Whitepaper Interchange fee en commissie
De kosten van het betalingsverkeer met creditcards en internationale debetpassen
Inhoud
Inleiding De kosten van betaalgemak
3
De betrokken partijen Wie doen er mee?
4
De kosten van het betaalsysteem Kosten voor acquirers en issuers
6
Interchange fee Verrekening tussen issuer en acquirer
8
Commissie Verrekening tussen acquirer en acceptant
10
Nodig of overbodig Argumenten vóór en tegen de interchange fee
12
Meer informatie
13
Inleiding
De kosten van betaalgemak
Creditcards en internationale betaalpassen maken het betalingsverkeer makkelijker, sneller en veiliger. Uiteraard zijn aan de acceptatie en verwerking van betaalkaarttransacties kosten verbonden. De acceptant betaalt daarom voor het accepteren van creditcards en internationale debetpassen een commissie. Een ‘multilaterale afwikkelingsvergoeding’ (beter bekend als interchange fee) maakt onderdeel uit van deze commissie. In deze PaySquare whitepaper geven we aan waarom interchange wordt geheven. U krijgt een overzicht van de verschillende partijen die deel uitmaken van het systeem en van de verschillende soorten kosten. Ook brengen wij u in deze whitepaper op de hoogte over de visie van de Europese Commissie over de rechtvaardigheid en hoogte van de interchange tarieven zoals deze door MasterCard en Visa worden gehanteerd. Naast deze whitepaper kunt u de website van PaySquare raadplegen voor meer informatie. Achterin deze whitepaper vindt u bovendien een aantal links naar andere websites. Oktober 2014
3
De betrokken partijen
Wie doen er mee?
In het betalingsverkeer met creditcards en internationale debetpassen zijn in de meeste gevallen 5 partijen betrokken: 1. Issuer De kaartuitgevende instantie die een creditcard of internationale debetpas verstrekt aan een kaart houder en de betalingen afboekt van diens rekening. 2. Acquirer De organisatie die contracten afsluit met bedrijven die hun klanten in staat willen stellen te betalen met creditcards en internationale debetpassen. Op de Nederlandse markt is PaySquare als acquirer al jarenlang marktleider. PaySquare zorgt ervoor dat haar klanten betaalproducten als MasterCard, Visa, Discover, Diners Club, JCB, UnionPay, Maestro en V PAY kunnen accepteren. 3. Acceptant Een bedrijf dat bij de verkoop van goederen en diensten betalingen met creditcards en/of inter nationale debetpassen accepteert. Denk hierbij aan een winkel of webwinkel. 4. Betaalkaartorganisaties Zij verstrekken licenties aan financiële instellingen die betaalkaarten willen uitgeven of kaart acceptatie willen aanbieden. De interchange tarieven worden door de betaalkaartorganisaties zoals MasterCard en Visa bepaald en zij zorgen voor de verrekening hiervan. 5. Kaarthouder Een persoon die een creditcard of internationale debetpas gebruikt om goederen of diensten mee te betalen. In het schema ziet u wat de 5 betrokken partijen aan elkaar betalen of leveren bij een aankoop die wordt betaald met een creditcard of internationale debetpas.
4
Schema betalingsverkeer
Kaarthouder
9
Issuer
8
2
7
Kaartorganisatie
1
6
5
4 Acceptant
3
Acquirer
1 Acceptant levert product of dienst aan kaarthouder 2 Kaarthouder betaalt aankoopbedrag met zijn betaalkaart 3 Acceptant betaalt commissie aan acquirer 4 Acquirer betaalt het transactiebedrag aan de winkelier 5 en 7 Acquirer draagt interchange af aan de issuer (via de kaartorganisatie) 6 en 8 Issuer betaalt aan acquirer het voorgeschoten aankoopbedrag (via de kaartorganisatie) 9 Issuer brengt het transactiebedrag in rekening bij de kaarthouder
5
De kosten van het betaalsysteem
Kosten voor acquirers en issuers
Een betaalsysteem met creditcards en internationale debetpassen brengt zowel voor de issuer als voor de acquirer kosten met zich mee. Hieronder vindt u de belangrijkste kosten op een rij. Kosten voor de issuer Rentevrije periode
In de periode tussen de aankoop en het afboeken van het bedrag betaalt de kaarthouder geen rente aan de issuer over het betaalde bedrag. Debiteurenrisico
In het geval van een creditcard leent de issuer geld aan de kaarthouder om een aankoop te kunnen doen. Zoals bij elke lening, bestaat ook hier het risico dat de debiteur (de kaarthouder) niet aan zijn verplichtingen kan voldoen. F raudepreventie Elke issuer neemt tal van maatregelen om diefstal en fraude te voorkomen en fraudeurs te bestrijden. N ieuwe kaartproducten
Om het betalen met creditcards en internationale debetpassen voor zoveel mogelijk verschillende marktpartijen interessant te maken en te houden, is het belangrijk dat de issuer regelmatig nieuwe kaartproducten introduceert. T ransactie- en proceskosten Aan het mogelijk maken en administreren van een elektronische betaling zijn kosten verbonden.
Kosten voor de acquirer Transactie- en verwerkingskosten H ieronder valt aan het daadwerkelijke “transport” van een autorisatie, het transactiebedrag en alle bijkomende financiële stromen via de systemen van alle partijen. Transactiegerelateerde ‘scheme’ kosten en licentiekosten De card schemes ofwel betaalkaartorganisaties (MasterCard, Visa, etc.) brengen bij de acquirer voor elke transactie kosten in rekening voor transactieverwerking, onderhoud van kaartprogramma’s, infrastructuren en ontwikkeling van nieuwe producten. Bovendien moet elke acquirer licentiekosten betalen aan de kaartorganisaties om deel te mogen nemen aan het betaalsysteem.
6
T echnische innovatie en systeemonderhoud Technologische ontwikkelingen vragen voortdurende investeringen en innovatieve oplossingen van acquirers om de consument gemakkelijke, veilige en toch vertrouwde betaalfunctionaliteiten te kunnen bieden en te kunnen blijven bieden. F raudepreventie Acquirers en de betaalkaartorganisaties ontwikkelen en verbeteren voortdurend systemen die fraude met betaalkaarten tot een minimum kunnen beperken. Bijvoorbeeld systemen die real-time kunnen identificeren of een transactie in het bestedingspatroon van een kaarthouder past en daardoor de kans kunnen berekenen of er mogelijk sprake is van een frauduleuze transactie. Denk daarnaast ook aan de EMV-standaard (de overgang van magneetstrip naar chip) of de ontwikkeling van 3D Secure voor veilige transacties op het internet. Ook de voorlichting van accepterende bedrijven over fraudepreventie valt hieronder. I nformatievoorziening
De Nederlandse autoriteiten die toezien op financiële markten en producten (bijvoorbeeld DNB, AfM, etc.) hebben aan alle marktpartijen een zogenaamde “zorgplicht” opgelegd. De informatievoorziening omtrent producten die acquirers aanbieden en de eventuele risico’s hiervan vraagt dan ook om ontwikkeling van informatiedocumenten. A fhandeling van chargebacks Elke kaarthouder heeft het recht om een transactie aan te vechten als hij/zij denkt dat deze onterecht in rekening is gebracht. De afhandeling van chargebacks is voor een groot deel handwerk omdat elke klacht individueel moet worden beoordeeld. Veel acquirers brengen daarom hiervoor apart kosten bij een aangesloten bedrijf in rekening die kunnen oplopen tot € 25 per geval, ongeacht of de klacht van de kaarthouder terecht was of niet. Vaak wordt in een all-in-tarief (commissiepercentage) rekening gehouden met deze kosten voor het afhandelen van chargebacks.
Overige kosten: Bancaire kosten Debiteurenrisico Operationele dienstverlening en organisatiekosten
7
Interchange fee
Verrekening tussen issuer en acquirer
Door de betaalkaartorganisaties wordt beweerd dat de kosten voor issuers in de praktijk hoger uitvallen dan voor acquirers. Deze disbalans zou de ontwikkeling van een efficient en innovatief betalingsverkeer in de weg staan. Daarom werd de zogenaamde ‘multilaterale afwikkelingsvergoeding’, beter bekend als Interchange Fee, in het leven geroepen. Hiermee dragen acquirers bij aan de kosten van de issuers. Voor elke transactie dient de acquirer een vergoeding aan de issuer af te dragen. Veel verschillende tarieven Issuers en acquirers hebben de mogelijkheid om individueel of als groep afzonderlijke, bilaterale afspraken met elkaar te maken over het tarief van de interchange fee. Als gevolg van het wereldwijde grote aantal issuers en acquirers gebeurt dat in de praktijk nauwelijks. Maken de partijen geen bilaterale afspraken, dan gelden de zogenaamde fallback- of default tarieven. Die tarieven zijn samengesteld door de creditcard- en betaalkaartorganisaties, zoals MasterCard en Visa. De fallback-tarieven vormen een omvangrijk en complex geheel: wereldwijd zijn er duizenden verschillende tarieven voor de interchange fee. Die verschillen vinden hun oorzaak in uiteenlopende factoren. Iedere kaart en iedere acceptatievorm heeft zijn eigen kenmerken, risico’s en kostenstructuur. Criteria De belangrijkste criteria voor de hoogte van de interchange fee zijn: Kaarttype Voorbeelden: • internationale debetpas of creditcard • creditcard voor consument of creditcard voor zakelijk gebruik Acceptatievorm
Voorbeelden: • ‘card present’ (betaling in een fysieke winkel) of ‘card not present’ (betaling via o.a. internet, post of telefoon) Herkomst acceptant en kaarthouder Voorbeelden: • domestic (kaarthouder en acceptant in hetzelfde land), intraregionaal (kaarthouder en acceptant in verschillende landen, maar wel in hetzelfde deel van de wereld, bijvoorbeeld een Nederlandse kaarthouder die een aankoop doet in Duitsland) of interregionaal (kaarthouder en acceptant in verschillende delen van de wereld, bijvoorbeeld een Nederlandse kaarthouder die een aankoop doet in de Verenigde Staten)
8
Technologie Voorbeelden: • wel of geen gebruik van geavanceerde beveiligingstechnologie (zoals EMV en 3D Secure) bij de betaling. Voor vrijwel iedere combinatie van kaarttype en acceptatievorm geldt weer een ander fallback tarief. Ook kan het tarief verschillen per merk; MasterCard, Visa, Discover, Diners Club, JCB, UnionPay, Maestro en V PAY.
Verrekening De acquirer rapporteert iedere transactie met een internationale debetpas of creditcard aan de issuer van de betreffende kaart. Op basis van die informatie wordt de interchange fee in rekening gebracht bij de acquirer ten gunste van de issuer. In de meeste gevallen bestaat de fee per transactie uit een percentage van het aankoopbedrag en een (klein) vast bedrag.
9
Commissie
Verrekening tussen acquirer en acceptant
De commissie (soms ook Merchant Service Charge of provisie genoemd) is de prijs die de acceptant betaalt aan de acquirer voor de mogelijkheid om bepaalde internationale debetpassen en creditcards te kunnen accepteren. De interchange fee is weliswaar niet gelijk aan de commissie, maar is voor de acquirer wel de grootste kostencomponent. Met andere woorden: de hoogte van de interchange fee is in belangrijke mate bepalend voor de hoogte van de commissie. Bij het vaststellen van de hoogte van de commissie zal de acquirer daarom rekening moeten houden met de (te verwachten) gemiddelde interchange kosten bij een aangesloten bedrijf. In welke branche is de acceptant actief en wat voor goederen en/of diensten biedt hij aan? Heeft de acceptant meestal te maken met Nederlandse kaarthouders of gaat het vooral om buitenlandse kaarthouders? Welke acceptatietechnologie heeft de acceptant geïnstalleerd? De acquirer zal met behulp van die informatie een prijs (commissiepercentage) vaststellen. De volgende prijsmodellen komen het meeste voor. De prijsmodellen die acquirers in de praktijk hanteren, kunnen ook een combinatie van deze modellen zijn. 1. Een percentage over het aankoopbedrag (commissiepercentage) Dit is veruit de meest gebruikte manier om de acceptatiekosten bij de acceptant in rekening te brengen. Aangezien het interchange tarief uit een percentage bestaat, is de commissie ook een percentage. De acquirer zal in de meeste gevallen verschillende commissiepercentages hanteren voor verschillende kaarten. Zo zullen er bijvoorbeeld verschillen zijn tussen internationale debetpassen en creditcards en tussen de verschillende betaalkaartmerken. Ook hanteren sommige acquirers volumestaffels: hoe hoger de omzet met betaalkaarten, des te lager het commissie percentage. 2. Minimumbedrag Naast een commissiepercentage hanteren sommige acquirers een minimumcommissie per transactie. Levert het commissiepercentage een bedrag op dat kleiner is dan de minimumcommissie, dan brengt de acquirer automatisch het minimumbedrag in rekening. 3. Vast bedrag Voor iedere verwerkte betaling brengt de acquirer een vast bedrag in rekening. Voor MasterCarden Visa-transacties komt dit prijsmodel bijna nooit voor. MasterCard en Visa werken met interchange fees die gebaseerd zijn op een percentage van het aankoopbedrag. Het is daarom voor een acquirer vrijwel onmogelijk om een bedrag vast te stellen waarmee hij de gemiddelde kosten per transactie kan dekken.
10
4. Interchange plus De acquirer berekent de interchange fee met een ‘plus’ door aan de acceptant. Deze vaste opslag moet voor de acquirer voldoende zijn om alle aanvullende kosten terug te verdienen. Omdat er duizenden verschillende tarieven zijn voor de interchange fee, heeft bijna iedere aankoop in dit prijsmodel een ander acceptatietarief. Ook de rapportage is daardoor behoorlijk omvangrijk. Dit brengt voor acceptanten extra administratieve werkzaamheden met zich mee. Ook brengen steeds meer acquirers voor de uitgebreide en complexe transactieinformatie afzonderlijk kosten bij de acceptant in rekening. 5. Tiered pricing Om bij interchange plus de grote hoeveelheid interchange fees overzichtelijk te maken voor de acceptant, hebben sommige acquirers besloten om de prijs te differentiëren naar kaartproduct of type klant/kaarthouder. De interchange fees van deze groepen worden geclusterd. De verschillende tariefcategorieën worden tiers genoemd. Zo kunnen alle internationale debetpassen bijvoorbeeld binnen één tarief vallen of alle Visa-creditcards. Ook de acceptatietechnologie kan een criterium zijn om transacties in één categorie onder te brengen. Welk tarief uiteindelijk bij welke tier hoort, hangt af van het acceptatiepatroon bij de acceptant. Een nadeel van deze werkwijze is dat het moeilijker wordt om de commissies van verschillende acquirers met elkaar te vergelijken, omdat er veel verschillende clustercriteria bestaan. 6. Overige tarieven Veel acquirers brengen naast de commissie nog apart kosten in rekening. De verwerking van betwiste transacties (chargebacks) is daarvan een goed voorbeeld. Daarnaast kunt u denken aan aansluit- en abonnementskosten.
11
Nodig of overbodig?
Argumenten voor en tegen de interchange fee
De interchange fee is met enige regelmaat onderwerp van discussie. Niet iedereen is overtuigd van de noodzaak van de heffing. Hieronder vindt u een aantal argumenten voor en tegen de interchange fee. Deze geven de verschillende visies weer over het onderwerp. Tegen: de interchange fee is een onevenredige inkomstenbron voor de creditcardorganisaties De interchange fee is helemaal niet bedoeld om de kosten te dekken. Integendeel: de creditcardorganisaties gebruiken de interchange fee uitsluitend om inkomsten te genereren. Daardoor zijn de kosten van het accepteren van internationale debetpassen en creditcards onnodig hoog. Voor: de interchange fee is de smeerolie van het internationale betalingssysteem De interchange fee dient niet als inkomstenbron maar als instrument voor een evenredige kostenverdeling. De interchange fee is alleen bedoeld om de kosten van het betalingsverkeer te dekken. De betaalkaartorganisaties hebben er bij herhaling op gewezen, dat bij het wegvallen van de interchange fee de kosten voor de kaarthouder sterk zullen stijgen. Daardoor zullen veel minder consumenten zich een creditcard kunnen veroorloven en dat zal ingrijpende economische gevolgen hebben. Ook de innovatie van het betalingsverkeer zal zonder interchange fee aanzienlijke vertraging oplopen. Tegen: de hoogte van de interchange fee is ondoorzichtig De opbouw van de interchange fee is niet transparant genoeg. De schimmige tariefstructuur maakt het vrijwel onmogelijk om vast te stellen of de tarieven in balans zijn met de kosten die de interchange fee zou moeten dekken. Voor: de interchange tarieven zijn voor iedereen toegankelijk Er zijn veel verschillende tarieven voor de interchange fee, waardoor een complex geheel ontstaat. Dat is niet te voorkomen, omdat er duizenden verschillende combinaties van kaarttypen en acceptatievormen zijn. Maar alle tarieven van de interchange fee zijn voor iedereen en op ieder moment toegankelijk via de websites van de betaalkaartorganisaties (www.mastercard.com en www.visaeurope.com). Tegen: de interchange fee maakt het betalingsverkeer duurder Voor de acceptant betekent de interchange fee een verhoging van zijn commissie. Het betalingsverkeer wordt hierdoor voor bijvoorbeeld winkeliers alleen maar duurder.
12
Meer informatie
Meer informatie kunt u vinden op www.paysquare.eu. Daarnaast kunt u de volgende websites raadplegen voor informatie en adviezen over de kosten van het accepteren van internationale debetpassen en creditcardbetalingen. www.visa.nl www.mastercard.nl Voor meer informatie over de kosten van het betalen met creditcards en internationale debetpassen: PaySquare Customer Service Vanuit Nederland: T 088 385 73 33 ∙ E
[email protected] ∙ www.paysquare.nl Vanuit België: T 02 700 68 48 ∙ E
[email protected] ∙ www.paysquare.be Aan de inhoud van deze whitepaper kunnen geen rechten worden ontleend. Deze informatie is verkregen uit algemeen toegankelijke bronnen. Druk- en zetfouten voorbehouden. Als professioneel partner in het betalingsverkeer informeren wij u graag proactief en op objectieve wijze over het betalingsverkeer door middel van onze whitepapers. Hierin bieden wij oplossingen aan met betrekking tot zeer uiteenlopende onderwerpen, gerelateerd aan concrete behoeften in de markt. Naast ‘Interchange fee en commissie’ zijn inmiddels al de whitepapers ‘Fraude met creditcards en internationale betaalpassen’, ‘Chargebacks’ en ‘PCI DSS’ verschenen. Alle whitepapers kunt u downloaden via www.paysquare.nl/whitepaper.
13
10.02 NBN 10.14 PaySquare SE Eendrachtlaan 315 3526 LB Utrecht Postbus 30600 3503 AJ Utrecht Nederland PaySquare SE, K.v.K. 30196418
Vanuit Nederland: T 088 385 73 33 E
[email protected] W www.paysquare.nl Vanuit België: T 02 700 68 48 E
[email protected] W www.paysquare.be