Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief Postbus 46 9679 ZG Scheemda · www.grauwekiekendief.nl
Digitale nieuwsbrief Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief
Jaargang 2 Nummer 6 oktober 2008
De kurk van de fles: belangrijk project Flevoland binnengehaald!! Binnen het raamwerk van het Leefgebiedenbeleid heeft de WGK een belangrijk project binnengehaald. Nadat we ons Flevolandse werk op een lager pitje moesten zetten vanwege een bezuiniging binnen de Directie Natuur van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Voedselkwaliteit was het begin deze week raak. Onze grootste project tot nu toe is veiliggesteld en samen met de Provincie, de PPO (Praktijkonderzoek voor Plant & Omgeving, Universiteit van Wageningen), Landschapsbeheer Flevoland, de Agrarische Natuurvereniging “Rivierduingebied” en een aantal landbouwers tussen Zeewolde en Almere zullen we het meest complete Akkervogelonderzoek kunnen voortzetten dat tot op heden in de Nederlandse verhoudingen is gestart. Naast ons reguliere werk rond de grauwe kiekendief (radio-telemetrie, muizenwerk, punttellingen en nu ook een graanveldje voor winterzangers) zullen we mede dankzij de kennis van de PPO nu ook het insectenaanbod grondig in beeld brengen. Hiermee zijn we in staat de betekenis van faunaranden voor foeragerende veldleeuweriken en gele kwikstaarten systematisch te kwantificeren. Je zou kunnen zeggen de ‘missing link’ in het Nederlandse akkervogelonderzoek. In dit laatste onderdeel krijgen we financiële ondersteuning van Vogelbescherming Nederland. Belangrijke drijfveer om juist in Flevoland extra inzet te plegen voor een goed project is dat we de mening zijn toegedaan dat goed randenbeheer in combinatie met andere maatregelen ook in andere akkerbouwgebieden moet werken. Als dat zo is dan is de hoop te rechtvaardigen dat ook elders in Nederland onze werkwijze ruimte zal bieden voor een keur aan Akkervogels. Belangrijk is dat de ervaringen van de ANV “Rivierduingebied” nabij Lelystad kan worden ingezet. Deze ANV werkt op de wijze zoals wij dat graag zien: kennis wordt ingezet om tot een betere toepassing van maatregelen te komen. Belangrijke elementen die deze samenwerking extra de moeite waard maken is dat we naast extra budget voor de aanleg van duoranden (een Groninger uitvinding), middelen kunnen vrijmaken voor vogelvriendelijke
bermbeheer en een blauwborst-vriendelijk beheer van slootkanten. Met dit project rekenen wij erop dat de onze ervaringen uit met name Rheiderland (D), het Hoogeland (ANV “Wierde & Dijk”) en ons in bijna twintig jaar ervaringen in het Oldambt tot verbeteringen van het Groninger Model zullen leiden. Dit is nodig ook. Ondanks de heldere – wetenschappelijk onderbouwde uitkomsten – wordt er door verschillende partijen aan de fundamenten van ons werk getoornd. In dit licht bezien is het extra motiverend dat het Ministerie van LNV met het goedkeuren van ons project de weg te willen bewandelen waarin praktische kennis en enthousiaste medewerking van verschillende partijen te komen tot een grotere effectiviteit van Agrarisch Natuurbeheer in open bouwland. De komende weken zullen we intensief met onze deelnemers in gesprek gaan en vanaf voorjaar 2009 zullen de effecten van al onze plannen in kaart worden gebracht door ons team! Ben Koks
oktober 2008
Vakantie
2
-berichten –
Kieken kijken aan Bosporus en Zwarte Zee Door Chris Trierweiler Deze zomer heb ik mijn vakantie samen met Arne Hegemann in Turkije en Georgië doorgebracht met het tellen van de roofvogeltrek. Voor kiekenvrienden is Georgië in september smullen! Over Istanbul vallen een hope leuke dingen te zeggen, maar kiekendieven hebben ze er (bijna) niet. Hoe zijn we eigenlijk op dit idee gekomen? Op de laatste WRN-dag werd aangegeven dat je je als vrijwilliger voor trektellen aan de Zwarte Zee kon opgeven. Het geheel werd georganiseerd door de Belg Brecht Verhelst. Een erg leuk initiatief, want er is zo weinig bekend over omvang en aard van de roofvogeltrek op deze plek – zeker veel minder dan bijv. bij Gibraltar, Messina of de Bosporus.
Arne en ik keken er erg naar uit, tot het moment dat er in Georgië oorlog uitbrak. Een dag van te voren konden we organiseren dat we in ieder geval gebruik konden maken van onze vliegticket naar Istanbul, waar we eigenlijk hadden moeten overstappen op het vliegtuig naar Batumi (Georgië). Vanwege de dreiging van terrorisme in Istanbul hadden we bedacht om de stad zo snel mogelijk te verlaten. Het liep heel anders!
Uitzicht op Istanbul met op de achtergrond de heuvel met de trektelpost
Eenmaal aangekomen in Istanbul was de sfeer fantastisch, zo veel aardige mensen op één plek heb ik niet eerder gezien, en ik keek mijn ogen uit bij alle kleurige bazars, tapijtenwinkels en de enorm chique gekleede Istanboelse vrouwen met hun kleurige hoofddoeken, halflange jassen en lange rokken. Arne en ik voelden ons zo op ons gemak in deze stad dat we er niet over piekerden om direct weer te vertrekken. ‘s Avonds rolden we onze slaapzak op het dakterras van een herberg uit: een slaapplek voor een klein prijsje, met adembenemend uitzicht over het Marmara-meer, de Bosporus en de zeven heuvels van Istanbul. Arne had gelukkig nog net voor vertrek kunnen uitzoeken hoe de plek heet waar je het beste van de vogeltrek kan genieten in Istanbul. Op deze heuvel (Büyük Camliça) troffen we de locale telgroep die ons erg vriendelijk welkom heette en die we toen drie dagen lang versterkten. De duizenden Witte ooievaars (één dag met 15.000!) waren erg de moeite waard, bovendien Balkansperwers dichtbij, een verdwaalde Eleonora’s Valk in gevecht met de plaatselijke Boomvalken, en een Pelikaan die dacht dat-ie een ooievaar was!
Trektelpost bij de Georgische stad Batumi. Foto’s Arne Hegemann
oktober 2008
3
Toen spotte Arne een kiekendief, een Grauwe! Ik begon zo enthousiast op en neer te springen en proberen overal en nergens naar dat beest te kijken dat ik hem tussen de bomen door niet te zien kreeg – en baalde daar de rest van de vakantie enorm van. Het bleek namelijk dat ze aan de Bosporus per seizoen maar héél weinig (<10) kiekendieven zien! Gelukkig kregen we na enkele dagen van de Belgen die reeds naar Georgië waren vertrokken het bericht dat daar inmiddels alles gekalmeerd was. Omdat we ver vanaf het conflictgebied verwijderd zouden zijn kozen we er toen voor om het erop te wagen en ook heen te gaan. We stapten op een super deluxe bus met keiharde Turkse disco-muziek en hielden de reis van meer dan 22 uur prima vol. De Turkse medereizigers verklaarden ons voor gek omdat we richting “oorlog” afreisden, en toen we een vogelboek te voorschijn haalden keken ze ons met nog grotere ogen aan. Uiteindelijk werd alle moeite beloond en zagen we eind augustus en begin september duizenden roofvogels langskomen. De lang verwachte piek van wespendieven viel op onze laatste teldag dus we werden erg beloond, met tienduizenden op één dag! Het viel bijna niet te behappen. De telklokjes (waarmee we per 10 telden) klikten aan één stuk door, nauwelijks tijd om een slokje water te drinken in de subtropische Georgische hitte. Ook werd vroeg opstaan beloond met het zien van wolken van honderden kiekendieven die over een hele dag tot duizenden optelden. Er trok een melkweg van kiekendieven langs, in een brede baan dwars door de hele lucht heen kwamen ze boven ons langs, vaak zo hoog of ver weg dat het onmogelijk was om ze op soort te brengen, maar soms ook een Grauwe of Steppe vlak onder of naast ons langs. Wanneer Brecht de uiteindelijke getallen uit dit project bekend maakt zullen we dat jullie melden. Want deze getallen zijn spectaculair!
Wespendieven op trek boven Georgie.
Zoekbeeld: vind de zwarte wouw...
Een groep witte ooievaars die de trektelpost aan de Bosporus passeert
.
Oktober 2008
Wintervoedsel voor Akkervogels: project LNV gaat zijn tweede jaar in. Momenteel worden in de Provincies Drenthe, Flevoland en Groningen ongeveer dertig hectares graanveldjes onder de loep gelegd. In de winter 2007/2008 konden we dankzij het Leefgebiedenbeleid van LNV, aangevuld met een mooie donatie van de Provincie Drenthe in Groningen en de Drentse veenkoloniën 8 zomertarwe-veldjes laten liggen voor akkervogels als patrijs, geelgors en andere akkervogels. Eigenlijk organiseerden we niets anders dan voederplanken van gemiddeld een hectare in omvang. Een record van c. 800 vinkachtigen/gorsen eind december 2007 nabij een veldje nabij Exloo (waaronder 500 geelgorzen!) deed de harten sneller slaan en was beslist een hoogtepunt in dit winterproject van de WGK. We verwachten dan ook veel van de opschaling in de winter 2008/2009 en onze veldman Rik van der Starre heeft de eerste groepjes geelgorzen, kneutjes en ringmussen al op de veldkaarten gezet. Bijzonder spannend was een jagend man steppen kiekendief nabij twee veldjes nabij Eext en een juveniele zeearend nabij een blanco nabij Meeden. Tijdens het in-plotten van de verschillende veldjes werden diverse patrijzen met jongen gezien. De crux in ons onderzoek zit ‘em in het wekelijks tellen van deze veldjes, evenzoveel blanco’s (in vergelijkbare landschappen) en aanvullend het meenemen van diverse stoppelvelden (mn. vanwege de overwinterende veldleeuweriken). Naast deze insteek worden in een selectie van veldjes ook de consumptie van het tarwe door vogels, muizen en beiden afzonderlijk gemeten. Hier toe hebben heeft ons technische team Hilbrand Schoonveld en Erik Visser prachtige exclosures gemaakt om dit mogelijk te maken (zie foto). Kortom we zijn er klaar voor. Wij willen jullie graag in de gelegenheid stellen mee te lopen met dit veldwerk. Naast Rik hebben Jorna, Erik, Ben en Leen zich over verschillende veldjes ontfermd. Een aantal mensen heeft reeds aangegeven een bijdrage te willen leveren aan het veldwerk. Zeker vanaf eind oktober tot c. ½ maart zullen de aantallen weer gaan pieken en we willen jullie graag in de gelegenheid stellen mee te lopen. Een aantal actieve vrijwilligers heeft aangegeven meer te willen dan alleen maar meelopen en graanveldjes in de buurt van Tripscompagnie, Eext en Slochteren zullen dus op extra aandacht kunnen rekenen. Hoe meer getallen ter onderbouwing van ons verhaal des te beter natuurlijk! Voor de trouwe tellers dit: we zijn van plan onze gangbare wintertellingen in dienst van dit winterproject te stellen. Dus geen roofvogeltellingen meer, maar gebiedstellingen waar patrijs, geelgorsen en veldleeuwerik centraal staan. Deze tellingen zullen in december en de navolgende maanden plaatsvinden. Hierover later meer maar Jorna en Rik houden jullie op de hoogte! Er zal begin november een speciale bijeenkomst worden belegd om jullie goed te informeren over de ins-enouts van dit belangrijke project. Daarover later meer. Jorna Arisz en Rik van der Starre
4
Oktober 2008
Monty’s Flying circus
In Memoriam
Rudolf Herman Drent 1937 - 2008
Foto: Joost Tinbergen
Op 9 september jl. overleed te Groningen prof. dr. Rudolf Herman Drent, experimentele gedragsecoloog en ornitholoog, voor veel collega’s in binnen- en buitenland vriend en kritisch-stimulerende, langjarige begeleider op de gezamenlijke wetenschappelijke weg. Als hoogleraar in de dierecologie van 1984 tot 2002 en eerder als docent in de gedragsbiologie aan de Rijksuniversiteit Groningen heeft Rudi Drent een traditie van gedragsecologische veldstudies gevestigd, die hij samen met zijn studenten ver over de grenzen van Nederland heeft gedragen. Studenten, promovendi en collega’s waarderden zijn inspirerend enthousiasme, zijn scherp-analytische maar steeds opbouwende kritiek en zijn diepgaande inzichten in ecologische processen in de natuur. In 1967 promoveerde Rudi Drent met een proefschrift over „Functional aspects of incubation in the Herring Gull“ bij Gerard Baerends aan de Rijksuniversiteit Groningen. Geïnspireerd door Gerard Baerends en Lukas Tinbergen heeft Rudi Drent een grote belangstelling ontwikkeld voor vragen naar de energetische kosten van gedrag van vogels – tijdens het broeden, in de ruiperiode en tijdens de trek. Dit interesse heeft zijn onderzoek steeds begeleid. Ieder jaar heeft hij vele weken met veldonderzoek doorgebracht om de energetica van vogeltrek in detail te bestuderen: in de Waddenzee net als in Arctische streken op de toendra’s van Spitsbergen en de Russische kust. Deze intensieve veldperiodes waren kenmerkend voor zijn manier van werken en hadden een grote invloed op generaties van studenten. Als promotor heeft Rudi Drent 65 promovendi begeleid. We nemen afscheid van een vriend en mentor – van een grote persoonlijkheid. Rudi – wat zullen we je missen!
Julia Stahl, Landscape Ecology Group, Univ. Oldenburg
Monty’s Flying circus
Oktober 2008
In Memoriam
Rudi Drent
(1937-2008)
Door Chris Trierweiler
Rudi Drent was lange tijd Professor Dieroecologie in Groningen. Hoe hij zich internationaal verdienstelijk heeft gemaakt in het vogelonderzoek kunnen anderen beter navertellen. Hier wil ik graag vertellen hoe Rudi mijn loopbaan als dierecologe op subtiele wijze in goede banen heeft geleid, omdat ik hem daarvoor enorm dankbaar ben. Ik hoorde Rudi Drent voor het eerst tijdens een cursus zoölogie spreken, in mijn eerste studiejaar in Groningen: “Als je vrienden je eens vragen waarom de dinosaurussen uitgestorven zijn, moet je antwoorden, maar ze zijn niet uitgestorven! Dat zijn de vogels!” Een paar jaar later stapte ik op een ijskoude januari-dag het secretariaat binnen en vroeg om de sleutel voor het veldstation “de Herdershut”. Rudi zat er zoals gewoonlijk ook. Hij sprak me aan en ik vertelde dat ik in de winter scholeksters ging bestuderen. Een week later stelde hij me voor om een tropencursus in Afrika te gaan doen. Rudi schreef een aanbevelingsbrief, en dat leverde mij een plaats bij de cursus op. Ik ging naar Oeganda! Rudi kreeg een kaartje uit Kampala met dank voor zijn advies. Toen werd het Grauwe kiekendief-project bij de RuG aangeboden, mogelijk gemaakt door het contact dat Ben Koks via Rudi Drent met de RuG (Jan Komdeur, Cor Dijkstra) had gelegd. Dit project bleek een passie te worden die mijn leven zou veranderen. Ik ben bij het kiekenonderzoek blijven hangen en zou nog steeds niets liever doen. Ben nam me toen mee naar Rudi. Ik vroeg aan Rudi of hij dacht dat de kiekendieven interessant genoeg zouden zijn om op te promoveren. Hij zei, elk project is interessant genoeg! Rudi heeft ons in contact gebracht met Franz Bairlein en Michael Exo van de Vogelwarte Helgoland, met wie we samen het satelliet-telemetrie project hebben opgestart. In mijn eerste AIO-jaar ging ook het Afrika-werk met de kiekendieven van start. Uiteraard had ik het aan Rudi te danken dat ik al wat tropen-ervaring had en mede daarom één van de kandidaten was die mee mocht naar de Sahel. Rudi wist ons altijd te vertellen bij wie we waarvoor moesten zijn. Zo heeft hij gezorgd dat ik in Lund een migratie-cursus kon volgen, en ook nog eens terugkomen om met de collega’s samen aan analyses en publicaties te werken. Verder nam hij mijn manuscripten uiterst zorgvuldig door, als een soort schaduw-begeleider van het project. Iedere keer haalde hij weer de rode draad te voorschijn.
We waarderen het enorm dat Rudi zo veel van zijn vrije tijd aan ons project wilde besteden. Belangrijke beslissingen legden we eerst aan onze leermeester voor, ‘s avonds in zijn bibliotheek, nadat zijn vrouw Nel koffie had gebracht. Rudi vertelde zijn zienswijze na een tijdje in stilte, zijn hoofd op zijn hand gesteund, na te hebben gedacht. Elke keer liepen Ben en ik met het dankbare gevoel naar buiten dat we waardevol advies en nieuwe inspiratie hadden opgedaan. Na zo’n bespreking wensten we elke keer dat Rudi een lang leven toebedeeld zou zijn. In moeilijke situaties zei Rudi ons: “Altijd het einddoel in de peiling houden!” En hij heeft ons door moeilijke tijden heen geholpen, in de wetenschap en in de werkomgeving. Zijn adviezen waren navolgbaar en tegelijkertijd briljant. “Zo dat je elke keer denkt, waarom heb ik dat niet zelf bedacht!” volgens Ben. Nu kunnen we niet meer op zijn heldere geest en wijze inzicht terugvallen. Onze laatste bespreking is nog niet lang geleden. Rudi kwam toen aanfietsen en trok vervolgens een krop sla uit zijn fietstas die hij aan mij gaf. “Deze is voor jou, omdat Ben en Jan een tuin hebben waar ze zelf groente kunnen planten, en jij niet”. Dit vriendelijk gebaar is heel kenmerkend voor hoe hij was. Hij had zo veel bereikt in de wetenschappelijke wereld en zoveel mensen bewonderden hem, maar hij trad nog steeds bescheiden en hartelijk op. Bedankt voor alles, Rudi!
.
Foto Maarten Loonen.
Oktober 2008
7
Lobby rond het GLB, Braak en compenserende faunaranden We zijn op verschillende gebieden nauw betrokken bij verschillende beleidsonderwerpen. Minister Verburg heeft een algemeen geformuleerd beleidsdocument in elkaar gestoken waar met name door toedoen van de WGK aandacht is geschonken voor akkerrandenbeheer en akkervogels. We hebben contact met een uitdijend aantal Kamerleden in relatie tot met name de braaklegging (binnen Nederland het onderwerp waar de WGK de meeste ervaring in heeft). Samen met Vogelbescherming Nederland wordt een hartig woordje meegesproken rond de SAN-pakketen (Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer). Ook hier lijkt een serieuze beweging ter verbetering van de uit te voeren maatregelen te zitten en nieuw is een pakket voor akkervogels in de wintervogels. De komende maanden staan in het teken het voortzetten van onze lobby en mensen op basis van goed cijfermateriaal overtuigen van onze standpunten. Een werkwijze die sedert 1990 zijn vruchten heeft afgeworpen en die o.a. aan de basis heeft gestaan van het binnenhalen van ons Graanveldjesproject en de voortzetting van ons Flevolandse werk. Ben Koks
Chris' kijk op de wereld Grauwe Kiekendief toert door de stad Groningen! Nu onze eigen Grauwe Kieken in de nazomer/herfst van 2008 aan het reizen zijn naar Africa is er een bijzondere adult man Grauwe Kiekendief een hele andere reis begonnen. Tien nieuwe biogasbussen van Arriva rijden vanaf 4 september 2008 naar de stad Groningen zo'n elke 10 minuten vanaf een P&R Citybus halte. Op elke bus staat een natuurfoto. Ook de Grauwe Kiekendief (adult man in de vlucht) is vertegenwoordigd op één van de bussen en toert zo dagelijks door de stad. Vanuit de Werkgroep Grauwe Kiekendief wensen we de Grauwe Kiek een goede reis! Er is een promotiefolder gemaakt met alle natuurfoto‘s. Kijk voor meer informatie op de site: http://www.groningengeeftgroengas.nl/ Sjoerd Sipma
oktober 2008
8
De WGK op het Pan-Afrikaans Ornithologisch Congres Door Chris Trierweiler
Het Pan-Afrikaans Ornithologisch Congres vindt om de vier jaar plaats en werd dit jaar gehouden in de buurt van Kaapstad in ZuidAfrika.Als afgezant van de WGK mocht ondergetekende naast het houden van een lezing over de Grauwe kiek vijf dagen lang genieten van interessante praatjes, de natuur van de Westelijke Kaap, en zijn er interessante contacten met andere onderzoekers gelegd die zich voor roofvogels en Afrika interesseren. Om maar even wat highlights te noemen: - In Zuid-Afrika worden al tientallen jaren weg-transect tellingen van kraanvogels en trappen uitgevoerd, en dan niet alleen door onderzoekers, maar ook door vrijwilligers èn boeren! (Donella Young, Kaapstad). - Yossi Leshem uit Israel presenteerde zijn vorderingen bij de internationale bescherming van de Grote Riftvallei in oostelijk Afrika, dat een belangrijke trekroute voor oostelijke vogels is en door 22 landen loopt. - Tegenwoordig kunnen GPS-loggers op zeevogels (pinguïns, Jan-van-genten) zo nauwkeurige data over het habitatgebruik opleveren, dat daarmee belangrijke mariene natuurgebieden afgebakend en beschermd kunnen worden (Lorien Pichegru, Kaapstad). - Zowel in Kenya (Munir Virani) als Uganda (Derek Pomeroy) worden regelmatig weg-transect tellingen van roofvogels uitgevoerd die de veelal negatieve populatietrends weergeven. - Veel praatjes gingen over sterk bedreigde inheemse soorten van Madagascar, een eiland dat ongekend soortenrijk is. Gelukkig zetten zich daar nu veel mensen in voor het behoud van de inheemse avifauna. - In Zuid-Afrika is een vindingrijke methode bedacht om de geslachten bij de bedreigde Paradijskraanvogel d.m.v. subtiele verschillen in het geluid dat ze produceren uit elkaar te houden (Ursula Franke). - Volker Salewski (Radolfzell) berichtte over zijn tocht door West-Afrika op zoek naar de Waterrietzanger. Met grote inspanningen konden enkele wintergebieden van deze zeldzame soort ontdekt worden. Naast deze bonte mengeling van boeiende studies waren ook wat oude bekenden aanwezig zoals de onderzoekers rondom Will Cresswell, die in Nigeria werken. In een eerdere nieuwsbrief berichtten we over het mega-transect dat Will cs. gingen tellen vanaf de Nigeriaanse kust in het Zuiden tot aan de Nigerijnse grens in het Noorden. Hij vertelde over de uitkomsten daarvan: er werden
geen eenduidige verschuivingen van trekvogels door het seizoen heen waargenomen, dus de theorie dat alles naar het zuiden opschuift wanneer het droge seizoen voortschrijdt gaat niet zomaar op. Een bijeenkomst waarbij het Westafrikaans trekvogelnetwerk zou worden opgericht (Volker Salewski & Will Cresswell) heeft ons niet veel verder gebracht, maar er moeten binnenkort wel een website en email-groepen komen. Dit hele gebeuren vond plaats in een vakantieoord midden in een typisch landschap van de Westelijke Kaap geheten Fynbos: een open landschap met wat hei-achtige planten en wat verstrooide bosjes op de rotsachtige heuvels. In de valleien wordt wijn verbouwd, de heuvels zelf lijken relatief ongerept. Vogels als de Cape White-eye, de Cape Turtledove en de Zwarte Arend vlogen vlak buiten de conferentiezalen rond. Het leukste was de ontmoeting met Rob Simmons, auteur van het boek “Harriers of the World”. Deze sympathieke kiekendiefonderzoeker werkt tegenwoordig aan de Zwarte kiekendief (Black Harrier) vnl. rondom Kaapstad. Rob ging op de excursie-dag van de conferentie het veld in om kieken-nesten te zoeken, en ik mocht mee! Samen met Munir Virani die in Kenya roofvogelonderzoek doet, en Lily-Arison René de Roland die aan de Madagascar Marsh Harrier (een soort Bruine kiek) werkt, reden we naar een nationaal park aan de Westelijke Kaap en hebben de kieken daar prachtig kunnen zien, en zelfs een nestje van deze bonkige zwart-witte vogels uitgelopen. De buren waren African Marsh Harriers (Afrikaanse Bruine kiek), ook een nieuwe soort voor mij! Opvallend dat bij deze beide kiekendiefsoorten vrouwtjes en mannetjes weliswaar verschillend groot zijn maar qua verenpak precies op elkaar lijken. Ze zijn dus erg moeilijk uit elkaar te houden. Aangezien het onderzoek dat Rob Simmons aan de Black Harrier doet in veel opzichten erg lijkt op ons onderzoek aan de Grauwe Kieken hadden we veel kennis en ideeën om uit te wisselen en hebben we afgesproken om contact te houden en elkaar nog eens in het veld op te zoeken. Een leuk nieuw contact erbij voor de WGK waar we vast nog veel plezier aan zullen beleven. Al met al een geslaagde conferentie, veel geleerd en vooral met de aangedragen kennis oude en nieuwe ideeën over onze eigen kieken verder kunnen uitdiepen!
oktober 2008
8
13 september 2008: “Big Harrier Day” Door Anthonie Stip Vogeltrek is spannend, intrigeert en fascineert. Weersomstandigheden spelen een belangrijke rol. Maar soms wordt het weer wel een heel sterke beïnvloedingsfactor. Dat merkten trektellers in de Alblasserwaard (Zuid Holland), op telpost Kinderdijk op de beruchte zaterdag 13 september. Niet voor niets noemen zij deze dag “Big Harrier Day”! Trektellen In de Alblasserwaard wordt al vele jaren lang in het najaar getrekteld. Sinds 2008 wordt deze bezigheid ook op fanatieke wijze in het voorjaar en de zomer uitgevoerd. 2008 is het 27e telseizoen van telpost Kinderdijk. Ieder jaar passeren - landelijk gezien - kleine aantallen roofvogels, zo in de orde van grootte van 40 buizerds, 20 sperwers, 10 bruine kiekendieven en een handjevol van de wat schaarsere roofvogelsoorten. Naarmate er fanatieker wordt geteld, worden er ook meer vogels en soorten gezien. Op zaterdag 13 september 2008 doen bijzondere weersomstandigheden een mooie duit in het roofvogelzakje. Weersinvloed Op vrijdag 12 september passeert vanuit het zuidwesten een regenstoring ons land. Deze komt ’s nachts boven het noorden van Nederland stil te liggen, om de volgende ochtend in afgezwakte vorm weer naar het zuidwesten weg te trekken. In Zuid-Nederland is het de eerste uren van de dag vrij zonnig weer, maar al spoedig raakt het bewolkt. Rond het middaguur passeert het front, wat merkbaar is aan enige motregen. Tegen 15 uur klaart het op, als gevolg van een naderend hogedrukgebied uit het Noordoosten van Europa. De 13e Opvallend genoeg worden er op vrijdag 12 september overal in Midden Nederland hoge aantallen bruine kiekendieven op trek vastgesteld. Diverse telposten melden 15 tot wel 30 exemplaren. Dit zijn ongekend hoge aantallen! Van bruine kiekendieven is bekend dat ze zich tijdens de trek niet zoveel aantrekken van weersinvloeden: ze gààn gewoon!
Sfeerplaatje van het uitzicht op telpost Kinderdijk; zonsopkomst op 27 september 2008. Foto: Anthonie Stip
Zaterdag 13 september wordt ook telpost Kinderdijk, gelegen in het Natura 2000 gebied “Boezems Kinderdijk”, bemand. In de ochtenduren worden enkele tientallen, meest solitair doortrekkende bruine kiekendieven geteld. Opmerkelijk is dat het meest vrouwtype vogels zijn. Later op de dag wordt de verdeling meer ten gunste van de mantype vogels. De ochtendtelling is al bizar genoeg voor een zeer geslaagde dag. Lang niet alles kan in dit artikel verhaald worden, maar aansprekende soorten en aantallen moeten genoeg vertellen: tot 12:30 passeren 2 visarenden, 51 bruine kiekendieven, 5 wespendieven (in de Alblasserwaard zeer schaarse doortrekker), 1 reuzenstern (bijzonder in het binnenland) en hoe kan het ook anders: een grauwe kiekendief! De kiek En daar gaat het om. Om even in de sfeer te komen, volgt een korte impressie van de stemming op de telpost. Het is 11:51. Bedenk wel: ruim tien minuten ervoor passeert een visarend, die samen in beeld is te zien met een doortrekkende reuzenstern. Er heerst een jubelstemming… “Weer een kiek, net boven de wilgjes…” Een van de tellers, denkend: - Tsjoh, hij is wel slank… Schreeuwend: “SLANKE KIEK!” “Scoop erop, slanke kiek!” Na een korte stilte: “Vrouwtje grauwe!”. De vogel komt laag vanuit NNO aanvliegen en komt op ca. 25 meter hoogte recht langs de telpost. “Wow, wat een beest! Wat heeft ‘ie op z’n rug?” Andere teller: ”Hè, wat is dat? Het lijkt wel een antenne!” “Het is een antenne, ze is gezenderd!”
oktober 2008
Tien paar ogen volgen de grauwe zenderkiek tot ze in het westen verdwenen is. Zoals vaak gebeurt bij een bijzondere waarneming, wordt de hele passage van de soort nog eens nagegaan door de tellers. Viel er nog iets op? Geen wingtags, maar verder kon aan het kleed weinig worden gezien. Door het sombere weer is het vaststellen van kalenderjaar erg lastig. Sowieso zijn alle tellers meer gefixeerd op de antenne die op de stuit/rug uitsteekt dan op het kalenderjaar van de vogel. Maar wel een grauwe kiek! De waarnemingen in 2008 van deze mooie soort zijn in onze streek op een hand te tellen. Gezenderd en al, alsjeblieft! Na de waarneming volgt het doorgeven. Enkele dagen later wordt de waarneming gemaild naar de SWGK. Helaas komt dit bericht niet direct aan. Enige weken later wordt opnieuw een poging ondernomen, en deze lukt wel. Ben Koks is enthousiast: de eerste waarneming van een gezenderde grauwe kiekendief op de trekroute tussen het relatief “veilige” NoordNederland en de ongewisse bestemming in Afrika! Lastiger wordt het om te achterhalen welke vogel het geweest is. De oudgediende vrouwen Cathryn en Merel blijken al vertrokken… Het wordt dus nog spannend wie het geweest is! Harriers Daarmee is het verhaal van de bijzondere aantallen roofvogels op 13 september nog niet af. Ook ’s middags en zelfs ’s avonds wordt er doorgeteld op telpost Kinderdijk. Na ongeveer 14:30 breekt namelijk een groot roofvogelspektakel aan.
8
Er blijken achter de net gepasseerde regenstoring enorme golven roofvogels te zitten, die opgestuwd door de storing, er nu achteraan vliegen. Ongelofelijke taferelen vinden plaats: groepen van 7 bruine kiekendieven, gemengde groepen met wespendieven, buizerds, bruine kieken en visarenden: ze spoelen werkelijk langs. Om maar te zwijgen over de sperwers, torenvalken, boomvalken en andere roofvogels. Tussen 14:30 en 16:00 trekken in totaal 73 bruine kiekendieven door, 22 buizerds, 24 wespendieven en 3 visarenden. Als om 20:00 de laatste tellers de post verlaten, zijn twee Nederlandse records verbroken. Allereerst die van de bruine kiekendief: wij telden op de 13e september 164 exemplaren! Het oude record stond op naam van Breskens (Zeeland): 156 op 13 mei 2001, in het voorjaar dus. Daarnaast zetten we ook een Nederlands record purperreiger neer: 209 exemplaren. Het oude purperreigerrecord stond op 168 op naam van ‘de Gorzen’ (Ridderkerk, Zuid Holland). Maar liefst tien dagrecords sneuvelen! Een blik op de totaallijst zegt voldoende: 164 bruine kiek, 2 blauwe kiek, 1 grauwe kiek, 31 wespendief, 3 havik, 28 sperwer, 30 buizerd, 10 visarend, 29 torenvalk, 1 roodpootvalk, 4 smelleken, 20 boomvalk en 2 slechtvalk. Mogen we zeggen dat deze dag ons nog lang zal heugen? Ik denk het wel, ongetwijfeld! En wel als Big Harrier Day! Anthonie Stip, VWG Alblasserwaard 16 oktober 2008
Trektellers van telpost Kinderdijk in actie; september 2008 Foto: Anthonie Stip
Oktober 2008
9
Vergelijking tellingen en situatieschetsen in Polen. Door Han Bouman
Afgelopen zomer trokken Han en Jaap met een Partner naar Polen.In de vorige nieuwsbrief deed Han al uitgebreid verslag van de reis. Nu de resultaten van de tellingen. Verwerkt in een tabelletje heb ik gekeken naar soortaantallen vogels in eventuele samenhang met hun biotoop cq situatieschetsen. Daarbij heb ik twee groepen vogels onder scheiden: groep 1, de eerste 7 zangvogels van de Poolse lijst: veldlwrk, gele kwik, geelgors, grauwe gors, paapje, grasmus, ortolaan ) plus kwartel en de beide klauwieren [grauwe en klapekster], en alle waargenomen soorten inclusief de hierboven genoemde . Daarbij had ik ook nog de beschikking over tellingen van Bauke en Emmy, gedaan 14 dagen voor die van Jaap en mij. Mijn conclusies (een groot woord in deze) zijn persoonlijk, onwetenschappelijk en niet getoetst, c.q. statistisch onverantwoord. Tabel 1. Typische voorbeelden van diversiteit en type biotoop in samenhang met voorkomen van een specifieke groep vogels (zie tekst) en alle waargenomen soorten; dorp betekent bebouwing en bewoning in 200m cirkel *) diversiteit landschap: 2 getallen; het eerste geeft het aantal percelen aan; het tweede het aantal ‘gewassen’ [haver, rogge, hooiland, zandweg, bos, etc]; typisch voorbeeld van lage diversiteit Lg, idem hoge Hg
Jaap en Han Alle soorten
Indien zelfde put geteld Alle soorten
biotoop
Diversiteit, *
Lg Hg
Akkers
2 - 3 8 - 15
Lg Hg
2 4
3 4
2 5
2 13 !
Akkers +dorp
4 - 6 10 - 16
Lg Hg
2 3
11 5
2
10
4 - 4 5 - 13
Lg Hg
3 2
7 5
1
7
Akk. + hooil.
3 - 6 8 - 12
Lg Hg
4 5
8 9
Hooiland Bos
1 - 1 1 - 2
Lg Lg
2 0
6 7
2
13
Akkers + bos
Groep 1 vogels
Bauke en Emmy Groep 1 vogels
Tellingen van ons en Bauke en Emmy verschillen behoorlijk. Er zijn zoveel variabelen niet meegenomen als datum en tijd van waarneming, weer, duur van waarneming, uitgeslapenheid, en zo voort. Met deze tabel 1 is dus eigenlijk niks te beginnen, en dat is het leuke van niet meer wetenschappelijk te hoeven doen. Maar een tabelletje doet het altijd goed, vandaar.
Oktober 2008
10
Verder heb ik gekeken naar de frequentie van hetzelfde rijtje soorten (plus boerenzwaluw, wielewaal en ooievaar) die we over de telpunten waargenomen hebben. Aangevuld met nog wat kanttekeningen over wat me bijgebleven is, geeft het in ieder geval een indruk van ons telgebied gebied in Oost-Polen.
het blauwe boekje voor Polengangers
Tabel 2. Frequentie voorkomen van enkele soorten op telpunten
soort Veldleeuwerik Boerenzwaluw Gele kwik Geelgors Grauwe gors Grasmus Kwartel Wielewaal Ooievaar Grauwe kiek Ortolaan Paapje Grauwe klwr Bruine kiek Klapekster
Tellingen 76 punten Aangetroffen in aantal pnt 71 43 38 19 18 17 15 11 11 9 8 8 7 7 5
Jaap Han
in % 93.4 56.6 50 25 23.6 22.4 19.7 14.5 14.5 11.8 10.5 10.5 9.2 9.2 6.6
Tellingen 41 punten Aangetroffen in aantal pnt 37 14
Bauke Emmy
17 14 20 18 12 9 0 3 7 4 4 4 5
41.5 34.1 48.8 43.9 29.3 22 0 7.3 17.1 9.8 9.8 9.8 12.2
in % 82.9 34.1
Telling Han 25 punten Mei 08 Oldambt in % 64 36 52
8
24 incl>200m
24 incl>200m
Als we naar de percentages kijken wordt duidelijk dat de veldleeuwerik de meest aangetroffen soort is. Ook in aantallen broedparen bleek bij de telling dat deze het meest voorkwam. In de rest van de rangorde zien we verschillen tussen onze en B&E’s tellingen en hier komt de onwetenschappelijkheid van deze vergelijking om de hoek kijken: deels andere en meer telpunten bij ons, wij telden tot soms 11 uur in de morgen om meer situatieschetsen te kunnen maken en vaak ook ’s avonds. B&E telden vroeger in het seizoen, meestal ’s morgens en vaak begonnen zij vroeger, wat samen beschouwd ongetwijfeld meer zang en soorten opgeleverd heeft. Ik denk ook nog dat Bauke een meer geroutineerde waarnemer is. Ook de verschillen uit de eerste tabel kunnen zoals reeds opgemerkt op deze manier verklaard worden.
Oktober 2008
11
Het blijft echter een mooie vergelijking met tellingen in Groningen. Veldleeuwerik was op beide plekken het algemeenst. Dichtheden in Polen wel veel hoger. De gele kwik was net als bij mijn telpunten rond Finsterwolde vaak aanwezig. Daarentegen was de bijna afwezigheid van graspiepers in Polen opvallend. In mijn telgebied rond Finsterwolde telde ik hem in mei in 8 van de 25 telpunten. Kraaien waren er in Polen ook veel minder: vergeleken zwarte met in Polen bonte. Fazanten werden nauwelijks waargenomen, gelukkig wel af en toe patrijzen. Natuurlijk springen grauwe en geelgors er positief uit. Ortolaan, paapje en de klauwieren zijn heerlijke extra’s. Ooievaars werden door ons vaak gezien in de hooilandtelpunten, vooral als er net gemaaid was. In de hooilanden zagen we trouwens af en toe wel een graspieper. De grauwe kieken lieten de eerste teldagen op zich wachten, maar we hadden later in de verwachte [geloof ik] gebieden toch een redelijk aantal waarnemingen. Zo zijn er meer opmerkingen te maken. Maar betere en andere conclusies en opmerkingen laat ik liggen voor de verwerkers die alle telresultaten van Polen en Nederland tot hun beschikking hebben. Nog een vrolijke opmerking: nagenoeg alle getelde grauwe gorzen zaten op telefoon en elektriciteitsdraden, even als veel klauwieren en klapeksters. Ik pleit ervoor om, is het niet als beschermingsmaatregel dan toch als hulpmiddel voor tellers, oude telefoonpalen met ‘loze’ draden op te zetten in ons akkerland [een mens krijgt de meest briljante ideeën in zo’n ver land] . Wat hebben we verder zoal gezien naast vogels en planten: veel vossen en reeën, één keer edelherten, en ook dassensporen; op sommige telpunten was het omgeploegd door wilde zwijnen, , maar ook liepen er veel zwerfkatten. Bij een wandeling in een bos zagen we een familie boommarter. Zandhagedissen waren er veel. Van de fraaie dagvlinders heeft Bauke een overzichtje in het plaatselijke logboek gemaakt. En het leven op het Poolse platteland was ook heel apart om te zien. Nogmaals, ik laat het echte werk nu aan de experts over; ik zal de blauwe boeken met waarnemingen snel naar onze cördinator brengen. En wie weet volgend jaar weer! Han Bouman
Jaap keurt de beschermingsmaatregelen tegen wilde zwijnen en wisenten. Techts ziet u een trekker van het befaamde merk URSUS waarschijnlijk type C330
oktober 2008
12
Kiekenbrief : Reisverslagen Satelietzenders De routes en de ervaringen van onze kiekendieven uitgerust met een satelliet-rugzakje zijn weer te online te volgen. Eens per week staat er een nieuwsbrief (kiekenbrief) op de website. Op de kaart staan de posities en vliegbewegingen van de 12 grauwe kiekendieven. De opzet is anders dan vorig jaar. Door de gestage groei van het werk dat wordt verzet is er helaas geen tijd meer voor dit analyse- en schrijfwerk. Het ontbreekt aan tijd om zoals vorig jaar gedetail-leerde teksten en kaartjes aan te bieden over de routes van de gezenderde kiekendieven. Via de Kiekenbrief zijn alle ontwikkelingen te volgen! www.grauwekiekendief.nl
NOU themadag "Nieuwe inzichten in de dynamiek van de vogeltrek: de trek beschouwd als keten van opvetplekken" op 1 November 2008, Regardz Event Center, Zwolle. Over o.a. radar onderzoek, visarenden en om 12:10 – 12:40 u:
"Een nieuwe kijk op trek van de grauwe kiekendief" Door Chris Trierweiler (RuG / Stichting Werkgroep Grauwe Kiekendief). Meer informatie is te vinden onder www.nou.nu. Ga je ook mee? Neem dan contact op met
[email protected], misschien kunnen we carpoolen.
Iedereen ontzettend bedankt voor de stukjes. Alles voor de volgende nieuwsbrief kan naar Trudy.vanwijk@ grauwekiekendief.nl