Concept methodiek sport (voetbal) MJF De ontwikkeling van een multi-dimensionele behandelingsmethode d.m.v. voetbal. . Wij zijn van mening dat de voetbal pilot laat zien dat er d.m.v. sport op verschillende manieren gewerkt wordt aan het verbeteren van het sociaal en emotioneel functioneren van de jongeren met problemen en/of vragen. Er zijn dus meerdere dimensies van waaruit gewerkt wordt, zie mdb-model (nog in ontwikkeling!!): De Riagg benadering is dat de mentor bewust bezig is met sport als behandelvorm Naast een professionele trainer voor de sport zelf, in dit geval voetbal, hebben wij nadrukkelijk gekozen voor begeleiding door een mentor van het MJF team van deze sportpilot. De inzet van een professioneel begeleider vanuit Riagg Rijnmond maakt deze voetbalpilot zo bijzonder binnen MJF. Daarnaast hebben we ook de ondersteuning van een vrijwilliger heel hard nodig, want het blijkt in de praktijk een grote uitdaging te zijn met een groep van ongeveer 20 jongeren op deze manier te werken. De mentor begeleidt niet alleen de jongeren, maar ook de trainer en anderen die betrokken zijn bij het project. We zien het voetbal als een mogelijkheid in een voortgaand proces therapeutisch te werken aan de verschillende problemen/vragen waar de jongeren mee te maken hebben. Daar de jongeren problemen/vragen vertonen op verschillende leefgebieden, wordt er gewerkt vanuit een breed benaderingskader. Wij streven naar een stabiel sociaal functioneren van de jongeren via scholing en/of werk. Wij noemen deze methode “multi-dimensionele behandelingsmethode”. De therapie zien we als een onderdeel van opvoeden als proces zoals J.F.W. Kok in “Specifiek Opvoeden” beschrijft: het uitlokkend bevorderen van de persoonlijkheidsontwikkeling van de jongeren in een relatie met de mentor die gericht is op stabilisering van sociaal en emotioneel functioneren.
Welke dimensies zijn er aan te duiden van deze pilot? -socialisatie: gericht op beter leren omgaan met mensen, het hanteren van situaties. -disciplinering: gericht op beter kunnen functioneren op het veld, in de school en/of werk. -emotionele ontwikkeling: trauma verwerking en herkenning van redenen van probleemgedrag: therapeutisch werken in een ‘gewone’ context gericht op positieve groei en ontwikkeling van het individu. -netwerk building: de groep functioneert als sociaal vangnet, de mentor is een stabiele factor op wie de jongeren terug kunnen vallen. Zelf-hulp wordt gefaciliteerd. -gedragsverbeteringen: door het transponeren van gedrag: wat je leert op het veld, kun je gebruiken in de maatschappij. Het ervaren van de spanningen die het gedrag oproept en het oefenen van mogelijkheden om er verandering in aan te brengen. -groepswerk: gericht op werk en scholing, je levert je bijdrage en wordt gewaardeerd daarvoor. We zijn gericht op dit proces binnen de groep en kunnen sturend optreden op individueel niveau om de jongere te helpen zich onderdeel van de groep te gaan voelen. -empowerment: ontwikkeling van zelfvertrouwen en geloof in toekomstmogelijkheden
1
De mentor van MJF vervult een belangrijke rol in deze sportpilot. Hij is de spil: voor de jongeren, de trainer en de hulpverlening. Hierbij komen de volgende gedrags- en houdingsaspecten aan de orde: - Interesse: de begeleider toont interesse in de individuen en in de groep: wat willen ze, wat drijft ze? - Acceptatie: de begeleider accepteert en respecteert de doelgroep en staat open voor samenwerking: wat houdt hen bezig? - Empathie: de begeleider probeert te voelen wat de doelgroep beleeft, hij wil er ‘zijn’ voor de doelgroep. - Echtheid (authenticiteit): de begeleider is zo echt mogelijk, stelt grenzen en stelt zich indien nodig kwetsbaar op. - Consequent zijn: de begeleider is zo duidelijk en helder mogelijk naar de doelgroep en biedt een duidelijke structuur aan; hij motiveert waarom iets gedaan wordt. - Participatie: het is heel belangrijk dat de begeleider meedoet met de sportieve activiteit. Tijdens het spel laat de begeleider ook zijn eigen kant zien: hij fungeert als rolmodel. De mentor is in dit geval degene die de sport niet beheerst en ook niet echt veel talent heeft. Toch kan je laten zien dat het meedoen belangrijk is, ook als je geen uitblinker bent, kun je ergens plezier aan beleven. De goede spelers kunnen in de rol treden van degenen die ‘het weten’, zij kunnen aanwijzingen geven. - Openstaan voor emoties (uitlaatklep): Na afloop kan de begeleider op een ‘natuurlijke’, ongedwongen manier nog allerlei zaken die hun dagelijkse leven betreffen aan de orde stellen en bespreken. In de ‘gewone gang van zaken’ van de voetbal activiteit kunnen individuele problemen boven water komen. Ze kunnen zelf ook met vragen komen. We proberen een zo natuurlijk mogelijke context te maken waarin spontaan allerlei zaken aan de orde kunnen komen. Dit is het uitgangspunt van onze voetbal pilot. We willen een methodiek ontwikkelen waarin we de cliënten zo gewoon, natuurlijk, mogelijk benaderen in het kader van een opvoedingsproces. Dit uitgangspunt is gebaseerd op de theorie van J.F.W. Kok Specifiek opvoeden (1997). Het uitgangspunt dat wij hanteren is door ons simpelweg vertaald: “hoe gek je ook bent, je wilt zo gewoon mogelijk benaderd worden. Je wilt geaccepteerd en gerespecteerd worden”. Met het voetbal proberen we een netwerk neer te zetten dat zo natuurlijk mogelijk is of lijkt. Het is een beschermde manier om elkaars zwakke plekken te zien en eraan te gaan werken. De mentor, trainer en begeleider vervullen rolmodellen. B.v. de begeleider heeft een ochtendhumeur. Als ze zondagsochtends een wedstrijd moeten spelen is hij ter plekke, ondanks het feit dat hij het niet leuk vindt daar te moeten zijn zo vroeg in de ochtend. De jongeren zien dat een mens tekortkomingen kan hebben, maar toch gewoon kan blijven functioneren. Iedereen kan het zien. Maar het wordt ook duidelijk dat het geen belemmering hoeft te zijn ‘gewoon’ door te gaan met dingen te doen. De begeleider laat hiermee zien en blijken dat je als persoon niet perfect hoeft te zijn. Als je maar weet dat je t.a.v. van oa school of werk je verantwoordelijkheid te dragen hebt.
2
Een probleem in het begin van de pilot was dat sommige jongeren nogal agressief overkwamen; hun agressieve imponeergedrag roept gevoelens van onveiligheid op bij de begeleiders en andere jongeren. Het duurt lang voordat er een echt groepsgevoel ontstaat. Ze willen graag in een team spelen, maar daar heb je een teamverband voor nodig. Je hebt ongeveer 3 a 4 maanden (soms langer) nodig om een vertrouwensrelatie op te bouwen, zodat er een teamgevoel kan ontstaan. Om contact te maken of op te bouwen gaat de begeleider te werk volgens het model “vindplaatsgericht werken”. In onze methodiek is dit te vertalen naar het gegeven dat je uitgaat van wat jongeren kunnen en willen, je neemt hun interesses als uitgangspunt. Bijv.: om ingang te vinden bij de groep in zijn totaliteit maak je gebruik van de jongeren die je als begeleider al kent omdat ze regelmatig bij een mentor zijn komen praten op kantoor van MJF. Via de bekende contacten probeer je dan de boodschappen over te brengen op een indirecte manier aan de bedreigende figuren. Je richt je vooral op de jou bekende jongeren en spreekt indirect tot de angstaanjagende onbekenden. Tijdens de training doet de mentor mee in het ‘team’ dat samengesteld is uit jongeren die hij al kende voordat hij bij het voetbal betrokken raakte. Door de aard van de sport ontstaat er fysiek contact, waarmee je contact kan leggen met de onbekende jongeren die nogal angstaanjagend overkomen. De onderliggende frustraties zijn voelbaar. Het zijn jongeren van wie de mentor weet dat ze een crimineel verleden hebben en in het bezit zijn van wapens, zoals messen b.v. We maken onderscheid tussen probleemgedrag en gedragsproblemen (zie v.d. Ploeg ..) Vanuit hun gedragsproblemen vertonen de jongeren probleemgedrag. De voetbalcontext geeft de therapeut/mentor de mogelijkheid om te zien welk probleemgedrag zich voordoet bij bepaalde jongeren. Vervolgens kan je daar in het veld en de kleedkamer actief aan gaan werken. De aanname die we hierbij hanteren is dat als ze probleemgedrag op het veld vertonen, ze dat ook elders vertonen. We hebben nu een context, een gelegenheid gemaakt om het te signaleren, zodat we er vervolgens richting aan kunnen geven en d.m.v. transponeren kunnen laten zien wat datzelfde gedrag kan veroorzaken in de maatschappij (club, school, werk).
Onze methodiek is “zo gewoon mogelijk” er iets aan doen. Via de methodiek “Multidimensionele Benadering” (mdb-methode) proberen we een zo natuurlijk mogelijk sociaal netwerk te creëren waarin ruimte is om van elkaar te leren. Het voetbal als geheel wordt gebruikt om zoveel en zo helder mogelijk naar de praktijk van alle dag te transponeren. B.v iemand reageert op een beslissing van de scheidsrechter en begint die persoon uit te schelden. Je kunt dan de situatie transponeren op een gewone situatie b.v. op het werk of binnen de school.
3
Interventies: * rollenspel d.m.v. rollenspel kunnen de jongeren b.v. de rol van de mentor overnemen en naspelen. De mentor kan de lichaamstaal nadoen van de jongeren om hem te laten zien wat het effect is daarvan op de ander. * humor is een goede methode om de spanning van bepaalde moeilijke situaties af te halen. Daarna ontstaat de mogelijkheid erover te praten. De spanning waarover gepraat wordt, wordt niet genegeerd. Die wordt juist erkend om van daaruit te komen tot compromissen. Je ziet in het voetbal welke situaties getraind kunnen worden om hen te leren zich makkelijker te bewegen in een vergelijkbare situatie in het dagelijkse leven. * vastigheid Na een aantal maanden begint de emotionele betrokkenheid van de jongeren bij het voetbal te groeien. Deze jongeren zijn op zoek naar vastigheid. Ze willen erbij zijn, ze hebben er behoefte aan dat iemand er voor ze is, iemand op wie ze kunnen bouwen, door wie ze zich serieus genomen voelen. We hebben inmiddels een kerngroep van ongeveer 14 jongeren: het voetbal is hun ‘ding’ geworden. De vaste groep mag ook meestal meespelen als er wedstrijden zijn, ze worden geselecteerd op grond van trouw naar de trainingen komen. * Zelf-initiatief stimuleren Door hen te betrekken bij het voetbal organiseren ze zelf bijzondere dingen zoals b.v. een wedstrijd of een onderdeel van een toernooi en daarmee nemen zij zelf initiatief: ze leren er veel van en vergroten hun gevoel voor verantwoordelijkheid. Wanneer een activiteit een succes blijkt te zijn wordt hun zelfvertrouwen hierdoor vergroot en zijn ze trots op zichzelf. * werk/scholing De meeste jongeren van de kerngroep hebben een positieve dagbesteding naast het voetbal. Ze zitten op school en/of werken. Via begeleiding (in dit geval in combinatie met voetbal mjf) zijn een viertal jongeren (tijdelijk) aan het werk gegaan. een klein aantal anderen hebben gekozen voor de voltijd opleiding aka bij het Albeda College Oostzeedijk waar we intensief mee samenwerken. Door de groep wordt het makkelijker aan werk te komen: bijvoorbeeld: Eén jongen had een advertentie uit de Metro-krant meegenomen: hij wilde gebruik maken van de mentor zijn telefoon, omdat hij zelf geen beltegoed had. Later belde de mevrouw van de advertentie de mentor op zijn toestel terug over de baan. De mentor kon toen zeggen dat er nog iemand was die heel dringend werk zocht. Die persoon kon ook daar komen werken. Vervolgens bleek de jongen geschikte kleding nodig te hebben, zoals een pak en schoenen. In overleg met het team (waarom in overleg met het team, methode) heeft de mentor de jongen een pak van hem zelf geleend, dat hem inmiddels te klein was geworden. * preventie We werken nu met een ‘vaste’ kerngroep, maar het is een heel dynamisch gebeuren. De jongeren brengen hun vrienden mee. Soms hebben de vrienden belangstelling en is er aanleiding om via een intake cliënt te worden bij MJF. Als daar geen aanleiding toe is, zien wij dit als een preventie activiteit die prima werkt: het zijn toch allemaal kwetsbare jongeren. * resocialisatie voebal MJF is een behandelvorm naar algemene socialisatie. Het speelt zich af in een context waarin het gewone leven en de natuurlijke reacties van de jongeren op een natuurlijke wijze zich kunnen voordoen. Verder dient het als metafoor en transponeermogelijkheid om aan te geven wat in het dagelijks leven mogelijk problemen zou kunnen veroorzaken. * doorstroming Inmiddels is het MJF team het tweede team van de voetbalclub BZC’95. Via de voorzitter worden er contacten gelegd met de sponsors van de voetbalclub: bedrijven waar 4
onze jongeren mogelijkerwijs een stage kunnen gaan lopen of een baan kunnen vinden: b.v Macdonald’s en een aantal aannemers. .
MJF Voetbal De structuur van voetbal MJF verloopt op dit moment als volgt; dinsdag en donderdag van 16.00-18.00 uur. Om 16.00 uur gaan we verzamelen, verkleden we ons en lopen we naar het veld, om 16.30 uur is er een korte praatje (voorstructurering) waarin verschillende zaken tav voetbal, organisatie of vragen aan bod komen. Hierna komt er een korte intensieve warmingup gevolg door een voetbal training. Vervolgens is er mogelijkheid tot het spelen van een oefenpartijtje om de informatie van de training uit te proberen, en om 17.30 uur ronden we af met wederom een praatje om te kijken wat de ervaringen van de afgelopen uur zijn geweest, wat we eraan hebben gehad en we kijken of er eventueel vragen zijn, hierna wandelen we weer naar de kleedkamer. Al wandelend proberen we de inhoudelijke verhalen en ervaringen met elkaar te delen; “ zag je wat ik deed, dat was een goede pass je moet meer passen en kijken waar je de bal schopt, je moet niet alleen spelen, want je kan niet spelen je moet meer je best doen door beter te luisteren”. Met voetbal MJF willen wij groeien naar de sociale en emotionele stabilisering van de jongeren. We willen bereiken dat er een sociaal netwerk ontstaat en hopen via voetbal hier een bijdrage aan te kunnen leveren. We zien b.v. dat als ze wedstrijden moeten spelen, ze voor aanvang op een andere plek bij elkaar komen. Vervolgens komen ze dan als één team naar de wedstrijd toe. Ze doen hetzelfde als het eerste elftal, dat ook altijd als ‘team’ naar de wedstrijd toegaat. Ze zijn competitief gericht: ze willen winnen als team en daarmee is gedragsbeïnvloeding mogelijk. Wanneer een speler zich arrogant (een aantal van de jongeren) opstelt, b.v. omdat hij beduidend beter voetbalt dan de anderen, vinden ook zijn teamgenoten dat zijn mentaliteit niet goed is. Ze beginnen elkaar ook op andere mindere punten aan te spreken , omdat hun onderling vertrouwen sterk gegroeid is. Er ontstaat een aanleiding om dit gedrag te veranderen en daar gezamenlijk aan te gaan werken. Er ontstaat ook discipline, omdat ze een wedstrijd in principe willen winnen. Sommigen gaan zaterdagavond niet meer uit om zondags fit aan de wedstrijd te kunnen deelnemen. Ze stellen elkaar eisen ten behoeve van het team. In het begin waren de jongeren met een crimineel verleden nogal nadrukkelijk aanwezig. Naarmate er echter steeds meer eisen vanuit de groep gesteld werden om zich in te zetten voor het team, bleven deze jongeren weg: de eisen werden te hoog voor hen! Overigens is dit wel een voorbeeld van uitsluiting, misschien wel van de groep die het meeste begeleiding nodig heeft, om op het rechte pad te blijven. Vanuit MJF mag duidelijk zijn dat ook deze jongeren welkom zijn. Maar hun afwezigheid werkt wel stimulerend voor allerlei andere processen.
5