Jaargang 30 nummer 3 2012
DE KLEINE ALK contactorgaan Vogelwerkgroep Alkmaar en omstreken verschijnt vier maal per jaar Redactie Tom Damm Miranda Zutt-van der Made Vaste medewerkers Pierre van der Wielen Erwin van Saane Evert Maarschall Wim Schols Wim Bart Stoop Vormgeving Peter van Brandwijk (072) 515 84 96 Beeldredactie Jan Stok (072) 511 65 20 Redactieadres Tom Damm (06) 42 12 26 10
[email protected] Verspreiding Jannie Nijman (072) 561 56 05 Conny Wubbels Bestuur Voorzitter Harry Smit (072) 511 51 37
[email protected] Secretaris Miranda Zutt-van der Made (0226) 32 02 01
[email protected] Dijk 6, 1721 AE Broek op Langedijk Penningmeester, ledenadministratie Auke Burrie (072) 572 96 94 Acacialaan 1, 1702 ST Heerhugowaard
[email protected] Lid Paul de Jong (072) 564 40 29 Cees de Haan (072) 533 73 37
IJsvogelwerkgroep contactpersoon Rutger Polder,
[email protected], (072) 511 99 39 Roofvogelwerkgroep contactpersoon Dook Vlugt,
[email protected], (072) 589 77 78 Lid worden Het lidmaatschap van onze vereniging bedraagt slechts € 15,00 per jaar. Hiervoor ontvangt u viermaal per jaar ons blad De Kleine Alk en bent u van harte welkom op de door ons georganiseerde activiteiten, waaronder lezingen en excursies. Als welkomstgeschenk ontvangt u tevens het boek ‘Alkmaar heeft vleugels’ (t.w.v. € 9,95 ). Lid wordt u door € 15,00 over te maken op Gironummer 2197346 en door tevens een mail te sturen naar Auke Burrie,
[email protected], met uw naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres. Ook adreswijzigingen kunt u doorgeven aan Auke.
Voorplaat: kleine alk, Frits-Jan Maas
DE KLEINE ALK
1
in dit nummer pagina 3 ▼
Vooraf
Miranda Zutt-van der Made
pagina 5 ▼
De broedvogels van het Oosterdel in 2011
Gerard Langedijk
pagina 15 ▼
Raadselvogel van Wim
Wim Schols
pagina 16 ▼
Een Jan-van-gent op de Koedijkervlotbrug. Reactie op artikel van Ruud Costers in nummer 2
Jan Vrouwe
pagina 17 ▼
Torenvalk en andere roofvogels in het duin
Dook Vlugt
pagina 23 ▼ ▼
Meeuwen die schreeuwen Excursie Fochteloërveen 16 juni 2012
Dirk van der Made Kees Roselaar
pagina 27 ▼
Een rondje Fochteloo mét verlengingen
Pierre van der Wielen
pagina 30 ▼ ▼
Communicatie & Actualiteiten Van het bestuur
pagina 33 ▼ ▼
In memoriam: Hilda Lutteke Dag van het Park
Miranda Zutt-van der Made Dirk van der Made
pagina 34 ▼
Natuurmonumenten en Taqa
Jan Vrouwe
pagina 35 ▼
Aankondiging: Landelijke Dag 2012 Sovon
Jeroen van Zuylen
pagina 36 ▼
Lezingen
Pierre van der Wielen
pagina 39 ▼
Excursienieuws
Erwin van Saane
pagina 41 ▼
Buitencentrum Schoorlse Duinen
pagina 41 ▼
Geen waarnemingenoverzicht
Redactie
pagina 42 ▼
Ogrut 29: In het niet
Kopijsluitingsdatum nr. 4: 1 november 2012
2
DE KLEINE ALK
Wim Bart Stoop
Vooraf Vlak voor onze vakantie, in juni, ontdekt Harry Smit een doodgeschoten meeuw in het Park van Luna. Nog geen week na onze vakantie staat in de Alkmaarsche Courant een bericht over doodgeschoten meeuwen in Alkmaar. Kunstenaars hebben de meeuwen opgeraapt en er foto’s van gemaakt om zo de publiciteit te zoeken. De onophoudelijke stroom negatieve berichten over meeuwen in de kranten de afgelopen jaren geeft mensen blijkbaar het idee dat het niet erg is om deze vogels dood te schieten. Ik klim meteen op hoge poten in de pen, maar de krant doet daar vervolgens niets mee. Ik besluit aangifte te gaan doen. Ik bel met de kunstenaars of ze de dode meeuwen nog hebben, maar dat is niet het geval. Er wordt verteld dat er regelmatig ’s ochtends veel dode meeuwen liggen. Ik ga zelf poolshoogte nemen bij het braakliggende terrein waar voor mijn vakantie nog ruim 30 paar meeuwen aan het broeden waren (zie ook het artikel Meeuwen die schreeuwen). Ik tref er één Zilvermeeuw met twee jongen en één Kleine mantelmeeuw met twee jongen, maar ik vind geen dode meeuwen die kunnen dienen als bewijs. Dan maar eens rondvragen in de buurt. Een autobedrijf naast het terrein sla ik maar over. Bij de Kringloopwinkel werken vast mensen met enig maatschappelijk gevoel. Een vlotte veertiger staat achter de toonbank en ik vraag of hij iets heeft gemerkt van het schieten op de meeuwen. Dan gaat de beerput open. Hij werkt zich de kolere en die rotmeeuwen schijten constant zijn twee vrachtwagens onder. Of ik wel weet hoe erg dat goedje uitbijt. Ik veer nog mee, geef aan dat het inderdaad vervelend is, maar
Eén van de meisjes heeft een briljant aanplakbiljet gemaakt. Foto: Miranda Zutt-van der Made
DE KLEINE ALK
3
toch geen reden om te gaan schieten? Heeft hij helemaal geen problemen mee. Toegegeven, ze zijn door het voeren van de mensen de stad ingekomen, maar nu de gemeente daar eindelijk maatregelen voor treft wijken de meeuwen uit naar de Oudorperpolder en eten daar alle zelf gekweekte leuke vogels op! Ik probeer recht te zetten dat niet het geval is, maar de meneer is nog niet klaar. Ik krijg nog een betoog of ik wel weet dat de meeuwen de ramen van winkeliers in Overstad allemaal onderschijten, maar dat er op het Stadskantoor geen enkele schijtplek op de ramen te zien is. Ik moet er maar eens goed op letten. Hij verdenkt de gemeente ervan stiekem op het dak zo’n apparaat met valkengeluid te hebben staan draaien. Ik kan nog net uitbrengen dat die dingen toch niet helpen en loop hoofdschuddend, verbijsterd de zaak uit. Aangekomen op het politiebureau ben ik nog steeds enigszins van slag door zoveel haat tegen meeuwen. De dienstdoende agente kijkt me wazig aan als ik haar vertel dat ik aangifte kom doen van het schieten op drie beschermde soorten vogels, meeuwen. Ze heeft de krant niet gelezen en heeft geen flauw benul wat ik bedoel. Of ik ze niet kan bellen als ik ze betrap. Met andere woorden, ik moet hun werk gaan doen. Ze belt de wachtcommandant. Ik kan een afspraak maken om aangifte te doen van ‘vernieling dieren’ (waarom niet doden van een beschermde inheemse diersoort, art. 9 Flora- en faunawet?). Ik sta haar met open mond aan te gapen. Dan bedenkt ze ineens dat er ook nog zoiets is als de dierenpolitie. Ze ratelt een verslagje van mijn relaas met mijn telefoonnummer op haar pc en ik moet maar wachten tot ik wordt gebeld. Totaal gedesillusioneerd loop ik naar buiten. Ik besluit toch voet bij stuk te houden want ik wil aanplakbiljetten ophangen en mensen met tips doorverwijzen naar de politie. De kunstenaars nemen contact op, ze hebben een doodgeschoten jonge meeuw voor me. Bewijs! Voor de zekerheid neem ik Tim nu maar mee. Ik weet niet meer wat ik moet verwachten na alle negativiteit die ik over me heen heb gekregen. Een meevaller deze keer, ik heb de kunstenaars verkeerd beoordeeld. Ze vinden het oprecht erg wat er gebeurt en hebben de foto’s gebruikt om aandacht te vragen. Er zijn twee allerschattigste meisjes bij die enthousiast vertellen hoe leuk ze de meeuwen vinden als ze op het dak trippelen en van de ronde koepels pardoes naar beneden glibberen. De dode meeuw ligt in een bedje van groen met bloemetjes eromheen. Maar ook nog meer verontrustend nieuws. Ze hebben namelijk het idee dat er meeuwen worden vergiftigd. Er zit vaak een groene substantie rond de snavel. En de ‘buurman’ spuit regelmatig de nesten van het dak (waarschijnlijk met eieren en al). De meeuwen die ze gevonden hebben hebben ze begraven. Ook zij zijn verbijsterd over de haat van de mensen tegen meeuwen in Alkmaar. Ze komen zelf uit Rotterdam en overnachten in een loods naast het kale Vegro-terrein. Ze hebben juist genoten van de meeuwen, de nesten, de eerste jongen, de geluiden. Eén van de meisjes heeft een briljant aanplakbiljet gemaakt (zie foto). Die van mij vallen daarmee volkomen in het niet. Ik maak een afspraak om aangifte te komen doen. Ook nu weer veel vragen waarom, heeft geen zin, maar ik hou voet bij stuk. Met mijn meeuw in de tas kom ik een dag later op het bureau. Ze hoeven de meeuw niet eens te zien, ze geloven me wel. Weer
4
DE KLEINE ALK
onderling bellen over hoe de aangifte moet worden opgenomen. Het zijn immers niet mijn dieren. Het wordt ‘vernieling meeuw’. Weer de opmerking dat ik eigenlijk moet weten wie de dader is. Dat weet ik niet en “als er een moord wordt gepleegd doen jullie toch ook onderzoek als de dader niet bekend is”, zeg ik. De agente vind de overlast ook erg overdreven en vindt meeuwen zowaar leuk. Maar het blijft een feit dat ze niets gaan doen. Op de terugweg hang ik mijn aanplakbiljetten op. Ik zie twee stadswachten net het Vegro-terrein passeren en fiets er snel heen. Ik vraag of ze weten dat er in Overstad op meeuwen wordt geschoten. Dat weten ze niet en meteen komt er een schrijfblokje tevoorschijn. Ik doe mijn verhaal en ze beloven met de kunstenaars te gaan praten en in het weekeinde ’s avonds een keer te gaan surveilleren. Ik geloof ze. Ze vertellen me namelijk ook dat ze die ochtend nog een gewonde meeuw naar de opvang hebben gebracht. De krant doet inmiddels nog meer hun best om de meeuwen in een kwaad daglicht te stellen. Maar liefst drie artikelen in de zaterdageditie, waaronder een hele pagina klagende mensen. Ik erger me dood, maar reageren haalt toch niets uit, zeker niet bij deze krant. Kees Camphuysen heb ik ook op de hoogte gehouden en hij schrijft een artikel om de overlast terug te brengen tot de juiste proporties en dat wordt zowaar geplaatst. De wethouder reageert snel op ons verzoek om een gesprek. Dit zal eind augustus plaatsvinden. Je kan niet een prijs winnen als vogelvriendelijke stad en dan onzinnige maatregelen tegen meeuwen nemen en een hoop onzin uitkramen. Harm Niesen vertelt me dat hij in Zandvoort de meeuwen in de winkelstraat en op de terrassen tussen tafeltjes zag lopen. Toen hij daar hogelijk verbaasd vroeg of mensen daar niet over klaagden kreeg hij te horen ‘Nee hoor, dat vinden we leuk’. Zo kan het dus ook. Wordt vast vervolgd... Miranda Zutt-van der Made
De broedvogels van het* Oosterdel in 2011 * Dit is de lokale benaming van dit gebied en dat wordt hieronder volgehouden. Gerard Langedijk
Inleiding Het Oosterdel te Broek op Langedijk werd voor het laatst geïnventariseerd in 2005 (Langedijk 2006). Die inventarisatie was de eerste voor de huidige 82 ha. Voordien was er in 1965, dus ruim voor de ruilverkaveling van het Geestmerambacht, een inventarisatie geweest van het gehele Langedijker grondgebied ten oosten van ZuidScharwoude en Broek op Langedijk, totaal 400 ha (De Vet jr. 1965). Ook was in 1998 ten behoeve van de Atlas van de Nederlandse Broedvogels (Sovon 2002) een tweetal
DE KLEINE ALK
5
kilometerblokken onderzocht: 19.14.41 en 19.14.43 (Langedijk et al., ongepubl.). Deze blokken omvatten slechts een klein deel van genoemde 82 ha. Directe aanleiding voor de VWG om in 2005 een integrale telling uit te voeren waren de ontwikkelingen die in het gebied op handen waren. Sedert de ruilverkaveling in de jaren 70 is het gebied in beheer bij Staatsbosbeheer. De status van het gebied is daarbij altijd wat vaag geweest. Enerzijds werd het gebied beheerd als een “cultuurlandschap”, anderzijds ontstond door terugloop in het bedrijfsmatige agrarische gebruik van lieverlee steeds meer natuur. Sloten en akkers werden niet allemaal meer voor teelt gebruikt. Hoe verder van het dorp af, hoe eerder het gebruik werd gestaakt. Vanaf het begin heeft Staatsbosbeheer zich niet al te veel aan het gebied gelegen laten liggen. Voor zover agrariërs of hobby-agrariërs een perceel wilden gebruiken werden pachtovereenkomsten afgesloten. Er was wel een beheerplan maar feitelijk beheer werd door Staatsbosbeheer overgelaten aan de gebruikers. Ter bescherming van natuurwaarden is een deel van het gebied verboden voor motorboten; alleen geregistreerde gebruikers hebben een ontheffing. Een belangrijke gebruiker is met name het Museum Broeker Veiling, die met bezoekende toeristen een rondvaart door het gebied verzorgt. Anno 2005 waren er nog twee beroepsmatige agrariërs. Dit gegeven was aanleiding voor het Museum Broeker Veiling om te zoeken naar een constructie waarbij de cultuurhistorische waarden veiliggesteld konden worden. De Stichting Veldzorg werd onder meer opgericht om de cultuurhistorische en tuinbouwkundige waarden van het Oosterdelgebied te bewaren. Voor het gebied werd een nieuw beheerplan opgesteld. Een uitgangspunt daarbij was/is het (deels) opnieuw in cultuur nemen van de ontstane natuurpercelen. De inventarisatie in 2005 kan worden aangemerkt als een nulmeting van de stand van de broedvogels voorafgaande aan het beheer van het gebied door Veldzorg. De inventarisatie in 2011 is om die reden belangrijk, enerzijds om autonome ontwikkelingen in de broedvogelstand van het gebied vast te leggen en anderzijds om de beheereffecten op de broedvogelstand te kunnen beoordelen. Terreinomschrijving Het huidige onbebouwde Oosterdelgebied beslaat 82 ha, waarvan ongeveer de helft uit water bestaat (figuur 1). Het gebied heeft een authentiek verkavelingpatroon met smalle, meestal lange akkers, omgeven door sloten. De meeste akkers zijn oost-west gericht wat verband hield met de ontwateringsituatie. Voor een verdere historische beschrijving verwijzen wij naar het inventarisatieverslag over 2005. Het gebied wordt in het westen begrensd door het dorp, in het zuiden deels door bebouwing langs de Sluiskade en door (de kade van) het kanaal Omval-Kolhorn, dat ter hoogte van het gebied een slinger maakt en ook aan de oostzijde de begrenzing vormt. In het noorden, tenslotte, wordt het gebied begrensd door de villawijk. Deze is afgescheiden door een aantal beboste eilanden. In de laatste 20 jaar is in het oostelijke deel inmiddels door het teruglopende agrarische gebruik een aanzienlijk rietgebied ontstaan met hoge natuurwaarden. In de inventarisatie is wel de bebouwing van de Sluiskade meegenomen maar niet de bebouwing van het dorpslint aan de westzijde van het gebied.
6
DE KLEINE ALK
Inventarisatiemethode Er is geïnventariseerd volgens de Handleiding SOVON Broedvogelonderzoek (Van Dijk & Boele 2011). De tellers hebben in twee groepen geteld: één groep te voet langs de kade aan de zuid- en oostkant van het gebied en één groep per boot in het westelijke en middendeel dat te voet niet toegankelijk is. In totaal zijn door de twee groepen ieder 6 inventarisatieronden gedaan op dezelfde data en tijdstippen. De teldata waren als volgt:
Figuur 1. Oosterdelgebied Tabel 1. Bezoekdata Oosterdelgebied in 2011.
Ronde 1 2 3 4 5 6
datum 2 april 16 april 30 april 14 mei 28 mei 27 juni
tijd vroege ochtend, tussen 07.00 en 09.00 uur vroege ochtend, idem vroege ochtend, tussen 06.30 en 08.45 uur vroege ochtend, idem telling 3 vroege ochtend, tussen 06.30 en 08.30 uur avondtelling, tussen 21.00 en 22.30 uur
Tijdens deze inventarisatie werd het aantal broedvogelterritoria van de in het gebied voorkomende soorten vastgesteld. Van een broedvogelterritorium is sprake als er op basis van herhaald vastgesteld gedrag (zang, nestbouw, balts e.d.) binnen een beperkt gebied, vanuit mag worden gegaan dat een bepaalde soort broedt of tot broeden zal overgaan. Soms is een broedgeval heel duidelijk als er sprake is van een nestvondst of als op enig moment oudervogels met pullen worden gezien of als oudervogels met voer in de bek worden gesignaleerd. In verreweg de meeste gevallen wordt een broedvogelterritorium vastgesteld aan de hand van eerstgenoemde gedragingen. De aanwezigheid
DE KLEINE ALK
7
van een broedvogelterritorium zegt dus veelal nog niet dat er uiteindelijk ook sprake is van een succesvol broedsel. In het Oosterdelgebied lijkt er discrepantie tussen het aantal territoria en het aantal succesvolle broedsels. Resultaten en bespreking In tabel 2 zijn alle broedvogelsoorten vermeld die tijdens de inventarisaties in 2005 en/of 2011 werden aangetroffen met daarachter het aantal vastgestelde territoria van die soorten in genoemde jaren. Tabel 2. Broedvogels in het Oosterdelgebied in 2005 en 2011.
Watervogels Fuut Wilde eend Slobeend Krakeend Kuifeend Tafeleend Bergeend Nijlgans Grauwe gans Canadese gans Knobbelzwaan
2005 7 44 4 3 15 2 0 8 3 5 1
2011 10 27 6 10 26 6 2 10 8 25 2
Weide- en akkervogels Scholekster Kievit Grutto Tureluur Fazant Gele kwikstaart Kokmeeuw Stormmeeuw Zilvermeeuw Kleine mantelmeeuw Visdief
2005 3 17 2 3 7 0 55 0 0 0 10
2011 14 17 0 2 3 1 25 3 4 4 15
Roofvogels Buizerd Bruine kiekendief Torenvalk
2005 1 1 1
2011 0 2 1
Moerasvogels Meerkoet Waterhoen Koekoek Blauwborst Bosrietzanger
2005 15 6 1 10 12
2011 16 4 1 5 4
8
DE KLEINE ALK
Kleine karekiet Snor Sprinkhaanzanger Rietzanger Baardman Rietgors Bos- en struweelvogels Houtduif Holenduif Boompieper Winterkoning Heggenmus Zwartkop Grasmus Fitis Tjiftjaf Koolmees Pimpelmees Zwarte kraai Ekster Vink
43 3 2 19 1 15
16 0 0 36 0 15
2005 7 1 2 15 7 2 0 8 2 7 6 2 2 1
2011 5 2 0 6 6 4 1 3 4 8 4 0 2 0
Vogels van erven en bebouwing 2005 2011 Turkse tortel 4 0 Merel 6 5 Zanglijster 3 0 Kauw 4 0 Spreeuw 6 1 Ringmus 2 1 Huismus 1 6 Putter 1 0 Groenling 2 7 Totaal territoria Totaal soorten
410 53
385 47
Watervogels Uit de vergelijking tussen 2005 en 2011 in tabel 2 blijkt dat, behoudens de Wilde Eend, alle watervogels in 2011 meer territoria bezetten dan in 2005. Deze toename kan waarschijnlijk toegeschreven worden aan de uitgevoerde baggerwerkzaamheden waardoor de waterkwaliteit is verbeterd en er voor veel eendensoorten sprake is van een beter voedselaanbod. Van de Bergeend zijn twee territoria vastgesteld tegen 0 in 2005. De soort werd in 2005 ook al wel in de eerste telronde waargenomen maar nadien niet meer zodat er volgens de criteria toen geen sprake was van een territorium.
De Slobeend is, zoals de meeste eenden, in aantal toegenomen.
Foto: Jan Stok
Verder is de opmars van de ganzensoorten duidelijk. Het gebied is voor ganzen bijzonder aantrekkelijk. Veldzorg beschikt over een vergunning om ganzenaanwas te bestrijden door het dompelen van eieren. Bij de uitvoering van die werkzaamheden wordt het gebied in 5 sectoren opgedeeld en wordt per sector naar nesten gezocht. Er vind registratie plaats van de gevonden nesten, maar niet in alle gevallen op soort. Veldzorg meldt dat het aantal gevonden nesten hoger is dan de som van de door de inventarisators via de BMP-methode vastgestelde aantal broedparen ganzen. Voor mobiele soorten zoals ganzen is inventarisatie volgens de BMP-methode vrij lastig. Ondertelling kan dan zeker optreden. Hoe groot de ganzenpopulatie ook precies mag zijn, door de dompeling van eieren is er in het gebied zelf slechts beperkt sprake van broedresultaten. In veel gevallen heeft men 1 ei per nest niet gedompeld zodat de ganzen niet snel opnieuw broeddrang vertonen. De achteruitgang van de Wilde eend is substantieel en is moeilijk te verklaren vanuit de terreinomstandigheden. Mogelijk dat er meer conflicten met ganzen zijn maar bij andere eendensoorten blijkt dat weer niet het geval.
DE KLEINE ALK
9
Weide- en akkervogels alsmede meeuwen en sterns De Grutto is jammer genoeg als broedvogel verdwenen terwijl deze soort in 2005 nog aanwezig was met 2 territoria. Het gebied is niet langer geschikt voor deze aansprekende soort. De oude grasakkers in het middendeel waar in 2005 werd gebroed zijn deels niet meer als grasland in gebruik. Ook de Tureluur ondervindt nadeel van dit habitatverlies. De soort handhaaft zich nog uitsluitend in de zuidoosthoek van het gebied met 2 territoria. Kieviten doen het nog steeds goed in het Oosterdel met 17 territoria, eenzelfde aantal als in 2005. Verreweg de meeste territoria liggen inmiddels op tuinbouwpercelen. Dit laatste geldt ook voor de Scholekster. Deze soort doet het prima met een toename van 3 naar 7 territoria. De Gele kwikstaart is in tegenstelling tot 2005 wel weer vastgesteld, zij het met slechts 1 territorium. Deze soort werd hier voor het laatst in 1965 als broedvogel vastgesteld (De Vet 1965). De Kokmeeuw is met in totaal 25 territoria sterk achteruitgegaan ten opzichte van 2005. Het betreft hier nestvondsten verspreid over enkele percelen in het zuidoostelijke deel van het gebied. Mogelijke redenen van achteruitgang worden besproken in de paragraaf ‘beheer’. Eveneens is er sprake van een vrij sterke achteruitgang in aantallen Visdieven. Wellicht gelden hier deels dezelfde oorzaken als voor de Kokmeeuw. Kleine mantelmeeuwen waren ook in 2005 al aanwezig maar toen was er geen sprake van vastgestelde territoria. Nu was dit met 4 territoria wel het geval. Eenzelfde aantal geldt voor de Zilvermeeuw, terwijl de Stormmeeuw met 3 territoria aanwezig was. Beide laatste soorten konden als nieuwe broedvogel worden genoteerd in het gebied. Tenslotte liep ook het aantal aanwezige Fazanten terug van 7 in 2005 naar 3 in 2011. Mogelijk dat hier landelijke trends een rol spelen.
Het aantal broedparen van de Kokmeeuw is gehalveerd.
10
DE KLEINE ALK
Foto: Erwin van Saane
Roofvogels In de rietlandpercelen in het noordoostelijke deel van het gebied waren 2 territoria van de Bruine kiekendief. In 2005 was er aanvankelijk ook sprake van twee paartjes maar uiteindelijk voldeed maar 1 paar aan de criteria. Tijdens de eerste telling werd nog een Buizerd waargenomen die bij een nest aanwezig was op een bebost eiland in het noordoosten. Deze werd daarna niet meer gezien. Waarschijnlijk met als reden verstoring aangezien er op genoemd eiland door jeugd een hut werd gebouwd. In de al jarenlang aanwezige Torenvalkkast kon door de inventarisators geen broedende Torenvalk worden vastgesteld, in tegenstelling tot 2005. Vanuit de Stichting Veldzorg is aangegeven dat wel degelijk een Torenvalk heeft gebroed in de kast. Om die reden is de soort als broedvogel in 2011 opgenomen. Deze zou in de nestomgeving volgens waarnemingen van Veldzorg ook veel meeuwen- en Visdiefjongen prederen. Moerasvogels De ornithologische waarde van het Oosterdel in de periode na de ruilverkaveling in de jaren 70 van de vorige eeuw is vooral gelegen in de aanwezige soorten rietzangvogels zoals Blauwborst, Bosrietzanger, Kleine karekiet, Baardman, Snor, Sprinkhaanzanger, Rietzanger en Rietgors. In 2005 waren deze soorten allen nog aanwezig. Dat is inmiddels verleden tijd. Baardman, Sprinkhaanzanger en Snor zijn als broedvogel volledig verdwenen. Blauwborst, Bosrietzanger en Kleine karekiet zijn aanzienlijk afgenomen. De Rietgors handhaaft zich op de aantallen van 2005. De Rietzanger daarentegen is sterk toegenomen. Dit komt overeen met het landelijke beeld voor deze soort. Door een aantal betere overwinteringsjaren in de Sahel boekte
De Rietgors is als één van de weinige moerasvogels niet achteruit gegaan. Foto: Jan Stok
DE KLEINE ALK
11
deze soort de laatste jaren op veel plaatsen vooruitgang. Opvallend voor de Rietzanger is het grote aantal territoria in de smalle rietkraag langs het Kanaal Omval-Kolhorn. In het Oosterdel zelf doet deze soort het echter ook goed: in totaal maar liefst 36 territoria tegen 19 in 2005 Evenals in 2005 kon de Waterral niet worden vastgesteld. De Koekoek is stabiel met 1 territorium. Ook bij Meerkoet en Waterhoen is er een vrij stabiel beeld. Bos- en struweelvogels In vergelijking met 2005 zijn er in deze groep enkele verschillen waar te nemen. De Boompiepers zijn met het rooien van de opslag van bomen en struiken verdwenen. Het gebied is niet langer geschikt voor deze soort. Ook de Zwarte kraai heeft als broedvogel het veld geruimd. Direct rond molen De Zwaan is nog steeds sprake van een heel aantrekkelijk biotoop voor een aantal vogels uit deze groep zoals Holenduif, Winterkoning, Zwartkop en Heggenmus. De Grasmus is een nieuwe soort in dit deel van het gebied. In de meidoornbosjes aan de voet van de Oosterdijk kon 1 territorium van deze soort worden vastgesteld. Groene specht en IJsvogel gebruiken het gebied als foerageergebied maar broeden hier niet. Houtduiven broeden in de bospercelen en foerageren op de akkers. De Vink kon niet worden vastgesteld maar is zeker nog wel broedvogel van het bewoonde Oosterdelgebied. Fitis en Tjiftjaf tenslotte zijn soorten van de bospercelen. Vogels van erven en bebouwing Verreweg de meeste soorten in deze groep zijn te vinden in de tuinen van de woningen aan de Sluiskade en deels ook weer rond de molen. Ringmussen waren aanwezig op de overgang van tuinen aan de Sluiskade naar het open gebied en maken dankbaar gebruik van een nestkast, evenals de mezensoorten. Van Turkse tortel, Zanglijster, Kauw en Putter kon deze keer geen territorium worden vastgesteld. Deze soorten verblijven wel elders in de bebouwing van Broek op Langedijk. Over de overige soorten valt weinig anders te vermelden dan dat zij aanwezig waren waar ze verwacht konden worden, namelijk in de tuinen langs de Sluiskade. De Spreeuw gaat evenals elders op veel plaatsen achteruit. Een positief beeld ten opzichte van 2005 gaven Huismus en Groenling. Effecten uitvoering Beheerplan Oosterdelgebied Vanaf het moment dat de doelstelling voor het gebied werd gericht op “het behouden van het gebied in de situatie zoals die rond 1960 was” was ook duidelijk dat de ornithologische waarde van het gebied terug zou gaan lopen. Door de gestage toename van riet- en ruigtepercelen in de decennia voorafgaande aan het beheer door Veldzorg was de natuurwaarde van het gebied sterk gegroeid. De diversiteit aan soorten op een beperkt gebied was groot. De in de inventarisatie van 2005 aangekondigde verwachting dat door het terugbrengen van ruigte- en rietpercelen een aantal kritische soorten uit de groep ‘Moerasvogels’ zou verdwijnen is uitgekomen. Baardmannetje, Snor en Sprinkhaanzanger zijn als broedvogel verdwenen en enkele andere soorten uit deze groep zoals Bosrietzanger en
12
DE KLEINE ALK
Blauwborst zijn achteruitgegaan. Van de grotere uniformiteit van het gebied in zijn huidige verschijningsvorm als cultuurlandschap wordt geprofiteerd door een aantal cultuurvolgende soorten zoals de Scholekster. De Boompieper is eveneens verdwenen. De te handhaven rietpercelen herbergen nog steeds een aantal moerasvogelsoorten maar voor de echt kritische soorten is het gebied erg klein geworden. Mogelijk dat er nog een aantal soorten uit deze groep terugkeren maar dit zal altijd marginaal zijn. Zoals reeds bij de watervogels werd opgemerkt hebben diverse soorten eenden geprofiteerd van het baggeren en maaien van dichtgegroeide sloten. Voor deze groep zal het gebied altijd aantrekkelijk blijven. Dat geldt eveneens voor de ganzensoorten. Reeds in 2005 werd ervoor gepleit om de gehele oostzijde van het Oosterdelgebied één aaneengesloten natuurfunctie te laten behouden. Alleen dan zullen ook de kritische moerasvogelsoorten zich hier kunnen handhaven. Wij herhalen hier ook nu dit pleidooi. Veldzorg geeft aan dat dit ook hun doelstelling is. Een aantal percelen in deze zone in de zuidoosthoek van het gebied is indertijd echter eeuwigdurend verpacht aan een agrariër. Op het beheer van die percelen heeft Veldzorg geen invloed. Zelf verhuurt Veldzorg nog 4 percelen in de oostelijke zone. De verhuur daarvan loopt af in 2015 en Veldzorg heeft aangegeven op dat moment die percelen ook weer een natuurfunctie te zullen geven. Uitvoering cyclisch beheer door Stichting Veldzorg en individuele pachters Stichting Veldzorg besteedt de grotere onderhoudswerkzaamheden zoals maaien, baggeren en klepelen uit. Op basis van onze bevindingen in het terrein lijkt het er sterk op dat daarbij onvoldoende goede afspraken gemaakt worden over de periode waarin die werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Zo zijn maaiwerkzaamheden in oevers vastgesteld in juni, een periode in het jaar waarop veel soorten, zoals de Kuifeend, nog op het nest zitten ofwel met pullen nog gebruik maken van de dekking in de oevers. Ook is klepelen vastgesteld binnen het broedseizoen. Figuur 2 toont een foto van een pas geklepeld perceel op 10 mei 2010. Dit soort activiteiten leidt in het broedseizoen tot verstoring van broedsels en heeft dus een negatief effect op de broedresultaten. Wij pleiten voor een strakkere aansturing van de uit te besteden werkzaamheden zodat die alleen vóór of na het broedseizoen plaatsvinden. Veldzorg geeft aan dat er inmiddels veel strakkere afspraken zijn gemaakt met onderhoud-uitvoerende bedrijven. Ook individuele huurders en pachters kunnen echter opdrachtgever zijn voor onderhoudswerkzaamheden. Veldzorg kan alleen de eigen huurders daarop aanspreken. Dit zal, naar aanleiding van deze rapportage, volgens Veldzorg ook zeker gebeuren. Geen invloed heeft Veldzorg op beheerwerkzaamheden van de agrariër die rechtstreeks pacht van Staatsbosbeheer. Wij zullen deze rapportage tevens aanbieden aan Staatsbosbeheer opdat deze op basis van onze bevindingen betere afspraken kan maken met hun pachter. Dan speelt verder de verstoring van nesten en broedvogels. Veldzorg beschikt, zoals aangegeven, over een vergunning voor het dompelen van ganzeneieren. De wijze waarop deze bestrijdingsactiviteiten worden uitgevoerd is in de paragraaf Watervogels vermeld. Veldzorg staat in voor de terughoudende inzet van deze personen en garandeert dat de bestrijdingswerkzaamheden beperkt blijven tot de ganzensoorten waarvoor ver-
DE KLEINE ALK
13
gunning is verkregen. Het is niet uitgesloten dat individuele personen menen regulerend te moeten optreden. Veldzorg heeft daar geen kennis van maar geeft aan wel alert te zijn op dergelijk gedrag en daartegen te zullen optreden. Duidelijk is dat verstoring van nesten van Visdieven en de meeuwensoorten heeft plaatsgevonden. Er zijn Kokmeeuwen gevonden met afgebeten kop. Veldzorg geeft aan dat er Hermelijnen zijn gesignaleerd en wijst ook op de aanwezige Torenvalken en Bruine kiekendieven. Een schipper van de rondvaartboot meldde dat van de één op de andere dag de eieren van meeuwensoorten waren verdwenen. Dat sluit aan op onze bevindingen dat er geen jonge Visdieven en meeuwen konden worden vastgesteld. Verder meldde deze schipper
Figuur 2. Pas geklepeld perceel in Oosterdelgebied op 10 mei 2010. Foto: Gerard Langedijk
dat op een bepaald perceel enkele dode ganzen aan palen bevestigd waren. Kennelijk als afschrikking voor andere ganzen bedoeld. Veldzorg bevestigt dit en geeft aan dat daartegen is opgetreden. Ook door een voormalige huurder wordt aangegeven dat op een omhekt eiland binnen een periode van 2 weken alle aanwezige meeuwennesten met eieren waren verdwenen. Veldzorg geeft aan dat er een code is opgesteld met bepalingen waaraan huurders zich dienen te houden. De Vogelwerkgroep Alkmaar e.o. pleit voor een strak toezicht op de handhaving van die code. De Vogelwerkgroep Alkmaar e.o. is zeker bereid samen met Veldzorg en de KNNV mee te denken over verdere verbetering van het ornithologische beheer en daarmee verbetering van de broedresultaten in het gebied.
14
DE KLEINE ALK
Dankzegging In de eerste plaats dank aan diegenen die meegedaan hebben met de inventarisatie, te weten: Johan de Vries, Willem Duys, Dick IJff, Ger Molenaar, Rutger Polder, Hans Grotenhuis en ondergetekende. Verder hebben Rutger Polder, Ger Molenaar en Johan de Vries meegeholpen aan de uitwerking van de telgegevens en heeft Rutger het verslag kritisch doorgenomen. Een speciaal woord van dank gaat naar de familie Simon en Ellen Duijn van de Sluiskade die belangeloos hun elektrische boot beschikbaar stelden. Verwijzingen Dijk AJ van & Boele A 2011. Handleiding SOVON Broedvogelonderzoek. SOVON Vogelonderzoek Nederland, Nijmegen. Langedijk G 2006. De broedvogels van het Oosterdel in 2005. De Kleine Alk 24(2): 2-11. Langedijk GP, K Blokker, W Duys & G Molenaar (ongepubl.). Onderzoek kilometerhokken in Atlasblok 19.14 (district 1) in 1998 t.b.v. Atlas van de Nederlandse Broedvogels (SOVON Vogelonderzoek Nederland 2002). Vet K de jr. 1965. Broedvogelverslag van het vogelrijkste gedeelte van het Geestmerambacht. De Pieper 4(10): 126-128. Gerard P. Langedijk, Papegroet 8, 1722 KL Zuid-Scharwoude
De raadselvogel van Wim.
Illustratie: Wim Schols
DE KLEINE ALK
15
Een Jan-van-gent op de Koedijkervlotbrug Reactie op artikel van Ruud Costers in nummer 2 Zondag 8 januari passeerde ik om ongeveer 13.00 uur per fiets de Koedijkervlotbrug en zag ook ik tot mijn verbazing een Jan-van-gent aldaar. Ik was op weg naar de roofvogeltentoonstelling in de Schoorlse Duinen in Het Zandspoor, maar stapte af want wat was hier aan de hand? De vogel zat in elkaar gedoken in slaaphouding naast de brug op het talud wat verscholen tussen de brugdelen. Toen ik naderde keek het mij aan maar bleef zitten. Ik besloot een foto te maken en vond het hoogst merkwaardig maar ja... Al verder fietsend overdacht ik wat ik had gezien en bij de Schoorlse Duinen aangekomen besloot ik de dierenambulance te bellen. Wel, dat bleek niet zo makkelijk... De persoon achter de toonbank van de winkel aldaar van SBB (Ron) zei mij dat hij er zelf niet aan begon, dit uit ervaring. Ik zocht het telefoonnummer op in de klapper en belde maar er werd niet opgenomen. Ik belde nog een ander 06-nummer maar ook deze werd niet opgenomen. Met Gitta van SBB, ook in de winkel werkzaam, zochten we verder in het telefoonboek en probeerde het nogmaals maar helaas... Dan maar de mooie tentoonstelling bekijken en dit deed ik, maar het bleef knagen. Ik sprak iemand die naast Ben van Wees ook assisteerde bij de tentoonstelling, een boswachter van SBB nota bene, en vertelde mijn relaas en hij bleek uiteindelijk via via een nummer te bereiken van een ambulance-medewerker en jawel, ze gingen er heen! Ruud Costers vroeg zich in het interessante artikel af of en hoe de Jan-van-gent weer het
De Jan-van-gent in elkaar gedoken op het talud.
16
DE KLEINE ALK
Foto: Jan Stok
luchtruim heeft gekozen. Wel, helaas, de volgende dag heb ik telefonisch geïnformeerd en men zei mij dat de vogel onderweg was overleden. Wat jammer nou, al die moeite. Nu heb ik de vraag of het beest het wellicht overleefd zou hebben als het die vroege morgen al opgehaald zou zijn. Enfin, in ieder geval blijkt het op zondag erg moeilijk te zijn de dierenambulance te bereiken en hier valt wellicht wat aan te verbeteren. Nadat ik Ruud Costers per mail over mijn relaas had geïnformeerd, reageerde hij met te zeggen dat bij menselijk contact de Jan-van-gent in dit soort situaties veelal overlijdt. (R.I.P.) Jan Vrouwe,
[email protected]
Torenvalk en andere roofvogels in het duin Dook Vlugt
Dit is het vijfde en laatste deel van de serie artikelen over roofvogels in de duinen van Noord Holland tussen Egmond aan Zee en Camperduin. In nummer 4 van 2010 staat het deel over de Wespendief en een algemeen stuk over de Roofvogelwerkgroep Noord-Kennemerlands Duin (RNKD), in nummer 2 van 2011 het deel over de Havik, in nummer 3 van 2011 het deel over de Sperwer, in nummer 2 van 2012 dat over de Buizerd. Voor de artikelen is gebruik gemaakt van de ingevulde nestkaarten (SOVON) en verslagen van de onderzoekers. Ook zijn de jaarverslagen van Roofvogelwerkgroep Noord-Kennemerlands Duin van 1995 t/m 2011 geraadpleegd. In deze verslagen wordt de stand van zaken weergegeven over het gehele onderzoeksgebied van Camperduin tot Wijk aan Zee, in dit verslag wordt alleen de situatie beschreven tussen Camperduin en Egmond aan Zee. Wel wordt er soms een vergelijking gemaakt tussen de situatie in het noordelijke gebied en die in het gehele onderzoeksgebied. Wat betreft de overige roofvogels gaat het vooral om mijn eigen waarnemingen. Torenvalk Voorheen heeft Torenvalk vaker in het duin gebroed dan tegenwoordig (Zomerdijk et al. 1971). Er was zowel sprake van enige broedparen in Schoorl als in Bergen. Of er ook daadwerkelijk nesten zijn aangetroffen is niet duidelijk en waar er precies gebroed werd wordt niet vermeld. Sinds het onderzoek naar roofvogels is gestart, in 1995, hebben er elk jaar minimaal één en maximaal twee paartjes Torenvalken gebroed ten noorden van Egmond aan Zee (zie Tabel 1). De eerste vijf jaar werden de valken gevolgd door Luc Knijnsberg, daarna door Pieter Korstanje en Paul de Jong. Alle tien de nestkasten die bij de duintuintjes staan lopen zij af. De laatste twaalf jaar is er steeds maar één bezet. Van de tien kasten zijn er vijf nooit door Torenvalk gebruikt. In de andere gebieden worden geen broedende Torenvalken aangetroffen.
DE KLEINE ALK
17
Het enige bekende paartje Torenvalk broedt al jaren in een nestkast.
Foto: Jan Stok
Naast de enige bezette nestkast wordt er elk broedseizoen Torenvalk gezien boven het duin. Blijkbaar heeft het duin een belangrijke functie wat betreft voedselvoorziening. Waar deze vogels broeden is niet duidelijk. Het zou ook kunnen dat dit valken zijn die niet tot broeden komen en het duin als voedselterritorium gebruiken. Tot nu toe is dat niet nader onderzocht. Op 27 mei 2012 verbleven rond de trektelpost Bergen aan Zee drie Torenvalken die daar vier uur rondhingen, op een duintop om zich heen keken en af en toe op de vleugels gingen op zoek naar iets eetbaars. Tabel 1. Aantal succesvolle broedgevallen en uitgevlogen juvenielen tussen Egmond aan Zee en Camperduin van 1995 t/m 2011.
Jaar 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 Succes 2 2 1 2 2 2 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Jongen 6 9 3 ? 7 7 3 4 5 3 3 4 5 3 2 5 3 Boomvalk Zomerdijk et al. (1971) geven aan dat in 1970 zes paartjes Boomvalk in Schoorl tot broeden kwamen. Ook in de Verbrande Pan in Bergen, zo melden zij, werden jaarlijks twee tot drie paren broedend aangetroffen. De Boomvalk broedt al sinds het begin van het onderzoek door RNKD niet meer in het duin. In 1995 werd nog wel een nest gevonden in Bergen bij het Lange Vlak. Ik constateerde dat er geen eieren in het nest lagen. In 1997 zijn drie broedpogingen mislukt in de eifase. In latere jaren is nog vastgesteld dat Boomvalk gebroed heeft in een perceel langs de
18
DE KLEINE ALK
Boomvalken gebruiken het duin alleen nog als jachtgebied. Foto: Jan Stok
verlengde Zuidlaan in Bergen. Adulte exemplaren zijn waargenomen, vliegend op weg naar het duin. In 2011 was er even een sprankje hoop. Tijdens het wachten op een snorrende Nachtzwaluw vloog een kekkerend exemplaar over het Grensvlak in de Schoorlse duinen. Kekkeren is een teken van territoriumgedrag. Helaas is na deze waarneming niets meer van de Boomvalk vernomen. In 2012 waren er enkele aanwijzingen dat Boomvalken gebruik maken van het duingebied, maar alleen om te jagen. Op 8 juli vloog een exemplaar met grote snelheid vanaf Egmond aan de Hoef in westelijke richting. Ook in Schoorl is dit gedrag in juli waargenomen. Waarnemingen in het voorjaar Het terrein van PWN en SBB is verdeeld in acht stukken. Elk stuk wordt vooral in het voorjaar door enkele personen onderzocht. De leden van de roofvogelwerkgroep houden verder alle bewegingen van roofvogels zo veel mogelijk in de gaten. Zo ook van de niet broedende vogels, je weet maar nooit of en wanneer er sprake is van een onverwachte gast in het duin. In het kader daarvan wordt hierna van enkele vogels opvallend gedrag dan wel opvallende aanwezigheid beschreven. Kiekendieven Het gaat niet goed met de Blauwe kiekendief in Nederland. Elk jaar een afnemend aantal broedgevallen. De onderzoekers van het duin hebben het idee dat met name het
DE KLEINE ALK
19
Bruine kiekendief, slechts af en toe pleisterend in het duin.
Foto: Jan Stok
duin van Wimmenum geschikt zou kunnen zijn voor deze soort. Zowel in 1996 als 1997 verbleven daar in het voorjaar enige tijd enkele exemplaren. In 2001 waren er tussen 20 mei en 28 juni op vier dagen Blauwe kieken ten zuiden van de Kerf. Eén keer een mannetje en een vrouwtje, op 6 juni een tweedejaars mannetje en een volwassen vrouw. In 2002 was er sprake van twee overzomerende exemplaren in Wimmenum: een mannetje en een vrouwtje (mededeling Kees Scharringa). In 2003 zijn hier meerdere zomerwaarnemingen geweest. Tot een broedpoging is het nooit gekomen. Mislukt een broedgeval dan kunnen de kieken gaan zwerven. In 2006 vond een mannetje Blauwe een plek ten westen van het Vogelmeer in de voormalige meeuwenkolonie in de Schoorlse duinen. Daar heeft hij enkele weken rondgehangen. Wij wisten niet hoe een broedende Blauwe kiekendief vast te stellen. Wat we wel hebben waargenomen was territoriumindicatief gedrag. Zo joeg de Blauwe op een gegeven moment een overvliegende Bruine kiekendief uit zijn territorium. Op dat moment werden we zenuwachtig. Zou er dan toch een paartje tot broeden zijn gekomen? Nee dus! Een vrouwtje is helemaal niet vastgesteld. Tussen Bakkum en Wijk aan Zee is meerdere keren een pleisterende Bruine kiekendief waargenomen, ten noorden daarvan slechts een enkele keer. Broeden is tussen Wijk aan Zee en Camperduin geen enkele keer aangetoond. Arenden In het voorjaar worden elk jaar enkele Visarenden boven de duinen gezien. Dat wordt door anderen gedaan want boven de duinen heb ik er nog nooit één waargeno-
20
DE KLEINE ALK
men. Wel boven het centrum van Bergen, maar zeker niet elk jaar. In mijn herinnering staan de trekkende Visarenden langs paviljoen Minkema in Camperduin. In de jaren tachtig zeker drie jaar achter elkaar op Koninginnedag, ’s morgens om acht uur. Een ieder die aangeeft mee te willen doen met het onderzoek naar roofvogels in de duinen en die binnen de groep niet echt bekend is, verschijnt voor de ‘ballotagecommissie’. Die commissie bestaat uit één persoon en dat ben ik. Antecedenten worden nagetrokken en tijdens een praktijksessie in het veld wordt gekeken wat voor vlees er in zijn kuip zit. Zijn want tot nu toe is er slechts één dame tot het gezelschap heren doorgedrongen. Carina Oosterhuis was al bekend en heeft niet de strenge selectieprocedure hoeven doorstaan. Maar in 2006 heeft Kees Klaij zich aangediend, hij was een pupil van Carina uit de tijd dat zij vogelopvang Damland beheerde aan de Nesdijk in Bergen. Kees bleek later van onschatbare waarde bij het onderzoek naar het voorkomen van Wespendief. In augustus 2011 heeft hij een tweede nest gevonden in gebied Bergen, het eerste was al bekend. Tot dan konden we steeds één broedpaar vinden. Terug naar het begin van de tijd van Kees bij de roofvogelwerkgroep. Hij zou Steve Geel gaan helpen in het zuidwestelijke deel van het terrein van Staatsbosbeheer in Schoorl. Ik nam hem als introductie mee naar de duintop bij de Kerf vanwaar je een goed zicht hebt op vliegende roofvogels boven zijn gebied. Ik weet niet meer wat we hebben waargenomen tot er een roofvogel in zicht kwam groter dan een Buizerd. Kees moet zich nog mijn zenuwachtig en gehaast uitgesproken aanwijzingen kunnen herinneren. “Kijk naar de uiteinden van de vleugels, de lengte van kop en staart en probeer kleurnuances in het verenkleed te ontdekken”. Voor Kees met zijn 7x50 onbegonnen werk, voor mij met mijn telescoop net aan te doen vanwege de grote hoogte waarop het dier vloog en de snelheid waarmee hij in oostelijke richting verdween. Veel te snel. Ik ben ervan overtuigd dat het een Schreeuwarend is geweest. Maar geen foto’s en medewaarnemers. Kees kon niets bijdragen, hij was al blij dat hij een vogel had gezien waarvan hij vermoedde dat het een roofvogel was. Het CDNA benaderen heb ik niet eens overwogen. Mei 2011, op De Fuik. Mooi weer, weinig wandelaars en meerdere roofpieten in de lucht. Na ruim een uur turen in alle richtingen merkte ik een roofvogel op ter hoogte van de Berenkuil. Een Buizerd dacht ik. Toch even volgen in de hoop er iets meer van te kunnen maken. Daarmee bedoel ik of er iets meer aan te geven is van het verenkleed en dus of het een bekende van ons is. Maar toen vloog er opeens een Buizerd naast. De eerste bleek toen veel groter te zijn. Na enige tijd werd er gecirkeld, de staart bleek kort en wit. Het leek wel een plank. Een volwassen Zeearend! Voor zover ik weet nog niet eerder vanaf De Fuik gezien. Minstens tien minuten heeft de arend boven het duin van Schoorl gezweefd voordat hij in noordelijke richting verdween. Deze soort zou ik graag in de duinen zien broeden. Wie weet wat de toekomst brengt! Gier(en), geschiedenis herhaalt zich Op 4 juni 2002 stond ik op De Fuik en keek o.a. naar twee Wespendieven die, op de hoogte van het PWN-waterleidingbedrijf, in oostelijke richting, om elkaar heen cirkelden. Net na het middaguur heb ik ze een minuut of twintig gevolgd. Interessant, absoluut. Toch had ik op gegeven moment achterom moeten kijken. Thuis gekomen bleek
DE KLEINE ALK
21
Antoine de Reus te hebben gebeld, het was toen ongeveer half één ’s middags. Hij was op dat moment in het Hargergat en had een roofvogel in beeld die minstens twee keer zo groot was als de Buizerd die naast deze roofvogel vloog. Want dat was wel duidelijk, het was vast een roofvogel. Later op de dag bleek dat er een Lammergier op Texel was neergestreken en ook dat dit exemplaar om twaalf uur boven Bergen aan Zee was gezien. Antoine zag dit exemplaar boven Camperduin en ik zou de Lammergier ook gezien kunnen hebben als ik niet zo veel aandacht aan de Wespendieven had besteed. Tja, het lot van de vogelende vogelaar. Op 17 mei was ik thuis toen Gerrit Stam belde, het was een uur of half twaalf. Hij was bij het Hargergat en had zes Buizerds in beeld maar ook een roofvogels die aanmerkelijk groter was. De Buizerds vonden de grote roofvogel ‘niet aardig’ en joegen deze weg. Of ik kon helpen met de determinatie. We hadden nog even tijd en Gerrit kon ook nog enkele foto’s maken. Gerrit dacht zelf aan Visarend of Zeearend, maar hij had te weinig ervaring om zekerheid te hebben. Uit zijn beschrijving kwam ik niet verder dan een Zeearend of misschien wel een Vale gier. Hij zou de foto’s opsturen. Al snel bleek dat op Texel om een uur of half één een Lammergier was aangekomen! Ook deze keer was het lot mij niet gunstig gezind. Ik kwam om een uur of half elf thuis van een rondje postduifringen zoeken bij Haviknesten in het duin. Aardig detail: Antoine en Gerrit onderzoeken al jaren samen het meest noordelijke stuk van het werkgebied van de roofvogelwerkgroep. Mooie waarnemingen, maar ik had de gieren graag zelf gezien. Niet alleen de Lammergier maar alle andere gieren staan ook nog steeds op mijn verlanglijstje. Valken Een enkele keer wordt boven het duin een Slechtvalk waargenomen. De dichtstbijzijnde broedplaats is net ten zuiden van het totale onderzoeksgebied op een van de gebouwen van de Hoogovens in Wijk aan Zee. Waarnemingen buiten het broedseizoen Deze horen niet in deze serie. In een volgende editie van De Kleine Alk iets over roofvogels waargenomen vanaf de vier trektelposten in het werkgebied van VWG Alkmaar e.o.: Camperduin, Bergen aan Zee, Egmond aan Zee en het Geestmerambacht. Verwijzingen Zomerdijk PJ, Chr van Orden, K Zwart, W Verkerk, B Muusers, HE Fabritius & C de Vries, 1971. Broedvogels van Noord-Holland Noord. Uitg. J Heijnis Tsz., Zaandijk. Verslagen RNKD Dekkers K 2000-2001. Verslag roofvogelinventarisatie 2000, 2001 duinstreek tussen Wijk aan Zee en Camperduin, RNKD. Levering H 2004-2011. Verslag roofvogelinventarisatie 2004, 2005, 2006, 2007, 2008, 2009, 2010, 2011 duinstreek tussen Wijk aan Zee en Camperduin, RNKD.
22
DE KLEINE ALK
Levering H & D Vlugt 1998-1999. Verslag roofvogelinventarisatie 1998, 1999 duinstreek tussen Wijk aan Zee en Camperduin, RNKD. Levering H, D Vlugt & L Knijnsberg 1995-1997. Verslag roofvogelinventarisatie 1995, 1996, 1997 duinstreek tussen Wijk aan Zee en Camperduin, RNKD. Vlugt D & A de Reus 2002-2003. Verslag roofvogelinventarisatie 2002, 2003, RNKD. Dook Vlugt,
[email protected]
Meeuwen die schreeuwen Meeuwen die schreeuwen hebben wij genoeg in Alkmaar. Maar burgers en bestuurders schreeuwen gelijk ook moord en brand. Bedenken allerlei bestrijdingsmiddelen en zitten nu in de fase van de roofvogelshow. En van show houden wij in Alkmaar. Dat wekt dus nieuwsgierigheid. Om een relevant beeld te krijgen van het probleem, voor de roofvogelshow begint, ontsproot bij mij de gedachte om het braakliggende terrein van de voormalige VEGRO, waar zich inmiddels een meeuwenkolonie heeft gevestigd, te inventariseren. Die beesten zitten tenslotte vlak voor mijn deur. Dat heeft geresulteerd in een tweetal tellingen van het aantal nesten op 23 mei en 8 juni met als eindresultaat 33 nesten waarvan 2 van de Stormmeeuw, 11 van de Kleine mantelmeeuw en 20 van de Zilvermeeuw. Het vervolg was het waarnemen van de nesten op broedresultaat respectievelijk op 10, 12 en 14 juni met als voorlopig resultaat 5 jonge Kleine mantelmeeuwen en 15 jonge Zilvermeeuwen. Voorlopig betekende dat een beetje een slag om de arm houden voor een volgende waarneming. Wat was het geval. Voor de meeuwen een bekende Alkmaarder zijnde, werd ik namelijk de laatste keer compleet ondergescheten. En wat deed ik? Moord en brand schreeuwen. Dus laat de roofvogelshow maar beginnen. Dirk van der Made, Broekerwaard 19, 1824 EP Alkmaar
Excursie Fochteloërveen 16 juni 2012 Motregen, windkracht 7 en een temperatuur van slechts 11°C, en dat na een stormachtige nacht met 10 mm regen: wie had kunnen verwachten dat de laatsten van de 14 volhouders die zich die zich om 07:00 uur achter station Alkmaar meldden in totaal 116 soorten vogels zouden zien? Goed, die laatsten waren pas om 23:30 thuis, maar ze hadden wel de naam van VWG Alkmaar als één van de fanatiekste VWG’s in Nederland eer aangedaan. Na een rit van bijna 200 km bereikten we rond 09:10 de Weperpolder, het natuurontwikkelingsgebied aan de zuidwestzijde van het Fochteloërveen. Onderweg had het hard gewaaid en af en toe flink geregend, zodat er buiten wat Buizerden, Torenvalken
DE KLEINE ALK
23
Op zoek naar de Slangenarend op het Fochteloërveen.
Foto: Jan Gerhardus
en Roeken in Friesland weinig te zien was, maar in zuidoost-Friesland leek de wind wel mee te vallen en was het even droog. Na het uitstappen vlogen meteen een Boomvalk en een Wulp over, Rietgorzen, Boompiepers, Geelgorzen, Gele kwikstaarten, Grasmussen en Zwartkoppen lieten zich zien en horen, en een leuke verrassing waren de verschillende baltsende Watersnippen die boven ons hoofd rondvlogen. In een meertje riep een Dodaars en vertoonden zich Kuifeend, Bergeend, Kievit en Tureluur, boven het riet vlogen aardig wat Gier-, Oever- en Boerenzwaluwen. Twee Blauwborsten en een Paapje zaten zingend in het struikgewas langs de weg en lieten zich ook bekijken (mits je vlug genoeg was). In de velden en bij de boerderijen langs de weg lieten Huis- en Ringmus zich zien, en ook zaten hier Kneu, Vink, Witte kwikstaart, Merel, Spreeuw, Gaai, Kauw, Zwarte kraai, Graspieper en een verheugend aantal Veldleeuweriken. Bij het zuidelijke begin van het fietspad over het Fochteloërveen zongen Grote lijster en Wielewaal, terwijl het Jan lukte om een familie Roodborsttapuiten op de foto te zetten. De wandeling op de open hei viel tegen: het begon weer te miezeren, het waaide hier hard en de door Erwin beloofde Slangenarend liet het afweten. Een witte Buizerd deed de hoop wel even opflakkeren, maar de vogel viel al snel door de mand. Toch wisten Pierre en Sander binnen een paar honderd meter drie Gladde slangen te vinden, dus een Slangenarend zou niet van de honger hoeven om te komen. Verder op de hei alleen regelmatig Paapje, Roodborsttapuit, Boompieper, Kneu, Graspieper, Veldleeuwerik en Koekoek. Een in de verte langsvliegende man Grauwe kiekendief werd alleen gezien door de meer rauwdouwerige deelnemers die niet wars waren van natte voeten. De vier aanwezige Bruine kiekendieven waren makkelijker te scoren. In het meertje aan het begin van het pad zaten drie Wintertalingen en enkele paren zeer fotogenieke Geoorde
24
DE KLEINE ALK
futen met grote jongen die ons gezelschap tot op 5 meter benaderden (hoe meer camera’s hoe dichter bij, leek het wel). Omdat de dames van ons gezelschap een plaspauze eisten togen we rond de middag naar het informatiecentrum. Op het terrein zat een mooie Grauwe vliegenvanger, en omdat het weer inmiddels droog en wat zonniger was geworden maakten we een korte wandeling achter het gebouw. Dat leverde een paartje Grauwe klauwier en een man Grauwe kiekendief op. Plots paniek: drie overvliegende Kraanvogels! Helaas zaten enkele dames nog op de WC, maar de overigen konden deze magnifieke vogels prachtig bekijken totdat ze niet ver bij ons vandaan achter een houtwal neerstreken. We vervolgden onze tocht richting Ravenswoud, waar in het dorp de Bonte vliegenvanger zong. Het bos bij de Uitkijktoren leverde Grote bonte specht, Glanskop, Matkop, Zwarte mees, Kuifmees, Goudhaan, Boomklever, Zanglijster, Geelgors en Boomkruiper op, maar vanuit de toren was niet veel meer te zien dan een paar Buizerden en een stel verre Krakeenden. Op de terugweg werden we verrast door een luid ‘korr-korr’ geroep, en jawel, daar verscheen een paar Raven dat met succes probeerde een Wespendief uit hun territorium te verjagen. Ravenswoud deed zijn naam eer aan! Een kleine omweg op de route naar de auto’s leverde minstens drie zingende Fluiters op, waarvan er ook één mooi dichtbij gezien werd; enkele deelnemers hoorden hier ook Goudvinken en een overvliegende Sijs. Het volgende punt op het programma was de kijkhut van Diependal, de weg daarheen ons dwars door het feestelijk oranje versierde dorp Oranje voerende. De stemming voor het EK ten aanzien van ‘oranje’ was toen nog hoopgevend! Wij hoopten vooral op rood in plaats van oranje, dat wil zeggen, Diependal is de enige plaats in Nederland waar de Roodhalsfuut broedt. En inderdaad, onmiddellijk na de barre
De vogelhut van Diependal is alleen bereikbaar via een lange tunnel.
Foto: Jan Stok
DE KLEINE ALK
25
tocht door de zompige toegangstunnel naar de hut vertoonden zich minimaal 5 Roodhalsfuten in hun fraaie zomerdracht. De vele Gele kwikstaarten, Rietgorzen en Kleine karekieten in de omgeving waren aardig, maar de aanwezige Kuif-, Tafel-, Berg-, Krak- en Slobeenden waren al deels in een grauw eclipskleed. Wel leuk waren een IJsvogel, een Witgatje en twee Kleine plevieren, en wie had hier negen Lepelaars en twee Wilde zwanen verwacht? Die laatste soort, gezien vanaf het kijkscherm bij Diependal, leverde een dagtotaal van 100 vogelsoorten op. Omdat het inmiddels 17:00 uur was besloot excursieleider Paul de excursie hiermee officieel te beëindigen. Inderdaad gingen zes deelnemers naar huis, daartoe door huiselijke beslommeringen, etenstrek of een EK-voetbalwedstrijd gedwongen. Paul, heel hartelijk bedankt, en ook Pierre en Erwin dank voor organisatie en de auditieve bijdragen die leidden tot het welslagen van de excursie! De rest van de excursie was dus eigenlijk onofficieel, maar ik wil een paar hoogtepunten toch niet achterwege laten. Schoonlo: Ooievaar. Terrein tussen Exloo en Buinerveen: man Steppenkiekendief, drie man Grauwe kiekendief, zes roepende Kwartels, een dito Kwartelkoning, Grote Canadese gans, Scholekster, Wulp, Fazant, Bosrietzanger. De Groeve (NO-Drente): de zesde man Grauwe kiekendief van de dag. Kropswolder Buitenpolder (vlak onder Groningen): broedkolonie Witwangstern (minimaal 13 exx gezien; mogelijk verder naar west ook Witvleugelstern aanwezig?), Zwarte stern, Visdief, Geoorde fuut, Kemphaan, Sprinkhaanzanger, Sperwer. Sluizen Den Oever: Eidereend. Dijkgatsweide Wieringermeer: roep Waterral (maar door storm geen Porseleinhoen). Dat maakt in totaal 116 soorten, die trouwens niet allemaal in dit verslag staan, en die ook niet door alle excursiedeelnemers werden gehoord of gezien (ik zelf miste er een stuk of tien). En waarom zagen we geen Grote mantelmeeuw, Groene
De Geoorde futen lieten zich van dichtbij bekijken.
26
DE KLEINE ALK
Foto: Alma Leegwater
specht, Boomleeuwerik, Gekraagde roodstaart, Rietzanger, Spotvogel, Braamsluiper, Appelvink of Groenling? Volgende keer nog beter opletten! Kees (C.) S. Roselaar,
[email protected]
De redactie ontving nog een tweede verslag van dezelfde excursie: kennelijk zijn er geen duidelijke afspraken gemaakt over wie iets zou schrijven. Omdat dit verslag een andere invalshoek heeft en dit nummer nog niet echt vol was, is dit ook geplaatst.
Een rondje Fochteloo mét verlengingen Op zaterdag 16 juni was het weer zo ver, onze bijna jaarlijkse excursie naar het Fochteloërveen en de plassen bij Diependal. Onder leiding van Paul de Jong vertrokken we met 15 personen, waaronder meerdere nieuwe gezichten, richting Fochteloo. De heenreis was onder een nogal dreigende lucht en her en der pikten we een kort buitje mee. De eerste stop was in het open veen ten noorden van het bezoekerscentrum. Hoogtepunt waren daar de baltsende Watersnippen die al blatend door de lucht scheerden. De gespreide staart met de uitstekende buitenste staartpennen waren mooi te zien. Daarnaast werden Boomvalk, Roodborsttapuit en voor enkelen een Blauwborst genoteerd.
Een Gladde slang in het middelpunt van de belangstelling.
Foto: Erwin van Saane
DE KLEINE ALK
27
Dit jaar werd niet eerst de toren bij Ravenswoud bezocht maar werd ervoor gekozen om eerst de wandeling over het fietspad te maken. Langs het fietspad werd al snel een Gladde slang gevonden die zich mooi liet zien. Er zouden er later nog twee volgen waarvan er één ook mooi te fotograferen was. Er werd daarnaast naar plantjes en vlinders gekeken wat tot enig commentaar leidde: “We zijn toch een VOGELwerkgroep”. Vanwege het ontbreken van vogels kregen de plantjes en dergelijke echter steeds meer aandacht. Hoogtepunten waren de bloeiende Kleine veenbes, Lavendelheide en Moeraswolfsklauw. Ook werden de gebruikelijke twee soorten zonnedauw, vleesetende plantjes, gevonden. Na een kort buitje klaarde het weer aanzienlijk op en werden de vogels en vlinders actief. Overal doken opeens Paapjes met hun jongen op en ook begonnen de Veldleeuweriken te zingen. Heerlijk in het zonnetje vervolgden we de route die helaas deels onder water bleek te staan. Enkelen besloten om via het fietspad terug te lopen terwijl de rest het pad (lees: de plas) volgde. Deze laatste groep zag onder andere nog een jagende Grauwe kiekendief. Wie had toen kunnen vermoeden dat het pas de eerste was? Ook vlogen opeens de Veenhooibeestjes, een zeer zeldzaam vlindertje typerend voor dit soort venen. Ze waren dit jaar tot dan toe nog niet gemeld. Op de plassen konden van zeer nabij Geoorde futen bewonderd worden en de oh’s en ah’s waren niet van de lucht toen ze ook nog hun jonkies gingen voeren. Grauw Terug bij de auto’s werd door de dames in het gezelschap aangegeven dat een plaspauze bij het bezoekerscentrum welkom zou zijn. Gelukkig bleek het geen tijdverspilling omdat we op weg ernaartoe weer een man Grauwe kiek zagen die rustig boven de velden joeg. Altijd weer mooi. Om in het ‘grauwe’-thema te blijven werden bij het
Het Fochteloërveen heeft nog een flinke populatie Paapjes.
28
DE KLEINE ALK
Foto: Jan Gerhardus
bezoekerscentrum eerst een Grauwe vliegenvanger en al snel daarna een paartje Grauwe klauwieren ontdekt. Deze laatste wat ver maar met de scoop mooi te zien. Ook grauw van kleur waren de drie Kraanvogels die langsvlogen en verderop in het veld landden. Inmiddels was het dan toch hoog tijd om naar de toren te gaan. Tijdens de wandeling erheen werden algemene bosvogels als Boomkruiper, Boomklever en de diverse mezen gescoord maar de Bonte vliegenvanger was voor slechts weinigen weggelegd. Sinds het verwijderen van de nestkasten zijn ze hier zo goed als verdwenen. Alleen de mensen in Rob zijn auto hoorden en zagen er één zingen in het dorp Ravenswoud (uiteraard bij een nestkastje). Bij aankomst bij de toren klom een deel van de groep omhoog, de rest vond het beneden (in het zonnetje) wel best zo. Beide helften van de groep zagen echter hetzelfde: niets. Beneden werden alleen wat Hei- en Groene kikkers en een Noordse witsnuitlibel gezien. Terug naar de auto’s werd het interessanter. Maten Glanskoppen werden gezien, een Wespendief en enkele Raven vlogen over, de laatsten druk roepend. Deze hebben vlak achter de toren gebroed! Langs een alternatieve route naar de auto’s werden drie zingende Fluiters en Goudvinken gehoord en gezien. Tijd om naar Diependal te gaan! Diependal Bij aankomst daar werden al snel zingende Geelgorzen en Gele kwikken gehoord. In de tunnel dit jaar nauwelijks dode vlinders maar wel diverse jonge P(l)adjes. Op de plassen een stuk of 10 Roodhalsfuten en Lepelaars. Verder alleen wat eendjes en Kleine plevieren. Ook werd nog een IJsvogel gemeld. Na een uurtje zagen we in de verte het treintje van speelstad Oranje aankomen met daarin het nodige klein gespuis. We hebben het even aangezien maar toen ze ook in de hut belandden en het “ssst” van de leiding niet bleek te helpen, zijn we snel naar het kijkscherm bij de grote plas vertrokken. Daar nog meer Roodhalsfuten en als leuke verrassing twee Wilde zwanen. Terug bij de auto’s, inmiddels een uur of vier, werd aangekondigd dat de excursie op zijn eind liep maar dat er voor de liefhebbers een verlenging mogelijk was. Ongeveer de helft van de groep koos ervoor om naar huis te gaan terwijl twee auto’s de grote leegte van oost-Drenthe indook. Nu viel dat nog niet mee want vlak bij de eerste bestemming bleek het NK wielrennen te worden verreden waardoor de nodige wegen afgesloten waren. Met behulp van de tomtom en het door Pierre gemaakte kaartje kwamen we dan toch op de plek terecht waar de laatste weken vrijwel dagelijks een onvolwassen man Steppekiekendief werd gemeld. Dit bleek een mooi ruig grasland gebied met allerhande vreemde paaltjes, zwarte blokken en groene hutjes. Dit allemaal onderdeel van de radiotelescoop van Westerbork. Tussen de obstakels werden al snel drie mannetjes Grauwe kiekendief gevonden en overal bleken Kwartels en Gele kwikstaarten te roepen. Op paaltjes zaten Geelgorzen te zingen en ook Roodborsttapuiten bleken niet zeldzaam. Maar de Steppekiek werd niet gevonden. Wel was er een melding van een uur eerder uit hetzelfde gebied. Dan maar wat doorgereden en weer gaan scannen. Net aangekomen kwam Ronald (de eerdere waarnemer) aanfietsen die niet snapte dat we de vogel niet hadden, hij was nog maar een paar minuten ervoor langs ons gevlogen... Wat paniekerig scannen leverde gelukkig al snel de vogel op die in de scopen mooi te zien was. Opvallend klein, slank kiekje
DE KLEINE ALK
29
die zeer bleek was en een mooie boa vertoonde. In de tussentijd had Ronald nog verteld dat een paar honderd meter verder nog een Kwartelkoning zat te roepen. Ach, nu we toch in de buurt waren... Ook deze vogel werd snel gescoord en het eerste deel van de verlenging werd afgesloten en gevierd bij een ‘vettent’ in Exloo. Zuidlaardermeer Voor de tweede helft moesten we naar het Zuidlaardermeer, 35 km noordelijker. In een geïnundeerd poldertje nabij zaten namelijk een paartje of 15 Witwangsterns te broeden; een zeker niet jaarlijks fenomeen in Nederland. Op weg erheen werden een Ooievaar en nog wat Grauwe kieken gezien en bij de polder aangekomen werden al snel de eerste Witwangen gezien. Vanaf de andere zijde van het gebied konden we echter via het fietspad dichterbij komen en werden de vogels werkelijk schitterend gezien. Ook hingen er wat Zwarte sterns en eendjes rond. Inmiddels was het echter bijna 21 uur en tijd om er een punt achter te zetten. We namen afscheid en vertrokken richting Alkmaar waar we rond 23 uur aankwamen. Een lange maar bijzonder productieve en gevarieerde dag! Paul en de overige deelnemers, bedankt! Pierre van der Wielen,
[email protected]
Communicatie & Actualiteiten Van het bestuur Dag van het park/promotieactiviteiten De uitnodiging om aan de ‘dag van het Park’ (3 juni) in de Rekerhout deel te nemen bereikte ons op een laat moment. We mochten echter aansluiten bij de KNNV en het IVN die samen twee kramen in zouden richten. Op het allerlaatste moment haakte de KNNV echter ook af en bleken wij ineens een hele kraam ter beschikking te hebben voor onze schamele spullen. Dirk van der Made probeerde er nog iets moois van te maken en Erwin van Saane verzorgde die middag een excursie. Het weer zat die dag erg tegen, het regende geregeld en het was erg koud. De opkomst viel dan ook tegen en Erwin ging op pad met slechts één excursieganger. Erwin en Dirk hartelijk dank voor jullie inzet voor de promotie van de Vogelwerkgroep. Zie ook het verslagje verderop. We hebben besloten om niet meer op dit soort evenementen te staan. Er is weinig respons en ook weinig animo onder de leden om de VWG te promoten. Liever organiseren we zelf een evenement (natuurdag). We gaan hiervoor in overleg met het IVN, KNNV, Hortus Naturalis en de Stichting Oudorperhout. Gierzwaluwen Jasper en Bert de Haan hebben gereageerd op de oproep van Landschap Noord
30
DE KLEINE ALK
Holland voor hulp voor hun vijf jaar durende Gierzwaluwproject. Vooral de Karpertongarage blijkt prima uitzicht te bieden over de stad. Van Kees Roselaar komt het sombere bericht dat er bij het Karenhuis nog geen Gierzwaluwen zijn gesignaleerd. Ook de kolonie aan de Stationsweg is sterk achteruitgegaan. Hij ziet niet meer dan 6 tot 8 exemplaren ’s avonds boven de kolonie, tegen vorig jaar 17 en in 2010 en eerder altijd 20-30. Harry Smit zag daar echter nog behoorlijke aantallen, maar ook geen Gierzwaluwen bij het Karenhuis. De Gierzwaluwen bij de synagoge gebruiken nog steeds niet de openingen, maar kruipen via een spleet tussen de kast en de muur naar binnen. Daarentegen worden op het Schermereiland en in De Horn wel Gierzwaluwen gezien op plaatsen waar ze voorheen nooit vlogen. Haag Kaalslag dreigde voor de mooie, dichte haag langs de S3, maar doortastend optreden van Animo voorkwam dat deze werkzaamheden in het broedseizoen (!) werden uitgevoerd. Er vindt nu overleg plaats met de Provincie over het onderhoud van de haag. Natura 2000 Regelmatig vind er overleg plaats over een beheerplan voor het Natura 2000-gebied Abtskolk & De Putten waarin Grauwe gans, Dwerggans en Smient beschermd moeten worden. Oeverzwaluwen Bij een gronddepot van de gemeente Heerhugowaard (Stad van de Zon) ontdekte Miranda drie Oeverzwaluwkolonies. Daarnaast ook broedende meeuwen, Scholeksters en Kleine plevier. Er werd contact opgenomen met de Vogelwerkgroep van het IVN in Heerhugowaard omdat zij meer contacten hebben in Heerhugowaard. In eerste instantie leek het goed te komen, maar toch bleken er bij controle werkzaamheden plaats te vinden dicht bij de kolonies. Harry en Miranda hebben toen nieuwe afspraken gemaakt. Het lijkt erop dat de twee kleinste kolonies toch last hebben gehad van teveel verstoring. Meeuwen In maart nam Dennis Berretty via de website contact op. Hij had opvallend veel dode meeuwen gezien en gefotografeerd in het Park van Luna. Helaas was er niemand in de gelegenheid meteen te gaan kijken en een paar dagen later werden er geen dode meeuwen meer aangetroffen. Wel waren de vele dode meeuwen ook het personeel van Intratuin opgevallen. Bij het overleg over de Oeverzwaluwkolonies bij het gronddepot in Heerhugowaard ontdekte Harry Smit een dode, bebloede Stormmeeuw. Er werd contact opgenomen met de Dierenpolitie, maar er was geen budget voor onderzoek. Miranda vond dierenartsenpraktijk Middenwaard bereid om een röntgenfoto van de meeuw te maken. Er was duidelijk een kogeltje zichtbaar. Bij het politiebureau in Heerhugowaard is hier melding van gemaakt en er werd beloofd dat de Dierenpolitie actie zou ondernemen. Tot op heden hebben wij niets meer van ze gehoord. Een kort
DE KLEINE ALK
31
persbericht is alleen geplaatst in de Alkmaarsche Courant. Er zijn in het park pamfletten opgehangen waarin om tips wordt gevraagd. Op 19 juli staat er in de Alkmaarsche Courant een artikel waarin staat dat ook op Overstad op meeuwen wordt geschoten. In ‘Vooraf ’ is te lezen wat volgde. Inmiddels is de gemeente Alkmaar aangeschreven, maar ook Vogelbescherming Nederland. Met wethouder Nagengast is een afspraak gemaakt voor overleg over de meeuwen. Hondsbossche en Pettemerzeewering Röntgenfoto van de dode Stormmeeuw. Er vindt regelmatig Foto: Dierenartsenpraktijk Middenwaard overleg plaats tussen het Hoogheemraadschap en de verschillende natuurorganisaties. Daarbij zijn ook experts uitgenodigd die hun visie geven op de plannen en de door ons aangedragen alternatieven. Er wordt veel beweerd, er wordt echter steeds maar niet met rapporten of cijfers gekomen. Zeer teleurgesteld zijn we in Vogelbescherming Nederland die een heel vreemd standpunt lijkt in te nemen: In combinatie met de Texelse waddijk-versterking lijkt zich nu een groter ‘Zwakke Schakels’ project af te tekenen, waar er kansen (ook financieel) liggen voor per saldo meer natuur. De provincie maakt zich hier sterk voor en het heeft de potentie om het Deltaprogramma te beïnvloeden richting een natuurvriendelijker kustverdediging. We gaan ons dan ook meer op Texel en westelijke Waddenzee richten, waarbij het ons gaat om de daadwerkelijke opbrengst voor natuur (incl. steenloper en scholekster), en minder op de HPZ op zichzelf. Vogelbescherming Nederland zou moeten doen waar haar naam voor staat, namelijk vogels beschermen. Wel willen ze met ons in gesprek blijven. Er is een excursie georganiseerd naar de Westelijke Waddenzee (Balgzand) om ter plekke te gaan bekijken hoe ze daar nieuwe mosselbanken willen creëren. We hebben
32
DE KLEINE ALK
grote twijfels of dit gaat lukken. Er wordt al in het najaar gestart en voorjaar 2013 zal al duidelijk zijn of het gaat lukken. De Waddenvereniging is geen voorstander van dit project: Het is een beetje naïef om te veronderstellen dat die vogels, die hun foerageergebied verloren zien gaan, netjes naar de Waddenzee zullen afreizen om daar hun favoriete voedsel te vinden. Die gebieden in de Waddenzee zijn al lang door broedvogels en doortrekkers in gebruik genomen. Bovendien is het zeer de vraag of het aanleggen van mosselbanken op die plaats wel enige kans van slagen heeft. Als dat zo makkelijk zou zijn, dan zouden die mosselbanken daar wel vanzelf zijn ontstaan. Naast regelmatig overleg wordt ook getracht de politiek te bereiken en voor publiciteit te zorgen. Een gang naar de rechtbank lijkt onafwendbaar. Op de website www.zandoverdenatuur.webklik.nl is meer te lezen over de zeewering en daar is ook een link te vinden naar de petitie tegen de plannen. Het bestuur
In memoriam: Hilda Lutteke Op 13 mei 2012 is op 86-jarige leeftijd Hilda Lutteke overleden. Hilda was een vaste bezoekster van onze lezingen. Evert Maarschall haalde haar op en met de rollator baande ze zich een weg tussen de stoelen door naar voren. Vooraan genoot ze zichtbaar, maar vooral ook hoorbaar. Haar ‘prachtig’ schalde regelmatig door de zaal. We zullen haar vrolijke aanwezigheid bij de lezingen dan ook zeker missen. Namens het bestuur, Miranda Zutt-van der Made
Dag van het Park Zondag 3 juni was de Dag van het Park. Dat betekende activiteiten. Muziek, natuur voorlichting, kinderactiviteiten en, niet onbelangrijk, een bar. Zo ook in de REKERHOUT. Een terrein grenzende aan het territorium van Erwin van Saane die daarmee de voornaamste kandidaat voor het leiden van een korte vogelexcursie was. Restte dus de invulling van de bemanning van de kraam, die wij samen met het IVN en de KNNV zouden bemannen. De KNNV haakte af en zoals bij het kinderliedje over de tien kleine negertjes op een hek bleef er uiteindelijk één vogelwerkgroep-gegadigde over. Ondergetekende dus, die vol goede moed om 13 uur met de inrichting van de kraam begon. Het IVN had als thema het leven in de sloot en was bezig een aquarium met water te vullen. Dat leverde weinig problemen op, want het regende hard genoeg. De belang-
DE KLEINE ALK
33
stelling was matig maar trok aan toen de muziek begon te spelen en de regen van schrik stopte. De aankondiging van de door Erwin te leiden vogelexcursie had ik, in mijn optiek, op strategische punten op de bomen geprikt. Om half 3, de start van de excursie, had kennelijk geen hond ze gelezen of het was iemand die zo’n beest net uitliet. Resultaat: één gegadigde, maar wel iemand van de krant. De hoop op voorpaginanieuws werd de grond in geboord toen hij mededeelde op persoonlijke titel aanwezig te zijn. Na Erwins terugkomst namen wij even het resultaat door. Een ‘Alkmaar heeft vleugels’-boekje verkocht en vier handtekeningen tegen de zandsuppletie verzameld. Daar moest op gedronken worden. Een biertje. Nou ja, twee dan. Erwin ging huiswaarts. Na het inpakken van de spullen liet ik de ‘Alkmaar heeft vleu-gels’-vlag aan de kraam hangen. Geen paniek. De vlag is terug. Toen ’s avonds in het journaal het onderwerp van falende toezichthouders langskwam viel het kwartje. Dat was het. Ik heb gewoon een toezichthouder nodig. Onbezoldigd, dat dan weer wel. Dirk van der Made, Broekerwaard 19, 1824 EP Alkmaar
Natuurmonumenten en Taqa Bij deze wil ik kort reageren op het artikel van Rob Monsees in het vorige nummer van de Kleine Alk getiteld De snavel van de Grutto is de dolk van Natuurmonumenten. Ik weet niet of andere leden van Natuurmonumenten zich aangesproken voelden maar ik wel. In dit schotschrift durft Monsees te zeggen dat sommige echte natuurliefhebbers de samenwerking tussen Natuurmonumenten en Taqa zien als een nieuw milieu-misdaadsyndicaat. Ik ben weliswaar nog niet zo lang lid van Natuurmonumenten maar weet wel dat zij honderden terreinen goed beheren en wel met vele honderden hard werkende mensen. Dit wordt volkomen genegeerd. Ook de kwestie zelf moet gezien worden in het perspectief van twee jaar activiteiten, boren en dergelijke. Daarna is er weer als voorheen alle ruimte voor de vogels die daar willen broeden. Wat is nu twee jaar en zoals onderzoekers van Van der Goes en Groot al constateerden werd er wel degelijk gebruik gemaakt van de compensatiegebieden die werden aangekocht. Uit alle berichten in de media bleek dat het de bevolking hoofdzakelijk ging om mogelijke schade aan hun onroerend goed en daar gaat oud-makelaar Monsees uit Bergen ook volkomen aan voorbij. Ik zou dus lid zijn van een milieumisdaadsyndicaat, deze omschrijving had de redactie moeten schrappen, te zeer beledigend en pertinent onjuist. De Raad van State heeft uitspraak gedaan en inmiddels wordt er volop gewerkt om het project te klaren, kosten noch moeiten worden gespaard. Ik wil er graag bij de komende ALV op terugkomen. Jan Vrouwe,
[email protected]
34
DE KLEINE ALK
Noot redactie De redactie is niet verantwoordelijk voor uitspraken/meningen van leden in de door hen geschreven en aangeboden artikelen. Het artikel van Rob Monsees ging in onze ogen, maar ook in die van het bestuur, niet over de grens heen. We hebben er wel degelijk kritisch naar gekeken. De meeste leden kennen Rob en weten ook hoe groot de teleurstelling moet zijn na zo’n lange, ongelijke strijd tegen de macht van het geld. Mogen we in de Bestuursmededelingen dan ook niets negatiefs schrijven over het Hoogheemraadschap die alle strekdammen onder het zand wil gooien of de teleurstellende houding van Vogelbescherming en Natuurmonumenten hierin? Of dat de politie niets doet tegen het schieten op meeuwen? De politie is immers ook van ons allemaal. Iedere natuurliefhebber weet hoe moeilijk het is om het iedereen naar de zin te maken. Er is vaak een spanningveld tussen boeren en natuurverenigingen, tussen overheid en natuurliefhebbers/verenigingen, bedrijven en natuurverenigingen, maar ook tussen natuurverenigingen en natuurliefhebbers en tussen natuurliefhebbers onderling (willen we ganzen of mooie orchideeën?). Iedereen heeft het recht op een eigen mening en wat de één als beledigend ervaart, daar haalt een ander zijn schouders over op. En dat maakt het nu juist zo lastig een grens te stellen.
Aankondiging
Landelijke Dag 2012 Sovon Zaterdag 24 november Radboud Universiteit Nijmegen De Landelijke Dag van Sovon Vogelonderzoek Nederland vindt dit jaar opnieuw plaats op het terrein van de Radboud Universiteit te Nijmegen en wel op zaterdag 24 november. De locatie is prima bereikbaar, zowel met het openbaar vervoer als met de auto. De dag is gratis toegankelijk en bedoeld voor iedereen met een hart voor vogels en natuur. De parallelprogramma’s worden dit jaar verzorgd door Veldonderzoek Flora en Fauna (VOFF) en de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU). Programma: • Uitgebreide informatiemarkt met tal van kortingen en voordeeltjes • Lezingen in vijf zalen • Aandacht voor Jaar van de Klauwieren (2012) en Jaar van de Patrijs (2013) • Mystery Bird kwis met mooie prijzen • Vrijwilliger van het Jaar • Kinderprogramma (voor 8-14 jarigen)
DE KLEINE ALK
35
De organisatie is in handen van Sovon i.s.m. Vogelbescherming Nederland en de Nederlandse Ornithologische Unie (NOU). Houdt u de Sovon-website www.sovon.nl in de gaten voor het definitieve programma! Waarnemers en andere relaties van SOVON krijgen begin oktober een uitnodiging thuisgestuurd. Tot zaterdag 24 november! Jeroen van Zuylen, Coördinator Landelijke Dag ’12
Lezingen Woensdagavond 20.00 uur buurthuis “De Eendracht”, Papaverstraat 9 te Alkmaar. De KNNV-lezingen zijn chronologisch verwerkt in de overzichten en herkenbaar aan “[KNNV]”; deze vinden plaats in Wijkcentrum Overdie, Ruusbroechof 97 te Alkmaar. Woensdag 20.00 uur. Parkeren Bergerhof Rondom de Eendracht mag tot 20.00 uur alleen geparkeerd worden met een speciale vergunning. Je kan het best parkeren langs de Kruseman van Eltenweg en daar een paar centen in de meter gooien, want een boete is zonde van het geld. Op 19 september houdt Ruud Kampf in aansluiting op de lezing van Johan Bos over de Riftvallei in Ethiopië een voordracht over de Riftvallei in Kenia. Deze breuk in de aardkorst loopt over een enorme afstand, van Mozambique tot Syrië. In Kenia van de Magadi zoutpannen. Met prachtige vulkaangebieden vlakbij Nairobi, Mount Longonot, de meren Navashia, Nakuru, Bogoria, Baringo. De droge vlaktes naar het noorden, met plaatsen als Maralal en South Horr op de rand, tot uiteindelijk het uitgestrekte Lake Turkana in het noorden. Het is de weergave van diverse reizen samen met Kitty maar ook met Keniaanse vrienden. Prachtige landschappen, veel vogels en dieren. [KNNV] 26 september: Amsterdamse Waterleidingduinen door Fred Koning Dit 3400 ha grote dynamische duingebied wordt gebruikt voor de waterwinning. In de jaren vijftig werden hier infiltratiegebieden aangelegd om met Lekwater het tekort aan drinkwater aan te vullen. Er vestigden zich in dit door uitdroging bedreigde gebied duizenden Kapmeeuwen, eenden en veel weidevogels als Grutto, Kievit, Tureluur, naast de Wulpen die er al voorkwamen. Dit alles verdween weer door de komst van de Vos en de successie van de vegetatie. In de droge duinen broedden de Scholeksters tussen dor hout en soorten als Steenuil en Nachtzwaluw waren nog broedvogel. Ook dit is verleden tijd. Het wordt een nostalgisch verhaal over de goede oude tijd met Paapjes,
36
DE KLEINE ALK
Grauwe klauwier, Velduil etc. Maar we moeten niet treuren want nu hebben we er ook weer soorten bij gekregen als Goudvink, Buizerd, Havik, Wespendief, Appelvink. 17 oktober ‘Heimwee naar Patagonia’ Samen met zijn vrouw Alice van der Houwen trok Kees Scharringa de afgelopen winter zeven weken door Argentinië. Van de watervallen van Iguazu via de Yungas en de Puna in het noordwesten, Cordoba en Mendoza naar de zuidelijke Andes bij San Carlos de Bariloche, dwars door Patagonia naar het Valdes Schiereiland en de Pampa’s bij Buenos Aires. Bijna 13.000 km rijden door adembenemende landschappen en met ruim 400 waargenomen soorten vogels. Met een presentatie van eigen materiaal, aangevuld met beelden van internet zal hij proberen een indruk te geven van de natuur en de vogelwereld van dit enorme land, in grootte het achtste land ter wereld. [KNNV] 31 oktober: Met de zwaluwen mee naar Botswana door Hennie Brink De Boerenzwaluw is de rode draad in deze lezing. Er wordt verteld over broedgedrag, slaapgedrag en verder verblijf in ons land, waarbij aandacht wordt geschonken aan wat vrijwilligers hebben kunnen bijdragen aan informatie over onze Boerenzwaluwen in “Het jaar van de boerenzwaluw”. Vervolgens wordt de trek naar en het verblijf in de Afrikaanse winterkwartieren belicht. Er wordt veel verteld over vogeltrek en ringonderzoek. Ook wordt verteld over de start van het geolocator-onderzoek bij de Boerenzwaluw. Hennie Brink heeft diverse reizen naar Afrika gemaakt, met het doel daar onderzoek te doen naar de Boerenzwaluw in diens overwinteringsgebieden. Beelden worden getoond van het land, het onderzoek en de avifauna aldaar. Moerasgebieden met rietvelden vormen voor de overwinterende zwaluwen belangrijke plaatsen waar ze met honderdduizenden, soms miljoenen tegelijk, overnachten. Tenslotte wordt ook over de gevaarvolle terugreis van de Boerenzwaluwen naar de Europese broedgebieden verteld, waarbij de oversteek van de Middellandse Zee een belangrijke rol speelt. De kleine eilandjes vormen voor alle trekvogels belangrijke stapstenen op weg naar het noorden. Beelden van een dergelijk eilandje, Ventotene, illustreren dit. Op 21 november Roofvogellezing door Martijn de Jonge Fotograaf en publicist Martijn de Jonge zal op 21 november een lezing houden over roofvogelonderzoek en beheer in Europa. Martijn volgt onder andere de lammergierherintroducties in de Alpen, de Vale gieren in Spanje en de vestiging van de zeearend als broedvogel in Nederland. Afgelopen zomer bezocht hij sakervalkonderzoekers in Slowakije, roodpootvalkenkolonies in Hongarije en het rode wouwenproject in Wales. Martijn zal aan de hand van vele foto's en video's laten zien hoe het er met de verschillende roofvogelpopulaties mee staat en wat de toekomstprognoses zijn. Bij de KNNVuitgeverij kwam in juni zijn boek “Walvissenkijken in Europa” uit, momenteel werkt Martijn aan een uitgave over Europese roofvogels. In het verleden werkte Martijn onder ander voor de Volkskrant, Bionieuws en Grasduinen, momenteel levert hij regelmatig bijdragen aan verschillende media zoals Vara's Vroege Vogels. In 2008 werd hij als enige Nederlander onderscheiden met een “Highly Commended” award bij de
DE KLEINE ALK
37
Wildlife Phorographer of the Year, eerder won hij bij de Zilveren Camera een prijs voor de serie “Natuur in Nederland”. Sinds 2004 organiseert Martijn zeearendreizen naar Polen waar vanuit vissersbootjes zeearenden worden gefotografeerd. Sinds april van dit jaar vaart hij met een eigen boot in de IJsseldelta bij Kampen waar gedurende de trektijd Visarenden en Reuzensterns pleisteren. Meer informatie valt te lezen op zijn site: www.martijndejonge.nl [KNNV] 28 november: Zuid-Afrika door Hubert Kievit Zuidelijk Afrika is een Eldorado voor natuur- en landschapsliefhebbers. Hubert Kievit maakte in gezelschap van zijn dochter een reis die begon bij de Victoria-watervallen in Zimbabwe en vervolgde naar de olifantrijke Chobe-rivier, de Okavango-Delta in Botswana en het enorme Etosha National Park in Namibië waar twee soorten neushoorns voorkomen. De reis ging verder langs een kust met zeeberen en dolfijnen, door de Namib-woestijn die de oudste woestijn ter wereld is, de canyons van de Fish River en de Cedarbergen, waar het Kaapse florarijk begint. Bij het Kaapse schiereiland tenslotte wachtte hen nog een verrassing… [KNNV] Donderdag 13 december “kleine bijeenkomst” Let op: in het tuinencomplex De Rekere aan de Helderseweg te Alkmaar! Een nieuw initiatief maar ook een experiment. Onder de KNNV RA-leden zijn er velen die fotograferen en dat soms al tientallen jaren doen. Veel van de vaak waardevolle opnamen zijn opgeborgen in dozen en kasten. Soms zijn er te weinig opnamen om een avondvullende lezing mee te verzorgen en er zijn ook leden die om uiteenlopende redenen een avondvullend optreden niet zien zitten. Dat betekent dat veel interessant materiaal alleen nog voor de eigenaar beschikbaar is. Wij willen die Geheime Bronnen aanboren! De bijeenkomsten zijn in beginsel uitsluitend toegankelijk voor leden van de KNNV, IVN en VWG. Er wordt geen publiciteit gezocht. Toegang is kosteloos. Sprekers ontvangen geen honorarium. Deze kleine bijeenkomsten worden gehouden in de kantine van het tuinencomplex De Rekere aan de Helderseweg te Alkmaar en zijn kleinschalig van opzet. Er kan gratis worden geparkeerd. De locatie ligt buiten het centrum van Alkmaar en is met openbaar vervoer moeilijk bereikbaar. Ten tijde van het samenstellen van het lezingprogramma voor het nieuwe seizoen ontbrak nog enige informatie over het invullen van de avond. Voorlopig ziet het programma er als volgt uit: 19.45 u zaal open 20.00 – 22.00 u -Op zoek naar de meer zeldzame plantensoorten in Nederland (Evert Maarschall) -Orchideeën van Nederland (Lilian Wildeboer) -Flora Canarische Eiland(en) (Jan Verkaik) Op 19 december treedt Jan Stok weer aan met de laatste lezing van het jaar. Hij zal een brede variatie aan onderwerpen laten zien met, onder andere, plaatjes uit de
38
DE KLEINE ALK
directe regio, van zijn vakanties naar Lesbos en Lapland en waarschijnlijk ook nog wel het één en ander van de excursies van de Vogelwerkgroep. Ook andere activiteiten van de vogelwerkgroep, zoals het werk van de roofvogelwerkgroep komen ongetwijfeld weer aan bod. Pierre van der Wielen,
[email protected] [KNNV] Rob Monsees,
[email protected]
Excursienieuws Alle excursies vertrekken vanaf de parkeerplaats achter station Alkmaar, tenzij anders vermeld. Dat is met name het geval bij de KNNV-excursies, waarvan soms een flink deel ’s avonds doordeweeks is. Deze zijn chronologisch verwerkt in de overzichten en herkenbaar aan “[KNNV]”. Zie ook internet http://www.vwg-alkmaar.nl/ en http://www.knnv.nl/alkmaar/. Zaterdag 15 september: Texel o.l.v. Marco Witte Deze keer in september. Alle goede plekken van het eiland worden aangedaan, wat meestal weer iets onverwachts spannends oplevert naast een bont gezelschap van steltlopers en zangvogels. Vertrek: 7:15 uur, boot 8:30 uur. Duur: hele dag. [KNNV] Zaterdag 15 september: Fietsen vanuit Nijmegen Op veler verzoek gaan we op de fiets vanuit Nijmegen langs de Waal richting Millingerwaard. De rivierflora is nu optimaal, maar ook de vogel- en vlinderliefhebbers komen voldoende aan hun trekken. Verzamelen om 8.00 uur voor het station Alkmaar, waar de trein om 8.12 vertrekt. Om 10.21 komt de trein aan in Nijmegen, waar we fietsen huren en aan een tocht van zo’n 35 km beginnen. N.B. Verplicht aanmelden bij Jan Verkaik want bij onverhoopt slecht weer gaat de tocht niet door. [KNNV] Zaterdag 13 oktober: Paddenstoelenexcursie Samen met de paddenstoelenwerkgroep gaan we met Friedjof van den Bergh de duinen in vanaf Duinvermaak. Hoe ver we komen is altijd weer een verrassing, maar we zijn wel een paar uur onderweg. Verzamelen om 10.30 achterkant station Alkmaar of 11.00 uur Duinvermaak. Zondag 18 november: Amsterdamse Waterleidingduinen o.l.v. Mart van Zweeden Eenden, zangvogels en wie weet zit er weer een Waterspreeuw. Vertrek: 8:00 uur. Duur: halve dag.
DE KLEINE ALK
39
Zou de Waterspreeuw weer aanwezig zijn in de AW-duinen?
Foto: Jan Stok
Zaterdag 15 december: Oostvaardersplassen o.l.v. Rutger Polder Het jaar sluiten we af in één van de mooiste natuurgebieden van Nederland. Vertrek: 8:00 uur. Duur: hele dag. [KNNV] Zaterdag 15 december: Wandelen vanaf station Castricum Michel Rühland neemt ons mee richting Hoefijzermeertje. Wat we te zien krijgen hangt van het weer van de laatste dagen af, maar wie weet. Vertrek: 10.00 uur achterkant station Castricum (de trein vanuit Alkmaar vertrekt om 9.42 en om 9.45). Het wordt op prijs gesteld als u zich uiterlijk drie dagen voor aanvang van de excursie aanmeldt, zodat tijdig de beschikbaarheid in de auto’s kan worden geregeld. Doe dit voor de VWG-excursies bij Erwin van Saane, voor de KNNV-excursies bij de excursieleiders (ook voor inlichtingen), zie onder. Er wordt voor de auto’s gerekend met een tarief van 15 cent per kilometer. We raden de bestuurders aan in het bezit te zijn van een inzittendenverzekering. Erwin van Saane,
[email protected] of (072) 564 43 25 of (0623) 70 84 61 [KNNV] Sipke Gonggrijp (072) 506 74 95, Rob Monsees (072) 589 47 13 of Jan Verkaik (072) 561 56 05
40
DE KLEINE ALK
Buitencentrum Schoorlse Duinen Openingstijden: dinsdag tot en met zondag van 10-17 uur. In het buitencentrum vindt u bosbrasserie IJgenweis. Daar kunt u genieten van biologische streekproducten. Voor alle excursies en activiteiten aanmelden op (072) 509 33 52 (ook voor inlichtingen), tenzij anders vermeld. Natuurexcursie 2.0 in Schoorlse Duinen Zoef met een boswachter of gids van Staatsbosbeheer over de Schoorlse Duinen op een hypermoderne Segway. Je komt op onverwachte plekken en hoort boeiende verhalen... Op 3 juni was de landelijke primeur voor Staatsbosbeheer. Voor het eerst gaven boswachters een natuurexcursie op een Segway. Verplaats je op deze unieke manier door de Schoorlse Duinen. Je beleeft de Schoorlse Duinen als nooit tevoren! De kosten zijn 59,50 p.p., waarvan 40 euro ten gunste komt van Stichting Mijn Duin. Met elke euro wordt 1 vierkante meter duin geadopteerd dat aangetast is door de bosbranden in 2009. Kijk voor meer informatie op www.mijnduin.nl. Het kan dit jaar nog op de volgende dagen: 14 oktober en 4 november, van 10.00 12.30 uur. Tip: de segwayexcursie is ideaal als je slecht te been bent en niet lang kan wandelen. Doordat je je snel door de Schoorlse Duinen verplaatst zie je ontzettend veel natuur! Aanmelden bij balie, of dagelijks van 10:00 tot 17:00 uur via T (072) 509 33 52. In het spoor van de boswachter Niet bang voor een beetje klimmen en dalen? Bedwing dan op 17 oktober of 25 november de Schoorlse Duinen, Nederlands breedste duingebied met de hoogste duinen én volop ruimte om uit te waaien. De boswachter gaat mee en vertelt graag over het gebied. Tijd: 14.00-16.00 uur. Prijs volwassenen €12,50, kinderen €10,00. Fietsen met de boswachter Ga eens op pad met de boswachter of gids van Staatsbosbeheer. U komt op onverwachte plekken en hoort boeiende verhalen. Ontdek de Schoorlse Duinen eens vanaf de fiets. De boswachter fietst met u mee door duin, bos en heideveld en vertelt u over de natuur en cultuurhistorie van het gebied. Het kan dit jaar nog op 18 oktober en 18 november van 14.00 - 16.00 uur. Prijs volwassenen €10,00, kinderen €7,50. Dagtocht met de boswachter Ontdek de Schoorlse Duinen van binnen uit. De boswachter neemt u op 27 oktober een hele dag (9-17 uur) mee op stap, en laat u de mooiste en meest betoverende plekjes van zijn gebied zien. Waaronder natuurlijk de hoogste duin van Nederland! Onderweg wordt er heerlijk geluncht in het open veld. De loopafstand is 15-17 km. Voor de geoefende wandelaar met redelijke conditie. Inclusief biologische lunch en verfrissing achteraf. Prijs €45.
DE KLEINE ALK
41
Luisteren naar Bosuilen De Bosuil, even groot als de Velduil maar kleiner dan de Oehoe, is te vinden in de Schoorlse Duinen. De klank van het vrouwtje is een schel WIEK! ke-WIEK! Het spookachtige geluid van het mannetje kent u vast uit speelfilms. Tijdens deze excursie met de boswachter van Staatsbosbeheer ga je luisteren naar deze uilen. Het kan op 9 en 23 november en 7 en 21 december van 19:30-21:30. Kinderen mogen vanaf 9 jaar mee. Prijs volwassenen €10,00, kinderen €7,50. http://www.staatsbosbeheer.nl/, Activiteiten, “Schoorl” of Natuurgebieden, “Schoorlse Duinen” (of klik op Noord-Holland en op Schoorlse Duinen)
Geen waarnemingenoverzicht Er is geen waarnemingenoverzicht ontvangen.
29: In het niet
Er zijn van die vogels die slechts één ei leggen, omdat er maar één ei is of omdat er achter het opstaande randje geen plaats is voor een tweede. En als dat ene ei is uitgebroed zit er ineens een jong achter dat richeltje. Te kijken naar een zee, zo ver en zo diep, als wij mensen nooit onder ogen zullen krijgen. Enkel als ie zich omdraait ziet ie wat anders, een massief gesteente dat voor geen millimeter wijkt als je er tegenaan drukt. En bij elke windstoot wappert het dons met vervaarlijk uitziende rukjes naar voor en naar achteren, zoals het al eeuwen gaat bij onvaste kuikentjes, wiebelend tussen rotswand en oceaan. Aanvankelijk doet het jong niet veel meer dan proberen rechtop te zitten en voedsel aannemen dat door de ouders onvermoeibaar vanuit het glinsterende water wordt aangedragen. Zo nu en dan komt een boot voorbij met mannen aan boord die met verrekijkers de rotswand inspecteren. En net zo nauwgezet als zij het broedsucces registreren in waterdichte notitieboekjes, speuren vossen de smalle strook groen af onderaan de steile wand. Na meermaals het eigen gewicht naar binnen te hebben geschrokt slaat het jong de vleugels uit. Vanwege een kriebeling in de spieren. Met een schok ervaart ’t dat je – al is het maar voor even – van de grond en van de rots los kan zijn. En dan is
42
DE KLEINE ALK
er het groeiende ongenoegen. Hoe lang al? Zolang als dat alles wat aankomt in duikvlucht weer naar beneden gaat. Hoe langer dit rondhangen duurt, hoe snijdender de ergernis. En trouwens, waar blijft de volgende hap? Op een ander moment, misschien iets later, is er dan die stap over de rand en het gefladder van een object dat tijdens de val moet zien te leren vliegen. Vanaf een punt nota bene waarop alles onzeker is behalve dat er geland gaat worden. Op de strook land of in de golven. Geen gering opgave voor de jonge vogel die van het een noch het ander weet wat het is. Het landje is nog het ergste. Meedogenloos zijn de vossen, die er een sport van maken om er zoveel mogelijk op één dag op te brengen. Daarmee is nog niet gezegd dat de golven en de creaturen direct daaronder zachtzinnig zijn. Nee, alleen de ouders houden van het jong, en waar zijn die nu? Zien doet hij niks met al dat water in ogen en verenpak maar daarboven hoort het jong feilloos het roepende ouderpaar. Geluk bestaat. Het vreugdesprongetje van Neil Armstrong valt erbij in het niet.
DE KLEINE ALK
43
Nieuwe vogelatlas
Ingezonden mededeling
Lezers van Sovon nieuws hebben in nummer 2 van dit jaar heeft kunnen lezen dat Sovon vanaf 15 november 2012 van start gaat met het nieuwe atlasproject. We nodigen u hierbij uit om één of meer atlasblokken te claimen op sovon.nl/vogelatlas. De komende jaren (2012 – 2015) gaan honderden vogelaars op pad om alle 1674 atlasblokken die Nederland rijk is uit te kammen op broedvogels en wintervogels. Doet u ook mee? Na 15 jaar is het de hoogste tijd om de landelijke vogelbalans op te maken. Hoeveel Veldleeuweriken, Grutto’s en Scholeksters zijn er nog over? Is de huismussenstand wederom gehalveerd? Hoe snel gaat de kolonisatie van de Middelste Bonte Specht? Maar ook, overwinteren er eigenlijk nog wel Bonte Kraaien in ons land, net als 30 jaar geleden? En, hoe verloopt de toename van het aantal overwinterende Grote Zilverreigers? Allemaal vragen waarop we de komende drie jaar antwoorden op hopen te krijgen. U kunt daar aan bijdragen, heel graag zelfs! Veldwerk en bureauwerk De tellingen zijn bijna hetzelfde als tijdens de vorige atlasperiode (1998-2000) met de aanvulling dat nu ook de wintervogels geteld worden.Er is een digitale flyer waarin de telopzet heel kort wordt samengevat. Momenteel wordt er hard gewerkt aan de handleiding, veldkaarten en andere telbenodigheden. Deze zullen we in de eerste week van november mailen zodat u weet wat er precies van u verwacht wordt. De invoer van gegevens zal geheel online gebeuren. Oude atlastellers kregen voorrang De ‘oude’ atlastellers van de vorige atlasperiode hebben tot 1 september jl. de mogelijkheid gehad om hun oude atlasblok wederom te claimen. Op die manier zijn er al bijna 300 atlasblokken geclaimd door deze tellers. De resterende atlasbokken zijn op 1 september vrijgegeven zodat iedereen het atlasblok van zijn keuze kan claimen. Inmiddels staat de teller van het aantal geclaimde atlasblokken op bijna 500! Het gaat dus heel hard. Atlastellers die al hun blok hebben geclaimd, krijgen vanaf nu ook de mogelijkheid om zich eventueel voor nog een ander vrijgevallen atlasblok aan te melden. Heeft u vragen, suggesties of vragen, raadpleeg dan eerst de FAQ-pagina op www.sovon.nl/vogelatlas. Geeft die informatie onvoldoende antwoord op uw vraag, mail dan gerust naar
[email protected]. Jouke Altenburg en Harvey van Diek (Atlascoördinatoren)
P.s. Heeft u al een kijkje genomen op de gloednieuwe Sovon-site? Zie: www.sovon.nl Oplossing pagina 15: Boslijsters
44
DE KLEINE ALK