STERREN DANSEN OP DE MUUR Als je op een onbewolkte avond naar de hemel kijkt zie je overal sterren. Net zoals je soms in wolken gekke figuren kunt ontdekken, kun je dat in sterren ook. Door lijnen te trekken tussen een groep sterren aan de hemel, kun je de met een beetje fantasie allerlei dieren of mensfiguren tekenen. Zo deden ze dat heel vroeger al. Deze groepen sterren worden sterrenbeelden genoemd. Sommigen zijn vernoemd naar dieren, zoals leeuw of grote beer. Anderen hebben mooie, moeilijke namen zoals Cassiopeia en Perseus. Over deze en andere sterrenbeelden zijn vroeger prachtige verhalen geschreven. Om ook binnen de sterrenhemel te kunnen zien ga je zelf een sterrenprojector bouwen. Een projector is een apparaat dat afbeeldingen op een scherm of muur laten zien. Met die van jullie kun je dus binnen sterren bekijken. Zo kun je de sterrenbeelden in het vervolg ook buiten in het donker herkennen!
WAT HEB JE NODIG? Materialen: • • • • • • • • • • • • • • •
Dik zwart/donker karton (A2 formaat) A4 papier (5) of ruitjespapier van één bij één centimeter Platte batterij 4,5 V Lampje 3,5 V Kunststof fitting E10 Stroomdraad 16-aderig, 40 centimeter Plakband Rondhout (5 centimeter) Houten plankje (5 bij 5 cm) Paperclips Ondergrond voor het snijden, bijvoorbeeld een matje Houtlijm Sterke lijm Boetseerklei Schuurpapier
Gereedschappen: • • • • • • • •
Liniaal Geodriehoek Potlood Schaar Breekmes Speld Schroevendraaier Zaag
BOUWTEKENING Een bouwer van exhibits maakt voordat hij begint eerst een bouwtekening van de exhibit. Dat gaan jullie dus ook doen. Een bouwtekening laat zien hoe je iets moet maken en hoe groot het wordt. Bekijk eerst de foto’s en de tekeningen bij ‘Hoe ga je het maken?’ Zo krijg je een idee hoe de exhibit er uit komt te zien en hoe deze in elkaar zit. Tips: 1. Je kunt ook de tekst bij de tekeningen alvast doorlezen.
1
2. Als de materialen voor jullie exhibit al aanwezig zijn, is het goed om die er bij pakken. Bij ‘Wat heb je nodig?’ staat welke materialen en gereedschappen jullie allemaal nodig hebben. Bij de materialen staat alleen nog niet precies hoeveel je daarvan nodig hebt. Dat weten jullie pas als jullie bedacht hebben hoe groot de exhibit wordt. Bedenk daarom eerst samen met je maatje hoe groot de exhibit moet worden en hoe je hem wilt gaan tekenen. Bespreek jullie plan met je leerkracht. Maak nu met potlood en een liniaal een bouwtekening. Je maakt allebei een eigen bouwtekening, maar wel op dezelfde manier. Je maakt de tekening op schaal 1:2. Dit betekent dat één centimeter in de tekening in het echt twee centimeter is. Dus als een stuk karton 20 bij 20 centimeter is, dan is hij op de bouwtekening 10 centimeter lang. Schrijf naast de verschillende onderdelen wat de lengte in het echt is. In je bouwtekening geef je ook aan waar alles precies komt te staan. Gebruik hiervoor de beschrijving bij ‘Hoe ga je het maken?’ Jullie gaan de bouwtekening laten zien aan de rest van de klas. Je vertelt erbij hoe je de exhibit wilt gaan maken. Vraag aan de andere kinderen en je leerkracht wat zij vinden van de bouwtekening. Misschien hebben zij een idee hoe je de bouwtekening nog beter kunt maken. Laat jullie verbeterde bouwtekening zien aan je leerkracht. Als zij of hij je tekening heeft goedgekeurd, kunnen jullie samen de materialenlijst gaan maken.
MATERIALENLIJST De bouwtekening is klaar. Dus de maat van alle materialen is nu bekend en je kunt tellen hoeveel stuks je van een onderdeel nodig hebt. Maak een materialenlijs en lever deze in bij je leerkracht. Overleg met haar of hem waar je deze spullen vandaan moet halen. Dan kun je echt gaan bouwen!
HOE GA JE HET MAKEN? Je gaat in tweetallen aan de slag. Om samen deze exhibit te bouwen moet je veel overleggen en afspraken maken. Hoe gaan jullie het aanpakken? Wie doet wat? Verdeel de taken zo eerlijk mogelijk. Want jullie moeten allebei evenveel te doen hebben. Probeer zoveel mogelijk samen te werken zodat je allebei ervaring opdoet met het bouwen, snijden en zagen. Als je moeilijke woorden tegenkomt, zoek je die op in een woordenboek. 1. Je maakt eerst een kubus waarvan de onderkant open is. Teken op de zwarte kant van het karton vijf vierkanten in de vorm van een kruis. Kijk hiervoor goed naar de tekening. Alle vierkanten moeten vijftien centimeter bij vijftien centimeter zijn. Vergeet de vier plakranden niet! Snij het kruis langs de liniaal uit met een breekmes.
2
2. Daarna snij je heel voorzichtig alle stippellijnen van de vierkanten in het kruis een klein beetje in. Zorg er voor dat je de vierkanten niet lossnijdt! Hierdoor kun je het kruis straks makkelijker in een kubusvorm vouwen (deze vouw je straks pas in elkaar). 3. Op ieder kubusvlak maak je een of meerdere sterrenbeelden. Pak hiervoor 5 vellen papier en teken op elk van deze een vierkant van vijftien bij vijftien centimeter. Knip deze vierkanten uit. Teken in ieder vierkant een rooster van 15 x 15 vakjes van één bij één centimeter. Zo krijg je vijf vierkanten met elk 225 vakjes, zoals op de tekening. (Als je al ruitjespapier van één bij één centimeter hebt, hoef je alleen de vierkanten van 15 bij 15 centimeter uit te knippen).
3
4. Op 4 van de roosters teken je de stippen na die op de tekening staan. Dat zijn de sterren. Je hoeft niet de lijnen tussen de sterren te tekenen. Op één rooster staat nog geen sterrenbeeld. Hier mag jij je eigen sterrenbeeld tekenen. Ben je bijvoorbeeld een leeuw, maagd of boogschutter? En je maatje? Om te zien hoe andere sterrenbeelden eruit zien kijk je bijvoorbeeld op www.orionweb.nl onder heelal >> sterrenbeelden. Je kunt ook een eigen sterrenbeeld verzinnen, net zoals de mensen vroeger deden. Als je een keuze hebt gemaakt, teken je dit sterrenbeeld op het ruitjespapier. 5. Leg het kartonnen kruis met de zwarte kant naar boven op een zachte ondergrond. Plak met een stukje plakband de vijf roosters vast op het kruis. Op de tekening zie je hoe de roosters met sterrenbeelden moeten worden neergelegd. Prik met een prikpen de sterren dóór het rooster van papier in je kartonnen kruis. Haal de roosters er daarna weer vanaf. 6. Vouw nu het kruis tot een kubus. Plak de randen goed vast met sterke lijm. 7. Bouw nu een bakje voor de kubus. Snij uit stevig karton een vierkant van 19,5 bij 19,5 centimeter.
Gebruik hiervoor een breekmes. Meet en teken op de zwarte kant van het karton vanaf de zijkanten overal twee centimeter af. Hierdoor ontstaan kleine vierkantjes in elke hoek. Snij hiervan één lijntje per vierkant open (kijk goed naar de tekening). Pas op dat je deze niet lossnijdt! Lijm de hoekjes aan elkaar vast, zodat je een vierkant bakje krijgt. Tip: Zet de net geplakte hoeken vast met een paperclip. Het bakje is af. 8. Nu nog licht! Anders zie je de sterren niet. Pak hiervoor het plankje en het rondhout. Zaag vijf centimeter rondhout af. Gebruik hiervoor een bankschroef. Zaag het plankje ook op maat (vijf bij vijf centimeter). Schuur deze stukjes hout netjes glad. Plak met houtlijm het rondhout in het midden van het houten plankje.
4
9. Draai het lampje in de fitting. Knip vervolgens twee stukken stroomdraad van twintig centimeter af. Strip de stroomdraad met de striptang aan beide uiteinden ongeveer twee centimeter. De koperdraadjes zijn nu zichtbaar. Draai de koperdraadjes van ieder uiteinde bij elkaar en maak ze allebei vast aan één paperclip. De andere uiteinden van het stroomdraad maak je vast aan de fitting. Gebruik hiervoor de schroevendraaier. 10. Plak met klei de onderkant van de fitting op het rondhout van de lampenstandaard. 11. Bevestig elke paperclip aan één van de metalen stripjes van de batterij. Brandt het lampje? Je exhibit is af!
HOE WERKT HET? De exhibit werkt als volgt: zet het lampje en de batterij in het bakje. Is het lampje aan? Zet de kubus met de opening naar beneden in het bakje. Zie je al sterretjes? Zo niet, zet de sterrenprojector dan in een donkere ruimte (bijvoorbeeld een wc of keuken met het licht uit). Kijk goed om je heen. Kun je de sterrenbeelden al herkennen?
WAT ZIE JE GEBEUREN? Je gaat nu op zoek naar de wetenschap achter de exhibit. Deze exhibit gaat over sterren en sterrenbeelden. Doe de onderstaande onderzoekjes. 1. Wat gebeurt er als je de sterrenprojector dicht bij een muur zet? En veraf? 2. Plak een A3 vel op de wand. Zet het de sterrenprojector dicht bij de muur. Teken de lichtpuntjes die je ziet over. Kun je zelf raden welk sterrenbeeld het is? Dit kun je ook doen met bezoekers van jullie exhibit.
HOE ZIT DAT? Nu ga je informatie opzoeken over sterren en sterrenbeelden. Je kunt informatie opzoeken in de schoolmediatheek, de bibliotheek of op internet. Hier alvast een aantal websites met achtergrondinformatie: www.orionweb.nl. Kijk onder heelal >> sterrenbeelden. http://www.kuuke.nl/cms/viewpage.php?page_id=4 Deze site geeft een lijst met sterrenbeelden en waar ze wanneer te vinden zijn http://www.willemwever.nl/?nav=jlipRsHrGmKvKsH&zww=---&zwwAa75=sterren Hier zijn allerlei vragen over sterren beantwoord in Willem Wever http://www.sterrenkids.nl/page.php?1 Sterrenkids geeft informatie over sterren en sterrenbeelden www.wikipedia.nl Zoek op sterrenbeelden en op planetarium
5
Beantwoord de onderstaande vragen: Werking/wetenschap: Wat zijn sterren eigenlijk? Welke ster is voor de aarde het meest belangrijk? Wat zijn sterrenbeelden? Welke sterrenbeelden laten je sterrenprojector zien? Zoek de namen van de sterrenbeelden op. Uitvinding: Sterrenprojectors worden gebruikt in planetaria. Wat is een planetarium? Toepassing: Zie je sterren altijd op dezelfde plek aan de hemel? Waarom wel of niet? Om te weten waar het noorden, zuiden, oosten en westen is, gebruiken mensen een kompas. Je kunt ’s nachts ook naar de sterren kijken om te weten waar het noorden is. Er is namelijk één ster die je altijd op dezelfde plek ziet staan op het noordelijke halfrond. Welke ster is dat? Laat je leerkracht de antwoorden lezen.
6