DE NIEUWE DROP-OUTS [1] Midden vorig jaar praatte ik met een leerkracht over het leven dat zijn leerlingen na de school begonnen waren. Over één jongen raakte hij niet uitverteld: Tom was hogere studies begonnen, was gestopt, was gaan werken, zag niks in dat vaste bestaan en was nu ‘al elf jaar op reis’. De enkele maanden per jaar dat hij in het land was, deed hij uitzendwerk ‘om een volgende reis te kunnen betalen’. In de maanden nadien kwam ik nog andere fellow travellers op het spoor, en zo zijn de gesprekken ontstaan die u vanaf deze week leest in Humo: ‘Op reis, dáár voel ik me thuis.’ Ze zijn jong – tussen 22 en 32 – en ze willen aan niets gebonden zijn. Niet aan vast werk, niet aan een vaste woonplaats en vaak ook niet aan een vaste relatie. Op reis en in de natuur voelen ze zich wél gelukkig. Daar is er geen gebondenheid, daar is elke dag anders, daar spreken de mensen en de landschappen je aan, ‘daar vóél je dat je leeft!’ Ik heb ze drop-outs genoemd omdat ik geen beter woord kan vinden voor hun gevoel van ‘hier niet op z’n plaats te zijn’, niet in deze nine to five-maatschappij en niet in dit land: te weinig horizon, te volgebouwd, te druk van mensen en verkeer, en ‘te veel gericht op werken, tv-kijken en geld verdienen’. In de jaren zestig en zeventig zouden drop-outs bij de tijdgeest gehoord hebben. Nu is de tijd anders. Er is de felle crisis, overal vallen ontslagen: als jongmens kan je maar beter werk hebben, of blij zijn dat je je werk behoudt. Maar ook in dat onzekere klimaat hebben onze bohemiens lak aan vastigheid, en blijven ze kiezen voor ongebondenheid. De recessie raakt hen zelfs niet, wel integendeel (‘IJsland zal nu een goedkope bestemming zijn!’). Tegelijk is er bij hen een opvallend onbehagen over de consumptiemaatschappij. Sommigen noemen zich ronduit antimaterialist, anderen komen gewoon met heel weinig rond (‘Als ik wil sparen om op reis te gaan, eet ik muesli van de Aldi en pasta met pesto’). Het zijn vrijgevochten plantrekkers en absoluut geen logés van het comfortabele Hotel Mama. In alle interviews zit een verlangen. Naar reizen en naar andere plaatsen, maar ook naar een eenvoudiger bestaan. Met minder verplichtingen, minder stress en minder materie omhanden. Het is een zoektocht naar een ander leefritme. Ook dat zou nog back to the sixties 140 – HUMO
HUM_0609_140_DROPOUT_HCL.indd 140
kunnen klinken, maar zijzelf kijken niet om. Hun overtuiging zou weleens een sprong in de toekomst kunnen zijn.
TOM (31) ‘BUITENSLAPER’ Een bescheiden woning achter de spoorweg in Neerpelt. De jonge gast die opendoet, heeft krachtige blonde manen – avontuur kan soms al in de haren zitten. Binnen staan een piano en een gitaar, en aan de muur rimpelt een ouderwetse schoolwandkaart van Afrika. De kachel brandt en Tom Renckens rolt z’n sigaretten zelf. Tom Renckens «Als kind keek ik altijd uit naar de vakantie, als we weer op reis vertrokken. Niet dat mijn ouders grote reizigers waren – we gingen gewoon naar Spanje – maar alles achterlaten en naar de zon en een ander leven trekken, daar hield ik van. Toen ik zestien was, stond het bij mij al vast: België, daar blijf ik niet wonen. »Mijn eerste grote reis was naar Frankrijk, Spanje en Marokko. Ik was twintig, had een halfjaar regentaat gedaan, was gestopt, was een jaar gaan werken, en toen ook dat me niks zegde, ben ik op reis vertrokken. Al liftend en met mijn gitaar. Ik had wat spaargeld bij en als dat op was, zou ik wel van die gitaar proberen te leven. In Valencia speelde ik de eerste keer op straat. Na een kwartier lag er nog geen cent en ben ik opgestapt. Beschaamd. Ik dacht: ik speel niet goed genoeg. Pas later heb ik geleerd dat je beter in smalle straatjes speelt dan op de grote winkelboulevards. Waar mensen je niet verwachten, zullen ze rapper iets geven. »Ik speel geen ‘Hotel California’ of zo. Ik speel eigen nummers. Vaak instrumentaal, met af en toe de mondharmonica erbij. Er zijn soms
mensen die een uur lang blijven luisteren. Of die me meenemen naar hun stamcafé om daar verder te spelen. Als ik een uur of twee speel, heb ik geld genoeg om een week te eten en te drinken. Waar de mensen gul zijn, blijf ik een paar dagen spelen. En met dat geld kan ik soms een paar weken rondkomen.» HUMO Heb je veel bagage bij je? Tom «Nee. Een slaapzak, een matje, een Zwitsers mes, twee T-shirts, twee broeken, twee onderbroeken en twee paar sokken – één stuk is om aan te doen, het andere is reserve. Om kleren te wassen heb ik een stuk zeep bij me, en om mezelf te wassen heb ik douchegel. Meer bagage heb ik niet. Ik moet altijd lachen met gasten die zo’n gigantische backpack hebben. Die is zo groot en zwaar dat ze hulp nodig hebben om hem op hun rug te tillen! »Omdat ik bijna altijd in warme landen onderweg ben, slaap ik in de openlucht. Ik heb geen tent, ik zoek geen youth hostel, ik ga niet aankloppen bij de mensen, ik zoek een mooie plek en ik leg me neer. Ik ben een makkelijke slaper: om het even waar ik lig, ik doe mijn ogen dicht en ik ben weg. ’s Nachts gesp ik mijn gitaar en mijn rugzak met mijn broeksriem vast aan mijn slaapzak: als iemand me wil bestelen, voel ik dat. Je moet er wel tegen kunnen dat de politie je soms bars komt wegjagen, of dat dronken gasten al eens tegen je schoppen en ruzie zoeken. »Het liefst slaap ik op het strand of in de duinen. Niets is heerlijker. Ik speel nog wat gitaar, schrijf nog wat gedachten op, en ga onder de sterren liggen, met dat rustige ruisen van de golven op de achtergrond. ’s Morgens word ik wakker met het eerste licht, en ik ben meteen fris en helder. Ik neem een duik, ik ga op mijn rug liggen in het zand, de zon warmt mij op, en ik kan dan maar één ding denken: er is geen beter leven dan dit. Niets baart me zorgen. Er is geen werk, geen verplichting, er is alleen maar… die pure vrijheid. Opstaan of blijven liggen, wandelen langs het strand of liften langs de weg, naar het zuiden of naar het noorden: ik kan elke dag alle kanten uit. Dat is waaraan ik verslaafd ben.
TH OM A S L EG RÈV E
Ze zijn jong en ze willen wat ánders
Nr 3570 | 06
30-01-2009 20:53:25
‘Ik ontwaak op het strand. Er is geen werk, geen verplichting. Alleen pure vrijheid’ »Ik heb geen opgestelde route, geen ‘Lonely Planet’, geen plaatsen die ik zeker moet bezoeken. Ik laat me leiden door de mensen die me meenemen. Wat zij bezienswaardig vinden, wil ik ook wel zien. En hoort zo’n bestuurder dat ik buiten slaap, dan biedt hij me vaak nog een bed aan. Dan ben ik in een vreemd huis, maar ’t is net alsof ik onder bekenden ben. De hele avond zit ik mee aan tafel, en iedereen vertelt, vaak tot laat in de nacht.» HUMO En wat doet een ‘buitenslaper’ als het regent? Tom «Niet slapen. Ik heb ooit een onweer meegemaakt, en toen heb ik de hele nacht op de bosgrond gelegen, met alleen mijn matje over mij heen getrokken. ’s Morgens lag ik in een plas. Dat is afzien, maar het maakt je sterker. En och, als de zon opkomt, ben je een halfuur later al aan het opdrogen. Ik hoef geen compassie. Op zo’n moment denk ik aan de mensen die elke dag in het grijze en kille klimaat van België moeten doorbrengen: dát is pas erg!»
BERGHELLINGEN VOL WIET Tom «Na die eerste lange reis voel-
3 FEBRUARI 2009
HUM_0609_140_DROPOUT_HCL.indd 141
▲
de ik me heel, heel goed. Ik zie me nog met mijn Marokkaanse sloefkes op een terras in ons dorp zitten.
Ik kon de wereld aan. Ik was ervan overtuigd: reizen, dat is vanaf nu mijn leven.» HUMO Waar ben je zoal geweest de voorbije elf jaar? Tom «Zuid-Europa, Centraal-Europa, het Midden-Oosten, Noord-Afrika, Zuid-Amerika, Azië. En overal ben ik een ‘trage reiziger’. Ik ben niet zoals die jonge gasten die pakweg Azië ‘doen’ op twee maanden. Dat is niet reizen, dat is een lijstje afwerken: land in, land uit, vliegtuig in, vliegtuig uit – tot ze Azië ‘gedaan’ hebben. Ik kan gerust een week blijven hangen in een dorp van niks.» HUMO Nooit vervelende dingen meegemaakt onderweg? Tom «Vooral op m’n eerste reis, toen ik nog met iedereen meeging. Zo heb ik in Tanger sightseeing gedaan met twee Marokkanen. Ik kreeg kost en inwoon, ik zag de wietoogst van nabij – berghellingen vol! Ik dacht, heel naïef: wauw, nu kom ik echt achter de coulissen van het Rifgebergte (lacht). Maar eigenlijk waren die mannen kleine maffiosi, die in mij een toekomstige dealer of smokkelaar zagen. Toen ik na drie dagen niks van hun deal wilde weten, werden ze héél giftig. Ik hoorde ze afspreken dat ze mij naar een afgelegen plek gingen brengen, en dan heb ik me toch HUMO – 141
30-01-2009 20:53:28
De nieuwe drop-outs [1] ▲
nog uit de voeten kunnen maken. »Op die elf jaar ben ik nog maar twee keer bestolen geweest: één keer was mijn geld weg, en één keer mijn rugzak en mijn wegwerpkodak. Maar daar staan zo veel plezierige dingen tegenover. Ik was eens in een steegje aan het spelen, toen een oud vrouwtje uit haar huis kwam en me een plateau kippenvleugeltjes en een zak fruit aanbood. Het gebeurt wel meer dat ik een stokbrood, een stuk pizza of een fles wijn krijg. Er was zelfs eens een vrouw die me het ijsje aanbood waaraan ze net aan het likken was. Dat is toch schoon? En natuurlijk heb je ook zatte venten die je bodempjes bier aanreiken, daar mag je niet vies van zijn. »Ik krijg ook vaak te maken met daklozen. Soms trek ik een paar dagen met ze op. Dan speel ik en dan geef ik het geld aan hen.»
ZWAKKELING HUMO Je levensstijl doet me den-
142 – HUMO
HUM_0609_140_DROPOUT_HCL.indd 142
Tom: ‘Op straat maak je zoveel plezierige dingen mee. Er was eens een vrouw die me het ijsje aanbood waaraan ze net aan het likken was. Dat is toch schoon?’ Tom «Om de twee weken stuur ik
een mail naar mijn ouders en naar enkele vrienden.» HUMO Kerstmis, Nieuwjaar: probeer je dan hier te zijn? Tom «Nee, het benieuwt me meer hoe ze die feesten in andere landen vieren.» HUMO Is België veranderd telkens als je terugkomt? Tom «Nauwelijks. In Neerpelt zijn een paar huizen bijgebouwd, en op tv discussiëren ze nog altijd over dezelfde oude zaken. Het enige wat telkens verrast, is weer Nederlands te horen. Ik zit op een terras, en ineens vang ik gesprekken op die ik weer hélemaal begrijp. Een plezier, tot je twee kerels hoort lullen over wat ze allemaal aan hun auto veranderd hebben… Jezus, zo saai!» HUMO Voel je je hier out of place? Tom «O ja! Ik zie mij hier geen ‘normaal’ leven leiden. Op reis, dáár voel ik me thuis. Ik kan me in een huis op tweeduizend kilometer van hier meer thuis voelen dan waar ook in België.» HUMO Die mensen in dat buitenland leiden toch ook maar hun normale leven. Tom «Dat is waar, maar voor mij
is elke dag anders. Andere mensen, andere landschappen. Ook die spannende verwachting – ‘Wat staat me vandaag weer te wachten?’ – trekt mij aan. »Routine schrikt mij af. In een fabriek werken, in een vast ritme, dat kan ik maar aan omdat ik weet: ‘Dit is maar voor een halfjaar, en dan ben ik weer weg.’ Voor een werkgever is dat natuurlijk niet plezant. Na vier maanden komt-ie me zeggen dat hij me wel ziet zitten, en dat hij me vast in dienst wil nemen. En dan zeg ik: ‘Sorry, binnenkort ben ik weer weg.’ Als ik ga solliciteren, werkt dat ook tégen mij, zo’n cv met meer dan tien werkgevers en overal maar een halfjaar of nog minder gewerkt – ‘Wat is dat voor een gast?’» HUMO In die fabrieken doen sommigen al jaren hetzelfde werk. Hoe reageren zij op jouw verhalen? Tom «In het begin vertelde ik enthousiast, maar op den duur lijkt het alsof je wil uitpakken met je avonturen. En dan krijg je van die reacties: ‘Jongen, al wat gij doet, is vluchten voor de werkelijkheid!’ Mijn collega’s denken dat ik een zwakkeling ben, iemand die niet
VAGEBONDVROUW HUMO Heb je een spaarreke-
ning? Tom «Ja, maar die dient alleen om
op reis te gaan. Na een halfjaar werken staat er ongeveer vijfduizend euro op, en als ik terugkom, hou ik nog ongeveer duizend euro over als reserve.» HUMO Je bent knap, je leidt een avontuurlijk leven: dat zal vrouwen wel aantrekken.
▲
ken aan de drop-outs van de jaren zestig en zeventig. Wikipedia zegt dat de benaming stond ‘voor iemand die zich terugtrok uit de maatschappij, doorgaans omdat hij teleurgesteld was in haar conventionele waarden’. Herken je je daarin? Tom «Toen ik vijftien, zestien was, hield ik me erg met punk bezig. Het rebelse van die muziek sprak me aan: ik wilde niks met de maatschappij te maken hebben. Ik was daar heel radicaal in: ‘Al die luxe, al dat geld en al die stress, wat is dat voor een wereld? Geef mij maar m’n gitaar en m’n rugzak, en laat mij maar onderweg zijn.’ Nu ben ik iets milder, maar het basisgevoel is nog hetzelfde. Ik vind onze maatschappij erg ik-gericht en vrij koud. In zuiderse landen is er meer warmte, letterlijk en figuurlijk.» HUMO Wat vonden je ouders van die kritische punker? Tom «Die susten mij: ‘Ge kunt toch in de vakantiemaanden op reis gaan’ en ‘Waarom wilt ge niet zijn zoals iedereen?’ Dat was de bezorgdheid die sprak, de angst dat ik zotte dingen zou doen. Maar ze hebben me nooit tegengehouden. Door mijn verhalen verdédigen ze me nu zelfs als mensen kritiek hebben. Mijn vader zei onlangs nog: ‘Was ik weer jong, ik zou misschien hetzelfde doen.’ Dat zou-ie tien jaar geleden nooit gezegd hebben.» HUMO Hoe hou je contact met thuis?
lang en hard kan werken zoals zij. Maar ik loop helemaal nergens van weg, ik ga ergens naartóé. »Nu vertel ik nog maar zelden – ik ben ‘de stille’ op het werk. Maar ik tracht me wel in te leven in het bestaan van de anderen. Ik luister heel goed naar hoe ze denken over huis en gezin, over geld en werk. Het gaat ook vaak over wat er op tv te zien is, reality en zo. Daar kan ik niet over meepraten – ik ben telkens te lang weg, en als ik thuis ben, kijk ik weinig tv. Die zogezegde reisprogramma’s zeggen me ook niks, da’s eerder voor mensen die thuis blijven. Maar op het werk zeggen ze dan: ‘’Expeditie Robinson’! ‘Peking Express’! Dat is toch iets voor jou, Tom?’» HUMO Heb je al eens moeten horen dat je een hippie bent? Tom «Meer dan eens. Ik vind dat een compliment (lacht).» HUMO En dat je een dromer en een romanticus bent, en dat wat je doet ‘niet realistisch’ is? Tom «Allemaal, ja. En dan vraag ik: ‘Wat is er dan niet realistisch aan mijn leven?’ Ik dóé het toch, ik leid dit leven toch? »Ik vraag me ook af of anderen wel zo gelukkig zijn in hún realiteit. Op café zie ik gasten van mijn leeftijd. Aan de toog is het wel plezant, en iedereen ziet er content uit, maar toch knaagt er wat. Ze hebben niet de job die ze altijd voor ogen hadden, en ze zitten in een relatie die ‘wel oké’ is. Toen ze jong waren, hadden ze wel andere verwachtingen, maar nu lijken ze zich erbij neer te leggen: ‘Ge kunt er toch niks aan veranderen.’ Dat klinkt toch weinig overtuigend. »Ik heb ook al gasten bezig gehoord over pensioensparen. Die leggen nu al geld opzij voor over vijfendertig jaar!» HUMO ’t Is fiscaal aftrekbaar, dus… Tom «Ah ja? Daar ben ik niet eens van op de hoogte. Ik ben er ook absoluut niet mee bezig.»
Nr 3570 | 06
30-01-2009 20:53:30
De nieuwe drop-outs [1] ▲
Tom «Bwa, dat gebeurt minder dan je zou denken. Op straat zien ze me op blote voeten en met een baard, als een vagebond, als iemand die geen job heeft, en dat schrikt de meeste vrouwen af. Niet dat ik er vuil bij loop – ik was mijn kleren elke morgen!» HUMO Wie zo kort op dezelfde plaatsen verblijft, kan allicht ook geen lange relatie hebben. Tom «Eén keer is dat wel gebeurd: ik heb twee jaar een relatie met een Israëlische gehad. We hadden mekaar onderweg ontmoet, we zijn samen door Zuid-Amerika gereisd, en ik ben op den duur in Israël gaan wonen en werken. Ik zag haar graag, en algauw kwam de vraag naar trouwen en kinderen krijgen. Dat heb ik ook lang overwogen, maar de moeilijkheden om mij in die Joodse wereld te integreren én de goesting om weer te reizen hebben de doorslag gegeven. Na een halfjaar ben ik weggegaan. Dat is intussen drie jaar geleden, en soms pieker ik er nog over: ‘Heb ik wel de juiste beslissing genomen?’» HUMO Zie je je ooit settelen met huis, kind en gezin? Tom «Ik sluit dat niet uit. Mijn broer heeft een gezin met twee kinderen, en soms zou ik wel met hem willen ruilen. ’s Avonds thuiskomen, die gezelligheid samen… Ik ken het niet, maar het moet toch wel fijn zijn. Maar hij zegt dan weer dat hij jaloers is op mij (lacht). Tja, misschien romantiseren we wel allebei dat leven dat we níét leiden.» HUMO Hoe kijken zijn kinderen naar je? Tom «Ik ben de reizende nonkel, die er soms alle dagen is, en dan weer heel lang niet meer. Mijn oudste neefje is drie, en als hij een vliegtuig hoort, wijst hij: ‘Da’s Tom!’» HUMO Nu ben je weer een tijd in België. Is het niet vreemd om dan in een huis te wonen? Tom «Ja. Op reis zit mijn hele hebben en houden in die ene rugzak, en hier heb je kamers en gangen waar wel een paar hónderd rugzakken in passen. Dat is gek. Maar het is wel zalig om in een warm huis thuis te komen. Het is zalig om in bed te liggen. En het is pure luxe om tien minuten onder een douche te kunnen staan. »Ik heb dit huisje voor één jaar gehuurd. In juni vertrek ik weer. Dan moet ik mijn spullen weer bij mijn ouders parkeren – een hele rompslomp. Niet dat ik grote bezittingen heb: mijn duurste goed 144 – HUMO
HUM_0609_140_DROPOUT_HCL.indd 144
is die piano, en verder heb ik nog een paar gitaren, een kist cd’s, een tv met videorecorder, een computer met printer, een ouwe zetel en een tweedehandsfiets. Dat is alles. »Misschien ga ik wel naar Schotland of Ierland; in pubs spelen spreekt me wel aan. Maar het kan ook Afrika worden, nog niets staat vast. Ik ben wel van zins om dit keer minstens een jaar weg te blijven, en om werk te zoeken in het buitenland. Telkens naar België terugkomen om geld te verdienen, daar begin ik stilaan genoeg van te krijgen. Het zet een domper op dat halve jaar reizen.» HUMO Hoelang denk je die levensstijl nog aan te houden? Tom «Moeilijk te zeggen. In Azië ben ik veertigers tegengekomen die nog altijd zo leven. Misschien kan ik wel reisleider worden, of ergens een jeugdherberg beginnen. Zo’n job waar ik de wereld zie passeren, dat zou me wel liggen.»
DIANE (32) ‘ZEILEND OVER DE WERELDZEEËN’ De Gentse Diane Van Hauwaert zeilt samen met haar Brusselse vriend Igor Bouckaert (46) over de wereldzeeën. Hun vaartuig is de Miss Terre, een twaalf meter lange zeilboot met drie kajuiten, badkamer en keuken (‘en dus comfortabel om een wereldreis te maken’). Ze liggen drie dagen voor anker in
Diane met haar vriend Igor: ‘Ik sta veel dichter bij het echte leven dan iemand die iedere dag naar kantoor pendelt, daarna thuis tvkijkt en dan gaat slapen.’
Lanzarote, en op dat twintig graden warme Canarische eiland kan ik Diane telefonisch bereiken. HUMO Hoelang zeilen jullie al? Diane Van Hauwaert «Een jaar of zeven. Daarvoor had ik nog maar weinig over grote afstanden gezeild, maar Igor heeft al meer dan twintig jaar ervaring. Onder andere met charters: dan verhuur je je boot voor enkele weken aan een paar passagiers, en ga je zelf mee als bemanning. Ze zeilden rond Corsica, en hier en daar gingen ze aan wal voor klimtochten, canyoning en mountainbiken. Hij is ook al een paar keer ingehuurd door onderzoekers die de migratie van walvissen wilden bestuderen in de Middellandse Zee. Om zo’n onderzoek wat te sponsoren, gaan soms ook betalende passagiers mee. »Igor was die charters beu. Het publiek aan boord begon hem tegen te staan – sommige passagiers hadden compleet geen interesse. En zo groeide het idee om met z’n tweeën te gaan zeilen. Mij kwam het goed uit: ik was net klaar met mijn studie vertaler, ik had werk gevonden, en ik kon dat ook aan boord doen, met de laptop. En zo zijn we vertrokken. Eerst zeilden we telkens zes maanden, waarna we twee maanden in België waren, maar op
den duur was er te weinig dat ons daar nog bond, en in 2005 zijn we voor onbepaalde tijd vertrokken. Voor een lange, lange, lange reis. »Door familiale omstandigheden zijn we van 2006 tot 2007 moeten terugkeren. Ik zie ons nog aankomen: we waren van die halve wilden, met lang haar, donkere huid en gebleekte kleren. Wat een triestige periode! Ineens zit je weer tussen allemaal mensen die elke dag gaan werken. Het viel ons op hoe snel we terugvielen in dat ‘normale’ stramien van alledag. Het was alsof het avontuur uit ons leven verdwenen was, alsof we niets meer te vertellen hadden. Op reis hadden we altijd iets mee te delen – mails, foto’s, nieuwsbrieven: we stuurden voortdurend wat op, en zo maakten we ook anderen deel van ons verhaal. Maar in België begonnen we ons alleen te voelen. Het was alsof we er niet meer pasten. »Toen hebben we ons voorgenomen: als we nog eens vertrekken, is het écht definitief. En voilà: nu we op reis zijn, valt alles weer in zijn goede plooi, en komen al die contacten en vriendschappen terug. Het gaat toch om enkele honderden mensen, in België en op alle continenten.» Nr 3570 | 06
30-01-2009 20:53:46
DE ZEE IS BAAS Diane «Wij zeilen niet puur om te
zeilen. Het plezier is dat je in andere landen raakt. Natuurlijk moeten we af en toe de motor gebruiken, maar het is prachtig dat je Brazilië of Ushuaia grotendeels op water en wind kan bereiken. We zijn zopas van Rabat naar Lanzarote gevaren. Met volle maan was dat pure magie. Je bent alleen op de wereld, en al wat je nog hoort is de wind in het zeil, de golven tegen de boeg en het zacht kraken van de boot. Zo’n boot lééft dan. »Op zee leer je je plaats als mens kennen. Op het vasteland lijken wij de natuur te beheersen; daar moet er al een ramp gebeuren eer we inzien dat we toch niet alles onder controle hebben. Op zee is de natuur nog overduidelijk de baas.» HUMO Je hebt soms het gevoel een notendop te zijn? Diane «Altijd! Het moet maar even serieus beginnen te waaien, en je denkt al: oei, ik heb hier niks te betekenen. Dat water is geen vriend waarop je kan vertrouwen. Het houdt gevaren in, maar die neem je erbij. In dat opzicht lijken zeilers sterk op bergbeklimmers: zij weten ook dat die bergen niet alleen maar natuurpracht zijn. »Soms ben ik wel bang dat ik ziek zou worden aan boord – een onverklaarbare buikpijn kan al genoeg zijn om in paniek te raken. Het komt er dan op aan om al die schrikbeelden van je af te zetten. Mensen die iedere dag in de auto stappen, denken ook niet aan alle risico’s, en toch is wegverkeer véél gevaarlijker.» HUMO Waarvan leven jullie? Diane «Van mijn vertaalwerk, vooral voor bedrijfsbladen. We schrijven ook voor een yachting-magazine, en met het geld van zijn charterwerk heeft Igor een huis met appartementen gekocht, dat we verhuren – ’t is niet simpel om dat van op afstand te beheren, maar het lukt wel. En zo slagen we er toch in om vrij en ongebonden te zijn.» HUMO Is het niet enigszins schizofreen: op de wijde zee varen en terwijl teksten voor bedrijven schrijven. Diane «Schizofreen is het juiste woord, ja. Soms zit je in die industriële context en denk je: wat ben ik hier toch aan het dóén? Maar als ik dan geld op mijn rekening zie staan, krijgt het weer zin (lacht). »Andere wereldzeilers zoeken een inkomen door her en der aan 3 FEBRUARI 2009
HUM_0609_140_DROPOUT_HCL.indd 145
land te gaan en daar uitzendwerk te doen. Gisteren sprak ik een jong koppel dat twee maanden in Gibraltar had gewerkt, hij bij een verhuisfirma en zij als stewardess op een luxejacht. En zo konden ze weer een jaar verder.» HUMO Hoe sta je tegenover geld? Diane «Zonder geld kan je niet leven. De zee eist veel van je materiaal – aan een boot zijn regelmatig stukken te vervangen, meer dan aan een auto. Omdat het dure onderdelen zijn, zit je gauw met serieuze kosten. Aanleggen in havens is de laatste jaren ook duurder geworden, omdat zoveel rijke mensen een jacht of zeilboot hebben. Die boten liggen overal te niksen tot het weer vakantie is, en wij moeten dan ‘bedelen’ voor een goedkoop plekje aan die steigers. »Hoe dan ook, we leven een stuk goedkoper dan in België. Ik denk dat we per maand samen zo’n achthonderd euro uitgeven.» HUMO Gaan jullie regelmatig voor anker? Diane «Meestal voor een paar dagen, soms voor een week of enkele maanden. Dan gaan we mountainbiken en kamperen met de tent. Tot we genoeg gezien hebben. Dan is het: ‘Zijn we weg? Oké, we zijn weg’ – en we varen verder. »Sommige mensen zeggen: ‘Jullie hebben toch chance’ of ‘’t Is wel makkelijk, hè, zo’n leven?’ Alsof ons leven niet het échte leven is! Als we dan polsen waarom ze d’r zelf niet aan beginnen – voor de prijs van een grote auto heb je al een boot – doen ze dat meestal af met ‘Ik kan dat niet’ of ‘Dat is voor mij niet weggelegd’. Maar wat wij doen is geen chance, het is onze kéúze. En het is ook geen vakantie, het is net een hard bestaan, dat flink wat werk vraagt en heel onvoorspelbaar is. Ik sta veel dichter bij het echte leven dan iemand die iedere dag naar kantoor pendelt, daarna thuis tv-kijkt en dan gaat slapen. Dat is een comfortabele capsule, waarin je je elke dag kan laten meedrijven. Daar zijn er geen natuurelementen die je uit koers kunnen slaan. Wij leven niet in de verzorgingsmaatschappij, wij leven alléén.»
REIZEN OM TE DELEN HUMO Wat vinden jullie ouders ervan dat jullie zolang van huis weg zijn? Diane «Dat is het moeilijkste. Ze
hebben er een dubbel gevoel bij: zeker nu mijn vader ziek is, laat hij genoeg horen dat hem dat niet zint, maar tegenover buitenstaanders is hij wel trots op zijn reizende dochter.» HUMO Zie je jezelf ooit settelen? Diane «Dat kan. We móéten niet voor altijd op zee blijven, hè. Ik zie me ooit wel in een huisje wonen, met kippen en een ezel (lacht). Maar allicht niet in België, dat is ons toch te duur. Misschien wordt het wel Bulgarije, zo’n onbekend land met weinig toerisme en nog veel authentiek leven. »We kennen heel veel zeilende koppels met kinderen, en op enkele uitzonderingen na zijn die heel gelukkig. Het heeft ook zoveel voordelen: die kinderen leven in de natuur, ze leren vlot verschillende talen, en ik heb ook gemerkt hoe pienter ze zijn. Ze zijn zelfstandiger en hebben meer sociale vaardigheden dan ‘gewone’ kinderen van hun leeftijd.» HUMO Je past niet meer in het normale leven, zeg je. Wil dat ook zeggen dat je je tegen onze maatschappij keert? Diane «Toen ik jonger was, heb ik me meer afgezet. Dan ging ik op reis om hier weg te zijn. Maar die fase is voorbij. Kritiek op de maatschappij houdt ergens op, je mag je er niet in nestelen. »Heel veel jonge mensen zijn op zoek naar een ander leven, en wij willen ze daarmee laten kennismaken. Daarom beginnen we in oktober 2009 met een project, vanuit de filosofie: je kan geen nieuwe landen meer ontdekken, maar de menselijke natuur kan je wél nog overal gaan verkennen. Zo is er in Guinee-Bissau, in West-Afrika, een waterproject gesponsord door Ello Mobile, een Belgisch gsm-netwerk waarvan de winsten naar goede doelen gaan. We zullen erheen zeilen om interviews af te nemen en een filmpje te maken voor onze website www.missterre.org. We gaan ook naar een project in Senegal waar Europese dokters medicamenten naartoe brengen, onder andere met zeilboten. »Zo willen we van het ene doel naar het andere varen, langs alle continenten als het kan. Op die manier bereiken we twee dingen: we delen ons reizend bestaan én we delen onze hoop op een betere wereld.» Jan Hertoghs
VOLGENDE WEEK: DE WILDERNIS IN
DE TOEKOMST Seppe Smits (17) Met stijl en ware doodsverachting gleed Seppe Smits vorige week naar zilver op het WK Snowboarden in Zuid-Korea. Een paar weken eerder was hij al eens tweede geworden in de prestigieuze O’Neill Evolution-competitie in het Zwitserse Davos. Een toppertje in wording, kortom. Grote voorbeeld? Mijn broer Anthony. Ik train vaak met hem, en we pushen mekaar om ons niveau op te krikken. Het doel is even goed worden als de Noor Mikel Bang. Zijn stijl is echt vet. Beste advies ooit gekregen? ‘Nooit opgeven.’ Als je een nieuw trucje wil leren, gaat dat met vallen en opstaan. Dat is frustrerend en de verleiding is dan groot om er de brui aan te geven. ‘Ik wil nooit worden als…’ Arrogante voetballers. Snowboarders zijn over het algemeen erg chill. Grootste talent? Snowboarden, tiens. Hoogtepunt tot nog toe? De wedstrijd van vorige week. Ik heb mezelf overtroffen, en sindsdien is mijn zelfvertrouwen de hoogte in gegaan. Waar wil je eind dit jaar staan? Zo hoog mogelijk op de wereldranglijst — ik sta nu al derde (lacht). Waar hoop je op je vijftigste op te kunnen terugkijken? Een paar deelnames aan de Olympische Spelen, en een rijkgevulde carrière waarmee ik mijn brood heb kunnen verdienen. HUMO – 145
30-01-2009 20:53:49