HIER EN NU
POSITION PAPER NEDERLANDSE THEATERSCHOLEN 2009
hier en nu
position paper Nederlandse theaterscholen 2009
DE NEDERLANDSE THEATERSCHOOL
Dankzij het innovatieve gehalte van de opleidingen tot docent theater is het interdisciplinaire niveau in de theatereducatie in vergelijking met andere disciplines al vroeg tot bloei gekomen en beschikt het Nederlandse theaterbestel
Het Nederlandse theater is veelzijdig en veelkleurig en staat sinds 15 jaar ook meer en meer op de internationale kaart. De combinatie van vakmanschap en vrijheid van de theatermakers uit Nederland wordt geroemd.
over een uitstekende kwaliteit op het terrein van de theatereducatie, de jeugdtheaterscholen en de schakelopleidingen voor specifieke doelgroepen en jongeren met een cultureel diverse achtergrond. Het hoogwaardige jeugdtheater in Nederland is mede te danken aan de kwaliteit van de opleidingen docent theater.
In de geschiedenis van het Nederlands theater is dit een uniek moment. Niet eerder werd een Nederlandse regisseur geroepen tot het ambt van intendant van een van de meest vooraanstaande Duitse theatercentra: Johan Simons en de Munchner KammerSpiele.
COLOFON Dit is een publicatie van het netwerk theater, het overleg van de opleidingen theater en docent theater, december 2009 van de HBO-raad. ArtEZ Theaterschool onderdeel van ArtEZ Hogeschool voor de Kunsten Faculteit Theater onderdeel van Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Opleiding Docent Theater onderdeel van Fontys Hogescholen, Tilburg Opleiding Docent Theater onderdeel van Noordelijke Hogeschool Leeuwarden De Theaterschool onderdeel van de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten Toneelacademie Maastricht onderdeel van Hogeschool Zuyd Tekst: Marcel de Groen;
[email protected] Vormgeving: Nick Topp; www.nicktopp.nl
Het Nederlandse Theateronderwijs is sterk in zijn combinatie van vakmanschap en vrijheid, in zijn verwevenheid met de theaterpraktijk en in zijn veelzijdigheid en open oriëntatie op de vragen van vandaag en de uitdagingen van morgen.
Johan Simons is 33 jaar geleden afgestudeerd aan de Toneelacademie Maastricht dus kan hij bezwaarlijk aangevoerd worden als bewijs van de actuele kwaliteit en positionering van de opleidingen. Maar de weg die Johan Simons de afgelopen decennia gegaan is, in navolging van de regisseurs uit het Jeugdtheater die hem voorgingen en in goed gezelschap van andere regisseurs en theatermakers zoals Ivo van Hove en Theu Boermans, kon hij alleen maar gaan met acteurs, vormgevers, schrijvers en anderen uit de Nederlandse (en Vlaamse ) theaterschool. En dan bedoelen we met de theaterschool zowel de figuurlijke als de letterlijke betekenis. Het Nederlandse theater heeft school gemaakt in Europa en de Nederlandse theaterscholen hebben het Nederlandse theater mee gemaakt. De theaterscholen in Nederland zijn zeer verweven met de theaterpraktijk vooral door hun personeelsbeleid dat sterk leunt op een intensieve relatie met gastdocenten uit de actuele theaterpraktijk en door de structurele samenwerkingsverbanden tussen de scholen en de theaterpraktijk in de vorm van co-producties, stages en wederzijdse dienstverlening. Niet alleen heeft Johan Simons jarenlang les gegeven op verschillende theaterscholen, tot de dag van vandaag werkt hij met stagiaires en afgestudeerden van die scholen en samen hebben ze invulling kunnen geven aan het theater dat de afgelopen 15 jaar Nederland en Europa veroverd heeft. De theaterscholen blijken in staat om dat talent te rekruteren en zodanig toe te rusten dat er sprake is van een continue stroom van bijzonder Nederlands talent dat zijn weg weet te vinden naar de nationale en internationale podia. Die podia bestaan niet alleen uit de gezelschappen die zijn opgenomen in de huidige basisinfrastructuur van rijksgesubsidieerde podiumkunstinstellingen. Die podia bestaan ook uit film, televisie en nieuwe media. De afgestudeerden zijn ook culturele ondernemers die als zelfstandige zonder personeel (ZZP) actief zijn in de wereld van kleinkunst, stand-up en comedy. Het zijn ook de podia van het muziektheater, de performance, de mime en het ervaringstheater. Toneelschrijvers en scenarioschrijvers, songwriters en community-artists creëren ook hun podium in het veelkleurige theaterlandschap. Het is niet voor niets dat Nederland haar historische band met New York dit jaar luister bijzette met een theaterfestival gebaseerd op het typisch Nederlandse succes van Oerol, Parade en Boulevard. Die festivals tintelen ook van het jonge theater talent.
3
hier en nu
KWALITEIT Uit analyse van de accreditatierapporten van de opleidingen theater door de NVAO2 en uit de eigen analyse van de accreditatierapporten docent theater blijkt dat de opleidingen goed tot zeer goed scoren op de verschillende onderwerpen en facetten. De analyses geven antwoord op de volgende vragen: Op welke wijze worden studenten voorbereid op het nationale en internationale beroepenveld (ook entrepreneurship) en is deze voorbereiding adequaat? Is er sprake van profilering/differentiatie van de opleidingen? Hoe functioneert selectie aan de poort en staat dit in relatie tot de nagestreefde eindkwalificaties en de kwaliteit van de afgestudeerden?
Cijfers HBO-raad.
2.
Jacobs, P, San, N. van, 2009, Deelrapport theater, NVAO (nog niet gepubliceerd)
onderdeel van:
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
ArtEZ
Hogeschool Zuyd
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
Profiel acteur: Bachelor of theatre Bth
Acteur kleinkunstenaar Mimespeler
- acteur
acteur theatraal performer
acteur
Profiel theatermaker: Bachelor of theatre Bth
Regisseur Scenograaf / theatervormgever, Theatertechnicus Producent podiumkunsten
Regisseur theatervormgever en theater-kostuumontwerper
Acteur-maker Docerend theatermaker dramaschrijver
Masteropleiding: Master of theatre Mth
theater theaterzanger / singer performer
tabel 2
tabel 1 Docent Theater
Amsterdam
Arnhem/Zwolle
Utrecht
Maastricht
Tilburg
Leeuwarenden
Onderdeel van:
ArtEZ
Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
Hogeschool Zuyd
Fontys
Van welke trends/ontwikkelingen (nationaal en internationaal) is sprake in de visitatierapporten en zijn deze richtinggevend voor de opleidingen?
Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten
Noordelijke hogeschool
Voltijd / deeltijd
Voltijd
Voltijd
Voltijd/deeltijd
Voltijd / Deeltijd
Voltijd
Voltijd
ba theater
ba docent drama
ma theater
ba theater
ba docent drama
ma theater
10
12
67
8
71
9
12
71
10
9
74
11
9
11
51
5
54
11
58
9
47
12
49
HKU
39
12
40
15
38
15
38
16
42
11
HS-Zuyd
36
8
34
12
27
8
31
10
32
10
13
ba theater
69
ArtEZ
ma theater
AHK
ba theater
ma theater
2008
ba docent drama
2007
ma theater
2006
ba docent drama
2005 ba docent drama
2004
INSTROOM4
Fontys
29
32
39
35
38
NHL
10
12
17
18
18
145
121
12
146
133
13
147
146
12
149
136
9
160
137
tabel 4
135
HS-Zuyd
96
27
106
184
35
53
136
29
98
ma theater
34
49
ba docent drama
179
35
22
284
35
194
32
56
143
29
107
2008
ba theater
149
23
276
33
20
178
35
181
54
143
54
31
135
30
Fontys
108
99
105
116
126
NHL
52
47
56
58
63
554
3.
9
ma theater
39
HKU
ba docent drama
ArtEZ
282
34
ba theater
31
2007
ma theater
280
ba docent drama
27
ba theater
39
2006
ma theater
270
AHK
2005 ba docent drama
2004
ba theater
INSCHRIJVINGEN
ma theater
INSTROOM Kwaliteit van de afgestudeerden begint bij talentontwikkeling voor jongeren, selectie aan de poort en in de propedeuse. In de laatste decennia zijn er allerlei vormen van formele en informele talentontwikkeling ontstaan, waarvan sommige steeds meer een functie als vooropleiding voor het theateronderwijs vervullen. Jeugdtheaterscholen, mbo-kunstopleidingen en informele talentontwikkelingsgroepen zoals DOX, Theatergroep De Nieuw Amsterdam, Jongerentheater 020, Don’t hit mama, Likeminds, Theatergroep Siberia, Alba, 5 O’clockclass en Rotjong. Ook afgestudeerden van
4
Utrecht
tabel 3
1.
Maastricht
Hoe treden actuele ontwikkelingen/trends op een systematische wijze binnen in het onderwijs?
De analyse schetst een zeer positief beeld van de opleidingen. De belangrijkste aandachtspunten zijn: meer aandacht voor de ontwikkeling van het ondernemerschap tijdens de opleiding en (voor een aantal opleidingen) meer aandacht aan het alumnibeleid besteden. (ZIE TABELLEN 6 & 7) Het theateronderwijs valt op door het hoge streefniveau, zowel van de studenten als de docenten. Uit onderzoek (HBO-raad, kunstenmonitor) blijkt dat studenten in het kunstonderwijs gemiddeld meer tijd aan hun studie besteden dan enige andere opleiding op hbo niveau. Deze constatering geldt zeker ook voor studenten theater en docent theater. En de theaterstudenten studeren ook met passie en plezier, blijkt jaarlijks weer uit de evaluaties van de opleidingen, de exit evaluaties en uit de evaluaties van de kunstenmonitor. Het theateronderwijs kent een bescheiden maar efficiënte differentiatie en profilering, zoals uit het overzicht blijkt. Door nauwe contacten met het werkveld via actieve werkveldcommissies, docenten die bijna allemaal in het werkveld van theater of docent theater actief zijn, veel gastdocenten en voorstellingen, stages en samenwerkingsprojecten met internationale, landelijke of regionale partners blijft de doelmatigheid en doelgerichtheid van de opleidingen op peil.
STUDENTEN IN KUNSTONDERWIJS In 2008 studeerden 371.657 bachelor studenten aan het hbo. Hiervan studeerden er ± 20.000 in het kunstonderwijs, waarvan er 1076 een studie theater of docent theater volgden. Dat is ± 4% van het totale aantal studenten in het hbo en ongeveer 5,5 % van het aantal studenten in het Kunstonderwijs. De groei van de theateropleidingen tussen 2004 en 2008 is nagenoeg nihil: theater groeide van 554 studenten in 2004 tot 589 studenten in 2008, docent theater steeg van 454 studenten in 2004 tot 487 studenten in 2008. Er is door het theateronderwijs geen groeidoelstelling geformuleerd.1 Uit alumnionderzoeken van de opleidingen zelf en bevestigd door de cijfers van de Kunstenmonitor 2007 en 2008 blijkt dat ongeveer 90 % van de alumni binnen één jaar na het afstuderen werkzaam is. Bij theater en docent theater geeft gemiddeld 85% van de afgestudeerden aan zeer tevreden te zijn over hun opleiding en deze opnieuw zouden kiezen. De salariëring blijft achter ten opzichte van andere hbo-opleidingen, maar dit wordt door de afgestudeerden niet gezien als een bezwaar. De competentie ‘ondernemerschap’ is volgens afgestudeerden voor verbetering vatbaar. Afgestudeerden geven ook aan pas na de opleiding het belang van deze competentie te gaan inzien, zoals blijkt uit alumnionderzoeken en resultaten kunstenmonitor 2007 en 2008 (zie ook pagina 11.
Arnhem
ba docent drama
OPLEIDING DOCENT THEATER In 2008 stonden in totaal 487 studenten ingeschreven bij de opleidingen docent theater. In het jaar 2008 stroomden er 137 bachelor studenten in en behaalden 80 studenten hun diploma. Zes hogescholen bieden een masteropleiding kunsteducatie. Deze opleiding staat open voor afgestudeerden van de kunstvakdocentenopleidingen in Nederland. In 2008 stonden er 149 studenten ingeschreven op de verschillende masteropleidingen.
Amsterdam
ba theater
OPLEIDING THEATER Binnen de opleiding theater zijn er vier hogescholen met een bacheloropleiding waarvan één met een masteropleiding en er zijn twee landelijk vastgestelde uitstroomprofielen: acteur en theatermaker. In 2008 stonden in totaal 589 studenten ingeschreven bij de bacheloropleidingen theater en 20 studenten bij de masteropleiding theater. In het jaar 2008 stroomden er 160 bachelor- en 9 masterstudenten in en behaalden 121 bachelor- en 11 masterstudenten hun diploma (cursusjaar 2007/2008).
Overzicht van de verschillende opleidingen:3
ba theater
THEATERONDERWIJS Het theateronderwijs kent in Nederland op hbo bachelorniveau twee opleidingen: de opleiding theater en de opleiding docent theater. De opleiding docent theater is een ongegradeerde eerstegraads opleiding voor het binnen – en het buitenschoolse werkveld theater, ckv en ‘kunstalgemeen’.
In dit position paper wordt de officiële normenclatuur gebruikt, dit kan afwijken van de namen die de hogescholen aan de verschillende opleidingen geven.
454
4.
27
555
443
Cijfers HBO-raad
24
551
475
22
566
472
23
589
487
20
Jorieke Abbing
Anne IJdema
Michelle van Daalhoff
Michelle van Daalhoff, 23 jaar Afgestudeerd opleiding docent Theater, Hogeschool Fontys Tilburg, 200?? Werkt in een gemengde beroepspraktijk: regisseert diverse groepen op diverse niveaus (van een professionele groep voor het Boulevard Festival ’s Hertogenbosch tot musical school voor Voortgezet onderwijs) geeft les binnen en buitenschools, onder andere De Muze Tilburg en Lyceum Boxtel
Michelle: “Op de Academie heb ik al geleerd dat theatermaken niet losstaat van doceren en andersom. In beide gevallen wil ik een groep mensen verder brengen en hen dingen laten doen waarvan ze in eerste instantie niet dachten dat ze het zouden kunnen. Ik wil mij in de toekomst nog meer toeleggen op het theatermaken, maar zou mijn docentschap hier nooit voor op willen geven. Beide zaken zijn voor mij even belangrijk.
foto: Mirte Slaats
foto: Jan Versweyveld
Michelle van Daalhoff combineert artistieke, ambachtelijke vaardigheden met een heldere didactiek. Haar drijfveer is een foto: Meta Witkamp
Thibaud Delpeut
wezenlijke oprechte interesse in mensen en in de maatschappij.
Anne is gefascineerd door jongeren. Vol toewijding voor theater maken en lesgeven weet ze met voorstellingen in een openbare parkeergarage of op een schoolzolder, de jongeren optimaal uit te dagen en het publiek met het resultaat te boeien. Anne: Maar wat heeft mijn theaterlab te
bieden? Visie! Tijdens mijn LIO stage heb ik gemerkt dat ik meer wil dan mijn vak overdragen. Mijn theaterlab wil de leerlingen zelfstandig maken, wil dat ze lef hebben en hun mening durven te geven. Het wil ze verantwoordelijk maken voor keuzes die ze maken en het wil ze helpen om te zijn wat ze willen zijn. Het wil ze voorbereiden op wat voor plek ze krijgen in de maatschappij. Dit klinkt ontzettend ambitieus en dat is het ook. Toch denk ik dat mijn theaterlab dit hen te bieden heeft. Het lab moet naar de leerlingen kijken en zien wat ze nodig hebben.
Jorieke Abbing, 26 jaar Afgestudeerd Writing for performance, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, 2007 Werkt onder andere voor Het LAB, Utrecht en Oostpool Arnhem. Winnaar Van der Viesprijs (2008) en Kaas Kappesfestival, Duitsland “Maar in het grootse Universum dat Abbing schetst is een realiteit voelbaar. De realiteit van drie mensen die ooit een veilige eenheid vormden en die in het diepst van hun wezen geschokt zijn door het wegvallen van
Ilgin Abeln
al hun zekerheiden. Het is hartverscheurend hoe groot het kleine meisje van Abbing probeert te zijn. De schrijfster geeft haar de macht van het woord, om alles wat ze ziet en voelt te benoemen.” (uit jury rapport Van der Viesprijs) Jorieke: “Ik ben geïnteresseerd in het schrijven van teksten voor kinderen. Mijn ideeën gaan altijd over kinderen. Ik vind het fascinerend dat ze alles voor ’t eerst meemaken. Het is niet altijd veilig voor kinderen. Ik heb de behoefte om deze stukken te maken.”
Joeri Vos
Thibaud Delpeut, 31 jaar Afgestudeerd aan de regie-opleiding, Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, 2006 Werkte sindsdien: als regisseur en schrijver bij Stichting Toneelschuur Producties, Het Nationale Toneel en Toneelgroep Amsterdam.
foto: Rob ten Broek
Anne IJedema, 21 jaar Afgestudeerd docent theater, Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, 2009 Werkt nu op het Zernike/ Montessori lyceum als docent theater in de onderbouw
Thibaud gaf nog voor zijn diplomering aan dat hij de ambitie had om ook te regisseren voor de grote zaal. Na zijn studie kwam hij als jong regisseur in een traject terecht dat nu onder het hoofdstuk talentontwikkeling
zou vallen. Hij kreeg mogelijkheden tot het maken van voortstelling bij het Nationale Toneel en de Toneelgroep Amsterdam. Thibaud: “De regieopleiding bood mij enerzijds een stevig fundament waar het gaat om kunst- en theatergeschiedenis en anderzijds de mogelijkheden mijn kunstenaarschap en eigen zeggingskracht te ontwikkelen. Na de opleiding was ik in de basis klaar mij als regisseur van professionele theaterproducties op basis van persoonlijke concepten verder te ontwikkelen.”
Rutger Punt Michel Blankwaardt
Sadettin Kirmiziyüz
Ilgın Abeln, 30 jaar Afgestudeerd opleiding theaterdocent, Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten, 2008; Initieert met eigen stichting interdisciplinaire theaterprojecten (nationaal en internationaal) en educatieve theaterprojecten voor het onderwijs, regisseert amateurtheatergroepen, is sinds september 2009 de nieuwe docente theaterdidactiek op de opleiding Theaterdocent Ilgın heeft zich al tijdens de opleiding gericht op het maken van interdisciplinair theater in een interculturele context, zowel
met jongeren als met volwassenen, zowel met amateurs als professionals, zowel nationaal als internationaal
Joerie Vos, 28 jaar Afgestudeerd ArtEZ toneelschool, Hogeschool voor de Kunsten ArtEZ, 2006 Werkt bij Keesen & Co, Toneelgroep Amsterdam en voor Eric de Vroedt als schrijver, acteur en regisseur, tevens oprichter van TG42.
Ilgın: “Ik weet en wist al op jonge leeftijd dat ik theater wil maken. Ik kan bedenken waarom maar het nooit helemaal verklaren. Ik heb het altijd heel serieus genomen. Het belang dat ik hecht aan theater is voor mij zeer reëel. En toch begint het altijd bij: “Waar moet ons stukje over gaan? Wat hebben we nodig? Wie gaat waar staan?” Dit is nog altijd het moment waar mijn hart sneller van gaat kloppen. Het moment dat je beseft dat je wat te zeggen hebt.
Joeri Vos is een schrijvende, regisserende acteur. Hij kan op een krachtige manier het alledaagse en het politieke met elkaar verbinden en doet dat op een luchtige soms
zelfs hilarische manier. Joeri: “Bij ArtEZ toneelschool wordt zelfstandigheid gestimuleerd. Tijdens de opleiding leer je om met weinig geld iets van de grond te krijgen. Voor een decorbudget heb ik bijvoorbeeld eens een faculteitssubsidie aangevraagd, en gekregen. Ik vond het destijds irritant, dat het zo werkte, maar het is wel de realiteit van je werk. Het is allereerst belangrijk dat je goed bent in je werk, maar ook in netwerken en subsidies regelen.”
Sadettin Kirmiziyüz, 27 jaar Afgestudeerd aan de Acteursopleiding van de Toneelacademie Maastricht, 2007 Acteur en Theatermaker bij o.a. Toneelschuur, Onafhankelijk Toneel, de Queeste, Mighty Society in samenwerking met Toneelgroep Amsterdam en schrijver, speler van eigen voorstellingen.
Michiel is afkomstig uit Tanzania. Is op veel plaatsen inzetbaar, en is evengoed in de kleine zaal als in de grote zaal te vinden. Weet zijn publiek met zijn innemende manier van spelen te boeien in zowel klassiek repertoire alsook in montage voorstellingen van nieuwe makers. Michiel is gek op taal en houdt van Amerikaanse schrijvers zoals David Mamet, Tennessee Williams en Eugene O’Neill. Wordt geïnspireerd door Marlon Brando, James Dean, Sean Penn en Denzel Washington. Vindt ‘hoop’ en ‘lijden” interessante thema’s. Zet zijn talent graag op verschillende plekken in de theater, tv en filmpraktijk in.
Sadettin Kirmiziyüz is een eigentijdse acteur die tijdens de opleiding zijn speeldrift en acteertalent combineerde met zijn noodzaak om theater te maken over de wereld. Niet voor niets ontving hij de Henriëtte Hustinxprijs voor meest getalenteerd theatertalent in 2008. De jury schreef: “De kandidaat is een voorbeeld van iemand die de verhalen van onze theatercanon omarmt en daarnaast zijn eigen verhalen koestert en op het toneel blijft brengen. Zo maakte hij bij DNA een theatrale vertelling over de reis met zijn moeder naar de plaats van zijn roots”. Sadettin Kirmiziyüz: “Ik zit nu bij het OT en ik werk daarnaast aan een voorstelling van en over mijn vader en onze gezamenlijke reis naar Mekka. Door de vakmatige basis en de mogelijkheden om mij zelf als theatermaker te ontwikkelen kan ik dit nu doen: toneelspelen en theatermaken op een manier die van mij is en tegelijkertijd ook van en voor deze wereld”.
Michiel: “Theater is er met een reden, zoek naar jouw reden door ernaar te kijken of door iets met theater te doen.”
Chivo Kenzari
Chivo Kenzari
Chico Kenzari: “Ik ben van jongs af aan filmfan geweest. Door de film dacht ik er over om acteur te worden. Nu is het mijn vak, mijn beroep, maar het is ook nog steeds mijn droom! Bij Toneelgroep Amsterdam wil ik mij zelf als acteur verder ontwikkelen. Ik kom uit de Haagse Schilderswijk. Ik sprak geen accentloos Nederlands. Dat heb ik me zelf geleerd. Ik wil gewoon een echt goede acteur worden”. foto: Clea Betlem
Chico Kenzari is een jonge acteur met nu al een rijke aanwezigheid op het podium. Hij paart een voortreffelijke tekstbehandeling aan authenticiteit en verbeeldingskracht: Het was niet voor niets dat hij al in zijn afstudeerjaar Romeo kon spelen bij het Nationale Toneel en dat hij na zijn afstuderen meteen lid werd van het ensemble van Toneelgroep Amsterdam. Chico Kenzari kan uitgroeien tot een acteur voor wie het
publiek naar het theater gaat.
foto: Clea Betlem
Chico Kenzari, 26 jaar Afgestudeerd aan de Acteursopleiding van de Toneelacademie Maastricht, 2009 Acteur bij Toneelgroep Amsterdam
foto: Benno van Leer
foto: Noel S. Keulen
foto: Bram de Goeij
Michiel Blankwaardt, 27 jaar Afgestudeerd aan de Acteursopleiding van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht. Werkte onder andere in de regie van Arie de Mol, Sam Bogaerts en Gerard Jan Rijnders bij respectievelijk Het Vervolg, het Paleis en het RO Theater
Rutger Punt, 25 jaar Afgestudeerd opleiding docent theater, Hogeschool voor de Kunsten ArtEZ, Arnhem, 2009 Werkt als docent theater en ‘kunstalgemeen’ aan het gymnasium Utrecht en als educatief medewerker bij het RO-theater, Rotterdam. Rutger Punt’s signatuur kent twee basiskenmerken; de ‘enthousiasmeur’ en de theaterdocent in hart en nieren. In het onderwijs, de educatieve sector of in een regie, het gaat hem altijd om het theater maken met, vanuit en voor mensen. Credo: vuur, enthousiasme en lef. En de benadering van theater als vertrekpunt voor een brede visie op de overdracht van kunst. Al deze eigen-
schappen geven hem een hele goede start als succesvol creatief ondernemer. Rutger: “De theaterdocent ziet als geen ander de lusten en lasten van de andere kunst disciplines en is competent in het creëren van een aanbod dat groter is dan enkel ‘het spelende instrument’. In mijn lessen ‘‘kunstalgemeen’’ streef ik ernaar om alle kunstdisciplines aan bod te laten komen en daarin ook de kruisbestuiving te laten zien. In de educatiesector ben ik een voorstelling aan het maken met jongeren en ik zoek naar hun belevingswereld van kunst. Ook dan is het verrekte handig dat ik weet van kunst in algemene zin. De theaterdocent zoals ik ben opgeleidt is ook in dat opzicht een vakman.”
position paper Nederlandse theaterscholen 2009
ba docent drama
ma theater
41
10
57
4
54
7
5
60
8
11
8
30
10
28
8
39
8
32
HKU
19
15
37
12
26
8
21
15
24
9
HS-Zuyd
18
10
16
10
22
9
20
7
29
12
16
ba theater
ba theater
ma theater
-
35
ba docent drama
6
9
ma theater
33
ArtEZ
ba theater
ba theater
2008/2009
ma theater
2007/2008 ba docent drama
2005/2006
AHK
ba theater
ba docent drama
2004/2005
ma theater
2003/2004 ba docent drama
GEDIPLOMEERDEN
11
Fontys
16
22
20
19
10
NHL
6
12
5
12
9
78
88
-
102
96
16
115
74
11
103
99
5
121
80
11
holen) eatersc vens th e g e rg fstudee bron a 08>31 0 2 in , 9 007>3 39, in 2 2006> in , 5 4 5> in 200 4>40, in 200 s: a w en leiding vier op 5 van de rs u te n c a inge deerde ropleid afgestu Theate aantal n t e e tt h e : c p fa Let o eerde
tabel 6
tabel 5 Scores
lys
geana
1.1
1.3
2.1
2.2
2.5
2.7
3.1
5.3
6.1
AHK
G
G
G
G
G
G
G
V
G
ArtEZ
G
G
G
V
G
G
G
V
G
HKU
G
G
G
G
V
G
G
G
V
HS-Zuyd
G
G
E
G
G
G
E
G
G
Scores geanalyseerde facetten docent theateropleidingen
kwaliteit 2
6
1.1
1.3
2.1
2.2
2.5
2.7
3.1
5.3
6.1
AHK
G
G
G
G
G
G
G
V
G
ArtEZ
G
G
G
G
G
G
G
V
G
Fontys
G
G
G
G
G
G
G
G
V
HKU voltijd HKU deeltijd
G G
G G
G G
G G
G G
G G
G G
G G
G V
HS-Zuyd
G
G
E
G
G
G
E
G
G
NHL
G
G
G
G
G
G
G
G
G
de docent theateropleidingen begeleiden jongeren in spelen en maken en bouwen op die manier mee aan een levendige theatercultuur. De ambitie van alle theateropleidingen is door selectie de hoogste kwaliteit studenten aan te nemen. De selectie is zeer streng en in verhouding worden slechts weinig studenten toegelaten tot de opleidingen, waarvan het merendeel ook afstudeert (in Arnhem zelfs 100% rendement voor de acteursopleiding). Dat de opleidingen slagen in deze doelstelling blijkt uit recente resultaten in accreditatiescores, uit hbo-monitorrapportages, benchmarks en vaktijdschriften, maar blijkt vooral ook uit de erkenning van het werkveld en uit de oordelen van studenten en van alumni. In het Deelrapport Theater staat:” Tijdens de accreditaties bleken de panels over alle onderdelen en aspecten van de selectie van alle opleidingen zeer positief. De theateropleidingen selecteren degelijk. Het gaat telkens om kleine groepen studenten die instromen in de theateropleidingen. De opleidingen hechten daarbij meer belang aan kwaliteit dan aan kwantiteit”.
van de opleiding. In 2009 is er een theatrale stadswandeling geweest, in 2010 zullen er voorstellingen in de wijken gemaakt worden. Zoals blijkt uit de accreditatieanalyse is het arbeidsperspectief voor de afgestudeerden van de opleidingen goed. Zowel voor theater als voor docent theater geldt dat binnen één jaar na de studie 90% van de afgestudeerden aan het werk is op hbo-niveau in het werkterrein waarvoor men is opgeleid. KNELPUNT Een belangrijk knelpunt vormt de aangekondigde maatregel van minister Plasterk dat studenten bij een tweede studie in het hoger onderwijs niet meer worden bekostigd. Ook als zij bijvoorbeeld twee jaar iets anders hebben gestudeerd zonder diploma te halen worden zij nog slechts gedurende twee jaar bekostigd. De theateropleidingen en in het bijzonder het uitstroomprofiel theatermaker zullen hier hard door worden getroffen. Dat zal zeker zijn effect hebben op kwaliteit van de podiumkunsten in Nederland. Voor theatermakers en dan vooral de producenten, schrijvers en regisseurs, geldt dat ze vaak op wat latere leeftijd ontdekken dat ze een ‘maker’ willen zijn. Dat ze iets te vertellen hebben. Dat heeft meestal met een bepaalde ontwikkeling en levenservaring te maken. Een zekere volwassenheid die van 17- of 18-jarigen nog niet verwacht mag worden. Veel studenten in bovengenoemde richtingen zijn midden twintig als ze een opleiding met het uitstroomprofiel theatermaker gaan volgen. Voor deze studenten geldt dat ze vanwege de tweede studie geen studiefinanciering krijgen en dus moeten lenen om in hun levensonderhoud te voorzien. Hun studieschuld zal hoog zijn. In het voorstel van de minister mogen instellingen een kostendekkend collegegeld vragen aan deze groep studenten, maar dat is geen optie, omdat de drempel dan te hoog wordt. Theater is een arbeidsintensieve en dus ook dure studie, waarbij er veel één op één contact is tussen docent en student. Jongeren zonder bekostiging laten studeren voor een vak dat je niet kiest vanwege de verdiensten, is om dezelfde reden geen optie. Het gevolg hiervan (verjonging van de studenten) staat haaks op de terechte doelstelling dat er meer ruimte voor excellerende studenten moet komen.
OPLEIDING EN ARBEIDSMARKT Voor alle opleidingen theater geldt een essentieel doel: het opleiden tot heel goede acteurs, regisseurs en theatermakers die iets hebben toe te voegen aan het theaterlandschap in Nederland. De toekomst van afgestudeerden theater ligt op het terrein van grote en kleine gezelschappen, jeugdtheatergezelschappen, eigen ensembles, bewegingstheater, community art, locatietheater, film en televisie, trainingsacteur etc. De beroepsperspectieven voor de theatermaker zijn regisseur of theatermaker bij gezelschappen zoals hierboven vermeld, maar ook kostuum, decor of lichtontwerper, productieleider van grote gezelschappen of schrijver voor drama of voor film en televisie. Daarnaast blijken de alumni ook goed hun weg te vinden in een breed beroepsperspectief: opdrachten variëren van eigen theatrale initiatieven tot theatrale opdrachten in het bedrijfsleven, zoals het maken van een promotiefilm of het verzorgen van een voorstelling op maat.
Acteren is een vak, is nu mijn beroep en nog steeds mijn droom! Chico Kenzari / Acteursopleiding Toneelacademie Maastricht
Legenda 1.1
Domeinspecifieke eisen
1.3
Oriëntatie HBO/master
2.1
Eisen HBO, vakliteratuur
2.2
Relatie doelstellingen inhoud programma
2.5
Afstemming vormgeving inhoud
2.7
Instroom
3.1
Eisen HBO, personeel
5.3
Betrekken studenten, medewerkers, alumni
6.1
Gerealiseerde niveau
5.
Bron: de management reviews van de verschillende theateropleidingen en het deelrapport theater van de NVAO, in opdracht van het ministerie, november 2009
tabe
6.
Bron: de management reviews van de verschillende docent theateropleidingen en de eigen analyse van deze managementreviews, d.d. december 2009
l7
ONTWIKKELINGEN
De theatereducatie in het binnen- en buitenschoolse veld professionaliseert snel en vraagt om een groeiend aantal specialisaties. Steeds meer scholen in het voortgezet onderwijs, van vmbo tot gymnasium en mbo profileren zich met het vak drama in het curriculum en het eindexamen, en met toonaangevende theaterprojecten. De docent theater is bevoegd om naast het vak drama ook het vak ‘kunstalgemeen’ te doceren. In het werkveld combineert de afgestudeerde docent theater vaak een vaste baan in het onderwijs met freelance opdrachten waaronder cursuswerk in de kunstencentra en op jeugdtheaterscholen, het regisseren van amateurtheater, het werken als trainingsacteur en het maken van community arts-voorstellingen met verschillende groepen. De opleidingen spelen in op deze nieuwe toepassingen. In Leeuwarden is er bijvoorbeeld een jaarlijks community-arts festival van derde jaarsstudenten
DIVERSITEIT De toestroom van getalenteerde studenten met een andere vooropleidingachtergrond neemt de laatste jaren toe. Zo zijn er steeds vaker getalenteerde mbo’ers, autodidacten, en jongeren afkomstig uit de informele talentontwikkelingsgroepen op de audities van de theaterscholen te vinden. Maar ook het vitale klimaat van de jeugdtheaterscholen, de samenwerkingsprojecten tussen amateurs en professionals (zoals bijvoorbeeld bij de boerenerfgoed producties in Limburg of de voorstellingen van Toneelgroep Amsterdam en Oostpool, Arnhem) het groeiend aanbod theateronderwijs op scholen voor voortgezet onderwijs, en de kwalitatieve groei van het amateurtheater stimuleert veel jongeren om zich aan te melden voor de selecties van een opleiding
9
hier en nu
theater of docent theater. De talenten van jongeren op de theaterscholen zijn niet wezenlijk veranderd, maar zij denken vanuit andere achtergronden en perspectieven, onder invloed van technologische – en mediale ontwikkelingen. De jongere van vandaag is al een ervaren netwerker en staat via MSN, Facebook, Twitter of Hyves permanent in contact met een brede peergroep. Informatie is altijd beschikbaar. De jongere is in staat interdisciplinaire presentaties te maken, door het combineren van muziek, film, beeld en toneel. Het aantal studenten met een niet westerse culturele achtergrond begint langzaam te groeien op de opleidingen (Maastricht en Utrecht rond de 20 %). Het diversiteitsbeleid dat in de jaren ’90 onder andere in Utrecht werd ingezet, en dat een zichtbare impact op de inrichting van de programma’s heeft gehad, begint haar vruchten af te werpen. Het proces gaat langzaam, maar door een positief beleid van de opleidingen neemt de instroom van divers talent toe en voelt het zich steeds meer thuis in het hbo-theateronderwijs. De theaterscholen staan voor de uitdaging nieuwe talenten tijdens audities te herkennen, te verdiepen gedurende de opleiding en van waardevolle kwalificaties te voorzien, maar ook om mogelijke achterstanden aan het begin van de studie weg te werken. Dat betekent een instroom met een grotere diversiteit, niet alleen met betrekking tot culturele achtergrond, maar ook wat betreft vooropleiding, milieu en interesse. De programma’s van de opleidingen flexibiliseren, met behoud van het hoge vakmatige en artistieke niveau. Deficiëntieprogramma’s (Maastricht, Utrecht), bijzondere verdiepingsprogramma’s honoursprogramma’s (ArtEZ) voor dubbeltalenten (zowel een artistiek als een theoretisch talent) en individualiserend onderwijs zijn praktijk in het theateronderwijs. De opleidingen blijven intensief samenwerken om waar nodig specialisaties te ontwikkelen en naar elkaar door te verwijzen. BEROEPSPERSPECTIEVEN
90 % van de afgestudeerden kan goed in zijn levensonderhoud voorzien en met zijn bijdrage is hij een motor voor de creatieve industrie Management review theateropleidingen HKU
Het beroepsperspectief van de afgestudeerden van de theateropleidingen is de afgelopen jaren verbeterd. De groei van de Nederlandse film en televisie industrie heeft geleid tot veel (goed betaalde) werkplekken voor afgestudeerde acteurs en theatermakers. Fluïde overgangen tussen amateurs en professionals, community art, locatietheater, werkplekken in het bedrijfsleven, trainingsacteurschap enzovoort vragen om specialistische vaardigheden en kwaliteiten. Dat de arbeidsparticipatie van de afgestudeerden theater groot is, wil niet zeggen dat er geen extra inspanning verricht moet worden om jonge talenten in de volle breedte van het beroep de kans te geven om tot ontplooiing te komen. Samen met de productiehuizen, grote en kleine
position paper Nederlandse theaterscholen 2009
gezelschappen en podia hebben de theateropleidingen dan ook het initiatief genomen tot het Theaterverbond. Het Theaterverbond staat onder andere voor de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de productiehuizen, grote en kleine gezelschappen, opleidingen en podia voor de talentontwikkeling van nieuwe theaterprofessionals. Het Theaterverbond wil dat de positie van een nieuwe generatie theaterprofessionals is versterkt binnen de gezelschappen van de basisinfrastructuur, bij de overige gezelschappen en als zelfstandige ondernemers in de kunsten en op de podia. Deelnemers aan het theaterverbond hebben afspraken gemaakt voor meerjarige trajecten ten behoeve van een nieuwe generatie theaterprofessionals en vergroten daarmee de feitelijke betrokkenheid van het werkveld bij het onderwijsprogramma. Het beroepsperspectief van de afgestudeerden docent theater is positief. Het betreft een gemengde beroepspraktijk, dat wil zeggen dat diverse werkzaamheden op verschillende terreinen worden gecombineerd, waarbij het makend lesgeven of het lesgevend maken steeds meer centraal komt te staan. De opleidingen geven de studenten een verdiept vakmanschap mee om aan de slag te kunnen in dat brede beroepsperspectief. THEORIEVORMING, ONDERZOEK EN VERVOLGOPLEIDINGEN
Binnen de werkcolleges wordt niet alleen kennis overgedragen, maar worden ook debat en gesprekstechnieken aangeleerd om meningsvorming, smaak en visie te ontwikkelen. Management review ArtEZ toneelschool
Het theateronderwijs heeft, net als de rest van het kunstonderwijs, de laatste jaren veel aandacht besteed aan de ontwikkeling van kennis, theorie en onderzoek. Er is toenemende aandacht voor onderzoek, reflectie en theorievorming, mede dankzij de inzet van lectoraten en vaak in samenwerking met andere hogescholen en universiteiten in binnen – en buitenland. De bachelorprogramma’s zijn ontwikkeld tot internationaal herkenbare programma’s met een sterke vakmatige en vaktheoretische basis en een individualiserend en competentiegericht curriculum. De samenhang tussen ‘artistieke’ groei van de student, individuele talentontwikkeling, kansen voor vervolgopleiding op masterniveau (soms ook aan universiteiten) wordt door de opleidingen zorgvuldig bewaakt, zodat de huidige positieve waardering van de studenten (zie bijvoorbeeld student tevredenheidonderzoeken) ook in de komende jaren gegarandeerd blijft. De lectoraten met hun kenniskringen op de diverse hogescholen, specifiek gericht op deelgebieden van de theaterkunst, zijn een belangrijke troef voor de theateropleidingen in de verdere ontwikkeling van kennis, het doen van onderzoek en het vernieuwen van de didactiek van de kunsten. Alle hogescholen voor de kunsten hebben verschillende lectoraten en deze werken ook intensief met elkaar samen. Daarnaast is er de masteropleiding Theater (DasArts) en zijn er de masteropleidingen Kunsteducatie. De theateropleidingen staan voor de uitdaging om de
10
kloof tussen theorie en artistieke praktijk in de toekomst verder te dichten, zodat (wetenschappelijk) onderzoek in de kunsten naar bijvoorbeeld didactiek, artistieke maakprocessen en creativiteitsontwikkeling leidt tot inzichten en kennis die voor de verdere ontwikkeling van het theatervak van het allergrootste belang zijn. In Maastricht werkt het kunstonderwijs van Hogeschool Zuyd samen met de Universiteit Maastricht aan het ontwerp van een gezamenlijke internationale Interdisciplinary Arts opleiding die zowel vanuit de academisch-wetenschappelijke hoek als vanuit de artistieke/ kunstonderwijsinvalshoek gevolgd kan worden. Dit initiatief moet in 2011 van start gaan en de kloof tussen kunst en wetenschap overbruggen. De HKU werkt nauw samen met theaterwetenschap van de Universiteit Utrecht. Het aantal promotietrajecten in de kunsten, zoals nu onder andere in Maastricht en Amsterdam dient verder uitgebreid te worden. MAATSCHAPPELIJK ENGAGEMENT
Toneelspelen en theatermaken op een manier die van mij is en tegelijkertijd ook van en voor deze wereld Sadettin Kirmiziyüz, acteur toneelacademie Maastricht
Theater is een podiumkunst die slechts bestaat bij de gratie van publiek. Het theater zal en moet zich bezighouden met dat publiek. De theateropleidingen leiden hun studenten op met een groot bewustzijn voor niet alleen hun artistieke maar ook hun maatschappelijke rol. Theateropleidingen worden dan ook bijzonder gewaardeerd in de steden en landsdelen waarin zij gevestigd zijn. Overheden, non-profit organisaties en bedrijven zijn in toenemende mate samenwerkingspartners voor theatrale en culturele activiteiten. Dit leidt tot een grote mate van levendigheid in de landsdelen waar het theateronderwijs is gevestigd, zoals onder andere te zien is in festivals als Coup Maastricht, Zwart - Zwolle, Groeten uit Arnhem, Festival aan de Werf, Springdance festival, Tweetakt en het café theaterfestival Utrecht, IT’s Amsterdam en het Cementfestival, alternerend in Den Bosch en Maastricht. Naast deze festivals zijn er ook kleinere samenwerkingsprojecten die de levendigheid van steden en landsdelen vergroten, zoals initiatieven van studenten en afgestudeerden docent theater op locatie of met amateurs, of initiatieven van afgestudeerde acteurs en theatermakers, zoals bijvoorbeeld de afgestudeerde theatermaker uit Utrecht die voorstellingen met en voor oorlogsveteranen maakt. De theateropleidingen van Utrecht en Maastricht stonden samen met de docent theater opleiding van Leeuwarden mede aan de basis van het landelijk Netwerk Community Theatre van waaruit de artistiek inhoudelijke ontwikkeling van deze werkvorm gestimuleerd wordt en waar onderzoek en kennis gebundeld wordt. Decentraal in het land ontstaan er rondom de theaterscholen regionale netwerken zoals in Leeuwarden en Maastricht, (onder de naam ‘Standplaats Maastricht’). Zij verbinden alle parijen in de regio die met community arts actief zijn met medewerking van overheden en daaraan gelieerde diensten. Theatergroep de Queeste uit het Belgisch Limburgse Genk heeft
een jarenlange expertise met haar ‘buurtpatrouille projecten’ en is de samenwerkingspartner van de Toneelacademie Maastricht in deze projecten. CULTUREEL ONDERNEMERSCHAP
Studenten zijn nu toch echt 10x ondernemender dan 10 jaar geleden en daar mogen we trots op zijn! denk eens aan al die pop plannen, project- en subsidie plannen die tegenwoordig al tijdens de opleiding worden geschreven Thera Jonker, hoofd docent theater HKU
Bij alle theaterscholen is cultureel ondernemerschap inmid dels een vast onderdeel van het curriculum in combinatie met verschillende vormen van individuele begeleiding van starters. Afgestudeerden zijn ondernemender geworden in de afgelopen tien jaar. Persoonlijke ontwikkelingsplannen, project en subsidieplannen zijn de laatste jaren algemeen goed geworden tijdens de opleidingen, ondanks het gegeven dat het moeilijk is studenten tijdens de opleiding geïnteresseerd te krijgen voor de competenties die met ondernemerschap te maken hebben. Alle opleidingen werken competentiegericht en bieden naast de artistieke en vakmatige competenties, ook competenties aan waarmee de afgestudeerde zijn weg in de maatschappij kan vinden of effenen. Dat gebeurt vaak in de vorm van projecten waarin studenten niet alleen een artistiek concept moeten ontwikkelen, maar zich ook moeten richten op de publieksgroepen en vanuit een ondernemende attitude zo’n project realiseren. Dit is bijvoorbeeld zichtbaar bij de opleiding in Arnhem, waar afgestudeerden vaak eigen, succesvolle theatergroepen starten met een duidelijk beeld van publieksgroepen en artistiek product, zoals TG42. De Hogescholen bieden uitdagende omgevingen die maatgericht werken en waar studenten ondersteund worden in de ontwikkeling van projecten, het opzetten van een theatergroep of bedrijf. ArtEZ heeft het Art Business Centre dat studenten helpt hun artistieke ambities ook zakelijk vorm te geven, HKU het projectenbureau en Maastricht het bureau voor de culturele ondernemer. WISSELWERKING BINNEN – BUITENSCHOOLSE BEROEPSVELD
De boulevardprijs won ik omdat ik, onder goede begeleiding, mijn eigen pad uit mocht stippelen Michelle van Daalhoff, docent theater Tilburg
De docent theater moet kunnen lesgeven en examens afnemen van het laagste niveau op het vmbo tot het examenjaar op het gymnasium in theater, ckv en ‘kunstalgemeen’. Steeds meer middelbare scholen profileren zich als ‘kunstschool’ of ‘theaterschool.’ Daarnaast is er een toenemende professionalisering van de buitenschoolse kunsteducatie: de eerder genoemde jeugdtheaterscholen, doelgroepentheater,
11
hier en nu
locatieprojecten, interdisciplinaire projecten en community art projecten. De docent theater beschikt over een diepe kennis van het theatervak, theoretische en reflectieve vaardigheden en over voldoende didactische vaardigheden om tegemoet te komen aan de artistieke eisen in het buitenschoolse werkveld en aan de onderwijskundige eisen in het onderwijs. De instroom bij de docent theateropleidingen is ook divers: verschillen in opleidingsachtergrond (van vmbo-4 tot gymnasium), cultuur of ervaring. Er wordt dan ook een bijzondere prestatie geleverd door de opleidingen docent theater om studenten tot startbekwame theaterdocenten op te leiden. Zij slagen daarin bijzonder goed, getuige de accreditatieresultaten. De opleidingen docent theater hebben een didactiek ontwikkeld waarin theatermaken een vorm van lesgeven is en lesgeven een vorm van theatermaken. In de verschillende management reviews van de opleidingen is dan ook sprake van de theatermakende docent. Zoals in één van de rapporten wordt weergegeven: “in zijn kunstenaarschap moet de Theaterdocent pedagoog zijn en in zijn docentschap kunstenaar”. In de didactiek van de opleiding wordt de artisticiteit en vakmatigheid van de opleiding ingezet om de variëteit waarmee studenten binnenkomen te gebruiken als studiecase voor de realiteit van het toekomstige gevarieerde werkveld, waarbij lesgeven aan een examenklas gymnasium gecombineerd kan zijn met het regisseren van een hip-hop jongerentheatergroep, maar waar ook verschillende keuzes door studenten gemaakt worden voor omgevingen waarin gewerkt gaat worden. De docent theateropleidingen staan voor de uitdaging om, ondanks de breedte van het beroepsperspectief, toch te zorgen voor een verdiepende theatrale basis. Verdere samenwerking met de theateropleidingen en met elkaar is onderdeel van de beleidsuitgangspunten.
taalgrensoverschrijdende projecten. In de afgelopen 5 jaar werden drie Duitstalige projecten gerealiseerd, komend jaar een in het Duits en een in het Engels waarbij steeds wordt samengewerkt met partnerscholen uit dat taalgebied. Studenten van de theateropleidingen worden ook gestimuleerd om stages in het buitenland te volgen, met name de HKU heeft daarin een actief stimuleringsbeleid. Alle Utrechtse studenten docent theater lopen een internationale stage van 3 maanden, meestal in ontwikkelingslanden. Daarnaast nodigt de HKU internationale gastregisseurs voor projecten uit zoals vorig jaar Rene Pollesch. SCHOOL MAKEN. Het Nederlands –Vlaamse theater maakt School in Europa de theaterscholen lopen daarin mee voor op. De uitdagingen voor de nabije toekomst liggen enerzijds in de bestendiging van het gevoerde kwaliteitsbeleid van de theaterscholen in het afgelopen decennium. Anderzijds staan de theaterscholen met een open oog en oor gericht naar de uitdagingen en kansen van morgen in het bijzonder de internationalisering,de culturele diversiteit en de rol van oude en nieuwe media in de podiumkunsten. Maar voor alles blijven de theaterscholen typisch Nederlandse kunstopleidingen waar op het niveau van elk individu de balans tussen vakmanschap en vrijheid telkens weer opnieuw gezocht en in de tijd geplaatst wordt.
INTERNATIONALE ORIËNTATIE
Daarnaast loop je een internationale stage van 3 maanden bij een van onze partnerinstellingen in midden amerika, afrika of azië. Studieprogramma 3e jaar docent theater Utrecht
De kunsten zijn altijd internationaal georiënteerd geweest. De laatste decennia zijn steeds meer werelddelen ontsloten en treden nieuwe theatrale werkwijzen, producten en inzichten uit bijvoorbeeld Oost Europese en Aziatische landen voor het voetlicht. De theaterscholen hebben diverse netwerken zowel binnen Europa als daar buiten. De theaterscholen hebben allemaal partnerscholen, waarmee bijvoorbeeld tijdens het IT’s festival wordt samengewerkt. De theaterscholen van Utrecht, Maastricht en Amsterdam onderhouden intensieve contacten met opleidingen in Zuid-Amerika, Azië en Afrika. Doelstellingen van het internationaliseringbeleid zijn kennis hebben van vernieuwingen en ontwikkelingen in de theaterkunst, im– en export van kennis (docenten, studenten), vergroten van het werkgebied van de studenten, ontwikkelen van internationale en interculturele competenties. In Maastricht wordt er actief beleid gemaakt met
12