdpunten die uit de vergadering kwamen waren: • • • •
voortdurende organisatieontwikkeling; cultuurontwikkeling en gedragsverandering staan voorop, de structuur volgt; ontwikkeling van medewerkers primair op houding en vaardigheden, secundair op vakkennis; despecialisatie medewerkers/verbreden inzetbaarheid; kwaliteitsorganisatie in 2005 volgens INK-model
Het INK-model is in 2000 gekozen, maar toen was er nog geen ‘Stadsvisie ontwikkeld’ Deze visie bleek niet aan te passen bij het INK-model en er werd in de organisatie voor een ander model gekozen. Er werd gekozen voor het model ‘Excellente gemeente’. Hier volgt het model:
34
Excellente Gemeente Dit model is ontleend aan een internationale analyse van wat excellente gemeenten (bekroond met de Bertelsmannprijs) onderscheidt van de anderen. Het model ‘excellente gemeente ‘ is een basis om gezamenlijk de uitdagingen voor de organisatie te ontdekken- en te pakken. Maar ook voor onze medewerkers om zich te ontwikkelen ‘Excellente gemeenten’ kenmerken zich door: a. organisatieontwikkeling steeds in samenhang op de verschillende aspecten(zie hieronder) te willen zien; b. niet schoksgewijs, maar organisch; c. eenduidigheid in bestuurlijke en ambtelijke top over de koers; d. accent op de zachte kant; e. collegiale bestuursstijl, secretaris als algemeen directeur, meedenkend MT; f. adequate interne organisatie en bedrijfsvoering; g. ontwikkeling dienstverlening op basis van meten externe resultaten.
Dit is het denkkader waarbinnen de organisatieontwikkeling vorm krijgt. In 2002 hebben college- en mt-leden gezamenlijk scores ingevuld op de schijf hierboven. Met deze resultaten is aan de slag gegaan en met succesvol resultaat. De medewerkers zijn nu tevreden over de kansen om zich te kunnen ontwikkelen en trots op de organisatie (bron. ‘Stad van kansen-Organisatie van kansen’ van gemeentesecretaris Frans Mencke en bron. Strategisch adviseur gemeente Heerhugowaard)
35
‘Stadsvisie’ Om een beeld te krijgen wat de burger voor ontwikkeling wou in de gemeente zijn er een aantal debatten gehouden. Dit ter voorbereiding van het nieuwe ‘Structuurbeeld’. Het bestuur had vier richtingen ontworpen. Dit was richting ‘tuinstad’, ‘netwerkstad’,‘complete stad’of ‘moderne stad’. Uit de discussies is gebleken dat er veel waardering is voor de woonkwaliteit in de wijken en de aanwezigheid van veel groen en ruimte. Echter, de bevolking heeft ook een verlanglijstje meegegeven. Het is de wens van velen enerzijds dorpse waarden te behouden, maar anderzijds het voorzieningenpeil van een stad te evenaren. Er is behoefte aan stadse voorzieningen zoals een Stadshart, zorgvoorzieningen, uitgaansmogelijkheden en vertier, maar de stad mag niet meer teveel groeien. Er mag wel bijgebouwd worden, maar niet meer dan nodig is voor de eigen doorstroming. Dorpse waarden als groen, ruimte, sociale cohesie, geborgenheid en veiligheid moeten in stand gehouden worden. Verder vragen de doorstroming van het verkeer en het verbeteren van het openbaar vervoer de aandacht. Bovenstaande elementen zijn door de gemeenteraad in het najaar van 2002 vastgelegd in de Stadsvisie: ‘Heerhugowaard, stad van kansen’.
Stadsvisie ‘Stad van Kansen’ De Stadsvisie was bepalend voor het ‘Structuurbeeld’ van Heerhugowaard. In september 2003 was de visie ruimtelijk vertaald in het structuurbeeld. In dit stuctuurbeeld wordt de gewenste ruimtelijke ontwikkelingsrichting van Heerhugowaard op de korte en middellange termijn geschetst. Het Structuurbeeld is geformuleerd aan de hand van 6 statements die uit de Stadsvisie ‘Heerhugowaard, stad van kansen’ voortkomen. Deze statements vormen de kansen voor de gemeente tot 2015. De kansen 1. Het completeren van de gemeente: afmaken waar we mee begonnen zijn 2. Het creëren van samenhang en eenheid in de gemeente 3. Het bieden van een thuisbasis i.p.v. uitvalsbasis met bijbehorende voorzieningen en vertier 4. Het verenigen van dorpse waarden (groen, ruimte, kleinschaligheid en geborgenheid) en stadse waarden (Stadshart, zorgvoorzieningen en vertier) 5. Het landelijk gebied blijft landelijk en open 6. Verdergaande regionalisering zonder daarbij het karakter als individuele gemeente te verliezen.
36
Structuurbeeld ‘Stad van Kansen’ In 2005 is de houdbaarheidsdatum van belangrijkste beleidskaders voor de ruimtelijke ontwikkeling van de gemeente (VINEX, Streekplan Noord-Holland-Noord, IGS-HAL) verstreken. Hoewel er nog wel wat woningen bij moesten komen volgens de ‘Actualisering VINEX’ in 1999. IGS-HAL was wel verstreken en dus moest er een nieuw structuurplan komen. Zoals je al gelezen hebt is de gemeente in 2002 al begonnen met een begin van het structuurplan namelijk de ‘stadsvisie. In 2003 september was de visie ruimtelijk vertaald in het structuurbeeld van 2005 tot 2015. Dit structuurbeeld verklaard onder andere waarom we nu een stadsplein hebben, een park met skatebaan, parkeergarages, een groot kunst & cultuur centrum ‘Cool’, er gebouwd wordt aan Middenwaard en waarom men nu bezig is aan het ‘Horecaplein’. Heerhugowaard heeft naar aanleiding van het structuurbeeld overigens ook besloten dat er dan meer werkgelegenheid en arbeidsplaatsen bij moesten komen. Dat betekent eigenlijk dat iedereen die zelfstandig woont en werkt, in Heerhugowaard kan werken. Dat is ook gelukt. Heerhugowaard heeft nu net zoveel arbeidsplaatsen als huishoudens Hiervoor werd het Industritrieterein uitgebreid en wordt het nog meer uitgebreidt om de werkgelegenheid te behouden. Het Industrieterein zal de hele kan aan het westen van het spoor vullen. Door die groei zou HHW op termijn 55.000 inwoners hebben en daarvoor was de bibliotheek te klein. Er is toen besloten om een nieuwe ruimere bibliotheek te bouwen samen met de uitbreiding van het gemeentehuis. De plek van de oude bibliotheek kan dan gebruikt worden voor de uitbreiding van Middenwaard. De nieuwe bibliotheek is eind 2006 in gebruik genomen. Als de VINEX-woningen klaar zijn wilt de gemeente alleen bouwen naar eigen behoefte. Dit is gebasseerd op de natuurlijke groei en populatie. De Draai wordt hiervoor ontwikkeld om te voldoen aan de woningbehoefte voor de komende jaren. De plannen zijn om daar volgend jaar (2010) te beginnen en gemiddeld zo’n 250 tot 300 huizen per jaar te bouwen met bijbehorende voorzieningen (scholen e.d.). Naar de inzichten op dit moment hoort de wijk in ongeveer 2020 klaar te zijn. Maar de kredietcrisis kan veranderingen tot gevolg hebben. Aldus Gijsbert van Weelen, financieel beleidsadviseur.
Samenvatting De politieke factoren die hebben bijgedragen zijn dus de verschillende beslissingen van het rijk, provincie en Heerhugowaards bestuur. Dit hadden zij uitgewerkt in nota’s ruimtelijke ordening, streekplannen, structuurplannen/structuurbeelden en bestemmingsplannen. De grote groei heeft Heerhugowaard tenslotte te danken aan de aanwijzing als secundaire gemeente van de groeikern en VINEX-taakstelling waar de burgemeesters zich wel in konden vinden.
37
Welke sociale factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard? Waarom mensen zich hier wouden vestigen en waarom ze hier bleven hebben we met behulp van een enquête in Middenwaard onderzocht (bron. Enquête sociale factoren). De precieze procentuele resultaten vermelden wij niet, omdat we maar 65 mensen hadden geënquêteerd en daarom enkele uitzonderingen een verkeerd beeld zouden geven. Bovendien waren de resultaten overduidelijk. Geconcludeerd kan worden dat mensen hier gingen wonen omdat ze in NoordHolland wouden wonen en in Heerhugowaard nog plek was plus dat de huizen hier goedkoop waren. Enkele genoemde punten waren dat Heerhugowaard erg groen was, minder druk dan Alkmaar is, mooi is gelegen, en hier werk was of in de buurt werk was. Natuurlijk behoren ook bepaalde familieoorzaken tot verhuizing naar Heerhugowaard. Hoofdzakelijk zijn de mensen die zich in Heerhugowaard hebben gevestigd of hier zijn geboren niet meer weggegaan omdat ze hier zijn ingeburgerd en Heerhugowaard genoeg te bieden heeft. De mensen die liever ergens anders willen wonen laten dit achterwege wegens de goedkope huizenprijzen hier en de mindere kwaliteit prijsverhouding in andere gemeenten. Al om al kunnen we dus zeggen dat mensen zich hier wouden vestigde wegens het goede aanbod van huizen en de ligging. Ze zijn vervolgens niet meer weggegaan omdat er genoeg voor ze was en ze ingeburgerd raakten.
38
Samenvatting van de factoren die hebben bij gedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard Zoals we al beschreven hebben waren er verschillende factoren die hebben bijgedragen hebben aan de ontwikkeling van Heerhugowaard. Dit waren ruimtelijke, economische, politieke en sociale factoren. De ruimtelijke factoren die hebben gedragen waren de ligging, infrastructuur, ruimte, grondgebruik, de nodige voorzieningen en evenementen. De economische factoren die hebben bij gedragen waren het huizenaanbod, de huisprijzen, de welvaart, de werkgelegenheid in NoordHolland, het aandringen van de hoogovens voor meer huizen en de ontwikkeling van de auto. De politieke factoren die hebben bijgedragen waren beslissingen van het Rijk, Provincie en gemeenten. Deze beslissingen waren volgens de wet onderverdeeld in nota’s ruimtelijke ordeningen, streekplannen, structuurplannen/structuurvisies en bestemmingsplannen. De sociale factoren waren dat mensen behoefte hadden in Noord-Holland te wonen en zochten naar een goede woning voor een leuk prijsje. De mensen waren toen vervolgens niet weggegaan omdat ze ingeburgerd raakten en er volgens hen genoeg voor ze was. Al deze factoren hebben bijgedragen aan de groei van Heerhugowaard tot het nu is. Heerhugowaard de ‘Stad van Kansen’. Aanschouw deze grafiek die door al deze factoren de groei van Heerhugowaard weergeeft.
Maar wat is het Heerhugowaard van nu en hoe gaat Heerhugowaard zich in de toekomst ontwikkelen? Hier geven wij antwoord op in de volgende paragrafen.
39
Hoe staat Heerhugowaard er nu voor? Na heel wat gesproken te hebben over ‘hoe Heerhugowaard zich heeft kunnen ontwikkelen tot het hedendaagse Heerhugowaard’ is het nu tijd voor de beschrijving van Heerhugowaard op dit moment. Het is nu begin 2009. Wat is het hedendaagse Heerhugowaard? Hoe staat Heerhugowaard er nu voor? Dit komt aan de orde in de volgende subclausules. • • • • • •
Hoe de gemeentelijke organisatie er voor staat. Wat Heerhugowaard te bieden heeft. Enkele statistische gegevens. Heerhugowaard vergeleken met de omgeving. Hoe mensen in de omgeving Heerhugowaard zien. Is Heerhugowaard een dorp of een stad?
Hoe de gemeentelijke organisatie er voor staat Zoals al eerder aan de orde is gekomen is de Gemeente Heerhugowaard nu bezig met het uitvoeren van hun ‘structuurbeeld’. Ze voeren een organisatie van ‘excellente gemeente’. Hiermee is in 2002 begonnen. Verbeterslagen zijn o.a. gemaakt op het gebied van ICT en digitale dienstverlening, management development en verbetering van de interne organisatiestructuur zodat die beter aansluit op de klantvragen. Heerhugowaard is nu ‘Stad van Kansen’. Volgens de medewerkerstevredenheidsonderzoek van zijn ze bovengemiddeld tevreden over de kansen die de organisatie hun te bieden heeft en trots op de organisatie. Er worden nu een aantal eisen opgesteld waar de nieuwe gemeentesecretaris aan moet voldoen. Dit omdat gemeentesecretaris Frans Mencke stopt per 1 maart 2009. Omdat de gemeente Heerhugowaard zich organisch ontwikkeld wordt voor de opvolging van de gemeentesecretaris gezocht naar een gelijksoortig persoon als de huidige gemeentesecretaris. Heerhugowaard staat in de top 70 van beste werkgevers voor werkende ouders volgens het tijdschrift Lof, een tijdschrift voor werkende moeders. De gemeente kan haar eigen ervaringen met faculteiten voor werkende ouders delen met bedrijven en dat gebeurt ook. De gemeente gaat in 2009 een ronde maken langs bedrijven in Heerhugowaard om hen te wijzen op mogelijkheden van buitenschoolse opvang in Heerhugowaard, de voordelen van thuiswerken en flexibele werktijden. Dat moet de aantrekkelijkheid van bedrijven in Heerhugowaard voor werkzoekende vergroten. Verder heeft Heerhugowaard sinds 1 december 2008 een nieuw loket met een omgevingsvergunning: een vergunning waarin vergunningen voor bouwen, milieu, reclame, inrit kap en sloop worden samengevoegd. De Gemeente Heerhugowaard loopt voor op deze regeling. (bron Stadsnieuws).
40
Wat Heerhugowaard te bieden heeft Het college heeft in het begin van deze eeuw regelmatig gesprekken gehad met ‘ de buren’, de colleges van de 8 buurgemeenten. Op Alkmaar na allemaal kleiner dan Heerhugowaard zelf. Verrassend was de constatering dat Heerhugowaard, met haar groei aan inwoners en voorzieningen steeds meer een regio-functie voor deze gemeenten is gaan vervullen. Op het gebied van winkelen, maar ook werk, onderwijs en uitgaan. Zelf merk ik het ook. Op het gebied van winkelen kan ik zeggen dat ik tijdens de enquête in Middenwaard mensen uit verschillende plaatsen tegenkwam waaronder een oud stel uit Alkmaar die eens in de week als dagje uit naar Heerhugowaard ging. Op mijn werk heb ik een baas uit Opmeer en collega’s uit Obdam en Schagen. Op Huygenwaard volgen Obdammers, Niedorpers, Alkmaarders en Langedijkers onderwijs en op vakantie kwam ik mensen uit Hoorn tegen die naar de Waerdse Tempel waren geweest. De voorzieningen van Heerhugowaard in de nabijheid stellen de buurgemeenten in staat te kiezen voor een conserverend beleid, van het instandhouden van het dorp als de lokale schaal. Maar wat heeft Heerhugowaard de Buurtgemeenten dan te bieden? Wat heerhugowaard ons en de regio te bieden heeft zijn vele dingen. Ik zal enkele noemenswaardigheden opnoemen. Ten eerste hebben we sinds kort een mooi sociaal en cultureel centrum ‘Cool’.Het betreft een schouwburg en een instelling voor kunsteducatie (muziek, dans, theater en beeldend) die ook nog eens ruimte biedt aan sociaal-culturele activiteiten wat een unieke combinatie in Nederland is. Natuurlijk het groot overdekt winkelcentrum Middenwaard. We hebben hier een stadsplein, waar evenementen worden gehouden, een ijsbaan in de kerstvakantie is en op vrijdag markt wordt gehouden. Ook wordt er op maandag een markt gehouden op het plein bij het gezellige oude winkelcentrum ‘Centrumwaard’. De kroegjes in het oude Centrumwaard zorgen voor vertier, maar natuurlijk gaat de liefhebber van clubs naar de ‘Waerdse Tempel’, een groot evenementenhal waar mensen uit het hele land naar toekomen. Aan de Waerdse Temple ligt het ‘Strand van Luna’ waar in de zomer heerlijk kan worden gerelaxt en elk jaar de nieuwjaarsduik wordt gehouden. Heerhugowaard heeft ook een jaarlijks zomers festival ‘Mixtream, kermissen, circussen en het piratenfeest. Voor recreatie hebben we het Heerhugowaards Bos, het Stadspark en zoals al eerder genoemd het Strand van Luna. Verder hebben we twee uitgebreide bibliotheken. Voor ouderen en jongeren zijn zorginstellingen. Niet te vergeten hebben we ook een industrieterrein die het nodige werk biedt. En qua onderwijs hebben wij 12 basisscholen, 4 middelbare scholen en het ROC Hoirzoncollege. Verder is de toegankelijkheid van Heerhugowaard sterk verbeterd met de oplevering van de provinciale wegen N508 in 2007 en de N242 in 2008. Ook is de toegankelijk verbeterd door de nieuwe buslijnen en drie parkeergarages in het centrum. Om niet te vergeten hebben we de wijk ‘Stad van de zon’, waar wereldwijd belangstelling voor is. Op 23 september komt er dan ook een groot internationaal gezelschap voor een symposium over duurzaamheid in de grootste emissieneutrale wijk van de wereld. Om overzichtelijk te weten wat wij in Heerhugowaard te bieden hebben heb ik hier een lijstje opgesteld.
41
Voorzieningen, recreatie, accommodatie Kroegen/Café’s Restaurants/afhaal Winkelstraat Winkelcentrum (overdekt) Schouwburg Skatebaan Parken Bos Strand van Luna Evenementenhal(Waerdse Tempel) Zwembad Instructiebaden Zorgcentra Opvangtehuis(syndroom van down) Jeugdzorg Medische centrums
14 24 1 1 1 1 7 1 1 1 1 2 6 1 2 2
Sportaccommodaties Buiten: Voetbalvelden(incl. trainingsvelden) Tennisbanen Handbalvelden Hockeyvelden Atletiekbanen Honk- en sofbalvelden Korfbalvelden Kynologenclub Kano vereniging Roeivereninging Jeu de boules banen
26 25 4 2 1 3 1 1 1 1 32
Binnen: Tafeltenniscentrum Gymnastieklokalen Sporthallen Tennishallen(6 overdekte banen) Schietbanen(pistool/geweer) Handboogschietbaan Klimwand Skiwand Fitness Jeu de boules banen Vervoer Bushaltes Station Parkeergarages Carpoolplaats
1 10 4 2 14 1 1 1 4 12 64 1 3 1
42
Instellingen -
Artiance(theaterschool en ateliers) Arthotheek Bibliotheek(locatie: gemeente huis en in de Noord) Brandweer Politie Huisartsen (16 locaties) Apotheken ( 4 locaties Jongerencentrum ‘Kompleks’ SWH(Stichting Welzijnswerk Heerhugowaard RIMA(regionale instelling voor maatschappelijk werk)
Evenementen -
Festival ‘Mixtream Wielerwedstrijd Tour de Waard Openluchtschaatsbaan ‘Hartje Winter’ Nieuwjaarsduik Mega Piratenfestijn Circus Kermis Nationale straatspeeldag Koninginnedag Buurtbarbecues Nieuwjaarsreceptie Concerten in het complex Concerten in de Waerdse Tempel Concerten in ‘Cool’ Voorstellingen in ‘Cool’ Verscheidene evenementen in de bibliotheek Verscheidene evenementen in de buurthuizen Verscheidene evenementen in de kroegen Verscheidene evenementen bij de Waerdse Tempel Verscheidene evenementen op het ‘Stadsplein’ Etc.
43
Woonwijken - Schrijverswijk - Schilderswijk - Planetenwijk - Bomen/recreatiewijk - Heemradenwijk - Edelstenenwijk - Stadshart - Molenwijk - Rivierenwijk - Bedrijventerrein - Butterhuizen - Oostertocht - Zuidwijk - Huygenhoek - Stad van de Zon - De Noord - Buitengebied Nord - ’t Kruis - Buitengebied Zuid Scholen Basis onderwijs Openbaar RK PC IC Montessori LOM/MLK-oecumenisch LOM/MLK – openbaar VSO- ZMOK
1 9 2 2 1 1 1 1
Voortgezet onderwijs - Huygenscollege
(atheneum, HAVO, VMBO TL)
- Trinitas-College:
Han Fortmann(Gymnasium, Atheneum, HAVO) Johannes Bosco(VMBO TL, KB/BB, KBL, BBL, LWO)
- A.O.C. Clusius College,
VMBO – groenschool(BBL/KBL/GL/LWOO)
- ROC Horizon College
(beroepsonderwijs en volwasseneneducatie)
44
Muziekschool - Dijk en Waard Theaterschool - Artiance Bedrijven Sector Landbouw & visserij Industrie/bouw/nuts Handel/horeca/transport Zakelijke diensten Overige diensten Totaal:
vestigingen 189 692 875 894 596 3.246
Bron: micromaat 2008/2009
Van de ruim drieduizend ondernemingen is 40 procent een eenmansbedrijf. Van de overige 60% heeft driekwart minder dan 5 mensen in dienst. In de landbouw, de oorspronkelijke Heerhugowaardse bedrijvigheid, verdient tegenwoordig maar 6 procent een boterham. (Bron: Artikel ‘Welvarend, katholiek en veel ruimte’, Alkmaarsche courant zaterdag 18 oktober)
45
Enkele statistische gegevens Om een beeld te krijgen bij de bevolkingsopbouw en ruimtelijke opbouw in Heerhugowaard volgen hier enkele statistische gegevens. -
Kerncijfers bevolking:
Bron: GBA, CBS 2008 Bron: GBA 2008 (volgens schatting in Micromaat zijn er per 1 jan 2009 50.932 inwoners)
In de bevolkingspiramide is de leeftijdsopbouw van Heerhugowaard en van Nederland per 1 januari 2008 opgenomen. Duidelijk is dat Heerhugowaard nog steeds een jonge bevolking heeft. Het aandeel jonge kinderen ligt boven het landelijke percentage, terwijl het aandeel ouderen in de Heerhugowaardse bevolking ruim lager is. In de loop van de tijd zal het beeld van de Heerhugowaardse bevolking meer overeen gaan komen met het landelijke beeld. Er zullen relatief minder kinderen geboren worden en een sterke vergrijzing optreden. Vooral de leeftijdsgroep 30- tot 40-jarigen is in Heerhugowaard sterk
46
oververtegenwoordigd. Dit zijn de ouders die het hoge aandeel kinderen in Heerhugowaard veroorzaken en die straks een grote groep ouderen zullen zijn.
Allochtonen in HHW volgens CBS-definintie
bron: GBA
Huishoudenbepaling 2008
Bron cijfers HHW: GBA, Bron cijfers NL: CBS
Extra kerncijfers Bevolking(2009) Woningen(2009) Woningbezetting(netto gemiddeld) Geboorten(2008) Sterfgevallen(2008) Natuurlijke groei(2008) Vestiging(2008) Vertrek(2008) Migratiessaldo(2008)
50.932 20.263 2,44 655 310 345 2.665 2465 200
47
Bron: Micromaat 2008/2009
Ruimtelijke kerncijfers:
Bron: afdeling belastingen, Informatie: Advies/Statistiek
Bron: afdeling Belastingen, bewerking Statistiek
48
Extra ruimtelijke kerncijfers
2009
Oppervlakte in ha Waarvan:
3.999
Oppervlakte binnenwater Oppervlakte openbaar groen Oppervlakte verharding Aantaal woningen Bevolkingdichtheid per km2 Woningdichtheid per km2
220 279,2 264,2 20.225 1.273 506
Oppervlakte binnenwater in m2 Per inwoner Per woning
43,2 108,8
Oppervlakte openbaar groen in m2 Per inwoner Per woning
54,8 138,0
Oppervlakte verharding in m2 Per inwoner Per woning
51,9 130,6
Bron: Micromaat 2008/2009
Heerhugowaard vergeleken met de omgeving De Heerhugowaarder woont in zijn/haar uitgedijde stad relatief ruim, met 513 woningen per vierkante kilometer. Ter vergelijking: Alkmaar telt 1450 huizen per m2. De inwoner van Heerhugowaard verdient met redelijk met 31.600 euro per jaar besteedbaar inkomen en dat is 1500 euro meer dan het landelijke gemiddelde. Ook zijn er relatief weinig mensen die moeite hebben om rond te komen. Landelijk heeft 10 procent een laag inkomen en voor Heerhuogwaard is dit 7 procent. Relatief veel mensen wonen en werken(41,9%) in Heerhugowaard waar 3250 bedrijven(in 1995 nog 2421) zijn gevestigd. De rest van de werknemers komt uit andere plaatsen in Noord-Kennmerland(23,3 procent). Nog eens zo’n percentage van 24,3 procent reist vanuit West-Friesland naar de Vinex-stad. In Heerhugowaard zijn 22.656 mensen aan het werk, dat zijn er 575 meer dan het jaar ervoor. Uitkeringen zijn er ook: 450 en dat is 1,4 procent van het totaal. Van de 50.500 mensen is 42,2 procent jonger dan negentien jaar. Relatief gezien zitten Langedijk(44%) daar nog boven. Alkmaar scoort hier 35,6 procent.
49
Hoe mensen uit Heerhugowaard en omgeving Heerhugowaard zien Uit de enquête bleek dat de mening van de mensen nogal verdeeld was over de kwestie of Heerhugowaard nu een dorp of een stad was. Vooral bij de oudere mensen, leeftijdscategorie 40 tot 60 en ouder, werd Heerhugowaard vaak genoemd zoals het was toen zij hier kwamen wonen. Een dorp. Vooral de jongeren die nogal tegen Heerhugowaard opkijken, benoemen Heerhugowaard echter als een stad. Uit het diagram hieronder blijkt dat de meningen van de verschillende personen die we geënquêteerd hebben, vrij verdeeld is. Voor meer informatie over de Enquête en de resultaten ervan, zie de bijlagen.
Hoe w ordt Heerhugow aard gezien?
10% 5% 33% Stad Plaats Dorp Stad v. Kansen Geen mening
30% 22%
50
Is Heerhugowaard een dorp of een stad? Zoals al hiervoor te lezen was zagen de mensen en Heerhugowaard niet concreet als een dorp, plaats of stad. Door meer dan 100 mensen geënquêteerd te hebben zij we erachter gekomen dat het meer om een gevoelskwestie gaat. Mensen die Heerhugowaard als een dorp zagen baseerde dit op de dorpse gezelligheid, iedereen kent elkaar en de mentaliteit. Echter in Heerhugowaard hebben we meer dan vijftigduizend inwoners en vele stadse voorzieningen. Wij vinden Heerhugowaard dan ook geen dorp. Een plaats zit tussen stad en dorp in. Hier hebben veel mensen dan ook geantwoord. Al klinkt dit even veilig als nietszeggend. Maar kan je Heerhugowaard een stad noemen? In heerhugowaard hebben we wel erg veel huizen en Heerhugowaarders. Ook hebben we een stadsplein, basis en middelbaar onderwijs voor elk niveau, MBO-opleidingen, overdekt winkelcentrum, theater, ’s winters een ijsbaan op het stadsplein, een evenementenhal voor grote artiesten, parkeergarages en hoge gebouwen. Het is dus niet gek dat mensen hier uit de omgeving of Heerhugowaarders deze gemeente als een stad zagen. Echter voor een Amsterdammer, is Alkmaar in veel dorps. Zoals een Parijzenaar dat van Amsterdam zal zeggen en een New Yorker… enfin. De werkelijkheid is dan ook dat het moeilijk is een concreet antwoord te geven. Echter volgens het structuurbeeld van nu en onze vlag is Heerhugowaard ‘Stad van Kansen’ Hierin is gekozen voor een combinatie van dorp en stad. Hetzij behoud van dorpse waarden en stedelijke voorzieningen. Volgens de enquête vonden mensen Heerhugowaard ook dorpse waarden hebben en stedelijke voorzieningen. Omdat op de vlag en in het structuurbeeld “Stad van Kansen’ staat vinden wij Heerhugowaard ‘Stad van Kansen’
51
Wat kunnen we in de toekomst verwachten van Heerhugowaard? Op de vraag hoe de geënquêteerde mensen Heerhugowaard over tien jaar zagen antwoorden vele dat er meer gebouwen kwamen, dat het voller, minder groen wordt en dat alles zo’n beetje af is. Dat klopt want in 2015 is namelijk het structuurbeeld ‘Stad van Kansen’ af. Dit houdt in dat de woningen afgeleverd zijn, het industrieterrein bij Broekhornpolder(westelijke kant van het spoor) af is, en het Stadshart helemaal klaar is. De gemeente wil daarna alleen bouwen naar eigenbehoefte gebaseerd op de natuurlijke groei en populatie.
(bron. HHW statistiek)
Sommige mensen dachten dat Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk(HAL) één gemeente zou worden. Dit leek de burgemeester van Heerhugowaard(Han ter Heegde) niet bevorderlijk. De gemeente zal dan uit ongeveer 175.000 inwoners bestaan. Dit met gevolg; deelraden, overbelaste wethouders, lange wachttijden. Kortom het bestuur staat ver van de burger. Volgens mr. ter Heegde zal Alkmaar zeker niet bij Heerhugowaard aankloppen om tot een gemeente te gaan, omdat zij al voldoende zelfstandig zijn met hun 92.000 inwoners. Langedijk zit er tussen in volgens hem. Op dit moment geeft Langedijk echter de noodzaak hier niet van aan. Weer andere mensen dachten dat Heerhugowaard de kleinere plaatsen zoals Obdam, Ursem, Hensbroek en Oude Niedorp zou opslurpen. Heerhugowaard zal echter niet het initiatief nemen om tot een gemeente te gaan. Maar als de kleinere plaatsen dit aanbieden, dan valt hier over te praten. We zijn wel altijd bereid om te helpen. Neem de brandweer die samenwerkt met schermer en Langedijk. Aldus de Burgemeester. Wij denken dat de kleinere plaatsen niet snel het initiatief zouden nemen om tot Heerhugowaard een gemeente te vormen, omdat de kleinere plaatsen een dorpse mentaliteit hebben en graag vasthouden aan hun dorpse waarden plus dat ze nu kosteloos gebruik kunnen maken van onze voorzieningen.
52
Uit de statistiek bleek dat in Heerhugowaard veel jonge gezinnen wonen. Volgens de huidige trend komen er steeds eerder scheidingen. Gemiddeld blijven tegenwoordig stellen 11,5 jaar bij elkaar. Aldus een Britse documentaire in 2007 ‘Humun Footprint’ Je ziet dus dat het tegenwoordig niet vanzelf sprekend is om tot de dood bij elkaar te blijven. Als al die gescheiden stellen hier in Heerhugowaard willen blijven wonen moeten we hier meer sociale woningen hebben. Immers 1 persoon verdiend minder dan 2 en mensen willen meestal in hun huidige woonplaats blijven wonen, omdat ze hier veel mensen kennen en in de buurt werken. Met de Vinex-taakstelling komen er al 33% sociale woningen van de 6000 woningen en dat zijn maar liefst 2000 woningen. Bij de Draai is dit zelfs 35%. Van de sociale woningbouw is ook rekening gehouden voor de stijgende vraag naar luxe eengezinswoningen voor ouderen. Een wethouder is nu zelfs bezig met een plan om huizen onder de 100.000 euro te realiseren. De burgemeester geloofd dat dat best haalbaar is. Nu zie je ook veel mensen uit de oude wijken trekken naar de nieuwe duurdere wijken, wat tot gevolg heeft dat de oude huizen rond de 150.000 a 180.000 beschikbaar worden. Ook is het zo dat volgens de huidige trend ouderen langer blijven leven en minder snel naar het bejaardenhuis willen. Heerhugowaard bouwd voor deze ouderen dan ook luxe éénkamer-appartementen. We kunnen dus zeggen dat de gemeente voldoende doet aan sociale woningen. Eind dit jaar moet het Horecaplein af zijn. Het plein wordt gebouwd door een projectontwikkelaar die een zo hoog mogelijk rendement wil. Daarom verwachten wij bij het horecaplein grote commerciële ondernemingen en geen oude bruine kroegjes op het horecaplein. Hierbij speelt ook een rol dat de burgemeester al zei dat de invulling van het plein gereed is. Volgens hem komen er diverse terrasjes en cafés. Ook komt daar een bowlingbaan. Volgens het bouwplan heette dit plein ‘het Horecaplein’ maar omdat dit niet leuk klinkt en het plein rond ‘Cool’ al het ‘Coolplein’ heet zal dit de naam voor het gehele plein worden. Ideeën voor een alternatief voor ’t Stam zijn van harte welkom.
Verder denkt de burgemeester dat in 2015 er aan de West-Frisiaweg ZandhorstHoorn wordt gewerkt. De burgemeester pleit voor een motto om voor elk nieuw huis een nieuwe baan te realiseren. De plek waar de bioscoop de Metro weggaat moet opgevuld worden. Er is een discussie aan de gaande voor een nieuw gebouw voor Huygenwaard. Iets moois wat de burgemeester propageert is sociale cohesie, gezelligheid en saamhorigheid. Volgens hem moeten we in deze gemeente waar iedereen elkaar nog redelijk kent dit vasthouden en versterken. De burgemeester zal naar onze opvatting weggaan als het in Heerhugowaard te rustig wordt of zal weggaan als hij voor een grotere gemeente wordt gevraagd. Hij is immers gewoon goed. Wij schatten dan ook dat hij rond 2012 weg is.
53
Opening 2009 Op 6 januari hielt de burgemeester een openingsspeech voor het nieuwe jaar. Hierin verkondigde hij drie belangrijke punten waaraan is gewerkt en gewerkt gaat worden. Hij noemde drie punten. Hetzij: • Fysiek • Sociaal • Imago Fysiek Hiermee bedoelde hij meer bouwen. Bij de ‘Draai’ worden nog meer huizen gebouwd en er komt een bedrijfsterrein bij de Vork. Verder wil de gemeente na het structuurbeeld ‘Stad van Kansen’ naar eigen behoefte bouwen, waarbij de natuurlijke groei en populatie uitgangspunten zijn. Op dit moment zijn er wel discussies rond het rijk en provincie over de taakstelling voor extra huizen voor mensen het zuiden van Noord-Holland. Haarlemmermeer begint namelijk al tegen Schiphol te liggen, rond Amsterdam begint het vol te raken en Almere dreigt niet meer te bouwen als er geen nieuwe ontsluiting komt. Indien Heerhugowaard aangewezen zal worden dan zal er een grote discussie ontstaan. Dit omdat de gemeente het Oostelijk deel groen wil houden en de rest al bijna vol is. Indien de provincie er enorm op aandringt dan zal de gemeente hier wel tot overgaan indien de ontsluiting beter wordt. Wij verwachten dat Heerhugowaard zijn beste tijd qua grote taakstellingen heeft gehad en dat er eerder wordt gezocht naar nieuwe plaatsen zoals Obdam en Nieuwe Niedorp waar de bouw van nieuwbouwwijken te zien is. Sociaal Volgens ter Heegde is het belangrijk om de burgers tevreden te houden. Er wordt dit jaar dan ook gewerkt om de wijken in goede conditie te houden. Dit zowel qua leefbaarheid, voorzieningen, evenementen en onderling contact. Wij verwachten dat er in de toekomst gewerkt blijft worden aan de conditie van de wijken en de wil van de burgers. Immers de gemeente is er voor de burgers en niet andersom, in 2008 gingen de burgemeester en wethouders de wijken in, buurtbemiddelaars werden aangesteld, er kwamen hier twee medische centrums en men is bezig met het uitbreiden van de gewenste voorzieningen. De burgemeester propageert sociale cohesie, gezelligheid en saamhorigheid. Dit verklaard ook waarom bepaalde evenementen zoals Mixtream en Hartje Winter worden gesubsidieerd. In de toekomst verwachten wij dan blijvende steun aan deze en nieuwe evenementen. Imago Wereldwijde belangstelling hebben we al met onze ‘Stad van de Zon’. Maar de Gemeente wil daarnaast meer landelijke bekendheid om aantrekkelijker te zijn voor het bedrijfsleven. Zo zijn recentelijk 2 grote bedrijven binnengehaald, te weten Ziggo en het Waterschap. Regionale bekendheid hebben we al met bepaalde bouwwerken en evenementen. Voorbeelden van bouwwerken zijn het Park van Luna, het Stadsplein, Horecaplein, de Waerdse Tempel en het kunst en cultuurcentrum ‘Cool’. Dit met zelfs landelijk resultaat, want de Waerdse Tempel trekt mensen uit het hele land en ‘Cool’ stond zaterdag 10 januari op de tweede pagina van de Volkskrant. Voorbeelden van evenementen zijn het festival Mixtream, Hartje Winter, Mega Piratenfestijn en Tour de Waard.
54
Het trademark voor de gemeente is de ‘Stad van de Zon’. Op 23 september wordt de energieneutrale wijk hier officieel geopend. Tijdens deze opening wordt gesproken met belangrijke internationale en nationale mensen om Heerhugowaard op de kaart te zetten. Er moet dus nog het een en ander gedaan worden aan Heerhugowaard. Landelijk erkend worden wordt een grote stap. De Heerhugowaardse statistiek heeft vastgesteld dat Heerhugowaard in 2015 meer dan 55.000 inwoners zal hebben. Heerhugowaard zal daarmee een middelgrote gemeente worden en op de lijst van 480 gemeenten de 60e positie innemen. We zullen zien of Heerhugowaard als ‘Stad van Kansen’ erkend gaat worden. De toekomst zal het leren. Op het einde van ons interview met de burgemeester zei hij dat we niet alles in Heerhugowaard kunnen hebben zoals een evenementenhal als de HMH of een oud bruin kroegje uit de Jordaan. Dit doet ons dan ook weer denken aan het motto van de ‘Stadsvisie’ Wij sluiten ons hierbij dan ook aan. You can’t always get what you want But if you try some time You may find You get what you need!
55
Bronvermelding Bronnen gebruikt bij: Ruimtelijke factoren: Boeken en documenten: -“Heerhugowaard 45-95” door: werkgroep Heerhugowaard, -“Inventaris van de archieven van de polder, het gerecht en de weeskamer van de Heerhugowaard (1613) 1624-1980” door: D. Aten. -“De Heer-Hugowaard 1629-1929” door J. Belonje -“Heerhugowaard; historisch overzicht van ruimtelijke ordening en stedenbouw in polder en plaats” door: B.J.Wagter -“Wereldwijs; aardrijkskunde voor de tweedefase” door: Malmberg Internetsites: Google maps, Wikipedia Personen: - Gijsbert van Weelden, financieel beleidsadviseur die al sinds de jaren 80 actief is bij de gemeente Heerhugowaard, vragen gesteld. - ondervraagde personen van de enquête Afbeeldingen: - www.taxatietopper.nl - serverbeest.leliveld.org Geschiedenis. Boeken en documenten: - “Inventaris van de archieven van de polder, het gerecht en de weeskamer van de heerhugowaard (1613) 1624-1980” door: D. Aten. - “Heerhugowaard; historisch overzicht van ruimtelijke ordening en stedenbouw in polder en plaats” door: B.J.Wagter - “De Heerhugowaard” door: J.J. Schildstra. - “De Heer-Hugowaard 1629-1929” door: J. Belonje - “Heerhugowaard 45-95” door: werkgroep Heerhugowaard, -“Europese oorlogen van 1789-1919” door: Internetsites: - www.wikipedia.nl - www.heerhugowaard.nl Personen: - Gijsbert van Weelden, financieel beleidsadviseur die al sinds de jaren 80 actief is bij de gemeente Heerhugowaard, vragen gesteld - Bestuursvoorzitter Henk Aandewiel 56
Afbeeldingen - serverbeest.leliveld.org - www.rivierenwijkhhw.nl - www.zaans-industrieel-erfgoed.nl - www.eeneind.net
Waaraan heeft Heerhugowaard zijn naam te danken? Boeken en documenten: - “De Heerhugowaard” door: J.J. Schildstra. Personen: - Henk Aandewiel, voor de koerier “De heer Hugo” - John Moesker.
Welke politieke factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard? Boeken en documenten: - “Wereldwijs; aardrijkskunde voor de tweedefase” door: Malmberg - “Structuurbeeld Heerhugowaard 2005-2015 ‘Stad van Kansen” - “Heerhugowaard 45-95” door: werkgroep Heerhugowaard, - “Rodi, Heerhugowaards Nieuwsblad: Tussen einde en begin” door: Hansy de Maijer - Pdf Dossier regio NH-ROA - Pdf. Stad van kansen-Organisatie door gemeente secretaris Frans Mencke (zie bijlage)
Internetsites: - www.ikcro.nl/geschiedenis_ro.htm
Personen: - Gijsbert van Weelden, financieel beleidsadviseur die al sinds de jaren 80 actief is bij de gemeente Heerhugowaard, vragen gesteld - Organisatie gemeente Heerhugowaard strategisch adviseur Robert Wijk - Burgemeester ter Heegde tijdens het interview
57
Welke economische factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard? Boeken en documenten: - “De Heerhugowaard” door: J.J. Schildstra. - “Nederlanders en hun gezagsdragers 1950-1990” door: onbekend Internetsites: - www.dimo.nl - www.kadaster.nl Personen: - Heerhugowaarders tijdens de enquêtering Afbeeldingen: - www.nrc.nl Welke sociale factoren hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Heerhugowaard? We hebben voor de sociale factoren uitsluitend onze waarnemingen van de enquête gebruikt. Afbeeldingen: Hoe heerhugowaard er nu voor staat. Boeken en documenten: - Pdf. Stad van kansen-Organisatie door gemeente secretaris Frans Mencke (zie bijlage) - Artikel “Welvarend, katholiek en veel ruimte”, Alkmaarse courant zaterdag 18 oktober - Micromaat 2008/2009 statistiek Heerhugowaard - Bron: afdeling belastingen, Informatie: Advies/Statistiek - Bron: afdeling Belastingen, bewerking Statistiek - Stadsnieuws Internetsites: - www.detelefoongids.nl - GBA - CBS Personen: - Organisatie gemeente Heerhugowaard strategisch adviseur Robert Wijk Stadsnieuws - Eigen waarnemingen Afbeeldingen: - terpie.web-log.nl - www.locaties.nl
58
Wat kunnen we in de toekomst verwachten? Boeken en documenten: - Heerhugowaard statistiek - Stadsnieuws - Alkmaarse Courant
Personen: - Interview burgemeester ter Heegde (zie bijlage) - Enquête hoe ziet u Heerhugowaard - Organisatie gemeente Heerhugowaard strategisch adviseur Robert Wijk
59
Bijlagen
Waardige Heren deel 1 HEER HUGO In deze tweewekelijkse rubriek gaan wij aan de hand van in het Poldermuseum genoemde “Waardige Heren ( en Dames?)” door de geschiedenis van de polder Heerhugowaard. Met wie kunnen wij beter beginnen dan met Heer Hugo, van wie de naam in velerlei variatie’s, ook tegenwoordig nog in het maatschappelijk leven van Heerhugowaard is te vinden. Hij is niet de gemakkelijkste “Heer” om mee te beginnen, er is weinig bekend van hem en er zijn verschillende verhalen over zijn bestaan in omloop.Als dan ook kenners van de Heerhugowaardse geschiedenis, als de heren Schilstra en Henk Komen er ook niet uitkomen wie nu precies de echte Hugo is, dan zullen ook wij moeten blijven gissen. Heer Hugo zal altijd een mysterie blijven, maar zijn naam leeft al bijna 800 jaar voort, ook in het Poldermuseum aan de Huigendijk! Wij beginnen ons verhaal rond 1200, als de graven van Holland, vanuit Scorel en Egmont , via Alkmaar hun blik laten vallen op West-Friesland. Tussen Oudorp en Oterleek ligt een soort waddengebied, het Occenvorth, dat bij laag water de enige toegangsweg naar WestFriesland is. In 1248 vindt de grote dijkdoorbraak plaats bij Valkenoogh, waarbij de Grote Waert gevormd wordt. Om te voorkomen dat de Noordzee doordringt tot de Schermeer en NHolland in twee stukken zou verdelen, heeft men daar toen een “dijk”aangelegd op het wad: de Huygendijk! Op de kaart uit 1288 in het museum staat “den Huygendyck” vermeld, weliswaar is dit niet de huidige Huigendijk, die is tijdens de drooglegging aangelegd, maar de tegenwoordige Slingerdijk, aan de andere kant van de ringvaart. Heer Huygen moet dus het initiatief genomen hebben om, waarschijnlijk met hulp van de monniken uit Egmont deze dijk aan te leggen en als beloning werd de dijk naar hem genoemd. Maar wie was hij, deze Heer Huygen? Was het Heer Huig (Hugo) van Assendelft , door de Graaf aangesteld als Baljuw van het Hoogwouder en Oterleeker Ambacht? Hij was tevens “kastelein”, slotvoogd van kasteel Radboud in Medemblik en bezat veel grond in West-Friesland. Hij had er dus alle belang bij om de “Grote Waert”in bedwang te houden. Wij weten verder niet veel van hem, alleen dat hij in 1296 sneuvelde bij een gevecht met de West-Friezen, in hetzelfde jaar trouwens dat Floris V door de edelen werd vermoord! Of zou het Hugo II van Akersloot zijn geweest, of misschien ene Hugo van Elkerslote? Wie van de drie….; het zal altijd een mysterie blijven, zolang er geen duidelijk bewijsmateriaal gevonden wordt. In het Octrooi van 1625 ( de vergunning van de Staten van Holland om de Grote- of Zuider Waert droog te leggen ) wordt voor het eerst gesproken over de Heer-Huyge-Waert, dus bijna 400 jaar later. Heer Hugo heeft dus wel zijn sporen achtergelaten, zijn dijk heeft het mogelijk gemaakt de Grote- of Zuyder Waert droog te leggen! In het Poldermuseum is de archiefkast van het Polderbestuur te zien uit 1631, waarop door de schrijnwerker de naam HEER HVYGEN WAERT is aangebracht, duidelijker kan het niet. Zijn naam is hierdoor voor altijd aan de polder verbonden, ook op de kavelkaart uit 1631, waarvan de originele kopergravure van Anthonius Metius in het Poldermuseum te zien is, wordt dan ook gesproken van de polder HEER-HUYGHEN-WAERT. 60
Pas in de Franse tijd kwam de naam Heerhugowaard algemeen in gebruik, ook als naam van de Gemeente en de Polder. Maar zijn naam leeft voort, ook nu, wat denkt u van: de Hugo Girls, de Hugo Boys, de Heer Hugo Bulls (darters van “t Waertje), het Verzorgingshuis Hugo Oord, de scholengemeenschap Huigenwaard, Hugofloor, de Huigenhoekring, er is een bloem naar hem genoemd de fuchsia “Heer Hugo” en zelfs een wijn “de “Heer Hugo” wijn, geproduceerd in Akersloot! Zou het dus toch Heer Hugo II van Akersloot zijn geweest? Hij moest eens weten hoe zijn naam nu over de gehele wereld gaat als naamgever voor de Stad van de Kansen! De Stichting “Den Huygen Dijck”, de beheerder van het Poldermuseum zal zijn naam blijven uitdragen vooral aan de jeugd van Heerhugowaard! Tijd voor een standbeeld van hem op het Stadsplein? Voor meer info zie: www.poldermuseumheerhugowaard.nl
61
Vragen van de periode 1985 tot heden Beste Gijsbert, Laatst zat ik met mijn vader rond de tafel over mijn profielwerk stuk. We zaten te praten hoe ik het beste de periode van 1985 tot heden kon beschrijven en waar ik goede informatie vandaan kon krijgen. Mijn pa wees me toen op jou. Dat jij al lang in de gemeente actief bent en er veel van af weet. Ik hoop dan ook dat u mij daarbij wilt helpen. Voor een profielwerkstuk moet ik de ontwikkeling van de gemeente Heerhugowaard in de periode van 1985 tot heden beschrijven. De belangrijkste vraag is waarom Heerhugowaard verder ging groeien na 1985. Onze hoofdvraag van ons profielwerkstuk is hoe Heerhugowaard zich heeft kunnen ontwikkelen tot het hedendaagse Heerhugowaard. Wij belichten dit met de volgend factoren. Welke ruimtelijke, economische, sociale en politieke factoren hier invloed op hebben gehad. Ik bespreek bij de politieke factoren de periode van 1985 tot heden. Ik ben benieuwd door welke beslissingen in de politiek Heerhugowaard zo is geworden dat het nu is. Ook belicht ik de toekomst van Heerhugowaard. Dit zijn de vragen die ik heb bedacht. Als ik nog wat belangrijke dingen mis of over het hoofd heb gezien kunt u die dan geven? Ik hoop dat u mij hier bij wilt helpen. Met vriendelijke groet, Jasper Wijk - Waarom verhuisde het gemeentehuis naar de Parelhof? Waarom die locatie? Heerhugowaard is vanaf 1965 gaan groeien van 6.500 inwoners naar bijna 51.000 per 1 januari 2009. Voor de hoofdwegen is gekozen voor het zogenaamde tangentenmodel, vandaar de namen Westtangent, Zuidtangent en later ook de Oosttangent. De eerste groeiperiode gebeurde rond het oude centrum: Centrumwaard. Men dacht ook dat het niet verder zou gaan dan de Zuidtangent. In de loop van de jaren ´70 is gekozen voor groei ook ten zuiden van die weg. De eerste wijk daar was de Edelstenenwijk. Men vond ook dat daar een winkelcentrum moest zijn. Dat is Middenwaard geworden. Eind van de jaren ´70 tot begin van de jaren ´80 was de provincie van plan via het vast te stellen Streekplan voor de periode 1982 tot en met 1995 dat HHWaard flink zou groeien. Dat zou ook betekenen dat de taken voor de gemeente zouden toenemen en dat het gemeentehuis aan het Raadhuisplein te klein zou zijn. Er zaten op dat moment al een aantal afdelingen in dependances aan de Korte Dreef (waar nu het Lindenboomplein is) en de Sociale Dienst zat aan de Middenweg 200 (dat oude bouw waar nu administratiekantoor Kamp zit). Die groei betekende dat de nieuwe wijken ten zuiden van de Zuidtangent zouden worden gebouwd en dat het centrum van de gemeente ook meer in die richting kwam te liggen. Daarom is besloten het gemeentehuis bij (het eerste deel van) winkelcentrum Middenwaard te bouwen. De naam Middenwaard zegt het al: het midden van de polder Heerhugowaard.
62
Waarom werd het gemeente huis verbouwd? Wanneer startte de verbouwing en wanneer was het klaar? Het gemeentehuis is eind 1982 in gebruik genomen. Openbare Werken zat toen nog aan de Taxuslaan (op de hoek van de Beukenlaan samen met de brandweer). Er is later besloten dat alle gemeentelijke afdeling bij elkaar moesten zitten. In 1992 is toen een vleugel aan het gemeentehuis gebouwd; dat is de vleugel richting de Westtangent, waar ook de werkplek van je vader is. Omdat de gemeente bleef groeien, werd dat gebouw te klein. Er zijn toen afdelingen verhuisd naar het kantorengebouw aan de Zuidtangent net over de spoorlijn (tegenover restaurant De Zandhorst). Uitgangspunt bleef echter dat alles bij elkaar moest blijven zitten. Toen is besloten tot uitbreiding van het gemeentehuis tot het gebouw zoals het nu is. In 2005 is de verbouwing en uitbreiding begonnen en in het voorjaar van 2007 was het klaar. Om te voorkomen dat het gebouw misschien al vrij snel weer te klein zou worden, is er besloten om op het nieuwe gedeelte (aan de voorkant) een extra verdieping te bouwen. Omdat die niet direct nodig is, wordt die verhuurd aan een advocatenkantoor,
- Waarom kwam er de Schakel? & wanneer was de Schakel geopend voor gebruik? De gemeente vond en vindt dat er in Heerhugowaard voorzieningen moeten zijn die horen bij een gemeente van (nu) ruim 50.000 inwoners. Daarom is eind van de jaren `70 multifunctioneel centrum De Schakel gebouwd. Het woord multifunctioneel zegt het al: het moest voor een aantal doelen gebruikt kunnen worden > theatervoorstellingen, verhuur aan klaverjasclub, fotoclub, vergaderingen e.d. Volgens mij is De Schakel in 1978 geopend.
- Waarom kwam het noodgebouw van de Schakel achter het station? & Wanneer was het klaar voor gebruik? Het noodgebouw heeft er altijd al gestaan en heeft diverse bestemmingen gehad (o.a. Nettomarkt > een supermarkt). Het stond leeg en is na de brand verhuurd aan de Schakel. Die heeft het gebouw eerst geschikt gemaakt voor theatervoorstellingen en voor ander gebruik (jazz festival, wekelijkse klaverjas- en bridgeavonden e.d.).
- Waarom kwam zwembad de Horst? Wanneer was de zwembad klaar voor gebruik? De gemeente vond en vindt dat er in Heerhugowaard voorzieningen moeten zijn die horen bij een gemeente van (nu) ruim 50.000 inwoners. Daarom kwam er ook rond 1974 een overdekt zwembad. Voor die tijd had HHW alleen een open luchtbad aan de Van Veenweg (op de plaats waar nu de woningen aan de Travalje staan).
- Waarom kwam er hier een industrieterrein? Wanneer werd er ruimte gecreëerd voor het Industrieterrein?
63
Waarom die locatie? Welke bedrijven of ondernemingen waren geïnteresseerd in de bouw? Welke bedrijven vestigde zich als eerste? Elke gemeente die groeit wil niet alleen woningen bouwen, maar ook zorgen voor werkgelegenheid. Er is toen gekozen voor de Zandhorst aan de andere kant van de spoorlijn. Via die spoorlijn kwam er een min of meer logische grens tussen wonen en werken in HHW. Ik weet niet welke bedrijven er als eerste zijn gekomen. Ik weet wel dat de Verzinkerij, Crawford en Ammeraal er al lang zitten. Ook heeft op de Zandhorst ooit een gemeentelijke vuilverbranding gestaan. Het is geen grap, maar die is afgebrand. Vanaf dat moment is het huisvuil naar de vuilverbranding in Alkmaar vervoerd.
- Waarom kwam er hier een bioscoop? &Wanneer was hij geopend? De bioscoop is een particulier initiatief (eigenaar is Punt; dat is een projectontwikkelaar die ook een aantal bioscopen exploiteert). Begin van de jaren ’80 waren er twee zalen en langzamerhand is dat uitgebreid tot de huidige accommodatie. Waarom ?? > misschien wilden inwoners in de tijd van alleen nog maar zwart-wit televisie ook iets gekleurds zien (geintje). Punt zag het blijkbaar zitten om in een gemeente van rond de 30.000 inwoners een bioscoop te exploiteren.
- Waarom kwam er een bowlingbaan? Wanneer en waar was de eerste bowlingbaan voor gebruik? Wanneer was de bowlingbaan bij middenwaard afgebrand? Waarom en wanneer kwam er een plan voor een nieuwe bowling baan op het Industrie terrein? De bowlingbaan is ook een particulier initiatief geweest. Men zag het blijkbaar zitten om daarmee geld te verdienen. In de jaren ’70 en ’80 stikte het in heel Nederland van de bowlingbanen. Het is een soort trend. Nu is dat veel minder. De bowling zat vlak naast de Schakel. Door de brand van de Schakel “verdween“ ook de bowling in de vlammen. Er zijn vanaf het begin altijd plannen gebleven om een nieuwe bowlingbaan te bouwen, omdat dit voorziet in een behoefte (er zijn/waren in HHW ook diverse bowlingclubs). Tot nu toe is het bij plannen gebleven.
- Waarom kwam Huygenwaard er? Wanneer was Huygenwaard open? Voor wie in het begin bedoeld?(mavo, havo vwo?) Waarom kwam Han Fortman er? Wanneer was het geopend? Voor wie was het in het begin bedoeld? (Havo, Vwo?) - Waarom kwam Don Bosco er? Wanneer was het geopend?
64
Voor wie bedoeld? - Waarom kwam de middelbare school Waardse Kil er? Wanneer geopend? Voor wie bedoeld? Kenmerk van HHW is dat de leeftijdsopbouw van de inwoners afwijkt van het landelijk gemiddelde: 89% is jonger dan 65 jaar en het landelijk gemiddelde is 85% (1% in HHW is 510 inwoners). 32% van de inwoners is jonger dan 24. Dat is min of meer altijd zo geweest. Er is vanaf de groei van de gemeente besloten dat er zoveel mogelijk onderwijsinstellingen in de gemeente zelf moesten zijn. Huijgenwaard is openbaar voortgezet onderwijs; tot en met 1990 was de gemeente ook het schoolbestuur van Huijgenwaard. Han Fortmann en Don Bosco zijn formeel katholieke scholen. HHW is ook een vrij katholieke gemeente (geweest). Daarom heeft het schoolbestuur van het katholiek onderwijs besloten om zowel Han Fortmann voor havo en vwo hier te vestigen als Don Bosco voor het mavo onderwijs. Om ook te voorzien in lager technisch onderwijs heeft het schoolbestuur van het katholiek onderwijs ook besloten om de technische school De Waardse Kil hier te vestigen.
- Waarom kwam het Clusius College er? Wanneer geopend? Voor wie bedoeld? Het Clusiuscollege is de opvolger van de vroegere agrarische school. Die school staat bij sporthal Deimos en sinds 2007 is er ook een dependance in HHW-Zuid (achter Reiger Boys velden). Omdat HHW van origine agrarisch gebied is geweest, is er altijd behoefte geweest aan onderwijs in dat vakgebied.
- Waarom kreeg Han Fortman later een nieuw gebouw? Waarom kwam het bij het nieuwe zwembad te staan? Voor wie bedoeld? - Waarom kwam het nieuwe gebouw voor Don Bosco en Waardse Kil. Waarom beide in één nieuw gebouw? Waarom de huidige locatie? Wanneer geopend? De bouw van scholen is tot en met 1997 betaald door het Rijk. Om erg zuinig met het geld om te springen, zijn toen veel scholen in semi permanente uitvoering gebouwd, dus niet van steen maar van hout e.d. Dat heeft een veel kortere levensduur dan gebouwen van beton en steen. Omdat die gebouwen zo’n beetje af waren en onderwijs daarin niet meer verantwoord was, is besloten om op andere plaatsen nieuwe degelijke schoolgebouwen neer te zetten. Via een locatie onderzoek is bekeken welke plekken daarvoor in HHW het meest geschikt zouden zijn. Daaruit kwam de plaats naast de Waardergolf als beste naar voren. Dat kwam ook omdat Reiger Boys net was verhuisd naar een nieuw sportcomplex in HHW-Zuid.
65
Het was eerst de bedoeling om voor alle drie de soorten onderwijs (Hformann, Don Bosco en Waardse Kil) een groot gebouw neer te zetten aan de Beukenlaan. Om onderwijstechnische redenen heeft het schoolbestuur later besloten dat het twee gebouwen moesten worden. Die plannen zijn gerealiseerd. In 2006 en 2007 zijn de nieuwe gebouwen in gebruik genomen.
- Waarom kwam Middenwaard er? Waarom de huidige locatie? Wanneer was Middenwaard gereed voor gebruik? Waarom en wanneer werd Middenwaard uitgebreid? Welke veranderingen kwamen er? Waarom komen er nu appartementen boven Middenwaard? Zie ook het antwoord op de eerste vraag. Middenwaard zoals dat er nu is, is in drie fasen gerealiseerd. Het eerste deel is het stuk vanaf Albert Heijn langs Mr. Cocker tot de Lidl / Natuurvoedingswinkel. Fase twee was de uitbreiding vanaf Mr. Cocker tot en met de herenkledingzaak van B&G. Daar ging je naar buiten en liep je tegen Sanders Meubelstad aan (een gerote meubelzaak). Die ging rond 1985 weg en toen kwamen in dat gebouw Halfords, het postkantoor en wat nu Scheer & Foppen heet (toen v.d. Gragt). Dat gebouw is toen aangesloten met het al bestaande ceel van Middenwaard. Omdat HHW bleef groeien is later het deel er aangebouwd dat nu tot aan het Stadsplein loopt. Dat is er, denk ik, nu ruim 10 jaar. Halverwege de jaren ’90 werd het duidelijk dat HHW zou groeien naar zo’n 55.000 inwoners in 2015. De eigenaar van het winkelcentrum (een projectontwikkelaar) heeft toen in overleg met de gemeente besloten om het winkelcentrum te verbouwen en uit te breiden. Dat proces loopt nu nog. Het heeft een behoorlijke tijd geduurd tussen het maken van de plannen en het beginnen met de realisering daarvan. Dat komt omdat het winkelcentrum een paar keer van eigenaar is veranderd en er diverse eigenaren zijn (b.v. het gebouw van de Hema is eigendom van de familie Komen; een deel van het terrein waar de Schakel stond is eigendom van Segesta e.d.). Het kostte nogal wat moeite om “alle koppen in één zak te krijgen”. Uit woningbehoefte onderzoeken is duidelijk geworden dat we relatief veel woonruimten moeten realiseren voor jongeren en senioren. Voor met name die laatste categorie is het handig als de winkelvoorzieningen vlak bij zijn. Daarom is er rond Middenwaard aardig wat huisvesting voor senioren (zoals de Raetstede en het Koraalrif). Woningen boven winkels betekent ook dat er na sluiting van de winkels wat leven in de brouwerij blijft en het ’s avonds geen uitgestorven plaats is.
- Waarom kwam er een bibliotheek in Heerhugowaard? Wanneer was hij geopend? - Waarom kwam er een nieuwe Bibliotheek? Waarom kwam die bibliotheek in het gemeentehuis? Wanneer klaar voor gebruik? In Nederland is er op initiatief van vrijwilligers ooit begonnen met openbare leeszaken en bibliotheken. Later is dat een taak van de overheid (rijk en gemeenten) geworden.
66
HHW heeft eerst een bibliotheek aan de Olmenlaan gehad (waar nu Deen supermarkt zit en nieuwe winkels met woningen worden gebouwd). Door de groei van de gemeente is in 1984 een nieuwe bibliotheek geopend bij Middenwaard (tegenover de Filosoof en La Brocca). Die was bedoeld voor een gemeente van rond de 40.000 inwoners. In 1993 / 1994 is besloten dat HHW samen met Alkmaar en Langedijk een zogenaamde VINEX-locatie zou worden. VINEX is Vierde Nota ruimtelijke ordening EXtra). Dat betekent dat er met de regering en provincie is afgesproken dat er in deze gemeenten in 10 jaar tijd 10.600 woningen gebouwd zouden worden. Daarvan heeft HHW er 6.600 gebouwd (40% meer dan we hadden in 1993/1994). HHW heeft overigens ook besloten dat er dan meer werkgelegenheid en arbeidsplaatsen bij moesten komen. Dat is ook gelukt. HHW heeft nu net zoveel arbeidsplaatsen als huishoudens. Dat betekent eigenlijk dat iedereen die zelfstandig woont en werkt, in HHW kan werken. Door die groei zou HHW op termijn 55.000 inwoners hebben en daarvoor was de bibliotheek te klein. Er is toen besloten om een nieuwe ruimere bibliotheek te bouwen samen met de uitbreiding van het gemeentehuis. De plek van de oude bieb kan dan gebruikt worden voor de uitbreiding van Middenwaard. De nieuwe bieb is eind 2006 in gebruik genomen. - Waarom kwam de Waerdse Tempel er? Waarom is de huidige locatie gekozen? Wanneer klaar voor gebruik? De particuliere eigenaar van de Waerdse Tempel heeft sinds de sluiting en sloop van discotheek De Drome (Middenweg waar nu Scapino zit) geprobeerd in de behoefte van met name de jeugd te voorzien. De gemeente wilde daaraan meewerken maar wilde voorkomen dat er overlast zou ontstaan voor de inwoners, zowel tijdens als voor en na afloop van activiteiten. Na veel overleg, zoeken van locaties e.d. is het de plek geworden waar WT nu staat. Begin 2007 is het gebouw geopend.
- Waarom kwam het jaarlijkse festival ‘Mixtream’ Waarom en hoe komt het dat ‘Mixtream nog steeds wordt gehouden? Er is op grond van particulier initiatief en stimulering door de gemeente besloten tot een jaarlijks festival in de open lucht. Gelet op het toenemen van de belangstelling / groei van het aantal bezoekers is duidelijk dat het in een behoefte voorziet. De gemeente probeert met medewerking van de organisatoren om het jaarlijkse festival te handhaven.
67
- Waarom kwam er de ijsbaan ‘Hartje Winter’ op het stadsplein? Waarom wordt het nog steeds gehouden? Sinds een paar jaar heeft de gemeente ook een evenementenbeleid. Een van de onderdelen daarvan is het organiseren van de ijsbaan. De eerste keer in 2007 was het zo’n succes dat is besloten dit evenement te handhaven. In 2007 waren er ruim 10.000 bezoekers en in 2008 rond de 15.000. Het evenement is mede mogelijk door de vrijwilliger van ijsclub de Draai. Die zorgen voor de schaatsverhuur, het onderhoud van ijsbaar en de koek en zopie. De ijsclub krijgt hiervoor een aandeel van de opbrengst van de verhuur van de schaatsen. Door financiële bijdragen van sponsors en van de gemeente kun je gratis komen schaatsen. In veel andere gemeenten moet je toegang betalen.
- Waarom komt er elke vrijdag markt op het stadsplein? Wanneer in werking gesteld? Tot en met 2007 had de gemeente alleen een weekmarkt op maandag op het Raadhuisplein (het oude centrum). De gedachte is dat er ook veel mensen rond Middenwaard wonen en er toch komen om te winkelen e.d. Een extra markt daar zou dan ook wel moeten lukken. In 2008 is daarmee gestart, maar de gang zit er nog niet in. Een kwestie van lange(re) adem ??
- Waarom kwamen er in 1995 brandweerwagens te staan in ‘de Noord’ bij garage ‘Bleeker’? Waarom verhuisde de brandweerkazerne aan de Beukenlaan naar het politiebureau naast Huygenwaard? Industrieterrein De Zandhorst is op twee manieren te bereiken: via de Zuidtangent, maar dan moet je de spoorlijn over en via de Hasselaarsweg, ook over de spoorlijn naar Schagen. De brandweer werkt met vrijwilligers. Die zitten op de brandweerauto’s. De spoorlijn van de Zuidtangent is vaker dicht dan die op de Hasselaarsweg (die is alleen voor treinverkeer van en naar Schagen). Het risico van een brand op Zandhorst is dat de brandweerauto’s moeten stoppen voor het gesloten spoorlijn van de Zuidtangent. Met een kazerne + auto aan de Hasselaarsweg is het industrieterrein ook snel te bereiken en is het risico van een gesloten spoorwegovergang minder. In de Noord wonen en werken relatief veel brandweermensen (vrijwilligers). Bij een brand op de Zandhorst zijn die vrij snel aan de Hasselaarsweg. Ze hoeven dan niet eerst helemaal naar de Beukenlaan om een brandweerauto “op te halen”. De kazerne aan de Beukenlaan was te klein geworden, voldeed niet meer aan de eisen en had te weinig instructieruimten. Tot en met 1992 kon met voor instructies vergaderruimten van Openbare Werken gebruiken want die zaten om de hoek aan de Taxuslaan 34 en er was een verbinding tussen die twee gebouwen. Door de uitbreiding van de gemeente richting het zuiden, lag die kazerne ook niet meer centraal in HHW en niet aan een grotere weg, zodat de brandweer snel kon uitrukken. Aan de Zuidtangent zijn al die handicaps opgelost.
- WAAROM GING HEERHUGOWAARD VERDER GROEIEN NA 1985?
68
In de beantwoording van vorige vragen is al ingegaan op de groeistuipen van HHW. - Waarom kwam de wijk Butterhuizen er? Waarom die locatie? Hoe en waarom werd de wijk zo ingericht? Wanneer werd er gebouwd en was het af? Wat is er bijzonder aan de wijk? Kwamen er of komen er nog uitbreidingen? Als je naar een plattegrond van HW kijkt, dan valt op dat alle nieuwe wijken steeds via min of meer een extra schil aan de gemeente en de bestaande wijken zijn geplakt. Uitgangpunt is ook geweest dat alles het dorp uitmoest via de Westtangent. Daarom is met nieuwe wijken ook steeds aan die kant begonnen. Eerst werd ten zuiden van de Zuidtangent de Edelstenenwijk gebouwd, toen de Molenwijk, daarna de Rivierenwijk en vervolgens Oostertocht. Toen was de schol tot aan de Jan Glijnisweg weer vol. De eerstvolgende nieuwe wijk was Butterhuizen en die begon weer aan de kant van de Westtangent. Men wilde daar een wat ruimer opgezette wijk ook al omdat die aan de invalsweg van HHW kwam en dus een beetje een visitekaartje moest zijn. Langzamerhand kwam het accent ook meet te liggen op stedenbouwkundige uitstraling. Voor die tijd had dat geen of veel minder prioriteit. De eerste paal voor de wijk Butterhuizen ging op 21 november de grond in. Op 31 mei 1995 was de wijk helemaal af. In totaal bestaat de buurt uit circa 1300 huurwoningen, appartementen en vrije sector-koopwoningen.
- Waarom kwam de wijk Oostertocht er? Waarom die locatie? Hoe en waarom werd de wijk zo ingericht? Wanneer was de eerste paal in de grond en wanneer was de wijk af? Wat is er bijzonder aan de wijk? Is of wordt het nog meer uitgebreid? De straten in Oostertocht zijn genoemd naar (verdwenen) polders in omringende gemeenten. Waarom die locatie is al beantwoord bij de vorige vraag. De wijk op zich is niet zo bijzonder (vind ik). Met Oostertocht is begonnen toen Butterhuizen – op papier- al klaar was. Je moet bedenken dat er nogal wat tijd zit tussen bouwplannen op papier en het klaar zijn van de woningen en de wijk (definitieve bestrating, plantsoenen e.d.). Daarop moet je op tijd inspelen en dus plannen klaar maken voor de volgend wijk. Voor de invulling van de wijk en de soort woningen is het ook belangrijk voor welke soort inwoners er huizen moeten komen. Dat blijkt uit plaatselijke en regionale volskhuisvestingsen woningbehoefte onderzoeken.
- Waarom kwam de wijk ‘Zuidwijk/Huygenhoek’ er in Heerhugowaard? Waarom die locatie? Hoe en waarom werd de wijk zo ingericht? Wanneer de eerste paal in de grond en wanneer was de wijk af?
69
Wat is er bijzonder aan de wijk? Is of wordt het nog meer uitgebreid? Het ontwerp van de wijk is tot stand gekomen in samenwerking met Ashok Bhalotra(WAAROM HIJ GEKOZEN, een gerenommeerd stedenbouwkundige, die eerder faam verwierf met de wijk Kattenbroek in Amersfoort. De wijk onderscheidt zich van andere door toepassing van een zogenoemde warmtekrachtkoppeling. Dat wil zeggen dat de wijk een eigen energievoorziening krijgt. De warmte die vrijkomt bij de opwekking van elektriciteit verdwijnt niet in de lucht, maar wordt ondermeer gebruikt voor verwarming van de woningen. Dit gebeurt door de warmte via een ondergronds huizensysteem naar de woningen te transporteren. Door gebruik van deze installatie kan een energie besparing van 30% worden bereikt. Kenmerk van de huizen is hierdoor ook dat er geen schoorstenen zijn (men heeft immers geen cv in elk huis) en dat men elektrisch moet koken. In de wijk liggen geen gasleidingen.
70
- Waarom kwam de ‘Stad van de zon’ er? Waarom die locatie? Hoe en waarom werd de wijk zo ingericht? Wanneer de eerste paal in de grond en wanneer was de wijk af? Wanneer klaar voor gebruik? Wat is er bijzonder en uniek aan de wijk? Is of wordt het nog meer uitgebreid? Waarom komen mensen ver hier vandaan naar de ‘stad van de zon’? Wordt het nog meer uitgebreid? De wijk Stad van de Zon is/wordt ook gerealiseerd om te voldoen aan de lokale en regionale woningbehoefte. Het is ook een van de wijken die wordt gebouwd als onderdeel van de VINEX afspraken. Ik heb al eerder iets gezegd over de afwijkende leeftijdsopbouw van onze inwoners en dan afwijkend ten opzichte van het landelijk gemiddelde. HHW is ook een bijzondere gemeente voor wat betreft de gemiddelde woningbezetting (het aantal inwoners per woning of per woonruimte). In 2006 is dat gemiddelde voor heel ons land 2,33 en in HHW is dat 2,52. De planning is dat HHW op 1 januari 2009 20.600 woonruimten heeft en 51.000 inwoners; dat is een gemiddelde woningbezetting van 2,48. Als we op het landelijk gemiddelde van 2006 (2,33) willen zitten, dan zouden er 21.900 woningen moeten zijn (dus 1.300 meer dan er nu zijn). Als we uitgaan van het aantal inwoners, dan hoort er bij 2,33 een aantal inwoners van 48.000. En we hebben er 3.000 meer. Dit even als voorbeelden om te laten zien wat de omvang is van ons verschil ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De Stad van de Zon is / was de laatste mogelijkheid om nog richting het zuiden te bouwen. Om te voorkomen dat er alleen maar stenen weden opgestapeld en je zo van Alkmaarse woonwijken in HHWse wijken terecht zou komen, is er gekozen voor een opvallende invulling. Veel water, het oppervlakte water staan niet in verbinding met het andere polderwater of met andere sloten e.d. Het water moet een zelfreinigend vermogen hebben; dat gebeurt via beplanting e.d. aan de zuidkant tegen de Huygendijk aan (die meertjes en vennen met allerlei planten). De officiële opening van Stad van de Zon is in september 2009. Het unieke van Stad van de Zon is dat die hele wijk emissieneutraal moet worden. Dat wil zeggen dat die self supporting is qua energieverbruik. Dat wordt niet helemaal gerealiseerd. Daarom komen er langs de N 242/Westerweg (in de buurt van het BP benzinestation) drie grote windmolens, waarvan eentje bij dat industrieterrein (met al die autosloperijen). Het unieke is dat er op de wereld wel meer emissieneutraal wordt gebouwd, maar niet in zo’n grote omvang als in HHW. Het andere opvallende is dat nergens zo’n kleine gemeente / organisatie zo’n groot project emissieneutraal realiseert. Daarom is er belangstelling uit de hele wereld. Stad van de Zon bestaat uit vier delen. Drie zijn er straks bijna klaar. Aan het vierde stuk moet nog worden begonnen. Dat is het deel achter het BP station tot Butterhuizen. Een deel van die grond is nog geen eigendom van de gemeente. Of, wanneer en hoe dat wordt ontwikkeld is nu nog niet bekend.
71
Wat zijn de plannen met de Draai? Waarom zijn die plannen er? Wanneer wordt het uitgevoerd? Plan de Draai wordt ook ontwikkeld om te voldoen aan onze woningbehoefte voor de komende jaren. De plannen zijn om daar volgend jaar (2010) te beginnen en gemiddeld zo’n 250 tot 300 huizen per jaar te bouwen met bijbehorende voorzieningen (scholen e.d.). Naar de inzichten op dit moment, maar de kredietcrisis kan veranderingen tot gevolg hebben, is die wijk dan ongeveer in 2020 klaar.
72
Interview Burgemeester Han ter Heegde 1. a Hoe denkt u dat Heerhugowaard er in 2015 voor staat? Nieuw bedrijfsterrein bij de west kant van het spoor zal ontwikkeld en een aantal bedrijven vullen. De draai(reigersdaal) af, nieuwe woningen afgeleverd, stadshart is dan helemaal klaar. Met de 242 West-Frisiaweg richting Zandhorst - Hoorn is de aanleg bezig.
2. Los van het huidige structuurbeeld stadsvisie worden er nog meer huizen gebouwd? Er wordt dan alleen voor eigenbehoefte gebouwd, waarbij rekening wordt gehouden op de natuurlijke groei/populatie.
3a Verwacht u dat de gemeente Heerhugowaard weer door het rijk wordt aangewezen om meer huizen te bouwen? Op dit moment discussie rijk en provincie rond taakstelling extra huizen voor mensen uit het zuiden van Noord-Holland. Haarlemmermeer strand komt al bijna tegen schiphol aan te liggen, Amsterdam begint vol te worden, Almere dreigt niet meer te bouwen als er geen nieuwe ontsluiting komt richting.
B Gaan die er dan ook komen? Wij willen alleen meer bouwen voor eigenbehoefte. Oostelijk deel willen we vrij houden. We willen niet enorm veel huizen meer bouwen. Indien de provincie er enorm op aandringt zullen wij hier wel tot overgaan indien de ontsluiting beter wordt.
4. In de nieuwjaarsopening had u het over imago, meer landelijke bekendheid. - Hoe willen jullie dat als gemeente bereiken? Dit willen wij bereiken via ons trade mark ‘Stad van de Zon’. Op 23 september wordt de Stad van Kansen officieel geopend. Op die dag is er aandacht op zowel internationaal gebied als nationaal. Met de ‘Stad van de Zon’ willen wij ons dan ook profileren.
5. Wij hebben een aantal mensen in HHW geenqueteerd en op de vraag hoe zij HHW over 10 jaar zagen antwoorden sommige:
- Heerhugowaard zal de kleine plaatsen zoals Obdam, Ursem, Hensbroek en Oude Niedorp opslurpen tot een gemeente 73
- En sommige dachten dat hhw, langedijk en alkmaar een gemeente gaat worden. Denkt u dat een van deze scenarios gaat gebeuren of blijft er alleen samenwerking of sterker wordende samenwerking? Heerhugowaard zal niet het initiatief nemen om tot een gemeente te gaan. Maar als de kleinere plaatsen dit aanbieden, dan valt hier over te praten. Alkmaar zal zeker niet bij Heerhugowaard aankloppen om tot een gemeente te gaan, omdat zij al voldoende zelfstandig zijn met hun 92.000 inwoners. Langedijk zit er tussen in. Op dit moment geeft Langedijk de noodzaak hier niet van aan. We zijn wel altijd bereid om te helpen. Neem de brandweer die samenwerkt met schermer en Langedijk Trouwens sommige bedrijven zeggen wel eens dat Heerhugowaard, Alkmaar en Langedijk moeten samengaan. Maar dat is niet bevorderlijk, want dan krijg je met 175.000 inwoners weer deelraden, overbelaste wethouders, lange wachttijden. Kortom dat het bestuur ver van de burger staat.
6. Volgens de statistiek hebben we in hhw veel jonge gezinnen wonen. Volgens de huidige trend komen er steeds eerder scheidingen. Kunnen we sociale woningbouw verwachten en zo wel waar? Met de Vinex-taakstelling brengen we al 33% sociale woningen van de 6000 woningen en dat is veel. Bij de Draai is dit zelfs 35%. Een wethouder is nu zelfs bezig met een plan om huizen onder de 100.000 euro te realiseren. Ik sluit niet uit dat, dat haalbaar is. Nu zie je ook veel mensen uit de oude wijken trekken naar de nieuwe duurdere wijken, wat tot gevolg heeft dat de oude huizen rond de 150.000 a 180.000 beschikbaar worden. 6000 woningen? 7. zijn er nog bepaalde zaken die verbeterd moeten worden? Ja. De West-Frisiaweg. De arbeidsplaatsen moeten we vasthouden en ons motto is ook om bij elk nieuw huis een nieuwe arbeidsplaats te creëren. De plek waar de Metro weggaat opvullen. Discussie voor een nieuw gebouw voor Huygenwaard. Verder propageer ik sociale cohesie, gezelligheid en saamhorigheid. Dit moeten we vasthouden en versterken.
8. Wordt ‘het horecaplein’ de definitieve naam van het horecaplein? Nee, want dit was de naam volgens het bouwplan. Het plein rond ‘Cool’ heet al ‘Coolplein’. Het horecaplein ligt hier wel iets verder vandaan, maar het zal gemakkelijker en begrijpelijker zijn als deze pleinen een gezamenlijke naam krijgen en dat dan het ‘Coolplein’ wordt. Waerdseplein wordt het in ieder geval niet omdat we hier als gemeente een beetje zat van zijn. Waerdse dit. Waerdse dat etc.
74
Wat komt er op het Horecaplein, Terrasjes, bowlingbaan, en verschillende Cafés. Een project ontwikkelaar zorgde voor de bouw wat als gevolg had dat het lang duurde dat ondernemingen zich daar wouden vestigen. Een projectontwikkelaar wilt tenstlotte een zo hoog mogelijke prijs. Ook haakte verschillend ondernemingen weg door het vertrek van de bioscoop de Metro. De plekken op het Horecaplein zijn nu gevuld. Alleen voor de plek bij de Metro moet nog iets gevonden voor worden.
Als er mensen met goede ideeen zijn voor evenementen, maar niet genoeg geld tot hun beschikking hebben zijn jullie als gemeente hier dan tot bereid subsidie te verlenen? Ja, want zoals ik al zij ben ik erg voor sociale cohesie.
Tot wanneer blijft u burgemeester? De burgemeester zei dat hij hiervoor 5 jaar lang burgemeester bij Langedijk was. Hij kon daar nog wel 2 jaar langer werken maar in Heerhugowaard was de functie open en als jonge vent wou hij wel iets nieuws. De eerste 2 jaar in Heerhugowaard waren heel zwaar maar na wat afrondingen begon het rustiger te worden. Verder komt kwam het over dat wanneer het te rustig wordt dan gaat hij weg om een andere uitdaging te zoeken. Ik vermoed dat dit na het structuurbeeld ‘stad van kansen’ zal zijn die tot 2015 loopt.
Extra Het ‘Stam’ als tijdelijk onderkomen in het kompleks te laten gaan is zeker geen slecht idee. Het kompleks heeft al ruimere openingstijden gekregen. Met de woord ‘Echt gevolgd door ‘Absoluut’ liet de burgemeester zei de burgemeester zeker interesse te hebben in een plan om via het ‘Kompleks’ een alternatief voor ‘t Stam te creëren. Verder zei de burgemeester dat we niet alles in Heerhugowaard kunnen hebben zoals een groot evenementenhal als de HMH of een oud bruin kroegje uit de Jordaan.
75
Stad van kansen-Organisatie van kansen
De Stadsvisie als inspiratiebron voor organisatieontwikkeling
76
You can’t always get what you want But if you try some time You may find You get what you need
Aanleiding 1. Eind december 2004 werd een aantal medewerkers van onze gemeente geïnterviewd. Dit als opmaat voor een thema in het MT/MM over sturingsprincipes. De vraag was: weet jij wat je doelen zijn, kan jij je iets voorstellen bij de stad van kansen, wat is excellente gemeente voor jou. Het antwoord daarop was divers. Soms kwam er geen antwoord. Dit staat niet op zich. Ook uit het Medewerkerstevredenheidsonderzoek( jan.2004) blijkt dat er behoefte is aan verheldering van de strategische koers: waarom doen wij wat we doen, en wat is de samenhang daar in. We starten met veel enthousiasme projecten op, maar de achterliggende gedachte of samenloop met andere projecten kennen we niet. En dat is jammer. Want daardoor halen we niet de optimale motivatie en rendement , en kan het zijn dat we langs elkaar heen werken. Deze notitie wil de kansen voor de stad vertalen in kansen voor de organisatie.Het is een basis om competenties uit te werken, een personeelsbeleidsplan te maken. Maar ook een uitnodiging aan iedereen in deze organisatie om zijn ontwikkeling te verbinden met die van de organisatie. Om zo de Organisatie van kansen concreet te maken en te vertalen naar uitdagingen voor ieder van ons.
Vraagstelling 2. Wij zijn er voor de burgers, verenigingen, instellingen en bedrijven in onze gemeente- en niet andersom. Een duidelijk uitgangspunt, dat we eerder hebben vastgesteld. Maar dat betekent nogal wat. Bijvoorbeeld dat we voor ontwikkeling van de organisatie aanhaken bij de ontwikkelingsrichting van de stad zelf. Dit leidt weer tot vragen als: wat ziet Heerhugowaard als haar identiteit, toekomst, ambities- en welke organisatie is nodig om dat waar te maken?. Niet alleen in omvang, ook in kwaliteit. Welke functies zijn nodig- en welke niet meer. Wat zijn de strategische doelen van de organisatie in de toekomst. Hoe kom je daar, welke acties moeten we opstarten. Over dit soort vragen gaat het nu.
77
We vinden allemaal wel dat je aan organisatie-ontwikkeling moet doen. Oké, maar waarom eigenlijk? Omdat je je dan ook als persoon kan ontwikkelen? Prima, maar dan helpt het als de collega’s dat ook willen- en in dezelfde richting, anders kan je elkaar lelijk in de weg zitten. Misschien vind je verandering nodig om in de pas te lopen: andere gemeenten doen het ook. Bedenk dan wel dat je met andermans blauwdrukken niet alleen de oplossingen, maar ook de problemen van iemand anders binnen kan halen. Of je verandert, omdat je ziet dat de omgeving waarbinnen en waarvoor je werkt zich steeds ontwikkelt, en je de aansluiting met die omgeving wil houden. Alle drie redenen zijn legitiem, maar voor een extern georiënteerde organisatie hoort de laatste reden dominant te zijn.
Wat vooraf ging 3. Is er dan geen visie op de ontwikkeling van de gemeentelijke organisatie?. Jawel. In 2000 is de nota ‘Verrekijker op de toekomst’vastgesteld. Hoofdpunten daaruit zijn: • voortdurende organisatieontwikkeling; cultuurontwikkeling en gedragsverandering staan voorop, de structuur volgt; • ontwikkeling van medewerkers primair op houding en vaardigheden, secundair op vakkennis; • de-specialisatie medewerkers/verbreden inzetbaarheid; • kwaliteitsorganisatie in 2005 volgens INK-model. Vervolgens is een Organisatieverordening 2001 opgesteld. Die vermeldt als filosofie voor de organisatie: ‘De Bestuursdienst heeft een open bedrijfscultuur met korte communicatielijnen. Mensen pakken projecten zakelijk en pragmatisch aan. Bevoegdheden worden zoveel mogelijk gedelegeerd naar de direct verantwoordelijke. In een collegiale sfeer zetten mensen samen de schouders onder de door het bestuur vastgestelde doelen. Klantgerichtheid en bedrijfsmatig werken vormen hierbij sleutelbegrippen’. De nota ‘Verrekijker op de toekomst’ geeft waardevolle veranderkundige principes, en geeft input voor het vorming-en opleidingsplan. De Organisatieverordening vermeldt kernwaarden van de gemeentelijke organisatie. Toch biedt het te weinig houvast om de vragen uit punt 2 te beantwoorden. Begrijpelijk overigens, de Stadsvisie moest toen nog opgesteld worden.
Uit het verleden kent men zijn heden, uit het heden de toekomst. Onderstaande grafiek met daarin de bevolkingsgroei geeft de ontwikkelingsgeschiedenis van Heerhugowaard in één oogopslag weer. Het wijkt sterk af van veel andere gemeenten. Er zijn twee groeispurts te onderkennen. In de jaren zeventig de Groeitaak, in de jaren negentig de Vinex-taakstelling. Daartussen een periode van stabilisatie, en - in de ogen van sommigen- stagnatie.
78
Stadsvisie 4. De ontwikkelingsrichting voor Heerhugowaard tot 2015 is vastgelegd in de Stadsvisie. Totstandgekomen na een uitgebreid interactief debat, door de vorige raad voorbereid en door de huidige gemeenteraad in 2002 vastgesteld. Vervolgens is de Stadsvisie ruimtelijk vertaald in het Structuurbeeld Heerhugowaard 2005-2015. De titel van de missie – en inmiddels opgenomen in de huisstijl- is ‘Heerhugowaard, Stad van kansen’. Het geeft in de kern missie en ambitie weer. Heerhugowaard onderscheidt zich door de erkenning dat de stad niet ‘af’ is, er is ruimte voor ontwikkeling. Met een bevolking die 79
verhoudingsgewijs jong is- en daardoor in zich een belangrijke voorwaarde voor ontwikkeling. De stad ziet kansen en wil die pakken- maar allemaal wel in een maat en tempo die passend zijn.
‘In de Stad van kansen zijn wat ons betreft het beste van twee eigenschappen verenigd: het dorpse en het stadse. Dorps door het behoud van waarden als rust, ruimte en groen. Stads door het zorgen voor meer voorzieningen, betere infrastructuur, werkgelegenheid, kansen voor hoogopgeleide jongeren en gematigde groei in woningen en bedrijvigheid. Het leven in Heerhugowaard is wel actief, maar niet enerverend of spannend. Wel ontspannen, overzichtelijk en behapbaar, een plek waar mensen nog grip hebben op hun omgeving en gemeenschap, zonder dat er toe leidt dat mens op elkaars lip zit. En waar mensen kansen kunnen grijpen om hun toekomst naar eigen inzicht in te richten’. Wat het tempo van groei betreft:’’Na het bouwen, of eigenlijk al vandaag, begint het completeren van de stad, en dat kan niet als het uitgangspunt steeds ‘meer bouwen blijft. Heerhugowaard heeft een forse steen bijgedragen aan de woningbouw in de rgeio en geeft er de voorkeur aan, na het vervullen van de taak, de energie te kunnen richten op andere zaken die voor de burger van Heerhugowaard ( en omgeving) van belang zijn. Dat betekent niet dat we niet zo hard meer groeien, maar dat we dit in een veel lager tempo doen, waarbij we er voor zorgen dat het karakter van de gemeente( rust, ruimte, groen) zoveel mogelijk bewaard blijft.“ (bron:Stadsvisie)
Ontwikkelingslijnen 5. De Stadsvisie heeft in de kern twee ontwikkelingslijnen die voor de organisatie van belang zijn. De eerste is die waarbij de huidige groei met ca. 700 (Vinex-)woningen per jaar wordt afgevlakt en verlaagd naar uiteindelijk ca.300 woningen per jaar. Tegelijkertijd vragen de bestaande wijken om extra aandacht. De opdracht is, kort samengevat: ‘minder groei, meer beheer’. De termen ‘groei’ en ‘beheer’ zijn niet van vandaag of gisteren. In de profielschets voor de nieuwe gemeentesecretaris d.d. januari 2000 wordt al gewezen op de noodzaak van tijdige taakverschuiving van groei naar beheer. Van de nieuwe functionaris wordt verwacht dat hij deze ontwikkelingen ook in organisatorische zin mede vorm geeft. Inmiddels weten we dat de groeitaak tenminste twee jaar langer doorloopt dan gedacht: in plaats van 2005 wordt het 2007. Daarnaast zal ook na 2007 gebouwd worden, zij het aanzienlijk minder.
Een tweede lijn is die van ontwikkeling van dorp naar stad. Heerhugowaard is de afgelopen jaren gegroeid van 30.000 inwoners naar 48.000 inwoners. Uiteindelijk zal de groei uitkomen op ca. 55.000 inwoners. Heerhugowaard is daarmee een middelgrote gemeente geworden. Op de lijst van 480 gemeenten neemt het dan de 60e positie in.
In schema is dit zo weer te geven:
80
groei
dorp
stad
beheer Minder groei, meer beheer (idee niet meer van toepassing want we gaan wel verder groeien) 6. De termen groei en beheer worden verschillend gewaardeerd. Er zijn scherpe beelden in bestuur in organisatie over wat het wel of niet is. Sommige bestuurders haken in op weerstand tegen verdere nieuwbouw en zien als doelstelling voor de toekomst: ‘op de winkel passen’, de stad is na de Vinex in 2007 immers ‘af’. Oudere medewerkers herinneren zich dat beheer nog wel na de eerste groeigolf, begin 80’er jaren: weinig dynamiek, stagnatie, geen ruimte voor ontwikkeling, kortom beheer is spruitjeslucht, dood in de pot. Geen wenkend perspectief voor een ‘organisatie van kansen’!. 7. Deze beelden doen niet recht aan de werkelijkheid. Een stad is nooit ‘af’, zal zich altijd blijven ontwikkelen. En moet dat ook willen. Wat niet wil zeggen dat dat alleen maar kan door in hetzelfde tempo bij te bouwen. Ontwikkeling zit niet alleen in fysieke groei, maar ook in een ontwikkeling van meer kwaliteit in het beheer, meer sociale samenhang of betere dienstverlening. Hoe kan je het ook bekijken? Door de lijn tussen groei en beheer als een vloeiende te zien waarop je gezamenlijk steeds je positie moet kiezen. En door zo uit te diepen wat groei en beheer concreet voor een organisatie betekenen. Dat kan als volgt verhelderd worden:
81
Dit schema geeft de mogelijkheid aan te geven waar je nu staat en waar je uiteindelijk naar toe wil. De ontwikkelopgave wordt zo zichtbaar.
Eén van de pioniers die als projectleider bijgedragen heeft aan de groei blikt bij gelegenheid van zijn 40-jarig ambtsjubileum in een brief aan het college terug: “De woningvoorraad heb ik zien groeien van ca. 8000 woningen naar ongeveer 20.000 woningen nu. De gemeentelijke organisatie heeft zich uiteraard ook moeten aanpassen . Van een vrij ‘losse’organisatie tot de huidige strakke organisatie.( …). Het aantal regels waarbinnen ambtelijk gefunctioneerd dient te worden dreigt nu min of meer een harnas te worden. Het dragen van een harnas is hinderlijk voor creativiteit, inventiviteit en kan ook smorend werken op het enthousiasme dat absoluut noodzakelijk is om tot voor inwoners optimale producten te komen.(…) Het risico van maken van regels om regels te maken dient vermeden te worden. Een gewichtige taak voor het management!”.
Van dorp naar stad 8. Een soortgelijk discussie speelt bij de begrippen ‘dorp’ en ‘stad’. Ook over die termen loopt de discussie soms stevig op. In de Stadsvisie is gekozen voor een combinatie van de twee: dorpse waarden en stedelijke voorzieningen. Maar daarmee is het dilemma niet opgelost. De balans moet steeds weer worden bepaald. Dat het in Heerhugowaard speelt blijkt uit recente discussies over al dan niet coffee-shops(beetje), speelhallen(niet), betaald parkeren(nog niet) en preventief fouilleren(wel).
82
(uit Noordhollands Dagblad)
83
Er is een grensgebied, maar toch, na gegroeid te zijn van 30.000 inwoners naar 50.000 inwoners is de vraag: tot wanneer kan je nog pretenderen dat je dorp bent. Of als je stad moet zijn, wat vraagt dat dan aan voorzieningen. De werkelijkheid is ook hier dat een absoluut antwoord niet te geven is.Voor een Amsterdammer is Alkmaar in veel dorps, zoals een Parijzenaar dat van Amsterdam zal zeggen, en een New Yorker…. Enfin, de oplossing voor Heerhugowaard is ook hier een eigen evenwicht, een eigen balans te zoeken op de bepalende kenmerken tussen dorp en stad.
Niet gezocht, maar wel gekregen. Het college is de afgelopen jaren begonnen met regelmatige gesprekken met ‘ de buren’, de colleges van de 8 (!) buurgemeenten. Op Alkmaar na allemaal kleiner dan Heerhugowaard zelf. Verrassend was de constatering dat Heerhugowaard, met haar groei aan inwoners en voorzieningen steeds meer een regio-functie voor deze gemeenten is gaan vervullen. Op het gebied van winkelen, maar ook werk, onderwijs en uitgaan. De voorzieningen van Heerhugowaard in de nabijheid stellen hen in staat te kiezen voor een conserverend beleid, van het instandhouden van het dorp als de lokale schaal.
Een externe organisatie-adviseur constateert in een recent rapport dat er in Heerhugowaard nog nauwelijks sprake is van ‘control’. De controllers zelf formuleren het voorzichtiger. Volgens hen is het er wel maar is de waardering voor hun activiteiten niet bij alle leidinggevenden even groot. Op dit punt is de balans nog niet gevonden. Dat hangt samen met het sterke cultuur-element van ‘de zaken pragmatisch aan pakken’, 84
en wellicht ook de wijze waarop control nu wordt uitgevoerd . Control en creativiteit gaan gevoelsmatig met elkaar strijden. Omdat het perspectief verschillend is. Control wordt door sommigen nu gezien als een risico dat kansen beperkt- en dus ontwikkelingen belemmert. Control kan daarentegen ook worden gewaardeerd als een kans om risico’s te beperken- en daarmee ontwikkelingen te stimuleren. Dat vraagt iets van leidinggevenden, maar ook van de controllers.
Strategische doelen: waar liggen de kansen? 9. De ontwikkelingslijnen kunnen op elkaar gelegd worden. Dat levert, samengevat, een aantal strategische doelen op. Het zijn de richtingen waarin Heerhugowaard zich, vanuit de Stadsvisie verder kan ontwikkelen. Het concretiseert de kansen voor de stad, en dus ook de gemeentelijke organisatie. De strategische doelen zijn, in hoofdlijn: •
•
•
optimaliseren dienstverlening; dienstverlening is op dit moment voor alle gemeenten belangrijk. Omdat het een belangrijk speerpunt van het kabinet is ( ‘Andere overheid’ ), de technologische ontwikkeling innovaties mogelijk maken, maar vooral- omdat de burger de gemeente juist op de rol van dienstverlener beoordeelt. Heerhugowaard zal daar een extra stap in moeten zetten. Als de Vinex-taakstelling klaar is, is er geen rechtvaardiging om achterstand te accepteren. Daarnaast: van een grotere gemeente wordt een bredere en meer eigentijdse dienstverlening verwacht dan van een kleine gemeente. Zoals van een supermarkt ook meer aanbod en service wordt verwacht dan van een dorpswinkel. versterken beheer; bij een groeitaak is onvermijdelijk dat veel van de energie, tijd, geld en ambitie naar de nieuwe wijken gaat. Na afronding daarvan vragen de bestaande wijken om aandacht. Op het totale gebied van woon- en leefomgeving Eventuele achterstand in kwaliteit en groot onderhoud moet worden ingelopen. Inbreilocaties worden belangrijk. De bewoners vragen en krijgen mogelijkheden om daar zelf ook invulling aan te geven. Bij nieuwe wijken ligt het accent op eigen ontwerp, communicatie met de nieuwe bewoner is moeilijk. In bestaande wijken zijn er bestaande belangen, en moet gewerkt worden vanuit samenwerking. Dat stelt veel eisen aan presentatie en communicatie. completeren stedelijke voorzieningen; van een stad van 50.000 inwoners worden aansprekende voorzieningen verwacht op het gebied van winkelen, uitgaan, cultuur e.d. . Er is een slag te maken in de faciliteiten, zoals horecavoorzieningen, centrum voor kunst en cultuur, bibliotheek, e.d. maar ook in de activiteiten, het klimaat, de
85
•
•
•
•
•
•
culturele agenda. In de stad zoek je ontmoeting, dynamiek en uitwisseling. Kernpunt darvoor bij uitstek is het Stadshart, de plek waar je graag bent, je ook zelf trots mee kan verbinden . Expliciet onderdeel van de stedelijke voorzieningen zijn de onderwijsinstituten en bedrijvenlocaties; als centra van kennis, handel en werk zijn zij ook uitermate belangrijk voor ontwikkeling en dynamiek. bevorderen sociale samenhang; bij een dorp is het sociale contact gegeven. Een stad is anoniemer,- en voor sommigen daardoor ook aantrekkelijker. Wel moet extra geïnvesteerd worden om de sociale samenhang te bewaren, om te voorkomen dat vanuit de anonimiteit niemand zich bekommert om kwetsbare groepen. Met de groei is de samenstelling van de bevolking plurifomer, multicultureler geworden. Ook in demografisch opzicht. De pioniers worden ouder, via een versnelde vergrijzing benadert de bevolkingsopbouw die van een gemiddelde gemeente. Wederzijds begrip, het zgn ‘wij-gevoel’ is niet vanzelfsprekend, onderlinge communicatie moet georganiseerd worden.Voor de bewoners van de nieuwe wijken ontstaat na vestiging een behoefte aan hechting, van een ‘huis’ naar een ‘thuis’. risicobeheersing: veiligheid, rechtmatigheid; een stedelijke gemeenschap is complex door de veelheid aan activiteiten, functies en belangen. Tegelijkertijd door de grotere concentratie aan bevolking ook kwetsbaarder. Er is extra aandacht nodig voor de veiligheidsrisico’s; extern,- denk aan rampenbestrijding, handhaving en veiligheid- maar ook intern. Onderwerpen als integriteit en agressieprotocol komen op de agenda. uitbouw externe oriëntatie; met de groei is het soortelijk gewicht van de gemeente in de regio navenant toegenomen. De regio is belangrijk voor het realiseren van ontbrekende voorzieningen, denk bijvoorbeeld aan infra-structuur. Omgekeerd is Heerhugowaard (sub)regionaal centrum geworden waar anderen gebruik van willen maken voor werk, scholing, winkelen e.d. Inmiddels is Heerhugowaard een van de grotere gemeenten in de regio Noord Holland-Noord. Dit rechtvaardigt een stevige positie, ambtelijk en bestuurlijk, in de relevante netwerken. meer (externe) regie; in een pioniersfase moet en wil je veel zelf doen. De problemen zijn vaak uniek, er is nog weinig ervaring mee, het afbreukrisico is groot. In een meer beheersmatige fase is er sprake van herhaling van werkzaamheden, met grote mate van voorspelbaarheid; niet het project is de vorm, maar (de optimalisering van) het proces. Standaardisering is dan gewenst, en de gemeente hoeft het niet noodzakelijkerwijs zelf te doen. Er zijn inmiddels andere professionele spelers op het veld gekomen( welzijnsstichting, woningstichting, recreatieschap), maar ook marktpartijen die bepaalde onderdelen in regie uit kunnen voeren. Er is een geleidelijke verschuiving van projectleiding naar opdrachtgeverschap. versterken bedrijfsvoering; een grote organisatie vergt noodzakelijkerwijs meer op het vlak van informatievoorziening en aansturing dan een kleine. Er zijn ondersteunende systemen nodig. Belang van mandaat, optimaliseren van werkprocessen, planning en control neemt toe. Tegelijkertijd dreigt een overdaad aan interne regels, waardoor het contra-productief wordt aan de gewenste cultuur(zie hiervoor).De balans moet gevonden worden. Doelen, middelen en vertrouwen worden gegeven; daartegenover staat dat verantwoordelijkheid wordt genomen voor de afgesproken resultaten, en daarover verantwoording wordt afgelegd. houding: open, pragmatisch, ingesteld op samenwerking , innovatief. Dit zijn voor een belangrijk deel de waarden die ook in 2000 (‘Verrekijker op de toekomst’) al zijn vastgelegd. De noodzakelijke accentverschuiving zit in meer externe samenwerking. 86
En het inzicht dat innovatie niet alleen in een ruimtelijk -project maar ook in kwalitatief beheer, sociale versterking of betere dienstverlening kan zitten.
Wat is de relatie met de grote verbeterprojecten? 11. De opgaven voor de toekomst zijn helder, en we geven er al invulling aan via een aantal grote verbeterprojecten. De samenhang kan duidelijk gemaakt worden via de volgende matrix. Daaruit blijkt bijvoorbeeld dat ‘completeren van stedelijke voorzieningen ’ wordt bereikt via de projecten Gembipark, Stadshart en NW8. Of dat het verbeterplan planning & control bijdraagt aan risicobeheersing, versterken bedrijfsvoering en de versterking van de cultuur. Het overzicht is uiteraard niet compleet. Er zijn meer activiteiten waarmee uitwerking wordt gegeven aan de strategische doelen. De sector-en afdelingsplannen geven een compleet beeld.
doel / actie optimaliseren dienstverlening versterking beheer completeren van stedelijke voorzieningen bevorderen sociale samenhang risicobeheersing: veiligheid, rechtmatigheid uitbouw externe oriëntatie meer (externe) regie versterken bedrijfsvoering
houding: open, pragmatisch, samenwerking, innovatie
excellente wijk (ontintegrale Gembipark dienstverlening wikkelings) handhaving plannen *
Stadshart
verbeterplan p&c
NW 8
dualisering
* * *
*
*
*
*
*
* * *
*
*
*
*
*
*
*
* *
*
*
*
*
*
- van doel naar resultaat-
87
Hoé wij veranderen- Excellente gemeente; de kansengenerator 10. Hoe geef je verder concreet vorm aan de gewenste organisatieontwikkeling?. In ‘Verrekijker op de toekomst(2000)’ is gekozen voor het INK-model. In de daaropvolgende Modellenstudie( 2002) is gekozen voor het doorontwikkelde referentiemodel ‘Excellente gemeente’. Dat model is ontleend aan een internationale analyse van wat excellente gemeenten (bekroond met de Bertelsmannprijs) onderscheidt van de anderen.
‘Excellente gemeenten’ kenmerken zich door: h. organisatieontwikkeling steeds in samenhang op de verschillende aspecten(zie hieronder) te willen zien; i. niet schoksgewijs, maar organisch; j. eenduidigheid in bestuurlijke en ambtelijke top over de koers; k. accent op de zachte kant; l. collegiale bestuursstijl, secretaris als algemeen directeur, meedenkend MT; m. adequate interne organisatie en bedrijfsvoering; n. ontwikkeling dienstverlening op basis van meten externe resultaten.
11. Dit is het denkkader waarbinnen de organisatieontwikkeling vorm krijgt. Kern is dat een verbetering op een van de velden, bijvoorbeeld informatievoorziening, ook een positief gevolg heeft op een ander veld, zeg de kwaliteit voor de afnemer. Of dat voor een wezenlijke verbetering op het gebied van planning en sturing je ook cultuur en HRM moet inzetten. Drie jaar geleden hebben college- en mt-leden gezamenlijk scores ingevuld op de schijf hierboven. Daaruit kwam naar voren dat we veel achterstand/ontwikkelpotentie zagen op
88
het ‘informatiemanagement’. Vervolgens zijn 13 projecten benoemd (bijvoorbeeld centraal adressenbestand, verbeteren managementinformatie, digitalisering, projectmanagement) waarop we verbetering wilden. Kenmerkend voor de ‘excellente projecten’ was een multidisciplinaire samenstelling, mt-lid als opdrachtgever, periodieke terugkoppeling, duidelijke begin- en eindpunten, smart-doelstellingen, programmamanager bij Concernstaf. Inmiddels is een groot deel succesvol afgerond. De aanpak gaf resultaten en enthousiasme, aandachtspunt was wel de inzet van middelen (uren en geld).
12. De ervaringen met het model van de ‘excellente gemeente’zijn positief. De organisatie staat er volgens de leden van college en MT beter voor dan in 2002. Niet alleen is de informatievoorziening vooruitgegaan. Ook op de ander onderdelen is aantoonbare vooruitgang geboekt. Er is alle aanleiding om zo door te gaan. Ook al omdat sommige verbeteringen, vooral op het gebied van dienstverlening en verbetering planning en control nog maar pas in uitvoering zijn.Voor de jaren 2005 en 2006 ligt daarom het accent op het afmaken daarvan. Verder zal ingezet worden op het oppakken van verantwoordelijkheden via HRM en Cultuur en gedrag. 13. Het model ‘excellente gemeente ‘ is een basis om gezamenlijk de uitdagingen voor de organisatie te ontdekken- en te pakken. Maar ook voor onze medewerkers om zich te ontwikkelen. De medewerkers zien dat ook, ze zijn over de kansen die deze organisatie hen biedt bovengemiddeld tevreden – blijkt óók uit het Medewerkertevredenheidsonderzoek-. Niet trots, en misschien zijn we daarin dan toch nog een beetje méér dorp dan stad!
89
Frans Mencke, 24 april 2005
90
Hoe zien mensen Heerhugowaard? In een enquête hebben Japser en ik gevraag aan de mensen die rond en in middenwaard liepen (later werden we uit Middenwaard gestuurd omdat we binnen niet mochten enquêteren) hoe zij Heerhugowaard zagen. We hebben onder andere de volgende vragen gesteld: Hoe ziet u Heerhugowaard? Hoeveel inwoners denkt u dat Heerhugowaard heeft? Is er genoeg te doen in Heerhugowaard? Kunnen er nog verbeteringen plaatsvinden? Hoe ziet u Heerhugowaard over 10 jaar? We hebben de resultaten verwerkt en verdeeld in de verschillende leeftijdsgroepen, ingedeeld naar denkwijze: Leeftijden <15-20 Leeftijden 20-30 Leeftijden 30-40 Leeftijden 40-60 Leeftijden 60 +
91
Leeftijden <15-20 Wat opviel is dat vooral deze groep vooral erg veel op te merken had over het uitgaansleven in Heerhugowaard. Er is gewoon te weinig volgens veel mensen uit de leeftijdscategorie. Op de vragen “Is er genoeg te doen” en “Wat kan er verbeterd worden” antwoorden de meeste dan ook Recreatie (wat in deze categorie bijna uitsluitend uitgaan betekend) en Nee op of er wel genoeg te doen was In Heerhugowaard.
I s e r ge noe g t e doe n i n H e e r hugowa a r d?
0%
41% Ja Nee Weet ni et 59%
Wa t k a n e r v e r be t e r d wor de n?
0% 14%
0% Recr eati e
14%
Voor zi eni ngen Centr um Weet ni et Ni ets 58% 14%
Over i g
92
Leeftijden 20-30. Deze leeftijdscategorie heeft wat ons betreft niet echt doorslaggevende resultaten gegeven. Zoals eigenlijk bij alle categorieën komt ongeveer 76% uit Heerhuguwaard zelf, en ziet het merendeel Heerhugowaard als een stad. Wat wel enigszins opmerkelijk was, was dat bij de vraag “Hoeveel inwoners denkt u dat Heerhugowaard heeft?” werd redelijk goed geantwoord (of gegokt) de meeste mensen hadden als antwoord tussen de 50.000 en 55.000 wat de huidige populatie van Heerhugowaard nu beslaat. Hoeveel inwoners denkt u dat Heerhugowaard heeft?
0% 0% 12%
12% 0-10.000 12%
10.000-20.000 20.000-30.000 30.000-40.000 40.000-50.000
6%
50.000-55.000 55.000+
46%
12%
Weet niet
Wat kan er verbeterd worden?
12%
0%
6% Recreatie 12%
Voorzieningen Centrum Weet niet Niets 58%
Overig
12%
93
Leeftijden 30-40 Ook deze mensen wisten een aardig beeld te schetsen van het huidige Heerhugowaard. Het inwoners aantal werd door ongeveer de helft goed beantwoord. Veel mensen uit deze categorie hadden een negatief beeld van de toekomst van Heerhugowaard over 10 jaar.
Hoeveel inwoners denkt u dat Heerhugowaard heeft?
0% 0% 11%
11%
0% 0%
0-10.000 10.000-20.000 20.000-30.000 30.000-40.000 40.000-50.000 33%
45%
50.000-55.000 55.000+ Weet niet
Hoe ziet u Heerhugowaard over 10 jaar?
0%
22%
33% Groter positief Groter negatief Niet veranderd Gemeentes opgeslokt
45%
94
Leeftijden 40-60 Bij deze categorie was het opvallend dat veel mensen vonden dat er wel genoeg te doen was voor hen in Heerhugowaard. Verder waren de meningen over de verschillende vragen zo goed als verdeeld.
Is er genoeg te doen in Heerhugowaard
4% 25% Ja Nee Weet niet 71%
Hoe ziet u Heerhugowaard?
25%
32% Stad Dorp SvK
4%
Plaats 39%
95
Leeftijden 60+ Uit de enquete bleek dat er een hoop te klagen was over Heerhugowaard door deze leeftijdscategorie. Opvallend was dat ze aangaven dat er voor hen zelf wel genoeg te doen was, maar dat er meer voor de jongeren moest komen en stonden vol begrip tegenover het feit dat jongeren plekken nodig hebben om hun jointje te roken. Ook stonden zij positief tegenover de toekomst van Heerhugowaard zoals te zien in de diagrammen.
Is er genoeg te doen in Heerhugowaard?
6% 35% Ja Nee Weet niet
59%
Hoe ziet u Heerhugowaard over 10 jaar?
12% 6% Groter positief Groter negatief Niet veranderd 53%
Gemeentes opgeslokt
29%
96