De Milieumaffia Macht en machtsmisbruik van een beweging die, nu Nederland weer tamelijk schoon is, van geen ophouden weet Door Simon Rozendaal Verschenen in Elsevier, 03 - 03 - 2001 Vier miljoen Nederlanders sympathiseren met de milieubeweging die jaarlijks bergen subsidie incasseert, een ferme grip heeft op overheid en industrie en niet terugdeinst voor bangmakerij van burgers en een leugentje op zijn tijd. Beroepsactievoerders van Greenpeace vinden principes belangrijker dan mensenlevens, zelfbenoemde volksvertegenwoordigers van Stichting Natuur en Milieu laten te pas en te onpas de spierballen rollen: 'We slepen VROM voor de rechter.' Over de uitwassen van het groene poldermodel. Piet Broekman kan Greenpeace niet luchten of zien. 'Ik krijg al uitslag als ik de naam hoor.' In september schreef Broekman, die ruim 25 jaar in de Rotterdamse haven werkte, aan de milieuactiegroep: 'Van de week zag ik op TVRijnmond een verslag van uw actie in de haven, waarbij u met zogenaamd milieuvriendelijke verf de romp van een zeeschip besmeurde. Mijn reactie was: zijn die zelfingenomen, zelfbenoemde beroepsactievoerders nou helemaal van de pot gerukt? Waarom kunnen jullie nooit eens met je poten van andermans spullen afblijven? Ik durf te wedden dat als ik de voordeur van jullie grachtenpaleisje zou bespuiten, omdat ik het niet met jullie eens ben, jullie onmiddellijk de politie zouden bellen en mij zouden verwijderen, al of niet met geweld.' Het is een logische, zij het uitzonderlijke reactie. Immers, heimelijk gniffelen de meeste Nederlanders als die kwajongens van Greenpeace en Milieudefensie weer allerlei kattenkwaad uithalen. Maar waarom eigenlijk? Waarom sympathiseren vier miljoen Nederlanders met de milieubeweging? Waarom ergeren ze zich niet net als Piet Broekman aan het feit dat het de gemiddelde Nederlander niet is toegestaan eigendommen te bekladden of te vernielen, maar dat zoiets een 'ludieke' actie heet wanneer een milieuactiegroep het doet? Waarom geeft de Nederlandse overheid jaarlijks vele miljoenen gulden subsidie aan de luis in de eigen pels die milieubeweging heet? Zalm-Norm Niet omdat het milieu in Nederland er zo slecht voor staat. Uit allerlei rapporten blijkt dat de milieuvervuiling uit de jaren zestig en zeventig vrijwel is verdwenen. Nederland is weer tamelijk schoon. Zelfs de voormannen van de milieubeweging geven dat tegenwoordig desgevraagd toe. Ad van den Biggelaar, directeur van de Stichting Natuur en Milieu: 'Veel van de grote problemen van vroeger, zoals zwaveldioxide, zijn opgelost. De zalm begint in de Rijn terug te keren. Maar we zijn er nog niet helemaal.' Lucas Reijnders, milieuhoogleraar en vaak woordvoerder van de milieubeweging: 'De lucht in de Rijnmond is schoner, de Rijn is schoner.' Harry Crielaars, directeur van Greenpeace Nederland: 'De milieusituatie in landen als India is erger dan bij ons.'
Het is ook niet zo dat die aardige jongens en meisjes van de milieubeweging sympathie verdienen omdat ze uit nobele motieven handelen. Vroeger was dat misschien zo, maar tegenwoordig doen ze gewoon hun werk. Actievoeren is een eerzaam beroep geworden. Je krijgt salaris en bouwt aan een pensioen. Greenpeace-werknemers als Diederik Samson, die de acties leidt tegen kernenergie en het broeikaseffect, verdienen ongeveer 70.000 gulden per jaar. Weinig in vergelijking met de dotcomsector, maar meer dan modaal. Het is een salaris waarmee je een hypotheek kunt opbrengen, een auto betalen en af en toe buiten de deur eten. Het is ook aanzienlijk beter dan vroeger, constateert Marcel Schuttelaar, die bij Milieudefensie werkte: 'Ik leidde twintig jaar geleden de eerste acties voor behoud van de melkfles. Mijn actiebudget was 4000 gulden en mijn jaarsalaris ongeveer hetzelfde.' Een andere voormalige actievoerder mopperde in de Volkskrant dat het fout ging toen de subsidies hun intrede deden. 'Degenen die zo betrokken waren bij het onderwerp dat ze er graag geld op toelegden, werden langzaam maar zeker verdrongen door personen voor wie het voornaamste ideaal een leuke baan was.' Greenpeace-directeur Crielaars vindt het vanzelfsprekend dat zijn werknemers redelijk betaald krijgen. 'We zijn geen Sjors van de Rebellenclub maar een uiterst professionele organisatie. De acties moeten worden gecoördineerd door iemand die ook ter verantwoording kan worden geroepen.' Groene poldermodel Ook Schuttelaar (ex-Milieudefensie) vindt het terecht. 'Ik ben zelfs de mening toegedaan dat er nog te veel idealisme en te weinig zakelijkheid is in de milieubeweging. Ze moeten geen mensen aannemen omdat ze milieuvriendelijk, maar omdat ze goede campaigners zijn. De milieubeweging is de afgelopen jaren opgeschoven in de richting van het establishment en dan moeten ze het ook professioneel aanpakken.' De milieubeweging is veranderd. Kees de Groot van Emden, de VPRO-filmmaker die vorig jaar een Nipkow-schijf won voor zijn documentaire over de strijd tussen Greenpeace en Shell over het booreiland de Brent Spar: 'Van emotioneel naar rationeel. Tegenwoordig voeren ze bedachte, beredeneerde acties uit, die rond vergadertafels zijn uitgebroed.' Het keerpunt was halverwege de jaren tachtig. Directeur Van den Biggelaar van Natuur en Milieu: 'Voor die tijd waren we aan het agenderen, aan het klokkenluiden. Vanaf die tijd stond het milieu op de agenda.' De Nederlandse burger was oplettend geworden - in bijna geen land ter wereld wordt bijvoorbeeld zoveel papier en glas hergebruikt - en zelfs de industrie werd wakker. Milieuhoogleraar Lucas Reijnders: 'Milieu was geen dissident thema meer voor de industrie. Ze namen milieuwetenschappers in dienst, ze stuurden je niet meer met een kluitje in het riet maar je kon serieuze gesprekken met ze voeren.' Een mijlpaal was 1988. De Sociaal-Economische Raad kwam met een advies waarin zwart op wit stond dat ecologische duurzaamheid belangrijker was dan sociaal-economische doelstellingen. Toen wist de milieubeweging dat de strijd was gewonnen. Een van de belangrijkste adviesorganen van de overheid was overstag en vond de immateriële waarde 'milieu' belangrijker dan de materiële waarde 'welvaart'.
Zou het toeval zijn dat de directeur van de stichting Natuur en Milieu afkomstig is uit de vakbeweging, net als de hoogste milieuambtenaar (Hans Pont) en de directeur van Greenpeace Nederland? Het zou toevallig kunnen zijn, maar het past wel mooi in een redenering. Namelijk dat de milieubeweging na 1988 behoefte kreeg aan de ervaring die de vakbeweging eerder heeft opgedaan met het poldermodel - de vaderlandse versie van het consensusmodel, alle partijen rond de tafel en net zo lang lullen tot iedereen moe is en akkoord. Binnen de milieusector heet dit: het groene poldermodel. Ook Greenpeace doet aan dit model mee. Directeur Crielaars: 'We zijn acceptabel. We zitten tegenwoordig bijvoorbeeld om de tafel met Shell en overleggen met hen hoe ze verder moeten in zonne-energie.' Een beetje vreemd blijft het. 'Wij streven er niet naar om rond de tafel zitten. We zijn actievoerders.' Een bedrijf dat met Greenpeace overlegt, koopt eventuele acties daarmee niet af. 'Soms proberen ze dat wel maar dan zeggen wij: "Hallo, we zijn geen vakbond, we zijn een pressiegroep".' Het merkwaardige is dat de milieubeweging enerzijds keuriger is geworden sinds ze op het pluche zit, maar in zekere zin ook is geradicaliseerd. Ging het vroeger over het terugdringen van vervuiling, tegenwoordig moet de hele samenleving op de schop. Jaap Hanekamp van HAN (Stichting Heidelberg Appeal Nederland), een organisatie van wetenschapsmensen die de milieubeweging kritisch volgt: 'Het gaat ze allang niet meer om oplossingen voor problemen, ze willen een andere maatschappij.' Patrick Moore, een van de oprichters van Greenpeace, stelde de afgelopen tijd in diverse interviews dat zijn oude club in handen van radikalinski's terecht is gekomen. In The Observer had hij dezelfde observatie als Hanekamp: 'Greenpeace is niet geïnteresseerd in oplossingen, alleen in conflicten met de bad guys.' Vakbondsverleden Feit is dat de Nederlandse milieubeweging tegenwoordig een machtsfactor is waarmee rekening moet worden gehouden. Dat zie je al als je er aanbelt. Vaak toont het onderkomen van organisaties in een oogopslag hoe machtig de bewoners zijn. Zo heeft Rijkswaterstaat (de staat in de staat) in bijna elke stad de mooiste villa's ingepikt. Welnu, ook de milieumaffia mag niet klagen. Het pand van Greenpeace aan de Amsterdamse Keizersgracht zou bij Shell of Unilever niet misstaan, Natuurmonumenten heeft een schitterend landhuis in de Gooise bossen, en als je voor het gebouw van Natuur en Milieu in Utrecht staat, verwacht je elk moment een ridder naar buiten te zien galopperen. Maar er zijn geen ridders binnen. Binnen zit Ad van den Biggelaar. Charmant, sociaal, een snor als aandenken aan zijn vakbondsverleden. En machtig. Vrijwel niemand van het grote publiek kent hem, maar als wijlen Jan Mertens, de oud NKV-vakbondsvoorzitter en KVPpoliticus, weer een lijst van de machtigste tweehonderd mensen van Nederland zou mogen opstellen, dan kwam Van den Biggelaar daar vast en zeker op voor. Van den Biggelaar is een voormalige speechschrijver van minister-president Wim Kok, toen die nog bij de FNV zat, en overlegt bijna wekelijks onofficieel met de een of andere minister.
Een paar dagen voor het gesprek met Elsevier sprak hij 'Laurens Jan' (de minister van Landbouw) nog, en zonet had hij 'Geke' (de staatssecretaris voor Natuurbehoud) aan de lijn. De Vijfde Nota Ruimtelijke Ordening van minister Jan Pronk, het vierde Nationaal Milieubeleids Plan dat binnenkort verschijnt - ze zijn voor een belangrijk deel uitgebroed in zijn fraaie pand, op wandelafstand van het Utrechtse CS. 'Bij dit soort nota's worden we in het hele proces meegenomen.' Zijn uitingen zijn doordesemd van macht. 'Als VROM de nitraatrichtlijn niet naleeft, slepen we ze voor de rechter.' 'Ik onderhandel voor een eindkwaliteit.' 'De politiek heeft ja tegen NMP3 gezegd, dus toets ik of beslissingen daarmee in overeenstemming zijn.' 'Meer dan 5 procent restvervuiling accepteren we niet.' En de mooiste: 'Ik wil de samenleving recht in de ogen kunnen kijken.' Het geeft aan hoe de leiders van de milieubeweging zichzelf zien. Als zelfbenoemde volksvertegenwoordigers. Niet gekozen, wel in het bezit van een mandaat. Van den Biggelaar geeft toe dat de Stichting Natuur en Milieu achter de schermen veel invloed heeft. Als het moet, hanteert hij die macht. 'De Maasvlakte-discussie liep vast. Wij zeiden toen: "Als jullie te snel gaan, stappen we naar de rechter." Dat werkte. Uiteindelijk bracht Rotterdam samen met ons een rapport uit.' Maar de verslaggever moet de macht ook weer niet overdrijven. 'Neem de HSL, de hogesnelheidslijn. Vanaf 1993 dragen wij daar alternatieven voor aan. Als de regering dan toch voor het oude tracé kiest, voel je je behoorlijk machteloos, hoor.' Zijn collega van Greenpeace, Harry Crielaars, komt met een vergelijkbaar voorbeeld. 'Kijk naar Schiphol. Daar doet de regering precies wat ze willen. Zo machtig zijn we dus ook weer niet.' Toch, als de milieubeweging iets wil, dan gebeurt het vroeg of laat. Als ze de kratjes van Heineken niet mooi vindt, omdat de milieubeweging niet van de kleur geel houdt (daar zit cadmium in), dan duurt het een paar jaar, maar uiteindelijk gaat Heineken overstag. Vandaar dat het bier tegenwoordig in groene kratten zit. Of neem de wegwerpflesjes waar Coca-Cola de markt mee op wilde. Ad van den Biggelaar van Natuur en Milieu: 'We zijn toen samen met Milieudefensie een actie begonnen. We hebben een paar duizend flesjes teruggebracht bij Coca-Cola. Vanzelfsprekend was er een camera bij en een week later zat de directie van Coca-Cola hier bij mij aan het bureau. Dat werd een goed gesprek.' De industrie luistert goed naar de milieubeweging. Oud-actievoerder Marcel Schuttelaar, die tegenwoordig een bureau heeft dat bedrijven en overheden adviseert in maatschappelijk verantwoord ondernemen: 'Al mijn klanten zijn doodsbang voor de milieubeweging. Als er iemand van Greenpeace binnenkomt, knikken ze alsof het minister-president Kok zelf is.' Overal wordt de milieubeweging tegenwoordig bijgehaald. Jaap Hanekamp van HAN: 'Ze praten bijvoorbeeld mee over de opstelling van een nieuw convenant voor de melkveehouderij. Wat hebben ze daar in hemelsnaam mee te maken?' Sinds enkele jaren zijn diverse milieuclubs vertegenwoordigd in commissies van de Sociaal-Economische Raad, het voornaamste adviesorgaan van de overheid.
Onlangs bepleitte Lans Bovenberg, hoogleraar algemene economie aan de Katholieke Universiteit Brabant en voormalig onderdirecteur van het Centraal Planbureau, in de Volkskrant dat er een nieuw akkoord van Wassenaar - de afspraak uit 1982 tussen vakbeweging, werkgevers en kabinet dat de lonen in Nederland laag zouden blijven in ruil voor arbeid - moet komen. En dat dit keer ook de milieubeweging bij de besprekingen betrokken moet worden. Nog even en de milieubeweging wil zeggenschap in kwesties van oorlog en vrede en eist een zetel in de Verenigde Naties op. Dat is niet zo bizar als het klinkt. Zo nam Greenpeace in 1991 stelling tegen de Golfoorlog. De Amerikaanse donateurs namen hun dat trouwens niet in dank af. Het regende opzeggingen. Voor de actie had Greenpeace Amerika meer dan een miljoen donateurs, waarmee het de grootste afdeling van de multinational was. Nu telt Greenpeace Amerika er nog maar 270 duizend en daarmee is het aanzienlijk kleiner dan de afdelingen in Nederland en Duitsland. Macht kan op zichzelf natuurlijk geen kwaad - zolang ze maar in toom wordt gehouden. Zo wordt de macht van de ANWB beteugeld door diverse ministeries, Rijkswaterstaat en de milieubeweging. Wie echter levert de checks and balances voor de milieubeweging? Shell-boot Het tegengas zou van het bedrijfsleven, de wetenschap en de journalistiek kunnen komen, maar die laten verstek gaan. De industrie zit tegenwoordig met de milieubeweging rond de tafel en de media liepen er tot voor kort slaafs achteraan. In dat opzicht was de VPROdocumentaire Een geschenk uit de hemel verhelderend. Tijdens de belegering van het booreiland Brent Spar dreigden twee actievoerders van Greenpeace te verdrinken. Volgens de film werden de twee toen opgepikt door een Shell-boot. Vertegenwoordigers van Shell stelden dat ze bang waren dat de twee jongens het niet zouden overleven en de poppen dan helemaal aan het dansen zouden zijn. Greenpeace echter filmde de scène en voorzag haar van het commentaar dat de Shell-boot de twee dreigde te overvaren. Wat de waarheid ook moge zijn, bij Greenpeace houdt men nog steeds vol dat hun versie klopt, feit is dat dezelfde avond de Greenpeace-visie overal op tv, ook in Nederland, te zien was. Ongefilterd. Het meest opmerkelijke in de documentaire was nog wel de hoofdredacteur van de BBCtelevisie, alom gezien als het bastion van journalistieke onafhankelijkheid en kwaliteit, die zei dat de les van de Brent Spar voor hem was geweest dat Greenpeace een lobbyorganisatie is en dus niet voor honderd procent te vertrouwen. Pardon? Tot die tijd werd de informatie van de milieubeweging door de BBC blijkbaar als een zonder meer betrouwbare bron gezien. Ook de wetenschap geeft geen tegengas. Wel bestaat sinds enkele jaren de Stichting Heidelberg Appeal Nederland (HAN), die zich tot doel heeft gesteld (al staat het in de statuten keuriger geformuleerd) om de flauwekul van de milieubeweging te bestrijden. De club groeit gestaag en kan inmiddels 10 procent van het Nederlandse hooglerarenbestand tot zijn donateurs rekenen. Desalniettemin is HAN nog te klein, te onbekend onder het grote publiek en te onbemind bij de media om werkelijk weerwoord te kunnen bieden. Directeur Jaap Hanekamp: 'De milieubeweging kan beweren wat ze wil. Niemand die het controleert.' Ongecontroleerde macht gaat gepaard met misbruik. De milieubeweging vormt daar geen uitzondering op. Zo houdt Greenpeace een van de mooiste uitvindingen van deze tijd tegen: gouden rijst. Dat is rijst die door genetische manipulatie met vitamine A is verrijkt en speciaal
voor de allerarmsten in de Derde Wereld is ontwikkeld. Met gouden rijst kan voorkomen worden dat jaarlijks honderdduizenden kinderen in de Derde Wereld blind worden. Er is vrijwel geen deskundige te vinden die bij deze ontwikkeling vraagtekens plaatst maar Greenpeace verzet zich met het argument dat gouden rijst een 'Paard van Troje' is. Wordt daar ja tegen gezegd, dan is het hek van de dam en is het moeilijk om andere genetisch gemanipuleerde voedingsmiddelen tegen te houden. Met andere woorden, principes zijn belangrijker dan mensenlevens. Ook heeft Greenpeace voedingsbedrijven aangeschreven met de vraag of zij genetisch gemanipuleerde ingrediënten gebruiken. Doen ze dat, dan zijn ze op een zwarte lijst geplaatst. Het opmerkelijke was dat als de bedrijven niet voor een bepaalde datum reageerden, ze ook op die lijst kwamen. Dat doet denken aan het soort machtsmisbruik dat in de Sovjet-Unie schering en inslag was. Zelfs in het maandblad van de bevriende stichting Natuur en Milieu riep dit vragen op. Columniste AnneLize van der Stoel vond het 'schandelijk' en verbaasde zich dat niemand publiekelijk een veroordeling over deze gang van zaken uitsprak. Zo her en der groeit de laatste tijd de kritiek op de milieubeweging. Columnist Marcel van Dam schreef al in 1997 in de Volkskrant, vanouds het huisorgaan van de milieumaffia, dat hij zich 'steeds vaker begon te ergeren aan de opstelling van de natuur- en milieubeweging in Nederland'. Hij had het over 'een conservatieve en reactionaire' beweging. Een andere commentator, Arnold Koper, noemde Greenpeace onlangs een 'ondemocratische organisatie'. Geneticus Ronald Plasterk gaf af op het 'liegen en bedriegen' door Greenpeace. 'Het is allang de club niet meer die dapper vecht voor het leven van de walvissen, maar een stel cynici dat probeert in te spelen op angsten.' Stervende bossen De milieubeweging heeft fouten gemaakt. De bekendste is de rekenfout bij de Brent Spar. Greenpeace beweerde dat er 5500 ton ruwe olie in dat afgedankte boorplatform zat, in plaats van de 100 ton die later werd aangetoond. Mag die fout bij veel mensen een vieze nasmaak hebben achtergelaten, vergissen is menselijk. Bovendien was de campagne tegen de Brent Spar buitengewoon succesvol. In 1998 namen de Noordzee-ministers het besluit dat er geen olieplatforms meer in zee mogen worden gedumpt. Andere fouten zijn kwalijker. Diverse milieuclubs waarschuwden zo'n vijftien jaar geleden dat de bossen in Duitsland en Nederland op het punt stonden te verdwijnen. Toen al leek dat onwaarschijnlijk, de bomen stonden er fier bij, maar intussen is zonneklaar dat de burger toen ten onrechte bang is gemaakt. Jaap Hanekamp van HAN: 'Er is nooit een probleem met bossterfte geweest. De Duitse bedenker van de hypothese heeft later toegegeven dat zijn theorie niet klopte. Intussen had het ministerie van VROM wel drie posters over de stervende bossen gemaakt. Noch het ministerie, noch de milieubeweging hebben later het lef gehad om te rectificeren. Het was controleerbare onzin.' Wie goed naar de voormannen van de milieubeweging luistert, hoort in de verte een schuchtere rectificatie. Milieuhoogleraar Lucas Reijnders: 'Het inzicht is veranderd. De wisselwerking tussen zure regen en de bosbodem is ingewikkelder dan we destijds dachten.'
Directeur Crielaars van Greenpeace: 'Het milieusysteem zit ingewikkeld in elkaar. Het is moeilijk waterdichte prognoses te maken.' Er zijn meer voorbeelden waar de milieubeweging de waarheid geweld aandoet of heeft aangedaan. De fosfaten in de wasmiddelen, de gevaren van bodemvervuiling, de risico's van genetische manipulatie. Een huidig actiepunt is dat vervuiling de testikels zou bedreigen. Daarover zei de bioloog S. Weima, hoofd van het fertiliteitslaboratorium van de Utrechtse universiteit, in het blad Bionieuws: 'Het bewijs voor de achteruithollende spermakwaliteit door pesticiden of oestrogenen in het milieu is flinterdun.' Ledenexplosie Toch lijkt de band tussen het Nederlandse volk en de milieubeweging niet stuk te krijgen. Er is geen land ter wereld waar de milieubeweging zo sterk is. Ad van den Biggelaar van Natuur en Milieu: 'Het stijgt maar door. Vorig jaar weer 150 duizend leden erbij. De milieubeweging heeft in Nederland vier miljoen leden! Binnen Nederland zijn we de beweging met de hoogste organisatiegraad en ook internationaal is er geen vergelijking.' Waar de politieke partijen jaar in jaar uit leden verliezen, waar voetbalstadions elk jaar leger worden, waar een tv-programma tegenwoordig al blij is met een paar procentjes kijkdichtheid, blijven de diverse milieubewegingen - van het beschaafde Natuurmonumenten en Wereld Natuur Fonds tot het radicale Milieudefensie en Greenpeace - maar groeien. De vereniging Natuurmonumenten heeft een miljoen leden, het Wereld Natuur Fonds driekwart miljoen, nummer drie, Greenpeace, bijna net zoveel. Die laatste club stijgt exponentieel, van vijftienduizend donateurs in 1980 tot 677.131 in 2000. Een vervijftigvoudiging in twintig jaar tijd! Een kwart van alle Greenpeace-donateurs komt uit Nederland, een vliegenpoepje op de wereldkaart. Bij dat immense aantal leden en donateurs vallen kanttekeningen te maken. Niet eens zozeer bij de vele dubbeltellingen, maar vooral bij de intenties die achter het donateurschap of abonnement schuilgaan. Net als bij de ANWB (veel leden willen eigenlijk alleen maar de service van de Wegenwacht), mag de vraag worden gesteld wat de motieven zijn voor al die miljoenen om lid of donateur van de milieubeweging te worden. Immers, het milieubewustzijn kent een merkwaardige paradox. Terwijl het aantal leden van de Nederlandse milieubeweging blijft toenemen, daalt de belangstelling voor het milieu ongeveer even snel. Zo concludeerde het Sociaal en Cultureel Planbureau vorig jaar op basis van een enquête 'een zekere vermoeidheid en dalende betrokkenheid bij het milieu'. Voor die paradox zijn enkele mogelijke verklaringen. In de eerste plaats is er vermoedelijk sprake van een perceptieprobleem. De media en de milieubeweging zelf hebben tot nu toe nauwelijks ruchtbaarheid gegeven aan de spectaculaire schoonmaak van het milieu. Vermoedelijk zijn veel van de donateurs en leden van de milieubeweging gewoon niet op de hoogte van het goede nieuws, zoals dat in enkele grafieken bij dit artikel is weergegeven. Een positiever verklaring is dat al die miljoenen Nederlanders dat wel zijn maar toch de milieubeweging blijven steunen omdat ze willen voorkomen dat onder invloed van de stijgende welvaart het milieu weer verslechtert. Of dat ze zich heel goed realiseren dat het in Nederland goed gaat met het milieu maar op wereldschaal nog niet.
De meest cynische maar wellicht plausibele verklaring is dat het een uiting van een levensstijl is. Wie zegt dat hij lid is van Greenpeace of Milieudefensie, wil laten zien dat hij het hart op de juiste plaats heeft. Zoiets als het dragen van een spijkerbroek, een Rotary-speldje of een PLO-sjaal. Een detail tot slot. Het eerste actieschip van Greenpeace was de Rainbow Warrior. Dat schip werd in 1985 tot zinken gebracht door de Franse overheid, die geprikkeld was door de acties tegen de kernproeven. Drie keer raden wat Greenpeace met dat schip heeft gedaan. Jawel, precies hetzelfde waartegen bij Shell zo fel werd geprotesteerd. Greenpeace heeft de Rainbow Warrior in zee gedumpt. In de Matauribaai in Nieuw-Zeeland. Een woordvoerster van de milieuvereniging mailt dat de gebeurtenis niet voor herhaling vatbaar is. 'Vandaag de dag zouden we ervoor kiezen om zo'n schip op het land te laten strippen en de overgebleven materialen geschikt te maken voor hergebruik.' Ze voegt eraan toe dat het schip voor het afzinken natuurlijk wel eerst van alle giftige stoffen is ontdaan. Dat zeiden de woordvoerders van Shell destijds ook over de Brent Spar. Ook schrijft de woordvoerster dat het schip aldus een kunstmatig rif zou vormen. Inderdaad, net als bij Shell. Piet Broekman, de Greenpeace-hater uit het begin van dit artikel, heeft in elk geval in één opzicht gelijk: wat de één mag, is een ander niet toegestaan. Kader bij artikel: 10 missers 1 De bossen zijn helemaal niet gestorven, zoals de milieubeweging voorspelde. Ze floreren juist. 2 Genetische manipulatie is niet gevaarlijk en kan (gouden rijst) voor de Derde Wereld veel betekenen. 3 'Biologisch' voedsel is wel duuder, maar niet gezonder dan gewoon voedsel. 4 Er is geen bewijs voor de stelling dat de kwaliteit van sperma wordt bedreigd. 5 Het verwijderen van fosfaat uit wasmiddelen heeft veel geld gekost en was onnodig. 6 Nitraat in grondwater is geen gevaar voor de gezondheid. 7 De miljoenen voor het reinigen van vervuilde grond waren verspild belastinggeld. 8 Het is onlogisch zowel tegen het broeikaseffect als tegen kernenergie te protesteren. 9 Het is hypocriet om tegen kernenergie te zijn, maar wel voor de import van buitenlandse (nucleaire) stroom.
10 Omdat de Nederlandse rivieren om milieuredenen niet uitgebaggerd mogen worden, komen ze steeds hoger te liggen en dreigen de dijken te bezwijken. Kader bij artikel: Actievoeren op staatskosten De milieubeweging wordt zwaar gesubsidieerd. Het begint al met de fiscale aftrekbaarheid van de donaties en contributies. De schatkist draagt daarnaast ook rechtstreeks bij. Het ministerie van Milieu (VROM, Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer) kende vorig jaar zo'n 15 miljoen gulden subsidie toe aan de milieuorganisaties. Koploper was de stichting Natuur en Milieu, een van de kleinste milieuclubs, die in 2000 ruim 4 miljoen gulden subsidie kreeg. Daarnaast wemelt het van de kleine subsidies: 4 ton voor de Nederlandse Stichting Geluidhinder ten behoeve van het bevorderen van 'geluidbewust handelen', 2 ton voor het VARA-programma Vroege Vogels, een ton voor de Alternatieve Konsumentenbond voor de actie 'Geef 'm van Biologisch Katoen', een ton voor de Raad van Kerken voor 'Kerken en milieu rond 2000', een ton voor de Vereniging Milieudefensie voor de actie 'Eko in de kantine', 30.000 gulden voor SME MilieuAdviseurs voor 'Interne Milieuzorg voor en door verstandelijk gehandicapten', enzovoorts, enzovoorts. Ook andere ministeries geven de milieubeweging subsidie: met name het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij en het ministerie van Verkeer en Waterstaat. De stichting Natuur en Milieu, klein maar als denktank het hart van de milieubeweging, wordt bijna helemaal door subsidie gefinancierd. De stichting heeft met ongeveer honderd werknemers ('gesubsidieerde doctorandussen' noemt Jaap Hanekamp van de kritische wetenschapsorganisatie HAN ze) een budget van 10 miljoen gulden. Meer dan de helft daarvan komt uit subsidies. Ook het resterende deel wordt nauwelijks door de donateurs opgebracht. Daarvoor tekent voornamelijk de Postcode Loterij. Dat is de Sinterklaas voor de milieubeweging. Het Wereld Natuur Fonds en Natuurmonumenten kregen in 1999 elk zo'n 30 miljoen, Greenpeace 9 miljoen, Natuur en Milieu 3 miljoen en Milieudefensie 2 miljoen gul-den. De milieubeweging is dolblij met de Postcode Loterij. Greenpeace neemt principieel geen subsidies van de overheid aan, maar heeft geen bedenkingen bij de Postcode Loterij. Ook Ad van den Biggelaar heeft zijn bedenkingen overwonnen: 'Ik hou niet van gokken. Een mens moet voor zijn geld werken, vind ik. Echter, dankzij de Postcode Loterij kunnen we dingen doen waar we vroeger niet aan toekwamen. We hebben net een rapport gemaakt over de milieueffecten van verschillende mobiliteitsvormen. Ik weet niet zeker of het ministerie daar subsidie voor had gegeven.' Inmiddels doet hij zelf ook mee aan de loterij. Het geld van de Postcode Loterij komt uit de zakken van Nederlanders die hopen aldus rijk te worden. De meeste deelnemers aan de loterij weten niet beter dan dat hun geld naar goede doelen gaat. Zouden ze vinden dat bijvoorbeeld de 2 miljoen voor Milieudefensie daaronder valt? Milieudefensie is fel tegen vliegvakanties, en laat dat nu bij uitstek een van de zaken zijn waar de deelnemers aan de loterij hun prijzengeld aan hopen uit te geven. Ronald van der Giessen, directeur van de Postcode Loterij, twijfelt niet in het jaarverslag van Milieudefensie: 'Milieudefensie is een van de weinige echte actie-organisaties in Nederland.
De mensen bij de Postcode Loterij zijn in hun hart ook actievoerders. Daarom dragen we graag bij aan het werk van Milieudefensie.'