De makelaarsfunctie vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage: de stand van zaken begin 2009 In december 2007 hebben de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap een convenant gesloten met de VNG. Hierin is afgesproken dat gemeenten vanaf 2008 via het gemeentefonds middelen ontvangen om een makelaarsfunctie te ontwikkelen voor maatschappelijke stage en voor het stimuleren van vrijwilligerswerk in het algemeen. Van de gelden die gemeenten via het Gemeentefonds ontvangen voor de makelaarsfunctie vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage wordt de helft verdeeld over alle gemeenten. De andere helft wordt verdeeld over gemeenten met scholen voor voortgezet onderwijs. Naast de convenantsgelden zijn er andere geldstromen in het kader van de maatschappelijke stage en vrijwilligerswerk. De gemeenten ontvangen ook middelen voor de uitvoering van hun primaire verantwoordelijkheid voor het lokale vrijwilligersbeleid, één van de Wmo-prestatievelden. Scholen ontvangen van OCW gelden voor de maatschappelijke stage. In het convenant is opgenomen dat de invoering van de makelaarsfunctie zou worden geëvalueerd. Begin 2009 heeft Regioplan daarom in opdracht van de beide ministeries een onderzoek gedaan naar de uitvoering van het convenant. De onderzoeksvraag was: hoe verloopt de invoering, invulling en uitvoering van de makelaarsfunctie en wat zijn de eerste resultaten ervan? Bij dit onderzoek waren gemeenten, makelaars en vrijwilligersorganisaties betrokken. Begin 2011 zal Regioplan het onderzoek herhalen. Op die manier wordt het mogelijk de resultaten uit 2011 en 2009 te vergelijken.
Resultaten De invoering van de makelaarsfunctie Regioplan constateert dat het convenant in 2009 bekend is bij gemeenten (80%) en makelaars (40%) en in mindere mate bij vrijwilligersorganisaties (30%). Volgens gemeenten geeft het convenant met name een impuls aan de ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijke stages en minder op het gebied van vrijwilligerswerk.
1
In 2009 zoeken veel gemeenten naar hun rol op het gebied van maatschappelijke stages. Dit uit zich in het nog niet ontwikkeld hebben van een eigen visie of beleid en in het niet reserveren van middelen voor de doelstellingen uit het convenant. Op het gebied van vrijwilligerswerk zijn er meer gemeenten met een uitgewerkt beleid. Figuur 1. Hoe kan het beleid van uw gemeente het beste worden getypeerd?
Geen beleid Visie, maar geen concreet beleid Uitvoering moet nog vorm krijgen Recent gestart met implementatie Beleid is volledig geimplementeerd 0%
5%
Maatschappelijke stage
10% 15% 20% 25% 30% 35% Vrijwilligerswerk
De invulling van de makelaarsfunctie Alle betrokken partijen blijken behoefte te hebben aan goede voorbeelden en aan kaders voor invulling van de makelaarsfunctie. Ook is er behoefte aan voorbeelden over de invulling van de maatschappelijke stage. Bij de invulling van de makelaarsfunctie ligt het accent vooral op de bemiddeling van maatschappelijke stageleerlingen en vrijwilligers. Er is veel minder aandacht voor de twee andere doelstellingen van de makelaarsfunctie die in het convenant genoemd zijn, namelijk het bieden van advies en ondersteuning aan vrijwilligersorganisaties en het waarborgen dat de maatschappelijke stageleerling van nu de vrijwilliger van de toekomst wordt.
2
Figuur 2. Probeert u maatschappelijke stagiairs de vrijwilliger van de toekomst te laten zijn?
Gemeenten
Makelaars
Organisaties
0%
10%
20%
30%
40%
50%
Stagebiedende organisaties die welwillend zijn ten opzichte van het stimuleren van de maatschappelijke stages, zoeken nog naar hun rol en positie. Maatschappelijke organisaties, waaronder kleine (vrijwilligers)organisaties, hebben behoefte aan ondersteuning om maatschappelijke stage binnen hun organisatie vorm te geven. De uitvoering van de makelaarsfunctie Regioplan stelt dat er nog veel organisaties zijn die niet bereikt worden, waar maatschappelijke stageleerlingen een geschikte stageplek zouden kunnen vinden. Ondersteuning aan organisaties kan helpen om het aantal mogelijke plaatsen voor maatschappelijke stageleerlingen te vergroten. Voor organisaties die al maatschappelijke stageleerlingen plaatsen, geldt in de praktijk dat zij meer eisen gaan verbinden aan de maatschappelijke stage . De inzet van stagebiedende organisaties moet worden geborgd. Hun medewerking wordt misschien als vanzelfsprekend verondersteld en te weinig gestimuleerd en ondersteund. Tabel 1. Welke negatieve ervaringen/praktische problemen ervaart u bij de inzet van maatschappelijke stagiairs (n=104) Onvoldoende personeel om stagiairs te begeleiden Problemen met het vinden van geschikte tijden voor de maatschappelijke stage Moeite met het bedenken van klussen die geschikt zijn voor maatschappelijke stages Scholieren zijn onvoldoende gemotiveerd en zien het alleen als verplichting Onvoldoende financiële middelen om de maatschappelijke stagiairs op te vangen
63% 55% 54% 51% 39%
3
Maatschappelijke stages verdringen beroepsstages van mbo-leerlingen Maatschappelijke stages verdringen reguliere vrijwilligers Anders
13% 1% 27%
Regioplan constateert ook dat gemeenten bij de uitvoering van het convenant de nadruk leggen op de maatschappelijke stage. Dit is begrijpelijk, omdat de maatschappelijke stage een redelijk nieuw fenomeen is en men zich wil voorbereiden op het schooljaar 2011/2012, waarin de maatschappelijke stage 1 naar verwachting verplicht wordt voor alle leerlingen die vanaf dat schooljaar starten met hun middelbare schoolperiode. Juist omdat vrijwilligerswerk en maatschappelijke stage elkaar kunnen versterken, heeft het convenant op beide betrekking. De maatschappelijke stageleerling van nu is immers de vrijwilliger van de toekomst. Maar “de ontwikkeling van de makelaarsfunctie werkt nog weinig door op de versterking van de vrijwillige inzet in den brede”, zo blijkt uit het onderzoek naar de situatie begin 2009. Regioplan merkt op dat voor de makelaarsfunctie meestal gebruik gemaakt wordt van de vrijwilligerscentrale. Het netwerk van de centrale is gericht op de inzet van vrijwilligers, maar omvat niet alle organisaties die in aanmerking kunnen komen voor werken met maatschappelijke stagiairs. Daarnaast maken scholen zelf afspraken met organisaties en hebben vrijwilligersorganisaties zelf ook weer hun eigen netwerk. Regioplan geeft daarom aan dat er best verschillende (typen) makelaars naast elkaar kunnen bestaan, mits hierover een goede regie wordt gevoerd. Tabel 2. Welke van de onderstaande organisaties vervullen in uw gemeente taken op het gebied van maatschappelijke stages en vrijwilligerswerk? (meer antwoorden mogelijk) Vrijwilligerscentrale Sportservice centra Commercieel bemiddelingsbureau Steunpunt mantelzorg Stichting Welzijn Andere organisatie Geen ondersteuning, advisering of bemiddeling
1
Maatschappelijke stage 61% 6%
Vrijwilligerswerk 70% 16%
0%
2%
6% 24% 18%
43% 37% 19%
13%
0%
Het wetsvoorstel voor de invoering van de maatschappelijke stage is aan de Tweede Kamer gezonden en wordt in de eerste helft van 2011 behandeld.
4
Meer informatie over de makelaarsfunctie kunt u vinden in: • Convenant makelaarsfunctie. Tekst van het convenant inzake de verdere ontwikkeling van een makelaarsfunctie (http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/vrijwilligerswerk/documenten -en-publicaties/convenanten/2009/03/19/convenantmakelaarsfunctie.html) • Gemeenten en de maatschappelijke makelaarsfunctie. Brochure voor gemeenten met informatie en goede voorbeelden over de makelaarsfunctie en het convenant ( http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/maatschappelijkestage/documenten-en-publicaties/publicaties-pb51/maatschappelijkestage-gemeente.html ); • Maatschappelijke stage informatie voor stagebieders. Brochure voor vrijwilligersorganisaties met informatie over maatschappelijke stages en wat dit soort stages voor de organisatie kan betekenen (http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/maatschappelijkestage/documenten-en-publicaties/publicaties-pb51/maatschappelijkestage-stagebieders.html ). • Basisboek Vrijwilligerswerkbeleid en maatschappelijke stage: vragen en antwoorden. Basisinformatie voor gemeenten (http://www.vng.nl/smartsite.dws?id=90712 ) • Brief, d.d. 22 april 2010 van staatssecretaris van Bijsterveldt. Uitgebreide tussenstand na twee jaar invoering maatschappelijke stage ( http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/maatschappelijkestage/documenten-enpublicaties/kamerstukken/2010/04/22/uitgebreide-tussenstand-natwee-jaar-invoering-maatschappelijke-stage.html) • Ondersteuning: het ministerie van OCW heeft per provincie accountmanagers voor de maatschappelijke stage aangesteld bij wie scholen, stagemakelaars, stagebieders en gemeenten terecht kunnen met vragen, advies of ondersteuning. Gemeenten kunnen Movisie desgewenst om advies vragen bij de verdere invulling van de basisfuncties voor vrijwilligerswerk (www.prestatieveld4.nl). Ook organiseert Movisie netwerkbijeenkomsten en scholing voor makelaars;
5