De Nationale Bank van België Hoofdactiviteiten
april 2010
Inhoud
HOOFDSTUK 1. Geld en monetair beleid
3
Geld, emissie en seigneuriage Monetair beleid : doelstelling, institutioneel kader en strategie
3 7
HOOFDSTUK 2. Financiële stabiliteit en betalingssystemen
19
Financiële stabiliteit Beheer van de betalingssystemen
19 23
HOOFDSTUK 3. Overige taken
27
Op internationaal niveau Op nationaal niveau
27 28
© Nationale Bank van België Alle rechten voorbehouden. De gehele of gedeeltelijke vermenigvuldiging van deze publicatie voor educatieve en niet-commerciële doeleinden is toegestaan met bronvermelding.
Geld en monetair beleid
1.
GelD en mOneTair beleiD
De Nationale Bank is betrokken bij het uitstippelen en uitvoeren van het monetair beleid van het Eurosysteem en bij het toezicht op het financiële systeem. Hoewel de centrale banken zelf het monetaire beleid vandaag de dag als hun hoofdactiviteit beschouwen, hoeft het niet te verbazen dat het brede publiek hen vooral ziet als emissiebanken. Dankzij hun emissieactiviteit zijn zij immers de spil van het bankwezen geworden en kunnen zij de rol van « bank der banken » vervullen. Een groot deel van hun werkingsmiddelen is bovendien afkomstig van de uitgifte van geld.
presidenten van de centrale banken van het eurogebied en de leden van de Directie van de ECB.
1.1 Geld, emissie en seigneuriage
1.1.1
Productie en in omloop brengen van geld
Aanvankelijk was het de leenheer of de koning die aan het geld zijn geldigheid verleende, maar sinds de moderne tijd wordt dat koninklijk recht beschouwd als een essentieel aspect van de soevereiniteit van de Staten, die het recht om bankbiljetten uit te geven verlenen aan specifieke instellingen : de centrale banken.
Sinds haar oprichting in 1850 ontwerpt en drukt de Nationale Bank bankbiljetten en brengt ze in omloop. De voor het land bestemde euromunten, van hun kant, worden geslagen door de Koninklijke Munt van België en via de Bank in omloop gebracht.
Het monetair beleid van de zestien landen van de Europese Unie die de euro als munt hebben ingevoerd, berust bij een specifieke structuur : het Eurosysteem. Het omvat de centrale banken van die zestien landen en de in Frankfurt gevestigde Europese centrale bank. De monetairbeleidsbeslissingen worden genomen door de Raad van Bestuur van de ECB, die samengesteld is uit de
Het drukken van de eurobankbiljetten werd verdeeld onder de veiligheidsdrukkerijen van het eurogebied. De Drukkerij van de Bank is gespecialiseerd in de productie van het 50 eurobiljet, dat samen met de hogere coupures de meest geavanceerde veiligheidskenmerken van de huidige serie bevat. Zij verricht ook uitgebreid onderzoeksen ontwikkelingswerk op het gebied van de nieuwe
3
4
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Drukkerij van de Nationale Bank
druk- en beveiligingstechnieken, onder meer voor de volgende serie eurobankbiljetten, waarvan de emissiedatum nog niet vastgesteld is. Eind 2009 waren circa 13,6 miljard eurobankbiljetten in omloop, tegen 8,2 miljard eind 2002, het jaar van de invoering van de chartale euro. De meest gebruikte coupures zijn die van € 50 en € 20. Ze maakten in 2009 respectievelijk 38,1 % en 19,7 % van de totale circulatie uit. Daarna volgen de coupures van 10 euro (15,0 %) en € 100 (10,8 %). De kredietinstellingen komen dagelijks bij de Bank in Brussel en bij de vestigingen in de provincie bankbiljetten en muntstukken opnemen en afstorten via geldtransporteurs. In dat verband valt op te merken dat niet de Bank maar de vraag van het publiek bepaalt hoeveel geld er in omloop is. De kredietinstellingen verrichten frequente geldopnemingen en -afstortingen bij de Bank, omdat ze hun voorraad chartaal geld, die helemaal geen rente opbrengt, tot een minimum wensen te beperken. De bankbiljettentransacties worden opgevolgd en geboekt via een door de Bank ontwikkeld en beheerd computerplatform, Cash Single Shared Platform (CashSSP). Ook de centrale banken van Cyprus, Finland, Luxemburg en Nederland zijn op dit platform aangesloten, terwijl de Ierse en de Letse centrale bank zich ertoe verbonden hebben CashSSP in 2011 in gebruik te zullen nemen. Op verzoek van de Raad van Bestuur van de ECB
heeft de Bank ook een toepassing ontwikkeld die statistieken verschaft over de in omloop gebrachte, gevalideerde, verworpen of vernietigde bankbiljetten. Deze toepassing (Currency Information System 2) is operationeel in het hele Eurosysteem en is in de landen die CashSSP hebben ingevoerd, aan dit platform gekoppeld. Omdat de financiële crisis snellere informatieverstrekking noodzakelijk maakte, werd het programma in mei ll. aangepast om dagelijkse rapportage mogelijk te maken.
Geld en monetair beleid
Seigneuriage vloeit voort uit de emissie van chartaal geld. De Staat vertrouwde die emissie toe aan de Bank.
Het woord « seigneuriage » gaat terug tot de middeleeuwen. Net als toen vertegenwoordigt het de middelen waarover de emittent van geld kan beschikken om zijn taken te vervullen.
1.1.2
Seigneuriage
Onder « seigneuriage » of « muntloon » verstaat men de inkomsten die de emittent verwerft door de emissie van bankbiljetten. Vandaag de dag ontvangen de centrale banken deze inkomsten en na aftrek van hun kosten maken ze deze over aan de Staat. Waar komt seigneuriage vandaan? Om dit te begrijpen, moet men bedenken dat het bankbiljet voortkomt uit het schuldbewijs dat bankiers aan hun cliënteel overhandigden in ruil voor het in bewaring geven van edelmetaal, dat ze rente lieten opbrengen. Tegenwoordig worden bankbiljetten uiteraard niet meer afgegeven in ruil voor goud of zilver : het zijn voortaan abstracte geldtekens. De centrale banken boeken ze echter nog steeds als schulden op de passiefzijde van hun balans. Als tegenwaarde staan op de actiefzijde aan commerciële banken toegekende kredieten en deviezenreserves, die rente opleveren. De rente op deze activa, die de tegenpost vormen van nietvergoede passiva in de vorm van bankbiljetten, vormt de seigneuriage. Wat het eurogebied betreft, wordt de waarde van de uitgegeven bankbiljetten op forfaitaire wijze verdeeld tussen de Lidstaten, aangezien de geldcirculatie voor iedere deelnemende Staat niet meer nauwkeurig kan worden geraamd : de ECB ontvangt 8 % en het saldo wordt onder de nationale centrale banken (NCB’s) verdeeld in verhouding tot hun aandeel in het kapitaal van die instelling
In alle centrale banken zorgen verdelingsregels ervoor dat het surplus van de inkomsten, na dekking van hun kosten, aan de Staat toekomt. De Staat wordt aldus vergoed voor het toekennen van het emissieprivilege. In België veranderden de regels voor de verdeling van de seigneuriage tussen de Bank en de Staat in de loop van de geschiedenis en tijdens het verslagjaar werden ze bij wet van 3 april 2009 opnieuw aangepast. Vanaf het boekjaar 2009 wordt het saldo van de jaarwinst, na vorming van de vereiste reserves en vergoeding van de aandeelhouders, toegekend aan de Staat. Het emissieprivilege ligt niet alleen ten grondslag aan de inkomsten van de centrale banken. Het vormt ook een van de middelen die hen in staat stellen hun hoofdopdracht, de tenuitvoerlegging van het monetaire beleid, te verwezenlijken. Om te voldoen aan de vraag naar bankbiljetten van hun cliënten, dienen de kredietinstellingen zich bankbiljetten te verschaffen via leningen bij de centrale bank. De rente op deze leningen vormt het voornaamste monetairbeleidsinstrument.
5
6
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Mise en exerg sur fond de couleur
Nieuwe reserverings- en dividendregels Met ingang van het boekjaar 2009 gelden de volgende regels voor de winstverdeling van de Bank : • Een eerste dividend van € 1,5 per aandeel wordt toegekend. Dat dividend wordt gegarandeerd met alle reserves. • 25 % van de te verdelen winst wordt toegevoegd aan de beschikbare reserve. De Bank bepaalt ieder jaar het minimumbedrag van de reserves waarover ze dient te beschikken in het licht van de risico’s die ze loopt. Voor het boekjaar 2009 is het minimumbedrag € 3,2 miljard. Als gevolg van die beoordeling kan de Bank beslissen tot bijkomende winstreserveringen. • Het tweede dividend wordt vastgesteld op 50 % van de netto-opbrengst van de portefeuille die de Bank aanhoudt als tegenpost van haar totale reserves. De netto-opbrengst is de opbrengst als vermeld in de resultatenrekening, na aftrek van de vennootschapsbelasting tegen het effectief verschuldigde tarief. Het tweede dividend wordt gegarandeerd met de beschikbare reserve, tenzij de Bank oordeelt dat het peil van haar reserves daardoor te laag zou worden. • Het saldo van de winstverdeling wordt toegekend aan de Staat. Dat saldo omvat in geen enkel geval enige terugneming van reserves en mag evenmin interen op het niet-uitgekeerde deel van de netto-opbrengst van de portefeuille die de Bank aanhoudt als tegenpost van haar reserves. Dat deel moet worden gereserveerd.
Geld en monetair beleid
Het Eurosysteem werkt het monetair beleid van het eurogebied uit en legt het ten uitvoer.
1.2 Monetair beleid : doelstelling,
institutioneel kader en strategie
1.2.1
Doelstelling
Toen de Staten het emissierecht toekenden aan de centrale banken, gaven zij hun ook de opdracht de waarde van de nationale munt te verdedigen. In het Europa van vandaag vindt men deze traditionele taak terug in de doelstelling van prijsstabiliteit die het Verdrag betreffende de werking van de EU aan het Eurosysteem heeft opgelegd. Zowel een algemene en aanhoudende prijsstijging (inflatie) als prijsdaling (deflatie) zijn nadelig voor de economie. Prijzen zijn immers de voornaamste informatie waarover de economische subjecten beschikken om de waarde van goederen en diensten te schatten. Inflatie en deflatie verstoren evenwel die informatie en vertekenen de relatieve waarde. Ze doen de onzekerheid toenemen en tasten finaal investeringen en groei aan. Door prijsstabiliteit te handhaven, dragen de centrale banken bij aan groei en werkgelegenheid. Prijsinstabiliteit gaat niet enkel ten koste van de economische efficiëntie, maar ook van de gelijkheid. Ze wijzigt immers de waarde van contracten en spaargelden en leidt tot een willekeurige herverdeling van inkomens en vermogens.
Om de prijsverwachtingen stevig te verankeren en het publiek in staat te stellen de activiteit van het Eurosysteem beter te beoordelen, werd prijsstabiliteit gedefinieerd als een stijging van de geharmoniseerde consumptieprijsindex van het eurogebied op jaarbasis van onder maar dicht bij 2 % op de middellange termijn.
1.2.2
Institutioneel kader
Het Eurosysteem is verantwoordelijk voor de monetairbeleidsvoering van het eurogebied. De beslissingen worden centraal genomen door de Raad van Bestuur van de ECB, die bestaat uit de zes leden van de Directie van de ECB en de presidenten van de NCB’s van de lidstaten van het eurogebied. De voorbereiding en de uitvoering van de beslissingen zijn grotendeels gedecentraliseerd. De ECB en de centrale banken van de EU, inclusief die van de landen die de euro niet hebben ingevoerd, vormen samen het Europees Stelsel van Centrale banken (ESCB). Comités samengesteld uit deskundigen van de ECB en de NCB’s bereiden dossiers voor die ter besluit aan de organen van de ECB worden voorgelegd. Er bestaan een vijftiental comités die alle activiteitsdomeinen van het Eurosysteem bestrijken : monetair beleid, statistieken, markttransacties, bankbiljetten, communicatie, IT, human resources, enz. Op die manier worden de NCB’s nauw betrokken bij de voorbereiding van de dossiers die aan de
7
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Het Eurosysteem en het Europees Stelsel van Centrale Banken Banca d’Italia Banco de España Banco de Portugal Banka Slovenije Central Bank of Cyprus
Raad van Bestuur
Banque centrale du Luxembourg
Directie
Banque de France
6
Bank of Greece Central Bank and Financial Services Authority of Ireland Central Bank of Malta De Nederlandsche Bank
16
Deutsche Bundesbank Národná banka Slovenska Nationale Bank van België Oesterreichische Nationalbank Suomen Pankki – Finlands Bank
Banca Naţională a României
Algemene Raad
Bank of England Бълrapcκa нapoднa бaнкa (Bulgaarse Nationale Bank)
11
Česká národní banka Danmarks Nationalbank Eesti Pank Latvijas Banka Lietuvos bankas Magyar Nemzeti Bank Narodowy Bank Polski Sveriges Riksbank
Bron : ECB.
EUROPEES STELSEL VAN CENTRALE BANKEN (ESCB)
EUROPESE CENTRALE BANK (ECB)
EUROSYSTEEM
8
Geld en monetair beleid
Het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie bepaalt dat het hoofddoel van het monetair beleid de handhaving van prijsstabiliteit is.
Raad van Bestuur worden voorgelegd, en bij de uitvoering van de genomen beslissingen. De Raad van Bestuur vergadert doorgaans tweemaal per maand in het gebouw van de ECB in Frankfurt. De eerste vergadering van de maand is specifiek gewijd aan een diepgaande analyse van de monetaire en economische ontwikkelingen en aan de monetairbeleidsbeslissingen die daarmee samenhangen. De tweede vergadering staat over het algemeen in het teken van de overige opdrachten en verantwoordelijkheden van de ECB. Overeenkomstig het Verdrag van Maastricht treden de leden van de Raad van Bestuur niet op als vertegenwoordiger van hun land, maar nemen zij in alle onafhankelijkheid beslissingen die worden ingegeven door het belang van het eurogebied als geheel.
1.2.3
oorbereiding van de V monetairbeleidsbeslissingen
Ter verwezenlijking van het monetairbeleidsdoel van het Eurosysteem reageert de Raad van Bestuur van de ECB op de risico’s voor prijsstabiliteit. Dit anticiperend optreden berust op een rond twee complementaire pijlers opgebouwde systematische analyse van de beschikbare informatie. • De economische analyse ontleedt de korte- en middellangetermijnrisico’s voor prijsstabiliteit. Ze is gebaseerd op een brede waaier van economische en financiële variabelen die het mogelijk maken de schokken te
detecteren waaraan het eurogebied het hoofd moet bieden en op te volgen hoe het eurogebied erop reageert. De macro-economische ramingen van de diensten van het Eurosysteem ondersteunen ook de beraadslagingen en beslissingen van de Raad van Bestuur. • De monetaire analyse focust op de ontwikkeling van een aantal monetaire en kredietaggregaten en verstrekt indicaties i.v.m. de middellange- en langetermijnrisico’s voor prijsstabiliteit. De bedoeling is die risico’s te beoordelen uitgaande van de in het verleden waargenomen verbanden tussen de geld- en krediethoeveelheid en de prijzen. De NCB’s leveren een belangrijke bijdrage aan die twee analysegebieden en verschaffen het Eurosysteem economische onderzoeksresultaten en statistische gegevens uit de eerste hand.
1.2.3.1 Research
De Bank draagt bij aan de research- en analyse-inspanningen die erop gericht zijn het inzicht in de economische situatie van het eurogebied, de macro-economische prognoses en het begrip van de transmissiemechanismen van het monetaire beleid alsook de interactie met het economische beleid te verbeteren. Via nationale ramingen levert zij ook een bijdrage aan de opstelling van macroeconomische projecties voor het eurogebied. De voornaamste resultaten van de prognoseoefening voor België
9
10
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
De Bank draagt bij aan de analyse van de situatie van Miseeurogebied het en exerg en publiceert sur fondeen jaarlijks de couleur verslag over de economische en financiële ontwikkeling van België.
De Bank als adviseur van de overheid De rol van de Bank op het vlak van economische research beperkt zich niet tot aangelegenheden die rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met de voorbereiding van het monetaire beleid. Haar diensten stellen ook tal van studies op die als basis dienen voor de beraadslagingen en beslissingen van de Regentenraad, een orgaan waarin de verschillende sociaal-economische strekkingen vertegenwoordigd zijn. De meeste van die studies worden gepubliceerd in het Economisch Tijdschrift (zie website). De leden van het Directiecomité nemen deel aan verscheidene raadgevende comités in het economische en financiële vlak, zowel nationaal als in EU-verband. Voorts werd de Bank in 2009 door de minister van Financiën belast met de leiding van een werkgroep voor de kredieten aan ondernemingen .
worden in juni en september in het Economisch Tijdschrift van de Bank gepubliceerd. De economen van de Bank nemen eveneens deel aan een aantal netwerken die een samenwerkingsverband tussen researchteams van het ESCB en universiteiten tot stand brengen. Het Euro Area Business Cycle Network analyseert het conjunctuurverloop in het eurogebied. Het Wage Dynamics Network bestudeert de kenmerken en de
determinanten van de wijzigingen in lonen en loonkosten en de implicaties ervan voor het monetaire beleid. Het Household Finance and Consumption Network, ten slotte, onderzoekt het verband tussen de financiële situatie van de gezinnen en hun consumptiegewoonten. In dat kader zal in 2010 een uitgebreide enquête worden georganiseerd met betrekking tot het financiële gedrag van de Belgische gezinnen.
Geld en monetair beleid
De Bank speelt een prominente rol op het vlak van economische en financiële statistieken.
Om doorlopend op de hoogte te blijven van de laatste stand van het onderzoek en de universitaire werkzaamheden op monetair en financieel gebied te stimuleren, zet de Bank ook gezamenlijke projecten op waarvan de resultaten worden voorgesteld op tweejaarlijkse internationale wetenschappelijke colloquia, en organiseert zij gespecialiseerde macro-economische seminars in samenwerking met Belgische universiteiten. Naast haar vaste teams, neemt zij hoogopgeleide economen in dienst voor een maximumduur van twee jaar en biedt zij aan jonge onderzoekers in haar vakgebied stages van één tot drie maanden aan. Het streven van de Bank om economische research en analyse te stimuleren vertaalt zich in een actief publicatiebeleid. Zij publiceert de Working Papers, die bestaan uit een reeks Research en een reeks Document, alsmede een Economisch Tijdschrift, dat informatie over de recente economische, financiële en monetaire ontwikkelingen verstrekt. Ten slotte publiceert zij een jaarverslag waarin de economische en financiële ontwikkelingen zowel op Belgisch als op mondiaal vlak worden belicht.
1.2.3.2 Statistieken
In tegenstelling tot tal van andere centrale banken, speelt de Bank een prominente rol in het Belgisch statistisch apparaat. De talrijke economische statistieken die zij opmaakt, verschaffen de nationale en internationale autoriteiten inzicht in de diverse facetten van de
economische activiteit van het land en zijn van groot belang voor het monetaire beleid. Deze in Europees verband grotendeels gestandaardiseerde statistieken vormen een bron van informatie uit de eerste hand waarop de Bank haar onderzoeksactiviteiten baseert. Haar statistieken zijn ook geïntegreerd in de statistieken van de EU en van het eurogebied. Dankzij de inspanningen van de laatste jaren werd de kwaliteit van de verzamelde gegevens verbeterd, werden de gegevens verfijnd en werd de verspreiding ervan geoptimaliseerd. Tegelijk werd gestreefd naar een vermindering van de administratieve last voor de ondernemingen. De statistieken van de Bank bestrijken verscheidene domeinen : De nationale rekeningen bieden een overzicht van de economische transacties van het land. Ze verstrekken, naast de componenten van de grote aggregaten zoals het bruto binnenlands product (bbp), ook gedetailleerde informatie per economische sector en per bedrijfstak. Steeds meer variabelen worden regionaal uitgesplitst. Jaarlijks worden gedetailleerde rekeningen gepubliceerd, maar de ramingen van de voornaamste variabelen worden driemaandelijks bekendgemaakt. Dertig dagen na het einde van het kwartaal wordt een raming van het bbp van het desbetreffende kwartaal gepubliceerd. Net als de statistieken van de buitenlandse handel stelt de Bank de nationale rekeningen op voor rekening van het Instituut voor de nationale rekeningen.
11
12
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Balanscentrale Centrale des bilans Statistieken Statistiques
Mise en exerg sur fond de couleur Nationale Bank van België Banque nationale de Belgique boulevard de Berlaimontlaan 14 Bruxelles BE-1000 Brussel
Banque nationale de Belgique Nationale Bank van België boulevard de Berlaimontlaan 14 Bruxelles BE-1000 Brussel
Centrale des bilans Balanscentrale
SOFISTA
Pochette Statistiques 1
Pochette Sofista 1
1/06/05 11:08:24
18/01/05, 10:21:20
De Bank publiceert een groot aantal statistieken op basis van de informatie die zij verzamelt.
De financiële rekeningen vormen een onderdeel van de nationale rekeningen. Zij bevatten informatie over de financiële instrumenten waarin de verschillende economische sectoren hun overschotten beleggen en waarmee ze hun tekorten financieren. Ze zijn het instrument bij uitstek om uit macro-economisch oogpunt de beleggings- en financieringsvoorkeuren van de verschillende economische subjecten te volgen. De Bank beschikt over een van de meest volledige gegevensbestanden in Europa inzake financiële instrumenten. De gedetailleerde financiële kwartaalrekeningen worden aan de ECB bezorgd, die ze gebruikt om geconsolideerde Europese statistieken op te stellen. De statistieken in het kader van de procedure bij buitensporige tekorten hebben betrekking op het financieringssaldo en de overheidsschuld van België. Ze worden opgemaakt aan de hand van de financiële en niet-financiële rekeningen van de overheid en worden tweemaal per jaar aan de Europese Commissie bezorgd. Sinds de vaststelling van de convergentiecriteria met het oog op de invoering van de euro, worden de overheidsfinanciën van de lidstaten van het eurogebied aandachtig gemonitord door de ECB. De statistieken van de betalingsbalans zijn een belangrijke economische indicator, zowel nationaal als op het niveau van het eurogebied, waar ze een onderdeel vormen van de statistieken die het monetair beleid schragen. Ze maken de boeking mogelijk van de externe factoren (goederen en diensten, inkomens, overdrachten en kapitalen) die bijdragen tot de vorming van het bruto
nationaal product. Ze integreren in geaggregeerde vorm de gegevens van de statistieken van de buitenlandse handel, die de goederenuitvoer- en invoertransacties weergeven per product en per land en uitgesplitst per regio. De met de betalingsbalans samenhangende statistieken van de directe investeringen hebben betrekking op de kapitaaltransacties en de overige financiële stromen tussen de Belgische ondernemingen en de ermee verbonden buitenlandse ondernemingen. De monetaire en financiële statistieken worden op geregelde tijdstippen aan de ECB bezorgd. Ze bieden immers essentiële informatie voor het monetaire beleid. Het gaat enerzijds om statistieken betreffende de monetaire financiële instellingen (centrale bank, kredietinstellingen en gemeenschappelijke beleggingsinstellingen met een monetair karakter) en de overige financiële instellingen (niet-monetaire beleggingsinstellingen, pensioenfondsen, verzekeringsmaatschappijen, enz.), en anderzijds om statistieken betreffende de geldmarkt en de kapitaalmarkt (effectenuitgiften en effectenbezit, verloop van de rentetarieven en beursindexen, enz.). Via conjunctuurenquêtes kan worden ingeschat hoe bedrijfsleiders en consumenten de Belgische economische situatie beoordelen. Omdat de enquêtes vooruitlopen op de economische activiteit van het eurogebied, worden sommige van die conjunctuurindicatoren, niet alleen in België maar ook wereldwijd, met veel belangstelling gevolgd.
Geld en monetair beleid
De wetgever heeft aan de Bank het beheer toevertrouwd van twee centrales die informatie verzamelen over de ondernemingen : de Balanscentrale en de Centrale voor kredieten aan ondernemingen.
De statistieken en studies van de Bank kunnen op haar website (www.nbb.be) worden geraadpleegd. Via deze site kan men zich ook abonneren op de publicaties van de Bank. Voorts biedt de site toegang tot Belgostat, een statistische gegevensbank met tal van functionaliteiten die geregeld aan de behoeften van de gebruikers worden aangepast.
1.2.3.3
Overige gegevens
De Centrale voor kredieten aan ondernemingen registreert, per begunstigde, de kredieten van ten minste € 25.000 die de in België gevestigde kredietinstellingen voor beroepsdoeleinden verstrekken. Deze informatie vormt voor de deelnemers een belangrijk element bij de beoordeling van hun kredietrisico’s. Deze centrale wisselt haar gegevens uit met haar tegenhangers uit zes landen : Duitsland, Frankrijk, Italië, Oostenrijk, Portugal en Spanje. balanScenTrale
De Bank verzamelt ook tal van economische en financiële gegevens die niet rechtstreeks verband houden met de voorbereiding van de monetairbeleidsbeslissingen, maar de beschikbare macro-economische statistieken aanvullen. Waardevolle informatie over de financiële situatie van de ondernemingen kan namelijk bijdragen tot een goed begrip van de economische mechanismen. In dat verband beschikt de Bank over belangrijke troeven aangezien de wetgever haar het beheer heeft toevertrouwd over twee centrales die informatie over de ondernemingen bevatten : de Centrale voor kredieten aan ondernemingen en de Balanscentrale.
De meeste ondernemingen waarvan de aansprakelijkheid van de aandeelhouders of vennoten beperkt is tot hun inbreng alsook sommige andere ondernemingen moeten hun jaarrekening en, in voorkomend geval, hun geconsolideerde jaarrekening openbaar maken door neerlegging bij de Balanscentrale van de Bank. De grote en zeer grote vzw’s en privéstichtingen alsmede de buitenlandse rechtspersonen moeten eveneens hun jaarrekening bij de Balanscentrale neerleggen. Deze rekeningen bevatten een sociale balans die informatie verschaft over de werkgelegenheid. Op basis van de verzamelde gegevens verstrekt de Bank gestandaardiseerde reeksen voor economische analyse.
cenTrale vOOr KreDieTen aan OnDerneminGen
In 2009 werd meer dan 98 % van de balansen neergelegd via het internet. Sinds begin februari zijn alle in het afgelopen jaar neergelegde jaarrekeningen alsook die van de vijf voorgaande jaren gratis beschikbaar in PDF-formaat via het internet. Het aantal jaarrekeningen dat op deze manier wordt geraadpleegd is gestegen van 183.000 per maand in 2008 naar 321.000 in 2009. Bovendien zullen
Krediet aan ondernemingen is een van de kanalen via welke de monetairbeleidsbeslissingen de economie beïnvloeden. Het staat dan ook sterk in de belangstelling van de centrale banken. Tegen de achtergrond van de wereldwijde economische crisis krijgt dat aspect bijzondere aandacht.
13
14
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Werkgroep « Kredieten aan de ondernemingen » In februari 2009 vroeg de minister van Financiën de Bank een werkgroep op te richten om de impact van de financiële crisis op de kredietverlening aan ondernemingen te meten, en aanbevelingen te formuleren ter verbetering van de toegang van de ondernemingen tot de benodigde financiering. In zijn verslag geeft de werkgroep een grondige analyse van de situatie, stelt de ontwikkeling voor in België van instrumenten om de herfinanciering van de banken te vergemakkelijken, beveelt de banken aan ten volle gebruik te maken van de beschikbare herfinancieringsmogelijkheden en de kredietverlening aan de privésector op peil te houden. De werkgroep pleit ook voor een betere informatieverspreiding betreffende de krediet- en waarborginstrumenten die de Belgische autoriteiten ten behoeve van de kmo’s hebben ontwikkeld, en zelfs voor een uitbreiding ervan binnen de budgettaire mogelijkheden. De Bank heeft eveneens verscheidene initiatieven genomen om relevante informatie over kredieten aan ondernemingen sneller ter beschikking van het publiek te stellen. Sinds maart 2009 plaatst de Bank een maandelijkse flash op de grondig herwerkte website van het Observatorium voor krediet aan niet-financiële vennootschappen. De Bank heeft ook de informatie over de voorwaarden voor toegang tot het krediet vervolledigd door middel van een driemaandelijkse enquête bij de bedrijfsleiders. Tot slot heeft ze besloten vanaf 1 juni 2011 het toepassingsgebied van de Centrale voor kredieten aan ondernemingen uit te breiden om de kredietverleners beter te informeren en hun risico-perceptie te verbeteren. Dat toepassingsgebied zal worden uitgebreid tot de lease- en factoringmaatschappijen en de aangiftedrempel van € 25.000 zal worden afgeschaft. Bovendien zullen de geregistreerde gegevens aangevuld worden met gegevens die nuttig zijn voor het prudentiële toezicht (kans op wanbetaling en waarborgen) en met inlichtingen over eventuele betalingsincidenten.
vanaf maart 2010 ook de refertes naar de jaarrekeningen die sinds 1992 werden neergelegd, beschikbaar worden gesteld via het internet. Hetzelfde geldt voor jaarrekeningen neergelegd in het XBRL-formaat, hetgeen de ontwikkeling zal stimuleren van software die de mogelijkheden van dat formaat benut.
vastgoedsector en het luchtvervoer. De meeste van deze studies werden gepubliceerd in de reeks Working Papers.
MICRO-ECONOMISCHE ANALYSE
Het hoofddoel van het monetaire beleid is prijsstabiliteit. Het Eurosysteem beheerst echter de prijzen niet rechtstreeks en zelfs op de geldhoeveelheid oefent ze geen rechtstreekse controle uit. De bankbiljettenuitgifte is immers afhankelijk van de vraag van het publiek en bankbiljetten vertegenwoordigen maar een klein deel van de hoeveelheid geld die ondernemingen en particulieren van het eurogebied aanhouden; het grootste deel bestaat uit bankdeposito’s.
De Bank publiceert jaarlijks in haar Economisch Tijdschrift een op de jaarrekeningen van de ondernemingen gebaseerde studie over de resultaten van Belgische ondernemingen. Ze publiceert ook jaarlijks een rapport over de Belgische havens en een raming van hun economisch belang. Daarnaast verricht ze andere eenmalige studies. Zo analyseerde ze in 2009 de gegevens van de kredietcentrale en de demografie van de ondernemingen. Ze maakte eveneens studies over de staalindustrie, de elektriciteitssector, de
1.2.4
itvoering van de U monetairbeleidsbeslissingen
Om bankbiljetten te verwerven dienen de commerciële banken evenwel te lenen bij het Eurosysteem, dat de rol van « bank der banken » vervult. Het beschikt immers over
Geld en monetair beleid
De uitvoering van het monetair beleid is gedecentraliseerd en berust bij de nationale centrale banken.
het monopolie voor de uitgifte van bankbiljetten, die de commerciële banken aan hun cliënteel moeten kunnen verstrekken. De NCB’s openen rekeningen voor de commerciële banken en deze regelen hun schulden onderling via deposito’s bij de centrale bank. De ECB legt bovendien een minimumbedrag op aan die deposito’s : dat zijn de reserveverplichtingen. Het monetaire beleid van het Eurosysteem bestaat erin de voorwaarden van de liquiditeitsverstrekking van het Eurosysteem aan de commerciële banken te wijzigen. Die wijzigingen beïnvloeden op hun beurt de door de banken gehanteerde voorwaarden voor de kredieten aan hun cliënteel en voor de deposito’s die ze aantrekken. De beslissingen van de Raad van Bestuur van de ECB kunnen aldus het prijsverloop beïnvloeden. Een renteverhoging van het Eurosysteem zal – via de impact op de rentetarieven van de banken – consumenten en ondernemingen er meer bepaald toe aanzetten hun leningen in te krimpen, wat de vraag naar goederen en diensten zal afremmen en bijgevolg de prijsstijging zal inperken. Bij gevaar voor inflatie (een algemene en aanhoudende prijsstijging), zal de Raad van Bestuur derhalve de rente optrekken. Omgekeerd, bij gevaar voor deflatie (een algemene en aanhoudende prijsdaling), zal hij de rente van het Eurosysteem verlagen om de bankrentes te doen dalen. Doordat het krediet op die manier wordt gestimuleerd, zal de vraag naar goederen en diensten stijgen en wordt de prijsdaling tot staan gebracht. Tot een dergelijke rentestap kan ook worden besloten als de risico’s die aan de inflatie verbonden zijn, afnemen, bijvoorbeeld als gevolg
van een verzwakking van de vooruitzichten inzake economische groei.
1.2.4.1 Instrumenten
Het Eurosysteem beschikt over verscheidene instrumenten om zijn monetairbeleidsdoelstellingen te verwezenlijken. Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor de NCB’s, die optreden als schakel tussen de ECB en de in iedere lidstaat gevestigde kredietinstellingen. In de eerste plaats zijn de banken verplicht om reserves aan te houden in de vorm van deposito’s bij de NCB’s, ten belope van 2 % van sommige van hun passiva. Door de reserveverplichtingen zien de banken zich nog meer genoodzaakt om zich bij het Eurosysteem te herfinancieren. Aangezien de banken hun reserveverplichtingen gemiddeld over een periode van een maand dienen na te komen, kunnen de reserves van dag tot dag variëren en kunnen ze de liquiditeitsschommelingen op de zeer korte termijn, die bijvoorbeeld toe te schrijven zijn aan de schommelingen in de vraag naar bankbiljetten, opvangen. Over die reserves wordt rente vergoed. In normale tijden wordt het grootste deel van de liquiditeiten aan de commerciële banken van het eurogebied verstrekt via een wekelijkse toewijzing van kredieten met een looptijd van één week. Het Eurosysteem verschaft ook liquiditeiten in de vorm van langerlopende herfinancieringstransacties en fine-tuning-transacties.
15
16
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Recente ontwikkelingen Toen in augustus 2007 tekenen van financiële spanning zichtbaar werden, was de ECB de eerste centrale bank die uitzonderlijke maatregelen nam. Zij verruimde aanmerkelijk haar maatregelen in het najaar van 2008, toen het in gebreke blijven van Lehman Brothers de mondiale financiële stabiliteit in het gedrang bracht. In mei 2009 breidde zij haar pakket maatregelen voor een ruimere kredietondersteuning verder uit (1). Renteverlaging Van oktober 2008 tot mei 2009 werd de beleidsrente met 325 basispunten verlaagd. Dat tarief bedraagt momenteel 1 %, een historisch laag niveau, zowel voor de ECB als voor de NCB’s die haar voorafgingen. De overvloedige liquiditeitsverstrekking, die hieronder wordt toegelicht, leidde tot een daling van de zeer korte geldmarktrente. Zo kwam de daggeldrente in de buurt van de rente voor de depositofaciliteit, die sinds april 2009 0,25 % beloopt. Die rentebeslissingen zijn in overeenstemming met de strategie van het Eurosysteem : de inflatierisico’s zijn in de loop van die periode immers verdwenen, onder invloed van de scherpe terugval van de olieprijzen en van de andere grondstoffen en als gevolg van de inkrimping van de economische activiteit. Trouw aan haar doel van prijsstabiliteit heeft de ECB rekening gehouden met het verdwijnen van de inflatoire spanningen en de rente verlaagd. De rentetarieven van de commerciële banken zijn in het verlengde daarvan gedaald, wat resulteerde in een bijzonder laag rentepeil voor de kredietnemers in het eurogebied. Niet-conventionele maatregelen Ter bestrijding van de crisis nam de Raad van Bestuur van de ECB vijf soorten uitzonderlijke maatregelen. Om te voldoen aan de liquiditeitsbehoeften van de banken voert hij sinds oktober 2008 een toewijzingsbeleid met vaste rente, waarbij alle inschrijvingen van de banken worden gehonoreerd. De banken van het eurogebied verkregen aldus, tegen afgifte van onderpand, onbeperkte kredieten tegen de beleidsrente van de ECB. De Raad van Bestuur verlengde ook de gemiddelde looptijd van de krediettoewijzingen van het Eurosysteem. Op 7 mei 2009 besloot hij drie herfinancieringstransacties met een looptijd van een jaar te organiseren, namelijk in juni, september en december. Voorts breidde hij tijdelijk de lijst uit van de activa die worden aanvaard als onderpand van krediettransacties. Deze maatregel zorgde voor een sterke verlichting van de liquiditeitsbeperkingen van de banken tijdens de crisis. Hij organiseerde tevens liquiditeitsverstrekking in Amerikaanse dollar en Zwitserse frank om de financieringsvoorwaarden van de banken in die valuta’s te verbeteren. Tot slot besloot hij op 7 mei 2009 een programma op te zetten voor de rechtstreekse aankoop van in het eurogebied uitgegeven, gedekte obligaties (covered bonds) in euro. Het gaat om door banken uitgegeven obligaties, die worden gewaarborgd door activa van hoge kwaliteit aangehouden door de emitterende bank en waaraan weinig risico verbonden is. Gedekte obligaties waren een belangrijke bron van financiering voor de banken van het eurogebied, vóór de verscherping van de financiële crisis in het najaar van 2008, toen die markt instortte. De Raad van Bestuur kwam derhalve tot het besluit dat het Eurosysteem kon helpen bij het herstel van die markt, via de rechtstreekse aankoop van gedekte (1) Meer bijzonderheden over die maatregelen worden verstrekt in hoofdstuk 2 van het Verslag 2009 over de economische en financiële ontwikkeling.
Geld en monetair beleid
obligaties. Hij besliste dat het Eurosysteem tussen juli 2009 en juni 2010 € 60 miljard aan dergelijke obligaties zou aankopen. De Bank participeert in dat programma voor een bedrag van € 1,9 miljard. Die maatregelen resulteerden in een forse stijging van de balans van het Eurosysteem. Zij verhoogden de liquiditeit op de geldmarkt en maakten een terugkeer van het vertrouwen en een verbetering van de marktvoorwaarden mogelijk.
Om aan de toewijzingen te kunnen deelnemen, moeten de commerciële banken vooraf een aantal waarborgen deponeren bij de centrale bank van hun land. Ze geven ook aan welk kredietbedrag ze wensen en welke rente ze willen betalen. De minimumrente van de kredieten met een looptijd van één week wordt vastgesteld door de Raad van Bestuur van de ECB (dit is zijn centrale beleidsrente). De NCB’s bezorgen deze inschrijvingen aan de ECB, die beslist welke bedragen worden verstrekt en die de eerste kredieten toekent aan de banken die de hoogste rente hebben geboden. Sinds oktober 2008 worden de herfinancieringstransacties evenwel verricht tegen een vaste rente en worden alle inschrijvingen tegen dat tarief toegewezen (zie kader). Daarnaast biedt het Eurosysteem aan de banken van het eurogebied de mogelijkheid om voor één dag middelen op te nemen of te plaatsen tegen vooraf aangekondigde rentetarieven (systeem van permanente faciliteiten). Deze tarieven vormen de corridor waarbinnen de daggeldrente op de geldmarkt schommelt. Het Eurosysteem kan voorts aan- of verkopen van deviezen tegen euro’s, d.w.z. interventies op de valutamarkt, verrichten.
Daarnaast beoordeelt zij de kwaliteit van het verschafte onderpand bij kredietopname en zorgt zij voor de bewaring ervan. In het kader van het model van gemeenschappelijk platform voor het onderpandbeheer, kunnen de in onderpand gegeven effecten zich in België of in het buitenland bevinden, terwijl de centrale banken onderling als correspondentbanken optreden. LIQUIDITEITSVERSTREKKENDE TRANSACTIES
De reguliere toewijzingen van het Eurosysteem worden aangekondigd via de financiële informatienetwerken. De Bank kan de banken ook afzonderlijk inlichten. De inschrijvingen die binnen de vastgestelde termijnen bij de Bank worden ingediend, worden aan de ECB bezorgd. In iedere lidstaat kunnen de inschrijvingen van een kredietinstelling maar door één vestiging (de hoofdzetel of een aangewezen filiaal) worden ingediend. De resultaten worden door de ECB gepubliceerd en de kredietinstellingen die een geldige inschrijving hebben ingediend, worden afzonderlijk op de hoogte gebracht. Na de bekendmaking van de resultaten, zorgt de Bank voor de afwikkeling van de transacties, rekening houdend met het verschafte onderpand. PERMANENTE FACILITEITEN
1.2.4.2 Rol
van de Bank
Als lid van het Eurosysteem is de Bank op meerdere niveaus betrokken bij de gedecentraliseerde uitvoering van de monetairbeleidsbeslissingen. Zo speelt zij meer bepaald een rol op het niveau van de liquiditeitsverstrekkende transacties, de permanente faciliteiten en de reserveverplichtingen.
Elke werkdag stelt de Bank, tegen afgifte van onderpand, een intraday-kredietfaciliteit ter beschikking van de banken die daar toegang toe wordt verleend. Deze faciliteit is bestemd voor de financiering, tijdens de dag, van debetposities op de rekening in euro die op naam van die kredietinstellingen in haar boeken is geopend. Na de dagelijkse afsluiting van het systeem, zuiveren de banken het laatste saldo van hun vereffeningsrekening aan door eventueel een beroep te doen op de overnight
17
18
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
De monetairbeleidsinstrumenten Permanente faciliteiten Depositofaciliteit (rente over het algemeen lager dan de marktrente)
Marginale beleningsfaciliteit (rente over het algemeen hoger dan de marktrente)
Openmarkttransacties Basis-herfinancieringstransacties (looptijd van een week)
Langerlopende herfinancieringstransacties
Reserveverplichtingen Reservebasis Deposito’s, schuldbewijzen en geldmarktinstrumenten
Reserveratio 2 % op de meeste in de reservebasis opgenomen instrumenten
Fine-tuning-transacties Rentevergoeding Structurele transacties
Over de reserves wordt rente vergoed tegen de marginale rentevoet van de basis-herfinancieringstransacties
belenings- of depositofaciliteit. Voor deze permanente faciliteiten gelden rentetarieven die worden vastgesteld door de Raad van Bestuur van de ECB en die in normale omstandigheden de corridor vormen waarbinnen de daggeldrente schommelt.
strategische uitdaging. De noodzaak om verantwoording af te leggen wordt door alle partners van het Eurosysteem ook beschouwd als de legitieme tegenhanger van de onafhankelijkheid die het Verdrag van Maastricht aan de centrale banken heeft verleend.
RESERVEVERPLICHTINGEN
Elke maand, na afloop van de vergadering van de Raad van Bestuur over de rentebeslissingen, houdt de president van de ECB een persconferentie om de beslissingen en de motivering ervan bekend te maken. De ECB maakte ook een nauwkeurige definitie van prijsstabiliteit bekend (1), om de doeltreffendheid van haar monetair beleid te verhogen : vanwege de geloofwaardigheid die de ECB geniet, anticiperen de economische subjecten immers veelal op een prijsverloop dicht bij de aangekondigde doelstelling. In geval van een schok stelt men dan ook vast dat de situatie, dankzij deze anticipatie, sneller weer normaal wordt.
De in België gevestigde kredietinstellingen zijn onderworpen aan de verplichting om bij de Bank monetaire reserves aan te leggen en aan te houden. Deze reserves worden gevormd via speciale reserverekeningen die in geen geval een debetsaldo mogen vertonen De Bank ziet toe op de naleving van die verplichtingen en verstrekt iedere deelnemer geregeld informatie over de bewegingen op zijn reserverekening. Een en ander wordt nader toegelicht in de Algemene Documentatie inzake de monetaire-beleidsinstrumenten en -procedures van het Eurosysteem en in het Reglement betreffende intraday-kredietverlening en monetairebeleidsoperaties van de Bank, dat in 2009 werd bijgewerkt en beschikbaar is op de website van de Bank. COMMUNICATIE
Hoewel de centrale banken sinds lang belangrijke centra van economische en financiële informatie zijn, wordt communicatie er vandaag de dag beschouwd als een
Met dat algemene doel van openheid ten aanzien van de overheid, de financiële markten, de ondernemingen, de universiteiten en het brede publiek voor ogen, organiseert de Bank persconferenties, uiteenzettingen en colloquia. Zij ontplooit haar communicatie-instrumenten op papier en in elektronische vorm : economische studies, verslagen, statistische informatie. (1) Prijsstabiliteit wordt gedefinieerd als een jaarlijkse stijging van de geharmoniseerde consumptieprijsindex van onder maar dicht bij 2 %, die moet worden gehandhaafd op de middellange termijn.
Financiële stabiliteit en betalingssystemen
2.
Financiële STabiliTeiT en beTalinGSSySTemen
De recente financiële crisis heeft het belang aangetoond van een hechte coördinatie tussen de twee belangrijke opdrachten van de centrale banken : monetaire stabiliteit, die – zoals werd uitgelegd – erop gericht is de koopkracht van het geld te vrijwaren, en financiële stabiliteit, die moet voorkomen dat een verstoring van het financiële systeem leidt tot een vertraging of inkrimping van de economische activiteit. Prijsstabiliteit draagt weliswaar bij tot financiële stabiliteit, omdat een belangrijke onzekerheidsfactor wordt verminderd, maar is er geen voldoende voorwaarde voor. Zo kan een context van aanhoudende groei en geringe inflatie de handhaving van relatief lage rentetarieven rechtvaardigen, maar een dergelijke omgeving kan ook de risicobereidheid verhogen. Meer bepaald kunnen de financiële instellingen ertoe worden aangezet gebruik te maken van het hefboomeffect en via overvloedige leningen hun markttransacties of hun kredietportefeuilles uit te breiden. Doordat de monetaire autoriteiten gedwongen worden hun liquiditeitstoevoer aan de markt te verhogen, bemoeilijkt grote financiële instabiliteit de uitvoering van het monetaire beleid. De goede werking van het financiële systeem en de detectie van incidenten die het systeem kunnen destabiliseren, hangen ook af van het prudentiële beleid dat wordt gevoerd in het kader van het individuele toezicht op de financiële instellingen. De recente financiële crisis heeft het grote belang van die taken op de voorgrond gebracht en, zowel op Europees als op Belgisch niveau, hebben de autoriteiten initiatieven
genomen die de rol van de centrale banken aanmerkelijk versterken. Hun taak om de goede werking van de betalingssystemen te bevorderen sluit naadloos aan bij hun streven naar een stabiel en efficiënt financieel systeem. Via de uitgifte van bankbiljetten zijn de centrale banken van oudsher betrokken bij het betalingsverkeer. De betalingen, inzonderheid binnen het eurogebied, verlopen vandaag de dag grotendeels via transnationale computerplatformen.
2.1 Financiële stabiliteit De Bank draagt bij tot de stabiliteit van het financiële systeem als geheel. Dit zogenoemde « macroprudentiële » toezicht is erop gericht het systeemrisico zoveel mogelijk te beperken. Dat risico kan optreden wanneer een groot aantal financiële instellingen eenzelfde gedrag vertonen en gelijktijdig reageren op veranderingen in de marktomstandigheden, zodat de cyclische bewegingen worden verscherpt, of wanneer het in gebreke blijven van een grote instelling of financiële infrastructuur via een besmettingseffect het hele systeem in gevaar brengt.
2.1.1
Internationaal overleg
In Europees verband neemt de Bank deel aan de werkzaamheden van diverse instellingen en comités die gespecialiseerd zijn in regulering en monitoring van
19
20
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Aan de gang zijnde hervormingen In reactie op de financiële crisis van ongekende aard die de Belgische, Europese en mondiale financiële sector trof, werd op verscheidene niveaus werk gemaakt van een reeks hervormingen die betrekking hebben op het toezicht op de financiële sector. België Het Hoog comité voor een nieuwe financiële architectuur, onder voorzitterschap van baron Alexandre Lamfalussy, overhandigde in juni 2009 zijn rapport aan de regering. Op 13 oktober 2009 deelde de eerste minister, in zijn algemene beleidsverklaring voor de Kamer van volksvertegenwoordigers en de Senaat, mee dat de regering het eens was geworden over de krachtlijnen van een voorontwerp van wet, dat voorziet in de omvorming van de toezichtstructuur voor de financiële sector in een tweepijlersysteem, het zogenoemde Twin Peaks-model. De Bank zal toezicht houden op de afzonderlijke financiële instellingen en op de stabiliteit van het hele systeem, terwijl de Commissie voor het Bank-, Financie- en Assurantiewezen zal toezien op de goede werking van de markten en op de conformiteit van de financiële diensten en producten, en bevoegd zal zijn voor consumentenbescherming. De hervorming zal derhalve uitmonden in de overname door de Bank van de momenteel aan de CBFA toevertrouwde bevoegdheden inzake het prudentiële toezicht op de financiële instellingen. Europese Unie Op 25 februari 2009 stelde de groep-de Larosière, uit naam van de voorzitter van de Europese Commissie, een reeks aanbevelingen voor over de financiële regelgeving en het financiële toezicht in Europa. Die aanbevelingen hadden onder meer betrekking op de instelling van een Europese macroprudentiële toezichtautoriteit en een Europees Systeem van Financiële Toezichthouders, samengesteld uit drie Europese toezichthoudende autoriteiten voor respectievelijk de banksector, de sector van de verzekeringen en de bedrijfspensioenen, en de financiële markten en effecten. Gehoor gevend aan de conclusies van dat rapport, keurde de Raad van de EU op 20 oktober 2009 een ontwerp van verordening tot oprichting van het Europees Comité voor Systeemrisico’s (ECSR) goed alsook een beschikking tot toewijzing aan de ECB van specifieke taken met betrekking tot dat comité. Op microprudentieel vlak hechtte de Raad op 2 december 2009 zijn goedkeuring aan een algemeen richtsnoer betreffende ontwerp-verordeningen tot oprichting van drie nieuwe toezichthoudende autoriteiten voor de financiële diensten in de Unie, t.w. een Europese Bankautoriteit, een Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en een Europese Autoriteit voor financiële markten en effecten. De Raad nodigde zijn voorzitter uit onderhandelingen te starten met het Europees Parlement om deze ontwerp-verordeningen bij de eerste lezing goed te keuren (1).
(1) Voor nadere informatie over deze ontwerpen, zie ook het Verslag 2009 van de Bank betreffende de economische en financiële ontwikkeling, blz. 204-205.
Financiële stabiliteit en betalingssystemen
De Europese Unie en België bereiden een reorganisatie van het toezicht op de financiële sector voor. Op termijn zal de Bank instaan voor het gehele prudentiële toezicht in België.
de financiële markten. Zij is vertegenwoordigd in het Comité voor bankentoezicht, waarin het ESCB en de instanties voor het microprudentiële toezicht (toezicht op de afzonderlijke instellingen) van de lidstaten van de EU de structurele en conjuncturele ontwikkelingen binnen het Europese banksysteem onderzoeken. Dit Comité werkt meer bepaald mee aan de opstelling van het Financial Stability Review van de ECB en andere publicaties van het Eurosysteem die handelen over financiële stabiliteit. De Bank is ook betrokken bij de werkzaamheden van het Comité van Europese banktoezichthouders, dat adviezen verstrekt aan de Europese Commissie en de samenwerking, de convergentie van de praktijken alsmede de gemeenschappelijke implementatie en de behoorlijke toepassing van het communautaire wetgevende kader bevordert. In 2009 coördineerde dat comité een reeks tests van de weerbaarheid van de banksector. Deze tests, die betrekking hadden op de jaren 2009 en 2010, waren gericht op een staal van tweeëntwintig Europese groepen met internationale activiteiten. Ze focusten onder meer op het verband tussen de kern van het eigen vermogen en het balanstotaal. Voor alle aan deze tests onderworpen banken is gebleken dat die ratio, zelfs in een ongunstige economische situatie, ruim boven de huidige vereisten zou blijven. Het Comité voor Europese banktoezichthouders zal in 2010 geïntegreerd worden in de nieuwe institutionele structuur voor het prudentiële toezicht op de markten en de financiële instellingen van de EU. Deze structuur zal, in
coördinatie met het netwerk van de nationale financiële toezichthouders, het Europees Systeem van Financiële Toezichthouders vormen (zie kader hiernaast). In het kader van de activiteiten van de Bank voor Internationale Betalingen (BIB) neemt de Bank deel aan de werkzaamheden van het Committee on the Global Financial System. Zij maakt ook deel uit van het Bazels Comité voor bankentoezicht, dat samengesteld is uit de 27 belangrijkste banktoezichthouders ter wereld. Dit Comité heeft eind 2009 een aantal macroprudentiële maatregelen genomen om de kans op financiële crises en de omvang ervan te verminderen.
2.1.2
T oezicht op de betalings-, verrekenings- en effectenvereffeningsinfrastructuren
In het kader van het toezicht (oversight) op de betalings-, verrekenings- en effectenvereffeningsinfrastructuren worden normen vastgelegd om de risico’s die inherent zijn aan de werking van die infrastructuren te beheersen. Er wordt geregeld nagegaan of deze normen worden nageleefd en zo nodig worden aanbevelingen gedaan. Over de referentienormen wordt overleg gepleegd in het Comité voor betalings- en vereffeningssystemen, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de centrale banken van de G10 en de G20. Het Eurosysteem, van zijn kant, onderzoekt sinds 2007 hoe de coördinatie tussen de NCB’s op het vlak van het oversight kan worden verbeterd.
21
22
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Niettegenstaande de financiële crisis ondervond geen enkel Mise en exerg aan het toezicht van de Bank sur fond de couleur onderworpen systeem bijzondere werkingsproblemen.
De meeste normen betreffende de systemen voor laagwaardige betalingen worden gedefinieerd op het niveau van het Eurosysteem. In dat verband heeft de Bank het Uitwisselingscentrum en Verrekening aan een evaluatie onderworpen. In overleg met het Eurosysteem heeft zij tevens de veiligheid en het weerstandsvermogen van de kaartbetalingssystemen Bancontact / Mister Cash en Mastercard Europe geëvalueerd. Het Eurosysteem heeft ook zijn beleid inzake het oversight op de effectenvereffeningssystemen verduidelijkt. In het kader van een regeling inzake coöperatief oversight waarbij de centrale banken van de G10 betrokken zijn, vertolkt de Bank de rol van lead overseer van het systeem voor beveiligd berichtenverkeer SWIFT. In samenwerking met de CBFA zorgt de Bank ook voor de coördinatie van het oversight van de holding Euroclear NV., die de centrale effectenbewaarinstellingen van zes Europese landen omvat. Zij is eveneens belast met het toezicht op het door Euroclear Bank beheerd internationaal effectenvereffeningsstelsel, op dat van Euroclear Belgium en op het effectenvereffeningsstelsel van de Bank zelf. Ten slotte is zij betrokken bij het coöperatief oversight van de centrale tegenpartij Clearnet en van de betalingssystemen TARGET2 en CLS. Niettegenstaande de moeilijkheden waarmee verscheidene systeemrelevante financiële instellingen te kampen kregen na het in gebreke blijven van de Amerikaanse investeringsbank Lehman Brothers in september 2008, ondervond geen enkel aan het toezicht van de Bank onderworpen systeem bijzondere werkingsproblemen.
2.1.3
T oezicht op de markt van de overheidseffecten
De Bank neemt het dagelijkse beheer van het Rentenfonds waar. Naast het waarborgen van de liquiditeit op de markt van de staatsleningen, reguleert deze autonome overheidsinstelling de secundaire markt van de staatseffecten en houdt zij er toezicht op. Het Rentenfonds assisteert het Agentschap van de schuld ook bij het beheer van de overheidsschuld.
2.1.4
Business continuity planning
Om ervoor te zorgen dat de activiteiten die van cruciaal belang zijn voor de werking van het financiële systeem, bestand zouden zijn tegen gebeurtenissen die de continuïteit van de transacties in het gedrang kunnen brengen (natuurrampen, sociale conflicten, terreurdaden, epidemieën, cyberterrorisme, enz.), richtte het Comité voor financiële stabiliteit (CFS) in oktober 2004 een aantal aanbevelingen aan de kritieke financiële instellingen en infrastructuren. De doelstellingen betreffende de maximumtermijn voor de hervatting van de activiteiten dienden tussen 2007 en 2009 te worden gerealiseerd. De evaluatie van de uitvoering van die aanbevelingen door de Bank, die belast is met het toezicht op de financiële infrastructuren, en de CBFA, die belast is met het toezicht op de financiële instellingen, toonde aan dat de actoren die cruciaal zijn voor de financiële sector de aanbevelingen van het CFS over het algemeen in acht namen.
Financiële stabiliteit en betalingssystemen
Het SEPA-project beoogt de standaardisering van een aantal betaalinstrumenten op Europees niveau.
Op 25 september 2009 vond de eerste operationele-crisisoefening van het CFS plaats waarbij een kritieke actor van het financiële systeem betrokken was. Aan die oefening namen medewerkers deel van de Bank, de CBFA, het secretariaat van het CFS, de FOD Financiën (Thesaurie) en Atos Worldline NV (AWL). De oefening was gebaseerd op een scenario dat leidde tot een langdurige onbeschikbaarheid van de door AWL beheerde elektronische betalingssystemen. Gelet op de onmogelijkheid om te betalen met debetkaarten en kredietkaarten en de daarmee samenhangende onbeschikbaarheid van CARD STOP diende het CFS een beroep te doen op zijn escalatieprocedure en op de maatregelen van het « Noodplan Atos », dat door het CFS was uitgewerkt om een langdurige onbeschikbaarheid op te vangen. De bedoeling van de oefening was niet enkel de procedures van de deelnemende instellingen voor het beheersen van een operationele crisis te testen, maar ook de escalatieprocedure van het CFS, de reactiesnelheid van de betrokken actoren, de aangepastheid van de besluitvormingsprocessen en de interne en externe communicatie in geval van crisis. Het CFS overweegt in de toekomst andere operationelecrisisoefeningen te organiseren.
2.2 beheer van de
betalingssystemen
2.2.1
Betalingen in de Europese Economische Ruimte
Het SEPA-project (Single Euro Payments Area) beoogt een gestandaardiseerd, efficiënt en goedkoop verkeer van overschrijvingen, domiciliëringen, kaartbetalingen en geldafhalingen aan geldautomaten binnen de Europese Economische Ruimte, aangevuld met het Zwitserse grondgebied. In ons land wordt het overleg rond deze standaardisering georganiseerd door de Belgische federatie van de financiële sector (Febelfin), in nauwe samenwerking met de Bank. De beslissingen ter zake worden gevalideerd door het SEPA-Forum, dat wordt voorgezeten door de gouverneur van de Bank en waarin Febelfin, de grote banken, De Post en de beheerder van de elektronische betalingssystemen Banksys, Atos Worldline, vertegenwoordigd zijn. Beoogd wordt de overgang naar SEPA te realiseren met behoud van de graad van efficiëntie van de huidige betalingssystemen of deze zelfs te verbeteren. Het aandeel van de Europese overschrijving in het totale aantal overschrijvingen in België is gestegen van circa 2 %, begin 2009, tot 16 %, eind 2009, terwijl het gebruik van de Europese overschrijving in het hele betaalgebied nog
23
24
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
Mise en exerg sur fond de couleur
Maquette van het nieuwe gebouw van de ECB.
geen 5 % van het totaal beloopt. Dat succes is te danken aan de overheidsdiensten en de grote bedrijven. De Europese domiciliëringen zullen geleidelijk in gebruik kunnen worden genomen. De laatste technische hinderpalen werden immers weggenomen en de richtlijn betreffende de betaaldiensten werd omgezet in het Belgische recht. Wat tot slot de kaartbetalingen betreft, werden de inspanningen voor een standaardisering op Europees niveau voortgezet : België zette een initiatief op (Payfair) ; een aantal grote Duitse en Franse banken werken aan het « Monnet »-project en belangrijke nationale systemen willen met elkaar een alliantie aangaan via EAPS (Euro Alliance of Payment Schemes).
2.2.2
Projecten van het Eurosysteem
Sinds november 2007 worden de betalingsopdrachten in euro van de kredietinstellingen van het Eurosysteem verwerkt via één platform. Dit systeem, TARGET2, vereffent één voor één, in real time, de betalingsopdrachten van zijn leden, via rekeningen bij de deelnemende centrale banken. Het vereffent ook het cash-luik van de effectentransacties en de eindedagsaldi van de nationale vereffeningssystemen voor detailbetalingen. Het zorgt dus voor de vereffening van de transacties van de in België gevestigde kredietinstellingen en voor de vereffening van het cash-luik van de transacties van het effectenvereffeningssysteem van de Bank (NBB-SSS) en van Euroclear
Belgium. Het vereffent eveneens de saldi van het UCV, het Belgisch systeem voor detailbetalingen. In 2009 functioneerde TARGET2 bijna zonder onderbreking. Het aantal verwerkte transacties daalde echter lichtjes door de terugval van de economische activiteit ten gevolge van de financiële crisis. De Belgische module verwerkte gemiddeld 8.300 transacties per dag, ter waarde van € 83 miljard. Het Eurosysteem werkte ook een project uit voor de eenmaking van de infrastructuur voor de vereffening van de effectentransacties via de creatie van één platform, TARGET2-Securities (T2S). Negentien systemen uit het eurogebied en negen andere systemen hebben bekendgemaakt dat ze aan T2S willen deelnemen. De ECB zette op 17 juli 2008 het licht op groen voor de ontwikkeling van het systeem, dat onder meer zal steunen op de TARGET2-infrastructuur. Dit project boekte in 2009 belangrijke vooruitgang op het vlak van de beschrijving van de functionele en technische kenmerken, de juridische en contractuele aspecten en de uitwerking van de structuren voor het beheer van het systeem.
Financiële stabiliteit en betalingssystemen
De actieve rol van de Bank op het vlak van de internationale samenwerking vloeit rechtstreeks voort uit haar verantwoordelijkheden als monetaire autoriteit en als lid van het Eurosysteem.
Het Eurosysteem besloot eveneens een gemeenschappelijk platform op te zetten voor het beheer van het onderpand van de aan de banken verstrekte kredieten. CCBM2 (Collateral Central Bank Management 2) zou worden ontwikkeld en geëxploiteerd door de Bank en de Nederlandsche Bank. De overige leden van het Eurosysteem hebben allen hun belangstelling voor een of meerdere modules van het nieuwe systeem te kennen gegeven. Aangezien de beschrijving van de functionele en technische kenmerken zo goed als klaar is, zal naar verwachting in de eerste helft van 2010 de definitieve planning worden vastgelegd en de wijze van deelname van de centrale banken worden bevestigd.
2.2.3
Nationale betalingssystemen
Op nationaal vlak is de Bank belast met het beheer van NBB-SSS en van het UCV. NBB-SSS (National Bank of Belgium – Securities Settlement System) is een systeem voor de vereffening van vastrentende effecten. Onder invloed van de kredietcrisis verrichtten de overheid en de ondernemingen in 2009 zeer veel uitgiften, waardoor het uitstaande bedrag aan die effecten toenam van 63 miljard tot € 473 miljard. De privésector was goed voor 35 % van dat bedrag. Het systeem vereffende dagelijks € 16 miljard aan effecten, d.i. een stijging met 3 % ten opzichte van het voorgaande jaar.
Het UCV (Uitwisselingscentrum en Verrekening) verwerkt bijna alle interbancaire girale betalingen in België. In 2009 werden via het UCV gemiddeld 4.473.000 transacties per dag verricht, of 5,6 % meer dan in 2008. Het gemiddeld per dag verwerkte bedrag bleef nagenoeg onveranderd op € 3,2 miljard.
25
Overige taken
3.
OveriGe TaKen
3.1 Op internationaal niveau
3.1.1
het Economic Policy Committee, het Financial Markets Committee en het Investment Committee.
Internationaal Monetair Fonds 3.1.3
In overleg met de regering neemt de Bank deel aan de voorbereiding van de standpunten van de Belgische bewindvoerder van het Internationaal Monetair Fonds, die aan het hoofd staat van een constituency van tien landen (België, Hongarije, Kazachstan, Luxemburg, Oostenrijk, Slovenië, Slowakije, Tsjechische Republiek, Turkije en Wit-Rusland). Ze financiert de bijdragen van België aan het kapitaal van het Fonds en staat in voor de financiële transacties tussen ons land en het IMF. Ze assisteert het IMF bij zijn jaarlijkse doorlichting van de economische en financiële situatie van België.
3.1.2
Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling
De Bank is actief binnen de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO), een reflectieforum dat dertig landen overkoepelt die een engagement delen voor democratisch bestuur en markteconomie. De activiteiten van de OESO hebben betrekking op het economisch beleid en op alle beleidsaspecten die zich lenen tot een economische benadering (onderwijs, wetenschappelijk onderzoek, transport, milieu, sociale zaken, enz.). De Bank neemt deel aan de werkzaamheden van
Europese Unie
De Bank werkt mee aan de Europese bancaire en financiële regelgeving en neemt deel aan de werkzaamheden van een aantal comités en werkgroepen die ressorteren onder de instellingen van de EU, zoals het Comité voor economische politiek en het Economisch en financieel comité, die bijdragen aan de voorbereiding van de werkzaamheden van de Raad Economische en Financiële Zaken en adviezen uitbrengen. Bovendien vergt de handhaving van financiële stabiliteit nauwe internationale samenwerking, inzonderheid op Europees niveau.
3.1.4
Internationale handel
De Bank draagt eveneens bij tot de werkzaamheden van het Comité voor handelsbeleid in verband met de financiele diensten. Dit Comité staat de Europese Commissie bij in de onderhandelingen met betrekking tot de vrijmaking van de dienstenhandel. De Bank assisteert de regering ook bij het opvolgen van de onderhandelingen binnen de Wereldhandelsorganisatie over de vrijmaking van de financiële diensten.
27
28
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
De Bank draagt bij aan de opstelling van de Europese bancaire en financiële Mise en exerg regelgeving. sur fond de couleur Ze verleent technische bijstand aan andere centrale banken.
3.1.5
Technische bijstand
Tot slot biedt de Bank technische bijstand aan een aantal centrale banken. Om haar ondersteuning gerichter en efficiënter te maken, geeft ze voorrang aan bepaalde landen. De jongste jaren krijgt de centrale bank van de Democratische Republiek Congo prioritaire aandacht. De Bank vindt het zeer belangrijk dat haar samenwerking met de Congolese centrale bank in lijn is met de aanpak van de Belgische autoriteiten en de internationale instellingen (IMF, Wereldbank). Haar bijstand heeft betrekking op het monetaire beleid, de statistieken, de betalingssystemen, de dealingroom, de chartale geldcirculatie en informatica. Verscheidene keren per jaar wordt een team ter plaatse gestuurd om een actieplan uit te werken of te actualiseren, aanbevelingen te doen, opleiding te verstrekken of bijstand te verlenen. Daarnaast verleent de Bank steun aan de landen die de Belgische bewindvoerder bij het IMF vertegenwoordigt, aan kandidaat-lidstaten of potentiële kandidaat-lidstaten van de EU en aan de partnerlanden van de Belgische ontwikkelingssamenwerking.
3.2 Op nationaal niveau
3.2.1
Rijkskassier
Van bij de oprichting van de Bank vertrouwde de Staat haar de rol van rijkskassier toe. In de loop der jaren is die taak sterk veranderd. Vandaag de dag bestaat haar opdracht er vooral in dagelijks de lopende inkomsten en uitgaven van de staat te centraliseren op één rekening. Na toevoeging van het saldo van de verrichtingen van De Post worden, in samenspraak met de Thesaurie, de overschotten aangewend voor beleggingen en de tekorten gedekt door kortlopende leningen. De Bank speelt ook een belangrijke rol bij de uitgifte van staatsleningen en neemt de financiële dienst ervan waar. De betaaldienst « Bond center » geeft de bankkantoren de mogelijkheid terugbetaalbare effecten en coupons rechtstreeks ter inning bij de Bank aan te bieden, zonder dat ze vooraf bij de hoofdzetel moeten worden gecentraliseerd. De door de Staat uitgegeven effecten zijn voortaan gedematerialiseerd.
Overige taken
Om de consument beter te beschermen tegen overmatige schuldenlast, richtte de wetgever een Centrale voor kredieten aan particulieren op.
3.2.2
Goud- en deviezenreserves
In het kader van de fundamentele taken in ESCB-verband (1), houdt de Bank de goud- en deviezenreserves van de Staat aan en beheert ze. De aan deze activiteit verbonden risico’s worden opgesomd in het jaarverslag. Overeenkomstig artikel 30 van het protocol betreffende de statuten van het ESCB en de ECB heeft de Bank aan de ECB een bedrag aan deviezentegoeden overgedragen in verhouding tot haar aandeel in het geplaatste kapitaal van de ECB. Zij beheert deze tegoeden voor rekening van de ECB en volgens haar richtlijnen.
De cijfers van deze centrale ondervonden vanaf het laatste kwartaal van 2008 de weerslag van de economische en financiële crisis. De negatieve impact van de crisis werd nog duidelijker in 2009. Zo is het aantal nieuwe betalingsachterstanden toegenomen met 8,3 %, waardoor het bedrag van de achterstallen opgelopen is van € 1,86 miljard tot € 2,16 miljard, d.i. een stijging met 16,1 %. Tegen deze achtergrond gaan stemmen op om de centrale uit te breiden tot nieuwe schuldtypes. De federale minister voor consumentenbescherming heeft de Bank gevraagd deze mogelijkheid te onderzoeken. BESCHERMING VAN DEPOSITO’S EN FINANCIËLE
3.2.3
Informatie en bescherming van de particulieren
BESCHERMING TEGEN OVERMATIGE SCHULDENLAST
De Centrale voor kredieten aan particulieren is een instrument in de strijd tegen overmatige schuldenlast. Zij registreert alle kredieten die natuurlijke personen voor privédoeleinden sluiten alsook de eventuele wanbetalingen in verband met deze kredieten. Kredietgevers dienen haar verplicht te raadplegen vóór iedere kredietverlening en kredietnemers kunnen ook hun eigen gegevens inkijken. Deze raadpleging is mogelijk via internet of aan de loketten van de Bank.
INSTRUMENTEN
Ingeval een kredietinstelling in gebreke blijft, genieten de deposito’s en de overige soortgelijke spaartegoeden (depositoboekjes, termijnrekeningen, kasbons op naam, gedematerialiseerd of op een effectenrekening) aangehouden door particulieren, verenigingen en kleine en middelgrote ondernemingen een waarborg van € 100.000.
(1) Artikel 127 (2) van het Verdrag betreffende de werking van de EU somt die taken als volgt op : bepalen en ten uitvoer leggen van het monetair beleid van de Gemeenschap, verrichten van valutamarktoperaties, aanhouden en beheren van de officiële externe reserves van de lidstaten, bevorderen van de goede werking van het betalingsverkeer.
29
30
Hoofdactiviteiten van de Nationale Bank van België
De bibliotheek van de Bank Mise herbergt en exerg een van de rijkste sur verzamelingen fond de couleur van het land op economisch en financieel vlak.
Het Beschermingsfonds voor deposito’s en financiële instrumenten komt tegemoet in het kader van dit waarborgsysteem. Deze publiekrechtelijke instelling wordt geleid door een Bestuurscomité waarin de overheid, de kredietinstellingen en de beleggingsondernemingen vertegenwoordigd zijn. Het dagelijks beheer ervan wordt waargenomen door de Bank. Nadere informatie over de werkingsprincipes van het Beschermingsfonds is te vinden op de website van het fonds (www.protectionfund.be) en op die site kan men ook zijn jaarverslagen raadplegen. Wat de op een rekening geplaatste financiële instrumenten betreft, beloopt het gewaarborgde bedrag in geval van niet-teruggave als gevolg van het in gebreke blijven van een kredietinstelling of een beleggingsonderneming € 20.000. Houders van op een rekening geplaatste financiële instrumenten genieten ook op andere manieren bescherming. Zo bestaat er een rechtstreeks recht op teruggave voor hun effecten zodat deze buiten de boedel van de onder de schuldvorderaars van de failliete instelling te verdelen activa blijven.
EDUCATIEVE ACTIVITEITEN
Reeds in 2005 nodigde de Raad Economische en Financiële Zaken van de EU de lidstaten uit om hun inspanningen op het vlak van financiële educatie op te trekken. In datzelfde jaar publiceerde de OESO de eerste internationale studie over dat onderwerp, alsook een aantal richtlijnen betreffende de goede praktijken ter zake. Deze werkzaamheden hebben de doeltreffendheid aangetoond van de programma’s voor financiële educatie, mits deze programma’s doorlopen en het grote publiek alsook de onderwijswereld er warm voor worden gemaakt. Sindsdien heeft de economische crisis – die het gevolg was van voor het grote publiek vaak ondoorzichtige financiële praktijken – deze behoefte versterkt. In de Bank zijn de op het grote publiek of de scholen toegespitste publicaties en andere informatiemedia sinds 2002 sterk uitgebreid. In dat jaar werd haar museum omgevormd tot een bevoorrechte ontmoetingsplaats met de educatieve wereld. Tegen die achtergrond zette de Bank in 2008 een seminar op touw voor leraars economie van het secundair onderwijs. De tweede editie van dat seminar vond plaats in oktober 2009 en had betrekking op de nationale boekhouding. Om haar relatie met de onderwijswereld stevig te verankeren heeft het museum van de Bank tijdens het verslagjaar een nieuwe website (www.nbbmuseum.be) gelanceerd, waarop alle beschikbare didactische producten worden voorgesteld. In 2009 publiceerde zij ook een herwerkte editie van het pedagogisch dossier van haar museum. Zij beschouwt
Overige taken
Museum van de Bank.
leerkrachten immers als bevoorrechte partners die haar in staat stellen haar informatieplicht ten aanzien van het grote publiek te vervullen. Tot slot beschikt de Bank over een van de rijkste bibliotheken van het land op economisch en financieel gebied. Deze bibliotheek zal in april 2010 verhuizen zodat, in een comfortabeler kader, meer diensten aan een steeds ruimer publiek kunnen worden aangeboden.
31
Openingstijden en adressen diensten
(1)
VESTIGINGEN WAAR DE DIENSTEN WORDEN AANGEBODEN
openingstijden
Bankbiljetten en muntstukken, Rijkskassier, Balanscentrale, Centrale voor kredieten aan particulieren
Brussel, de Berlaimontlaan 3, Antwerpen, Bergen, Hasselt, Kortrijk en Luik
9 tot 15.30 uur
Wetenschappelijke bibliotheek
Brussel, Warmoesberg 56
10 tot 17 uur
Museum
Brussel, Wildewoudstraat 10
10 tot 18 uur, alle dagen behalve maandag
Website :
www.nbb.be
Inlichtingen :
[email protected] Tel. +32 2 221 21 11
Contactpersoon pers :
Kristin Bosman, dienst Communicatie, Tel. +32 2 221 46 28 Fax +32 2 221 31 60
[email protected]
Contactpersoon voor de financiële dienst van de aandelen van de Bank :
Luc Janssens, dienst Effecten Tel. +32 2 221 45 90 Fax +32 2 221 32 05
[email protected]
(1) Situatie op 1 maart 2010.
Nationale Bank van België Naamloze vennootschap RPR Brussel – Ondernemingsnummer : 0203.201.340 Maatschappelijke zetel : de Berlaimontlaan 14 – 1000 Brussel www.nbb.be
Verantwoordelijke uitgever
Philippe Quintin
© Illustraties : Nationale Bank van België Omslag en opmaak : NBB TS – Prepress & Image Gepubliceerd in april 2010