De Krant van de Verlader Le Journal du Chargeur
Nr. 56 - Herfst N°. 56 - Automne Driemaandelijks: juli - augustus - september 2013
Trimestriel: juillet - août - septembre 2013
Transport & Logistics “must” voor de sector
Wat voorziet het Eenheidsstatuut?
Besparing dankzij advies voor logistieke stromen
Zie pag. 5 en 8
Zie pag. 6
Zie pag. 11
Douane & Accijnzen willen af van het oubollige imago Op 1 januari 2014 wordt gestart met het werken in shiften bij de Douane & Accijnzen. Hierbij zijn in totaal 800 douaniers betrokken, waarvan 385 nieuw gerekruteerden. De wervingen hiervoor verlopen blijkbaar vlot. Duizenden geïnteresseerden dienden zich aan bij Selor en bij het ter perse gaan zijn reeds 440 kandidaten geslaagd voor de testen. Vanaf september starten de eerste opleidingen om de nieuwe collega’s klaar te stomen tegen 1 januari 2014. De dienst Douane en Accijnzen is duidelijk aan een inhaalbeweging inzake efficiëntie en dienstbetoon begonnen. We spraken erover met Jan Moortgat, gewestelijk directeur a.i. Douane en Accijnzen Antwerpen.
De positie van producerende KMO’s in België is door een aantal oorzaken de afgelopen jaren minder rooskleurig geworden. Terwijl zij toch in belangrijke mate het vlees op het economische bot zijn, moeten verschillende KMO-sectoren hard strijden voor hun bestaan. Terwijl vele van deze kleine en middelgrote ondernemingen hun blik veelal op het lokale, regionale of nationale speelveld richten, komen er nu, van bijvoorbeeld de overheden geluiden die
België is de logistieke draaischijf van Europa. Ploegenarbeid van de douaniers is van cruciaal belang voor het Europese goederenverkeer en dus voor de verladers als verzenders en ontvangers, waarbij 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 transport naar België en Europa mogelijk moet zijn, willen we onze bevoorrechte draaischijfpositie in de logistieke markt bewaren en daar waar mogelijk zelfs nog verbeteren.
Er worden 5 business units voorzien Jan Moortgat: “De Douane & Accijnzen waren tot 5 jaar geleden gebaseerd op een heel oubollige, stugge en hiërarchische structuur. Door al de nieuwe uitdagingen kon deze structuur geen stand meer houden en moest er gekomen worden tot een nieuwe organisatie. De operationele activiteiten werden verdeeld in vijf business units.” Deze business units zijn: • KLAMAN (Klanten Management) - Hieronder wordt onder meer het AEO-certificaat (*) on-
De KMO als verlader: een relevante stelling?
Jan Moortgat dergebracht, maar ook de boekhoudkundige controles van bedrijven, de ABC-controles (Administratieve en Boekhoudkundige Controles). Hiervoor wordt het System Based Controls ingevoerd, waardoor vanuit de werkplek van de douane rechtstreeks toegang verkregen wordt tot de informatiesystemen in de bedrijven. DaarLees door op blz. 12
Producerende KMO’s zijn uiteraard altijd al verlader geweest maar zo voelden ze dat zelf vaak niet, ook al omdat de schaalgrootte nogal eens ontbrak. Zo konden ze dan vanwege een klein eigen wagenpark geen transportplanner in dienst nemen of een eigen garage in stand houden om nog maar niet te spreken over het bijhouden van de steeds groter wordende berg regelgeving. Uitbesteding van transport en logistiek was en is een primaire gedachte bij veel KMO’s en mede daardoor verdwijnt hun verladersidentiteit en bewustzijn naar de achtergrond. Maar hoe men het ook draait of keert, ook een KMO zal een portie verladers know-
OTM - partners
ze aanzetten om ook aan export te gaan denken. Dit alles om de levensvatbaarheid te vergroten en de werkgelegenheid daardoor zo zeker als mogelijk te maken. In 2005 heeft de Europese Commissie de definitie van KMO nog eens op punt gesteld. Beneden de KMO’s zijn nog de micro-ondernemingen, maar KMO’s gaan van 10 tot maximaal 250 werknemers en de omzetten gaan vanaf 10 miljoen euro tot 50 miljoen euro.
how in huis moeten hebben om op z’n minst een transport- of logistieke onderhandeling met kennis van zaken in te gaan. Een ander bijkomend element waar aandacht voor moet komen, is de regelgeving vanuit Europa die ook voor deze sector veel belangrijker wordt. We kunnen hierbij denken aan tachografen in bestelwagens, CO2-uitstoot, stadsdistributiereglementering, kopen via het internet, de bezorging daarna van kleinere zendingen en retourlogistiek om maar een aantal regels te noemen. Komt export om de hoek kijken dan wordt het lijstje uiteraard een stuk langer. De meeste verladers hebben de logis-
tieke zaak goed op een rij om zodoende verstandig en verantwoord met hun kosten om te springen. Niet altijd is alle kennis in huis, maar wanneer zij bijvoorbeeld lid van OTM zijn kan de helpdesk bijspringen. De belangrijke vraag die vast hangt aan het hoofdthema van deze Krant is of KMO’s zich bewust zijn van de logistieke impact als verlader, of dat een voordeel is, nu en in de toekomst en of ze zich ervan bewust zijn welke problemen zij op het vlak van transport en logistiek zouden kunnen tegenkomen. Op bladzijde 3 leest u hoe een aantal bevraagde KMO’s daarover denken.
Une logistique plus ingénieuse
Wanneer je dit leest, zijn de dagen alweer een stuk korter geworden en de "to do" lijst een stuk langer. Toch wil ik nog even stilstaan bij twee evenementen die in juni ll. plaatsvonden. Wellicht kwamen ze in onze nieuwsbrief aan bod, maar toch vind ik het belangrijk genoeg om er op terug te komen. Ik had de gelegenheid om de conferentie "Vlaanderen Logistiek" bij te wonen. Een initiatief van een Nederlandse organisatie die er toch maar in slaagde een aantal boeiende presentaties te tonen. Eén rode draad door de verschillende presentaties was dat informatie en het juiste gebruik ervan (Intelligence, zeggen de Amerikanen) tot een betere Supply Chain leidt. De andere draad was collaboratie tussen bedrijven. Wat vooral bijblijft, zijn de presentaties van Sanoma (de boekskes ... ) en Bpost (de facteur...), bedrijven die een mens zoals ik toch niet onmiddellijk associeert met toptechnologie. Wat Sanoma recent deed om het aantal onverkochte boekskes tot een minimum te beperken, is bewonderenswaardig. Te begrijpen dat ze met dit project ook een prijs wonnen bij een bevriende organisatie. En hoe BPost op actieve manier inspeelt op de groeiende verkoop via webshops en alles wat erbij hoort, was al even boeiend. Waar de "facteur" vroeger kwam aanbellen om een "jeneverke" te drinken, zal hij in de toekomst aanbellen om de door de bewoner bestelde fles af te leveren en meteen op de juiste plaats te zetten. Wellicht is dit één van de extra-taken die men aan de postbode wil toewijzen. Eén bedenking bij dit verhaal was wel dat deze groeiende stroom aan pakjes momenteel nog onvoldoende ecologisch verantwoord verstuurd wordt: te kleine hoeveelheden verpakt in te grote dozen. Nauwer aan het hart ligt ESC en haar 50 jarig bestaan; jawel sinds 1963 is deze organisatie actief en we moeten ze koesteren. Zij die het idee hadden om zo'n organisatie op te zetten, waren wellicht visionairs want wie had kunnen denken dat de "Europese gedachte" met al haar positieve en negatieve aspecten zo'n vlucht zou nemen? Enkel jammer dat ESC niet dezelfde groei kende als de EU en dan heb ik het niet enkel over het aantal lidstaten, maar ook over de regelgeving. Maar niet getreurd want dank zij deze organisatie blijven we, als verladers, voeling houden met wat er allemaal speelt in de hoofden van de EU-mensjes. Zo weten we bijvoorbeeld dat er werk zal moeten gemaakt worden van "Secured Supply Chains" en ik garandeer je dat ESC hieraan een wezenlijk steentje zal bijdragen. Terugblikken op de voorbije 50 jaar in een aangename omgeving met daarbij de virtuele aanwezigheid van Barroso, maakte van 19 juni ll. een speciale dag. Het kon echter niet daarbij blijven. Dit was ook het geschikte moment om naar de toekomst te kijken. Met andere woorden: wat wil ESC de volgende jaren betekenen? Het resultaat van deze oefening vertaalde zich in een Manifesto; je kan dit teugvinden op de ESC website, maar het lijkt me zinvol om er nu even bij stil te staan. Er zijn natuurlijk de klassiekers: de regelgeving komende van EU of andere overheden mogen geen handelsbelemmering vormen, maar moeten een vlotter goederenverkeer mogelijk maken. De andere klassieker is het streven naar een vrije markt voor alle transportmodi. Maar er is natuurlijk meer. ESC wil er werk van maken om "Brussel" duidelijk te maken dat "Supply Chain Management" een steeds grotere steunpilaar wordt voor handel en industrie en dus meer aandacht verdient dan vandaag het geval is. Steeds grotere steunpilaar betekent ook (nog) meer aandacht voor Security en duurzaamheid. Niet toevallig twee terreinen waarop de EU zelf reeds veel initiatieven neemt en belangrijke projecten initieert. Aanmoedigen van technologische vooruitgang en innovatie staat ook hoog op de ESC-agenda. Dit samen, met het stimuleren van de uitwisseling van "best-practices" tussen verladers moet de ideale weg zijn naar "slimmere logistiek". En "last but not least" is er nog de ambitie om het stijgende belang van "Supply Chain Management" bekender en wellicht ook geliefder, te maken bij het brede publiek. En zo zijn we terug aan het begin van deze edito, nl. de Sanoma "Story" . Dit bedrijf komt naar buiten met een boeiend en leerrijk verhaal en wellicht zijn er zo nog veel meer! Jammer genoeg komen ze te weinig uit de kast.
Au moment où vous lirez ces lignes, les jours seront à nouveau plus courts et la liste des choses à faire se sera quelque peu allongée. Je souhaite revenir sur deux importants événements du mois de juin dernier, même s’ils ont déjà été abordés dans notre bulletin d’information. J’ai eu l’occasion d’assister à la conférence « Vlaanderen Logistiek » initiée par un organisme néerlandais et au cours de laquelle plusieurs présentations passionnantes étaient prévues au programme. Les différentes interventions avaient pour fil conducteur l’information et l’utilisation adéquate de celle-ci (« intelligence » comme disent les Américains) pour améliorer l’efficacité de la chaîne d’approvisionnement mais également la collaboration entre les entreprises. Ce que je retiendrai surtout, ce sont les exposés de Sanoma (les magazines) et de bpost (le facteur), des entreprises qu’un homme comme moi n’associe pas d’emblée aux technologies de pointe. Les mesures prises récemment par Sanoma pour réduire au minimum le nombre de magazines invendus sont admirables. Ce projet a d’ailleurs été récompensé par un prix décerné par une société partenaire. La manière dont bpost anticipe activement l’augmentation des ventes par Internet et les services afférents est tout aussi fascinante. Autrefois, le facteur sonnait à la porte pour boire son petit verre. Dans l’avenir, il sonnera à la porte pour livrer une bouteille commandée en ligne et qui sera aussitôt rangée. Il s’agit sans doute de l’une des tâches supplémentaires qui seront confiées aux facteurs. Toutefois, l’expédition de ce flux croissant de petits colis n’est actuellement pas très écologique : de trop petites quantités sont emballées dans de trop grandes boîtes. L’ESC a également fêté ses 50 ans d’existence. L’organisme est actif depuis 1963 et mérite que nous nous impliquions pour lui. Les personnes qui l’ont fondé étaient sans nul doute visionnaires car qui aurait pu penser que l’idée européenne, avec tous ses aspects positifs et négatifs, connaîtrait un tel essor ? Il est seulement regrettable que l’ESC n’ait pas connu la même croissance que l’Union européenne. Je ne parle pas seulement du nombre d’États membres mais aussi de la réglementation. Quoi qu’il en soit, cette organisation permet aux expéditeurs de rester au fait de ce qui trotte dans la tête des eurocrates. Nous savons par exemple qu’il va falloir s’atteler aux chaînes d’approvisionnement sécurisées et je vous garantis que l’ESC apportera une importante pierre à l’édifice. La journée du 19 juin dernier consacrée à une rétrospective des 50 dernières années dans un superbe cadre et à laquelle a virtuellement participé José Manuel Barroso a été un événement extraordinaire. On ne pouvait toutefois pas en rester là. Le moment était idéal pour se tourner vers l’avenir et réfléchir à la mission de l’ESC au cours des prochaines années. Le fruit de ce travail est un manifeste qui peut être consulté sur le site web de l’ESC mais il me semble utile de l’aborder en quelques mots. Ce manifeste reprend évidemment la réglementation émanant de l’Union européenne ou d’autres instances qui ne peut entraver le commerce mais doit permettre une circulation plus fluide des marchandises. Autre classique : la volonté de développer un marché libéralisé pour tous les modes de transport. Mais ce n’est pas tout. L’ESC veut faire passer le message à Bruxelles que la gestion de la chaîne d’approvisionnement devient un pilier de plus en plus important du commerce et de l’industrie et qu’elle mérite qu’on s’y intéresse de plus près. Constituer un pilier de plus en plus important signifie également que davantage d’attention doit être portée à la sécurité et la durabilité, deux domaines dans lesquels l’Union européenne elle-même, et ce n’est pas un hasard, prend de nombreuses initiatives et lance des projets de grande envergure. Stimuler les progrès technologique et l’innovation mais aussi échanger des bonnes pratiques entre expéditeurs afin de trouver la voie vers une logistique plus ingénieuse sont également des priorités de l’ESC. Enfin, nous voulons également sensibiliser le public à l’importance croissante de la gestion de la chaîne d’approvisionnement. Nous bouclons ainsi la boucle en revenant sur Sanoma, évoquée au début de cet édito. Cette entreprise a un parcours passionnant et très instructif et c’est certainement le cas de nombreuses autres sociétés. Malheureusement, elles ne communiquent souvent pas assez.
OTM ACTIEF
COLOFON De Krant van de Verlader Le Journal du Chargeur
Nieuwe leden
is een uitgave van est une édition de
• Transposafe – Lindestraat 20 – 9240 Zele - Dhr. Bertels Mario en Vanhee Folkwin http://www.transposafe.com/
OTM vzw Derbystraat 33B 9051 Gent Ondernemingsnummer: BE 0439 084 554 T. 09 265 18 81 F. 09 321 05 89
[email protected] www.otmbe.org Redactie Rédaction Johan Dillen Carla Laureys Freddy Michiels Secretariaat Secrétariat Chantal Smet Verantwoordelijke Uitgever Editeur responsable Nik Delmeire Derbystraat 33B 9051 Gent Artikels en foto’s in deze uitgave zijn auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze uitgave mag overgenomen worden zonder de schriftelijke toestemming van de verantwoordelijke uitgever.
Nik Delmeire Président
Nik Delmeire Voorzitter
éditorial
editoriaal
Slimmere logistiek
• Jogo Shipping – Stockthoekstraat 10A – 9140 Temse – Dhr. Joos Peter: http://jogoshipping.com/nl/ pages/logistics • Overseas Trading Company – Mexicostraat 3 haven 44 – 2030 Antwerpen – Dhr Van Gestel Karl en Demarel Luc http://www.overseas.be/ Alle inlichtingen met betrekking tot de voordelen van het lidmaatschap staan duidelijk vermeld op onze website: www.otmbe.org. Voor bijkomende inlichtingen staat het secretariaat altijd ter beschikking. Info: +32 9 265 18 81
OTM ondersteunt de Flanders Logistics consulenten
Nieuw verkeersbord
Op maandag 10 juni stelde Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits tijdens een persconferentie de dienstverlening en werking van de Flanders Logistics-consulenten voor. De Flanders Logistics-consulenten zijn logistieke experts die kleine en middelgrote bedrijven kosteloos adviseren, informeren, sensibiliseren, begeleiden en ondersteunen bij beslissingen over hun logistieke activiteiten. De minister gaf tevens het startschot voor de bekendmakingscampagne en ondertekende de samenwerking met alle partners. Deze samenwerking tussen tal van partners werd vastgelegd in een intentieverklaring die ook door OTM werd ondertekend. Leden kunnen het concept van deze intentieverklaring terugvinden op onze website.
Eerstvolgende OTM-activiteiten 26/09/13
Netwerksessie: Afstemmen van magazijnwerking en transport
03/10/13
Seminarie: Shortsea
15-16-17/10/13 Transport & Logistics beurs Antwerpen, stand 1116 in hal 1 14/11/13
Dag van de Verlader: E-Shipment: Hoe kan elektronisch dataverkeer ons helpen bij het organiseren van onze goederenstromen?
2
Nadat we waarschuwingsborden hebben gekregen om extra oplettend te zijn voor de bijzondere hindernissen (scholen, spelende kinderen, werken, overlopende dieren, enz.) verschijnt er weldra ook een verkeersbord in ons landschap dat ons verzoekt voorzichtiger te zijn voor bejaarden. De meervoudsvorm moet blijkbaar nog wel aangepast worden.
De KMO als verlader: een relevante stelling? TRANSPOSAFE
SHIPIT
BIOBEST
ALSO-Group
is gespecialiseerd in het verzegelen en beveiligen van waardevolle goederen. Zij leveren unieke producten die diefstal, fraude en discussies kunnen voorkomen. De specialisatie uit zich vooral in een uitgebreid en gedifferentieerd productassortiment. Daardoor zijn zij in staat voor elke security issue binnen een supply chain het juiste product te leveren. Een greep uit het uitgebreide assortiment is: veiligheidsenveloppen, verzegelingen, medische verpakkingsmaterialen, security-labels en holografische labels, security-tape en security-scan van de supply chain.
is gespecialiseerd in de organisatie van multimodaal transport en terminal operator. Als externe logistieke managers gaan wij voor bedrijven de meest efficiënte wijze van transport zoeken. Hierbij wordt steeds gezocht naar de meest betrouwbare en goedkoopste transportmiddelen en op basis hiervan wordt een transportketen uitgewerkt. Alternatieve transportmodi zoals binnenvaart, spoor en kustvaart worden daarbij maximaal benut. Daarnaast heeft Shipit op een concessie van 8 ha aan het Noordelijk Insteekdok van de Waaslandhaven, een trimodaal logistiek centrum ontwikkeld met 29.000 m2 magazijnen, een lichter en een spooraansluiting.
is een toonaangevende autoriteit in biologische bestuiving. Met meer dan 25 jaar ervaring is Biobest bekend als een pionier in deze sector. Biobest produceert en verkoopt meer dan 30 soorten van nuttige insecten, die worden gebruikt voor biologische gewasbescherming. Het bedrijf is vooral bekend om zijn core business, d.w.z. de productie van hommels die wereldwijd worden gebruikt voor biologische bestuiving. Productie, verkoop en technische ondersteuning worden toegewezen in verschillende dochterondernemingen gelegen op strategische locaties over de hele wereld. Samen met haar internationale partners is Biobest vastbesloten om haar klanten te helpen om hun economische en ecologische doelen te bereiken.
Also Group produceert en levert transportrollen, aandrijf-, keer- en kooitrommels, doorrolsystemen, trommelmotoren, motorrollen, lagers en lagerblokken aan machinebouwers, voortverkopers en eindklanten in alle sectoren. Bij Also-Group speelt vakmanschap een grote rol. Kwaliteit en precisie zijn een hoofdzaak, transportbanden en machines moeten immers zonder problemen kunnen functioneren. Wij zorgen voor een goede screening van leveranciers om het beste materiaal ter beschikking te hebben. Bovendien draagt het bedrijf een steentje bij aan het milieu door te produceren op 100% groene stroom.
Folkwin Vanhee, Account manager Transposafe Systems Belgium nv
Jan Goderis, initiatiefnemer en partner Shipit nv
Lieve Wouters, Customer Service en Logistics Manager Biobest Belgium nv
Michel Albertz, Managing Director Also-Group Wilrijk
Is uw KMO zich bewust van de logistieke impact als verlader en is dit een voordeel, nu en in de toekomst?
Voor ons is de logistieke impact voor de verladers het veiligheidsaspect. Wij geven dan ook heel veel advies op gebied van de beste beveiliging voor vrachten en transporten. Veel van onze klanten zijn transportfirma’s die soms met diefstal van containers te maken krijgen. Niet alleen het voorkomen en traceren van diefstal is belangrijk maar wij werken bijvoorbeeld ook samen met bedrijven in de voedingssector met het oog op voedselveiligheid. Wij zitten in feite tussen drie componenten: de externe productieeenheid, het magazijn en de klanten.
Als logistiek bedrijf en transportorganisator is het evident dat wij bewust zijn van de logistieke impact aangezien dat onze core business is.
Biobest is een snelgroeiende KMO die levende insecten produceert en wereldwijd commercialiseert. Onze producten zijn temperatuur- en tijdkritisch en hebben een life span van slechts enkele dagen. De vraag/forecast is erg gevoelig aan externe factoren zoals weersomstandigheden. Bovendien opereren we in een omgeving met veranderende transportwetgeving, (inter)nationale sanitaire regelgeving en strengere beveiligingsvoorschriften. Dit alles maakt dat de supply chain aan veelvuldige veranderingen onderhevig is en dat logistieke challenges van primordiaal belang zijn voor het bedrijf. Evolutie van marktprijzen en kosten maakt het ook nodig steeds verder te blijven automatiseren.
Als mechanische werkplaats, draai- en freeswerk en producent van transportrollen verhandelen en produceren wij talrijke producten voor machinebouwers, voortverkopers en eindklanten. Onze klanten bouwen ondermeer interne transportinstallaties, zoals rollenbanen en transportbanden maar ook volledige logistieke installaties of productielijnen. Bij machineen installatiebouwers is het van het grootste belang dat zij kunnen rekenen op de vooropgestelde leveringsdata zodat ook hun planning correct verloopt.Voor defecten aan transportbanden en/of machines bij de eindklanten moeten wij zo snel mogelijk kwalitatieve en precisie vervangstukken kunnen leveren en er zo mee voor zorgen dat hun productie en de werkzekerheid niet in het gedrang kan komen.
Is uw KMO zich bewust welke problemen zich op het vlak van transport en logistiek kunnen voordoen?
In feite zijn wij verdeler van producten die bepaalde problemen, zoals diefstal en fraude, kunnen uitsluiten door het beveiligen van het transport. In de externe productie-eenheden waar we vooral in Europa mee samenwerken worden verzegelingen gemaakt voor vrachtwagens, beveiligingen voor waardetransporten en producten om ongeoorloofde openingen van objecten te voorkomen. Daarnaast zijn er ook de securitytapes, een veiligheidstape die bij verwijdering een waarschuwingstekst weergeeft, de veiligheidszakjes voor beveiligde verzendingen en verschillende toepassingen voor medisch transport.
Grotendeels zijn wij ons ook bewust van de problemen op het vlak van transport en logistiek.
Toekomstvisie en strategie gaan hand in hand. Daarom is het essentieel de evoluties op vlak van logistieke regelgeving en de markttendensen op de voet te volgen. Gemaakte keuzes rond relatief eenvoudige vragen zoals garanderen van temperatuurgevoelige zendingen door te focussen op verpakking dan wel door beroep te doen op speciale transportservices, hebben een grote impact op de toekomstige kosten en service. Organisaties zoals OTM en VIL vormen hier een belangrijke bron van informatie en zorgen ervoor dat logistieke managers van KMO’s op een efficiënte manier informatie kunnen uitwisselen en toegang krijgen tot interessante logistieke projecten. Nieuwe reglementeringen hebben bijna altijd impact op doorlooptijden en kosten. Soms holt de praktijk achter de wetgeving aan en ontbreekt voor bepaalde regels een gepaste praktische invulling, dan is het vaak beter te wachten op meer duidelijkheid.
Een snelle en efficiënte levering is zeer belangrijk. Daarom worden met de klant duidelijke afspraken gemaakt wat betreft productie, leveringstermijn en manier van leveren.
Hoe groot is uw bedrijf (aantal personeel en omzet)?
Transposafe Systems maakt deel uit van de Brady-Groep. Voor de Belgische markt zijn wij met een team van 3 mensen waaronder Mario Bertels, sales manager, ik als account manager voor België, verantwoordelijk voor transport & logistiek en tenslotte Stephanie Hellebuyck voor customer-service. Zo zijn we in België eigenlijk een verkoopseenheid. In totaal werken er circa 40 mensen voor Transposafe in de verschillende vestigingen in België, Nederland, Polen en Duitsland.
15 fulltime-equivalent met een omzet van 11 miljoen euro.
Personeelsleden in België = 130-tal (internationaal >350). De omzet bedraagt +/- 35 Mio euro.
Onze ploeg bestaat uit 8 mensen, 4 in de productie en 4 op kantoor. De omzet draait de laatste jaren rond de 1,6 miljoen euro.
Heeft u een eigen wagenpark?
Wij hebben geen eigen wagenpark, maar maken gebruik van transportfirma’s en dat wordt vanuit het hoofdkantoor in Nederland geregeld.
Wij hebben geen eigen wagenpark.
Ja, bestelwagens en volumewagens. Maar om onze klanten te allen tijde een optimale kwaliteit/service tegen de meest gunstige kost te kunnen garanderen werken we met verschillende transportfirma’s die we zorgvuldig selecteren op basis van performance en kostcriteria in een bepaald geografisch gebied. Dit kunnen zowel kleine, middelgrote als grote firma’s zijn. Omdat we niet de volumes van een grote multinational hebben konden we vaak makkelijker special service agreements bekomen bij minder grote transportfirma’s. De laatste jaren merken we echter dat ook grote transportfirma’s meer beginnen focussen op bestaanszekere niche-markten.
Ja, wij hebben een eigen bestelwagen, volumewagens met trekhaak en een grote aanhangwagen met huif. Hiermee worden er wekelijks leveringen gedaan en materialen opgehaald voor herstellingen of ruw materiaal bij de leveranciers.
Maakt u gebruik van eigen logistieke software of uitbesteding?
Wij hebben een gebruiksvriendelijk systeem voor het beheer van onze voorraad. Wanneer een klant een bestelling plaatst, kunnen wij onmiddellijk de voorraad nakijken en zorgen voor een levering in België binnen de 48 uur (en meestal vlugger). Just-in-time is voor ons heel belangrijk.
De logistieke software hebben wij in eigen huis.
Logistieke software gedeeltelijk zelf ontwikkeld (voor meest specifieke zaken), gedeeltelijk ERP.
Wij gebruiken geen logistieke software maar maken gebruik van de software van de transportfirma waarmee wij werken.
Doet u eigen opslag of wordt dit ook uitbesteed?
In ons magazijn in Sassenheim (Nederland) zijn de meeste producten op stock, uiteraard zijn dit niet-gepersonaliseerde producten. Daartegenover zijn er firma’s die een grote bestelling met producten op maat plaatsen en waarvoor wij de voorraad bijhouden. Bij afroep worden de leveringen onmiddellijk uitgevoerd. De bedrijven en instellingen waarvoor beveiligingen van toepassing zijn en meestal onmiddellijk voorradig: geldtransporten, logistiek & transport, retail, politie & gevangenissen, overheid & publieke diensten, medische sector, energie & water.
Opslag is onder andere één van onze kernactiviteiten in onze dienstverlening.
Zowel eigen opslag als uitbesteden, rekening houdend met opslagcondities (infrastructuur, sanitaire reglementering, flexibiliteit) en risicofactoren.
Het ruw materiaal dat wij nodig hebben voor het vervaardigen van onze producten wordt op voorraad gehouden maar afgewerkte producten worden meteen uitgeleverd.
Waar ligt voor u het probleemgebied in de logistiek?
Problemen bij transport hangen soms af van externe factoren. Voorbeeld: bij de bestelling van maatwerk dat niet in Europa kan uitgevoerd worden en met containers naar ons verscheept wordt, daar wacht men tot de container ook met andere producten is volgeladen vooraleer te verschepen. Deze levering kan soms langer duren, maar dit wordt duidelijk naar de klanten gecommuniceerd. Wij lossen dit op met ons eigen voorraadbeheer en omdat we kunnen leveren op afroep.
De kostprijs. Als dienstverlener bedoel ik daarmee dat de prijzen te laag liggen om kwaliteitsvolle dienstverlening te leveren.
Algemeen kunnen we nog stellen dat de uitdaging voor een KMO als Biobest erin bestaat om onze klanten op een snelle en flexibele manier speciale logistieke services te bieden. Daar waar de noden en beperkingen vaak vergelijkbaar zijn met deze in sectoren met meer middelen en grotere marges (bv. de farmaceutische sector), slaagt Biobest erin deze uitdaging waar te maken met minder middelen en rekening houdend de kleinere marges die eigen zijn aan de tuinbouwsector.
Vooral de verkeersellende bezorgt soms kopzorgen. De klant rekent erop dat een vervangstuk op een zeker tijdstip geleverd wordt. Door onvoorziene files of omleidingen kan soms de levering later gebeuren dan voorzien. Wij leveren vanuit Wilrijk bij Antwerpen en de al lang beloofde oplossing met het Masterplan, waardoor de verkeerstroom vlotter zou verlopen, is nog steeds niet gerealiseerd.
3
Multimodaal gebruik Rijn-Donau verbinding We horen vaak vanwege verladers de opmerking dat ze graag minder vrachtwagens zouden gebruiken, dat ze graag de mogelijkheden van multimodaal transport zouden onderzoeken. De verladers melden ons dat ze in de praktijk ervaren vaak moeilijkheden te ondervinden om, in geval van internationaal multimodaal verkeer, de juiste contactpersonen te vinden en correcte inzichten te verwerven. Nemen we als voorbeeld internationaal vervoer naar de vroegere Oostbloklanden. In welke mate kan binnenvaart daarin een rol spelen, in welke mate is multimodaal transport kostenefficiënt? Recent hebben we in een gesprek met de heren Rudi Paulissen en Geert Van Overloop van De Grave – Antverpia de mogelijkheden van de Rijn-Donau verbinding in detail bekeken. De Rijn-Main-Donau verbinding reikt van de Rijnmonding in de Noordzee tot aan de Donau monding in de Zwarte Zee. Deze waterweg van 3500 kilometer lang bestaat uit 4 delen: • de 539 km lange Rijn van Rotterdam tot aan de Main bij de stad Mainz; • de 384 km lange Main van Mainz tot Bamberg; • het 171 km lange Main-Donaukanaal van Bamberg tot Kelheim; • de 2411 km lange Donau vanaf Kelheim tot aan de Zwarte Zee bij de haven van Constanta. Eén van de 5 belangrijkste binnenvaartprojecten in Europa Aan de waterverbinding wordt nog steeds verder gebouwd. Waar het Main-Donaukanaal in 1992 werd afgewerkt, is er nog steeds een stuk van 69 km tussen Straubing en Vilshofen in Duitsland dat verbeterd moet worden. De verbinding is één van de 5 belangrijkste binnenvaart projecten in Europa. Het ultieme plan is om de standaard minstens op klasse IV te brengen, zodat ofwel een binnenschip van 110 m, met een breedte van 11,4m en een diepgang van 2,5 en vracht van 1800 ton of een duwbakcombinatie van 3300 ton de vaarweg steeds zou kunnen benutten. Zie tabel voor de huidige en geplande toestand van elk van de Main – Donau. Om de evolutie van grotere schepen te volgen zou men eigenlijk moeten streven naar een uniforme diepgang van 2,8m, om aldus schepen tot 2800 ton toe te laten. Dat brengt ons bij de strategische bottleneck van de Main-Donau verbinding: het stuk Donau tussen Regensburg en Deggendorf is het slechtste stuk van de waterweg. De infrastructuur is er extreem gevoelig aan lage waterstand. In 2011 was er een tekort aan regenval en in de zomer daalde het waterpeil tot slechts 1,4 m, wat overeenkomt met vrachten van maximaal
De huidige en geplande toestand van elk van de Main - Donau zijn: Toestand
Main rivier
Main Donau Kanaal
Donau
Vaargeuldiepte
Actueel Doel
2,50 – 2,90 m 2,90 m
3,50 – 4,00 m 3,50 – 4,00 m
1,55 – 2,20 m 2,80 – 3,00 m
Vaargeulbreedte
Actueel Doel
36 m 40 m
40 m 40 m
40 – 70 m 50 – 100 m
600 à 700 ton. In de praktijk komt dit erop neer dat in Regensburg ladingen van grotere schepen worden overgeladen op kleinere schepen. Daarbij hanteren de schippers tevens een kleinwatertoeslag, waarbij we graag opmerken dat de bovenstaande grafiek aangeeft dat deze niet altijd terecht is of toch zeker de diepgang niet optimaal benut wordt. Prachtige waterweg met gigantische bottleneck Wanneer we in overweging nemen dat moderne schepen naar maximaal tonnage worden gebouwd – en niet zozeer naar de mogelijkheden van de waterweg – dan worden we geconfronteerd met een prachtige waterweg voor Europa met een gigantische bottleneck in het midden. Deze flessenhals zorgt er ook voor dat schippers geladen in Rotterdam erbij gebaat zijn om partijen onderweg te lossen en zo de diepgang te verminderen en om tenslotte de lading in Regensburg te overhandigen aan kleinere schepen, deze laatsten vaak afkomstig uit het vroegere Oostblok. Gemiddelde vaartijden om vanuit Rotterdam de bottleneck te passeren en de haven van Krems in Oostenrijk te bereiken bedragen ongeveer 10 dagen. Om de beneden Donau te bereiken mag men op 3 weken rekenen. Dit heeft als gevolg dat transport tot aan Budapest een beetje de grens is van hoe verladers gewend zijn te werken. Stroomafwaarts van Budapest kan de binnenvaart omschreven worden als de Far West : schepen voldoen niet aan gangbare kwaliteits- en veiligheidsnormen en de service in onbetrouwbaar. Wat betekent dit voor de verladers? De Rijn-Donau verbinding biedt op lange termijn een enorm potentieel voor het vrachtverkeer. De huidige stand van infrastructuur en kostenverhogende effecten beperken echter de financiële haalbaarheid van een multimodaal gebruik. Indien de goederen en het volume geschikt zijn voor binnenvaart en indien oorsprong-bestemming van die aard zijn dat ze dicht bij een kaaimuur liggen dan is de verbinding een waardig alternatief voor weg- en spoorverkeer. Indien de bestemming op enige afstand van de waterweg ligt, zullen omslagkosten de competitiviteit van het watertransport onderuit halen. Het blijft belangrijk voor verladers om de plannen voor deze waterweg op te volgen en er gebruik van te maken zodra de situatie dit toelaat. Wij volgen dit op de voet.
Europese hoorzitting over de binnenvaart Banken hebben een belangrijk aandeel gehad bij het ontstaan van de overcapaciteit in de binnenvaart, die tot de huidige crisis heeft geleid. Het ligt dan ook voor de hand dat zij een sleutelrol spelen bij het oplossen van de financiële problemen, waarmee de binnenvaart nu heeft te maken. Dat was de belangrijke conclusie van de Europese verladers en schippers tijdens de hoorzitting van de Europese Commissie op 25 juli in Brussel. De Europese Commissie wilde op 25 juli van de European Shippers’ Council (ESC), European Barge Union (EBU) en European Skippers Organisation (ESO) weten hoe zij tegen de huidige binnenvaartcrisis aankijken. Maar Brussel wilde vooral van de organisaties horen welke maatregelen zij nodig vinden om deze crisis te overwinnen.
zou echter onterecht zijn om partijen aan oplossingen te laten meebetalen, als zij geen rol hebben gespeeld bij het veroorzaken van de overcapaciteit. Veel verladers, vooral in de bouwsector, hebben het nu ook erg moeilijk en hogere kosten zouden eerder tot vermindering van het ladingaanbod leiden dan vermeerdering.
De ESC – op deze vergadering vertegenwoordigd door OTM en EVO – is van mening dat alleen het verkleinen van de overcapaciteit effect heeft op het oplossen van de crisis. Die overcapaciteit is vooral merkbaar in de drogeladingvaart in België en Nederland; er is een overschot aan schepen langer dan 86 meter. Het
Zolang banken schepen van failliete ondernemers weer verkopen, waardoor de overcapaciteit niet verdwijnt en de prijzen verder onder druk komen te staan, blijft de crisis voortduren. Daarom zullen banken de betreffende schepen tijdelijk uit de vaart moeten nemen. Slopen van vooral oude schepen kan daarnaast
Multi modalité de la liaison Rhin-Main-Danube À long terme, la liaison Rhin-MainDanube représente un potentiel énorme pour le transport de marchandises. Les infrastructures actuelles et l’augmentation des coûts limitent toutefois la viabilité financière de la multi modalité. Si les marchandises et le volume sont appropriés à la navigation fluviale et que les lieux de provenance et de destination sont proches d’un mur de quai, alors la liaison consti-
tue une alternative sérieuse au transport par route et par rail. Si par contre la destination est plus éloignée de la voie navigable, la compétitivité du transport par bateau sera minée par les frais de manutention. Il est important que les chargeurs suivent de près les projets relatifs à cette voie navigable et qu’ils en fassent usage dès que la situation le permettra. OTM reviendra sur ce sujet.
4
bijdragen aan het verkleinen van de overcapaciteit. Hoewel de binnenvaart op dit moment maar een klein deel van het gehele transportvolume voor zich op kan eisen zijn de plannen van de EU, ook door middel van subsidiëring, er zwaar op toegespitst om deze modaliteit een veel belangrijkere plaats toe te geven, niet in het minst door hun CO2-beleid. Daarom is het nodig om deze sector in het oog te houden.
Audition européenne sur la navigation intérieure Les banques ont une grande part de responsabilité dans le problème de surcapacité dans la navigation intérieure, ce qui a entraîné la crise que nous connaissons actuellement. Dès lors, il est évident que les banques ont un rôle clé à jouer dans la résolution des problèmes financiers auxquels la navigation fluviale est confrontée pour le moment. Telle était la principale conclusion des chargeurs et des bateliers européens lors de l’audition de la Commission européenne du 25 juillet 2013 à Bruxelles. Bien que la navigation fluviale ne représente aujourd’hui qu’une petite part du volume total du transport, l’UE projette clairement de développer davantage cette modalité en la subventionnant, notamment en raison de sa politique en matière de CO2. Dès lors, il est nécessaire de tenir ce secteur à l’œil.
Meer focus op verladers en forwarders op BRUcargo Sinds 2 jaar brengt het vernieuwde cargo management team van Brussels Airport een nieuwe strategie in de praktijk met als doel haar sleutelrol als intercontinentale draaischijf voor luchtvracht te versterken. De klant staat hierbij meer dan ooit centraal. En deze klant is niet langer enkel de luchtvaartmaatschappij, maar wel de aanbieder van de vracht. Het aantrekken en verankeren van internationale forwarders is onderdeel van de nieuwe strategie. Om als luchthaven een volledig aanbod voor luchtvracht uit te bouwen, vormen een sterke lokale aanwezigheid van internationale forwarders (aanbrengers van luchtvracht) en een ruim aanbod van luchtlijnen (transportcapaciteit van luchtvracht) twee zijden van dezelfde medaille. We laten BRUcargo hierover graag zelf aan het woord. In tegenstelling tot het verleden waar de luchtvaartmaatschappijen de beslissingsnemers waren, worden de vrachtstromen vandaag steeds meer bepaald door de verladers en forwarders. Met onze specifieke focus op deze partners willen we de meerwaarde van de BRUcargo zone als geïntegreerd en gespecialiseerd logistiek platform voor luchtvracht uitbouwen.
We positioneren en promoten BRUcargo als een belangrijke draaischijf voor het luchttransport van farmaceutische en hoogwaardige medische producten. Hiervoor werden enkele concrete initiatieven genomen: - Via het project ‘GPRS monitoring in de luchtvracht’ in samenwerking met het VIL, willen we GPRS monitoring van luchtvracht mogelijk maken en daardoor de ketentrans-
parantie verbeteren doorheen Brussels Airport. - In samenwerking met twee gespecialiseerde farma-netwerken brachten we de Europese top van de farma-logistiek samen in Brussel, zodat onze lokale BRUcargo partners de mogelijkheid kregen om zich te profileren en hun specifieke productaanbod voor de farmaproducten te promoten. Verscheidene logistieke dienstverleners hebben gespecialiseerde farma
5
units opgericht op BRUcargo om een snelle, efficiënte en temperatuur gecontroleerde behandeling van farmaceutische producten mogelijk te maken. Vernieuwingsprojecten voor een oppervlakte van 35.000 m2 Het engagement van de internationale forwarders voor onze nationale luchthaven wordt bevorderd door het aanbod van een logistieke top-infrastructuur op maat. Hiermee richten we ons rechtstreeks tot bedrijven die de luchthaven gebruiken als uitvalsbasis voor hun logistieke activiteiten- zowel forwarders als verladers- met als doelstelling om hun bestaande activiteiten maximaal te laten groeien en nieuwe spelers te overtuigen om zich op BRUcargo te vestigen. Het project BRUcargo West omvat de bouw van 70.000m2 aan hooggespecialiseerde en op maat ontworpen opslagruimte en bijhorende kantoorruimte. Ook in de centrale zone op BRUcargo zijn er vernieu-
wingsprojecten in uitvoering voor een totale oppervlakte van 35.000 m2 Tevens worden de security en operationele processen op de BRUcargozone geoptimaliseerd ten voordele van de klanten. “BRUcargo Secured Gateway” voorziet het optimaliseren van het totale logistieke proces op de zone onder de meest beveiligde omstandigheden. De BRUcargo zone wordt stapsgewijs omgebouwd tot een beveiligde zone met gecontroleerde toegang. Deze samenwerking met alle aanwezige logistieke spelers op de BRUcargo zone kan enkel mogelijk gemaakt worden door partnership met alle klanten hoog in het vaandel te dragen en in de praktijk tot uitvoering te brengen. Dit vertaalt zich in een aanpak via account management, een grote openheid en aandacht voor de specifieke noden van de forwarders en verladers. De problemen die klanten ondervinden om te groeien zijn de problemen van de luchthaven om verder te groeien.
Wat voorziet het eenheidsstatuut arbeiders/bedienden vanaf 1 januari 2014 Op 5 juli 2013 bereikten de sociale partners een akkoord omtrent het gelijkschakelen van de arbeidsvoorwaarden voor arbeiders en bedienden in België. Dit is het zogenaamde eenheidsstatuut. Het akkoord heft het onderscheid tussen arbeiders en bedienden op inzake opzeggingstermijnen en carensdag met ingang van 1 januari 2014. Het Grondwettelijk Hof besliste dat het onderscheid tussen arbeiders en bedienden tegen uiterlijk 8 juli 2013 diende te verdwijnen. Op 5 juli 2013 bereikten de sociale partners een akkoord omtrent een compromisvoorstel dat de minister van werk opmaakte. Het akkoord omvat de grote lijnen. Een nieuwe wet zal de precieze implementatie regelen. Deze wet treedt uiterlijk op 1 januari 2014 in werking. Hieronder overlopen we de krachtlijnen van het akkoord. De sociale partners kwamen tot een akkoord over algemene regels met betrekking tot de opzeggingstermijnen en voorzagen ook een aantal afwijkingen.
Algemene regels De nieuwe opzeggingstermijnen treden op 1 januari 2014 in werking. Ze zijn van toepassing op alle werknemers – dus zowel arbeiders als bedienden – en op alle arbeidsovereenkomsten. Dit ongeacht of de werknemers voor of na 1 januari 2014 werden aangeworven. Voor de werknemers (arbeiders en bedienden) die voor 1 januari 2014 in dienst kwamen, geldt een gemengde opzeggingstermijn. Deze bestaat uit: • een termijn waarvan de duur bepaald wordt op basis van de anciënniteit op 31 december 2013 en die volgens de huidige regels berekend wordt;
• een termijn waarvan de duur bepaald wordt op basis van de anciënniteit vanaf 1 januari 2014 en die volgens de nieuwe regels berekend wordt. Bij ontslag van arbeiders na 1 januari 2014 zal het bovenstaand systeem met gemengde opzeggingstermijnen stap voor stap verlaten worden en zullen de nieuwe opzeggingstermijnen voor de volledige loopbaan van toepassing worden. Het akkoord bevat daarvoor een tijdspad dat loopt vanaf de publicatie van de nieuwe ontslagregels in het Belgisch Staatsblad (voor werknemers met een anciënniteit van minstens 30 jaar op dat ogenblik) over 1 januari 2014 (een anciënniteit van 20 jaar), 2015 (een anciënniteit van 15 jaar), 2016 (een anciënniteit van 10 jaar) en 2017 (werknemers in dienst getreden na 1 januari 2006) De berekening van de opzeggingstermijn volgens de nieuwe regels verloopt voor elke werknemer in drie fasen: (i) tot 5 jaar anciënniteit, (ii) vanaf 5 tot 20 jaar anciënniteit en (iii) vanaf 20 jaar anciënniteit.
Anciënniteit en opzeggingstermijn Voor de opzeggingstermijn tot 5 jaar anciënniteit wordt volgende tabel gebruikt: • 1ste kwartaal: 2 weken • 2de kwartaal: 4 weken
• • • • • • • • • • •
3de kwartaal: 6 weken 4de kwartaal: 7 weken 5de kwartaal: 8 weken 6de kwartaal: 9 weken 7de kwartaal: 10 weken 8ste kwartaal: 11 weken Vanaf 2 tot 3 jaar anciënniteit: 12 weken Vanaf 3 tot 4 jaar anciënniteit: 13 weken Vanaf 4 tot 5 jaar anciënniteit: 15 weken Vanaf 5 jaar tot 20 jaar anciënniteit wordt hierbij 3 weken per begonnen jaar anciënniteit geteld Vanaf 20 jaar anciënniteit wordt hierbij 1 week per begonnen jaar anciënniteit geteld
Op basis van algemene, nog te bepalen criteria zullen voor bepaalde groepen van werknemers de bestaande opzeggingstermijnen voorzien in de Collectieve Arbeidsovereenkomst (hierna CAO) nr. 75 van toepassing blijven. Deze termijnen mogen echter niet langer zijn dan de opzeggingstermijnen berekend volgens de algemene regels.
Maatregelen omtrent outplacement en inschakeling Een werknemer die ontslagen wordt, krijgt vanaf de aanvang van zijn 7de anciënniteitsjaar recht op een outplacementbegeleiding. De kost hiervan voor de werkgever stemt overeen met 4 weken loon. • Indien de werknemer de opzeggingstermijn niet presteert, wordt dit bedrag afgetrokken van de opzeggingsvergoeding indien deze een periode van langer dan 6 maanden dekt. • Indien de werknemer de opzeggingstermijn wel presteert, vindt
Vervoer gevaarlijke goederen aangepast aan vooruitgang wetenschap en techniek De ministerraad heeft zopas, op voorstel van staatssecretaris voor Mobiliteit Melchior Wathelet, een ontwerp van koninklijk besluit goedgekeurd dat de regelgeving van het vervoer van gevaarlijke goederen via de weg of per spoor aan de wetenschappelijke en technische vooruitgang aanpast.
Het ontwerp past de Belgische wetgeving aan de Europese richtlijn 2012/45/EU van de Commissie van 3 december 2012 aan. Het gaat om de tweejaarlijkse aanpassing van de internationale overeenkomsten inzake het vervoer van gevaarlijke goederen over de
weg, per spoor en over de binnenwateren. De andere wijziging betreft de vergoeding voor de opleidingsinstellingen voor chauffeurs, die voortaan 5 euro zal bedragen en aan de afgifte van het certificaat wordt gekoppeld. Het certificaat in de vorm van een bankkaart, zal dan 10 euro kosten voor de
chauffeur (5 euro productiekosten plus 5 euro voor het certificaat). Tenslotte moeten de lesgevers zelf instaan voor een geldig opleidingsgetuigschrift en het om de vijf jaar hernieuwen. Het ontwerp wordt voorgelegd aan de gewesten en aan de Raad van State.
Slimmer Werken in de logistiek met E-Shipment 14 november 2013 Salons Waerboom Groot-Bijgaarden
DAG VAN DE VERLADER E-Shipment Slimmer Werken is: sneller betere resultaten boeken dankzij hogere efficiëntie. Hoe kan het elektronisch dataverkeer ons hierbij maximaal ondersteunen tijdens het organiseren van goederenstromen? Maak gebruik van de expertise die wij ter beschikking stellen en: • verruim uw kennis over digitale CMR, COMCIS, Track en Trace, PLDA, elektronische airwaybill, … • realiseer kostenbesparing dankzij online databeheer, grotere accuratesse en snellere gegevensuitwisseling met klanten. U verneemt er alles over op de 7de Dag van de Verlader op 14 november 2013 in Salons Waerboom, Groot-Bijgaarden. Info: 09/265 18 81 – www.otmbe.org
Info en inschrijvingen: www.otmbe.org 6
het outplacement plaats tijdens de dagen sollicitatieverlof. De verschillende sectoren hebben vanaf 1 januari 2014 5 jaar de tijd om maatregelen te treffen om de inschakeling van ontslagen werknemers te bevorderen. De kost van deze inschakelingsmaatregelen komt overeen met 1/3de van het bedrag van de opzegging. Volgend jaar wordt er een parafiscale maatregel genomen om werkgevers en werknemers aan te moedigen verschillende maatregelen te treffen om de inschakeling van werknemers te stimuleren. Na 5 jaar worden de sectorale maatregelen geëvalueerd.
Compensaties voor de ontslagkosten Om de hogere ontslagkosten voor werknemers te milderen voorziet het akkoord o.a. in volgende maatregelen: • toekenning van het budget van de ontslaguitkering ten laste van de RVA aan werkgevers waarvan de ontslagkosten stijgen naar aanleiding van de nieuwe opzeggingstermijnen; • wijziging van de werkgeversbijdragen bestemd voor interbedrijfsgeneeskundige diensten; • bijdrage ten gunste van sluitingfondsen; • ondersteunende maatregelen met betrekking tot het sociaal passief.
Motivering van het ontslag Vanaf 1 januari 2014 sluiten de sociale partners een CAO af in de Nationale Arbeidsraad die voorziet in de regels die van toepassing zijn op alle werknemers inzake de motivering van het ontslag. De bestaande wetgeving op willekeurig ontslag wordt op hetzelfde ogenblik opgeheven.
Carensdag De eerste dag ziekteverlof voor arbeiders wordt niet betaald door de werkgever. Dit is de zogenaamde carensdag. Met ingang van 1 januari 2014 wordt de carensdag afgeschaft.
Opzeggingstermijn en carensdag tussen 8 juli 2013 en 1 januari 2014 Het akkoord voorziet geen regeling voor de toepassing van de carensdag en de berekening van de opzeggingstermijn in geval van ontslag tussen 8 juli 2013 (de deadline van het Grondwettelijk Hof) en 1 januari 2014 (de datum van inwerkingtreding van de nieuwe wetgeving). Het lijkt daarom aangewezen de bestaande regelgeving toe te passen. Het is echter onduidelijk hoe de rechter zou oordelen indien een arbeider hierover een vordering in zou stellen. (Met dank aan Propay.be)
Meer inbreuken op overgewicht bij vrachtwagens Het is een bekend fenomeen. Vrachtwagens worden helaas regelmatig overladen waardoor ze in strijd komen met de opgelegde regels en mogelijk beschadigingen aanrichten aan het wegdek. Senator Guido De Padt (Open VLD) wou er het fijne van weten en was verrast door het antwoord van staatssecretaris voor Mobiliteit Melchior Wathelet (CDH). Senator Guido De Padt stelde een parlementaire vraag aan de bevoegde staatssecretaris over de inbreuken op het maximaal toegelaten gewicht van voertuigen op onze wegen. Uit het antwoord van de staatssecretaris bleek dat tussen 2008 en 2011 het aantal geregistreerde inbreuken gestegen is van 2.773 tot 6.038. Een enorme stijging, dankzij de frequentere controles. De meeste overtredingen (85 procent) worden in Vlaanderen vastgesteld. Waarschijnlijk is het vrachtverkeer in Vlaanderen ook intenser dan in Wallonië en zijn het aantal controles ook talrijk. Dat doet natuurlijk niets af aan de kern van de zaak: er wordt heel avontuurlijk omgesprongen met het maximaal toegelaten gewicht van voertuigen op onze wegen. In het Vlaams gewest steeg het aantal inbreuken tussen 2008 en 2011 van 1.858 naar 5.171 overtredingen. Dat is best alarmerend, ook al is het mogelijk dat de verhoogde controle hiervoor verantwoordelijk is. Het bewijst ook dat de transportsector toch onvoldoende aandacht heeft voor het respecteren van de tonnagebeperking. Guido De Padt: “We moeten aan de alarmbel trekken want vele steden en gemeenten worden bijna dagelijks geconfronteerd met zwaar vrachtvervoer, dat over wegen met gewichtsbeperking rijdt. GPS-systemen geven soms de kortste route aan zonder rekening te houden met bepaalde zones met gewichtsbeperking. Er zijn nochtans GPS-systemen die speciaal ontworpen zijn voor vrachtwagenchauffeurs en die hier wel rekening mee houden. Hiertoe is wel vereist dat de verkeerssituaties en verkeersborden op nauwkeurige wijze worden geïnventariseerd.”
Maatregelen voor duurzame stedelijke distributie Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits heeft onlangs op een studiedag stedelijke distributie in Brugge de 'Wegwijzer voor een efficiënte en duurzame stedelijke distributie in Vlaanderen' voorgesteld. De rijk gestoffeerde brochure is bedoeld voor steden en gemeenten en voor de logistieke sector. Zij staan elke dag opnieuw voor de grote uitdaging om leveringen van goederen te combineren met een leefbare en verkeersveilige omgeving. In de wegwijzer staan 15 concrete maatregelen voor een duurzamer stedelijke distributie. Het vlot en duurzaam ophalen en leveren van goederen is een actueel thema. Meer en meer mensen wonen of werken in de stad, gaan er winkelen, lopen er school, besteden er hun vrije tijd. Iedereen wil dat het er aangenaam is, verkeersveilig, maar wil ook graag allerlei goederen kopen, soms klein, soms groot. Het vervoer van die goederen zorgt soms voor files en hinder. Vlaams minister Hilde Crevits werkt aan een Vlaams kader stedelijke distributie. Het doel is de organisatie van de fijnmazige distributie in de steden en de gemeenten in Vlaanderen mee te sturen en te ondersteunen. Met dat kader krijgen steden en gemeenten een leidraad voor de aanpak op lokaal niveau. Richtlijnen voor levering van goederen Onlangs stelde minister Crevits de 'Wegwijzer voor een efficiënte en duurzame stedelijke distributie in Vlaanderen’ voor. Dat gebeurde op een studiedag rond stedelijke logistiek in Brugge. In de 80 bladzijden tellende brochure staan 15 concrete maatregelen voor een duurzamer stedelijke distributie. De maatregelen gaan over leveringen van goederen, ruimte, tijdstip van levering, vervoermiddelen, efficiëntie, en de
goederensoorten. Per thema is er een schets van de problematiek, een opsomming van mogelijke acties en goede praktijkvoorbeelden in binnen- en buitenland. Steden en gemeenten kunnen daarmee aan de slag en keuzes op maat maken voor hun stedelijke distributie. De Last Mile van de logistieke sector wordt beschouwd als één van de duurste, minst efficiënte en meest vervuilende delen van de totale logistieke keten. Veel aan-huis-leveringen mislukken door het ‘niet-thuisfenomeen’ en dat heeft een grote impact op de kosten en de efficiëntie. Gezien de gestage groei van de ecommerce met jaarlijkse groeipercentages tussen 5 en 15 procent is dit een belangrijk aandachtspunt. Met projectontwikkelaars kunnen afspraken gemaakt worden over de installatie van beveiligde leverboxen in huizen en appartementen. De post installeert locker boxes in stations of je kan met fietskoeriers werken. Gemiddeld zijn er per bouwwerf 80 vrachtbewegingen. Steden en gemeenten kunnen zelf zendingen binnen de stad door fietskoeriers laten uitvoeren of lokale handelsverenigingen stimuleren in het duurzaam organiseren van hun transporten binnen de stad.
Het aandeel van de bouwlogistiek in het wegvervoer wordt geschat op 25 tot 30 procent. Het vervoer van bouwmaterialen via het water is in opmars en biedt kansen op de vermindering van het aantal vrachtwagens op de wegen. Of het gebruik van stille en schone vrachtwagens kan worden aangemoedigd. De ophaling van afval gebeurt almaar vaker met elektrische vuilniswagens, met stille en schone voertuigen. Je kan inzamelaars, gemeenten en bedrijven stimuleren om afval op bedrijventerreinen samen te brengen, te clusteren. Dialoog en samenwerking zijn noodzakelijk Een transportfirma die haar ritten goed wil plannen, moet de juiste venstertijden kennen van de verschillende steden. Een goede communicatie van de geldende venstertijden is cruciaal. In Vlaanderen loopt al het PIEK project rond stille leveringen. Transport via water biedt mogelijkheden, voor bv palletvervoer, maar er liggen ook mogelijkheden bij kleinere pakjes. Gebruik van Intelligente transportsystemen (ITS), gebruik van dynamisch verkeersmanagement. Hilde Crevits : "Wonen, werken, winkelen, onderwijs, ontspanning en dienstverlening. Het zijn enkele van
de vele activiteiten in onze steden. Inwoners hebben andere verwachtingen dan pendelaars, zij die winkelen of handelaars. Deze goed gestoffeerde 'Wegwijzer voor een efficiënte en duurzame stedelijke distributie in Vlaanderen' biedt een schat aan informatie aan steden en gemeenten en aan de logistieke sector. Er staan 15 concrete maatregelen in om het goederenvervoer in een stedelijke omgeving vlotter, efficiënter en duurzamer te laten verlopen en om te komen tot een beleid op maat. Dialoog en samenwerking zijn noodzakelijk om tegenstellingen te kunnen overstijgen, overbruggen en verzoenen." Via Flanders Logistics speelt de Vlaamse overheid een ondersteunende rol. Dit gebeurt door opbouw van
kennis, uitwisseling van informatie, sensibilisering en dialoog tussen alle betrokkenen (beleid, vervoerders, verladers, handelaars, consumentenbewoners). Flanders Logistics biedt eveneens inhoudelijke ondersteuning. Dat gebeurt bijvoorbeeld met het initiatief PIEK-project rond stille en duurzame leveringen. Voor dat PIEK project werken de overheid en de bedrijfswereld nauw samen om buiten de spitsuren goederen stil te leveren. Met succes, want die samenwerking is goed voor mens en milieu (verkeersveiliger, duurzamer, milieuvriendelijker enz.). De wegwijzer (7 MB in PDF) kan gedownload worden via www.flanderslogistics.be/stedelijkedistributie/wegwijzer.pdf
Transport & Logistics is een absolute “must” voor de sector van 15 tot 17 oktober 2013 in Antwerp Expo Met meer dan driehonderd exposanten, die een afgewogen mix vormen van dynamische logistieke mastodonten tot nichegespecialiseerde kmo’s, aangevuld met een boeiend programma aan nevenactiviteiten, waaronder een interessant havendebat, de CEO-HR breakFAST, de VIB-summit en het WDP-symposium, wordt de Transport & Logistics-beurs hét momentum voor de logistieke sector. “We besteden veel aandacht aan het inhoudelijke, maar we zorgen daarnaast ook voor een hoog bezoekerscomfort met kwaliteitsvolle catering, een shuttledienst,… zodat Transport & Logistics een echte beleving wordt”, stelt John Barbier, Marketing Project Manager bij organisator easyFairs.
Ondersteuning en bescherming van het handelsverkeer van goederen is de leidraad van DE EUROPESE als transportverzekeraar
Transport & Logistics is onmiskenbaar de tweejaarlijkse hoogmis voor de logistieke sector. EasyFairs verwacht dan ook meer dan 10.000 bezoekers.
Reeds sinds haar ontstaan in 1924 onderschrijft DE EUROPESE transportrisico’s en waakt zij voortdurend over de evoluties binnen het kader van het handelsverkeer van goederen en de verzekering van de aansprakelijkheid van de vervoerder, ongeacht de transportmodi.
John Barbier: “Vijftig procent van de standhouders is actief op het vlak van transport en distributie, dertig procent komt uit de warehouse & handling sector en twintig procent uit de datacommunicatie, ICT en hardware. Dat is een mooi en representatief aanbod, waarmee de volledige logistieke sector in de meest brede zin van het woord vertegenwoordigd is. De beurs wordt bovendien ondersteund door sterke kennis-, branche- en mediapartners, waaronder VIL, VIB, UPTR, PICS, Port of Antwerp, OTM,…”
Door de inbreng van opgedane kennis inzake preventie en analyse van het risico, combineert en optimaliseert DE EUROPESE de beheersing van risico en kostprijs van premie, alsook de kwaliteit van de verzekeringsproducten. Deze doelstelling en dienstverlening worden gerealiseerd binnen een team van gespecialiseerde medewerkers, ondersteund door de moderne communicatiemiddelen, waardoor hun beschikbaarheid 24 uur op 24 en 7 dagen op 7 gegarandeerd wordt.
De meeste standhouders zijn terug te vinden in hallen 1, 2 en 4 van Antwerp Expo. Daarnaast kan u in hal 3 een interactieve route volgen, met drie gespecialiseerde zones: The Highway, Technology Valley en The Chain. John Barbier: “In de Highway zone staan koerierdiensten en fabrikanten en concessiehouders van trucks. De vrachtwagens zullen gewoon de beurshal in worden gereden. Deze zone loopt over in de Technology Valley waar innovaties rond logistics aan bod komen, met datacommunicatie en warehousing. Daar zal ook
DE EUROPESE – Tweekerkenstraat 14 – 1000 Brussel – T 02 227 50 90 – F 02 227 56 85
[email protected]
7
een live demonstratieplein worden gebouwd, met een automatisch pick-, pack- & shipsysteem. Producten van Unilever zullen er live en automatisch uit de schabben worden gehaald, om vervolgens ook automatisch gehergroepeerd in dozen verpakt te worden. Die dozen worden achteraf door koeriers naar de v.z.w. DAKlozenhulp ANTwerpen (DAKANT) vervoerd, waarmee Transport & Logistics 2013 ook een sterk maatschappelijk verantwoord signaal wil geven aan haar community. Binnen dit kader staan nog een hele reeks initiatieven op het programma. Met ‘The Chain’ worden specifieke logistieke processen gegroepeerd, zoals koellogistiek, ADR, en niet-conventionele transporten, zoals het transport van metaal, bulkgoederen, projectcargo,… Bij de laatste etappe in hall 3 vindt de bezoeker het business paviljoen van kmo-insider, waar u tijdens de beursdagen een gevarieerd aanbod aan business services vindt. Kmo-insider zal daar ook drie dagkranten uitbrengen tijdens de beurs. Transport & Logistics (organised by easyFairs), van 15 tot en met 17 oktober 2013, Antwerp Expo, Jan Van Rijswijcklaan 191, 2020 Antwerpen, Info: www.transport-logistics.be.
Vlaamse Havendag verruimt kijk op havenactiviteiten Op zondag 22 september 2013 vindt voor de derde keer de Vlaamse Havendag plaats. Dan stellen de vier Vlaamse zeehavens hun activiteiten aan het grote publiek voor. De havens van Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge laten bezoekers proeven van werken, leven en beleven in en rond de haven. Via de gloednieuwe website die zopas online werd gezet, kunnen bezoekers het uitgebreid programma ontdekken. Er is voor elk wat wils, van jong tot oud. Met de Vlaamse Havendag wil Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken, Hilde Crevits, de havens een grotere bekendheid geven. De havens spelen een cruciale rol voor de Vlaamse economie en de tewerkstelling. Na het succes van de Vlaamse Havendag in 2008 en 2011 besliste Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits om een derde editie te organiseren. Hilde Crevits: “We willen het grote publiek vertrouwd maken met de havenactiviteiten en de vele mensen die zich daarvoor inzetten. Tegelijkertijd is het de bedoeling om tijdens de jobbeurs in de haven van Oostende de geschikte kandidaten te vinden voor de vele vacatures die in de havenregio’s moeilijk ingevuld geraken.” Wat is het thema van de Vlaamse Havendagen dit jaar? Hilde Crevits: “Het thema van deze Vlaamse Havendag is : “Is dit jouw beeld van de haven? Verruim je kijk tijdens de Vlaamse Havendag”. Clichés, zoals die van de stoere mannelijke dokwerker, worden doorbroken. De havens doen veel inspanningen om het leven in de haven te verbeteren. De haven is voor veel mensen een onbekende wereld. Wie de havens bezoekt krijgt een ruime, een andere kijk op de ontelbare activiteiten die er plaats vinden.”
Duurzame logistiek & werkgelegenheid De Vlaamse Havendag past in het samenwerkingsakkoord dat minister Crevits dit voorjaar sloot met de vier Vlaamse havens van Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge en de Vlaamse Havenverenigingen. De bedoeling van de samenwerking via Flanders Port Area is duidelijk: doelgericht op verschillende domeinen samenwerken om de concurrentiepositie van de Vlaamse havens op internationaal vlak te versterken. Tot de actiepunten van de nieuwe samenwerking behoort ook de promotie van de Vlaamse havens in het binnenland, om zo het imago van onze havens te versterken en nieuwe werkkrachten aan te trekken. Hilde Crevits: “Vlaanderen wil tegen 2020 de beste Europese regio zijn op het vlak van slimme en duurzame logistiek. Die ambitie is een kerndoelstelling van Vlaanderen in Actie, het plan van de Vlaamse Regering om van Vlaanderen een absolute topregio binnen Europa te maken. Vlaanderen investeert daarom fors in nieuwe infrastructuur in de vier havens.” Om de logistiek in Vlaanderen in goede banen te leiden, heeft de Vlaamse
overheid het strategische project Flanders Logistics ontwikkeld. Binnen dit project wordt het havengebeuren uitgewerkt onder de noemer Flanders Port Area. De tewerkstelling in de havens is zeer groot. Er werken meer dan 230.000 mensen. Dit betekent dat één op tien jobs in Vlaanderen rechtstreeks of onrechtstreeks iets met de havens te maken heeft. De havens creëren ook enorm veel toegevoegde waarde. De voorbije periode was dat bijna 28 miljard euro per jaar of één zevende van het bruto regionaal product van Vlaanderen. Beleef de haven Wie wil deelnemen aan de Vlaamse Havendag, neemt best eerst een kijkje op de site www.vlaamsehavendag.be. Het programma oogt veelbelovend. De website die sinds vandaag online is, is geoptimaliseerd voor zowel computer, tablet als smartphone en geeft een volledig overzicht van het programma in de vier Vlaamse havens. Uiteraard zullen de laatste updates en nieuwtjes niet alleen via de website, maar ook via sociale netwerken verspreid worden. De havens openen hun deuren van 10.00 uur tot 17.00 uur.
De Vlaamse Havendag in vogelvlucht Tijdens de Vlaamse Havendag kan de reusachtige bouwwerf van de Deurganckdoksluis in de haven van Antwerpen bezocht worden, een echt staaltje topengineering. Een unieke kans om te zien hoe de grootste sluis ter wereld wordt gebouwd. Die dag vinden ook Water-kAnt en de Open Scheepvaartdagen plaats en Natuurpunt organiseert enkele unieke begeleide wandelingen. Ook het Havencentrum van Lillo zet zijn deuren wagenwijd open. Pendelbussen brengen de bezoeker naar de juiste plaats. Het Havenbedrijf Gent en Gent Festival van Vlaanderen ontvangen bezoekers op een spetterend havenfestival in de haven van Gent dat georganiseerd wordt op 13 locaties: op kaaien, langs dokken en het Kanaal Gent-Terneuzen, in loodsen, op bedrijventerreinen en zelfs in een kerk. Er valt veel te beleven rond de Rigakaai, Langerbrugge en Doornzele. Er zijn allerhande optredens, onder meer door Roland Van Campenhout. Er rijden gratis bussen tussen de locaties en er is een bewegwijzerde fietsroute. De haven van Oostende organiseert de Havenwandeling, waarmee de bezoeker de evolutie van de Oostendse haven van 2008 tot nu kan ontdekken. Daarnaast zijn er heel wat bedrijven die de deuren openzetten, is er de jobbeurs ‘Draai mee op zee’, en je kan een bezoek brengen aan het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum, het eerste meldpunt voor ongevallen op zee. De Vlaamse Visveiling is de uitvalsbasis voor de Vlaamse Havendag in de haven van Zeebrugge. Afspraak aan de infobeurs in de centrale tent om dan met de gratis bus naar één van de vele boeiende activiteiten te vertrekken. Er zijn tal van interessante bedrijven die de deuren open zetten, je kan de boeienlegger ‘DE ZEETIJGER’ bezoeken en er is H2O, een smultocht van aperitief tot dessert. De opbrengst gaat naar de partners van Wereldsolidariteit in Congo. Ook voor de kinderen valt er heel wat te beleven.
Vlaanderen, Wallonië en Brussel kiezen partner voor proefproject kilometerheffing voor lichte voertuigen ten in over de invoering van een kilometerheffing voor personenwagens op korte of middellange termijn. De invoering van een kilometerheffing voor personenwagens is niet voorzien in het Politiek Akkoord en staat dus los van de invoering van het wegenvignet voor personenwagens en de kilometerheffing voor vrachtwagens. Het proefproject zal op korte termijn van start gaan, Alle resultaten en nieuws over het project zal u in de komende maanden kunnen vinden op www.viapass.be.
Vooruitzichten goederenvervoer in België Het goederenvervoer op Belgisch grondgebied hangt nauw samen met de evolutie van de economische activiteit. Deze samenhang is de basis voor de vooruitzichten van de groei van het goederenvervoer in het model van het departement Transport en Ruimtelijke Economie (TPR) van de Universiteit Antwerpen. In de huidige vorm zijn de vooruitzichten enkel afhankelijk van de economische groei, maar in de toekomst zal rekening gehouden worden met andere factoren zoals handelspatronen, capaciteitsbeperkingen, kostenevoluties enz. Universiteit Antwerpen doet voortdurend onderzoek naar de vooruitzichten in het goederenvervoer. Tweemaal per jaar (in de lente en in de herfst) worden deze vooruitzichten gepubliceerd in functie van de economische vooruitzichten op middellange termijn van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en van het Federaal Planbureau (FPB). De korte termijn vooruitzichten vertrekken van de economische groeiverwachtingen van de leden van de Belgian Prime News, zoals gepubliceerd door de Nationale Bank van België. Indien er bijsturingen zijn van de vooruitzichten van de economische groei, zullen ook de voorspellingen van het goederenvervoer aangepast worden. De neerwaartse bijsturing van de economische vooruitzichten voor dit jaar, wordt ook gereflecteerd in de minder goede vooruitzichten voor het goederenvervoer. Het totale goederenvervoer zal op basis van de macroeconomische vooruitzichten in 2013 niet of slechts zeer beperkt toenemen. Indien de economie zich in 2014 herstelt – wat alvast de opinie is – zal dat ook merkbaar zijn in het totale goederenvervoer dat dan opnieuw groeit. Deze groei is groter bij de tkm dan bij de tonnages. Bij het wegvervoer betekent dat een verdubbeling van het aantal tkm ten opzichte van 1990. Op middellange termijn hangt de evolutie af van de verwachtingen omtrent de economische groei. Het Federaal Planbureau is daar iets optimistischer dan het IMF, wat leidt tot groeicijfers van meer dan 3% voor het goederenvervoer in tkm, op basis van de vooruitzichten van het Planbureau. Op basis van de meer conservatieve vooruitzichten van het IMF blijft de jaarlijkse groei van het goederenvervoer in tkm beneden de 2,5%. Dit alles bij ongewijzigd beleid. Aldus het onderzoeksteam van Universiteit Antwerpen.
Het Vlaams Gewest, het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest hebben na een competitieve aanbestedingsprocedure een consortium onder leiding van consultancybedrijf PwC aangeduid voor de uitvoering van een proefproject rond een kilometerheffing voor personenwagens in de GEN-zone rond Brussel. PwC zal voor dit proefproject bijgestaan worden door mobiliteitsorganisatie Touring en door de onderzoeksorganisaties VITO en GfK. De apparatuur die in de wagens van de proefpersonen geïnstalleerd zal worden, wordt geleverd door Magicview ConnectedProducts. Het consortium zal ook bijgestaan worden door een Internationaal Wetenschappelijk Comité van academici die gespecialiseerd zijn in wegbeprijzing. Doel van het proefproject is om na te gaan wat de effecten zouden zijn op het mobiliteitsgedrag van de automobilist van de invoering van een systeem van kilometerheffing voor personenwagens in de GEN-zone, de voorstedelijke zone in en rond Brus-
Antwerpse haven krijgt van EU subsidies voor LNG-project Het Havenbedrijf van Antwerpen heeft van de Europese Commissie positief bericht ontvangen op een subsidieaanvraag voor LNG (Liquefied Natural Gas). De subsidie zal voornamelijk worden aangewend voor de ontwikkeling en de bouw van een LNG-bunkerstation voor binnenvaart in de haven van Antwerpen. Het voorbereidend studiewerk voor dit LNG-bunkerstation loopt al en de doelstelling is om het station eind 2015 operationeel te hebben. De komende tijd zal uitwijzen wat de details zijn voor de toewijzing van de subsidie en hoe het bedrag precies zal worden aangewend. En net vandaag, enkele maanden nadat het binnenschip Argonon voor de eerste maal LNG bunkerde in de haven van Antwerpen, deed het binnenschip Greenstream later hetzelfde aan kaai 526.
De Antwerpse haven is al langer intensief bezig met voorbereidingen om tegen 2015, wanneer de verstrengde IMO-zwavelnormen van kracht worden, LNG op een veilige en efficiënte manier aan schepen aan te bieden in de Antwerpse haven. Met de goedkeuring van de subsidie-aanvraag laat de Commissie zien dat ze vertrouwen heeft in LNG als brandstof voor de toekomst. In januari 2013 stelde het Havenbedrijf de classificatiemaatschappij Det Norske Veritas aan voor de ontwikkeling van procedures als operationele standaard om LNG als scheepsbrandstof in de haven op een veilige manier te bunkeren. In december 2012 werd al voor een primeur gezorgd met de truck-to-ship bunkering van het binnenschip Argonon.
8
sel waar op dit moment het Gewestelijk Expressnet (GEN) wordt uitgebouwd. Daarnaast wordt ook nagegaan of het inkomen van de proefpersonen een invloed heeft op de mobiliteitskeuzes die ze maken met een slimme kilometerheffing voor personenwagens. Het consortium onder leiding van PwC zal op wetenschappelijk verantwoorde manier een duizendtal proefpersonen selecteren die in deze zone wonen. De proefpersonen zullen bevraagd worden over hun mobiliteitsgedrag en krijgen daarna gedurende de proefperiode een OBU in hun wagen, een apparaat dat de verreden kilometers registreert via satelliettechnologie. Voor elke verreden kilometer zal een bedrag afgetrokken worden van een vooraf aan de proefpersoon ter beschikking gesteld budget. De tarieven per kilometer voor de proef zullen variëren tussen de spitsen daluren, waarbij vooral de spitsuren duurder zullen zijn. Doel is om na te gaan of deze tarieven de proefpersonen er toe aanzetten om de wagen anders tegaan gebruiken door op andere tijdstippen tegaan rijden, door andere vervoermiddelen te kiezen, of door verplaatsingen anders in te plannen. Eventuele veranderingen in het gedrag zullen na de proefperiode gemeten worden. De uitvoering van dit proefproject houdt geen beslissing van de Gewes-
La Flandre, la Wallonie et Bruxelles choisissent un partenaire pour un projet-pilote de péage kilométrique pour les véhicules légers À la suite d’une procédure de passation de marchés publics, la Région flamande, la Région wallonne et la Région de Bruxelles-Capitale ont désigné un consortium pour la concrétisation d’un projet-pilote portant sur un péage kilométrique pour les voitures particulières dans la zone du RER autour de Bruxelles, sous la direction de l’entreprise de consultance PwC. Le consortium procédera, selon une méthode scientifiquement fondée, à une sélection d’environ mille sujets résidant dans cette zone. Les sujets participeront à une enquête portant sur leur comportement en matière de mobilité. Ensuite, pour la durée du projet-pilote, leur voiture sera dotée d’un OBU, un appareil qui enregistre les kilomètres parcourus grâce à la technologie satellitaire. Pour chaque kilomètre parcouru, un montant défini sera soustrait d’un budget préalablement mis à la disposition du sujet.
Opnieuw vloeistoffen in vliegtuigen Europa versoepelt de regels voor het meenemen van vloeistoffen aan boord van een vliegtuig. Vanaf 31 januari 2014 mogen medicijnen, dieetproducten en babyvoeding opnieuw gewoon mee in de handbagage. De versoepeling is een overgangsmaatregel die moet leiden naar een definitieve afschaffing van het vloeistoffenverbod tegen 2016. Dranken, gels, wasproducten en parfums, die na de veiligheidscontrole op een luchthaven zijn gekocht, zullen ook probleemloos mee mogen bij een overstap.
Is prijs belangrijker dan kwaliteit voor de verlader?
Panalpina World Transport NV is de eerste grote Freight Forwarder die zich gaat vestigen op de nieuwe site ‘Cargo City North’ op de luchthaven in Luik.
Tijdens een panelgesprek dat georganiseerd werd door het maandblad kmo-insider werd de problematiek van de sector Transport & Logistiek besproken door een 15-tal afgevaardigden van deze sector. Naast de warrige wetgeving en vaak het gebrek aan controle op de bestaande wetgeving, kwam ook de vraag aan bod of het nog altijd moeilijk was om verladers meer te laten betalen voor extra snelle of stipte lijndiensten. Met andere woorden: is de prijs in vele gevallen belangrijker dan de kwaliteit? Het is al jaren bij velen de perceptie dat alles bij verladers draait om de prijs, dat de voordeligste altijd de bieding moet winnen, zonder rekening te houden met de kwaliteit van het aanbod. Het was verhelderend te vernemen hoe enkele experts binnen de sector hierover denken. Prof. Alex Van Breedam (Tri-Vizor) heeft diverse studies over dit onderwerp geraadpleegd en ook aan enkele meegewerkt als academicus. Zijn visie terzake was dan ook heel duidelijk: “Onderzoek heeft aangetoond dat de transportprijs helaas naar beneden gaat. De opvoeding van de maatschappij daarin is heel slecht. Een van de belangrijke trends vandaag is de toenemende e-commerce. Het transport wordt daardoor nog meer gefragmenteerd. Ik heb het onlangs nog zelf meegemaakt toen ik een nieuwe batterij bestelde voor mijn laptop en constateerde dat het transport ‘gratis’ was. Kan je een slechter signaal aan de consument geven? De insteek is volledig verkeerd. Je gaat transport als een absoluut onnodig iets beschouwen. Om e-commerce te promoten wil men het transport niet visualiseren. Ik denk dat het absoluut nodig is dat daar snel interessante vormen van stadsdistributie aan te koppelen.”
Op 27 februari opende de luchthaven van Luik -The Flexport- het eerste gebouw van de site ‘Cargo City North’. Cargo City North bestaat uit meer dan 100 hectare grond en biedt rechtstreeks toegang tot één van de 2 start- en landingsbanen binnen de luchthaven van Luik. In de eerste ontwikkelingsfase zal 46 hectare grond voorzien worden voor de bouw van een infrastructuur in eerste en tweede lijn, die accommodatie zal bieden aan expediteurs en Value Added Logistics providers. Deze eerste fase zou eind 2014 afgerond zijn.
gedrang. Er is meer en meer buitenlandse concurrentie, vooral in intercontinentaal transport. Waar de beslissing vroeger traditioneel in Europa genomen werd, verschuift deze naar overzeese gebieden, met name naar China. Voor import uit China merken wij meer en meer dat ladingen op CNM-basis verstuurd worden in plaats van op FOB-basis. De impact van onze bedrijven is aan het verkleinen. Veel Chinese bedrijven beginnen massaal bedrijven binnen Europa te contacteren om rechtstreekse contracten af te sluiten en om hun ladingen tegen dumpingprijzen af te zetten.”
OTM partner Panalpina is de eerste grote Freight Forwarder die verhuist naar de nieuwe site ‘Cargo City North’ binnen de luchthaven van Luik. Luc Partoune, CEO van de luchthaven van Luik: “Het doet ons plezier dat Panalpina de luchthaven van Luik erkent als een strategische locatie om meerdere activiteiten uit te bouwen in een ruimere regio. Op dit moment doet het netwerk van de luchthaven van Luik meer dan 50 landen aan op dagelijkse basis, van Australië over Azië en het Midden-Oosten, tot Afrika en de Verenigde Staten. Steeds meer forwarders en expediteurs vinden de weg naar onze flexibele en volledig cargo luchthaven. We kijken er dan ook naar uit om Panalpina te verwelkomen in onze cargo community en een verdere samenwerking uit te bouwen.” Panalpina World Transport NV combineert intercontinentale lucht- en zeevracht met Value Added Logistics Services en Supply Chain Services. Door de aanwezigheid van Panalpina op alle belangrijkste lucht- en zeehavens heeft ze een uitstekende positie om haar groeiende klantenbestand optimaal van dienst te zijn. Bruno Jacques, Country Manager Panalpi-
Mario De Bruyn van Dockx Group zag het nog anders: “Het grootste probleem is cash flow. Men gaat meer en meer korte termijn oplossingen zoeken. De markten verschuiven puur op prijs. De verkoopkanalen zijn niet afgestemd op elkaar. Er is een wereldwijde versnippering, zelfs binnen eigen organisaties. Wij hebben de innovatie en de technologie, maar we gaan er niet op de goede manier mee om. Verladers profiteren daarvan. Dat is ook de reden dat men korte en geen langetermijncontracten afsluit en spotmarkten zoekt. Ethisch gezien is dat niet de juiste vorm van zakendoen meer. Ook de betalingstermijnen worden alsmaar langer.”
na Belgium: “Panalpina focust zich op een aantal target industrieën, zijnde Healthcare, Chemicals, Automotive, Telecom en grote industriële projecten. Deze targets zijn al jarenlang de focus en specialiteit van Panalpina. Bovendien is gebleken dat deze strategie zeer succesvol is voor Panalpina. We zijn dan ook blij en trots om te kunnen melden dat we vandaag experts zijn binnen elk van deze industrietakken. Een aantal belangrijke luchtvrachtcarriers binnen deze industrieën zijn reeds een gevestigde waarde in de luchthaven van Luik en het doet ons plezier om hen te kunnen vervoegen in hun cargo community bij de start van het ‘Cargo City North’ project. Het is dan ook de bedoeling dat Panalpina de komende jaren zijn positie zal versterken en zijn klantenportfolio gaat uitbreiden in de regio Luik/Wallonië door heel gericht zijn oplossingen en diensten aan te bieden aan haar regionale klanten. Voor meer informatie: Kurt Porteman Country Head of Marketing & Sales departement Panalpina World transport NV Noorderlaan 133 B-2030 Antwerpen
[email protected] Tel: +32/3 540 08 00
OTM partner Stream Software levert belangrijke software aan logistieke groep. Mario De Bruyn
Francis Rome
Francis Rome van het Vlaams Instituut voor Logistiek voegde daar aan toe: “Het gaat bij ecommerce niet alleen om het al dan niet aanrekenen van de logistieke kosten, ook de locaties van e-commerce hubs gaan dichter bij de consumenten komen en je ziet daar ook een stuk verschuiving opduiken naar Oost-Europa, om de kosten te verlagen. Dat heeft te maken met het fenomeen van nearshoring, nl. dat de stromen vanuit het Verre Oosten (China, Indië,…) minder en minder tot hier komen. Men focust zich op de eigen markten, waar een enorme groei van de middenklasse bezig is. Amerika is daar al een competitief voordeel aan het opbouwen. Op dat vlak staan wij een stuk achter. En dan is er ook nog 3D-printing, dat de hele supply chain gaat veranderen. De supply chain gaat dichter bij de finale klant zitten. Ik maak me een beetje zorgen dat wij die boot gaan missen, door de hoge loonkosten, problemen van mobiliteit, gebrek aan flexibiliteit, belastingen,… Het is hoog tijd om een Vlaamse uniforme visie te ontwikkelen voor de logistieke sector.” Als de prijzen onder druk staan, wil dit dan zeggen dat contracten anders gemaakt worden dan vroeger? Hierop gaf Jozef Vissers van DHL volgende toelichting: “Je kan niet stellen dat contracten voor een langere of kortere duurtijd afgesloten worden, maar men focust meer en meer op spotmarkten, waarbij men zelfs geen contracten meer tekent. De competitiviteit komt in het
Alex Van Breedam
Jozef Vissers
De visie van OTM Vanuit de ervaringen die wij als OTM opdoen tijdens de vele contacten met onze leden – verladers, stellen we vast dat de prijs vanzelfsprekend een belangrijk onderdeel is van een onderhandeling of van een contract. Het is evenwel niet zo dat de goedkoopste per definitie het contract kan binnenhalen. De regel blijkt in de meeste gevallen te zijn dat “bij gelijke bieding” inzake garanties, snelheid en service, dat pas dan de voordeligste het contract toegewezen krijgt. Dat is een totaal andere benadering. Lijstjes waar verladers aangeven wat voor hen het belangrijkste is bij het inkopen van dienstverlening zijn in de loop van de jaren veranderd. Prijs heeft lang bovenaan gestaan maar service staat nu, zo kun je zeggen, op een gedeelde eerste plaats. Door de veranderde economische inzichten, bijvoorbeeld heel weinig voorraad aanhouden, is het belang van een betrouwbare supply chain (service) een belangrijke eis. Met andere woorden: de verlader is gediend door een gegarandeerde service waarbij de goederen op de meest veilige en snelle manier naar de plaats van afspraak gebracht worden. Een niet gegarandeerd snel en veilig transport houdt teveel risico’s in die door een goedkopere prijs niet gecompenseerd kan worden. Conclusie: wanneer aan alle voorwaarden van de overeenkomst voldaan wordt, pas dan is het verstandig van de prijzen te vergelijken en een rol te laten spelen. Een verlader is het aan zijn stand verplicht om geen risico’s te nemen inzake kwaliteit.
Johan Palsterman, projectleider van Stream Software (links) en Stefaan De Brouwer, projectleider voor de Group Mawyc III. Na evaluatie van verschillende leveranciers en softwaresystemen koos de Group Mawyc III eind 2012 voor de Stream Software Streamliner productlijn voor de automatisering van hun bedrijfssystemen. Naast Théo Machtelynck & Fils NV worden ook de bedrijven Lalemant Antwerpen NV en KDL International NV door dezelfde software ondersteund. Mawyc III als bedrijvengroep beschikt over een zeer uitgebreid scala van dienstverlening, waaronder lucht-, zee-en wegbevrachting, binnenvaartbevrachting, scheepsagentuur en douaneformaliteiten met import- en exportactiviteiten, vervoer en opslag onder douanetoezicht in meerdere entrepots. Dankzij de samenwerking met hun ervaren specialisten is Stream Software erin geslaagd de vier bedrijfssystemen in recordtijd te implementeren. Dit zijn: • Ocean Streamliner: een operationeel dossierbeheer dat alle vormen van vervoer over het water afdekt, • Road Streamliner voor de weg, • Air Streamliner: een operationeel dossierbeheer dat alle soorten verzendingen per luchtvracht afdekt • Customs Streamliner: een operationeel beheer van alle douaneregelingen. De
Le chargeur accorde-t-il plus d’importance au prix qu’à la qualité ? Différents avis ont été exprimés sur ce thème au cours d’une table ronde. Finalement, on peut en conclure que le chargeur établit tout de même une distinction claire. Il convient de ne comparer les prix et prendre une décision sur cette base que lorsque toutes les conditions du contrat sont respectées. Le chargeur bénéficie d’un service qui garantit l’acheminement des marchandises de la façon la plus sûre et la plus rapide qui soit vers la destination convenue. Un transport qui n’est pas en mesure d’apporter les mêmes garanties comporte trop de risques qu’un prix inférieur ne peut compenser. Un chargeur ne peut pas se permettre de prendre des risques en matière de qualité.
9
vier bedrijfssystemen werden naadloos geïntegreerd in het financieel accounting systeem van Stream Software. Op enkele maanden operationeel De analisten van Stream Software hoefden enkel de parameters en scenario's in te stellen om het bedrijfssysteem op maat van de klant aan te passen. Dankzij de input van ervaren sleutelmedewerkers binnen iedere bedrijfsafdeling van de Group Mawyc III werden de scenario's en parameters van meet af correct en nagenoeg volledig ingesteld. Een voortdurend projectbeheer binnen de groep zorgde ervoor dat het implementatietraject gecoördineerd en tijdig verliep. Het hele bedrijfssysteem kon daardoor op enkele maanden tijd van nul tot operationeel gebracht worden. Het team van de Group Mawyc III en Stream Software zorgde daarbij voor een primeur. Nog nooit werden dergelijke complexe gediversifieerde bedrijfssystemen op zo korte termijn met zoveel succes geïmplementeerd. Stream Software dankt dan ook het hele team van de groep voor deze bijzondere prestatie en hoopt dat de samenwerking ook in de toekomst op eenzelfde professionele basis verder gezet mag worden.
European Shipper’s Council vierde 50ste verjaardag Op 19 juni 1963 werd ESC, NET European Shippers’ Council opgericht. Dag op dag, 50 jaar later werd dit uitgebreid gevierd. Een 120-tal genodigden verzamelden in de prachtige Solvay-bibliotheek in Brussel en tijdens het nuttigen van een hapje en een drankje konden ze kijken en luisteren naar de uitermate interessante videoboodschap van EU Commissievoorzitter Barroso, die de vooraanstaande plaats van de verladers in het logistieke landschap nog eens
benadrukte. Een panelgesprek zette de ‘highlights’ en ‘issues’ waarmee verladers te maken hebben, nog eens extra in de verf en vervolgens stelde ESC-voorzitter Denis Choumert een nieuw manifest voor die de marsroute van ESC voor de volgende jaren beschrijft. Er zijn nog een aantal exemplaren van het jaarrapport 2012 en het ESC-jubileumboekje beschikbaar en zolang de voorraad strekt kunnen we die op verzoek toesturen.
Chauffeurs moeten 35 uur opleiding krijgen tegen 9 september 2016 De sector wordt Europees verplicht om vrachtwagenbestuurders 35 uur opleiding te geven tegen 09/09/2016. GC-Advice is daarmee gestart in 2008. Er wordt in België geschat dat er ongeveer 100.000 tot 150.000 chauffeurs moeten worden opgeleid. Dit maakt 500.000 tot 750.000 opleidingsdagen. Op vragen in de Kamercommissie antwoordde de staatsecretaris voor Mobiliteit onlangs dat er reeds 148.000 opgeleid zijn de afgelopen 5
jaar. Dit maakt dat er nog tussen de 60.000 en 350.000 opleidingen moeten gegeven worden! In groepen van maximum 15 deelnemers is dit 25.000 tot 40.000 opleidingsdagen. Met nog 600 werkdagen te gaan zou er elke dag er minimaal 40 volle opleidingsdagen moeten gegeven worden. Geen 5 gaan er door per dag! Veel bedrijven weten zelfs nog niet dat ze deze mensen moeten opleiden! Natuurlijk weet de transportsector dit wel maar dit is maar 40% van de
vrachtwagens op onze wegen. Heel wat kleine bedrijven buiten de transportsector zien de hoogdringendheid hier niet van of weten het niet. De staatsecretaris wenst geen informatiecampagne daar de bevoegdheid volgend jaar naar de gemeenschappen gaat! Reeds verschillende malen zijn er parlementaire vragen gesteld, iedereen wordt met een kluitje in het riet gestuurd. Opletten is dus de boodschap.
Franse Ecotax
Programma & Agenda / Programme & Agenda Logistiek- en transportbeheer / Formations en Logistique 2013 / 2014 Voorraadbeheer
• Nederlandstalige opleidingen Eerstdaags vindt u de data van de opleidingen op onze website www.otmbe.org onder de rubriek opleidingen.
Operationeel voorraadbeheer Antwerpen en Zwijnaarde
2 dagen
Veiligheid Operationele excellentie in warehousing Warehouse Management & Operations Antwerpen en Zwijnaarde Performantie meten in uw magazijn: een praktische aanpak Antwerpen en Zwijnaarde Activity Based Costing Antwerpen en Zwijnaarde Service Level Agreements voor warehouse services Antwerpen en Zwijnaarde
3 dagen
1dag 2 dagen 1 dag
Basisopleiding Incoterms Antwerpen en Zwijnaarde
1 dag
Indepth Incoterms De Incoterm als costmanagement tool. De waakhond van uw marge! Antwerpen en Zwijnaarde
1 dag
Beheer van transportdocumenten Internationale Handel 2 dagen Antwerpen en Zwijnaarde 1 dag
Arbeidsveiligheid op de magazijnvloer. Organiseer uw logistieke processen op een veilige manier Antwerpen en Zwijnaarde
1 dag
Communicatie & Skills Airport Simulation – Resultaatgericht communiceren Antwerpen en Zwijnaarde
3 dagen
Oorsprongscertificaten - een internationaal en economisch netwerk Antwerpen en Zwijnaarde
1 dag
Douane management: BTW beheer gelinkt aan het doaunebeheer! Antwerpen en Zwijnaarde
1 dag
PLDA – een praktische sessie Antwerpen en Zwijnaarde
1dag
1 dag 2 dagen
• Formations françaises Prochainement vous trouverez les dates des formations sur notre site web www.otmbe.org sous la rubrique Français - formations. Arrimage et transport. Le rapport de force! Nivelles et Liëge Douane – les implications de la législation douanière Nivelles et Liëge Les documents du commerce international et les intermédiaires Nivelles et Liëge
Douane formaliteiten Basisopleiding BTW, douane & accijnzen Antwerpen en Zwijnaarde
1 dag
Conflict management en -bemiddeling Antwerpen en Zwijnaarde
Internationale handel
Het CMR verdrag en het CMR vervoersdocument onder de loep Antwerpen en Zwijnaarde
Ladingbeveiliging – de 4 V’s: Veiligheid, Verpakking, Verantwoordelijkheid en Verzekeringen Antwerpen en Zwijnaarde
2 jours
2 jours
1 jour
Calcul des coûts de transport de votre supply chain Nivelles et Liëge
2 jours
Optimisez votre gestion d’entrepôt Nivelles et Liëge
1 jour
Transportbeheer & -organisatie Kostprijsberekening in transport voor de verladende industrie Antwerpen en Zwijnaarde
Indepth Incoterms 2010 – L’ Incoterm comme outil de gestion des coûts – Le chien de garde de votre marge bénéficiaire! 1 jour Nivelles et Liëge
Prestaties van uw vervoerder meten d.m.v. performantie meting Antwerpen en Zwijnaarde
1 dag
La législation CMR et la lettre de voiture CMR Nivelles et Liëge
1 jour
1 jour
Service Level Agreements in transport Antwerpen en Zwijnaarde
1 dag
Airport Simulation – La communication rapide et efficace orientée résultat Nivelles et Liëge
Klachtenbehandeling als strategisch wapen Antwerpen en Zwijnaarde
1 dag
Schrijf u online in www.otmbe.org
Inkoop Inkoop van transport. Twee vakgebieden hand in hand doorheen het inkoopproces Antwerpen en Zwijnaarde
1 dag
1 jour
[email protected] O T M B e l g i a n S h i p p e r s' C o u n c i l T+32 9 265 18 81 | F+32 9 321 05 89 |
[email protected] http://www.otmbe.org
10
Het academiejaar 2012-2013 werd passend afgesloten met een zeer geslaagd eindevent op de hogeschool Gent. Minister Hilde Crevits reikte de deelnamecertificaten uit en hield het talrijke publiek nog eens het belang van goed opgeleide logistiekers voor. Hierbij nog een paar links naar artikelen over dit OTM-evenement. http://industrie-technisch-management.knack.be/itm/nieuws/vijfdeeditie-topcoaches-voor-toptalent-afgesloten-in-gent/article4000332454555.htm http://fbo.hogent.be/nieuws-en-info/nieuws/hilde-crevits-huldigt-logistieke-toptalenten/
Digitaal aanbod binnenvaart In een nieuwe stap richting digitalisering brengt Promotie Binnenvaart Vlaanderen een routeplanner online op het internet. De routeplanner komt bovenop andere digitale hulpmiddelen, zoals een gespecialiseerde en veel geraadpleegde website met afvaarten van containerlijndiensten, een elektronische adressengids, en diverse toepassingen van ‘River Information Services’ (RIS) zoals het ‘Automatic Identification System’ (AIS). Info:www.binnenvaart.be.
2 jours
Les Incoterms 2010 – Formation de base Nivelles et Liëge 2 dagen
Slotbijeenkomst Topcoaches voor Toptalent
1 jour
Evaluer vos transporteurs en mesurant leurs performances Nivelles et Liëge
Les certificats d’origine Nivelles et Liëge
Het is stil rond de Franse ecotax. Op 1 oktober zou de zaak moeten draaien maar het ziet er naar uit dat dit niet wordt gehaald. Een nieuwe datum is nog niet gepubliceerd. De homologatie van de OBU’s (On Board Unit) verloopt niet in het gewenste tempo. Dit kastje is, zoals bekend mag zijn, elementair in het tijdschema en wanneer niet in orde, kunnen ze niet geïnstalleerd worden en ligt het systeem nog steeds plat. Collectieve inschrijving door transportbedrijven die meerdere voertuigen op de weg hebben kan niet. Voor elk voertuig moet apart een dossier worden ingediend en de behandelingsperiode is pas in juli gestart. Het is dus kommer en kwel voor de Franse overheid die 1 oktober als zekere ingangsdatum propageerde maar nu, zoals het eruit ziet, een latere datum zal moeten meedelen.
Nog meer cashbeperkingen De zwarte economie wordt jaarlijks geraamd op 63 miljard euro. Een gigantisch bedrag. Daarom worden hoe langer hoe meer maatregelen getroffen om de kans op zwartwerk te minimaliseren. Zo wordt contant geld zoveel mogelijk gebannen uit het economisch betaalsysteem. Wie vastgoed aankoopt, mag vanaf 1 januari 2014 daarbij geen cash meer inbrengen. Lonen moeten per overschrijving worden betaald. In sommige bedrijven worden de lonen zelfs vandaag nog “handje contantje” betaald. In een winkel iets kopen van meer dan 5.000 euro kan niet meer. Vanaf 2014 zijn contante betalingen boven de 3.000 euro zelfs niet meer toegelaten.
Startschot voor Flanders Logistics-consulenten:
Advies over logistieke stromen op maat van bedrijven levert aanzienlijke besparingen op Bedrijven kunnen flink besparen en hun efficiëntie duidelijk verhogen door hun logistieke stromen optimaler te laten verlopen. De transportkosten van bedrijven kunnen tot 15 procent verlaagd worden, de uitstoot van CO2 kan met 12 procent afnemen. Om bedrijven hierbij te helpen met goed advies en concrete tips, gaan in opdracht van Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits logistieke consulenten aan de slag. OTM is éen van de organisaties die het initiatief ondersteunen. Bedrijven kunnen een beroep doen op die logistieke experten. Tegelijkertijd wordt vandaag de roadmap “Groene Logistiek” voorgesteld. Dat is een gebruiksvriendelijke handleiding met concrete maatregelen die bedrijven en logistieke actoren, zoals transporteurs, verladers, expediteurs moet inspireren om hun logistieke activiteiten duurzamer te maken. De meeste goederen in Vlaanderen worden via de weg vervoerd. Ruim 83 procent van de goederen wordt via de weg bezorgd, bijna 10 procent gaat via de binnenvaart, en ruim 6 procent via het spoor. In Europa ligt de gemiddelde beladingsgraad van vracht- en bestelwagens op 57 procent, 24 procent van de trucks rijdt zelfs leeg. Dat drijft het energieverbruik op, de energiekost en de uitstoot van vervuilende stoffen. Om een logistieke topregio te worden, moeten we in Vlaanderen een intelligent, duurzaam, multimodaal en geïntegreerd transportsysteem tot stand brengen. Bovendien moeten goederenverplaatsingen in 2020 zoveel mogelijk gebeuren op de meest duurzame manier voor het gewenste traject en met de laagste totale logistieke kost worden gerealiseerd. Oplossingen om vracht te bundelen kunnen de logistieke keten energiezuiniger en meer rendabel maken. Vlaanderen wil tegen 2020 de beste Europese regio zijn op het vlak van slimme en duurzame logistiek. Die ambitie is een kernpunt van Vlaanderen in Actie. Om haar ambitieuze logistieke doelstellingen concreet vorm te geven, werden in Flanders Logistics verschillende strategische acties geformuleerd.
het spoor of de binnenvaart voor te stellen. Hierbij vertrekt de consulent altijd vanuit de goederenstroom van het bedrijf in kwestie en niet vanuit de transportmodus. Indien enkel wegvervoer mogelijk is, dan streven ze ook daar naar de nodige verbeteringen, om bv leegtransporten of halve beladingen te vermijden. De Flanders Logistics-consulent bekijkt de mogelijkheden van groene
CO2 uitstoot kan in de toekomst ongeveer 8 procent lager liggen. Daarnaast krijgt het bedrijf advies over onder meer vrachtdelen, routeplanning en tijdsvenstermanagement. Dat betekent enerzijds een flinke besparing en anderzijds een kleinere belasting van het milieu.”
Roadmap groene logistiek Tegelijk is ook de roadmap “Groene Logistiek” voorgesteld. Dat is een gebruiksvriendelijke handleiding die bedrijven en logistieke actoren, zoals transporteurs, verladers, expediteurs moet inspireren om hun logistieke activiteiten duurzamer te maken. De roadmap biedt een overzicht van 12 concrete maatregelen om schoner, efficiënter en zuiniger te werken. De toepassing van deze acties kunnen helpen om te evolueren naar een
lucht te vervoeren en efficiënter te kunnen stapelen. In deze brochure stellen we 12 acties voor die de ecologische voetafdruk van de logistieke keten kunnen helpen verminderen. We delen ze in twee groepen in. • Ingrepen in de logistieke keten: acties om de hele logistieke keten efficiënter te maken. In deze groep horen ook de omschakeling naar minder vervuilende en meer energiezuinige transportmodaliteiten thuis en acties om goederenstromen te bundelen. Die acties gaan ook over erg vervuilende schakels zoals retourlogistiek, afvallogistiek en distributielogistiek (last mile). • Technische en locatiegebonden ingrepen: acties om de vloot van vrachtwagens en bestelwagens te verduurzamen, technische ingrepen om distributiecentra energiezuiniger te maken (green ware-
Met steun van de logistieke sector Hilde Crevits: “In Europa ligt de gemiddelde beladingsgraad op 57 procent, een kwart van de trucks rijdt leeg. Bedrijven missen soms belangrijke opportuniteiten omdat ze niet altijd weten hoe ze hun logistieke processen kunnen optimaliseren. Zo verliezen ze tijd en geld. Daarenboven betekent een goede logistieke strategie ook een meerwaarde voor mens en milieu door minder leegvrachten. De Vlaamse overheid, Unizo en Voka bieden bedrijven vanaf nu de kans om gratis een beroep te doen op het advies op maat van de Flanders Logistics-consulenten. Ik roep alle bedrijven op om even stil te staan bij hun logistieke stromen, bij de manier waarop ze hun goederen verzamelen en vervoeren. Voor advies kunnen ze altijd terecht bij de Flanders Logistics-consulenten.” De logistieke sector zet haar schouders onder de Flanders Logisticsconsulenten. De sector is ook betrokken in de werking en de aansturing van de consulenten. De bevoegde Vlaamse overheidsdiensten, VOKA, UNIZO, de vijf Vlaamse provinciale ontwikkelingsmaatschappijen en heel wat belangenorganisaties uit de sector hebben daartoe op maandag 10 juni een samenwerkings- en intentieovereenkomst ondertekend. Info: www.flanderslogisticsconsulenten.be Wie meer info wil over de logistieke consulenten of een afspraak met hen wil maken kan altijd terecht op hun webstek of kan direct contact opnemen met het Flanders Logistics loket. Dat is alle werkdagen bereikbaar op tel. 02/553 8000. Mailen kan naar: flanderslogistics.consulenten@ vlaanderen.be.
Flanders Logisticsconsulenten geven advies op maat De juiste logistieke keuze bespaart veel tijd en geld. En is ook nog eens goed voor het milieu. Vanaf nu kunnen bedrijven voor hun logistieke keuze kosteloos een beroep doen op de Flanders Logistics-consulenten. Een service van de Vlaamse overheid, UNIZO en VOKA die de logistieke goederenstromen en dus bij uitbreiding de economie en Vlaanderen als regio ten goede komt. Vaak is de logistieke organisatie een gewoonte geworden en zijn bedrijven zich niet altijd bewust van de winst die ze kunnen halen uit een alternatieve aanpak van hun logistiek. De Flanders Logistics-consulenten hebben veel expertise en knowhow van de nieuwste innovatie logistieke concepten. Wytze Rauwenhoff en Pierre Hazard, elk met meer dan 20 jaar ervaring in allerlei kaderfuncties in de logistieke sector, waaronder consultancy, verzorgen de buitendienst. Katleen Verloo en Wouter Scheltiens, beiden consultants, vormen het eerste contactpunt en ondersteunen de buitendienst zowel op praktisch als op inhoudelijk vlak. Dat kan bijvoorbeeld door samenwerking met andere bedrijven, door de beladingsgraad te verbeteren of het aantal wegkilometers te verminderen. Of door een verschuiving naar
van samenwerking in de distributieketen. Vier producenten van cosmeticaproducten en persoonlijke verzorgingsproducten – Colgate-Palmolive, Henkel, GlaxoSmithKline (GSK) en Sara Lee – verdelen hun producten vanuit het warehouseplatform Château-Thierry naar vier grote retailers in Frankrijk. Logistieke dienstverlener is een neutrale bemiddelaar.
Les conseils sur mesure dispensés aux entreprises en matière de flux logistiques génèrent d’importantes économies
logistiek voor elke onderneming die dat wenst. De Flanders Logisticsconsulenten staan neutraal tegenover elke transportvorm en werken in alle vertrouwelijkheid. Eén van de eerste cases is het voedingsbedrijf Poco Loco in Roeselare. Na gesprekken en grondig onderzoek over de gereden kilometers, het aantal vrachtwagenbewegingen, de bezettingsgraad van de vrachtwagens, co-modaliteit en CO2 uitstoot zijn er allerlei aanbevelingen gebeurd. Onder meer over het delen van ladingen, een beter routeplanning, minder lege vrachten en samenwerking met andere bedrijven. Hilde Crevits: “Dit bedrijf kan dankzij het advies van de logistieke consulenten bijna 10 procent van zijn transportkosten besparen, de
groene en kostenbesparende logistiek. Alle maatregelen worden onderbouwd met goede praktijkvoorbeelden. Per maatregel worden de voor- en nadelen en de kritische succesfactoren in kaart gebracht. Acties om de logistieke keten energiezuiniger te maken zijn bijvoorbeeld: • De transportkilometers helpen verlagen, en dus meteen ook het brandstofverbruik en de CO2-uitstoot; • De transportkilometers die toch worden gemaakt zo efficiënt mogelijk en met de juiste transportmodus afleggen, • Bedrijven ertoe aanzetten hun goederenstromen te bundelen. • Het ontwerp van verpakkingen onder de loep nemen om minder
11
housing), en acties die te maken hebben met de locatiekeuze van het distributiecentrum, zodat het bijvoorbeeld multimodaal kan worden ontsloten. Elke actie wordt ondersteund met een concreet voorbeeld uit de praktijk. Als voorbeeld voor het bundelen van goederen wordt verwezen naar het gezamenlijk warehouseplatform. Een variant van transportclustering is gezamenlijke warehousing: concurrenten slaan de handen in elkaar om een geografisch segment van de markt te bedienen vanuit één magazijn. De deelnemende bedrijven vervoeren in hun vrachtwagens soms ook goederen van de concurrenten, zodat ze meteen ook veel efficiënter gevuld zijn. Het Franse project Changes is zo’n schoolvoorbeeld
Les entreprises peuvent réaliser de substantielles économies et augmenter significativement leur efficience en optimisant leurs flux logistiques. Les entreprises peuvent réaliser jusqu’à 15 pour cent d’économie dans leurs frais de transport. Les émissions de CO2, quant à elles, peuvent être réduites de 12 pour cent. Des consultants en logistique ont été engagés à la demande de la ministre flamande de la Mobilité et des Travaux publics (Hilde Crevits) afin de donner des conseils avisés et formuler des recommandations concrètes. OTM fait partie des organisations qui soutiennent cette initiative. Les consultants de Flanders Logistics doivent dispenser des conseils personnalisés. Le secteur de la logistique est aussi impliqué dans le fonctionnement et le contrôle des consultants.
Douane & Accijnzen willen af van het oubollige imago Vervolg van blz. 1
die we nu kennen en die vanaf 1 januari 2014 haar intrede zal maken. Bedoeling is om in de zee- en luchthavens op zijn minst een dienstverlening te verzorgen zolang er economische activiteit is. In de haven van Antwerpen is er 7 op 7, 24 op 24 activiteit. Maar tijdens de nachtelijke activiteit zijn het dikwijls goederen die de haven verlaten langs landzijde of gaat het enkel om het laden en lossen van zeeschepen. In overleg met de havengemeenschap hopen we de shiftregeling in tweeploegenstelsel in te voeren vanaf 1 januari 2014 tussen 6 en 22 uur, waardoor de dienstverlening van de douane gegarandeerd is. In de nationale luchthaven zal 7 op 7 en 24 op 24 gewerkt moeten worden. De meeste vrachtvliegtuigen vertrekken trouwens ‘s nachts. Voor wat de haven van Antwerpen betreft zal deze ook tijdens de nacht beter bewaakt moeten worden. Daarvoor wordt niet alleen de last van die bewaking op de schouders van de politie gelegd, maar een
door zullen boekhoudkundige controles op één en hetzelfde moment in het bedrijf plaats vinden. • HERVORMING VAN EERSTELIJNSVERIFICATIETECHNIEK - De eerstelijnsverificaties moeten de strijd aanbinden tegen de illegale handel en ook controles doen op legale goederenstromen. De verificatietechniek werd grondig hervormd. Jan Moortgat: “Wij moeten vandaag naar de goederen toegaan en onze controles selectief doen. Eerst de aangifte door een risicoanalysemotor jagen en die moet oordelen of een controle aangewezen is of niet. Zo ja, moet een regiekamer die controle gaan voorbereiden en een opdracht geven aan een mobiel team dat op dat ogenblik in de haven aan het opereren is om die goederen te gaan controleren. Dit is een grondige hervorming omdat hier ook een menselijk aspect mee gemoeid was. Vroeger was een verificateur bijna ‘God de Vader’, die zijn risicoanalyse zelf selecteerde en uitvoerde. Europa heeft echter gezegd dat een selectie en uitvoering voor controle niet door dezelfde persoon mag uitgevoerd worden.” • HET ENIG KANTOOR - Op één centrale plaats in Brussel wordt de boekhouding met de fiscale ontvangsten van douane en accijnzen bijgehouden.
Jan Moortgat
groot deel van de extra krachten zullen opgeleid worden om ’s nachts bewakingsopdrachten uit te voeren in het grote gebied van de Antwerpse haven. “ (fm/jd) ___ (*) Het AEO-certificaat (Autorised Economic Operator) is een hulpmiddel om bedreigingen te bestrijden. Na 9/11 hebben de Verenigde Staten van Amerika het CT-Pat-certificaat ingevoerd, waarbij operatoren, die goederen in- of uitvoeren, worden gescreend waardoor kan bepaald worden of zij betrouwbaar zijn. Sinds een zevental jaar heeft de Europese Unie een gelijkaardig certificaat AEO ingevoerd. Bedrijven worden gescreend en indien zij voldoen aan een reeks voorwaarden dan worden zij AEO gecertificeerd. Sindsdien is er een wederzijdse erkenning van het AEO- en CT-Pat-certificaat. Het ideaal dat men probeert na te streven is dat de hele logistieke keten tussen fabrikant tot juist voor de consument AEO of CT-Pat gecertificeerd is.
• ONDERZOEK EN OPSPORING - Hierbij wordt de grove criminaliteit, de harde smokkel van goederen en de illegale handel van goederen aangepakt. • UNIEK STATUUT
Overheidsdienst met uniek statuut Jan Moortgat: “De Belgische douane heeft, als enige overheidsdienst, een uniek statuut met bevoegdheden als wetgevende macht, als hoofdtaak uitvoerende macht, maar ook rechterlijke macht. De algemene wet van douane en accijnzen, die in 1822 door Willem II werd geschreven, voorziet dat de douane een natuurlijk of rechtspersoon rechtstreeks kan dagvaarden voor de rechtbank. U gaat die bevoegdheid niet terugvinden bij bijvoorbeeld BTW of directe belastingen. Als deze instanties iemand voor de rechtbank willen brengen, dan moeten zij via de parketten gaan. Als men, via de politiek, ooit tot een nieuwe algemene wet voor douane en accijnzen wil komen, vermoed ik dat die unieke bevoegdheid zal afgenomen worden. Bij geschillen is dus ook het opmaken van proces-verbaal en voorbrengen op de rechtbank voorzien.” Wordt de verandering van werkrooster, van kantooruren naar ononderbroken werkuren geen zware dobber om aan ambtenaren op te leggen? Jan Moortgat: “Dat klopt. Bij douane en accijnzen wordt nog altijd gewerkt van 9 to 5. Dat is niet meer realistisch. Wij kunnen de haven van Antwerpen niet enkel openhouden tijdens de kantooruren. De vraag door de operatoren naar dienstverlening in de zee- en luchthavens van 7 op 7 en 24 op 24 is groot. Gewezen minister van Financiën, Steven Vanackere, had dit begrepen en heeft de procedure gestart
La douane et les accises veulent se débarrasser de leur image désuète Dès le 1er janvier 2014, la douane et les accises commenceront à travailler selon un régime d’équipes. Cette mesure concerne 800 douaniers au total, dont 385 nouvelles recrues. Les recrutements qui ont lieu dans ce cadre se déroulent visiblement bien. Le Selor a recueilli des milliers de candidatures. Au moment de la mise en presse de ce journal, 440 candidats ont déjà réussi les examens. Dès septembre 2013, on commencera à former les nouveaux collègues qui devront être prêts pour le 1er janvier 2014. La douane et les accises prévoient à l’avenir 5 unités qui doivent améliorer la collaboration avec les clients. Jan Moortgat, directeur de la douane et des accises d’Anvers. Jan Moortgat : « À la douane et aux accises, on travaille encore de 9h à 17h. Ce n’est plus réaliste. On ne peut pas ouvrir le port d’Anvers uniquement pendant les heures de bureau. Les opérateurs sont très demandeurs d’un service fonctionnant 7 jours sur 7, 24 heures sur 24 dans les ports et les aéroports. L’ancien ministre des Finances Steven Vanackere a mis la procédure en route et elle entrera en vigueur le 1er janvier 2014. L’objectif est d’apporter, dans les ports et les aéroports, un service opérationnel pendant les heures d’activité économique au minimum. Dans le port d’Anvers, on travaillera 7 jours sur 7, 24 heures sur 24. Idem dans les aéroports nationaux. La plupart des avions de fret décollent d’ailleurs la nuit. Le port d’Anvers sera aussi mieux surveillé la nuit. Ainsi, la charge de la surveillance ne reposera plus sur les seules épaules de la police. Une grande majorité de la main d’œuvre supplémentaire sera formée à l’exécution de missions nocturnes dans la vaste zone portuaire d’Anvers. » La douane belge est le seul service public à disposer d’un statut unique qui lui confère un pouvoir législatif, qui dispose d’un pouvoir exécutif dans le cadre de sa mission principale, mais qui la dote également d’un pouvoir judiciaire. La loi générale relative aux douanes datant de 1822 stipule que la douane peut assigner une personne physique ou morale à comparaître devant le tribunal.
Vandaag
1958 DFG 15 Eerste dieselheftruck van Jungheinrich
1899 Friedrich Jungheinrich Oprichter van Jungheinrich heftrucks
1858 Rudolf Diesel Uitvinder van de dieselmotor
Dieselheftrucks waar u op kunt rekenen. Sinds 1958. Haal uw voordeel uit onze lange ervaring. Onze dieselheftrucks DFG, “made” in Duitsland. Een gevestigde waarde in Europa. Nu beschikbaar in 65 landen wereldwijd. www.oneworld-oneforklift.com
12