De kruisweg van de Palestijnse christenen Een liturgische reis langs de Palestijnse Via Dolorosa
Sabeel Oecumenisch Centrum voor Bevrijdingstheologie Jeruzalem 2008/2010
Een uitgave van Vrienden van Sabeel Nederland mede mogelijk gemaakt door Kerk in Actie Vertaald door: Margriet Westers
1
De kruisweg van de Palestijnse christenen is oorspronkelijk verschenen als:
Contemporary way of the cross Bij: SABEEL Ecumenical Liberation Theology Center P.O.Box 49084 Jerusalem 91491 Tel: +972.2.532.7136 Fax: +972.2.532.7137 Email:
[email protected] Website: www.sabeel.org Deze vertaling is een uitgave van:
Stichting Vrienden van Sabeel Nederland Giro: 3276280, Culemborg E-mail:
[email protected] Website: www.vriendenvansabeelnederland.nl
Mede mogelijk gemaakt door:
Postadres: Postbus 456, 3500 AL Utrecht Telefoon: 030-880 14 56 Website: www.kerkinactie.nl E-mail:
[email protected] Giro: 456 Utrecht
2
De kruisweg van de Palestijnse christenen Een liturgische reis langs de Palestijnse Via Dolorosa
3
Opmerkingen over de vertaling De kruisweg van de Palestijnse christenen, het boekje dat u nu in uw handen hebt, is een vertaling van Contemporary way of the cross. A liturgical journey along the Palestinian Via Dolorosa, een boekje dat in 2008 is uitgegeven door Sabeel. Nu, twee jaar later, is er veel veranderd in Palestina en Israël en daardoor deden sommige verhalen geen recht maar aan de actualiteit. Tegelijk met het vertalen, heb ik daarom gelijk een update gemaakt van de Engelstalige versie. De informatie die u dus in dit boekje vindt, is gebaseerd op de situatie in Palestina en Israël van eind 2010. Dat betekent uiteraard niet dat u dit boekje later niet meer kunt gebruiken: de verhalen geven iets weer van het grotere verhaal van de Palestijnse gemeenschap hier en het lijden waar zij mee te maken krijgen. Daarom kan het boekje eigenlijk jarenlang mee.
4
Voorwoord
In de Oude Stad lezen we de inscripties, pauzeren we waar een bordje op de muur ons er aan herinnert dat Jezus valt onder het gewicht van het kruis opnieuw en opnieuw In het vluchtelingenkamp lezen we de schrijfsels op de muur; de afbeeldingen van martelaren, graffiti, stoffige posters, oproepen tot actie, kreten van pijn opnieuw en opnieuw.1
Inleiding Het beeld van de lijdende Christus is de unieke sleutel tot het christelijk geloof. De God die de lichamelijke en psychologische pijn van onderdrukking, mishandeling en moord ervoer en overwon is een bron van veel hoop en kracht voor allen die vandaag de dag lijden. Sabeel wil de boodschap van Christus tot leven roepen temidden van de historische context en het dagelijkse lijden van onze Palestijnse gemeenschap. Voor ons is het beeld van het kruis met zijn beproeving en pijn, en Jezus’ antwoord van vriendelijkheid, geweldloosheid, en uiteindelijk de opstanding, een beeld van troost en inspiratie. Zoals Christus zelf zich identificeerde met de lijdende mensen en zijn volgelingen opriep zich te bekommeren om de lijdenden in hun nood, zo nodigen ook wij onze broeders en zusters in Christus vanover de hele wereld uit met ons mee te doen in onze zoektocht naar God temidden van onze beproeving.
De kruisweg door de geschiedenis heen Al eeuwenlang hebben christenen de gebeurtenissen van de Stille Week, Pasen en in het bijzonder Goede Vrijdag herdacht met speciale ceremonies en rituelen. In Jeruzalem wordt dagelijks de Via Dolorosa, in het Nederlands de Kruisweg, met zijn veertien kruiswegstaties, gelopen door individuen en pelgrimsgroepen. De Spaanse pelgrim Egeria schreef al in 381 en 384 over pelgrimages van de Olijfberg naar de Heilige Grafkerk. Er zijn bronnen uit de tiende eeuw over een processie met zes kruiswegstaties, en Kruisvaarders in de elfde eeuw schreven over ceremonies die op Goede Vrijdag plaatsvonden in en om de Heilige Grafkerk. Hoewel de meeste Europese christenen het Heilige Land rond 1291 hadden verlaten, bleven de pelgrims naar Jeruzalem komen, waar zij deelnamen aan vele en gevarieerde processies rond de ‘Kruisweg’. Het idee van kruiswegstaties werd door de Kruisvaarders mee terug genomen naar Europa, waar processies en spelen werden ontwikkeld en waar artiesten de kruisweg afbeeldden in
5
schilderijnen, sculpturen en geschriften. Sommige van deze ceremonies vinden vandaag de dag nog steeds plaats in Europa: het Oberammagau Passiespel in Duitsland, Semana Santa in Spanje, en overal in Europa zijn talloze kruiswegstaties te vinden. Ondertussen ontwikkelden de Franciscanen, die in Jeruzalem waren achtergebleven om zorg te dragen voor de heilige plaatsen, een veertiende kruiswegstatie. Negen staties zijn direct terug te herleiden tot passages uit de Evangeliën; de overige vijf komen uit de Middeleeuwse Europese christelijke traditie.
Sabeel’s Kruisweg van de Palestijnse christenen Palestijnse christenen, die een vitaal onderdeel van de Palestijnse gemeenschap vormen, zijn het nageslacht van de eerste discipelen en apostelen die door Jezus werden geroepen en die hem hebben nagevolgd. Zij zijn de nakomelingen van de christenen die tweeduizend jaar geleden, op de dag van het Pinksterfeest, de kracht van de Heilige Geest ervoeren en antwoordden op het Evangelie, het goede nieuws van Jezus Christus. Tegelijkertijd zijn de Palestijnse christenen van het Heilige Land van nu zich pijnlijk bewust van hun afnemende aantal. Vandaag de dag behelzen zij negen procent van de Arabisch-Israëlische bevolking en minder dan twee procent van de totale Israëlische bevolking. Sabeel is een Palestijns christelijk centrum dat werkt met Palestijnse christenen uit alle verschillende denominaties. Als theologisch centrum werkt Sabeel vanuit een een theologie van bevrijding die oog heeft voor de actuele situatie en hoe deze situatie de christelijke gemeenschap beïnvloedt. Sabeel streeft ernaar een spiritualiteit te ontwikkelen die gebaseerd is op gerechtigheid, vrede, geweldloosheid, bevrijding en verzoening voor iedereen, ongeacht religie of nationaliteit. ‘Sabeel’ betekent ‘de weg’ in het Arabisch, en ook ‘kanaal’ of ‘bron van levengevend water’. Deze ‘Kruisweg van de Palestijnse christenen’ is ontwikkeld als een daad van aanbidding, geworteld in het land waar Jezus is geboren, heeft geleefd en is overleden. De Kruisweg van de Palestijnse christenen verbindt de oorspronkelijke gebeurtenissen van Goede Vrijdag met het doorgaande lijden van het onderdrukte volk dat vandaag in datzelfde land leeft. De Kruisweg van de Palestijnse christenen is een manier om anderen te helpen iets te begrijpen van de gebeurtenissen die deze plaats vol onrust sinds de afgelopen eeuw hebben gevormd. Ook is het een manier om aandacht te vragen voor het werkelijke en voortdurende lijden van het Palestijnse volk. De Kruisweg van de Palestijnse Christenen probeert een eerlijke weergave van de situatie te geven, en vraagt eenvoudigweg aan hen die deelnemen in deze daad van aanbidding om te luisteren en te bidden voor ons en met ons wanneer we uitkijken naar een rechtvaardige, allesomvattende en blijvende vrede.
Suggesties voor gebruik De Kruisweg van de Palestijnse Christenen kan op verschillende manieren worden gebruikt: -
Drie of vier staties per week gedurende de hele vastentijd; Twee of drie staties per dag tijdens de Stille Week; Als vorm van aanbidding of op Goede Vrijdag of als basis voor een workshop op die dag; Tijdens zondagsschoollessen of Bijbelstudiegroepen; Voor persoonlijk gebruik.
Het idee van dit boekje is dat het op verschillende manieren gebruikt kan worden. Er staat veel informatie en materiaal in waarvan we hopen dat u deze kunt gebruiken op de manier die bij u past. Pauzeer een moment na elke statie en overdenk wat u heeft gehoord en de persoonlijke verhalen die u heeft gelezen. U kunt op zo’n moment een lied zingen, of een moment van stilte hebben. Wat u ook kiest, uw gebed en ondersteuning zijn van grote waarde en een enorme bron van bemoediging voor de Palestijnen, die leven onder de schaduw van de bezetting. Wanneer het gebruik van dit boekje u inspireert om u verder in te zetten voor het werk van Sabeel, neem dan contact op met Sabeel voor meer informatie.
6
Gebruiksaanwijzing Deze liturgie kan gebruikt worden in kleine of grote groepen en persoonlijk. De gewoon weergegeven tekst is geschikt om hardop persoonlijk te worden voorgelezen. Teksten die cursief zijn weergegeven kunnen in stilte worden gelezen. De teksten die vetgedrukt zijn, kunnen door de hele groep gelezen worden. De staties hoeven niet noodzakelijkerwijs allemaal in één keer gebruikt te worden – elke statie kan als een op zichzelf staande liturgie gebruikt worden. De staties kunnen in elke willekeurige volgorde en combinatie gebruikt worden, afhankelijk van de hoeveelheid tijd die u hebt en welke specifieke onderwerpen het meest geschikt lijken om aandacht op te vestigen. Aan het einde van dit boek vindt u een lijst van websites die u kunt raadplegen voor extra fotomateriaal, kaarten en actuele informatie, evenals een leeslijst. Aan het eind van elke statie kunt u muziek laten horen of zelf zingen. Aan het einde van dit boekje hebben we wat suggesties van meditatieve muziek uit de Taizétraditie toegevoegd. Sommige van deze liederen bevatten een Arabische vertaling. Ook hiervoor geldt weer: voelt u zich vrij dit materiaal te gebruiken op een manier die het best past bij de manier waarop u deze kruisweg gebruikt. De volgende liederen zijn achterin het boekje te vinden: Kyrie Eleison (vooral geschikt na statie 1 of 8) O Lord hear my prayer (met Arabische vertaling – vooral geschikt na statie 2, 4, 6, 7 en/of 11) Prijs de Heer, mijn ziel (met Arabische vertaling – vooral geschikt na statie 5 en/of 10) Jesus, remember me (vooral geschikt na statie 9 en/of 13) Veni Sancte Spiritus (vooral geschikt na statie 14) De Bijbelteksten in dit boekje komen uit de Nieuwe Bijbelvertaling.
Overdenking vooraf Wie diep in de levens van de Palestijnen kijkt, kan de kruisen zien die veel Palestijnen dragen – het kruis van het verloren recht om in hun geboorteplaats te leven; het kruis van dakloosheid ten gevolge van de vernieling van huizen; het kruis dat mensen dragen wanneer hun land en hun bezit worden afgenomen; en de kruisen van vernedering die zovelen elke dag dragen. Tenslotte is er de geleidelijke druk van de muur, die de dorpen die het omsluit langzaam doet verstikken. Veel Palestijnen beleven de gebeurtenissen van Goede Vrijdag elke dag. Hun kruisweg is lang en zwaar. Hun lijdensweg lijkt eindeloos en hopeloos.
7
De traditionele kruiswegstaties Veel mensen zullen bekend zijn met de christelijke veertigdagentraditie waarin de kruisweg herdacht wordt die Christus maakte na zijn veroordeling tot de dood. Toen droeg hij het kruis naar de plaats waar hij gekruisigd zou worden. De Evangeliën vertellen over enkele gebeurtenissen die tijdens deze kruisweg plaatsvonden, en door de eeuwen heen zijn rondom deze gebeurtenissen verschillende tradities ontstaan. Sommige kerkgebouwen hebben afbeeldingen of sculpturen die deze gebeurtenissen laten zien. Deze worden gebruikt als bron van gebed en meditatie, vooral tijdens de periode voor Pasen, die we de veertigdagentijd noemen, en in het bijzonder tijdens de Stille Week, de week die voorafgaat aan het Paasfeest.
DE EERSTE STATIE Jezus wordt ter dood veroordeeld DE TWEEDE STATIE Jezus draagt zijn kruis DE DERDE STATIE Jezus valt voor de eerste keer DE VIERDE STATIE Jezus ontmoet zijn moeder DE VIJFDE STATIE Simon van Cyrene helpt Jezus zijn kruis te dragen DE ZESDE STATIE Veronica dept Jezus’ gezicht droog DE ZEVENDE STATIE Jezus valt voor de tweede keer DE ACHTSTE STATIE Jezus ontmoet de vrouwen van Jeruzalem DE NEGENDE STATIE Jezus valt voor de derde keer DE TIENDE STATIE Jezus wordt van zijn kleding ontdaan DE ELFDE STATIE Jezus wordt aan het kruis genageld DE TWAALFDE STATIE Jezus sterft aan het kruis DE DERTIENDE STATIE Jezus wordt van het kruis gehaald DE VEERTIENDE STATIE Jezus wordt in het graf gelegd en staat op de derde dag op uit de dood
8
De staties in de kruisweg van de Palestijnse christenen
DE EERSTE STATIE De Nakba van 1948 DE TWEEDE STATIE Vluchtelingen DE DERDE STATIE De bezetting van 1967 DE VIERDE STATIE Nederzettingen DE VIJFDE STATIE Stress en vernedering DE ZESDE STATIE Solidariteit DE ZEVENDE STATIE Huizenvernietigingen DE ACHTSTE STATIE Vrouwen tegen de bezetting DE NEGENDE STATIE Checkpoints DE TIENDE STATIE Bureaucratische onderdrukking DE ELFDE STATIE Gaza DE TWAALFDE STATIE De muur DE DERTIENDE STATIE Het verlies van Jeruzalem DE VEERTIENDE STATIE Wat zal de veertiende statie zijn?
9
(1) DE NAKBA VAN 1948 Palestijnen refereren aan de gebeurtenissen van 1948 als “an-Nakba” – de ramp. In navolging van de afspraken van het VN Verdelingsplan zoals voorgesteld in 1947, beginnen Joodse militaire groepen met geweld met het innemen van grote gebieden van Palestina. Tijdens deze periode worden meer dan vierhonderd dorpen ontvolkt, doordat de bewoners met geweld worden verdreven of vluchten voor de aanstormende Joodse militanten. Het meest stuitende voorbeeld van de vernietiging van dorpen is Deir Yassin in april 1948. In Deir Yassin, een bloeiende Palestijnse gemeenschap van zo’n zeshonderd mensen, vond een massamoord plaats van ongeveer honderdtwintig mannen, vrouwen en kinderen door de Irgun en de Sterngroep (zionistische terreurbewegingen). De erfenis van 1948 is nog altijd voelbaar bij het Palestijnse volk. Zaken over het recht op terugkeer en compensatie voor de vluchtelingen die gevlucht zijn en wiens huizen en bezit zijn vernietigd of in beslag genomen – zaken waar volgens VN resolutie 194 compensatie voor had moeten komen – moeten nog altijd opgelost worden. Israël is, als verantwoordelijke voor de verdrijving van deze Palestijnen, de vernietiging van hun dorpen en steden, het ontzeggen van hun basisrechten en het illegaal overheersen en onderdrukken van de Palestijnse bevolking, moreel verantwoordelijk om dit onrecht Tegenover de Palestijnen te erkennen en er verantwoordelijkheid voor te nemen.
STATIE 1 OVERDENKING Zoals Jezus ter dood veroordeeld werd, zo hebben de gebeurtenissen van 1948 een doodsvonnis geveld over meer dan vierhonderd historische Palestijnse dorpen door het hele land die volledig vernietigd zijn. We herdenken de pijn van het verlies van gemeenschap, familienetwerken en een thuis. We openen onze ogen voor het eerste begin van verwoesting, veroorzaakt door het ontstaan van de Staat Israël – een verwoesting die nooit volledig erkend is, en we denken aan deze mensen en hun herinneringen.
GETUIGENIS “Ik kan de drie verschrikkelijke dagen in juli 1948 niet vergeten. De pijn ervan staat in mijn geheugen gegrift. En hoe hard ik het ook probeer: ik kan mezelf er niet van verlossen. Eerst dwongen Israëlische soldaten duizenden Palestijnen hun huizen bij de Mediterraanse kust te verlaten, zelfs families die hier al eeuwen woonden... Daarna liepen we, vermoeid en uitgeput, drie dodelijke dagen lang door de heuvels, zonder water. Joodse soldaten volgden ons en schoten soms over onze hoofden om ons bang te maken en ons op te jagen. Terreur vulde mijn gedachten – ik was toen elf – en ik vroeg me af wat er zou gaan gebeuren. Ik herinner me dat ik mijn vader en zijn vrienden afluisterde toen ze anderen alarmeerden over recentelijke massamoorden door Joodse terroristen. Zouden ze ons ook doodmaken?” - Audeh Rantisi1
10
SCHRIFTLEZING Psalm 69: 2-4 Red mij, God, het water staat aan mijn lippen, ik zink weg in een bodemloos slijk en vind geen grond voor mijn voeten, ik ben in diep water geraakt, de stroom sleurt mij mee. Uitgeput ben ik van het roepen, mijn keel is schor geschreeuwd, mijn ogen zijn verzwakt van het uitzien naar mijn God.
REFLECTIE Ik bereikte Bir’am [mijn geboorteplaats, die in 1948 vernietigd is] bij zonsopkomst. Het werd steeds lichter en de zon scheen warm door de olijftakken. Alleen de fluitende vogels en het geluid van mijn voetstappen op het grind doorbraken de stilte. De geruïneerde stenen huizen om me heen waren verlaten, spookachtig. Ik klom op een afgebrokkelde muur van het vaag verlichte huisje boven de kerk. In de parochiewoning zochten zwaluwen schaduw onder de overgebleven dakpannen. Ik stond daar verstijfd, stomgeslagen, bijna bevangen door een gevoel van eenzaamheid. En tegelijkertijd, op hetzelfde moment, beving me onbewust een diep gevoel van leven. Vanuit de wrakkige huizen beeldde ik me in dat ik gelach hoorde, vrouwenstemmen, mannen in diepe gesprekken verwikkeld. In de kerk, onder de lege en wankelende stenen toren waarvan onze kerkklok meegenomen was, hoorde ik kinderen het Alleluia weer zingen. Toen realiseerde ik me dat zelfs bommen onze toewijding aan God, het leven en het land zoals we dat hier beleefd hadden, niet geheel kunnen vernietigen. Hoe hartverscheurend dat mensen Gods ideaal voor vrede tussen verdeelde broeders zomaar naast zich kunnen neerleggen, en zelfs elkaar kunnen aanmoedigen hun macht te misbruiken om een andere groep te verjagen. Wij zijn geroepen om, zoals Jezus, die mensen naar voren te brengen die vernederd en neergeslagen zijn. - Bisschop Elias Chacour2
11
GEDICHT Doodsvonnis In de nacht kwamen de bevelen tot de soldaten Om ons liefelijke dorp te vernietigen: Zeita. Zeita! Bruid van de bomen, van bloeiende tulpen, glinstering van de winden! De soldaten kwamen in het duister terwijl de zonen van het dorp de bomen en velden en bloemknoppen zich vastklampten aan Zeita haar omhelzend voor een schuilplaats... “Bevelen vereisen dat jullie allen vertrekken Zeita zal worden vernietigd voor het morgenlicht aanbreekt.” Maar wij hielden vol, zingend: Zeita is het land, het hart van het land, en wij, haar volk, zijn haar takken. Dit is hoe mensen ter val komen een paar kleine momenten van verzet, zodat Zeita ‘s nachts een eeuwige omhelzing blijft Maar in een oogwenk werd zij vuilnis, geen broodoven, hoe klein ook, bleef gespaard Mensen en stenen werden geplet en gebroken onder vijandige tractors, voor altijd verstrooid in het licht van het onmogelijke. Nu, in de avonden in het lied van onze wind verrijst Zeita, haar scharlaken schitter ontstekend over de vlakten En in de morgen keert Zeita terug naar de velden zoals tulpen doen. De nacht is de morgen in Zeita, de nacht is de morgen. - Sulafa Hijjawi3
AFSLUITEND GEBED Al duurt de nacht van onderdrukking lang, het licht van gerechtigheid zal spoedig schijnen. Moge God werken door mensen van goede wil om een waarachtige vrede te brengen gebaseerd op gerechtigheid en mededogen zodat vergeving en verzoening zullen zegevieren voor alle mensen van Palestina. Amen.
12
Wees een ogenblik stil voor persoonlijke overdenking van de levens van de mensen die in deze dorpen hebben geleefd – hoe de dorpen zijn veranderd in 1948 en hoe deze verandering de levens van de mensen, volwassenen en kinderen, uit deze dorpen voor de rest van hun leven heeft veranderd.
(2) VLUCHTELINGEN De Palestijnse vluchtelingencrisis komt voort uit het onstaan van de Staat Israël in 1948 en de daaropvolgende oorlog en bezetting van 1978. De oorlog van 1948 heeft ervoor gezorgd dat 750.000 Palestijnen zijn gevlucht naar de omliggende landen Libanon, Syrië, Jordanië en Egypte; hetzelfde lot overkwam 460.000 mensen in de oorlog van 1967. in 1949 werd de UNRWA (United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees) opgericht om directe hulpverlening en werkprogramma’s voor de Palestijnse vluchtelingen op te zetten. De UNRWA begon met dit werk op 1 mei 1950. Aangezien het vluchtelingenprobleem nog steeds niet opgelost is, heeft de Algemene Vergadering keer op keer het mandaat van de UNRWA vernieuwd. Momenteel zijn er, volgens statistieken van de UNRWA uit 2010, 778.993 geregistreerde vluchtelingen op de Westoever en 1.106.195 vluchtelingen in Gaza, en zijn er 2.805.294 geregistreerd in Jordanië, Libanon en Syrië. De leefomstandigheden voor vluchtelingen die in een UNRWA-kamp leven zijn erg moeilijk. De vluchtelingen op de Westoever en in Gaza hebben vaak nog geen eigen woonplaats en geen burgerschap. Israël blijft het recht op terugkeer van de vluchtelingen ontkennen. Het oplossen van het vluchtelingenvraagstuk zal een sleutelonderdeel zijn van alle onderhandelingen met betrekking tot het Israëlisch-Palestijnse conflict.
STATIE 2 OVERDENKING Jezus droeg het gewicht van zijn kruis. Het gewicht van het kruis gedragen door de Palestijnen valt het zwaarst op de vluchtelingen, – iets minder dan twee miljoen op de Westbank en in Gaza en meer dan 2,8 miljoen erbuiten – voor wie de onteigening van 1948 en 1967 een dagelijkse realiteit zijn. Net als Jezus lopen zij de weg van lijden, belast met hun pijn.
SCHRIFTLEZING Psalm 42 Zoals een hinde smacht naar stromend water, zo smacht mijn ziel naar u, o God. Mijn ziel dorst naar God, naar de levende God, wanneer mag ik nader komen en Gods gelaat aanschouwen? Tranen zijn mijn brood, bij dag en bij nacht, want heel de dag hoor ik zeggen: ‘Waar is dan je God?’ Weemoed vervult mijn ziel nu ik mij herinner hoe ik meeliep in een dichte stoet en optrok naar het huis van God – een feestende menigte, juichend en lovend. Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
13
en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt. Mijn ziel is bedroefd, daarom denk ik aan u, hier in het land van de Jordaan, bij de Hermon, op de top van de Misar. De roep van vloed naar vloed, de stem van Uw waterstromen – al uw golven slaan zwaar over mij heen. Overdag bewijst de HEER mij zijn liefde, ’s nachts klinkt een lied in mij op, een gebed tot de God van mijn leven. Tot God, mijn rots, wil ik zeggen: ‘Waarom vergeet u mij, waarom ga ik gehuld in het zwart, door de vijand geplaagd?’ Mij gaat door merg en been de hoon van mijn belagers, want ze zeggen heel de dag: ‘Waar is dan je God?’ Wat ben je bedroefd, mijn ziel, en onrustig in mij. Vestig je hoop op God, eens zal ik hem weer loven, mijn God die mij ziet en redt.
REFLECTIE Vanuit het perspectief van een Palestijn kan de Psalm 42 worden gebruikt als de schreeuw van een vluchteling. De psalmist is waarschijnlijk uit zijn thuisland verdreven. Levend in Jordanië of Libanon denkt hij terug aan gelukkiger tijden, aan zijn vrienden en buren, de aanbiddende menigten – vooral de grote feesten, wanneer mensen samen vol blijdschap feest vierden, met liederen en lofgezangen voor God. Hij denkt terug aan zijn eigen aandeel in deze vreugdevolle activiteiten. Wanneer hij het verleden terugroept, realiseert hij zich de pijn van vandaag, verbannen uit zijn land, beroofd van zijn eigen huis, levend in rouw en wanhoop, frustratie en angst. De turbulente wateren en de stormachtige zeeën verbeelden de zorgen en rampen die hij heeft meegemaakt. Zijn herinneringen aan Palestina zijn schitterend en opwindend, maar maken het des te moeilijker het lijden van vandaag te dragen. Zijn enige hoop is God. Het vertrouwen op God is de enige weg naar een betere toekomst; hoop op God is het enige medicijn en de enige remedie voor een neergeslagen geest. Daarom bezwijkt hij niet onder zijn wanhoop. God zal hem recht doen. God zal komen om hem te helpen en hem redding te brengen. - Naim Ateek1
GETUIGENIS “Voor 1948 woonde mijn familie in Haifa, de prachtige havenstad aan de kust in het noorden van Palestina. Mijn vader kwam uit een grote familie die veel land bezat en veel invloed had. De grootvader aan mijn moeders kant werkte voor de Barclay’s Bank in Haifa. In 1948 verloor mijn moeders familie hun huis, een verschrikkelijke gebeurtenis. De familie raakte ontheemd in hun eigen land, gedwongen door de gewapende eenheden van de Israëlische Hagana, en leden ook daarna nog aan de gevolgen van vervolging en discriminatie in eigen land.
14
Mijn familie raakte ontheemd en verloor elkaar uit het oog toen we probeerden te ontsnappen aan zionistische ammunitie. Sommigen gingen naar steden in Galilea, zoals Nazareth, terwijl anderen onder de open lucht in de nacht naar Libanon vluchtten, waar ze terechtkwamen in de stad Damour. Enkele van ons probeerden een aantal dagen, weken en zelfs maanden later terug te keren naar hun huizen, om teruggestuurd te worden door de geluiden en aanblikken van Israëlische geweren aan de grens. Ze werden gedwongen op te krabbelen in hun ballingschap, zonder geld, land en naam in hun nieuwe toevluchtsoorden. Hun verliezen zijn nooit gecompenseerd en nooit mochten ze terugkeren naar hun huizen, ondanks aanhoudende pogingen van de afgelopen decennia. Mijn vader is oud en zal spoedig sterven, ver van het thuis dat hem is afgenomen, ver van de bongerds die langs mijn moeders veranda groeiden, hoewel dit volgens internationale wetten nog altijd van ons is. Nu genieten er mensen van die mijn ouders vluchtelingen hebben gemaakt.” - Rabee’ Sahyoun2
WANNEER ZOU IK EEN VOGEL WORDEN? “Toen ik jong was, stelde ik me soms voor dat ik een kleine vogel was die zomaar van de ene naar de andere plaats kon vliegen. Ik kon landen waar ik maar wilde. Ik stond dan voor een spiegel en zong zoals een vogel zou zingen. Ik knipte vleugels van papier, schminkte mijn gezicht om op een vogel te lijken, en stond op het bed en probeerde naar de grond te vliegen. Mijn grootvader, die zich toen hij klein was soms voorstelde dat hij een boom was, geworteld in de grond, vertelde me vaak: “Word een boom, met wortels. Want land is alles voor de mens. Wie geen land wil, is geen mens. Als ik een boom was, zou ik in Palestina zijn gebleven.” Ik vertelde hem dan dat ik een vogel wilde blijven en op zijn schouders wilde landen. Maar hij zou tegen me roepen: “Ga weg, je breekt mijn takken! Je bent geen vogel.” Mijn grootvader overleed, maar nog steeds voelde ik mezelf een vogel. Toen ik groter werd, realiseerde ik me langzamerhand dat ik geen vogel kon zijn, want ik ben een Palestijnse vluchteling. Dit betekende dat ik niet kon vliegen waarheen ik maar wilde, want ik had geen land en, uiteindelijk, geen identiteit. Ik werd me ervan bewust hoe belangrijk het is voor een mens om een land te hebben waarin hij geworteld is. Maar mijn land is daar en ik wil terugkeren naar mijn land, in Palestina. Ik wil terugkeren, zodat ik een identiteit zal hebben – zoals mijn grootvader had voor hij Palestina verliet. Ik wil terugkeren om vrij te zijn, vrij om te kunnen kiezen of ik een vogel wil zijn – zoals ik altijd zo dolgraag wilde zijn – of een boom, zoals mijn grootvader wilde dat ik zou zijn.” - Mona Zaaroura3
AFSLUITEND GEBED Barmhartige God, onze toevlucht en beschermer, we gedenken voor u diegenen die vluchteling zijn geworden in de kampen van de Westoever en Gaza, van Libanon, Jordanië, Syrië, en diegenen die zich over de wereld verspreid hebben. Versterk de wil van de internationale gemeenschap om hen weer een thuis te geven en vergoedingen, in de naam van Degene die zelf een vluchteling werd, en die nu leeft en regeert tot in eeuwigheid. Amen. Neem een ogenblik van stilte in acht om persoonlijk de levens te gedenken van degenen die in 1948 en 1967 uit hun huizen zijn gevlucht en nog altijd naar terugkeer verlangen.
15
(3) DE BEZETTING VAN 1967 1967 was het jaar van de Zesdaagse Oorlog, waarin het Israëlische leger met geweld de door Jordanië geregeerde Westoever en de door Egypte geregeerde Gazastrook innam. Net zoals in 1948 ging deze bezetting gepaard met de vernietiging van veel dorpen en de onteigening van huizen en gemeenschappelijke plaatsen. Ongeveer 460.000 Palestijnen werden verbannen, waaronder ongeveer 175.000 geregistreerde vluchtelingen van het conflict in 1948, die nu werden gedwongen voor een tweede keer te vluchten. Vlak na de verovering werd een volkstelling gehouden. Degenen die die dag niet thuis waren omdat ze familie bezochten of naar school gingen buiten het land, kregen geen toestemming om als inwoners terug te keren. Zo werden zij voorgoed van hun families en thuisland gescheiden. De bezetting van 1967 duurt voort tot op vandaag de dag, in tegenspraak met internationale wetgeving, en het voortdurende Israëlische bezit en de onderwerping van het Palestijnse volk door middel van de bouw van nederzettingen, sluitingen, bureaucratische pesterijen en militaire controle weerspreekt de manier waarop een bezetter officieel een bevolking onder diens macht behoort te behandelen.
STATIE 3 OVERDENKING Wanneer we kijken naar de bezetting van de Westoever en Gaza en nadenken over Jezus die voor de eerste keer viel, denken we aan deze tweede klap voor de Palestijnse gemeenschap. Het kwijtraken van hun thuisland aan anderen was een verwoestend verlies. Hun leven onder bezetting was en is nog steeds een kruis dat zij dragen. Het is een kruis dat al drieënveertig jaar voortduurt. Palestijnen hebben geen land om het hunne te noemen, geen paspoort, geen eigen plek in de wereld van de volkeren. Het landschap wordt doorsneden met prikkeldraad, checkpoints, nederzettingen en muren. We bidden voor inzicht en vastberadenheid om deze illegale bezetting te weerstaan en het kwaad ervan te benoemen.
SCHRIFTLEZING Psalm 31:10-15 Heb erbarmen, HEER, want ik verkeer in nood, mijn ogen zijn gezwollen van verdriet, mijn ziel en mijn lichaam verkwijnen, mijn leven verloopt in ellende, zuchtend slijt ik mijn dagen, door eigen schuld slinken mijn krachten, tot op mijn botten teer ik weg. Bij allen die mij belagen wek ik de lachlust, bij mijn buren nog het meest. Wie mij kennen zijn verbijsterd, wie mij zien aankomen op straat wenden zich af en ontvluchten mij. Vergeten ben ik als een dode, weg uit het hart, afgedankt als gebroken aardewerk. Ik hoor de mensen over mij fluisteren, van alle kanten dreigt gevaar. Ze steken de hoofden bijeen en smeden plannen om mij te doden. Maar ik vertrouw op u, HEER, ik zeg: U bent mijn God...
16
GETUIGENIS “Het was maandagmorgen, 5 juni, toen we merkten dat er iets mis was. De scholen sloten en mijn man moest de kinderen van school gaan halen. De Arabische radiostations gaven informatie over naderende legertroepen. Het was een dag vol angst en terreur. Mijn moeder, zus en ik begonnen zandzakken te vullen om de ramen van de kelder te vullen, en toen mijn man teruggekomen was, brachten we matrassen, eten en kaarsen naar de kelder. We besloten dat we onze huizen niet zouden verlaten. We werden in 1948 immers ook voor de gek gehouden, toen we niet naar onze huizen konden terugkeren en ze daardoor voor altijd kwijtraakten. Het duurde twintig jaar voor we er bovenop waren komen, een huis hadden en een vast inkomen. We zouden het niet uithouden als we onze huizen nog eens zouden verliezen. Mijn man en ik besloten vanuit het centrum richting Beit Hanina te lopen om te zien wat er met onze garage was gebeurd, op de grens tussen Oost- en West-Jeruzalem. Er waren veel mensen op straat die allemaal het centrum uitliepen. Toen we bij Shu’fat aankwamen, hoorden we dat iemand onze namen riep. Het was onze familiedokter, Saliba Saeed. Hij nam me apart en zei: “Georgette, je man moet de garage nu niet zien. Hij is volledig beschadigd en het zou teveel voor hem zijn als hij het zou zien.” De garage was het bedrijf waar mijn man zijn hele leven aan gewerkt had, en dat veel families werk had bezorgd – en er was niets meer van over. Voor de tweede keer in mijn leven kon ik de pijn niet dragen om weer helemaal opnieuw te moeten beginnen. Het was teveel. O, God, het was teveel. Ik begon na te denken hoe ik dit nieuws aan mijn man moest vertellen, zodat hij geen hartaanval zou krijgen zodra hij het zou zien.” - Georgette Rizek1
GEDICHT EN GEBED O God, hoor mijn gebed, want ik leef in ellende en duisternis. Ze eigenden zich ons land toe – ze verdeelden het en beroofden het. Ze verdraaiden waarheid en onderdrukten vrijheid. Ze doorploegden onze velden en beplantten ze met onze lichamen. Ze ontwortelden onze dorpen en vervingen ze door hun huizen. In Uw naam, o God, mishandelden ze mij en werd mijn volk verstrooid. In uw naam verwoestten zij en overwonnen. O God, hoor mijn gebed. Ze ontwijdden onze heilige plaatsen en vernielden onze heiligdommen. Ze kruisigden onze menselijkheid en vertrapten onze dromen. Ze sloten onze universiteiten en omsingelden onze scholen om onze kinderen en jongeren het zwijgen op te leggen en zich onze rechten toe te eigenen. O God, we weten dat u ons bijstaat, want u bent rechtvaardig en u bent eerlijk. We zijn vastberaden, O God, onze rechten te herwinnen, want we vertrouwen erop dat u ons zult bijstaan omdat we geloven in uw gerechtigheid. - Rima Nasir Tarazi
17
AFSLUITENDE OVERDENKING Opnieuw een oorlog, en opnieuw moeten we het verlies van onze levens, ons land, onze families en ons werk dragen. We worden in nog kleinere kooien gestopt. We worden gescheiden van onze families, van onze cultuur, van onze identiteit. We dromen van wat we verloren hebben, van wat we nooit gehad hebben. We dromen van vrijheid. Het is een droom die bitter is, en zoet tegelijkertijd.2 Neem wat tijd om na te denken hoe uw leven er uit zou zien onder bezetting.
18
(4) NEDERZETTINGEN Elke regering sinds 1967 heeft significante bedragen geïnvesteerd in het vestigen en uitbreiden van nederzettingen in de Bezette Gebieden, zowel wat betreft de grootte van het gebied als het aantal mensen dat er is komen wonen. Het resultaat van deze beleidsvoering is dat er momenteel ongeveer 484.100 Israëlische burgers wonen in nederzettingen op de Westoever en zo’n 193.700 in Oost-Jeruzalem. Dit expansionisme is bedacht om het Israëlische paradigma van “maximaal gebied, minimale bevolking” te versnellen, wat betekent dat er een “maximum” hoeveelheid gebied voor Israël moet zijn, met een “minimum” Palestijnse bevolking. Door het bouwen van ringen van nederzettingne rondom gebieden waar Palestijnen wonen en regeren, weet Israël met resultaat de groei van de Palestijnse economie en de hoeveelheid Palestijns land stil te leggen. Niet alleen verminderen nederzettingen het Palestijnse leven, ook maken zij illegaal gebruik van natuurlijke bronnen.
STATIE VIER OVERDENKING Jezus’ lijden was onschuldig en zijn dood was onrechtvaardig. Evenzo schendt de vestiging van nederzettingen op bezet gebied door de bezetter, internationale wetgeving. De onteigening van andermans land, het opbouwen van tientallen bewapende nederzettingen en het onrecht ten gevolge daarvan brengt het hele Midden-Oosten schade toe. Het bemoeilijkt de mogelijkheden voor een einde van de bezetting. Het schendt de Vierde Conventie van Genève door land te onteigenen en gemeenschappen te vernietigen. De schade voor de Palestijnen is evident, maar de nederzettingen veroorzaken op lange termijn ook schade voor Israël, doordat het moeilijker wordt een staat te zijn die in vrede leeft met zijn buurlanden.
SCHRIFTLEZING Johannes 19:26-27 Toen Jezus zijn moeder zag staan, en bij haar de leerling van wie hij veel hield, zei hij tegen zijn moeder: ‘Dat is uw zoon,’ en daarna tegen de leerling: ‘Dat is je moeder.’ Vanaf dat moment nam die leerling haar bij zich in huis.
GETUIGENIS De Al Kurd-familie in de wijk Sheikh Jarrah in Oost-Jeruzalem ontving een bevel van het Israëlische Hooggerechtshof dat zij hun huis zouden worden uitgezet. De familie denkt dat het huis elk moment ontruimd kan gaan worden. Het desbetreffende huis is de woning van een gehandicapte man, zijn vrouw en vijf kinderen en hun families. De Al Kurd-familie zijn vluchtelingen van 1948 die sinds het begin van de jaren vijftig in dit huis hebben gewoond, dat hun toegewezen is door de UNRWA, de instantie van de Verenigde Naties die zich bezighoudt met Palestijnse Vluchtelingen. De situatie van de Al Kurd-familie is vooral moeilijk, omdat ze de afgelopen zeven jaar hun huis hebben “gedeeld” met een Israëlische familie die een deel van het huis heeft ingenomen. De moeder
19
van de familie, Fawzieh, verklaarde door middel van een vertaler dat zij in 1999 een muurtje hebben gebouwd in het huis zodat hun zoon een eigen woning zou hebben. Toen de moeder in 2001 in het ziekenhuis was met haar man, die bij een offensief gewond was geraakt, kwam een groep Israëliërs het huis binnen, namen de woning van hun zoon in beslag en gingen er wonen. Sinds die tijd hebben zij in hetzelfde huis gewoond, met slechts een dunne muur tussen hen in, en beide families delen de veranda. Direct na de oorlog in 1967 claimden twee Israëlische kolonistenorganisaties al het recht op het land in het gebied van Sheikh Jarrah, en in de vroege jaren tachtig claimden deze organizaties eveneens het eigendomsrecht van het bezit van sommige families in Sheikh Jarrah. Sinds die tijd zijn er veel lange en ingewikkelde legale procedures geweest. In 2007 beval het Israëlische Hooggerechtshof de Israëlische familie in het huis van de Al Kurds uit te zetten, maar deze uitspraak is nooit uitgevoerd. Fawzieh is een vrouw die aanzien uitstraalt, maar die een nachtmerrieverhaal te vertellen heeft. De rechtszaak heeft de Al Kurds al 120.000 shekel gekost, wat neerkomt op zo’n 246.000 euro. De Israëlische bewoners boden haar een grote som geld aan om het huis te verlaten, wat ze geweigerd heeft. Zes bewapende Israëliërs kwamen eens haar huis binnen toen ze alleen was, om haar bang te maken. Ze legden een wapen neer bij haar in de buurt in de hoop dat ze haar zonen konden beschuldigen van wapenbezit en hen zo gevangen konden nemen. Weer een andere keer kwamen ze met drie bussen vol Israëlische kinderen en feestten buiten het huis, en ze lieten de rommel bij haar achter. De uitzetting van de Al Kurds zou een tragedie zijn voor de familie. De mensen in de buurt vrezen tevens dat wanneer de Al Kurds worden uitgezet, dit een aanleiding zal zijn om toestemming te geven voor nog meer Israëlische nederzettingen in het gebied van Sheikh Jarrah, wat de toekomst van nog eens zevenentwintig families in gevaar zou brengen. In februari dit jaar (2008) stuurde een bedrijf dat investeert in nederzettingen al een voorstel naar de Israëlische gemeente van Jeruzalem, waarin werd voorgesteld de achtentwintig huizen in het gebied van Sheikh Jarrah te vernietigen en nieuwe huizen te bouwen voor Joodse immigranten.1
GEDICHT Een deel uit “Staat van belegering” Hier, op de heuvels, voor zonsondergang en de wapenmuil der tijd, nabij boomgaarden onteigend van hun schaduw doen wij wat gevangenen doen wat de werklozen doen: wij koesteren hoop Onder belegering, wordt leven de tijd tussen het herinneren van het begin en het vergeten van het eind Hier, op de hoogten van de rook, op het bordes van thuis, is er geen tijd voor tijd We doen wat zij die tot God naderen doen: we vergeten pijn Soldaten meten de afstand tussen bestaan en nietigheid met de telescoop van een tank Wij meten de afstand tussen onze lichamen en de granaten met een zesde zintuig De belegering wacht, wacht op een wankelende ladder als de storm het hevigst is Als een fossiel in zijn eeuwigheid Onder belegering wordt plaats tijd treuzelend achter zijn gisteren en zijn morgen - Mahmoud Darwish3
20
AFSLUITEND GEBED Heer, hoor ons wanneer we hen gedenken die lijden onder nederzettingen en in beslag genomen land in Palestina. We bidden voor Palestijnse families die gedwongen worden hun huizen te verlaten. We bidden voor Joodse kolonisten, dat u hun ogen opent voor nieuwe ideeën die ertoe leiden dat ze in vrede kunnen leven met hun buren. We vragen u de handen de sterken van Palestijnen en Israëliërs die zich inzetten voor een einde van de bezetting en een einde van het onrecht. Tenslotte bidden we voor de mensen van Palestina en Israël, en voor onszelf, dat u ons de weg zult wijzen om instrumenten van uw rechtvaardige vrede te zijn in uw wereld. - Bill Baldwin4 Neem in stilte de tijd om de onschuldige families te gedenken die te maken hebben gehad met het verlies van hun thuis en hun land vanwege de bouw van nederzettingen.
21
(5) STRESS EN VERNEDERING De beknelling en vernedering veroorzaakt door de bezetting, vooral sinds het begin van de intifada’s (opstanden van het Palestijnse volk), brengen aantoonbaar fysieke en psychologische schade aan het Palestijnse volk. Vanwege de twee intifada’s tegen de bezetting (de Eerste Intifada van 1987 tot 1993 en de Tweede Intifada van 2000 tot 2003), heeft het Israëlische leger de vrijheid van de Palestijnen steeds verder ingeperkt, met veel lijden tot gevolg – inclusief vele arrestaties van jonge mannen en vrouwen. De angst om een administratieve gedetineerde te worden, is een voortdurend aanwezige angst in het dagelijkse leven van de Palestijnen en heeft uitwerking op de levens van de Palestijnen in de bezette Palestijnse gebieden. Net zoals de jaren voor de intifada’s gebruiken de Israëlische autoriteiten ook nu administratieve detentie om vele Palestijnen te arresteren, steeds wanneer een nieuwe fase in het conflict aanbreekt. Er is een hoog aantal chronisch zieken en mensen met een hoge bloeddruk; een aantal dat nog verder stijgt door de druk en spanning van de bezetting. Ook de geestelijke gezondheid van veel Palestijnen verslechtert. Het Ministerie van Gezondheid van de Palestijnse Autoriteiten rapporteerde in 2002 een toename van 105% in de dienstverlening voor geestelijke gezondheidszorg en een toename van 72% in de vraag naar adviserende dienstverlening in jaar 2008. Een rapport van UNICEF in 2008 toont aan dat bijna 10 procent van de kinderen jonger dan vijf jaar lijdt aan chronische voedseltekorten. In Gaza, waar 50.000 kinderen ondervoed zijn, is de situatie het ergst. Ongeveer de helft van de kinderen onder de twee jaar lijdt aan bloedarmoede en 70 procent heeft een tekort aan vitamine A. In bijna een derde van alle gezinnen lijden kinderen aan onrust, angstaanvallen en depressie. Sinds het begin van de Tweede Intifada in 2000 zijn meer dan 2500 kinderen (18 jaar en jonger) gearresteerd. Momenteel worden er minstens 340 Palestijnse kinderen in Israëlische gevangenissen vastgehouden.
STATIE VIJF OVERDENKING Het kruis is een eenzame last om te dragen. Het kruis kan niet gedeeld worden – het wordt in eenzaamheid gedragen. Simon van Cyrene neemt het kruis echter kort van Jezus over. Vele mensen vanuit de hele wereld komen om het kruis van de Palestijnen te helpen dragen. Wanneer zij getuigen van het lijden van deze gemeenschap en hun verhalen vertellen, breekt hun aanwezigheid de eenzaamheid van hun ellende door het ook hun ellende te maken. Terwijl de Palestijnen hun kruis dragen, kijken veel mensen toe en bieden hun aan wat ze hebben. Degenen in machtsposities bieden nog meer beschuldigingen en veroordelingen, inclusief hoon en spot. Ja, er zijn ook vandaag de dag hogepriesters, Herodessen, Pilatussen en soldaten. Maar er zijn ook de Simon van Cyrene’s
22
die helpen de last te dragen; mannen en vrouwen die hun tranen van solidariteit aanbieden. Er zijn mensen die zich onderweg bekeren. Zij zijn getuige van het grote onrecht dat gaande is en beginnen zicht in te zetten voor wat rechtvaardig is. We bidden dat wij ook zo zullen zijn en worden.
SCHRIFTLEZING Lucas 23:25-26 Hij [Pilatus] liet de man gaan die wegens oproer en moord gevangen was gezet en om wiens vrijlating ze hadden gevraagd, en leverde Jezus uit aan hun willekeur. Toen Jezus werd weggeleid, hielden de soldaten een zekere Simon van Cyrene aan, die net de stad binnenkwam. Ze legden het kruis op zijn rug en lieten het hem achter Jezus aan dragen.
GETUIGENIS “Mijn naam is Linda. Ik ben zestien jaar oud en ik kom oorspronkelijk uit het dorp Beit Jabreen waar mijn familie woonde voor 1948, het jaar dat de Israëlische soldaten ons land innamen en het Palestijnse volk verdreven. Na van ons vaderland te zijn beroofd, werden we gedwongen in vluchtelingenkamp Azzeh te wonen. Ik bracht mijn tijd door in het Lajee Centrum, waar ik lid van ben; ik houd van lezen. Sinds het begin van de Tweede Intifada, heeft ons volk veel nieuwe problemen gekregen. Overal zijn soldaten, bijna elke avond is er een avondklok en overal zijn checkpoints. Al deze dingen maken ons leven moeilijk. De situatie vervult me met verdriet en pijn. Ik hoop in vrede te leven en vrijheid te kennen. Mijn droom is mijn studie af te maken en een baan te vinden.” “Mijn naam is Layan. Ik ben vijftien jaar oud. Op een dag kwamen Israëlische soldaten het jeugdcentrum binnen waar jongeren samen muziek aan het maken waren, en ze begonnen op de jongens en meisjes te schieten. De soldaten schoten en urenlang waren de jongens en meisjes bang. Soms stopten ze vijf minuten om vervolgens weer verder te schieten. Ik wil vrede voor Palestina. Ik houd van de vrede!”1
REFLECTIE Dit, en dit alleen is ware religie – je verwanten te dienen Deze zonde is groter dan elke andere zonde: je verwanten te beschadigen In zo’n geloof is geluk, in gebrek eraan is verdriet en pijn Gezegend is degene die niet afwijkt van dit rechte pad Gezegend is degene wiens leven geleefd wordt door onophoudelijk God te dienen door andermans lasten te dragen En zo alleen wordt leven, werkelijk leven bereikt Niets is te moeilijk voor hen die, zichzelf opzij zettend, alleen hieraan denken: hoe kan ik mijn medemensen helpen? - Tulsidas2
23
GEBED Vader, Simon van Cyrene werd gedwongen het kruis van uw Zoon te dragen. Geef ons de genade om vrijwillig de zware lasten te dragen van degenen die we ontmoeten en hen bij te staan die ter dood worden veroordeeld... Liefdevolle God, hoor ons: Liefdevolle God, hoor ons in genade aan. Wanneer alles wat we doen ter discussie wordt gesteld, geef ons dan waardigheid, leiding en geduld: Jezus, wees met ons in al onze inspanningen... Liefdevolle God, hoor ons: Liefdevolle God, hoor ons in genade aan. Jezus zei: ‘Laat de kinderen tot mij komen, want het koninkrijk van de hemel behoort toe aan wie is zoals zij.’ Bescherm en zegen de onschuldigen, genees de beschadigde zielen, vul de harten van toekomstige generaties niet met angst, maar met vreugde en hoop. Liefdevolle God, hoor ons: Liefdevolle God, hoor ons in genade aan. Neem een moment de tijd om te denken aan degenen die voortdurend in stress en vernedering leven en denk na over manieren waarop u hun lasten kunt verlichten.
24
(6) SOLIDARITEIT Bil’in, een klein, vredelievend dorp omringd door heuvels en valleien, is een Palestijns dorp datworstelt om te verleven. Het dorp strijdt om zijn land veilig te stellen, zijn olijfbomen, zijn bronnen... zijn vrijheid. Liggend tussen Jaffa en Jeruzalem behoort Bil’in tot een aantal lokale dorpen die onder de regering van de nabije stad Ramallah vallen. Bil’in telt ongeveer 1800 bewoners. Zo’n 60% van het land van Bil’in, waaronder delen van het meest geschikte land voor boeren, is geannexeerd voor Israëlische nederzettingen en de bouw van de apartheidsmuur van Israël. De Staat Israël wurgt het dorp langzamerhand. Elke dag wordt er een beetje meer vernield, en wordt er een openluchtgevangenis gecreëerd voor de inwoners van Bil’in. Gesteund door Israëlische en internationale activisten, demonstreren bewoners van Bil’in elke vrijdag geweldloos voor de plekken die ingenomen zijn voor de muur of voor nederzettingen. En elke vrijdag reageert het Israëlische leger met zowel fysiek als psychologisch geweld. Door samen te werken met internationale en Israëlische activisten, zijn de inwoners van Bil’in in staat geweest de erkenning van het Israëlische Hooggerechtshof te krijgen, die recentelijk heeft bepaald dat de bouw van de apartheidsmuur zo vlakbij het dorp illegaal is en dat deze elders gebouwd moet worden. In lijn met hun liefde voor vrijheid en gerechtigheid, heeft een actieve groep jonge mannen en vrouwen besloten een nieuwe gemeenschap op te richten in het dorp: ‘De Bil’in vrienden van vrijheid en gerechtigheid.’ Deze gemeenschap streeft ernaar een wereldwijd netwerk op te zetten van mensen die zich inzetten voor vrijheid en gerechtigheid voor iedereen. Het streeft ernaar de standvastigheid van het Palestijnse volk te versterken, de geweldloze verzetsmethoden van de gemeenschap te verspreiden en het onderwijs van Palestijnse jongeren en kinderen op scholen en universiteiten te helpen en ondersteunen. Hun boodschap: Samen kunnen we grenzen verwijderen en alle barrières doorbreken. Samen kunnen we aan bruggen van vertrouwen bouwen en gerechtigheid bereiken. Door onze vrienden kunnen we de beloofde toekomst zien, een toekomst waarin allen in vrede, veiligheid en waardigheid leven, een toekomst die geen racisme kent, waar allen recht hebben op een volledig en vrij leven. 1
STATIE ZES OVERDENKING CPT (Christian Peacemaker Teams) en EAPPI (Ecumenical Accompaniment Programme in Palestine and Israel) werken in Hebron om de Palestijnse gemeenschap bij te staan, Palestijnen die dagelijks het hoofd bieden aan geweld en mishandeling van kolonisten. Zij zijn getraind in onderhandelen en conflictmanagementvaardigheden, en zijn wanneer nodig bereid hun leven in te zetten om een fysieke barrière te vormen tussen de onderdrukkers en de onderdrukten. Als christenen zijn wij
25
geroepen om mededogen te hebben voor hen die lijden. We zijn echter ook geroepen tot handelen. Wanneer we wreed onrecht zien gebeuren, is het niet genoeg om enkel te sympathiseren met de onderdrukten. De heilige Veronica leerde ons dit toen zij te midden van de drukte en chaos van de straten van Jeruzalem naar voren stapte om Christus te vertroosten, door zijn gezicht met een kledingstuk af te deppen. Het was een kleine daad van vriendelijkheid en barmhartigheid, maar ook van moed – Jezus was een veroordeelde misdadiger. Organisaties als CPT en EAPPI proberen gedachten en overtuigingen om te zetten in handelingen die op hun beurt vrucht dragen.
SCHRIFTLEZING Psalm 43:1-2 Verschaf mij recht, o God, vecht voor mijn zaak. Bescherm mij tegen een liefdeloos volk, vol list en bedrog. U bent toch mijn God, mijn toevlucht, waarom wijst u mij af, waarom ga ik gehuld in het zwart, door de vijand geplaagd?
REFLECTIE In oprechte aanbidding brengen mensen hun zieleleed, twijfels en frustratie in openhartigheid naar voren, samen met hun lofprijzing en dankzegging. Gebeden wellen op uit de diepste ellende van het leven onder bezetting. Palestijnen brengen niet alleen in de kerken en moskeeën hun gebeden bij God, maar ook op de onmogelijke wegen van de Westoever en Gaza, in de wachtrijen bij de checkpoints of wanneer zij toekijken als er een huis vernietigd wordt en een familie dakloos wordt, of als zij, jong en oud, mannen en vrouwen, vernederd worden door Israëlische soldaten in de vele situaties van onderdrukking. Op zulke momenten lijkt God ver weg te zijn, afwezig, niet betrokken, en de politieke last van tyrannie is zwaar en ontoelaatbaar. Sommigen vervloeken en verketteren, anderen zuchten in hun pijn en boosheid, terwijl weer anderen een stil gebed naar God uiten om de enorme last van ongerechtigheid te verlichten. De uitdaging in de aanbidding, vroeger en nu, is om een manier te vinden om God te blijven prijzen en dank te zeggen zonder voorbij te gaan aan het zieleleed of de verlatenheid. Lof te brengen
26
wanneer rouwen echt nodig is, maakt dat de aanbidder des te sterker de leegte voelt en het leidt tot een pijnlijke verwijdering tussen de aanbidding en het leven. Aanbidding die kracht geeft, is een aanbidding die bereid is de aanbidder te volgen in het dodenrijk – de Sheol – en de diepten, naar de laagste niveaus van verlatenheid. Palestijnse christenen halen veel vertroosting uit de ervaring van Jezus’ discipelen op de boot op het Meer van Galilea. Het bulderende meer met haar hoge golven en zware windvlagen bedreigde hun levens, terwijl Jezus in het vooronder lag te slapen. Ze maakten hem wakker en zeiden: “Meester, kan het u niet schelen dat we vergaan?” Hij werd wakker en vermaande de wind, en zei tegen de golven: “Kalmeer! Wees stil!” De wind nam af en het meerwerd kalm. Toen richtte Jezus zich tot de discipelen en zei: “Waarom zijn jullie bang? Hebben jullie nog steeds geen geloof?” (Marcus 4:35-41) Onze ervaringen van vandaag zijn gelijk aan die van de discipelen. We bevinden ons op bulderende golven, waar we door Israëlische militairen zijn ingegooid, en die ons langzaam doen verdrinken. De dreigingen en gevaren zijn enorm. In onze angst en stervensnood richten we ons vrijmoedig tot God en zeggen: “Kan het u niet schelen dat we vergaan?” Het antwoord is duidelijk: “Kalmeer! Wees stil!” “Wees niet bang, want ik ben met jullie.” Dit is de zekerheid waar we ons aan vastklampen. We weten dat God met ons is te midden van onze strijd tegen onrecht. Laten we ons werk voor een rechtvaardige vrede voortzetten. - Naim Ateek2
GETUIGENIS “In het gebied van Tel Rumeida hebben Israëlische soldaten voortdurend claim op het land gelegd door Palestijnse huizen in te nemen. Het resultaat is een mengeling van Palestijnse en Israëlische huizen die elkaar afwisselen. Het is rustig in de wijk als op deze vrijdagmiddag de schemering valt, en onze gids leidt ons goed langs rotsachtige paadjes en onder laaghangende druiventrossen. We worden gemaand bepaalde wegen niet te gebruiken, omdat deze gereserveerd zijn voor kolonisten, en het gebruik ervan (door Palestijnen) kan de vijandige sfeer en mogelijk geweld in dit gespannen gebied doen opruien. Op het eerste gezicht is Tel Rumeida een rustige wijk voor de middenklasse, maar toch zijn er griezelige tekens van een onderliggend conflict tussen de inwoners van Tel Rumeida. Prikkeldraad verspert enkele paden, en Hebreeuwse graffiti gespoten op afbrokkelende muren zegt: “Dood aan de Arabieren.” Op het dak van een Palestijns eenverdiepingshuis, zitten twee Israëlische soldaten verscholen, verstopt onder de takken van een overhangende boom. Hoewel we hem niet kunnen zien, wordt ons verteld dat er een soldaat in een van de torens is, die ons in stilte observeert. Wanneer we het gebied verlaten is ons een zenuwslopend gevoel overvallen van in de gaten gehouden worden, niet alleen door militairen en veiligheidscamera’s, maar ook door kolonisten en Palestijnen die naar ons kijken en vermoeid wachten.”3
AFSLUITEND GEBED God van mededogen en barmhartigheid, van genade en verzoening, schenk uw kracht aan al uw kinderen in het Midden-Oosten. Laat haat worden omgekeerd tot liefde, angst tot vertrouwen, wanhoop tot hoop, onderdrukking tot vrijheid, bezetting tot bevrijding, mogen gewelddadige ontmoetingen vervangen worden door liefdevolle omhelzingen, en mogen vrede en gerechtigheid door iedereen worden ervaren. Amen. - Dominee Said Ailabouni4 Neem een ogenblik tijd om na te denken hoe wij het best het beeld van Christus kunnen laten zien aan hen wiens gevoelens van boosheid, angst en eenzamheid groeien met elke nieuwe inval in hun vaderland.
27
(7) HUIZENVERNIETIGINGEN Huizenvernietigingen zijn een kenmerkend onderdeel van de Palestijnse situatie geworden en deel van het Israëlische beleid, ondanks de wijdverspreide veroordeling ervan door internationale organisaties, NGO’s en Israëlische vredesgroepen, en het feit dat het in tegenspraak is met internationale wetgeving. Israël gebruikt drie afzonderlijke rechtvaardigingen voor het vernietigen van deze huizen: 1) als algemene straf (bijvoorbeeld de huizen van mensen die van terreur verdacht worden of de families van zelfmoordterroristen); 2) voor het ontbreken van bouwvergunningen die heel moeilijk, zo niet onmogelijk te verkrijgen zijn; en 3) vanwege ‘veiligheidsredenen’. Het hebben van een huis en een veilige plek om met je familie te leven is misschien wel een van de meest vitale onderdelen van het leven. Een huis is de plek waar vrienden worden verwelkomd, waar eten wordt gedeeld, waar liefde, slaap, gesprekken en gelach plaatsvinden. Een huis is de plek waar kinderen hun eerste woordjes spreken, hun eerste stapjes zetten en langzaam maar zeker leren voor anderen te zorgen zoals er voor hun gezorgd wordt. Een huis, een thuis, is het centrum van het leven van de meeste mensen. Het verlies van een thuis raakt ons in het wezen van ons bestaan.
STATIE ZEVEN OVERDENKING Verzwakt door de wonden van zijn mishandeling, viel Jezus voor de tweede keer. Evenzo is het voortdurende beleid van huizenvernietigingen door de Israëliërs een wrede en onmenselijke gebeurtenis die ernstig bijdraagt aan het lijden van het al verzwakte Palestijnse volk. Het vleesgeworden Woord vond zijn woning onder ons. Maar zijn thuis werd versplinterd, zijn botten werden gebroken zoals de stenen van een vernietigd huis. Meer dan 18.000 Palestijnse huizen zijn vernietigd, simpelweg omdat ze in de weg staan voor de uitbreiding van nederzettingen. Omwille van de zogenaamde ‘veiligheid’ voor Israël, wordt de basis van de veiligheid van een familie voor de toekomst verstrooid over het land. Een lichaam is meer dan vlees en botten, een huis is meer dan de stenen die zijn muren vormen. Deze muren echoën en absorberen de hartslag van het leven dat erin
28
plaatsvindt: het oude en nieuwe leven van een familie die samenkomt rondom een tafel; een leven dat generaties lang doorgaat. Wie een huis vernietigt, verwelkomt wanhoop.
SCHRIFTLEZING Jesaja 53:8-9 Door een onrechtvaardig vonnis werd hij weggenomen. Wie van zijn tijdgenoten heeft er oog voor gehad? Hij werd verbannen uit het land der levenden, om de zonden van mijn volk werd hij geslagen. Hij kreeg een graf bij misdadigers, zijn laatste rustplaats was bij de rijken; toch had hij nooit enig onrecht begaan, nooit bedrieglijke taal gesproken.
REFLECTIE Dit is de enorme energie die deze pasgeborene, Jezus, losmaakt. Dit is zijn wonder. Hij schept levenslust te midden van de machten van de dood en diens verleidingen. Onze levenslust vernietigen – dat zou de grootste overwinning zijn voor koning Herodus. Dit is de werkelijke overwinning van koning Herodes op het kindje Jezus. Het is het eeuwige conflict tussen Herodes (de autoriteiten) en het kind (de droom). Raketten, tanks en bulldozers kunnen onze bewegingsvrijheid beperken, ons in de hoek drijven en onze huizen vernietigen. Maar ze zijn niet in staat de levenslust in ons te vernietigen. Pas als zij daarin slagen, hebben ze werkelijk overwonnen. - Vader Rafiq Qoury1
GETUIGENIS “Het was midden in de nacht, rond een uur of vier uur, toen ons gezin wakker werd van schreeuwende stemmen. We keken rond om te zien wat er gebeurd was, maar we konden niets zien. We liepen het dak op (ons huis heeft drie verdiepingen) en we zagen het Israëlische leger – speciale troepen, grenspolitie, ambulances, brandweerauto’s, politieauto’s. Ze omsingelden het huis van Abu Eisheh, onze buur, en bevalen het gezin het huis te verlaten omdat ze het wilden vernietingen. Het appartement van Abu Eisheh bestond uit vier verdiepingen en was een woning voor acht gezinnen in Beit Hanina. Op dat moment was Abu Eisheh in het gerechtshof om toestemming te vragen voor de
29
bouw van de bovenste verdieping. Toen de families twee uur later nog steeds weigerden het huis te verlaten, werden de families met geweld hun huis uit gedreven. Sommigen werden geslagen en moesten naar het ziekenhuis worden gebracht. Het werd de families verboden hun inboedel, auto’s of persoonlijke eigendommen mee te nemen. De pers en waarnemers van de Verenigde Naties kwamen snel naar de omringende huizen, en de daken waren vol van mensen die keken, foto’s namen en filmden. Rond negen uur ’s ochtends beval het Israëlische leger iedereen de daken te verlaten en sloot een deel van de belangrijkste weg naar Ramallah af. Normaal gesproken wordt Palestijnen, wanneer ze een vernietigingsbevel voor hun huizen ontvangen, de mogelijkheid gegeven zelf hun huis te vernietigen. De familie van Abu Eisheh weigerde dit te doen. Wanneer de Israëlische autoriteiten zelf echter de vernietiging verzorgen, sturen ze een rekening naar de eigenaren, die de kosten van het vernietigen, de politiepatrouille en alle andere gerelateerde kosten moeten betalen. Dus naast het thuisloos worden, moeten de huiseigenaren ook nog de kosten van dit onrecht betalen. Diezelfde dag, om half zeven ’s avonds, stortte het huis in tot een afvalhoop, terwijl helikopters erover heen vlogen. “Dit was een walgelijke en nutteloze vorm van machtsmisbruik,” aldus een EAPPI vrijwilliger.” 2
GEDICHT Het hart sprak Wat hebben de problemen jullie aangedaan, huizen, en waar zijn jullie bewoners – hebben jullie nieuws van hen ontvangen? Hier, waar zij behoren te zijn, en te dromen, en hun plannen voor morgen behoren te maken – waar zijn hun dromen en toekomst nu? En waar zijn zij? De puinhoop bleef stil. Niets en niemand sprak, behalve de afwezigheid. - Fadwa Tuqan3
GEBED Wij prijzen u, heilige God, omdat u nieuwe leven schept uit ellende en verlies. In uw barmhartigheid, troost allen die hun huizen zijn kwijtgeraakt vanwege vervolging, oorlog, ballingschap, of doelbewuste vernietiging. Geef hen veiligheid, een plek om te wonen, en buren die ze vertrouwen om met hen een nieuw teken van vrede te zijn voor de wereld. Amen.4 Neem tijd om hen te gedenken die, net zoals Jezus, “geen plek hebben om hun hoofd te laten rusten” omdat hun huizen door het geweld van huizenvernietigingen vernietigd zijn.
30
(8) VROUWEN TEGEN DE BEZETTING
Veel vrouwen hebben zich op verschillende manieren tegen de bezetting verzet. Twee groepen Israëlische en Palestijnse vrouwen hebben samen de “Jerusalem Link” gevormd, bestaande uit een Palestijnse tak, het Jerusalem Centre for Women (“Vrouwencentrum Jeruzalem”), en een Israëlische tak, Bat Shalom (“Huis van Vrede”). Samen voorstaan zij een gezamenlijke ideaal van rechtvaardige vrede, democratie, mensenrechten en vrouwelijk leiderschap. De Women in Black (“Vrouwen in het Zwart”)begonnen in januari 1988 met getuigen tegen de bezetting, en elke vrijdag staan zij in Jeruzalem en andere steden van Israël, altijd op dezelfde tijd en dezelfde locaties, gekleed in het zwart, met zwarte borden in de vorm van een hand waarop de tekst “Stop de bezetting” staat geschreven in het Hebreeuws, Arabisch en Engels. Machsom Watch (“Checkpoint Toezicht”) werd in 2001 opgericht als antwoord op de schending van mensenrechten van Palestijnen bij checkpoints, waar niet alleen de bewegingsvrijheid van Palestijnen in Israël beperkt wordt, maar ook in de Palestijnse steden.
STATIE 8 OVERDENKING Evenals op vele andere plaatsen ter wereld waar onrecht en onderdrukking gedijen, zijn ook in Palestina en Israël vrouwen, vaak degenen geweest die, ondanks hun eigen diepe pijn, zich rustig en moedig hebben verzet tegen onrecht en de lijdenden hebben bijgestaan. Vrouwen in Jezus’ tijd huilden om het lijden van hun medemensen. Ook vandaag hebben vrouwen de moed om namens de lijdenden actie te ondernemen. De simpele aanwezigheid van vrouwen is vaak genoeg om een gewelddadige situatie te verwarren, en jonge mannelijke soldaten gedragen zich vaak minder slecht wanneer er vrouwen zijn van de generatie van hun moeders en grootmoeders, die getuige zijn van hun handelen. Opnieuw vergt het ook hier weer moed om ‘de nauwe weg’ te bewandelen...
SCHRIFTLEZING Lucas 23:27-28 Een grote volksmenigte volgde Jezus, evenals enkele vrouwen die zich op de borst sloegen en over hem weeklaagden. Jezus keerde zich echter naar hen om en zei: ‘Dochters van Jeruzalem, huil niet om mij. Huil liever om jezelf en je kinderen...’
31
Micha 6:8 Er is jou, mens, gezegd wat goed is, je weet wat de HEER van je wil: niets anders dan recht te doen, trouw te betrachten en nederig de weg te gaan van je God.
GETUIGENIS “Palestijnen proberen de barrières van de soldaten te doorbreken. Sommige dagen zijn slecht. Sommige dagen zijn goed. Maar meestal is het gewoon het dagelijkse leven bij checkpoint Qalandia, een checkpoint waar dagelijks een groep Israëlische vrouwen staat. Een man kijkt naar beneden. Geconfronteerd met de weigering van de soldaten, staan zijn ogen somber. Aan de andere kant van de barrière is zijn verloofde in gesprek met een soldaat. Smekend probeert ze de soldaat te overtuigen haar naar de andere kant van het checkpoint te mogen, waar haar verloofde op haar wacht. Ze slaagt er niet in. De soldaten laten haar niet door. Dit is het dagelijkse leven bij checkpoint Qalandia – een checkpoint dat de Westoever scheidt van de Westoever die nu het bezette Oost-Jeruzalem is; een checkpoint dat Palestijnen van Palestijnen scheidt en Ramallah van Jeruzalem. Hier staan twee lange rijen mensen, wachtend op de goede boodschap van de soldaten om door te mogen lopen, naar de andere kant van de barrière. Drie oude vrouwen lopen langzaam naar de soldaten, die de doorgang van de Palestijnen van en naar Jeruzalem bewaken. De vrouwen dragen een bescheiden wit bord met de tekst “Machsom Watch – vrouwen voor mensenrechten.” Het zijn Israëlische vrouwen. Een van hen stopt, terwijl de man wiens verloofde doorgang was geweigerd, zijn verhaal vertelt. Nog steeds probeert zijn verloofde het checkpoint door te komen, maar de soldaat wuift met zijn hand als teken van weigering. De Israëlische vrouw luistert zorgvuldig naar een van de vele dagelijkse verhalen bij het checkpoint. Een van de vrouwen is Maya, een professor aan een Israëlische universiteit. In haar vrije tijd zet ze zich in voor Machsom Watch. Elke week gaat zij met een groep van honderdvijftig vrouwen op verschillende tijden naar verschillende checkpoints, om ervoor te zorgen dat mensenrechten worden gehandhaaft. Zo proberen zij te voorkomen dat Israëlische soldaten onrecht begaan tegenover Palestijnen. Maya doet dit al twee jaar. “Ik moest gewoon iets doen,” zegt ze wanneer haar gevraagd wordt waarom ze zich voor Machsom Watch inzet. “En nu ben ik mijn onschuld kwijtgeraakt. Het zou veel gemakkelijker zijn geweest om thuis te blijven, zoals zoveel Israëliërs doen. Maar dat kun je alleen doen als je niet weet wat er aan de hand is. Nu ik het weet, moet ik gaan.”” - Louise Bjerre Dalum1
REFLECTIE De verachten en onderdrukten zijn de dragers van veel hoop, hoop die zichtbaar wordt in haar roep om gerechtigheid. Zij verwachten van hemel en aarde, van mensen en van God, dat zij in staat zullen zijn hun vertrapte waardigheid te herontdekken. God beschouwde deze hoop en deze roep om gerechtigheid zo wezenlijk, dat hij zichzelf met de onderdrukten identificeerde. In hun gezichten zien we Gods gezicht. Wanneer we de ware God willen dienen, en niet een of andere afgod, – of dit nu gemak, rijkdom, zelfbevestiging, religie of zelfs onze eigen versie van ethische zuiverheid is – moeten we doen zoals Veronica deed. We moeten de cirkel van egoïsme doorbreken en acht slaan op het bloedende gezicht van onze medemensen. Want zij zijn het grote sacrament van God, de tekenen en instrumenten van
32
authentieke Goddelijke werkelijkheid. Wanneer we niet delen in het leven van de onderdrukten, delen we niet in het leven met God. - Leonardo Boff2
GEDICHT Een deel uit: Aan Siniora – mijn nieuwe vriendin uit Gaza Jij vroeg mij naar mijn kinderen, ik vroeg jou naar je gezin, jij liet mij je kunstwerken zien, ik liet jou mij schrijfsels en foto’s zien, je lachte en zei: “Je kinderen lijken op je.” Je liet me je prachtige museum zien met schitterend geboorduurde Palestijnse jurken, je vroeg: “Welke vind je het mooist?” Ik wees naar een donkerblauwe met rood borduursel, zoals degene die ik trots droeg tijdens mijn poëziepresentaties lang geleden. “Ik zal hem voor je borduren en het naar je opsturen in Haifa,” zei je plotseling zacht. Ik was zo ontroerd en omhelsde je, lieve Siniora, mijn nieuwe, warme vriendin in Gaza, met vrouwen is het zo natuurlijk, zo eenvoudig. Toen onze blauwe bus ons wegreed, zwaaiden we naar elkaar met een lach gevolgd door een traan in onze ogen, mijn fantastische nieuwe vriendin in Gaza – met vrouwen is het zo natuurlijk, zo eenvoudig. Mannen! Leer voor een keer eens van vrouwen, laat vrouwen jullie helpen om vrienden te maken, en vrede – met vrouwen is het zo natuurlijk, zo eenvoudig. - Ada Aharoni3
AFSLUITENDE REFLECTIE Vrouwen maken dingen – en terwijl we, in onze afzonderlijke werelden, in de morgen de haren van onze dochters vlechten, jij en ik, elk zachtjes neuriënd, stopt plotseling, en luistert naar de melodie van de ander. - Hanan Ashrawi4 Neem een moment de tijd om na te denken hoe u reageert wanneer uw ogen worden geopend voor onrecht. Wat heeft u toen gedaan? Welke hoop kunt u bieden?
33
(9) CHECKPOINTS Checkpoints zijn een belangrijk onderdeel van het Israëlische systeem van blokkades. Ze worden gebruikt om de toegang en uitgang tot bijna alle steden op de Westoever en de gehele Gazastrook te bewaken. Veel checkpoints staan op een vaste plaats, maar er zijn ook tijdelijke checkpoints, die op verschillende plaatsen langs de wegen op de Westoever en in Gaza staan. De checkpoints werden aanvankelijk gecreëerd onder de regering van Rabin om de ‘veiligheid’ van Israël te garanderen. De meeste checkpoints worden nu echter vaker gebruikt om de bewegingsvrijheid van Palestijnen in de steden op de Westoever te controleren, dan in of naar Israël zelf. Mensen staan urenlang in de hitte, regen en kou, lijdend onder deze vorm van collectieve afstraffing. Ze moeten vergunningen krijgen om enkel hun familie of een dokter te bezoeken, of om in een andere gemeenschap te kunnen werken.
STATIE NEGEN OVERDENKING De willekeurige aard van de checkpoints drukt een stempel op het dagelijks leven van de Palestijnen, omdat zij steeds wanneer ze een checkpoint naderen, niet zeker weten of ze toegang zullen krijgen om naar hun familie, de dokter of hun werk te gaan. Het verkeer is verstopt, en voetgangers moeten driehonderd bouwvallige meters lopen om door te kunnen lopen. Er zijn geen toiletten en er is geen water beschikbaar, terwijl Palestijnen vaak uren wachten in de zon, regen of kou voor een reis die vaak maar erg kort is. Checkpoints scheiden Palestijnen van elkaar. Het zijn obstakels die zelfs de kortste afstand lang, frustrerend en oncomfortabel maken.
34
SCHRIFTLEZING Psalm 142 Luid roep ik tot de HEER, luid smeek ik tot de HEER om hulp, bij hem stort ik mijn hart uit, bij hem klaag ik mijn nood. Ik ben ten einde raad, u kent de weg die ik moet volgen, u weet dat op mijn pad een strik verborgen ligt. Ik kijk terzijde en zie niemand die om mij geeft, nergens een toevlucht voor mij, niemand die hecht aan mijn leven. Ik roep tot u, HEER: ‘U bent mijn schuilplaats, al wat ik heb in het land van de levenden.’ Hoor mijn noodkreet, ik ben uitgeput en moe, verlos mij van mijn vervolgers, zij zijn sterker dan ik. Leid mij uit de beklemming, dat ik uw naam mag loven in de kring van de rechtvaardigen: u hebt naar mij omgezien.
GETUIGENIS “Twee jaar geleden trouwde ik met Muaiad Abu Rideh en kreeg een jaar later een baby, een meisje: Shadah. Ze kwam al in de zevende maand van mijn zwangerschap ter wereld, maar het gaat goed met haar. Zeven maanden geleden werd ik opnieuw zwanger. Afgelopen donderdag, vier september, kreeg ik stekende pijn in mijn buik en ik begon hevig te bloeden. Rond zeven uur ’s avonds ging ik naar dokter Fathi Odeh in Jawarish, want ons dorp heeft geen gespecialiseerde artsen. Hij gaf me medicatie en zei dat alles goed zou komen, maar ik zag geen vooruitgang en de pijn werd nam zelfs toe. Rond middernacht was de pijn niet meer te dragen. Ik maakte mijn man wakker en vroeg hem me naar het ziekenhuis te brengen. Toen hij zag hoe erg ik leed, belde hij zijn broer Udai, die in het centrum van ons dorp woont, om ons in zijn auto naar het ziekenhuis te brengen. Udai en mijn schoonmoeder arriveerden binnen enkele minuten. Mijn man tilde me op en droeg me naar de auto. Ik had zo’n pijn dat ik niet meer kon lopen. We reden richting het ziekenhuis in Nablus rond tien voor één ’s nachts. Bij checkpoint Zatara vertelden we de soldaten dat ik zwanger was en naar het ziekenhuis moest, en ze lieten ons zonder problemen door. Toen we bij checkpoint Huwware kwamen, lieten de soldaten ons echter niet door. Ze zeiden dat we geen vergunning hadden om het checkpoint met de auto door te gaan. We zeiden dat mijn broer een vergunning heeft om checkpoint Ma’ale Efraim te passeren, want hij werkt in de nederzettingen in de Jordaanse Vallei, maar ook dat hielp niet. De pijn nam toe. Ik voelde me alsof ik elk moment kon bevallen. Af en toe kwamen de soldaten naar de auto en keken naar mij op de achterbank. Ik maakte me ernstig zorgen om de baby en moest er steeds aan denken dat ik mogelijk in de achterbank zou moeten bevallen, terwijl de soldaten toekeken.
35
Ik bleef gillen, huilen en roepen om hulp. Ik weet niet hoe lang het duurde, maar plotseling merkte ik dat de baby naar buiten kwam. Ik riep mijn schoonmoeder en Udai, die buiten de auto stonden: “Ik geloof dat de baby komt!” Ik deed mijn kleren uit. Ik was bang dat ze me naakt zouden zien en dat de baby iets zou overkomen. Mijn schoonmoeder riep: “Ja, ik kan het hoofdje zien, de baby komt eruit!” Ik vroeg haar te trekken, en zij zei: “Ademhalen! Duwen!” Ik voelde de baby bewegen, alsof het om hulp riep en ons vroeg het te helpen naar buiten te komen. Mijn schoonmoeder bedekte me met mijn kleding. Ik riep mijn man: “De baby komt!” Hij riep in het Hebreeuws iets naar de soldaten dat ik niet kon verstaan. Ik weet niet precies wat er toen gebeurd is, maar toen de artsen kwamen, namen ze mij met autostoel en al mee in de ambulance. Ik voelde de baby niet meer bewegen en realiseerde me dat de baby was overleden. Het doet veel pijn als ik eraan denk hoe ik de baby in me voelde bewegen en wat hem is overkomen. Wat deed hij verkeerd? Omdat er niemand was die me bij de bevalling kon helpen, is mijn baby overleden. Naheel Awni Abd al-Rahim.” - Abu Rideh1
GEBED Geef ons moed wanneer we uw dood gedenken en uw verrijzenis uit de dood, door gesloten deuren en afzettingen ontstaan uit angst, wantrouwen en twijfel. Kom en openbaar uzelf aan ons, Heer Jezus. Op deze momenten van lijden en onrecht, of we ons nu gevangen voelen in onderdrukking of ongeloof, afmatting of wanhoop. Keer deze ballingschap van zorgen en zwakte om tot een nieuw vaderland van vreugde en kracht; door de genade van uw levengevende Geest onder ons. We kunnen niet de rouw ontkennen en de verontwaardiging die we voelen. We zijn verwond uit liefde voor u en voor dit land. Behoed ons, o God voor het verharden van ons hart voor verachting van uw woord en onze vijanden. Amen. - Vader Keith Kimber2 Neem tijd om de gevolgen van de checkpoints te bedenken die eenvoudige menselijke verbindingen – een bruiloft van een familielid in een andere stad, het bezoek aan een specialist voor een medisch probleem, of simpelweg naar het werk gaan – een dagelijkse afmattende bezigheid maken.
36
(10) BUREAUCRATISCHE ONDERDRUKKING Het dagelijkse leven van een Palestijn wordt vaak gekenmerkt door een eindeloos web van papieren en formulieren om vergunningen en identiteitsdocumenten te kunnen verkrijgen om een relatief normaal leven te leiden. Wanneer het niet lukt deze documenten te verkrijgen, kan dit leiden tot een blijvende ontzegging van het recht om in de plaats te wonen en werken waar iemand al jaren heeft gewoond. Deze procedures zijn echter zo moeilijk gemaakt, dat veel mensen verward en neergeslagen raken vanwege inadequate dienstverlening. Het Ministerie van Binnenlandse Zaken in OostJeruzalem is bijvoorbeeld één klein kantoor dat zich bezighoudt met geboortebewijzen, huwelijksvergunningen, overlijdensbewijzen, identiteitskaarten en reisdocumenten voor zo’n 300.000 Palestijnen. Mensen wachten soms uren vanaf de vroege morgen, om later te ontdekken dat het kantoor die dag niet open gaat, of niet in staat is hun specifieke vraag te behandelen. Mensen blijven gemeentebelastingen betalen, maar zelfs de meest basale onderdelen van een beschaafde maatschappij zijn overduidelijk onder de maat voor de Paletsijnen. In Oost-Jeruzalem worden bijvoorbeeld al jaren lang geen postdiensten verzorgd.
STATIE TIEN OVERDENKING Net zoals Jezus door Romeinse soldaten werd bespot en vernederd, worden gewone Palestijnen vandaag de dag vernederd door systemen en ambtenaren die macht over hen uitoefenen en hun bewegingsvrijheid beperken. De Israëlische wetgeving schrijft voor dat de identiteit, bewegingsvrijheid en het recht om op een bepaalde plaats te leven van Palestijnen wordt bepaald door een door de regering verstrekte identiteitskaart. Deze kaarten, waar ook iemands geboorteplaats, religie en reisbeperkingen op staan vermeld, mogen door Israëlische soldaten op elk gewenst moment worden opgevraagd voor veiligheidsmaatregelen bij checkpoints of persoonlijke onderzoekingen. Voor verhuizen, het bouwen van nieuwe huizen of het bijbouwen van ruimtes aan bestaande huizen zijn vergunningen vereist. Om deze vergunningen te krijgen, moeten mensen naar een klein, onderbemand kantoor in OostJeruzalem toe, waar ze vaak uren in de rij staan voor ze hun verzoek kunnen indienen. Wanneer we denken aan de bespotting en vernedering die Jezus onderging in de handen van de Romeinse bezettende machten, gedenken we ook het Palestijnse volk dat door de bureaucratie van de Israëlische bezetting verzwakt wordt.
SCHRIFTLEZING Matteüs 27:27-31 De soldaten van de prefect namen Jezus mee naar het pretorium en verzqamelden de hele cohort om hem heen. Ze kleedden hem uit en deden hem een scharlakenrode mantel om, ze vlochten een kroon van doorntakken en zetten die op zijn hoofd. Ze gaven hem een rietstok in zijn rechterhand en vielen voor hem op de knieën. Spottend zeiden ze: ‘Gegroet, koning van de Joden,’ en ze spuwden op hem, pakten hem de rietstok weer af en sloegen hem tegen zijn hoofd. Nadat ze hem zo hadden bespot, trokken ze hem de mantel uit, deden hem zijn kleren weer aan en leidden hem weg om hem te kruisigen.
37
GETUIGENIS “Ik ben geboren en woon in Jayyous, vlakbij de stad Qalqilya. Ik ben vijfendertig jaar oud, de achtste uit een gezin van tien kinderen. Mijn vrouw heet Rania, en ik heb een dochter, Raghad, en een zoon, Ihab. Ik werk bij een van de waterbronnen bij het land van ons dorp. Mijn baan bestaat ondermeer uit het bijhouden van de hoeveelheid water die elke boer mag krijgen en dit water goed verdelen. Ik ben zelf ook een boer en verbouw olijven, guaves, tomaten, aubergines, zoete peper en komkommer. Ik bezit tien dunam (tweeënhalve hectare) land zelf en verhuur veertig hectare. Ik verbouw deels in de open lucht en deels in kassen. In Jayyous zijn bruiloften een belangrijk onderdeel van het sociale leven. Iedereen kent elkaar. De bruidegom nodigt alle dorpelingen uit voor een feest. Er is een grote ceremonie en een feest met veel muziek. Maar nu is ons leven veranderd. Sinds augustus 2003 doorkruist de Israëlische muur – een muur en een hekkensysteem – ons land. De ontwrichting begon echter een jaar eerder al, toen Israël land begon in te nemen en de muur begon te bouwen. Voor de muur er was, konden we wanneer het maar nodig was naar ons land toe. In de zomer gingen er we rond vier uur ’s ochtends al naar toe. We bleven er vaak tot tien uur ’s avonds, en combineerden ons werk met gesprekken, eten met vrienden, gezelligheid. Nu kunnen we alleen naar ons land toe als we Israëlische vergunningen hebben, en toegang is slechts op beperkte tijden mogelijk. De Israëlische soldaten openen de poorten niet altijd, maar als ze dat doen is het vaak rond zeven uur ’s ochtends, rond het middaguur en half zes ’s avonds, voor een periode variërend van enkele minuten tot anderhalf uur. Jayyous heeft 13.000 dunams (3.250 hectare) grond. Negenduizend dunam bevindt nu aan de andere kant van de muur. We maken ons zorgen om het water – meer dan vijfenzeventig procent van ons water bevindt zich aan de andere kant van de muur, en we kunnen er alleen naar toe met de juiste vergunningen. Als zij het water gaan opeisen, is het gedaan met ons. Ik ben bang dat mijn kinderen in dezelfde omstandigheden zullen moeten leven als de volwassenen van nu. Had u mijn vader gevraagd wat hij voor mijn toekomst wenste, dan zou hij hetzelfde gezegd hebben. Al sinds 1948, toen ons het land is afgenomen, is het zo geweest.” - Saleh Qademi1
BELIJDENIS Ik geloof in de gelijkwaardigheid van alle mensen, rijk en arm. Ik geloof in vrijheid. Ik geloof in menselijkheid, waardoor we eenheid kunnen creëren. Ik geloof in de liefde in een ieder van ons, en in een thuis, gelukkig en gezond. Ik geloof in de vergeving van onze zonden. Ik geloof dat met Gods hulp we de kracht zullen hebben om gelijkwaardigheid in onze maatschappij te bereiken. Ik geloof in eenheid, de enige weg om vrede te bereiken, en ik geloof dat we samen gerechtigheid kunnen verkrijgen. - Geschreven door jonge mensen in Peru
38
REFLECTIE Wanneer ik terugga naar Zweden... zal ik mensen vertellen over het onrecht. Ik zal spreken over de illegale muur en de economische verliezen. Maar vooral zal ik spreken over de mensen... de mensen die zo erg hun vrijheid en mensenrechten verdienen, de Palestijnse mensen die verlangen naar vrede en gerechtigheid zodat zij een normaal leven kunnen leiden. - Anna Jonasson2 Neem een moment de tijd om de kleine, verborgen vormen van onderdrukking te gedenken die bijdragen aan verdere moeilijkheden in het dagelijkse leven van Palestijnen.
39
(11) GAZA De Gazastrook is een klein stukje land aan de Mediterraanse kust. In het zuiden grenst Gaza aan Egypte, dat tussen 1949 en 1967 de Gazastrook bestuurde tot Israël inviel en het gebied bezette. Sinds de verklaring door in 2007 Israël dat Gaza een ‘vijandige entiteit’ is, heeft Israël een strategie ontwikkeld die zich erop richt Hamas’ politiek te verlammen en tot onderwerping te brengen ten koste van anderhalf miljoen onschuldige Palestijnen die de Gazastrook bevolken. Israël rechtvaardigt haar acties door te benadrukken dat Hamas een islamitische groep is die weigert Israël te erkennen en zich erop richt het land te vernietigen door zelfgemaakte Qassamraketten af te schieten richting het zuiden van Israël. Hoewel Israël claimt dat het niet langer de verantwoordelijkheden van een bezetter draagt sinds het de nederzettingen in Gaza heeft teruggetrokken in september 2005, heeft Israël nog steeds controle over de grenzen, het luchtruim en de zee ter groote van een gebied van 365 vierkante kilometer. Op deze manier forceert Israël een blokkade rondom heel Gaza. Af en toe laat Israël goederen toe tot Gaza, maar nog altijd voorziet de staat niet in genoeg brandstof, eten en medische voorzieningen. De isolatie heeft geleid tot een bovenmatige humanitaire crisis en critici en journalisten beschrijven Gaza als “de grootste openluchtgevangenis ter wereld”. Door collectief de Palestijnen te ‘straffen’ om politiek succes te bereiken, handelt Israël volledig in tegenspraak met internationale mensenrechten. 1
STATIE ELF OVERDENKING Jezus wordt aan het kruis genageld – de meest fysiek zware en pijnlijke stervensmethode die ooit door mensen bedacht is. Zijn lichaam, verzwakt en bloedend door de voorafgaande mishandelingen, is gebroken en versplinterd door deze laatste handeling van wreedheid. Ook de Palestijnen gaan gebukt onder fysieke en gewelddadige verwoesting – misschien wel het meest in Gaza, want de Gazastrook heeft tot nu toe het meeste te lijden gehad van Israëlisch geweld en intimidatie. Het Israëlische leger heeft daar meer dan vijfduizend huizen vernield sinds het begin van de Tweede Intifada, waardoor duizenden Gazanen dakloos zijn geworden en nu leven in sportstadions en beschadigde vluchtelingenkampen, hele families in een kamer. De vernietigiging van infrastructuur, waterbronnen en agricultuur doordringt de al langer verzwakte en vermoeide structuren van de gemeenschap.
40
SCHRIFTLEZING Lucas 23:33-34a Aangekomen bij de plek die de Schedelplaats heet, werd hij gekruisigd, samen met de twee misdadigers, de een rechts van hem, de ander links. Jezus zei: ‘Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen. Klaagliederen 1:12 Jullie die hier voorbijgaan, raakt het jullie niet? Merk toch op en zie: is er leed als het leed dat mij wordt aangedaan...
GETUIGENIS “Maher al Shawwa, van tweeënveertig jaar oud, is een citroenboer in Beit Hanoun, in de Gazastrook. In mei 2003 vernietigde het Israëlische leger met geweld de vijfentwintighonderd sinaasappel- en limoenbomen “om te voorkomen dat militairen van Hamas ze zouden gebruiken als dekking of bescherming”. “We zijn onze bron van inkomsten kwijtgeraakt. We zijn ons oranje goud kwijt,” zei Maher al Shawwa, terwijl we door zijn geruïneerde citroenvelden liepen. “Elke boom is als een kind voor me.” Terwijl hij een van zijn verdroogde bomen aanraakte, zei hij: “Ik heb er vijftien jaar lang voor gezorgd. De bomen dragen pas na vijftien jaar vrucht. En als hij veertig jaar oud is, heb ik er winst van. Hij berekende zijn verlies van honderdduizenden euro’s en voegde toe: “Ik ben veertig jaar terug in de tijd gegaan.” Een van zijn werkers, Ibrahim Hussein, negenenvijftig jaar oud, sliep buiten zijn kleine huisje temidden van de velden toen de bulldozers kwamen. “Ze vuurden drie schoten op me af en bevalen me binnen te blijven,” zei hij. “Ik zag vijf bulldozers.” Terwijl de werkers sinaasappels opraapten die van de vernietigde groene takken waren gevallen, vervolgde hij: “Ze vernietigden de boerderij. Ik ben mijn salaris kwijt, net als twintig andere boeren.” Rond hem lagen doorgesneden irrigatiepijpen, neergehaalde hekken en een zware ijzeren deur, omgevallen door de kracht van een bulldozer. “Gaat dit terreur tegenhouden?” vraagt meneer Shawwa. “Het leidt tot het tegenovergestelde. Ik, mijn oom en mijn twee tantes zijn 2500 citroenbomen kwijtgeraakt. Dit is meer dan een catastrophe. Dit is werkelijk terrorisme. Het zal terrorisme voortbrengen.”” 2
GEDICHT De struisvogel Over de Israëlische aanslag op vluchtelingenkamp Rafah in Gaza, 25 mei 2004. Door Peyvand Khorsandi. De struisvogel van de kinderdierentuin Rafah weet binnen een oogwenk wat te doen. Zijn huis is met de grond gelijk gemaakt door Israëlische troepen, knoeiende, moorzuchtige lomperds. “Ik word vervolgd,” zegt hij, “van deur tot deur, niemand geeft er ook maar iets om.” Het is, zeker weten, tijd dat de terreur stopt als onze Kangaroe bang is om te huppen als Meneer Schildpad in zijn schild blijft en zelfs de kinderen worden gedwongen te rebelleren.
41
Zouden deze harteloze mensen, vraag ik u als een struisvogel, niet als een moslim of jood, meer tanks op Palestijnse grond doen rijden als we onze kop in het zand steken?” 3
GETUIGENIS Het Ahli Arab Ziekenhuis is bekend en gerespecteerd als voorziening in de hoogste kwaliteit gezondheidszorg voor alle vrouwen, kinderen en mannen van Gaza, ongeacht hun religie, nationaliteit of achtergrond. “Ongeveer kwart over twee vannacht werd dokter Salah, de oproepkracht arts van het Ahli Arab Ziekenhuis, gewekt door het geluid van een explosie in de verte. Binnen de daaropvolgende minuten zag hij het heldere licht van een raket naderen. Hij keek toe toen de raket binnen tien meter langs hem heen schoot en de Sint Philipskerk raakte (op het terrein van het ziekenhuis). Een oude vrouw was net voor de aanval in de eerstehulpafdeling aangekomen. Precies op het moment dat de arts met haar behandeling en onderzoek begon, raakte de raket de volgende deur, en wierp hem op de grond. Het duurde enkele minuten voor de elektrische generator weer aanging, en tegen de tijd dat hij in staat was bij haar te komen, was de vrouw overleden. “Ze stierf uit angst,” zei dokter Salah. De vernietiging stopte niet bij de kerk. De pediatrische kliniek was ook beschadigd, doordat het valse plafond en de ventilatiesystemen naar beneden vielen. Door het hele ziekenhuis heen – het gedeelte voor fysieke therapie, de stafruimtes, het laboratorium, medische rapporten, het mortuatorium, de glazen vloeren van de bibliotheek, gebroken ramen, deuren uit hun voegen geblazen door de kracht van de explosie. De schade aan het ziekenhuis is enorm, en vele andere gebouwen lieten ook structurele schade zien.”4
GEBED We leggen onze gebroken wereld bedroefd aan uw voeten neer, achtervolgd door honger, oorlog en het noodlot, onderdrukt door macht en haat. We brengen onze gebroken steden, onze verwonde en gekneusde buren; u laat ons zien hoe oude pijn en wonden kunnen worden gebruikt voor nieuw leven. We brengen onze gebroken harten, verward, gesloten en moe; laat uw geschenk van genezende genade ons inspireren voor nieuwe levensdoelen. Kom, vervul ons, vuur van God vervul ons leven and vernieuw onze kracht; vind vertrouwen in ons, en hoop, en liefde en til ons op naar u. Amen. - Anna Briggs5 Neem de tijd om te denken aan hen wiens bomen, landen en inkomsten door het conflict zijn vernield.
42
(12) DE MUUR Palestijns land wordt ingenomen door de muur en de grote bufferzones er omheen. Palestijnen zijn afgescheiden van hun werkplaatsen, landerijen, ziekenhuizen, scholen, religieuze plaatsen en families. In de eerste fase van de bouw van de muur werden 100.000 bomen omgehakt; 35.000 meter irrigatienetwerk vernietigd; en voor vijfenzeventig procent van de leerkrachten en leerlingen die in de omgeving van de bouwplaatsen werd het erg lastig naar school te gaan. De totale lengte van de muur is naar verwachting 720 kilometer en heeft daarmee invloed op zo’n 943.000 dunam (235.750 hectare) land. Met kosten van zo’n 1,2 miljoen euro per kilometer, kost het gehele project meer dan 845 miljoen euro. De kosten voor de toegebrachte schade aan Palestijnse bezit dat is ingenomen of vernietigd, zijn hierbij niet inbegrepen.1 Het Internationale Hooggerechtshof heeft op 9 juli 2004 een adviesrapport uitgebracht waarin het verklaarde dat de muur in tegenspraak is met internationale wetgeving en dat deze moet worden afgebroken. Ook moet Israël alle schade die is toegebracht door de bouw van de muur herstellen.
STATIE TWAALF OVERDENKING Jezus stierf aan het kruis, omringd door de overweldigende kracht van degenen die hem gevangen hadden genomen, ogenschijnlijk verlaten door God. Evenzo overweldigt de bouw van de muur de Palestijnen in de Westoever, en het creeërt een gevoel van verstoten en verlaten te zijn door de internationale gemeenschap. De scheidingsbarrière bestaat ofwel uit een acht meter hoge concrete muur of, in landelijke gebieden, een elektronisch hekkenwerk. De muur doorkruist de westelijke kant van de Westoever. De muur is niet gebouwd op de Groene Lijn, de internationaal erkende, hoewel onofficiële, grens tussen de Westoever en Israël. In de meeste gebieden is de muur enkele kilometers binnen de Bezette Gebieden gebouwd, waardoor Palestijnen van cruciale watergebieden en vruchtbaar land worden gescheiden. Hoe lang nog kunnen zij blijven vechten om levensadem in de verstikkende greep van deze muur?
SCHRIFTLEZING Matteüs 27:45-46, 50-51 Rond het middaguur viel er duisternis over het hele land, die drie uur aanhield. Aan het einde daarvan, in het negende uur, gaf Jezus een schreeuw en riep luid: ‘Eli, Eli, lema sabachtani?’ Dat wil zeggen: ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ (...) Nog eens schreeuwde Jezus het uit, toen gaf hij de geest. Op dat moment scheurde in de tempel het voorhangsel van boven tot onder in tweeën, en de aarde beefde en de rotsen spleten.
43
GEDICHT Een gedeelte uit ‘Boetemuur’ ... Hij zegt slechts: “Goede hekken zorgen voor goede buren.” Als een bron is het onheil in mij, en ik vraag me af of ik hem de gedachte zou kunnen bijbrengen: “Waarom zorgen hekken voor goede buren? Is dat niet alleen waar er koeien zijn? Maar hier zijn geen koeien. Voor ik een muur zou bouwen, zou ik informeren wat ik in en buiten de muur zou houden, en wie ik mogelijk schade zou toebrengen. Of er iemand is die misschien geen muur wil, iemand die de muur weg wil hebben. - Robert Frost2
GETUIGENIS “Toen de militairen kwamen, gingen mijn twee zonen, de zonen van mijn zwager, en Abu Nabil, die later overleed, naar het land waar zij aan het werk waren. Alleen wij waren er – er is niets overgebleven van mijn land, op die kleine stukje na dan, tussen ons en de muur. De eerste dag bleven de militairen naar ons huis komen en gaan. Ik vertelde ze dat dit mijn land is. Die avond kwamen de legers van de Bezette Gebieden naar ons toe. Ze probeerden mijn zoon en zijn neef mee te nemen, maar het lukte ons ze te bevrijden uit de handen van de soldaten. De tweede dag probeerde ik met mijn twee zonen naar het land te gaan, en toen probeerden de soldaten mijn zoon te handboeien en ons tegen te houden naar het land te gaan; mijn zoon kon echter gelukkig ontsnappen. Toch sloegen de soldaten veel jongens. Ik probeerde met de soldaten te praten en vertelde hen: “Dit is mijn land. Wat jullie doen is illegaal. Er wonen veertig mensen in dit huis en op dit land.” Het leger van de Bezette Gebieden kwam toen echter met bulldozers. Ik had land precies midden op deze heuvel, maar het is vernietigd door bulldozers. We zaten drie dagen lang op het land, van de morgen tot de avond, tot de soldaten kwamen en het hele gebied omringden, en we konden het land niet langer bereiken.” - Imm Amin3
44
GEDICHT Er zijn slechts twee gevoelens: liefde en angst. Er zijn slechts twee talen: liefde en angst. Er zijn slechts twee handelingen: liefde en angst. Er zijn slecht twee motieven, twee procedures, twee denkkaders, twee resultaten: liefde en angst. Liefde en angst. - Michael Leunig4
GETUIGENIS “Een buitengewone en bijzondere priester uit Italië, Vader Claudio Ghilardi, was de enige overgeblevene van wat eens een klooster van zes priesters was, op de hoek van Oost-Jeruzalem, Abu Dis, en Al-Azariyyeh (Bethanië). Nu is zijn kerk, toegewijd aan de heilige Martha, bijna leeg, doordat de geplande Israëlische apartheidsmuur recht door het klooster komt te lopen, waardoor de gemeente van wordt gescheiden van haar kerk, van Jeruzalem en van vele andere diensten. Vader Claudio bracht zijn dagen, en veel van zijn nachten, door met het heen en weer pendelen van Palestijnen over de kloosterlanden door een gat in de tijdelijke muur, naar de andere kant – waar hoop was op medische zorg, werk of onderwijs; en hij praatte met de soldaten die deze oversteek tegen probeerden te houden. Vanwege zijn inspanningen voor de mensen in de omgeving noemden de mensen hem ‘Abuna’, onze vader, zelfs als zij geen christenen waren. “Dit is mijn thuis,” zei hij, “en deze mensen zijn mijn familie. Zij zijn mijn gasten en dit is mijn huis.”” 5
GEBED Heer, we belijden dat we ons gemakkelijker laten leiden door angst dan door liefde. We bouwen muren – betonnen muren en muren in onze harten: muren om onszelf veilig te stellen, om ons binnen te sluiten en de ander buiten. Net zoals deze btonnen muur onze buren van ons scheidt, families verdeelt en mensen gevangen houdt, zo scheiden onze muren van trots, boosheid en angst ons van degenen van wie u wilt dat wij hen liefhebben, en we houden hen gevangen in onze stereotypen en vooronderstellingen. Heer Jezus Christus, wiens dood aan het kruis de barrière tussen God en mensen deed wegnemen; Heer Jezus Christus, in wie geen onderscheid bestaat in nationaliteit, geslacht of status, breek de muren van haat tussen ons af, zowel de fysieke als emotionele muren, door de kracht van uw Geest en voor de komst van uw koninkrijk. Amen. Neem een moment de tijd en overdenk de ongelukkige realiteit van een muur die families en gemeenschappen scheidt – een smet op het landschap en een schande voor de menselijkheid.
45
(13) HET VERLIES VAN JERUZALEM Sinds de annexatie van Oost-Jeruzalem in 1967, is het primaire doel van de Israëlische regering voor Jeruzalem geweest om een demografische en geografische situatie te creeëren die elke toekomstige poging om de Israëlische regering over Jeruzalem te bekritiseren, zal bemoeilijken. Om dit doel te bereiken, heeft de regering verschillende acties ondernomen om het aantal Joden te doen toenemen en het aantal Palestijnen die in Jeruzalem wonen te doen afnemen. Een aantal van de methoden die hiervoor worden gebruikt, zijn: Het fysiek isoleren van Oost-Jeruzalem van de rest van de Westoever, deels door de bouw van de apartheidsmuur; Discriminatie in de verdeling, planning en bouw van het land, en het vernietigen van huizen; Het intrekken van een Jeruzalem Identiteitskaart en sociale voorzieningen voor Palestijnen die langer dan drie jaar in het buitenland verblijven, of die niet in staat zijn aan te tonen dat hun leven zich grotendeels in Jeruzalem afspeelt; Het oneerlijk verdelen van budget tussen de twee delen van de stad, met schadelijke effecten op de infrastructuur en voorzieningen in Oost-Jeruzalem.1
STATIE DERTIEN OVERDENKING Jeruzalem is een plek die voor veel mensen zo belangrijk is, dat het een slagveld is geworden. Niemand wenst de vernietiging van deze heilige plaats, maar de huidige situatie zorgt voor veel verdriet en zorgen bij de mensen die hier wonen, en bij alle mensen in de hele wereld die deze plaats als bijzonder beschouwen. Zoals Maria en de discipelen rouwden om de dood van Jezus, zo rouwen mensen vandaag de dag om de ernstige ziekte van de plaats die Jezus zijn thuis noemde. Een van de vele kerken in Jeruzalem heet “Dominus Flevit” (“De Heer huilt”), ter herinnering aan de tranen die Jezus liet vanwege Jeruzalem. Een van de ramen van deze kerk biedt een prachtig uitzicht over de stad die zoveel genezing nodig heeft. Wij rouwen om de stad zoals Jezus rouwde, en we bidden voor vrede en rust voor Jeruzalem: de stad die gedeeld moet worden.
SCHRIFTLEZING Lucas 19:41-42 Toen hij [Jezus] Jeruzalem voor zich zag liggen, begon hij te huilen over het lot van de stad. Hij zei: ‘Had ook jij op deze dag maar geweten wat vrede kan brengen! Maar dat blijft voor je verborgen, ook nu.
REFLECTIE Het Arabische woord voor Goede Vrijdag is “jum’a al hazini”, wat “Ongelukkige Vrijdag” betekent. De Ongelukkige Vrijdag herinnert aan de omstandigheden waarin Christus verkeerde op die dag tweeduizend jaar geleden: Christus werd vernederd, veroordeeld en als een crimineel gekruisigd. Zijn discipelen waren ontmoedigd, verspreid over de vier winden der aarde, en gebroken van geest. Ze hadden hun Heer en Meester verlaten, die hun hoop op een roemrijk koninkrijk leek te hebben verraden; hun een koninkrijk ingeluid door zijn triomfantelijke komst in Jeruzalem. Deze Ongelukkige Vrijdag symboliseert de diepe wanhoop vanwege de ogenschijnlijke overwinning van de machten van kwaad, onderdrukking en hypocrisie. De Romeinen, buitenlandse bezetters, werkten
46
samen met lokale politieke en religieuze leiders om de vernieuwende stem van deze profeet uit Nazareth tot zwijgen te brengen. Alle hoop leek verloren te zijn gegaan. Palestijnen herleven de geschiedenis van de “Ongelukkige Vrijdag” in hun eigen geschiedenis. Nooit eerder leek hun situatie zo hopeloos als nu. Terecht wijzen mensen erop dat hun huidige situatie slechter is dan het ooit geweest is. Zelfs de meest optimistische Palestijn ervaart diepe gevoelens van depressie en wanhoop, en wat leek op het begin van een eigen staat, vrijheid en zelfbeschikking, is geëindigd in een bodemloze combinatie van getto’s en een zwijgende internationale gemeenschap. Maar het is precies in dit donkere uur van wanhoop, dat de boodschap van Pasen opnieuw verkondigd moet worden: Christus zal niet in het graf blijven, en kwaad en onderdrukking hebben niet het laatste woord. Christus stond op uit het graf op de derde dag en triomfeerde zo glorieus over de machten van kwaad en duisternis, en door de dood heen sprak hij over een geheel nieuw tijdperk in de wereld en de overwinning van goed over kwaad. De boodschap van Pasen is, zowel voor Palestijnen als voor onderdrukten en armen overal ter wereld, dat God soeverein is in de wereld. Hoe donker de wereld ook lijkt te zijn op “Ongelukkige Vrijdag”, Pasen komt eraan; en met die belofte ontvangen we nieuwe hoop: de zekerheid van een opstanding, een nieuw begin, en de overwinning van het leven over de dood. - Jonathan Kuttab2
EEN GEBED VOOR JERUZALEM Onze hemelse Schepper en God, in deze stad werd uw geliefde Zoon gekruisigd en stond hij op uit de dood. Maak ons waardig voor zijn hemelse evangelie. Wij smeken u, Heer, u die weet hoe de mensen van deze heilige stad hebben geleden en nog steeds lijden: aan ontworteling, verlorenheid, de pijn van het uiteendrijving in isolementen, de pijn van het ontbreken van een thuis, de pijn van de dood. Wij smeken u, o Heer, om vrede te schenken aan deze heilige stad. Wij smeken u, Heer, om de mensen van deze stad rust te schenken voor hun zielen, en moed voor hun harten. Sterk, o God, de harten van hen die werken aan gerechtigheid. Zegen hun pogingen en laat hen triomferen over de kwade machten, en sterk hen met uw Heilige Geest. Inspireer onze leiders, o Heer, om een rechtvaardige oplossing te zoeken voor alle problemen in deze stad, zodat Jeruzalem – de stad van de vrede – eeuwige vrede zal kennen voor al haar mensen. Help ons, God, als we met zware beproevingen te maken krijgen, zodat we zullen groeien in uw waarheid en door onze levens kunnen getuigen van u, onze Redder. Moge de weg van het kruis de weg zijn die wij voor onze eigen levens kiezen, en dat ieder zijn eigen kruis zal dragen in het volgen van u, Herder van onze zielen, Meester, gekruisigd en opgestaan uit de dood. Amen.
MEDITATIE Iedereen valt stil bij het aangezicht van de dood. Gevechten en conflicten verdwijnen. Een lijk, ook al is het nog zo verworpen en verwrongen, dwingt een heilig respect en een vroom zwijgen af. We worden geconfronteerd met een mysterie.
47
Elk overlijden laat ons achter met een open vraag. We wachten en zien uit naar de glinstering van wat licht dat alle schaduwen rondom het mysterie van het leven zal verdrijnven. De dood zou niet het laatste woord over het leven moeten hebben, noch zou wanhoop de uiteindelijke gemoedstoestand van de mens moeten zijn. De geschiedenis koestert de herinneringen van moordenaars niet. Liever dan despoten ten voorbeeld te tonen, verhoogt het de moed van hen die de dood in de ogen zagen, die het lijden van de kleinen droegen, en die naar bevrijdende revoluties streefden. Levenloos van het kruis gehaald, baant Jezus de weg voor anderen om zijn vaandel over te nemen en verder te dragen. Zij zijn de mensen die zijn gaan begrijpen wat Gods bedoeling is: de vestiging van een wereld waar allen uiteindelijk broers en zussen zijn, en kinderen van dezelfde Vader, in gerechtigheid, vrijheid en liefde. - Leonardo Boff3
GEBED Tien maten schoonheid gaf God aan de wereld, negen aan Jeruzalem, een aan de rest – Tien maten ellende gaf God aan de wereld, negen aan Jeruzalem, een aan de rest – Bid dus voor de vrede – bid voor de vrede; bid voor de vrede van Jeruzalem. - Garth Hewitt4
48
(14) WAT ZAL DE VEERTIENDE STATIE ZIJN? OVERDENKING Elke begrafenis lijkt het einde van een verhaal, een tijd voor rouwen en gedenken. Tegelijkertijd biedt het ook mogelijkheden om naar de toekomst te kijken. Ein Kerem was de plaats waar Maria en Elizabeth hun hoop en angst voor de toekomst deelden, en de plek waar Johannes de Doper werd geboren – een plaats voor nieuw begin en nieuwe hoop. De kruisiging en de opstanding gaan hand in hand – je kunt niet het een hebben zonder het ander en als het een wordt veracht of gekleineerd, geldt dat ook voor het ander. Toen Jon Sobrino, een Jezuïtische priester van El Salvador, eens sprak over de moord op zijn zes broers, werd hem gevraagd hoe hij nog steeds hoop kon hebben. Hij antwoordde: “Jullie, in de rijke wereld, hebben veel verwachtingen – maar geen hoop. Wij echter, in het arme gedeelte van de wereld, hebben weinig verwachtingen – maar veel hoop.” Maria’s revolutionaire lofzang, waarin de hongerigen eten krijgen, de nederigen worden verhoogd, de rijken met lege handen worden weggestuurd en de machtigen van hun troon worden gestoten, lijkt soms een onbereikbare droom. Maar in werkelijkheid is het een duur visioen van een nieuwe wereld, waaraan christenen zich hebben toegewijd. Een wereld waarin Gods koninkrijk komt en Gods wil geschiedt, op aarde zoals in de hemel.
SCHRIFTLEZING Lucas 3:4b-6 Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden! Iedere kloof zal worden gedicht, elke berg en heuvel geslecht, kromme wegen recht gemaakt, hobbelige wegen geëffend; en al wat leeft zal zien hoe God redding brengt.”
REFLECTIE Mijn reflecties bij Pasen hebben veel te maken met verlies. Het verlies van het gevoel ergens bij te horen, de versnippering, de verbrijzelende pijn van mijn medereizigers, ons Palestijnse volk overal ter wereld. Er is geen betere metafoor dan de kruisiging van Christus om weer te geven wat er gebeurt. Het grootste verlies is het verlies van barmhartigheid in het land waar Christus ons barmhartigheid onderwees, waar Christus stierf vanwege barmhartigheid. Christus koos voor barmhartigheid, niet voor onderdrukking. Christus ging de tempel binnen en sprak streng de kwaaddoeners aan. Christus stierf niet door zwakheid, maar door kracht. Hij koos ervoor te sterven om zo de mensheid te redden van haar verbondenheid met zinloze oorlogen, zinloze sterfgevallen. Hij had de woestijn in kunnen vluchten om te ontkomen aan de soldaten die hem wilden grijpen. Het was zijn barmhartigheid met
49
de mensheid die maakte dat hij bleef. Hij maakte een weloverwogen keus om de zonden van de wereld op zich te nemen en ons vrijheid te geven, zodat wij door zijn dood niet meer hoeven te lijden. En de grootste hoop die hij ons gegeven heeft, is gekomen met zijn opstanding – een en al hoop. Zonder hoop is er chaos, zinloosheid, zijn er geen visioenen en dromen. Zonder hoop moeten we ons neerleggen bij de kwade voorschriften van onderdrukking en kunnen we stoppen met vechten. Zonder hoop in een opstanding, zou onze strijd gaan over wraak, vergelding en het uitroeien van de “ander”. Onze strijd gaat echter over het behouden van mensenrechten, burgerrechten, democratie en authentiek menszijn. In onze navolging van het voorbeeld van Christus, zijn we niet bang om te sterven voor deze rechten, want we weten dat Hij ons, alle Palestijnen van welke geloof ook, opstanding heeft beloofd. Er is geen discriminatie of onderscheid in de ogen van God, noch wanneer het gaat om lijden, noch wanneer het gaat om redding. - Samia Costandi1
GEDICHT Zij bedreigden ons met Opstanding Er is iets, hier, onder ons, dat ons niet laat slapen, ons niet laat berusten, dat het stampen en rommelen diep in ons hart niet doet stoppen. Het is het stille, warme huilen van vrouwen zonder hun mannen; het is de treurige blik van de kinderen gericht over de herinnering heen... Wat ons weerhoudt van de slaap is dat zij ons hebben bedreigd met opstanding! Want bij elk vallen van de nacht hoewel uitgeput van de eindeloze reeksen van moorden, jarenlang, blijven we het leven liefhebben, en de dood accepteren wij niet! In deze marathon van hoop zijn er altijd anderen om ons te verlichten om de nodige moed te dragen... Ga dan met ons mee in onze ervaringen en je zult weten wat het is om te dromen! Dan zul je weten hoe geweldig het is om te leven onder de bedreiging van opstanding! Om te leven terwijl we sterven en ons al herrezen weten. - Julia Esquivel2
SCHRIFTLEZING Marcus 1:1-7 Toen de sabbat voorbij was, kochten Maria uit Magdala en Maria de moeder van Jakobus, en Salome geurige olie om hem te balsemen. Op de eerste dag van de week gingen ze heel vroeg in de ochtend, vlak na zonsopgang, naar het graf. Ze zeiden tegen elkaar: ‘Wie zal voor ons de steen voor de ingang van het graf wegrollen?’ Maar toen ze het graf binnengingen, zagen ze rechts een in het wit geklede jongeman zitten. Ze schrokken vreselijk. Maar hij zei tegen hen: ‘Weest niet bang. U zoekt Jezus, de man uit Nazaret die gekruisigd is. Hij is opgewekt uit de dood, hij is niet hier; kijk, dat is de plaats waar hij was neergelegd. Ga terug en zeg tegen zijn leerlingen en tegen Petrus: “Hij gaaf jullie voor naar Galilea, daar zullen jullie hem zien, zoals hij jullie heeft gezegd.”’
50
GEBED Liefdevolle God van de gehele aarde, we bidden voor hen die onrecht begaan in het Heilige Land, ongeacht hun motieven. We bidden dat u hun harten verandert en hen vult met een geest van compassie. Onderricht ons in alle wegen van vrede envergeving. Gezegende Redder van de gehele aarde, we bidden voor uw kerk in het Midden-Oosten. Wees met uw kerk en behoed haar voor instorting. Mogen de vrouwen, mannen en kinderen die uw lichaam in het Midden-Oosten vormen en die een tempel van uw Heilige Geest zijn, het licht van uw liefde, waarheid, genade en goedheid blijven uitstralen naar al hun buren en in hun gehele omgeving. Geest der vertroosting, wiens glorie en majesteit het gezicht van de aarde bedekt, troost en sterk de onderdrukten, wees een toevlucht en thuis voor de thuislozen en laat uw vrede in hun harten aanwezig zijn. Met dankbare harten bidden wij, in de naam van onze Heer en Redder, Jezus Christus. Amen.3
51
EINDNOTEN Introductie 1. Pickard, Jan Sutch, Via Dolorosa – Holy Places Gatherings 2, Oyster Publications, 2004. 2. Naim Ateek, directeur van Sabeel, Jeruzalem.
De eerste statie 1. Rantisi, Audeh en Pat, Blessed are the Peacemakers, Eagle Publishing, 2003. 2. Chacour, Bishop Elias, Blood Brothers, Chosen Books, 1984. 3. Khadra Jayyusi, Salma (ed.), From Anthology of Modern Palestinian Literature, Columbia University Press, 1982. De tweede statie 1. Naim Ateek, directeur van Sabeel, Jeruzalem. 2. Rabee’ Sahyoun is beleidsmedewerker economische ontwikkeling bij het Libanese Center for Policy Studies. Online beschikbaar op www.palestineremembered.com/Haifa/Haifa/Story244.html. 3. Monra Zaaroura is een twaalf jaar oud meisje, inwoner van vluchtelingenkamp Shatila in Libanon. Online beschikbaar op www.childrenofshatila.com. De derde statie 1. Rizek, Georgette, Frome One Woman’s Story; A Testimony from June 1967, Cornerstone, nummer 46, herfst 2007, pagina 12. 2. Ateek, Naim en Rantisi, Hilary (ed.), From Our Story – The Palestinians. De vierde statie 1. www.btselem.org 2. www.eappi.org 3. Darwish, Mahmoud, uit Halit Hisar (State of Siege), vertaald door Amina Elbendary, Londen en Beiroet: Dar Riyad Al-Rayyis, 2002. Online beschikbaar op http://weekly.ahram.org.eg/2002/581/bo7.htm. 4. Bill Baldwin is lid van het Christian Peacemaker Team in Hebron. Meer informatie over CPT is online beschikbaar op www.cpt.org. De vijfde statie 1. Uit Chain Reaction, het kwartaalblad van EAPPI, nummer 3, 2006, pagina 19. 2. Online beschikbaar op http://theosophy.org/tlodocs/Readings/592.htm. De zesde statie 1. www.bilin-ffj.org. 2. Cornerstone, nummer 26, herfst 2002. 3. Meer informatie over EAPPI is online beschikbaar op www.eappi.org. 4. Dominee Said Ailabouni is programmadirecteur voor het Midden-Oosten, Europa en de hoorn van Afrika in de Evangelical Lutheran Church in Amerika. De zevende statie 1. Vader Rafiq Khoury is een katholieke priester in Jeruzalem. Deze overdenking is eerder gepubliceerd in Between Herod and Jesus, Al Liqa’ Journal, nummer 20-21, december 2003. 2. Dit getuigenis is online beschikbaar op www.eappi.org. De vernietiging vond plaats op 29 juli 2008 in Beit Hanina. 3. Fadwa Tuqan was een Palestijnse dichteres. Ze overleed in 2003, op zesentachtigjarige leeftijd. 4. Overgenomen uit Morley, Janet, Companions of God, Christian Aid of UK: The Beacon Press, 1994. De achtste statie 1. Meer informatie over Machsom Watch is online beschikbaar op www.machsomwatch.org.
52
2. 3. 4.
Boff, Leonardo, Way of the Cross – Way of Justice, Orbis Books, 1980. Ada Aharoni is een Israëlische schrijfster, dichteres, toneelschrijfster en onderwijzeres. Online beschikbaar op www.trinstitute.org/ojpcr/2_4aharoni.htm. Hanan Ashrawi is de oprichter en Secretaris-Generaal van het Palestinian Initiative for the Promotion of Global Dialogue and Democracy (MIFTAH).
De negende statie 1. Testimony: Woman delivers stillborn child at checkpoint, rapport van B’Tselem, 17 september 2008. 2. Vader Keith Kimber is een Wels Anglicaanse priester, werkzaam in Europa, die tijdens zijn sabbatical als vrijwilliger werkzaam was voor Sabeel in Jeruzalem. De tiende statie 1. Saleh Qademi is een Palestijnse boer uit Jayyous. Online beschikbaar op www.middleeastwindow.com/modules.php?name=News&file=article&sid=948. 2. Anna Jonasson heeft als vrijwilliger voor EAPPI in Jayyous gewerkt (www.eappi.org). De elfde statie 1. Overgenomen van www.miftah.org. 2. Ghazali Sa’id, Crushed: The farmers caught between the Israeli army and Hamas, The Independent (UK), 21 mei 2003. 3. Peyvand Khorsandi is een Ierse dichter, woonachtig in Londen. www.iranian.com/PeyvandKhorsandi/2004/May/Ost/index.html. 4. Online beschikbaar op http://gbgm-umc.org/global_news/full_article.cfm?articleid=1381. 5. Briggs, Anna, From this is the day: readings and meditations, Iona Gemeenschap (Schotland). De twaalfde statie 1. Statistieken overgenomen van The Palestinian Initiative for the Promotion of Global Dialogue and Democracy (MIFTAH – www.miftah.org). 2. Uit Frost, Robert, Mending Wall. 3. Imm Amin is inwoner van Abu Dis. Online beschikbaar op http://student.cs.ucc.ie/cs/1064/jabowen/IPSC/php/art.php?aid=5803. 4. Leunig, Michael, Common Prayer Collection, Collins Dove, 1993. 5. Gerapporteerd door Larry Fata, medewerker communicatie voor EAPPI. De dertiende statie 1. www.btselem.org. 2. Jonathan Kuttab is mensenrechtenadvocaat en bestuurslid van Sabeel. 3. Boff, Leonardo, Way of the Cross – Way of Justice, Orbis Books, 1980. 4. Garth Hewitt is een zanger en tekstschrijver uit Engeland die zich bezighoudt met gerechtigheid in Gods wereld. De veertiende statie 1. Samia Constandi is een Palestijnse academica, onderwijzeres en freelance schrijfster in Montreal. 2. Esquivel, Julia, Threatened with Resurrection; Prayers and Poems from an Exiled Guatemalan, vertaald door Ann Woehrle, Elgin, Illinois: Brethren Press, 1994. 3. Gebed geschreven door domineer Alex Awad, medewerker bij de United Methodist Mission, werkzaam als predikant van de East Jerusalem Baptist Church en als decaan van de studenten van Bethlehem Bible College.
53
BRUIKBARE WEBSITES De eerste statie – De Nakba van 1948 www.palestineremembered.com www.jalili48.org www.alnakba.org De tweede statie – Vluchtelingen www.un.org/unrwa
www.ameu.org www.cactus48.org
www.passia.org
De derde statie – De bezetting van 1967 www.cactus48.com www.peacenow.org.il De vierde statie – Nederzettingen www.arij.org
www.fmep.org
De vijfde statie – Stress en vernedering www.cpt.org www.unicef.org www.eappi.org De zesde statie – Solidariteit www.eappi.org www.cpt.org
www.bilin-ffj.org
De zevende statie – Huizenvernietigingen www.pal-arc.org www.icahd.org De achtste statie – Vrouwen tegen de bezetting www.womeninblack.org/index.html www.batshalom.org www.coalitionofwomen.org De negende statie – Checkpoints www.arij.org
www.machsomwatch.org
De tiende statie – Bureaucratische onderdrukking www.btselem.org www.hamoked.org www.righttoenter.ps De elfde statie – Gaza www.pchrgaza.org
www.gcmhp.net
De twaalfde statie – De muur www.stopthewall.org
www.btselem.org
De dertiende statie – Het verlies van Jeruzalem www.miftah.org www.passia.org
54
AANBEVOLEN BOEKEN Agt, Dries van. Een schreeuw om recht. De tragedie van het Palestijnse volk, De Bezige Bij, Amsterdam: 2009. Armstrong, Karen. Heilige oorlog. De kruistochten en de wereld van vandaag, Anthos, Amsterdam: 1999. Ashrawi, Hanan. Deze kant van de vrede, Forum, Amsterdam: 1985. Ateek, Naim S. A Palestinian cry for reconciliation, Orbis Books, New York: 2008. Ateek, Naim S., Cedar and Schrader, Marla (eds.). Jerusalem: What makes for peace! A Palestinian Christian contribution to peacemaking, Melisende, London: 1997. Ateek, Naim S., Duaybis, Cedar and Tobin, Maurine (eds.). The forgotten faithful, Sabeel Ecumenical Liberation Theology Center, Jerusalem: 2007. Ateek, Naim S., Duaybis, Cedar and Tobin, Maurine (eds.). Challenging Christian Zionism, Melisende, London: 2005. Ateek, Naim S. and Prior, Micheal (eds.). Holy Land, Hollow Jubilee: God, Justice and the Palestinians, Melisende, London: 1999. Ateek, Naim S. Recht en gerechtigheid. Een Palestijnse bevrijdingstheologie, Meinema, Zoetermeer: 2000 (oorspr. 1989). Awad, Alex. Palestinian memories, Bethlehem: 2008. Beit-Hallahmi, Benjamin. Original sins: reflections on the history of Zionism and Israel, Olive Branch Press: 1993. Burge, Gary M. Who are Gods people in the Middle East: What Christians are not being told about Israel and the Palestinians, Zondervan Publishing House: 1993. Carter, Jimmy. Palestine: Peace not Apartheid, Simon & Schuster: 2006. Chacour, Elias met David Hazard. Blood Brothers, Chosen Books, Fleming H. Revell Company, New York: 1984. Chacour, Elias met Mary E. Jensen. We belong to the land: The story of a Palestinian Israeli who lives for peace and reconciliation, Harper, San Francisco: 1990. Chapman, Colin. Wiens beloofde land? De voortdurende crisis rond Israël en Palestina, Kok, Kampen: 2004. Cragg, Kenneth. Palestine: The prize and price of Zion, Cassell, London en Washington: 1997. Ellis, Marc. Revolutionary forgiveness: Essays on Judaism, Christianity and the future of religious life, Baylor U. Press: 2000. Ellis, Marc. O, Jerusalem! The contested future of the Jewish Covenant, Fortress Press, Minneapolis: 1999. Ellis, Marc. Ending Auschwitz: The future of Jewish and Christian life, Westminster/John Knox Press: 1994. Finkelstein, Norman G. Beyond Chutzpah: On the misuse of Anti-Semitism and the abuse of history, University of California Press: 2008. Gish, Art. Hebron Journal: Stones of nonviolent peacemaking, Herald Press, Pennsylvania: 2001. Halper, Jeff. An Israeli in Palestine. Resisting dispossession, redeeming Israel, Pluto Press: 2008. Halper, Jeff. Obstacles to peace, derde editie, Palestine Mapping Centre: 2005. Hass, Amira. Reporting from Ramallah: An Israeli journalist in an occupied land, Semiotext(e): 2003. Horsley, Richard A. Jesus and Empire: The kingdom of God and the new world, Fortress Press: 2003. Karmi, Ghada (ed.). Jerusalem today: What future for the peace process?, Ithaca Press: 1996. Khalidi, Rashid. The iron cage: The story of the Palestinian struggle for statehood, Beacon Press: 2007. Khalidi, Walid. Before their diaspora: A photographic history of the Palestinians, 1876-1947, Institute of Palestine Studies, Washington D.C.: 1984. Kovel, Joel. Overcoming Zionism: Creating a single democratic state in Israel/Palestine, Pluto Press: 2007. Kushner, Tony and Solomon, Alisa. Wrestling with Zion, Grove Press, New York: 2003. Mearsheimer, John J. and Walt, Stephen M. The Israel lobby and U.S. foreign policy, Farrar, Straus and Giroux: 2007. Nathan, Susan. The other side of Israel: My journey across the Jewish-Arab divide, Harper Perennial, London: 2006. Pappe, Ilan. De etnische zuivering van Palestina, Kok Omniboek, Kampen: 2009. Prior, Michael. Speaking the truth about Zionism and Israel, Melisende, London: 2004. Prior, Michael. The Bible and colonialism: A moral critique, Sheffield Academic Press: 1997. Raheb, Mitri. Bethlehem besieged: Stories of hope in times of trouble, Augsberg Fortress Press: 2004. Raheb, Mitri. I am a Palestinian Christian, Augsberg Fortress Press: 1995. Rantisi, Audeh en Beebe, Ralph. Blessed are the peacemakers: A Palestinian Christian in the Occupied West Bank, Zondervan Books, Grand Rapids: 1990. Ruether, Rosemary Radford and Ruether, Herman J. The wrath of Jonah: The crisis of religious nationalism in the IsraeliPalestinian conflict, Fortress Press: 2002. Said, Edward W. The end of the peace process: Oslo and after, Random House, New York: 2000. Said, Edward W. The politics of dispossession: The struggle for Palestinian self-determination, 1969-1994, Vintage, New York: 1994. Shazak, Israel. Jewish history, Jewish religion, Pluto Press: 1994. Sizer, Stephen. Zion’s Christian soldiers? The Bible, Israel and the Church, IVP Books: 2008. Wagner, Donald E. Dying in the Land of Promise: Palestine and Palestinian Christianity from Pentecost to 2000, Melisende, London: 2001.
55
MUZIEK Kyrie Eleison
O Lord, hear my prayer
56
Prijs de Heer, mijn ziel
Jesus, remember me
Veni Sancte Spiritus
57
De kruisweg van de Palestijnse christenen is oorspronkelijk verschenen als:
Contemporary way of the cross Bij: SABEEL Ecumenical Liberation Theology Center P.O.Box 49084 Jerusalem 91491 Tel: +972.2.532.7136 Fax: +972.2.532.7137 Email:
[email protected] Website: www.sabeel.org Deze vertaling is een uitgave van:
Stichting Vrienden van Sabeel Nederland Giro: 3276280, Culemborg E-mail:
[email protected] Website: www.vriendenvansabeelnederland.nl
Mede mogelijk gemaakt door:
Postadres: Postbus 456, 3500 AL Utrecht Telefoon: 030-880 14 56 Website: www.kerkinactie.nl E-mail:
[email protected] Giro: 456 Utrecht
58