De lente in kruissteek I. Borduren op hout - algemeen Dit heb je nodig Voor het bewerken van het hout: - een houten voorwerp om te borduren (zie de gedetailleerde werkbeschrijvingen) - centerpons - standaard boormachine met passende houtboor (de Ø van de boor vind je in de werkbeschrijving) - een zachte houten plank als onderlegger - fijn schuurpapier - geprint patroon - (afplak)tape Zo ga je te werk: 1. Vergroot het borduurpatroon zodat de grootte van de blokjes overeenkomt met de gegevens in de beschrijving. 2. Leg het voorbereide patroon op het gekozen houten voorwerp en zet het rondom met (afplak)tape vast. 3. Markeer met de centerpons de vier hoekpunten van elk gekleurd blokje dat je wilt borduren. 4. Leg een zachte houten onderlegger onder het voorwerp dat je wilt borduren, zet het vast en boor met een boormachine met een houtboortje door het papieren patroon en de gemarkeerde gaatjes. 5. Verwijder het papieren patroon en schuur de achterkant voorzichtig glad. Zo borduur je: Borduur ieder voorgeboord blokje van het telpatroon met de betreffende kleur in kruissteken tot het hele motief klaar is. Knoop de draden goed vast aan de achterkant en knip ze af. II. Het patroon overbrengen op papier en borduren - algemeen Dit heb je nodig Voor het overbrengen van het borduurpatroon op papier: - het voorwerp dat je wilt borduren in papier (dit kan, afhankelijk van het patroon, inpakpapier of een kartonnen kaart zijn) - centerpons of stevige borduurnaald met een punt - een stuk piepschuim als onderlegger - (afplak)tape of gewoon plakband Om te borduren: - borduurnaald met een punt - getwijnd borduurgaren (ongesplitst) bijv. van Anchor
Zo bereid je het papier voor: 1. Vergroot het borduurpatroon zodat de grootte van de blokjes overeenkomt met die grootte in de werkbeschrijving. 2. Leg het voorbereide patroon op het inpakpapier of de kaart en zet het voorzichtig op de hoeken vast. Mocht je met gewoon plakband werken, plak het dan eerst enkele keren op je hand en trek het weer af. Zo verminder je de plakkracht en voorkom je dat het papier of karton tijdens het verwijderen wordt beschadigd. 3. Steek de vier hoekpunten van elk gekleurd blokje dat later wordt geborduurd met de centerpons of met een borduurnaald met punt door (dus door het papieren patroon). 4. Verwijder het papieren patroon. Zo borduur je: Borduur ieder voorgeboord blokje van het telpatroon met de betreffende kleur in kruissteken tot het hele motief klaar is. Knoop de draden aan de achterkant vast, trek ze echter niet te strak aan en knip ze af. De gedetailleerde werkbeschrijvingen
I Plantenlabels Dit heb je nodig Voor het rozemarijnlabel: - 1 spaanplaat circa 15 x 15 cm en circa 3 mm dik - 1 dunne ronde stok, circa 20 cm lang - kwast en crèmekleurige acrylverf, een dun penseeltje en donkergroene verf of een geschikt kleurpotlood - boormachine en 1,5 mm houtboortje - figuur- of decoupeerzaag - zeer fijn schuurpapier - houtlijm - stevige borduurnaald, waarvan het oog door de geboorde gaten past - borduurgaren (bijv. van Anchor): elk 1 streng donkergroen en lichtgroen (kleur nr. 265 en 246) en donker- en lichtblauwe restjes
Voor het klokjeslabel: - 1 spaanplaat circa 15 x 15 cm en circa 3 mm dik - een even groot stuk stevig karton - kwast en crèmekleurige acrylverf - 1 dunne ronde stok, circa 20 cm lang - boormachine en 1,5 mm houtboortje - figuur- of decoupeerzaag - zeer fijn schuurpapier - houtlijm - stevige borduurnaald, waarvan het oog door de geboorde gaten past - borduurgaren (bijv. van Anchor): elk 1 streng lichtgroen (kleur nr. 265), donkerblauw (kleur nr. 177) en lichtblauw (kleur nr. 1033)
Zo worden de labels gemaakt (zie ook de algemene tips bovenaan voor het borduren op hout) Het rozemarijn- en het klokjeslabel: 1. Zaag voor het klokje een rond (Ø 8 cm) en voor de rozemarijn een ovaal (hoogte circa 11 cm) label uit de spaanplaat en schuur de randen glad. Breng het patroon van het rozemarijn- of klokjeslabel over zoals beschreven bij algemeen en boor met een 1,5 mm houtboortje door de blokjes. 2. Borduur het gekozen patroon met getwijnd borduurgaren in kruissteken. Verf voor het ronde label met het klokje voor- en achterkant van een stevig stuk karton (knip dit circa 2 cm groter dan het houten label) crèmekleurig. Verf ook de stokken. 3. Snijd het karton voor het plantenlabel rondom golvend in een bloemvorm. Leg de stok tussen het karton en de houten achterkant en lijm alles goed vast. 4. Versier de stengel van de rozemarijn met een klein strikje van borduurgaren. Plak de stok goed met lijm op de houten achterkant vast. Teken, indien gewenst, de naam ‘Rozemarijn’ aan de linkerkant met een potlood voor. Trek hem met een dun penseel met groene verf of met een geschikte markeerpen met een zeer dunne punt over.
II Dienblad met hart Door het geborduurde bloemenhart verandert dit brocante houten dienblad in een wanddecoratie. Dit heb je nodig: - circa 35 x 35 cm groot (oud) houten dienblad. Een nieuw dienblad verf je eerst met witte grondverf, dat je daarna op ankele plekken licht wegschuurd voor een vintage look. - boormachine, zachte houten onderlegger en 2 mm houtboortje - eventueel een haakje voor de achterkant, inclusief bevestigingsmaterialen - zeer fijn schuurpapier - stevige borduurnaald, waarvan het oog door de geboorde gaten past - tapisseriewol (bijv. van Anchor): 2 strengen middelgroen en elk 1 streng lichtgroen, zachtblauw en oudroze
Zo wordt het dienblad gemaakt: (zie ook de algemene tips bovenaan voor het borduren op hout) 1. Kopieer het patroon op de gewenste grootte (voor een dienblad van 35 x 35 cm is elk blokje circa 6 mm groot), leg het midden op het dienblad en zet het met (afplak)tape vast. Markeer de vier hoekpunten van alle kruisjes met een centerpons.
Leg een houten onderlegger onder het dienblad en boor met een boormachine en het 2 mm houtboortje door de markeringen. 2. Schuur de achterkant van het dienblad voorzichtig glad en borduur het motief met de vier kleuren en tapisseriewol in kruissteken op het dienblad. Werk de draden aan de achterkant af of knoop ze vast en knip ze af.
III Houten hangertjes De mooie takschijven kun je als sleutelhanger, hangertje voor een ketting of handvat voor meubels gebruiken. Dit heb je nodig: - circa 5-6 cm (Ø) grote en circa 5-7 mm dikke takschijven - meubelolie - boormachine, zachte houten onderlegger en 1,5 mm houtboortje - zeer fijn schuurpapier - dikke borduurnaald, waarvan het oog door de geboorde gaten past - borduurgaren: voor het hart: middelturkoois getwijnd borduurgaren voor de kruisjes: zachtgroene tapisseriewol
Zo worden de hangertjes gemaakt: (zie ook de algemene tips bovenaan voor het borduren op hout) 1. Schuur de kant-en-klare of zelf gezaagde circa 5-6 cm (Ø) grote takschijven glad, wrijf ze met meubelolie in, laat de olie goed intrekken en drogen. 2. Kopieer het hartmotief in de gewenste grootte, breng het op de schijf over en boor de hoekpunten van de kruisjes met een 1,5 mm houtboortje voor. Borduur de kruisjes met het turkoois getwijnd borduurgaren. 3. Teken voor het groene kruisjespatroon 6 even grote kruisjes rondom de rand en een in het midden van de schijf, boor door de hoekpunten en borduur de kruisjes met zachtgroene tapisseriewol. 4. Wil je de schijfjes als hangertjes gebruiken, boor dan boven in het midden een gaatje om er een ketting of draad doorheen te kunnen trekken.
IV Aangekleed vaasje Dit heb je nodig: - glazen potje circa 12 cm hoog en 11 cm in doorsnee - 1 smyrnanaald, naainaald en bijpassend naaigaren
- stukje vilt als achterkant en strijkvlieseline, beide circa 25 x 25 cm groot en een strijkijzer - spuitlijm - circa 25 cm decoratielint voor de rand van het potje A. Het motief wordt uit een oude keukendoek of kussen geknipt. B. Het motief wordt met tapisseriewol geborduurd. Hiervoor heb je nodig: elk 1 streng donkerolijfgroene, lichtolijfgroene, middelgroene, lichtblauwe, middelbruine donkerrode, zacht zalmkleurige, donkerroze en crèmekleurige tapisseriewol plus circa 25 x 20 cm naturelkleurig borduurstramien.
Zo wordt het kleedje voor het vaasje gemaakt: 1. B: Borduur het motief in halve kruissteken (= gobelinsteek) op het stramien volgens de afbeelding en knip de draden aan de achterkant kort af. 2. Strijk de vlieseline op de achterkant op en knip de roos en de bladeren dicht bij de rand uit. 3. A: Werk je met een bestaand motief, dan wordt dit eveneens met een strijkijzer opgestreken en uitgeknipt. 4. Leg de achterkant van het motief op een stukje vilt, knip het uit en naai het met kleine steekjes en naaigaren op. 5. Plak het uitgeknipte motief of de roos en de bladeren met de vilten achterkant en spuitlijm iets verspringend rondom het glas op. (Tussen de roos en de bladeren blijven, afhankelijk van de omvang van het potje, altijd stukken open.)
6. Leg ten slotte het lint rondom de rand van het potje, knoop het vast en knip de uiteinden (eventueel schuin) kort af.
V Fietsmandje Tot nu toe was het fietsmandje alleen maar praktisch. Mooi versierd ziet het er stukken beter uit Dit heb je nodig: - 1 wit fietsmandje met gaatjes- of ruitenpatroon - of witte spuitverf om een anders gekleurd fietsmand te verven - stevige borduurnaald of smyrnanaald - tapisseriewol (bijv. van Anchor): elk 2 strengen middelgroen, lichtgroen, zachtblauw en oudroze
Zo wordt het fietsmandje geborduurd: 1. Tel de kruisjes van het patroon en breng ze met kruissteken op het gaatjespatroon van het fietsmandje over. 2. Borduur de blauwe ruiten en het rankenmotief rondom. Werk de uiteinden van de draden aan de achterkant af en knip ze kort af. 3. Wie de geborduurde achterkant in het mandje wil verbergen, kan van een mooie stof een binnenmandje maken en dit in het fietsmandje zetten. VI. Cadeauzakje (zie ook de algemene tips bovenaan voor het borduren op papier) Dit heb je nodig: - 1 bruine papieren zak - 1 vel lichtblauw DIN A4-papier - 1 vel naturelkleurig inpakpapier, circa 20 x 20 cm groot - 1 kartelschaar en spuitlijm - 1 borduurnaald met punt
- 1 stuk piepschuim als onderlegger - borduurgaren (bijv. van Anchor): elk 1 streng middelgroen (kleur nr. 1074), lichtgroen (kleur nr. 241), zachtblauw (kleur nr. 976), zachtroze (kleur nr. 892) en mauve (kleur nr. 96)
Zo wordt de cadeauzak gemaakt: 1. Knip de eventuele handvaten aan de bovenkant van de papieren zak af en knip de bovenrand rondom met een kartelschaar. Knip uit het lichtblauwe papier een vierkant van 19 x 19 cm. 2. Vergroot het hartmotief (1 blokje = 3 mm). 3. Steek de hoekpunten van de kruissteken met een borduurnaald door. 4. Borduur het motief volgens het kleurpatroon op het naturelkleurig inpakpapier en werk de draden aan de achterkant zorgvuldig af. 5. Knip nu het geborduurde inpakpapier tot een grootte van 16 x 16 cm en plak het met spuitlijm op het lichtblauwe papier. Plak dat weer midden op de papieren zak. Knip de zijkanten van de bovenste rand van de zak ongeveer 3 cm in en vouw de rand om.
VII Prentkaarten (zie ook de algemene tips bovenaan voor het borduren op papier) Dit heb je nodig voor de kaart met het haasje: - 1 beige fotokaart DIN A5 en 1 vel crèmekleurig papier DIN A5 - 1 kartelschaar en groene viltstift met een dunne punt (bijv. van Stabilo) - 1 borduurnaald met punt - 1 stuk piepschuim als onderlegger - borduurgaren (bijv. van Anchor): 1 streng lichtblauw (kleur nr. 1033)
Zo wordt de kaart met het haasje gemaakt: 1. Knip de fotokaart eerst op circa 17 x 13 cm bij (zodat er nog een randje is om hem vast te kunnen pakken). Vergroot het motief (1 blokje = 4 mm). 2. Leg de kaart op een stuk piepschuim en steek de hoekpunten van de kruissteken met een borduurnaald door. Borduur het patroon met lichtblauw borduurgaren. Werk de draden aan de achterkant zorgvuldig af. 3. Plak de kaart met spuitlijm op het gele vel papier. 4. Knip de kaart met de kartelschaar op de definitieve grootte (circa 15 x 11 cm) bij. 5. Teken op de kaart, indien gewenst, langs de boven- en onderrand met groene viltstift kruisjes als weiland.
Dit heb je nodig voor de kaart met het gansje: - elk 1 beige en 1 bruine fotokaart DIN A5 - 1 kartelschaar en een viltstift (bijv. lichtgroen) - spuitlijm - 1 borduurnaald met punt - 1 stuk piepschuim als onderlegger - borduurgaren (bijv. van Anchor): 1 streng naturelkleur en gele en zachtblauwe restjes Zo wordt de kaart met het gansje gemaakt: 1. Knip de fotokaart eerst op circa 17 x 13 cm bij (zodat er nog een randje is om hem vast te kunnen pakken). Vergroot het motief (1 blokje = 4 mm). Borduur het motief zoals hierboven beschreven (het gansje naturelkleurig en de snavel geel). Borduur in alle vier hoeken een grote kruissteek in lichtblauw. 2. Knip de kaart met de kartelschaar op de definitieve grootte (circa 15 x 11 cm) bij. 3. Plak de geborduurde kaart met spuitlijm op het circa 16 x 12 cm grote stuk lichter gekleurd karton. 4. Knip eventueel met de kartelschaar een klein rechthoekje, schrijf er de naam of een groet voor de ontvanger op en naai het in de bovenste rechter hoek op.
VIII Houten kistje (zie ook de algemene tips bovenaan voor het borduren op hout) Dit heb je nodig: - sigaren- of houten kistje met opklapbaar deksel. Het deksel is circa 20 x 13 cm groot - crèmekleurige acrylverf en kwast - boormachine, onderlegger van zacht hout en 1,5 mm houtboortje - zeer fijn schuurpapier - stevige borduurnaald, waarvan het oog door de geboorde gaten past - borduurgaren (bijv. van Anchor): elk 1 streng donkergroen (kleur nr. 211, lichtgroen (kleur nr. 241), zacht turkoois (kleur nr. 1038) en geel (kleur nr. 305) Zo wordt het houten kistje versierd: 1. Zet het kistje eerst in crèmekleurige grondverf en laat het goed drogen. 2. Vergroot het bloemenmotief op de passende grootte (voor de genoemde grootte van het deksel is 1 blokje = 5 mm). Zet het patroon op het deksel vast. Markeer de hoekpunten van de kruissteken met een centerpons, boor ze met de boormachine en een 1,5 mm houtboortje open en schuur de achterkant van het deksel voorzichtig glad. 3. Borduur het motief met ongesplitst borduurgaren volgens het patroon, knoop de uiteinden van de draden aan de achterkant vast en knip ze af.