Format PROJECTVOORSTEL Naam/titel project: Groene gezonde ziekenhuizen: Een onderzoek naar het belang van groen in en rondom ziekenhuizen in relatie tot de gezondheid van patiënten, personeel en bezoekers Draagt bij aan het innovatiethema: Gezondheid en welbevinden De looptijd van het project is 3,5 jaar. Het project start in juli 2015 en het eindigt eind december 2018. Dit project is onderdeel van het koepelprogramma voorstel getiteld: groen voor een gezonde leef-, woon- en werkomgeving Contactgegevens hoofdaanvrager: Naam private partij: Koninklijke coöperatieve bloemenveiling FloraHolland U.A. Contactpersoon: drs. ing. Albert Haasnoot Adres: Postbus 1000 Postcode: 1430 AA Aalsmeer Telefoonnummer: 071-4094741 e-mailadres:
[email protected] Kvk nummer: 34284016 Consortiumleden: Groene partners Private partij 1 Naam contactpersoon: drs. ing. Albert Haasnoot Organisatie: Koninklijke coöperatieve bloemenveiling FloraHolland U.A. Adres: Postbus 1000 Postcode: 1430 AA Aalsmeer Telefoonnummer: 071-4094741 e-mailadres:
[email protected] Kvk nummer: 34284016
1/21
Private partij 2: Platform voor het groene bedrijfsleven Naam contactpersoon: Leon Smet Organisatie: Stichting iVerde Adres: Postbus 170 Postcode: 2180AD Hillegom Telefoonnummer: 06-22783344 e-mailadres:
[email protected] Kvk nummer: 58119752 Private partij 3: Natuurorganisatie Naam contactpersoon: Bert van der Moolen Organisatie: Stichting Steun Goois Natuurreservaat Adres: Nieuwe Meentweg 2, Postcode: 1217 DZ Hilversum Telefoonnummer: 035 - 621 45 98 e-mailadres:
[email protected] Kvk nummer: 41193822 Private partij 4: Natuur vrijwilligersorganisatie Naam contactpersoon: Daphne Teeling Organisatie: IVN Nederland Adres: Plantage Middenlaan 2C Postcode: 1018DD Amsterdam Telefoonnummer: 0411-614111/06-27865500 e-mailadres:
[email protected] Kvk nummer: 34147938 Ziekenhuizen Private partij 5: Algemeen ziekenhuis Naam contactpersoon: Bert Jan Grevink Organisaties: Tergooi Per adres: Van Riebeeckweg 212, Hilversum Postcode: 1213 XZ Telefoonnummer: 088 753 37 87 e-mailadres:
[email protected] Kvk nummer: 32112124 Onderzoeksorganisaties Onderzoeksorganisatie 1: Universiteit Naam contactpersoon: Dr. Jolanda Maas Organisatie: Vrije Universiteit Amsterdam Adres: van der Boechorststraat 1 Postcode: 1081 BT Amsterdam Telefoonnummer: 06-24212540 e-mailadres:
[email protected] Kvk nummer: 53815211 Private partij 7: Onderzoeksbureau Naam contactpersoon: Agnes van den Berg
2/21
Organisatie: Natuurvoormensen omgevingspsychologisch onderzoek/Rug Adres: Ruigenhoeksedijk 125 Postcode: 3737 MR Groenekan Telefoonnummer: 0613700887 e-mailadres:
[email protected] Kvk nummer: 55503551 Inhoudelijk A.
Samenvatting aanvraag - Korte beschrijving van kennis- en innovatieopgave(n): In Nederland staan ongeveer100 ziekenhuizen. Volgens de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) hebben 2 op de 3 ziekenhuizen bouwplannen. Een healing environment met groen vormt een belangrijk uitgangspunt voor de meeste van deze bouwplannen. Het is echter nog onbekend hoe groen in en rondom het ziekenhuis het meest effectief ingezet kan worden voor de gezondheid van patiënten, personeel en bezoekers. Ziekenhuizen en groenbedrijven zouden hier graag meer grip op krijgen. Ziekenhuizen omdat ze met deze informatie hun ziekenhuis zo gezond en aantrekkelijk mogelijk kunnen inrichten en groenbedrijven omdat ze baat hebben bij de ontwikkeling van praktische innovatieve vermarktbare groene interventies die ingezet kunnen worden in en rondom ziekenhuizen. - Samenvatting doel: Het doel van het project is tweeledig: 1. Onderzoek naar de effectiviteit van groene interventies in en rondom ziekenhuizen in relatie tot de gezondheid en het welbevinden van patiënten, personeel en bezoekers; 2. Opzetten van een kennisnetwerk waarin groene organisaties en ziekenhuizen worden aangezet tot een langdurige samenwerking en kennisuitwisseling -
Samenvatting werkwijze In de verkennende fase van dit project zijn contacten gelegd met diverse ziekenhuizen. Er is besproken wat de wensen en mogelijkheden zijn voor het opzetten en evalueren van groene interventies. Ook zijn de mogelijkheden voor cofinanciering vanuit de ziekenhuizen in kaart gebracht. Uit deze verkenning kwam Tergooi Ziekenhuis naar voren als een zeer geïnteresseerde partner met veel onderzoeksmogelijkheden en concrete bereidheid tot cofinanciering. Ook vanuit IVN bleek de wens te bestaan om een door hen ontwikkelde interventie bij Reinier de Graaf te toetsen op effectiviteit. Samen met Tergooi, Goois Natuurreservaat en IVN is een onderzoeksprogramma uitgewerkt voor de komende vier jaar. Dit programma omvat zes interventiestudies die gefaseerd zullen worden uitgevoerd. De groene interventies die zullen worden onderzocht zijn onder meer een tuinpaviljoen voor chemo-behandelingen, een groene kas, een beweegprogramma in het groen, arrangement voor wandelcoaching, en een groene inrichting van de afdeling geriatrie. De resultaten van deze studies zullen worden betrokken in het plan Monnikenberg, een plan voor realisatie van een nieuw zorgpark, nieuwe woonvormen en natuurontwikkeling in het gebied Monnikenberg rond de locatie van Tergooi in Hilversum. Naast het wetenschappelijk onderzoek bij Tergooi Ziekenhuis zal een groter kennisnetwerk van ca. 10-15 ziekenhuizen worden gevormd, die hun kennis en ervaringen met de toepassing van groen in een zorgomgeving zullen delen met elkaar en met de groene partners. Gedurende de gehele looptijd van het project kunnen de deelnemende ziekenhuizen aanhaken bij het onderzoekstraject zodra er aanvullende financiering
3/21
beschikbaar komt. Bij enkele van de deelnemende ziekenhuizen, waaronder Ziekenhuis Bernhoven en het St. Elizabeth Ziekenhuis, zullen op korte termijn al wat verkennende onderzoeken worden gestart, uitgevoerd door studenten van de VU onder begeleiding van het projectteam Groene Gezonde Ziekenhuizen. Deze onderzoeken vallen buiten de projectbegroting, maar zijn wel onderdeel van het onderzoeksproject en zullen worden opgenomen op de website en meegenomen in de bredere communicatie rondom het project. - Samenvatting gewenste producten (output per jaar): 1. Vier Engelstalige wetenschappelijke artikelen over de effecten van groene interventies in ziekenhuizen (minimaal 1 artikel per jaar); 2. Vier factsheets met een beschrijving van groene interventies en een samenvatting van de belangrijkste onderzoeksresultaten (1x per jaar); 3. Website: er zal een website worden opgezet en onderhouden waarop alle relevante informatie rondom het project zal worden gedeeld (opzet jaar 1, bijhouden in jaar 24); 4. Twitter-account: via een op te zetten twitter-account zal belangrijk nieuws over groen in en rondom ziekenhuizen verspreid worden (opzet jaar 1: bijhouden in jaar 2-4) 5. Tweejaarlijks symposium waarin de onderzoeksresultaten worden gepresenteerd en ervaringen worden uitgewisseld 6. Excursies: jaarlijks zal een excursie worden georganiseerd binnen het kennisnetwerk om de leden van het kennisnetwerk de mogelijkheid te bieden om elkaar te laten zien wat zij (kunnen) doen rondom het thema groen in en rondom ziekenhuizen - Samenvatting impact op economisch, maatschappelijk en wetenschappelijk gebied: Economische impact: Het onderzoek levert richtlijnen voor een meer effectieve en gerichte inzet van groen in en rond ziekenhuizen, waardoor besparingen op zorgkosten kunnen worden bereikt (bijvoorbeeld door kortere ligduur of hogere arbeidsproductiviteit). Daarnaast kan bij bewezen effectiviteit de afzetmarkt voor groenbedrijven worden uitgebreid door een grotere vraag naar groene producten en diensten vanuit ziekenhuizen. Cofinanciering van groen door ziekenhuizen draagt ook bij aan een meer robuust natuurbeleid waarin minder beslag wordt gelegd op publieke middelen. Maatschappelijke Impact: Door de toenemende verstedelijking raken mensen vervreemd van de natuur en natuurorganisaties hebben steeds meer moeite om kwetsbare doelgroepen zoals ouderen, kinderen en lager opgeleiden te bereiken. Samenwerking met ziekenhuizen biedt een entree naar nieuwe doelgroepen. Positieve ervaringen met de helende werking van natuur in het ziekenhuis kunnen het draagvlak voor natuur in de samenleving vergroten. Daarnaast voorziet het project ook in de groeiende maatschappelijke vraag naar vernieuwende, kwalitatief hoogwaardige, betaalbare gezondheidszorg. Wetenschappelijke Impact De bestaande kennis over een positieve relatie tussen groen en gezondheid betreft met name correlationeel bevolkingsonderzoek en experimenten onder gezonde proefpersonen. Onderzoek met klinische populaties in of bij ziekenhuizen, is nog schaars, zeker in Nederland. Dit project leidt tot een uitbreiding van de evidence base voor de relatie tussen groen en gezondheid met resultaten van klinisch onderzoek.
4/21
B.
Projectgegevens uitvoering -
Doelstelling/visie: Wat wordt beoogd; waartoe moet het initiatief leiden: (nieuw marktconcept, nieuwe werkwijze, product, proces en /of dienst); Zowel vanuit de ziekenhuis- als de groenwereld is sprake van groeiende aandacht voor het inzetten van groen in en rondom ziekenhuizen. Marketing, onderscheidend vermogen en intrinsieke motivatie aan de zorgkant spelen daarbij een grote rol. Aan de zijde van groene organisaties en bedrijven zijn draagvlak voor natuur, vermarktbare groene interventies en verbinding met natuur belangrijke redenen om aandacht te besteden aan groen in ziekenhuizen. Toch wordt groen in en rondom ziekenhuizen nog niet op grote schaal toegepast. Dit heeft verschillende oorzaken. Ten eerste staat de ontwikkeling van groene interventies die toegepast kunnen worden in ziekenhuizen nog in de kinderschoenen. Er is behoefte aan praktische kennis over de toepassing van groen in en rondom ziekenhuizen. Een tweede belemmering voor het inzetten van groen is het gebrek aan wetenschappelijke kennis over de meerwaarde van groen in en rond ziekenhuizen. Op dit moment wordt de relatie tussen natuur en gezondheid vooral ondersteund door correlationeel bevolkingsonderzoek en experimenten onder gezonde proefpersonen. Onderzoek met klinische populaties in of bij zorginstellingen, is nog schaars, zeker in Nederland. Aangezien de medische wereld vaak evidence based werkt kan dit gebrek aan kennis ertoe leiden dat ziekenhuizen het niet aandurven om met groen aan de slag te gaan. Met dit project willen we deze kennis gaan generen. Bovendien willen we de deelnemende partners stimuleren tot meer samenwerking en kennisuitwisseling. Samenvattend kunnen de doelstellingen van het project als volgt worden omschreven: 1. Onderzoek naar de effectiviteit van groene interventies in en rondom ziekenhuizen in relatie tot de gezondheid en het welbevinden van patiënten, personeel en bezoekers; 2. Opzetten van een kennisnetwerk waarin stakeholders hun ervaringen kunnen delen en waarin aangezet wordt tot langdurige samenwerking tussen groene organisaties en ziekenhuizen. Om deze doelen te realiseren wordt het project opgesplitst in een onderzoekstraject en netwerkactiviteiten. De twee activiteiten zullen parallel worden uitgevoerd, waarbij gestreefd wordt naar zo veel mogelijk uitwisseling van kennis en resultaten.
Begrenzing/scope: wat gebeurt er nog wel binnen de scope van het project, wat gebeurt er niet binnen de scope van het project; Het onderzoek richt zich voornamelijk op nieuw aan te leggen en/of te ontwikkelen groene interventies in en rond ziekenhuizen. Bestaande groenvoorzieningen kunnen eventueel ook meegenomen worden indien hier vanuit het ziekenhuis en/of groene partner interesse voor is, en de resultaten inzichten kunnen leveren die relevant zijn voor toekomstige interventies. De aanleg en ontwikkeling en het onderhoud van groene interventies wordt zoveel mogelijk vanuit bijdragen van private partners bekostigd Figuur 1 geeft een overzicht van de verschillende soorten groene interventies die in aanmerking komen voor het onderzoek. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen: o omgevingsinterventies, d.w.z. fysieke ruimtelijke ingrepen zoals de aanleg van een tuin, en gedragsinterventies, d.w.z. groene behandelmethoden zoals een groen beweegprogramma in de natuur. o interventies zoals groene wanden waarbij het groen vooral een rustgevende achtergrondfunctie heeft (groen als decor) en interventies zoals tuintherapie waarbij de gezondheidsfunctie van het groen voorop staat (groen als medicijn).
5/21
Niet-groene interventies en groene interventies die niet tot doel hebben de gezondheid en / of het welbevinden te bevorderen vallen buiten de scope van dit programma. Het onderzoek richt zich specifiek op ziekenhuizen, er zullen geen onderzoeken worden uitgevoerd in andere typen zorginstellingen. Het kennisnetwerk richt zich specifiek op initiatieven en onderzoeken die binnen het project worden opgeleverd. Het zal niet alle activiteiten in Nederland op dit gebied bijhouden.
-
Kennis- en innovatieopgaven: Omschrijf zorgvuldig de kennis- en innovatieopgaven die in het project worden beantwoord gerelateerd aan de beoogde innovatie en de reeds beschikbare kennis. Maak daarbij een onderscheid (waar van toepassing) in kennisvragen die worden opgepakt in Fundamenteel onderzoek, Strategisch / Toegepast onderzoek en in experimentele ontwikkeling;
Er is de laatste jaren steeds meer bewijslast gekomen voor een positieve relatie tussen groen en gezondheid (zie voor een samenvatting: IVN &van den Berg, 2012; IVN &Van den Berg , 2013). De bestaande kennis over de relatie betreft met name correlationeel bevolkingsonderzoek en experimenten onder gezonde proefpersonen. Er is nog maar weinig onderzoek met klinische populaties in of bij zorginstellingen, zeker in Nederland. Uit buitenlands onderzoek blijkt dat er een aantal aandoeningen/ klachten is waarvan verwacht kan worden dat er potentieel veel gezondheidswinst behaald kan worden met groen. Het betreft de aandoeningen pijn, stress, depressie, cognitieve problemen, dementie en lichamelijke inactiviteit. Het is echter onbekend welke groene interventies er beschikbaar zijn voor deze verschillende aandoeningen, en hoe deze er precies uit zouden moeten zien om een optimaal gezondheidseffect te bereiken. Er is wel ervaringskennis aanwezig bij ziekenhuizen en groene organisaties, maar deze kennis is slecht ontsloten en wordt nauwelijks gedeeld, waardoor men onvoldoende van elkaar leert. Tegen deze achtergrond kunnen de volgende kennis- en innovatieopgaven worden geformuleerd:
6/21
Het versterken van de evidence-base voor een relatie tussen groen en gezondheid met meer klinisch relevant onderzoek. Hier gaat het om kennisontwikkeling op het gebied van: ontwikkelen van geschikte onderzoeksdesigns; selectie meetinstrumenten; werving proefpersonen; inzet medisch personeel in onderzoek; ethische vraagstukken rondom groenonderzoek in ziekenhuizen; praktische uitvoerbaarheid. Het vertalen van wetenschappelijke evidence en praktijkervaringen naar richtlijnen voor optimaal effectieve groene interventies in en rond ziekenhuizen. Vragen zijn onder andere: welke groene interventies zijn geschikt voor welke patiëntgroepen; hoe kan groen optimaal worden aangelegd en ingericht; hoe stimuleren dat het groen ook daadwerkelijk gebruikt wordt; do’s en don’ts; identificatie randvoorwaarden en eventuele risico’s van toepassing van groen in en rond ziekenhuizen. Directie, personeel en gebruikers van ziekenhuizen mobiliseren tot meer betrokkenheid bij groen en tot meer gebruik ervan. Vraagstukken hebben onder meer betrekking op: het informeren van ziekenhuisdirecties over het beschikbare groenaanbod; medisch personeel bewust maken van meerwaarde van groen in de zorg; identificeren van mogelijkheden om groen in te brengen in bouw- en renovatieplannen; communicatiestrategieën om gebruikers van ziekenhuizen te informeren over aanwezige groenvoorzieningen. Het versterken van de samenwerking en kennisuitwisseling tussen ziekenhuizen en groene organisaties. Hier liggen vragen zoals: het identificeren van adequate samenwerkingsverbanden; het creëren van gemeenschappelijkheid; de rol van de topsector T&U; verdeling van kosten en baten over partijen; belemmerende wet- en regelgeving.
- Wat levert het initiatief op voor de betrokken bedrijven en instellingen? (in afrekenbare deliverables) Groene sector Een netwerk waarin groenpartijen hun expertise in kunnen zetten ter verbetering van de kwaliteit van de zorg in ziekenhuizen, en waar ze kennis kunnen nemen van de wensen en ervaringen van gebruikers. Capaciteit voor onderzoek naar de effectiviteit van groene interventies die door groenpartijen in en rondom ziekenhuizen worden toegepast. Adviezen voor aanpassing en verbetering van groene interventies voor optimale toepassing in ziekenhuizen. Uitbreiding van de afzetmarkt met ziekenhuizen in Nederland en daarbuiten. Versterking van het maatschappelijke belang van de sector. Bereik van nieuwe doelgroepen, vergroten van het draagvlak voor natuur en tuinbouwproducten. Nieuwe kansen voor cofinanciering van natuur en het vermarkten van ecosysteemdiensten.
Ziekenhuizen: Een netwerk waarin ze hun kennis over de inzet van groen voor gezondheid kunnen uitdragen en nieuwe kennis kunnen halen. Mogelijkheden voor wetenschappelijk personeel om mee te werken aan wetenschappelijke publicaties over gezondheidseffecten van groene interventies in en rondom het ziekenhuizen
7/21
Richtlijnen voor effectieve groene interventies die kunnen leiden tot een verbetering van de gezondheid en het welbevinden van patiënten, medewerkers en bezoekers, een grotere klanttevredenheid en kostenbesparingen. Versterking van het (groene) imago en de concurrentiepositie van het ziekenhuis, zoals dit onder andere naar voren komt in artikelen de regionale en landelijke media.
-
Heeft het initiatief uitstraling naar de hele sector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen, delen daarvan of andere sectoren (cross overs) Het project onderstreept het maatschappelijke belang van groen voor gezondheid en heeft daarmee een grote uitstraling naar de sector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. De inzichten uit het project zijn relevant voor een belangrijk gedeelte van de Topsector Tuinbouw & Uitgangsmaterialen. Zo vergroot het de afzetmarkt van producenten van boomkwekerijproducten en plantmateriaal voor de gebouwde omgeving (binnen en buiten) en bedrijven die groen voor gemeenten, bedrijven en particulieren ontwerpen, aanleggen en onderhouden. Het project heeft ook een duidelijke uitstraling naar de Topsector Life Sciences & Health waar, net als binnen dit project, het vinden van zorgoplossingen die de kwaliteit van leven vergroten en het leveren van toegankelijke en betaalbare zorg centraal staat. Daar waar de gewenste interventies zich ook richten op stadslandbouw en voeding is er ook een link met de Topsecor Agro&Food.
-
Motivering hoe het voorstel / de PPS bijdraagt aan de ambities in de Uitvoeringsagenda Tuinbouw & Uitgangsmaterialen; Door de gekozen publiek-private samenwerking tussen ziekenhuizen, groenbedrijven, natuurorganisaties en wetenschappelijke partijen ontstaat een geoliede kennisketen waarin kennis vanuit de groene praktijk via korte lijnen in de ziekenhuiswereld geïntegreerd kan worden. De partijen leren elkaar intensief kennen gedurende de jaren dat het project loopt en kunnen daarom optimaal kennis nemen van elkaars mogelijkheden, wensen en behoeften. Daarmee sluit dit project prima aan bij de toenemende vraag om markt- en vraaggericht te produceren. Hiernaast versterkt het project de internationale concurrentiepositie van de sector. De praktische kennis rondom het inzetten van groen in en rondom ziekenhuizen is schaars. Er zijn veel ideeën over hoe groen ingezet kan worden, maar wereldwijd zijn bij ons weten geen grootschalige publiek private samenwerkingen opgezet om te komen tot effectieve innovatieve vermarktbare groene interventies. De ontwikkelde interventies kunnen dan ook niet alleen nationaal veel impact hebben, maar kunnen ook internationaal tot interesse en opdrachten leiden. Ook kunnen de onderzoeksresultaten voor de EU aanleiding zijn om een dergelijk programma ook EUbreed op te zetten. De internationale impact wordt nog versterkt door de Engelstalige wetenschappelijke publicaties die vanuit het project zullen worden opgeleverd.
- Bij welk innovatie thema(s) en prioriteit(en) sluit het aan; Het project sluit naadloos aan bij het innovatiethema ‘gezondheid en welbevinden’. In dit project is er bewust voor gekozen om ons te richten op innovatieve ontwikkelingen in de ‘cure’ sector. Volgens het Nationaal Kompas Volksgezondheid zijn de zorgkosten sinds 1999 bijna verdubbeld (RIVM, 2014). De kosten zullen naar verwachting de komende jaren verder gaan stijgen. Met name in de ziekenhuissector is nog een hoop winst te behalen als het gaat om beperking van de zorgkosten. Met behulp van de in het project ontwikkelde groene interventies kan mogelijk een rem worden gezet deze voortdurend stijgende zorgkosten, een belangrijk doel van het innovatiethema ‘gezondheid en welbevinden’. Bovendien draagt het project bij aan het geluk en welbevinden van de bevolking, in het bijzonder die van patiënten, personeel en 8/21
bezoekers van ziekenhuizen. Middels het project zal tevens een bijdrage worden geleverd aan de kwantificering van de functionele waarde van groen. Ook is er ruimte voor het ontwikkelen en implementeren van integrale groenconcepten. organis - Wat is de economische meerwaarde van het initiatief; De economische meerwaarde uit zich onder andere in het identificeren van mogelijkheden voor besparing van zorgkosten, het vergroten van de afzetmarkt voor tuinbouwproducten, en het aantrekken van nieuwe partners uit de ziekenhuiswereld voor cofinanciering van natuur en groen. - Wat is de maatschappelijke meerwaarde van het initiatief; De maatschappelijke meerwaarde manifesteert zich in het verbinden van moeilijk bereikbare doelgroepen met natuur en het vergroten van draagvlak voor natuur. Daarnaast voorziet het project ook in de groeiende maatschappelijke vraag naar vernieuwende, kwalitatief hoogwaardige en betaalbare gezondheidszorg Zowel vanuit economisch als maatschappelijk oogpunt snijdt het mes aan twee kanten: betaalbare zorg van hogere kwaliteit, en betaalbaar, hoogwaardig groen voor meer mensen.
- Wat is de wetenschappelijke meerwaarde van het initiatief; De wetenschappelijke meerwaarde van het project ligt vooral in de uitbreiding van de evidence base voor een relatie tussen groen en gezondheid met klinisch relevant onderzoek. Er zijn op dit moment wel sterke aanwijzingen uit onder andere experimenten met gezonde proefpersonen dat groen een positief effect heeft op de gezondheid, maar er is nog nauwelijks onderzoek gedaan met patiëntgroepen. Over het algemeen wordt een medicijn of interventie pas als bewezen effectief beschouwd als de gezondheidseffecten ervan ook zijn aangetoond middels gecontroleerd onderzoek in patiëntenpopulaties. Het voorgestelde onderzoek speelt dus in op een belangrijk hiaat in de wetenschappelijke kennis over groen en gezondheid.
C.
Aanpak & tijdpad onderzoek
Welke aanpak wordt gekozen voor de uitvoering van het onderzoek; Het project bestaat uit een onderzoekstraject een kennisnetwerk, die als volgt zullen worden aangepakt en uitgevoerd: Het onderzoekstraject In en rondom het Tergooi Ziekenhuis zullen in de loop van vier jaar vijf interventie studies worden uitgevoerd. Hiernaast zal bij het Reinier de Graaf Gasthuis in samenwerking met de initiatiefnemers IVN en NME centrum De Papaver onderzoek gedaan worden naar de effecten van de door IVN ontwikkelde natuurontdekker (zie bijlage 1 voor een overzicht van onderzoeksopties). Hierbij zal gebruik worden gemaakt van diverse onderzoeksdesigns, zoals randomized controlled trials, prospectief voor- na onderzoek en post-occupancy evaluation. Het onderzoek levert inzicht in de meerwaarde van een groene omgeving voor de gezondheid en het welzijn van verschillende groepen patiënten, zoals oncologie patiënten, longpatiënten, en hartpatiënten. Door verschillende groene condities op te nemen kunnen per doelgroep richtlijnen worden opgesteld voor een optimale groene inrichting/beplanting. Naast het onderzoek bij Tergooi en Reinier de Graaf worden in enkele andere ziekenhuizen samen met
9/21
studenten van de VU pilot studies uitgevoerd. Zo loopt op dit moment bij het St. Elizabeth Ziekenhuis in Tilburg een pilot o.l.v. Jolanda Maas naar de waardering van een groen uitzicht door patiënten die nierdialyse ondergaan. Bij ziekenhuis Bernhoven zal nagegaan worden of een onderzoek rondom Biowalking (wandelingen in de natuur voor mensen met een chronische ziekte) opgezet kan worden. Bij positieve resultaten zal samen met het ziekenhuis en groene partners worden gezocht naar financiering voor vervolgonderzoek waarmee gezondheidseffecten van groen steviger kunnen worden onderbouwd. Het kennisnetwerk Het kennisnetwerk Groene Gezonde Ziekenhuizen is een platform en informatiepunt voor en door ziekenhuizen en groene partners. De kern van het kennisnetwerk wordt gevormd door een website waar deelnemende organisaties zich kunnen presenteren met aansprekende groene projecten en initiatieven. De website geeft een actueel overzicht van relevante nieuwe publicaties en activiteiten uit binnen- en buitenland. Via factsheets worden de deelnemers op de hoogte gehouden van lopend onderzoek rondom groene interventies in ziekenhuizen. Het betreft een open kennisnetwerk wat inhoudt dat gedurende het project geïnteresseerden ziekenhuizen en andere stakeholders zich bij het netwerk kunnen voegen. Op die manier kan de vanuit het project verkregen kennis, en mede de kennis van de betrokken partijen op een brede manier verspreid worden waardoor de implementatie optimaal kan worden bewerkstelligd. Vanuit het kennisnetwerk zullen de volgende activiteiten georganiseerd worden: Website Twitter account Een tweejaarlijks symposium Excursies voor deelnemende organisaties Welke activiteiten zijn nodig (geef daarbij ook een fasering aan); Wat is de globale planning van de uitvoering van het onderzoek en daaraan gerelateerde beslismomenten (fasering activiteiten uitzetten tegen de tijd)? Neem de gehele looptijd van het project hierbij in beschouwing. Het project zal lopen van juni 2015 tot en met mei 2019. De interventie studies bij Tergooi zullen in de eerste twee jaar gefaseerd worden opgestart met een tussenperiode van enkele maanden en een doorlooptijd van 1-2 jaar (afhankelijk van het type studie). In onderstaande tabel is terug te vinden welke activiteiten plaats zullen vinden en wat de fasering en planning van deze activiteiten is.
Globale planning onderzoek Deelactiviteit Activiteit Onderzoek Tergooi
Datum gereed
1. Chemotuin 2. Groen bewegen
mei 2016 december 2016
3. De groene kas
mei 2017
4. Groen op de afdeling geriatrie
december 2017
5. Wandelcoaching
mei 2018
Onderzoek RdG
6. Natuurontdekker
Oktober 2016
Kennisnetwerk
1. Website
december 2015
2. Twitter account
augustus 2015
3. Symposium
mei 2017/mei 2019
4. Excursie
jaarlijks
5. Factsheet
volgend op deelstudies 10/21
D.
Organisatie
- Waarom heeft u gekozen voor de genoemde onderzoeksorganisatie Het onderzoek zal worden gecoördineerd door twee senior onderzoekers van respectievelijk de VU Universiteit (Dr. J. Maas) en Bureau Natuurvoormensen (Prof. Dr. A.E. van den Berg). Jolanda Maas is Senior Onderzoeker bij de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) Ze doet nu al ongeveer tien jaar onderzoek naar de relatie tussen natuur en gezondheid en heeft daarmee een schat aan kennis en ervaring rondom onderzoek binnen dit thema. Maas zal het onderzoek uitvoeren bij de afdeling Klinische Psychologie van de VU. De afdeling Klinische Psychologie is gespecialiseerd in de evaluatie van interventies ter voorkoming en behandeling van psychische stoornissen en beschikt over talloze medewerkers met methodologische en statistische kennis en vaardigheden op het gebied van klinisch onderzoek. Vanuit de VU maakt Dr. K. (Karin) Tanja-Dijkstra als postdoc onderzoeker deel uit van het onderzoeksteam. Agnes van den Berg is bijzonder Hoogleraar Beleving en Waardering van Natuur en Landschap bij de Rijksuniversiteit Groningen. Zij geldt als de grondlegger van het onderzoek naar natuur en gezondheid in Nederland. Van den Berg zal het onderzoek uitvoeren via haar eigen bureau Natuurvoormensen, een zelfstandig onderzoeksbureau dat zich onderscheidt door kleinschalig, kwalitatief hoogwaardig onderzoek op het gebied van natuurbeleving en natuur en gezondheid. Het is de ambitie van de VU om gedurende drie jaar een promovendus aan te stellen op het project. De promovendus zal meedraaien in alle onderzoeken en tevens aanvullend eigen studies opzetten en uitvoeren. Voor de promovendus zal aanvullende financiering gezocht worden.
- Beschrijf de rol/ activiteiten van alle deelnemers Binnen dit project zijn verschillende deelnemers actief, Het betreft ziekenhuizen, groenleveranciers, natuurorganisaties (terreinbeheerders en vrijwilligersorganisaties), landschapsarchitecten, en onderzoeksorganisaties. Hieronder is hun rol nader beschreven: 1. Ziekenhuizen: a. Bieden inzicht in wensen en behoefte van het ziekenhuis, b. Bieden ruimte om groene interventies die aansluiten bij hun behoeften uit te voeren c. Werken mee aan interventies en zetten personeel om te assisteren bij de uitvoering van het onderzoek d. Leveren een actieve bijdrage aan het kennisnetwerk 2. Groenleveranciers: a. Zijn verantwoordelijk voor de aanleg en ontwikkeling van de groene interventies in en rondom ziekenhuizen. b. Delen hun kennis over de laatste ontwikkelingen in de wereld van de groene interventies met ziekenhuizen. c. Werken indien nodig mee aan de onderzoeken d. Leveren een actieve bijdrage aan het kennisnetwerk 3. Terreinbeheerders/ Natuurorganisaties: a. Bieden inzicht in hun wensen en behoefte t.a.v. samenwerking met groenpartijen en ziekenhuizen b. Stellen indien mogelijk hun gebied open voor patiënten, personeel en bezoekers van ziekenhuizen en bieden ruimte voor groene interventies c. Stellen medewerkers (bijv. boswachters) beschikbaar voor begeleiding van natuuractiviteiten d. Leveren een actieve bijdrage aan het kennisnetwerk 4. Natuurvrijwilligersorganisatie (IVN)
11/21
a. Coördinator kennisnetwerk b. Organisatie excursies 5. Onderzoeksorganisaties: zijn verantwoordelijk voor het uitvoeren van gedegen wetenschappelijk en ethisch verantwoord onderzoek. -
Beschrijf de expertise en het niveau die voor de uitvoering van het onderzoek nodig zijn
Voor de uitvoering van het onderzoek is de volgende expertise benodigd: -
Algemene expertise op het gebied van omgevingspsychologie en gezondheidswetenschappen. Kennis van de wetenschappelijke literatuur rondom natuur en gezondheid. Kennis en vaardigheden op het gebied van experimenteel onderzoek in ziekenhuizen (random controlled trials), inclusief methodologische en statistische expertise. Praktische kennis omtrent het opzetten en begeleiden van groene interventies Sectorale kennis over groenvoorzieningen en tuinbouwproducten die geschikt zijn voor toepassing in en rond ziekenhuizen. Ervaring met het coördineren en begeleiden van grote onderzoeksprojecten en samenwerkingsverbanden. Communicatieve vaardigheden. Beoogde begeleiding van de samenwerking inclusief de betrokkenheid van het bedrijfsleven en de overheid;
Het hier beschreven project is één van de projecten binnen het (koepel)programma ‘Groen voor een gezonde leef-, woon- en werkomgeving’. iVerde en FloraHolland stellen voor dit programma gezamenlijk een programmacommissie in, bestaande uit het iVerde bestuur en twee vertegenwoordigers van FloraHolland. De programmacommissie ziet toe op de uitvoering van de activiteiten binnen het PPS-programma. Besluitvorming in de programmacommissie vindt plaats op basis van gelijkwaardigheid van de vertegenwoordigers van de partijen. Het kernteam van dit programma (programmamanager + vertegenwoordiging FloraHolland en iVerde + vertegenwoordiging onderzoek) installeert binnen één maand na goedkeuring van een projectvoorstel een begeleidingscommissie (BC) voor dit project. De BC bestaat uit minimaal twee ondernemers vanuit de groene sector, één of meer vertegenwoordigers vanuit de betrokken kennisinstelling(en) en een lid van het kernteam. Het project wordt uitgevoerd in overleg met de BC; belangrijke aandachtspunten daarbij zijn de projectplanning, de voortgang en de inhoudelijke kwaliteit. Bij de samenstelling van de BC wordt iemand vanuit de wetenschap en iemand vanuit het bedrijfsleven aangewezen voor de inhoudelijke kwaliteitsborging. De begeleidingscommissie informeert het kernteam van het programma (KT) indien zaken op belangrijke punten anders lopen dan gepland. Indien noodzakelijk agendeert het KT dit bij de PC die in overleg met de BC bindende besluiten kan nemen met betrekking tot de voortgang van het project. Een gedetailleerdere beschrijving van de organisatie is beschreven in Bijlage 3 van de samenwerkingsovereenkomst. Daar waar de beschrijving in deze bijlage daarvan afwijkt, gelden de afspraken zoals verwoord in de Samenwerkingsovereenkomst en in Bijlage 3 daarbij.”
Beschrijf hoe de volgende aspecten zijn geregeld: • Inhoudelijke kwaliteitsborging • Proces-en voortgangsbewaking • Besluitvorming zoals bij go/no go momenten (zie tijdpad) 12/21
Zie onder het voorgaande punt (beoogde begeleiding/governance van de samenwerking) E. Communicatie De afspraken rond communicatie van de resultaten zijn vastgelegd in artikel 8 van de Samenwerkingsovereenkomst. Daar waar de beschrijving in deze bijlage onder E. Communicatie daarvan afwijkt, gelden de afspraken zoals verwoord in de Samenwerkingsovereenkomst.”
Beschrijf de beoogde communicatie en doorwerking naar doelgroepen: hoe en wanneer (globaal) wordt er met welke doelgroepen gecommuniceerd en door wie. Afspraken hierover worden in het project agreement vastgelegd. Plaatsing van werkplan-samenvatting en resultaten op Kennisonline of andere publiek toegankelijke websites vallen daar ook onder; Wanneer is sprake van goede doorwerking van kennis naar de doelgroepen, relateer dat aan de ambities beschreven onder “doel”; Intellectueel eigendom. Is dat bij de PPS relevant? Zo ja, welke globale afspraken moeten hierover gemaakt worden?
De communicatie met de partners in het consortium zal gebeuren via het kennisnetwerk (Zie onderdeel C voor werkwijze en communicatiemiddelen). De bredere doelgroepen (niet deelnemende ziekenhuizen, de zorgsector in het algemeen, groenbedrijven, beleidsmakers, politici etc) zullen geïnformeerd worden over het project middels: Factsheets met een beschrijving van groene interventies (bij aanvang studie) en samenvatting van de belangrijkste bereikte resultaten (1 a 2 per jaar); Website: er zal een website worden opgezet en onderhouden waarop alle relevante informatie rondom het project zal worden gedeeld (opzet jaar 1, bijhouden in jaar 24); Twitter-account: via een op te zetten twitter-account zal belangrijk nieuws over natuur in en rondom ziekenhuizen verspreid worden (opzet jaar 1: bijhouden in jaar 24). Interviews en artikelen in de media: De betrokken onderzoekers zullen actief de publiciteit zoeken en de resultaten van het onderzoek uitdragen via bijv. interviews in kranten en tijdschriften. De doorwerking naar doelgroepen zal worden afgeleid aan indicatoren zoals het aantal bezoekers van de website, aantal volgers op twitter, downloads van de factsheets, en aantal interviews/artikelen voor kranten en tijdschriften. Intellectueel eigendom Kennis die bedrijven en kennisinstellingen vooraf inbrengen blijft hun eigendom. De binnen de projecten van dit programma ontwikkelde kennis wordt altijd ter beschikking gesteld van de gehele sector, maar in het project participerende bedrijven kunnen als eerste over deze kennis beschikken. F.
Bijlage(n) Projectbegroting en financieel commitment; Alle bedragen zijn exclusief BTW (met uitzondering van tabel 2). Op deze begroting worden eventuele toekenningen van publieke middelen gebaseerd. De publieke bijdrage is per categorie onderzoek anders gemaximeerd. Indien uw project uit meerdere fases bestaat die niet allemaal onder dezelfde categorie onderzoek vallen, dient u per categorie een aparte tabel in te vullen;
13/21
Wanneer u kiest voor inzet van DLO in uw project, begroot u deze in tabel 1 exclusief BTW, en in tabel 2 Inclusief BTW; Houdt u bij het begroten van personeelskosten rekening met de toegestane berekeningsmethoden. Zie daarvoor het Kaderbesluit EZ subsidies (Hoofdstuk 4: Subsidiabele kosten). NB. Zie pagina’s hierna voor de in te vullen tabellen
14/21
Tabel 1: Begroting en financieel commitment project in k€ In k€ Onderzoek in de categorie Personele kosten Onderzoekers Overig
Totaal personeel Materiële kosten Materialen onderzoek Kennisnetwerk (IVN)
X Industrieel onderzoek
VU Universiteit Natuurvoormensen iVerde/Flora Holland Tergooi IVN
Onderzoeksbureaus (o.a. printkosten vragenlijsten, proefpersoongelden) Website, factsheet, symposia, excursies
Totaal materieel Totaal Kosten
2015
2016
2017
2018
Totaal
30 40 7 16 5
102 60 7 32 5
96 60 7 35 5
67 60 7 42 5
295 220 28 125 20
98
206
203
181
688
5
5
5
5
20
10
5
5
10
30
15
10
10
15
50
113
216
213
196
738
23
39
42
49
233
50
70
70
75
265
30
97
101
57
240
113
216
213
196
738
Financiering Totaal bijdrage bedrijven in kind (tabel 4) Totaal bijdrage bedrijven cash (tabel 3) Gevraagde publieke financiering T&U Subtotaal Financiering EXCLUSIEF BTW Totaal
Tabel 2. Specificatie gevraagde DLO capaciteit in k€, inclusief BTW N.v.t.
15/21
Tabel 3. Specificatie in cash private bijdragen1in k€ Naam Partner T.b.v. welke 2015 2016 erkende onderzoeksinstelling Goois VU 10 10 NatuurReservaat Tergooi Ziekenhuis VU 25 45 Iverde VU 5 5 Flora Holland VU 10 10 Subtotaal Financiering EXCLUSIEF BTW 50 70 Totaal
2017
2018
Totaal
10
30
45 5 10
60 5 10
175 20 40
70
75
265
Alle cash bijdragen worden uitgekeerd aan de VU als hoofdaannemer, Natuurvoormensen en IVN zijn onderaannemers in het project. 1
Tabel 4. Specificatie in kind private bijdragen in k€ omvang, aantallen uren of andere kwantificering Naam Partner 2015 2016 Tergooi 16 32 NatuurvoorMensen 15 15 IVN 5 5 iVerde 2 2 Flora Holland 5 5 Subtotaal Financiering EXCLUSIEF BTW Totaal 43 59 Alle in kind bijdragen betreffen personele inzet (uren)
2017 35 15 5 2 5
2018 42 15 5 2 5
Totaal 125 60 20 8 20
62
69
233
Invulinstructie: Vul de tabel hiervoor in, zowel wat betreft de kosten als wat betreft de financiering. Geef vervolgens ook aan (in k€) welke partijen inzet gaan plegen om het onderzoek en/of de experimentele ontwikkeling uit te voeren (i.e. de verdeling van alle kosten over de uitvoerende partijen). Specificeer de inzet van de partijen die het onderzoek gaan uitvoeren in euro’s en maak daarbij ook het onderscheid in de kosten voor de inzet van onderzoekers, materiële kosten, investeringen in apparatuur en overige kosten. Voor initiatieven die in 2014 of eerder zijn gestart, geef ook aan wat de inzet in 2014 is. Maak zo nodig een afzonderlijke tabel voor ‘koepel-activiteiten’ en specifieke (deel-) projectactiviteiten binnen het project of wanneer activiteiten sterk verschillen in karakter (bv. onderzoek versus promotie, activiteiten waar met name een beroep wordt gedaan op publieke middelen versus daar waar met name een beroep wordt gedaan op private middelen) Toelichting op begroting (kosten, financiering en inzet onderzoeksorganisatie): Licht opgestelde deelbegrotingen apart toe (bijvoorbeeld koepel / deelprojectactiviteiten). Geef een toelichting wanneer de gevraagde publieke inbreng gedurende de looptijd van de PPS geleidelijk groeit (gerelateerd aan de activiteiten, fasering en deliverables).
16/21
Bijlage 1. Onderzoeksprojecten 1.1. Tergooi en GNR Met Tergooi en GNR is in de voorfase van de start van het programma verkend wat de behoeften en knelpunten in bestaande behandeltrajecten zijn, welke mogelijkheden er liggen voor het opzetten en evalueren van groene concepten, en welke doelgroepen en behandeltrajecten het meest in aanmerking komen voor onderzoek. Uit deze verkenning kwamen vijf onderzoeksopties naar voren: 1. De chemotuin 2. Bewegen in het groen 3. De groene kas 4. Groen op de afdeling geriatrie 5. Wandelcoaching Deze vijf opties worden hieronder kort toegelicht. 1: De chemotuin DOEL: Inzicht krijgen in de effecten van een tuinpaviljoen op het welzijn en de beleving van patiënten tijdens een chemobehandeling. OPZET: Prospectief voor-na onderzoek DEELNEMERS: Patiënten die op de afdeling oncologie een langdurige adjuvante of palliatieve chemobehandeling voor kanker ondergaan. METHODE: In een periode van ongeveer 3 maanden voorafgaand aan de bouw van het tuinpaviljoen (voormeting) krijgen alle patiënten die een chemokuur volgen één keer een vragenlijst uitgereikt die ze tijdens de behandeling in kunnen vullen. Nadat het paviljoen is gerealiseerd volgt een tweede meetperiode (nameting), waarin wederom alle patiënten die in die periode een chemokuur krijgen een vragenlijst invullen. Het onderzoek richt zich op patiënten die zowel aan de voor- als aan de nameting hebben meegedaan. Dit betreft voornamelijk patiënten die een langdurige, adjuvante therapie voor borstkanker of darmkanker ondergaan. HYPOTHESE: Verwacht wordt dat patiënten die de tweede behandeling in het paviljoen ondergaan meer verbetering in welzijn en beleving t.o.v. de voormeting rapporteren dan patiënten die de tweede behandeling in een reguliere behandelruimte ondergaan. METINGEN: De vragenlijst van de voor- en nameting bevat grotendeels dezelfde vragen over: stemming (Profiles of Mood States), pijnbeleving, stress (Hospital Anxiety and Depression Scale), klimaatbeleving en klimaat gerelateerde klachten, waardering van de behandelruimte en het uitzicht vanuit de ruimte. OUTPUT: De resultaten zullen worden samengevat in een Nederlandstalige factsheet en een Engelstalig wetenschappelijk artikel in een peer-reviewed tijdschrift.
17/21
2: Bewegen in het groen DOEL: Meer inzicht verkrijgen in de meerwaarde van verschillende typen natuurlijke omgevingen voor de effectiviteit van beweeg- en revalidatie programma’s. OPZET: Random controlled trial DEELNEMERS: Patiënten die deelnemen aan een revalidatieprogramma. De twee grootste groepen waar het onderzoek zich op richt zijn longpatiënten (patiënten met een chronische longaandoening zoals COPD, astma, bronchiëctasieën of longfibrose die matige of ernstige klachten ervaren in het dagelijks leven en die beperkt worden door de benauwdheid) en hartpatiënten (patiënten met een acuut coronair syndroom, patiënten met stabiele angina pectoris, patiënten die een bypassoperatie of dotterbehandeling hebben ondergaan). METHODE: In samenwerking met het Goois Natuurreservaat en fysiotherapeuten van Tergooi worden op de locaties van Tergooi Hilversum en Blaricum voor de verschillende patiëntgroepen (long & hart) diverse beweegparcours uitgezet, eventueel met eenvoudige houten oefentoestellen. Deelnemers worden, nadat ze toegestemd hebben in deelname aan het onderzoek, op basis van toeval toegewezen aan een revalidatieprogramma in een natuurlijke of in een niet-natuurlijke omgeving. METINGEN: Aan het begin van revalidatieprogramma worden door een revalidatiecoördinator een aantal screeningsinstrumenten afgenomen. Aan het eind van het programma worden deze instrumenten opnieuw afgenomen, zodat kan worden bepaald in hoeverre de revalidatiedoelen zijn bereikt. Voor hartpatiënten gaat het bijvoorbeeld om: Objectief inspanningsvermogen (met een inspanningstest), subjectief fysiek functioneren (met de KVL-H), het emotioneel functioneren, inclusief angst en depressie (met bijv. de HADS), het sociaal functioneren (met bijv. de ESSI), en het cardiovasculair risicoprofiel (met de systolische bloeddruk, de BMI en middelomtrek). Daarnaast worden veranderingen in risicogedrag in kaart gebracht met instrumenten zoals de Monitor Bewegen en Gezondheid. Andere mogelijke indicatoren zijn uitval, programmatrouw en plezier in bewegen. HYPOTHESE: Verwacht wordt dat patiënten die de bewegingsonderdelen van hun revalidatieprogramma uitvoeren in een natuurlijke omgeving meer verbetering vertonen op revalidatiedoelen dan patiënten die deze onderdelen in een sportruimte uitvoeren. OUTPUT: De resultaten zullen worden samengevat in een Nederlandstalige factsheet en een Engelstalig wetenschappelijk artikel in een peer-reviewed tijdschrift.
3: De Groene Kas DOEL: Het gebruik en de waardering van de Groene Kas in kaart brengen en evalueren in hoeverre de Groene Kas aansluit bij de wensen en behoeften van gebruikers. OPZET: Post-Occupancy Evaluation (POE) DEELNEMERS: Gebruikers van de Groene Kas (patiënten, bezoekers en personeel). METHODE: Nadat de voorziening in gebruik is genomen wordt op systematische wijze via vragenlijsten, observaties en diepte-interviews de tevredenheid met de voorziening en het gebruik ervan gemeten, waarbij ook wordt gekeken in hoeverre de voorziening voldoet aan de ontwerpdoelen. De vragenlijst zal gedurende ongeveer één maand worden uitgedeeld aan alle bezoekers van de Groene Kas. Middels aanvullende observaties zal op verschillende dagen en tijdstippen op systematische wijze genoteerd worden welke patronen van gebruik zichtbaar zijn,
18/21
hoe lang bezoekers aanwezig zijn en welke activiteiten zij ondernemen. Tot slot zal met ca. 10 gebruikers een wandelend interview gehouden worden, waarbij men ter plekke commentaar kan geven op het ontwerp. METINGEN: De tevredenheid van de gebruikers zal worden gemeten aan de hand van rapportcijfers, gesloten vragen over diverse aspecten, zoals ruimte, bereikbaarheid, veiligheid, comfort, faciliteiten, interieur, natuurbeleving etc. en open vragen over de sterke en zwakke punten van de voorziening. Observaties zullen worden uitgevoerd met gestandaardiseerde technieken zoals behavior mapping en behavior tracking. De diepte-interviews zullen worden afgenomen aan de hand van een semi-gestructureerd interviewschema. OUTPUT: De resultaten zullen worden samengevat in een Nederlandstalige (digitaal) onderzoeksrapport. In het rapport zullen ook aanbevelingen worden gedaan voor verbetering van het ontwerp op functionele aspecten (veiligheid, bruikbaarheid), gedragsmatige aspecten (sociaal en psychisch welbevinden van gebruikers), en technisch-fysische aspecten (licht, geluid, ventilatie).
4: Groen op de afdeling klinische geriatrie DOEL: Ontwerprichtlijnen opstellen voor een optimale groene inrichting van de afdeling geriatrie, en het evalueren van een pilot implementatie van het ontwerp. OPZET: Literatuurstudie en pilot-evaluatie studie (voor- na onderzoek zonder controlegroep). DEELNEMERS: Patiënten van de afdeling geriatrie. METHODE: In de eerste fase van het onderzoek zal de bestaande, voornamelijk buitenlandse literatuur over het ontwerpen van een ‘healing environment’ voor ouderen worden ontsloten voor Nederlandse ziekenhuizen. Het betreft vooral kennis over ontwerppatronen en plantensoorten die specifieke behoeften van oudere patiënten ondersteunen. In de tweede fase van het onderzoek zullen de ontwerprichtlijnen uit het literatuuronderzoek worden geïmplementeerd in een groeninrichting op (een deel van) de afdeling klinische geriatrie (bijv. de Geriatrische Traumatologie Unit) en geëvalueerd aan de hand van een voor-na onderzoek. METINGEN: De belangrijkste uitkomstmaat is de acute verandering (terugval) in het functioneren tussen het moment van opname tot het moment van ontslag uit het ziekenhuis. Deze terugval wordt in kaart gebracht door middel van gestandaardiseerde vragenlijsten met vragen over dagelijkse activiteiten die de patiënt al dan niet zelfstandig kan uitvoeren (zoals wassen, aankleden, toiletbezoek, verplaatsen van bed naar stoel, eten) aangevuld met vragen over de algemene en psychische gezondheid (Landefeld e.a., 1995). De vragenlijsten worden ingevuld door de oudere in samenspraak met de verpleegkundige en begeleider(s). De terugval zal worden gemeten gedurende een bepaalde periode voorafgaand aan de groene inrichting van de afdeling, en gedurende eenzelfde periode nadat de groene inrichting is gerealiseerd. HYPOTHESE: Verwacht wordt dat het percentage ouderen dat na een ziekenhuisopname een acute terugval in functioneren vertoont na afloop van de groene inrichting lager is dan ervoor. OUTPUT: De resultaten zullen worden samengevat in een Nederlandstalige factsheet en een Engelstalig wetenschappelijk artikel in een peer-reviewed tijdschrift.
19/21
5: Wandelcoaching DOEL: Het ontwikkelen en evalueren van een arrangement voor wandelcoaching in de gebieden van het Goois Natuurreservaat bij Tergooi Hilversum en Blaricum. OPZET: Ontwikkelstudie met pilot evaluatiestudie DEELNEMERS: Het onderzoek richt zich op wandelcoaches die coaching aanbieden voor patiënten van zorginstellingen die gevestigd zijn in de gebieden van GNR, zoals kankerpatiënten, longpatiënten, ouderen met meervoudige aandoeningen, en kinderen met ernstige obesitas en hun familie. METHODE: In samenwerking met het Goois Natuurreservaat en Tergooi wordt een arrangement voor wandelcoaches ontwikkeld. Dit arrangement wordt verder uitgewerkt en ingevuld in overleg met geïnteresseerde wandelcoaches. Door middel van een pilot evaluatie studie wordt de meerwaarde van het arrangement voor de verschillende partijen, waaronder cliënten, wandelcoaches, ziekenhuizen en GNR in kaart gebracht. Vanuit de cliënt gaat het bijvoorbeeld om tevredenheid met het zorgaanbod, vanuit de wandelcoach om werving van cliënten, vanuit het ziekenhuis om de versterking van de psychomedische ondersteuning en vanuit het GNR om de vraag of het arrangement inderdaad leidt tot meer (h)erkenning van de bijdrage van de gebieden van GNR aan gezondheid en welzijn. METINGEN: De evaluatie betreft een mix-methods onderzoek zowel kwantitatieve metingen, bijvoorbeeld van klanttevredenheid en aantallen deelnemers, als kwalitatieve metingen, bijvoorbeeld de inbedding in de organisaties en de aandacht voor het arrangement in de media. OUTPUT: De resultaten zullen worden samengevat in een Nederlandstalige (digitaal) onderzoeksrapport, waarin ook aanbevelingen zullen worden gedaan voor verbeteringen en het al dan niet continueren van het arrangement. 1.2 Reinier de Graaf Gasthuis Een zesde onderzoek zal worden uitgevoerd bij het Reinier de Graaf Gasthuis. Dit onderzoek betreft een evaluatie van de natuurontdekker, een ladenkastje met voorwerpen uit de natuur dat naast het ziekenhuis bed kan worden geplaatst. 6: Natuurontdekker DOEL: Inzicht krijgen in de meerwaarde van de natuurontdekker op de afdeling kindergeneeskunde voor de stemming, het welzijn, en de ligduur van kinderen. OPZET: Natuurlijk experiment DEELNEMERS: Het onderzoek richt zich op kinderen op de afdeling kindergeneeskunde die tijdens hun verblijf in aanraking zijn gekomen met de natuurontdekker. METHODE: De natuurontdekker zal in het Reinier de Graaf Gasthuis door de pedagogisch medewerker aangeboden worden aan kinderen op de afdeling kindergeneeskunde. Voorafgaand aan de aanbieding en daarna zal de stemming van het kind worden gemeten. Hiernaast zal gevraagd worden naar het welzijn. Indien mogelijk zal middels dossieronderzoek nagegaan worden of kinderen die de natuurontdekker aangeboden hebben gekregen minder sterke medicijnen nodig hebben en minder lang in het ziekenhuis hoeven te liggen.
20/21
METINGEN: Het betreft een mix-methods onderzoek met kwantitatieve metingen, bijvoorbeeld van welzijn, positieve gevoelens en tevredenheid over de natuurontdekker, en dossieronderzoek waaruit de ligduur en medicatie wordt afgeleid. OUTPUT: De resultaten zullen worden samengevat in een Nederlandstalige factsheet onderzoeksrapport en indien mogelijk vertaald in een wetenschappelijk artikel.
21/21