De meerwaarde van internationalisering, een concreet voorbeeld: een Intensief Programma “Community Based Mental Health” in Nijmegen Hein van der Hulst Inleiding Enige tijd geleden schreef ik in dit blad over de meerwaarde van internationalisering voor studenten in het Hoger Beroepsonderwijs (At Home and Abroad, Onderwijs en gezondheidszorg, december 2011). Ik vermeldde daarbij dat wij al jaren internationale cursussen mee ontwikkelen en uitvoeren. Ook schreef ik over de bredere kijk van studenten na een internationale ervaring: bredere visie op hun professie, een tolerantere kijk op anderen, een ruimere invulling van de multiculturele samenleving, reflectie op eigen gedrag, en, relativering van de gezondheidzorg in eigen land. De afgelopen twee decennia is de belangstelling voor internationale ervaring binnen het Hoger Onderwijs fors toegenomen. Hans de Wit, lector Internationalisering aan de Hogeschool van Amsterdam: “Met de komst van het Erasmusprogramma werd een onomkeerbare trend ingezet van onderwijssamenwerking en –uitwisseling die doorwerkt in alle facetten van het hoger onderwijs. Het nieuwe programma Erasmus for All lijkt een poging om het oude met het nieuwe te verbinden. Mobiliteit is net als internationalisering inderdaad geen doel op zich, maar een bijdrage aan bevordering van de interculturele en internationale competenties van studenten en de kwaliteit van het onderwijs” (Europa Expresse, 2012, publicatie van NUFFIC). “Anno 2012 is het niet meer de vraag óf studenten interculturele competentie s moeten leren maar hóe dat gebeurt. Immers, waar zij later ook gaan werken, het zal altijd binnen een multiculturele context plaatsvinden, zowel in ons land als daarbuiten. “De verpleegkundige van vandaag de dag wordt in alle velden geconfronteerd met vogels van zeer diverse pluimage. Dat geldt niet alleen voor patiënten en cliënten maar evenzeer voor collegae. Afgestudeerden zullen kennis moeten hebben van de verschillen tussen culturen”(Van der Hulst, 2011). Een Intensive Program(IP), zoals hier beschreven, levert daaraan een belangrijke bijdrage: niet alleen de inhoud dwingt om over de grenzen heen te kijken, ook de samenwerking met medestudenten uit andere landen vereist een interculturele attitude”. (Van der Hulst,H. & Koekkoek,B. 2012) Dit studiejaar boden wij een nieuw ontwikkelde cursus aan “Community Based Mental Health”1, een internationaal programma van 2 weken. In dit artikel doe ik verslag van deze cursus en geef ik antwoord op de vraag wat studenten en docenten nu echt winnen door deel te nemen. Ik beschrijf de inhoud van dit zogenaamd Intensive Programme (IP) ; een prachtige combinatie van enerzijds het vakgebied sociale psychiatrie en anderzijds de internationale dimensie. Ik beschrijf welke ervaringen we er mee opdeden tijdens de uitvoering ervan begin 2012 met als doel om collega’s te informeren en te motiveren om zelf aan een dergelijke cursus deel te nemen, studenten
1
In Nederland spreken wij over Geestelijke Gezondheidszorg en over Sociale Psychiatrie. In het Engels wordt dat Mental Health en Community Based Mental Health. “Social Psychiatry” wordt i.h.a. niet gebruikt en kan derhalve misleidend zijn.
ertoe te motiveren, dan wel een andere cursus te ontwikkelen, maar ook om aan te tonen dat een internationale en interdisciplinaire benadering van – in dit geval de sociale psychiatrie - inderdaad meerwaarde heeft. Een dergelijk IP kan, via een applicatie worden aangemeld bij de NUFFIC, het Nederlands agentschap voor internationale samenwerking binnen het Hoger Onderwijs. Hier bekijken experts de kwaliteit, doelstellingen, het innovatief karakter e.d. en wordt besloten of subsidie wordt verleend via het zogenaamde Erasmus Lifelong Learning Programme (LLP). Deze subsidie bestaat voornamelijk uit vergoedingen voor reis- en verblijfkosten voor zowel studenten als docenten alsmede uit een vast bedrag voor organisatorische kosten. Het IP “Community Based Mental Health” “Via ons internationaal netwerk is een aantal Europese partners benaderd met de vraag of zij zouden willen participeren in een IP rondom sociale psychiatrie. De reacties waren uiterst positief: er waren al veel uitwisselingprogramma’s maar de geestelijke gezondheidszorg kwam nauwelijks aan bod. Uiteindelijk kwamen we tot een groep van acht hogescholen uit zes verschillende landen: België (Hasselt en Gent), Finland (Oulu), Letland (Riga), Polen (Wroclaw), Portugal (Lissabon en Setúbal) en Nederland (Nijmegen). Al deze partners tekenden een intentieverklaring waarin zij niet alleen kennis van - en ervaring met - psychiatrie beklemtoonden, maar zich ook verplichtten tot het bijdragen via docenten en studenten. Deelname zou open staan voor derdejaars Bachelor studenten vanuit de disciplines verpleegkunde, ergotherapie, fysiotherapie, sociaal pedagogische hulpverlening en maatschappelijk werk & dienstverlening - een, vanuit de GGZ bekeken, niet direct voor de hand liggende mix van beroepen”.(Van der Hulst,H. & Koekkoek, B. 2012) De aanvraag werd met stip goedgekeurd, de subsidie toegezegd, en we konden starten met de voorbereidingen: de ontwikkeling van een internationaal, intercultureel en multidisciplinair twee weken durend programma. Iedere instelling was verantwoordelijk voor de werving van studenten. De voertaal was Engels. Enige ervaring met - de praktijk van - de GGZ was gewenst. De deelnemende landen, instellingen en studenten: Vanuit België, Hasselt en Gent: 2 studenten ergotherapie en 4 studenten sociaal werk. Vanuit Polen, Wroclaw: 6 studenten fysiotherapie. Vanuit Portugal, Lissabon en Setúbal: 11 studenten van verpleegkunde, logopedie en fysiotherapie. Vanuit Finland, Oulu: 6 studenten verpleegkunde en ergotherapie. Vanuit Litouwen: 6 studenten ergotherapie. Vanuit Nederland, Nijmegen: 6 studenten verpleegkunde en één student creatieve therapie. Nadat wij, via schriftelijke informatie, de expertise van de deelnemende partners in kaart hadden gebracht stelden wij tijdens een tweedaagse bijeenkomst de grote lijnen en de verschillende didactische werkvormen van het programma vast. De diversiteit van de participerende collegae zorgde voor zeer verschillende invalshoeken en werkvormen variërend van traditionele hoorcolleges
en casework tot creatieve vormen van samenwerking en presentatie ondermeer via “critical movies”.2 Voorafgaand aan het IP vond een voorbereidingsprogramma plaats via Blackboard 3. Aangezien het programma zelf vrij kort is wilden wij er zeker van zijn dat studenten zich én moesten prepareren (o.a. via casuïstiek en relevante artikelen) als mede met elkaar konden kennis maken. Dit Blackboard programma staat nog steeds open. Van alle docenten werd vooraf een abstract van hun les of workshop gevraagd en ook op Blackboard geplaatst. De cursus vond eind januari 2011 plaats in Nijmegen terwijl werkbezoeken weren gehouden in Utrecht (bemoeizorg) en Apeldoorn (verslavingszorg). De inhouden De rationale voor dit IP staat als volgt omschreven: “Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ) verschilt enorm per land, óók binnen Europa, wat betreft aspecten als biologisch/medische dan wel sociale benaderingen, de rol van soci ale determinanten, de wijzen van behandeling (medicijngebruik) en benadering (responsiveness volgens de World Health Organisation, 2003). De kwaliteit van de GGZ kan als indicatie worden beschouwd van de `state of the art` van de gehele samenleving. De huidige ontwikkelingen binnen de GGZ in Nederland, meer eigen verantwoordelijkheid, minder professionele zorg, meer eigen bijdragen e.d., zijn daar representatief voor. Vanaf de jaren zeventig van de vorige eeuw wordt psychiatrische problematiek, mede onder invloed van de antipsychiatrie, meer en meer interdisciplinair en holistisch benaderd. Dit blijft niet zonder gevolgen voor de (para)medische en sociale opleidingen+ de multi professionele benadering wint terrein”. (Van der Hulst, 2011) De cursus zelf Het begin van de cursus bestond allereerst uit introducties, zowel van het IP zelf (internationaal, intercultureel en interdisciplinair) als van de belangrijkste elementen van deze cursus: terminologie (psychopathologie), de geestelijke gezondheidszorg in het algemeen en in verschillende landen in het bijzonder en de relatie tussen geestelijke gezondheid en samenleving; het gaat immers om sociale psychiatrie. Daarnaast waren er creatieve activiteiten gericht op kennismaking en samenwerking. Om te voorkomen dat studenten te zeer consumenten werden, was hen vooraf gevraagd presentaties te verzorgen over zowel hun land als over de staat van de GGZ in hun land. Dit laatste gebeurde aan de hand van vooraf gekozen items als verslaving, schizofrenie en depressie. Vanaf de derde dag werd studenten gevraagd zich te buigen over concrete gevalsbeschrijvingen, cases. Hierin vond een opbouw plaats van mono- naar multidisciplinair en van nationaal naar
2
Een “critical movie” is een vorm van assessment waarbij studenten via een zelf gemaakte film een ond erwerp
uitdiepen.
3
Blackboard is een digitaal platform waarbij zowel informatie wordt gegeven alsook de mogelijkheid wordt
geboden deelnemers met elkaar te laten communiceren.
internationaal, zodat er uiteindelijk gewerkt kon worden in multidisciplinaire en internationale werkgroepen van zo’n zes personen begeleid door een tutor. In de loop van de cursus kwamen allerlei soorten onderwerpen ter sprake, zoals art therapy, het gebruik van zelf in de GGZ, ethische vraagstukken, de begeleiding van jongeren en ouderen, de omgang met “moeilijke cliënten” in de chronische zorg en zelfs “Tai Chi in de GGZ “ kwam aan de orde. Ook vonden er twee werkbezoeken plaats om studenten te laten kennismaken met typische voorbeelden van de Nederlandse praktijk: bemoeizorg en verslavingszorg. Bij de bemoeizorg kwamen – vanzelfsprekend – vragen aan de orde over verantwoordelijkheid van de cliënt enerzijds en zorgplicht van de samenleving anderzijds; tot hoever moet de zorg gaan. Het zorgde voor uitgebreide discussies. De verslavingszorg maakte met name indruk via een verhaal van een ervaringsdeskundige: hij vertelde – in perfect Engels! – zijn levensverhaal en het nut van begeleiding bij zijn afkicken. Iedere dagdeel bespraken de studenten hun ervaringen van dat deel in zogenaamde reflectiesessies waarbij een docent , als tutor, studenten stimuleerde om terug te kijken op bijeenkomsten . Gezien de intensiteit en de veelheid van onderwerpen wilden wij, via deze sessies, voorkomen dat inzichten snel zouden “wegzakken” of te weinig geïntegreerd zouden raken. In plaats van de gebruikelijke presentaties werd als afsluitend assessment gekozen voor de eerder genoemde critical movies: in kleine groepen kozen studenten voor een bepaald thema dat een dag lang werd besproken, onderzocht en uitgewerkt en uiteindelijk zou resulteren in een soort film waarin de dilemma’s en mogelijkheden van het thema werden vertoond. De producten waren indrukwekkend; niet alleen werden alle thema’s evidence based onderbouwd, zij vertoonden ook de ontwikkeling van studenten gedurende dit IP. Deze filmpjes zijn via een website nog steeds in te zien. Leerdoelen en resultaten Naast doelen als “verbetering van de kwaliteit en samenwerking tussen hogescholen en de ontwikkeling van innovatieve praktijken in opleiding en training”, lag speciale nadruk op een “sterke multidisciplinaire benadering” en “onderwerpgebieden welke momenteel onderbelicht zijn” ( Van der Hulst, 2011). Als resultaat werd verwacht: “Een intensief programma voor studenten én docenten waardoor studenten interculturele en interdisciplinaire competenties kunnen ontwikkelen waardoor zij pro-actiever en creatiever worden binnen een veranderend gezondheidszorgsysteem. Tevens wordt beoogd via het benoemen van best practices een beter begrip te krijgen voor de GGZ in verschillende Europese gezondheidszorgsystemen. Het programma beoogt verder de ontwikkeling van strategieën van empowerment van cliënten in de samenleving” (Van der Hulst, 2011). De doelen:
Uitwisseling van expertise in de sociale psychiatrie;
Bevordering van interprofessionele en interdisciplinaire samenwerking;
Vergroting van de kennis met betrekking tot de GGZ;
Ontwikkeling van strategieën binnen de sociale psychiatrie.
Door middel van twee evaluaties, een standaardevaluatie van het NUFFIC en een, binnen een aantal bestaande internationale cursussen ontwikkelde digitale evaluatie, werden de resultaten gemeten. Studenten bleken zeer tevreden wat moge blijken uit de scores: relevantie van de cursus: 3.93 (op schaal van 1 –zeer ontevreden- tot 4 – zeer tevreden), kwaliteiten van lessen en workshops: 3.95, overall satisfaction: 3.63! Meer toegespitst waren de uitkomsten:
Kennis van karakteristieken van andere culturen: 3.71
Betere competenties en vaardigheden m.b.t. interculturele en internationale aspecten: 3.68
Meer respect voor de visie van anderen: 3.76
Meer kennis van de GGZ in andere landen: 3.79
Meer begrip voor de verschillende benaderingswijzen en strategieën binnen de GGZ: 3.79
Groter bewustzijn van het nut van duidelijke communicatie tussen professionals: 3.83
Studenten kregen ook de gelegenheid hun persoonlijke ontwikkeling aan te geven via vragen als: “hoe - en waarom - denk je dat deze cursus heeft bijgedragen aan je professionele ontwikkeling” en “zal deze cursus impact hebben op je professionele praktijk, met andere woorden ben je anders gaan denken over je toekomstige praktijk”. Een greep uit alle – 100% positieve - antwoorden:
Opende mijn ogen, werd meer open minded, heb stigma’s verworpen, minder oordeel over goed en fout, vooral begrepen “to be there”, meer out of the box denken, meer holistisch denken.
Leerde andere gezichtspunten te zien binnen de GGZ, heb bredere kijk op GGZ en op preventie daarbinnen, meer informatie over evidence based concepten, verwacht meer geduld in het werk in de GGZ te zullen hebben, weet nu zeker dat ik in de GGZ wil werken.
Meer begrip voor psychiatrie in het algemeen en mensen met psychiatrische problemen in het bijzonder, kan nu meer uitgaan van de cliënt zelf, mijn ideeën zijn ondergeschikt aan die van de cliënt, cliënten zijn geen cliënten maar mensen, wat is normaal en niet normaal, leerde over de relatie tussen ontwikkelingen in de samenleving en geestelijke gezondheid.
Meer respect gekregen voor andere disciplines wat ik hard nodig heb in mijn toekomstig werk, meer vaardigheden om multidisciplinair te kunnen werken, kreeg verschillende perspectieven en strategieën van andere disciplines, er is veel meer dan alleen social work , voel mij zekerder t.a.v. mijn eigen discipline.
Ervaring en skills m.b.t. interprofessioneel werken: verschillende perspectieven om naar de cliënt te kijken. Er is meer dan alleen de eigen professie, daardoor ook andere benaderingswijzen geleerd.
En tot slot, “ik had dit nooit in mijn eigen land geleerd”. Alle studenten schrijven deze cursus zeker te zullen aanbevelen bij hun studiegenoten. Als er al minpunten werden genoemd dan hadden deze vooral betrekking op de interculturele aspecten van het programma, niet op de inhouden rondom sociale psychiatrie. Studenten werden geconfronteerd met zowel andere gewoonten van elkaar alsook met andere didactische benaderingen waaraan zij moesten wennen; de Nederlandse omgangsvormen tussen studenten en docenten lijken veel gelijkwaardiger dan in de andere landen. Aangezien naar onze mening deze interculturele verschillen waardevolle leerervaringen bieden zullen wij in de toekomst hieraan zeker méér, en andere aandacht besteden. Conclusie Het IP Community Based Mental Health lijkt te zijn geslaagd. De antwoorden van studenten geven aan dat zij niet alleen hun kennis en inzicht in de sociale psychiatrie hebben vergroot maar zich ook meer bewust zijn geworden van de relativiteit van eigen paradigma’s en stigma’s. Ook hebben zij meer praktische mogelijkheden gekregen in de – interdisciplinaire – samenwerking. Zij hebben ervaren dat monodisciplinair werken zijn beperkingen kent. De samenwerking met een vijftiental collegae verliep meer dan uitstekend: waarden werden gerespecteerd, er werd van elkaar geleerd en er bestonden geen verborgen agenda’s. En zelfs op het persoonlijke vlak werden verbanden gesmeed. Inmiddels is voor 2013 de nieuwe subsidieaanvraag goedgekeurd zodat wij komend jaar, hopelijk met hetzelfde team, weer een leerzame cursus kunnen opzetten. De voorbereidingen hiervoor zullen eind oktober plaatsvinden bij één van de partners in Portugal. * Over de auteur Hein van der Hulst is socioloog en werkt aa n de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen in Nijmegen. Jarenlang was hij coördinator van de opleiding Sociaal Psychiatrisch Verpleegkundige (SPV). Naast deelname aan deze opleiding is hij als coördinator Internationalisering verantwoordelijk voor internationalisering binnen het Instituut Verpleegkundige Studies van de HAN.
Referenties http://ec.europa.eu/education/erasmus/ip_en.htm Europa Expresse NUFFIC, 2012 Van der Hulst, H. (2011). Applicatie Erasmus Lifelong Learning Programme, 2011. HAN Nijmegen. Van der Hulst, H. (2011) At home and abroad, de (meer)waarde van internationalisering in het HBO. Onderwijs en gezondheidszorg, december 2011. Van der Hulst, H. & Koekkoek, B. (2012) nog te plaatsen artikel in het vakblad van de V&VN, SP.