Jaargang 31 nummer 1 2013
DE KLEINE ALK contactorgaan Vogelwerkgroep Alkmaar en omstreken verschijnt vier maal per jaar Redactie Tom Damm Miranda Zutt-van der Made Vaste medewerkers Pierre van der Wielen Erwin van Saane Evert Maarschall Wim Schols Wim Bart Stoop Vormgeving Peter van Brandwijk (072) 515 84 96 Beeldredactie Jan Stok (072) 511 65 20 Redactieadres Tom Damm (06) 42 12 26 10
[email protected] Verspreiding Jannie Nijman (072) 561 56 05 Conny Wubbels Bestuur Voorzitter Harry Smit (072) 511 51 37
[email protected] Secretaris Miranda Zutt-van der Made (0226) 32 02 01
[email protected] Dijk 6, 1721 AE Broek op Langedijk Penningmeester, ledenadministratie Auke Burrie (072) 572 96 94 Acacialaan 1, 1702 ST Heerhugowaard
[email protected] Lid Paul de Jong (072) 564 40 29 Cees de Haan (072) 533 73 37
IJsvogelwerkgroep contactpersoon Rutger Polder,
[email protected], (072) 511 99 39 Roofvogelwerkgroep contactpersoon Dook Vlugt,
[email protected], (072) 589 77 78 Lid worden Het lidmaatschap van onze vereniging bedraagt slechts € 15,00 per jaar. Hiervoor ontvangt u viermaal per jaar ons blad De Kleine Alk en bent u van harte welkom op de door ons georganiseerde activiteiten, waaronder lezingen en excursies. Als welkomstgeschenk ontvangt u tevens het boek ‘Alkmaar heeft vleugels’ (t.w.v. € 9,95 ). Lid wordt u door € 15 over te maken op Gironummer 2197346 en door tevens een mail te sturen naar Auke Burrie,
[email protected], met uw naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres. Ook adreswijzigingen kunt u doorgeven aan Auke.
Voorplaat: kleine alk, Frits-Jan Maas
DE KLEINE ALK
1
in dit nummer pagina 3 ▼ Vooraf
Miranda Zutt-van der Made
pagina 4 ▼Uitgebreid
jaarverslag IJsvogelwerkgroep 2012
Rutger Polder
pagina 7 ▼ Een
melanistische Fuut Podiceps cristatus bij het Müritzmeer in Duitsland
Miranda Zutt-van der Made & J.J. Vlug
pagina 9 ▼ Kerkuilen
in oostelijk deel werkgebied VWG Alkmaar
Tim Zutt
pagina 10 ▼ Raadselvogel
van Wim
Wim Schols
pagina 11 ▼ Kerkuilen
in westelijk deel werkgebied VWG Alkmaar
Henk Eenhoorn
pagina 12 ▼ Steenuilen
in de Schermer
Tom Jorna
pagina 13 ▼ In
memoriam Eveline Rutgers Amsterdamse Waterleiding 18 november 2012
▼ Excursie
Nel Visser Dirk van der Made
pagina 15 ▼ Excursie
Oostvaardersplassen 15 december 2012
Dirk van der Made
de Noordkop 12 januari 2013
Dirk van der Made
pagina 18 ▼ Excursie
pagina 20 ▼Boek
De Dijk/Rots in de branding?
www.hhnk.nl
pagina 21 ▼ Communicatie ▼ Van
& Actualiteiten het bestuur
Het bestuur
pagina 22 ▼ Bergermeer
Tom Damm, Miranda Zutt, Pieter Korstanje
pagina 24 ▼ De
nieuwe nationale atlas van vogelverspreiding: het veldwerk in het werkgebied VWG Alkmaar e.o. Maarten Platteeuw & Kees Scharringa
pagina 27 ▼2013:
het Jaar van de Patrijs
SOVON & Vogelbescherming
pagina 28 ▼Ontdek
Natuurmuseum Westflinge
pagina 29 ▼ Lezingen
Harm Niesen
pagina 31 ▼ Excursienieuws
Erwin van Saane
pagina 33 ▼ Buitencentrum ▼ Waarnemingen
Schoorlse Duinen november 2012 t/m januari 2013
Pierre van der Wielen
pagina 39 ▼ Ogrut
31: De Oervraag
Kopijsluitingsdatum nr. 2: 1 mei 2013
2
DE KLEINE ALK
Wim Bart Stoop
Vooraf Verlangen Het is 1 februari, de kopijsluitingsdag van deze Kleine Alk. Vanaf 11 uur regent het al en het is ver in de middag en nog steeds niet droog. Een Waterhoentje zit in de achtertuin stiekem te smullen van het strooivoer, een Ekster verstopt mijn gestrooide brood (sneu, die vogels in de regen) in de heg. Ik besluit Hans Dorrestijn te bellen over onze aankomende vakantie. Met dit trieste weer is het wel zo fijn om met een leuk vooruitzicht bezig te zijn. Hans vertelt me vol enthousiasme dat hij net een fantastisch gedicht heeft gemaakt over zijn grote verlangen naar de Kleine bonte specht. Die heeft hij al zo lang niet gezien, hij hunkert ernaar! Als ik even later, nog steeds in de regen, de honden uitlaat bij de nieuwe plasjes bij de Kleimeer loop ik te piekeren naar welke vogel ik eigenlijk verlang. Het is stil op de plas, er vliegt een groepje Kieviten weg en een roepend Bontje verrast me. Blij wordt ik
Een verrassing in de tuin. Kleine bonte specht, november 2010, Iepenlaan Alkmaar. Foto: Jan Stok
DE KLEINE ALK
3
van de Blauwe kiekendief die ik hier nu eindelijk over het riet zie zeilen. Er schijnen er hier vier te slapen, maar ik ben ze de hele winter nog niet tegengekomen. Het begint al bijna te schemeren en de Blauwe kiek landt in het riet en laat zich niet meer zien. Een Woudaapje, die wil ik graag weer eens zien. Maar is dat echt zo of komt dat door al dat riet om me heen? De afgelopen paar jaar zijn er al heel wat soorten die ik al zo lang wilde zien afgestreept. Bijeneter, zelfs de Groene, Scharrelaar, Hop, Kleine Trap, Steppevorkstaartplevier. Vogels met veel kleur of een bijzondere verschijning. Maar het heeft me verrast dat ik ook erg heb genoten van vogels die er in de gids veel minder mooi uitzagen. Goudlijster, Roodkeelnachtegaal, Rotskruiper en Rosse waaierstaart staan nu nog wel hoog op het verlanglijstje. Net als veel zeevogels die in Nederland maar niet willen lukken. Maar er echt naar hunkeren zoals Hans, dat herken ik toch niet helemaal. Het is bijna donker en droog als ik bij de auto kom en plots weet ik het: ik verlang naar de zon! En met de zon en het voorjaar komen de bijzondere soorten vogels vanzelf wel! Miranda Zutt-van der Made
Uitgebreid jaarverslag IJsvogelwerkgroep 2012 Inleiding Tot eind januari 2012 was er niets aan de hand. IJsvogels werden veel gemeld (in heel Noord-Holland 277) en in de tuin van de Hortus Alkmaar waren op 10 januari de IJsvogels zelfs al aan het baltsen. Dat hadden we nog niet eerder meegemaakt. Toen viel echter de winter in en het was lang niet zo koud geweest. Kenmerkend voor deze maand was het bijzondere verschil tussen de temperatuur in de eerste en de tweede helft van de maand, meer dan 35 graden. De maand begon extreem koud. In De Bilt behoorde de eerste decade (dag 1 tot en met 10) met -6,9 °C tot de tien koudste ooit. Van 30 januari tot en met 8 februari was er bovendien sprake van de 33e officiële koudegolf sinds 1901. Op een aantal plaatsen kwam het deze maand op vijf dagen tot zeer strenge vorst (temperatuur beneden de -15,0 °C). De landelijk laagste temperatuur werd gemeten in Lelystad op 4 februari: -22,9 °C. De gure oostenwind liet de gevoelstemperatuur soms dalen tot beneden de -25 graden. Dergelijke gevoelstemperaturen komen slechts eens in de 30 jaar voor. Wind en sneeuw verhinderden nog net een Elfstedentocht. Dat was jammer maar de ijsvogelpopulatie is in die ruime twee weken waarschijnlijk met 80% gekrompen. Aan het zeer koude weer kwam op 12 februari een eind. Het aantal waarnemingen binnen de datumgrenzen in ons werkgebied (van 1 april tot 15 mei) op www.waarneming.nl bedroeg drie meldingen tegenover 6 meldingen van vorig jaar. De VWG Amsterdam gaf op 15 mei door dat er maar twee territoria zijn. In juni niets en vanaf juli steeds meer. Voor heel Noord-Holland lopen de meldingen op van 85 in augustus, naar 145 in september en nog 110 meldingen in oktober.
4
DE KLEINE ALK
In augustus werden ook in onze regio weer meldingen doorgegeven vanuit de Kleimeer, de Bergermeer en vanaf september ook in Alkmaar, Bergen, Egmond, Heiloo en Castricum. Werkzaamheden Samen met de leden van de IJsvogelwerkgroep waren ook dit jaar de gemeentemedewerkers van Alkmaar weer erg actief en werden de bestaande wanden gefatsoeneerd. In Langedijk is door Ger Molenaar, Gerard Langedijk en mijzelf met behulp van bewoners een nieuwe ijsvogelwand aangelegd. Vooral Peter Stoop, Hans Schouten, Arjen Dekker en ikzelf hebben in Alkmaar-Zuid en Heiloo onze best gedaan. Henk Schneider en Sipke Gonggrijp deden dat voor de Egmonderhout en wanden in Alkmaar Noord, Auke Burrie in Heerhugowaard, Rob Monsees en ikzelf nog in Bergen bij een nieuw natuurgebied in wording.
Voeren van jong, 24 mei 2000, VSM-terrein. Sinds de start van het oeverproject bij VSM is er vanaf 1999 vrijwel jaarlijks met succes gebroed. In 2012 na de strenge winter helaas ook hier geen broedgeval. Foto: Jan Stok
Resultaten en activiteiten per gemeente Gemeente Alkmaar De tuin van de Hortus Alkmaar moest het dit jaar helaas zonder IJsvogels stellen. Gelukkig hadden we wel ander leuk succes. Een Sperwer die in het bosgedeelte van de tuin broedde heeft 4 jongen grootbracht. En vanaf augustus werden regelmatig weer IJsvogels gezien.
DE KLEINE ALK
5
De enige locatie in Alkmaar waar een paar IJsvogels de winter doorkwamen was de Egmonderhout. Het gehele voorjaar zijn ze gezien en gemeld. Een broedpoging in een wortelkluit van een populier is waarschijnlijk verstoord. Waar ze uiteindelijk hun jongen grootbrachten is niet helemaal duidelijk geworden. Aan de noordkant achter de Vrijheidskerk hield het stel zich vaak op. Maar aan de zuidkant bij het Honkpad waren ze ook regelmatig te zien. Dat er vanaf augustus toch overal in de regio IJsvogels opdoken zou toch moeten duiden op broedsucces in de buurt. Hierbij een melding van Henk Schneider van 10 maart: Hoi Rutger, Ben niet in de gelegenheid vanmiddag mee te gaan. Zelf druk doende geweest met de wand achter de Vrijheidskerk. Gisteren en eergisteren, ben er wel tevreden over. Een leuke bijzonderheid dat dinsdag j.l. daar wederom weer een IJsvogel is gesignaleerd, zittend op een tak. Eerder had ik al doorgegeven, twee vogels, twee weken vóór de vorstperiode, maar ook tijdens de vorst vissend boven een wak, een plek die de hele vorstperiode is open gebleven. De IJsvogel van dinsdag j.l. vonden het echtpaar v.d. Orde, dat dat een grotere IJsvogel was in hun beleving, Lijkt mij stug, ga wel regelmatig monitoren. Vriendelijke groet, Henk Schneider Gemeente Bergen Via diverse mensen, waaronder Jan Stok en Carina Oosterhuis, zijn aan mij mondeling in het vroege voorjaar waarnemingen doorgegeven. Jan had er één op 22 maart, dat is dus binnen de datumgrenzen. Uiteindelijk is broeden niet vastgesteld. Gemeenten Heiloo, Heerhugowaard en Obdam Helaas geen meldingen binnen de datumgrenzen. Dat is ook het geval voor Castricum, maar zie verder. Gemeente Langedijk Hoewel in de winter regelmatig IJsvogels zijn gemeld bij de Kleimeer en zelfs binnen de datumgrenzen (15-4 door Erwin van Saane) lijkt daar toch niet echt een territorium te zijn geweest. Vanaf augustus werden ze weer uit Koedijk gemeld door o.a. Sander Schagen en Erwin van Saane. Eind september is in het Oosterdel ook weer een IJsvogel gezien door Jannes Haanstra. Gemeente Castricum Vreemd genoeg is hier in de broedtijd niets gesignaleerd. Op 23-7 was er één bij het Hoefijzermeer en op 28 september is er bij de Karpervijver door Kees Roselaar één gesignaleerd. Op het ringstation zijn dit jaar maar twee IJsvogels geringd.
6
DE KLEINE ALK
Tabel 1. Overzicht territoria/broedparen per gemeente vanaf 1999 tot en met 2012.
gemeente
99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10 11 12
Alkmaar Heiloo Castricum Bergen Heerhugowaard Langedijk Obdam
1
totaal
1
1 1
1 1
1 1 1
1 1 1
1 1 1 1
1
1
2
3
3
4
1 1 1 2 1 2
2 1 1 1 3 2
5 1 2 1 5 2 1
8 10 17
3
1
1 2
1 1 2
1
?
7
5
2 1
1
1 1 2
1
7
3
1
Aan de hand van de resultaten kom ik tot het bovenstaande overzicht waarbij kan worden geconcludeerd dat de populatie in 2012, na een kleine opleving in 2011, weer terug is op het niveau van de eerste jaren van de werkzaamheden van de IJsvogelwerkgroep: één mogelijk drie territoria. In het landelijke KNNV-blad Natura, jaargang 109 nr. 5, heeft in september een artikel gestaan over de belevenissen van de Alkmaarse IJsvogelwerkgroep. Rutger Polder, namens IJsvogelwerkgroep Alkmaar e.o., postadres Westerweg 232, 1815 JK Alkmaar,
[email protected]
Een melanistische Fuut Podiceps cristatus bij het Müritzmeer in Duitsland Op 29 juni 2012 zagen we een melanistische Fuut op het Woterfitzmeer bij Rechlin, ten zuidoosten van het Müritzmeer in Mecklenburg-Voorpommeren (Duitsland). Melanisme is het tegenovergestelde van albinisme en ontstaat door een teveel aan donkere pigmenten. Dit teveel resulteert in een donkerder dan normaal, soms zelfs zwart, verenkleed. Zover ik kon waarnemen bezat de Fuut totaal geen witte veren, tenminste niet aan de bovenzijde (omdat het dier zijn buikveren niet poetste kon ik deze niet zien). De kraagveren, die bij normale dieren veel kastanjebruin vertonen, waren net zo zwart als de kuif. De zijkanten van de kop waren bruinachtig zwart. Zelfs de snavel deed ongewoon donker aan, maar vertoonde toch nog een beetje lichtroze. De oogkleur week slechts gering van normaal gekleurde dieren af, de iris vertoonde een wat donkerder rood. De voorkant van de hals en de bovenkant van de borst waren met grijs-zwarte veren bedekt die, vooral aan de voorkant van de hals, een vleugje kastanjebruin vertoonden. De mantelveren hadden dezelfde kleur als de hals en waren grauwer dan bij normaalgekleurde vogels.
DE KLEINE ALK
7
De melanistische Fuut van het Woterfitzmeer.
Foto: Tim Zutt
De partner van deze melanistische Fuut was normaal gekleurd en ook hun kuikens, zover ik kon beoordelen, vertoonden geen kleurafwijkingen. Tot nu toe was er slechts één melanistische Fuut bekend. Deze werd op 14 april 1905 geschoten op het Velencemeer in Hongarije. De vogel was grotendeels zwart gekleurd, met wat bruinachtig zwarte delen. Ook de borst en buik waren donker. Vreemd genoeg was de kuif, die bij normale Futen zwart is, bij deze vogel wit (Chernel de Chernelháza 1907). Dit alles betekent dat de Fuut van het Woterfitzmeer de tweede beschreven melanistische vogel van de soort is, en de enige die werkelijk geheel melanistisch is. De foto’s die Tim heeft kunnen maken zijn niet van goede kwaliteit omdat ze met de hand, door een kijker vanuit een wiebelende kano genomen zijn. Gezien de zeldzaamheid van melanisme bij Futen meen ik toch dat ze gepubliceerd moeten worden. Bij Futen en de andere fuutachtigen komen kleurafwijkingen weinig voor. Thiede (2005) onderzocht de literatuur van alle 22 soorten fuutachtigen in de wereld en vond iets meer dan 90 afwijkende vogels. Het betrof bijna altijd geheel of gedeeltelijk witte dieren. Melanisme kwam, behalve bij de genoemde Fuut van het Velencemeer, alleen nog bij “enkele” Dodaarsjes voor (hij noemt niet het exacte aantal). King (1975) vermeldt nog een geval van melanisme bij een Amerikaanse dodaarssoort, de “Least Grebe” Tachybaptus dominicus. Misschien zijn er nog één of twee gevallen ergens beschreven, maar het kunnen er nooit veel meer zijn. De conclusie is dan ook dat de door ons gefotografeerde Fuut wel een heel bijzonder dier is.
8
DE KLEINE ALK
Verwijzingen Chernel de Chernelháza S 1907. On variations in the colouring of Colymbus cristatus, C. griseigena and C. nigricollis observed at the Lake of Velencze, Hungary. Proceedings of the Fourth International Ornithological Congress, London, June 1905: 524-527. King B 1975. Additional records of albinism and melanism in grebes. Bristol Ornithology 8: 108-109. Thiede W 2005. Bemerkungen zu Farbabweichungen bei Lappentauchern. Ornithologische Mitteilungen 57: 162-164. Miranda Zutt-van der Made,
[email protected] J.J. Vlug
Kerkuilen in oostelijk deel werkgebied VWG Alkmaar Door wederom een strenge winter en een nat en koud voorjaar, was ik benieuwd, hoe het in 2012 met de Kerkuilen zou gaan in regio 19 (“Schermer”). De nestkastcontroles in mei vielen niet tegen. Er waren twee broedparen bij gekomen, dus groeide het aantal broedparen van 7 naar 9. Wat wel opviel, waren de verschillen in broedstadia. Zo had het ene paar al bijna vliegvlugge jongen en zat een andere uil nog op eieren. En zo geschiedde, dat eind mei het eerste broedsel werd geringd en het laatste in augustus.
Kerkuil bij de inmiddels gesloopte stolp nabij de rotonde van Bergen. Tekening: Kees Keijzer
DE KLEINE ALK
9
Opvallend was ook, dat het aantal eieren per nest kleiner was dan in 2011. Nu lagen in de meeste nesten 3-4 eieren en in 2011 5-6 eieren per nest. Eén broedsel was mislukt. De eieren van het broedpaar in Oterleek waren, net als in 2011, niet uitgekomen en bleken na onderzoek niet bevrucht. Één nieuw geplaatste kast, bij een kaasboerderij in de Schermer, werd bezet door een Torenvalk. Tijdens de controle zat dit beestje op 5 eieren. Wat verder ook nog opmerkelijk was, was de aanwezigheid van een Oehoe op de dag dat we de jongen zouden ringen van het broedsel bij een houthandel in Oudkarspel. De Oehoe is daar een paar keer waargenomen en zat op de dag van ringen ca. drie meter van de kerkuilenkast af. Het beest was erg schuw en vloog al snel de hallen uit. Het broedsel van de Kerkuilen heeft gelukkig geen last ondervonden van dit beest. Al met al is 2012 geen slecht jaar geweest. Het aantal broedparen in deze regio is gestegen en het aantal uitgekomen jongen is van 29 naar 31 gestegen. Dit ligt aardig in lijn met de Noord-Hollandse cijfers. Het aantal broedparen in Noord-Holland steeg van 134 naar 137, maar het aantal uitgekomen jongen daalde van 517 naar 480, door de kleinere legsels. Er zijn in ieder geval weer genoeg jongen geboren om de populatie te continueren en mogelijk te laten groeien. Tim Zutt (regio 19 Schermer),
[email protected]
De raadselvogel van Wim.
10
DE KLEINE ALK
Illustratie: Wim Schols
Kerkuilen in westelijk deel werkgebied VWG Alkmaar In Heiloo waren twee broedparen, waarvan er één zelfs een tweede broedsel had. Het aantal jongen bedroeg 3 en 4 + 3. In zowel Bergen als in Egmond-Binnen was er één broedpaar met 4 jongen. In Egmond aan de Hoef werd op drie plaatsen gebroed, met 2, 3 en 4 jongen. Op de locatie met 4 jongen werd voor de eerste keer gebroed; de kast was geplaatst in 2008. In Koedijk was één broedpaar en daar vlogen 4 jongen uit. In Warmenhuizen was ook één broedpaar en ook daar waren 4 jongen. Totaal waren er 9 eerste broedsels (10 in 2011) en 1 tweede broedsel. Er vlogen 35 jonge Kerkuilen uit, het vorige jaar 27.
Het fotograferen van een geringde Kerkuilpul op een broedlocatie in Heiloo. Foto: Jan Stok
Op 4 oktober werd in de Egmondermeer (Egmond aan de Hoef ) een vermagerde Kerkuil gevonden die was geringd op 18-06-2012 in Heiloo (4 kilometer gevlogen). Deze Kerkuil is helaas op 9 oktober dood gegaan. Er zijn dit jaar in regio 8 geen Steenuilen waargenomen. Henk Eenhoorn, namens de Kerk- en Steenuilenwerkgroep Noord-Holland, regio 8,
[email protected]
DE KLEINE ALK
11
Steenuilen in de Schermer In 2012 waren tijdens de eerste controle 4 van de 28 nestkasten kasten bezet door Steenuilen. Dit is ten opzichte van 2011 een stijging van 100%, van twee naar vier broedparen. De legsels varieerden van 2-4 eieren, in 2011 was dit 4-5 eieren. Twee van deze vier broedgevallen hebben jongen voortgebracht, twee broedsels zijn om onduidelijke redenen mislukt. Uiteindelijk zijn 6 jongen geringd en uitgevlogen, helaas zijn er inmiddels 4 hiervan dood teruggemeld. Verder waren 10 kasten bezet door Spreeuwen en 4 door Koolmezen.
Oog in oog met de Steenuil.
Foto: Tom Jorna
Qua aantal overlevende jongen is het resultaat van 2012 teleurstellend te noemen, positief is dat er aanvankelijk wel 4 kasten bezet waren t.o.v. 2 in 2011. Tabel 1. Aantal succesvolle broedgevallen en geringde jongen in 2004-2012.
2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Succesvolle broedgevallen1 2 0 1 1 1 1 2 2 Aantal geringde jongen 4 4 0 5 1 4 4 8 6 Tom Jorna (regio 10),
[email protected]
12
DE KLEINE ALK
In memoriam Eveline Rutgers (jan. 1940- nov. 2012) Via het IVN is Eveline lid geworden van VWA, dit is nu ongeveer 15 jaar geleden. Niet een erg actief lid in de zin van onderzoek, vogels scoren een dergelijke, maar wel enthousiast over alles wat met vogels te maken had. Een driftige voedster van vogels, eerst in de tuin in Alkmaar, later in Amstelveen. Ze wisten waar ze aan toe waren met haar. Ook was Eveline erg leergierig. Soorten herkennen, vogelgeluiden en altijd geroerd door onze gevleugelde vrienden. Ook is ze mee geweest met excursies, zowel in binnenals buitenland. Daarover heeft ze wel geschreGenieten in Falsterbo. Foto: Miranda Zutt-van der Made ven in De Kleine Alk. Vooral over de reis naar Falsterbo had ze het nog vaak. Helaas is dit haar laatste reis geworden. Eveline is 15 november 2012 overleden, na een ziekbed van nog geen jaar. Nel Visser
Excursie Amsterdamse Waterleiding 18 november 2012 We kijken er allemaal naar. De televisie. Van ‘Opsporing verzocht’ en ‘Spoorloos’ tot ‘Boer zoekt vrouw’, hoewel bij dat laatste alleen het woord ‘zoekt’ relevant is in dit verhaal. ‘Memories’ zou ook nog kunnen wanneer wij denken aan de Kleine bonte specht, Roerdomp, Klapekster en Wilde zwanen, die wij ooit in dit mooie terrein spotten. Maar dit terzijde. Met 19 man, waaronder 8 vrouwen, gingen wij op pad. Normaal gesproken worden wij bij Panneland verwelkomd door vrolijk gezang van Roodborst, Vink en andere zangers. Maar nu niets van dat alles. Stilte heerste alom. Niettemin gingen wij
DE KLEINE ALK
13
op pad en al snel vond de eerste waarneming plaats. Damherten. Wel een mooi fotomoment. Een Zwarte kraai keek goedkeurend toe, terwijl wij verder liepen naar het Nieuwe Kanaal. Wij kozen voor het water langs de Donderhoek. De grauwheid werd wat doorbroken door het Bezemkruiskruid en de mooie herfsttinten. Waar water is, is leven dus scoorden wij al snel de Meerkoet, Fuut, Dodaars, Kuifeend, Tafeleend, Krakeend, Wintertaling en als kers op de taart een Krooneend. Over het Eiland van Rolvers liepen wij in ganzenpas naar het Grote Zwarte Veld. De groep viel wat uit elkaar maar werd weer verenigd door de vondst van een aantal Verkleurende Knotszwammen en Weidewasplaten. Geen gevleugelde vrienden, maar die vlogen, in de gedaanten van Aalscholver, Blauwe reiger en Buizerd over ons heen. Even verder bij een bosje met wat eiken en berken hervonden wij het vogelaarsgevoel. Naast de Kool- en Pimpelmees een aantal Staartmezen. Het werd nog leuker, toen naast de Glanskop en het Goudhaantje een Vuurgoudhaantje werd ontdekt. De biddende Torenvalk wachtte zijn kans af. Op het Grote Zwarte Veld, wat zijn naam door zijn goudgele begroeiing geen eer aan deed, meldde zich een Graspieper. Bij ons volgend rustpunt ontstond een tweedeling. Op een punt waar regelmatig IJsvogels werden gezien, ging een gedeelte op zoek naar de IJsvogel terwijl de rest zich over gaf aan Vosje voeren. Zij was zeer fotogeniek. Daarbij moest wel het bordje verboden te voeren vermeden worden. Kreten aan de andere zijde bevestigde de aanwezigheid van een IJsvogel. Gaai en Ekster gaven geen reactie. Toen een ieder weer vereend was en wij langs het kanaal van het Middenveld liepen werd onze aandacht getrokken door een aantal grote Snoeken. Waarschijnlijk de reden dat een Waterral en een paartje Knobbelzwanen hun heil verderop zochten. Tijd voor weer wat leuks. Als opsporings-
De stemming zit er goed in na de waarneming van een IJsvogel en een handtamme Vos. Foto: Miranda Zutt-van der Made
14
DE KLEINE ALK
Een niet schuwe Vos trok veel aandacht.
Foto: Miranda Zutt-van der Made
methode werd een sanitaire stop in de bosjes gebruikt. Een enkeling mocht toen getuige zijn van het wegvliegen van een Houtsnip. De Houtduif was bijzaak. Het werd tijd voor de terugtocht, waarbij wij nog van een Goudvink konden genieten in de zon langs foeragerende Koperwiek, Kramsvogel, Grote lijster en Zanglijster. Diezelfde zon die voor een prachtig fotomoment zorgde toen zich een groot mannetjes-Damhert liet zien. Het was al in de buurt van de uitgang en dat had gevolgen. De groep brokkelde uiteen en pas onder het gezamenlijk genot van een kop koffie of chocolade, werd het geconstateerd: we misten twee vrouwen!! De beelden van ‘Spoorloos’ en ‘Opsporing verzocht’ schoten door mij heen. Het werd uiteindelijk vogelaar zoekt vrouw, belichaamd door Jan Vrouwe, die uiteindelijk met de dames terug kwam. Rest ons na deze goede afloop nog Mart van Zweeden te bedanken voor het leiden van deze mooie excursie. Dirk van der Made, Broekerwaard 19, 1824 EP Alkmaar
Excursie Oostvaardersplassen 15 december 2012 Om 8 uur stonden 17 personen paraat om te vertrekken. Nu eens geen onderscheid tussen mannen en vrouwen maar wel tussen beginnend, gevorderd en volleerd vogelaar. Wij hadden namelijk weer nieuwe gezichten tussen onze excursiegangers. De vraag werpt zich dan bij mij op, hoe ervaren die zo’n dag. De eerste test was bij de Pampushaven, waarvan wij eerst dachten dat daar ook al een nieuwe woonwijk ontwikkeld werd.
DE KLEINE ALK
15
Maar neen, het was een opslag van drijvende woningen. Een groep Kuifeenden en een verdwaalde Tafeleend dobberden in de luwte. Ervaren ogen hadden toen al de Grote zaagbek en Brilduiker ontdekt terwijl Miranda nog het onderscheid tussen mannetje en vrouwtje Kuifeend aan het uitleggen was aan onze beginners. Overvliegende Branden Kolganzen zagen het goedkeurend aan. Plots enige beroering. Een Havik. “Waar, waar?” riep de rest. Aan de overkant in een struikje zat hij. Voor de beginner een zwart stipje dat door de telescoop nog enige vorm kreeg. Onze roofvogelexperts twijfelden geen moment: Havik. Terwijl een Fuut onderdook, vertrokken wij begeleid door een Buizerd naar de Lepelaarplassen.
Plasdras, modder en Konikpaarden op weg naar vogelhut De Zeearend.
Foto: Jan Stok
Lepelaarplassen Vanaf het parkeerterrein van bezoekerscentrum de Trekvogel gingen wij op pad naar de Lepelaarplassen. Een altijd mooie wandeling die de benodigde vogelsoorten oplevert. De Knobbelzwaan, Blauwe reiger en Grote zilverreiger waren voor onze beginners duidelijk waarneembaar, maar hoe in godsnaam een Waterpieper op een landtongetje ontdekt werd was hun een raadsel. We legden uit, dat geluid hierbij een belangrijke rol speelt. Zo scoorden wij verder Groenling, Sijs, Roodborst, Vink, Goudhaantje, Staartmees, Waterral en Waterhoen. De overvliegende Veldleeuwerik was voor de gevorderden. Harry, die vooruit gesneld was, zag nog een IJsvogel en Houtsnip. De rest volgde in groepjes. Op het paadje naar de kijkhut werden door een enkeling de Grote en Kleine bonte specht waargenomen. Erwin, als geluidsman, hoorde de Appelvink. De Heggenmus, Winterkoning en Koperwiek waren voor de minder bedeelden. Op de plas was het erg rustig. Een Brilduiker en wat Nonnetjes en 6 overvliegende Kleine zwanen.
16
DE KLEINE ALK
We liepen in groepjes weer terug, waarbij onze beginners konden oefenen op de vliegbeelden van Grauwe gans, Gaai, Zwarte kraai, Kauw, Aalscholver, Torenvalk, Sperwer en jawel in de verte het silhouet van een Havik. Bezoekerscentrum We vertrokken naar de Knardijk. Pierre zag nog een Bruine kiekendief voor wij het Bovenwater bereikten. Daar wachtten ons 6 Rosse stekelstaarten, goed waarneembaar, net als de Slobeend. De beweeglijke Rietgors was te moeilijk, maar een op weg naar het bezoekerscentrum meevliegende Roerdomp was een sensatie. Voor enkelen dan, want in dit geval was haastige spoed niet goed. Wel hadden de meesten van een aanwezige Klapekster kunnen genieten hoewel onze beginners het met een wegvliegend exemplaar moesten doen. Zelf mocht ik bij kijkhut de Kluut getuige zijn van zicht op ruim 70 Nonnetjes, een aantal dat Kees, die in het bezoekerscentrum was achter gebleven, opkrikte naar 120. De rest was al op weg naar kijkhut de Zeearend. Gedeeltelijk op verhard pad, maar verder in het terrein onverhard. Drassig zoals U wilt. Dat had gevolgen voor onze beginners, waarvan één zich voortbewoog op modieus schoeisel. Goed voor een doorsnee winkelstraat, maar niet hier. Zijn laarzen lagen nog in de auto. Terwijl onze excursieleider Rutger Polder zich ontfermde over wat achterblijvers, ontstonden twee groepen. De ene nam de route langs het kanaal en de ander door wat eens een bos was. Verschillende waarnemingen dus, die wij hier maar samenvatten in Keep, Boomkruiper, Wilde zwaan, Raaf, Blauwe kiekendief, Pimpelmees, Slechtvalk, Zeearend, Rotgans, Pontische meeuw en Matkop. Terug bij het bezoekerscentrum maakten wij ons klaar voor een bezoek aan de Praambult. De staat van voornoemd schoeisel zal ik hier buiten beschouwing laten. Op de Praamweg nog een aangename verrassing. Een Ruigpootbuizerd, een paartje Wilde zwanen met jongen en Wintertalingen, waarbij wij weer wat informatie konden geven aan onze beginners. De Praambult leverde, afgezien van een altijd mooi uitzicht, niet veel op of het moet de Nijlgans zijn. Onze laatste pleisterplaats was het nieuwe bezoekerscentrum de Oostvaarder aan het Jan v.d. Boschpad. De laatste waarnemingen werden doorgegeven: Grote mantelmeeuw, Smelleken, Goudplevier, Kievit, Wulp, Grote zaagbek, Krakeend, Bergeend, Watersnip, Rietgors, Blauwe kiekendief, Kluut en ja daar heel in de verte, die zwarte stip, die zich traag voortbewoog, de Zeearend. Weer zo’n ondefinieerbare zwarte stip moeten de beginners gedacht hebben en met hen meerderen. Op de vraag hoe zij deze excursie ervaren hadden antwoordden zij volmondig: “Heel leuk!” En kijk, daar gaat het om, dus kan onze excursieleider Rutger Polder tevreden zijn. Dirk van der Made, Broekerwaard 19, 1824 EP Alkmaar
DE KLEINE ALK
17
Excursie de Noordkop 12 januari 2013 De eerste excursie van 2013. Vergelijkend met vorig jaar, toen deze excursie onder echte winterse omstandigheden met 20 graden vorst werd uitgevoerd, hadden we nu, met een temperatuur van 2 graden, te maken met milde omstandigheden. Misschien verklaart dat de mooie opkomst van uiteindelijk 22 man. Uiteindelijk, omdat onderweg bij Middenmeer Ofra zich bij ons aansloot en later één der deelnemers wegens familieomstandigheden huiswaarts keerde. Deze wisselende samenstelling zal ons de hele excursie achtervolgen. Aanvankelijk zat ik in de auto van Jan Stok tot het punt waarop wij in de Wieringermeer een groep van 48 Wilde zwanen ontdekten met daartussen 1 Kleine zwaan. Nu is de souplesse bij het uitstijgen van een tweedeurs auto zodanig, dat als mij dat gelukt is, het sein van vertrek al weer gegeven wordt. Reden over te stappen naar Ofra. Enige inzittende tot dan toe van een vierdeurs auto. Terwijl een groep Toendrarietganzen overvloog, vervolgden wij onze weg om via de Zuiderdijkweg naar de Haven Oude Zeug te rijden. Als eerste roofvogel meldde zich een Buizerd. Over het akkerland vluchtte een Holenduif weg. De Kieviten en Houtduiven bleven zitten. Een Fazant pronkte met zijn veren en op de kruin van de dijk scharrelden wat Wulpen. We stopten even. Eén van onze deelnemers moest terug naar huis. Dat vergde herindeling en zo veranderde mijn riante positie in een normale. Kees en Becky kwamen er bij. Ik verdween weer achterin, maar met een vierdeurs (sorry Jan) bleek dat geen handicap. Ondertussen zochten wij de boompjes af naar Koperwiek, Kramsvogel, Vink, Sijsje, Groenling en Putter. Op de akkers zaten Grote Canadese ganzen, Grauwe ganzen, een paar Nijlganzen en tussen de maïsstoppels scharrelden wat Ringmussen.
Een Klapekster in beeld op het Wierholt.
18
DE KLEINE ALK
Foto: Rutger Polder
Oude Zeug De lucht betrok en de eerste sneeuwvlokjes zochten aarzelend hun weg naar de aarde. Die situatie was nog steeds zo, toen wij bij haven de Oude Zeug arriveerden. Bij de jachtwerf zwommen Grote zaagbek, Krakeend, Bergeend en Brilduiker. Een Grote mantelmeeuw keek dat vanaf een dukdalf aan. Grote groepen Smienten en ganzen vlogen over het IJsselmeer terwijl wij naar de andere haven gingen. Die lag vol werkeloze vrachtschepen. Wij bleven niet werkeloos toezien en na nog een Toppereend gescoord te hebben gingen wij naar De Wielen bij het Sluitgatbos. Met een “hou even vast” liet ik mij opzadelen met het dragen van een telescoop. Ik onderging dat zonder morren, want het geeft wel enige status. Die verdween toen de aanwezige Kuifeend, Tafeleend en Wintertaling gewoon met het blote oog waarneembaar waren. Ook de Aalscholver was niet te missen. Naar de Dijkgatsweide dan maar. Toegevoegde waarde: Slobeend, Kok- en Stormmeeuw en 7 Reeën. We maakten ons op voor een wandeling bij de Sluisgatweg. Veel geluiden en kortstondige waarnemingen van Grote bonte specht, Kool- en Pimpelmees, Boomkruiper, Goudhaantje en Appelvink. Duidelijk zichtbaar waren de Torenvalk, Blauwe kiekendief en als klapstuk de Klapekster. Het sneeuwen was gestopt en bij de Robbenoordbossluis aangekomen werden daar net vogels geringd. Dat trekt de aandacht, net als een paar Nonnetjes zodat Jan Gerardus één van de weinigen was, die een IJsvogel de sluis in en uit zag vliegen. De Stevinsluizen lagen er verlaten bij en leverde ons niet de gemelde IJseend op. Tot zover nog geen ijskoude handen en voeten maar dat moest dan maar bij de haven van Den Oever gebeuren. Den Oever Eindelijk een sanitaire stop voor de dames, maar ook de gelegenheid een visje te scoren. Dan mis je wel de Dwergmeeuw en Middelste zaagbek. De beloofde Kuifduiker was er niet maar wel een paar Dodaars. Vier man waren zo gelukkig een Zwarte roodstaart te zien en ook niet iedereen zag de Keep. Tureluur, Kluut, Kanoet en Bonte strandlopers zagen de meesten wel tenzij je net aan een warm visje zat. Op de terugweg over het dammetje werden nog een Oeverpier, Graspieper en Rietgors gescoord voor wij gezamenlijk vertrokken naar Vatrop. De gemelde Kleine zilverreiger had zich achter de brede rug van een Blauwe reiger verstopt. Tevergeefs. Maar er waren meer meldingen die voor het verdere verloop van de excursie grote gevolgen had. Waarschijnlijk een groep Witsnuitdolfijnen en een Bultrug waren bij Castricum gesignaleerd. Daar zit geen veertje aan, maar zorgde wel voor een tweedeling. Pierre gaf het commando over aan Jan Stok. Er volgde een herindeling van de auto’s en na nog een gezamenlijke waarneming van de Grote zilverreiger vertrok de Jonas-in-deWalvisgroep naar Castricum en de rest vervolgde zijn weg over Wieringen. Het zonnetje scheen. Een Gaai poetste zich op en wij concentreerden ons op de Kolgans, Brandgans en Rotgans. Bij de vondst van een hybride Canadese gans werd even stil gestaan en ook genoten van de wolken Goudplevieren. Jan Gerardus en Annerieke genoten wat langer maar waren gelijk de aansluiting kwijt en bij Westerland stonden wij plots met drie auto’s i.p.v. met 4. Toen daarna met veel spul en moeite een Zwarte rotgans was ontdekt, verplaatsten wij ons werkterrein naar De Putten waar
DE KLEINE ALK
19
wij in het toenemende avondrood de Steenloper, Scholekster, Kleine rietgans en drie Witbuikrotganzen konden noteren. Op de weg terug naar Alkmaar reed er een bus voor ons. Een teken? Dat was het dus! De volgende keer maar met een busje. Dirk van der Made, Broekerwaard 19, 1824 EP Alkmaar
Boek De Dijk/Rots in de branding? De ‘Vrienden van de Hondsbossche’ is de kring voor Noord-Hollandse waterstaatsgeschiedenis en bestaat nu al weer ruim 30 jaar. Vrijdag 14 december 2012 werd in het kantoor van Landschap Noord-Holland de 29e uitgave gepresenteerd. Het is een heel bijzonder boekje geworden, dat van twee kanten leesbaar is. Aan de ene kant geeft Frans Buissink, medeoprichter van het tijdschrift Grasduinen en kunstschilder (http://www.fransbuissink.nl/), een prachtig portret van de Hondsbossche Zeewering, voor hem De Moeder van alle Dijken met hoofdletters. Frans is een trouwe bezoeker van de Hondsbossche. Hij geeft een indrukwekkend portret van de Zeewering en het leven binnen- en buitendijks. De opeenvolging van de seizoenen in het natuurgebied De Putten, de rotsflora en -fauna op het basalt, het dierenleven rond het wrak van het Engelse slagschip Prince George en de wereld van de dijkwerkers, sportvissers en vliegeraars passeren de revue. Frans Buissink zorgde zelf voor de foto’s. Vanaf de andere kant van dit ‘omkeerboek’ beschrijft Diederik Aten de historie van de Hondsbossche en aansluitende Pettemer Zeewering. Hij besteedt aandacht aan oude doorbraken, dijkgraaf Van Foreest en zijn plan voor de versterking van de dijk met basalt, de schade van de rampzalige februaristorm van 1953 en de verhoging van de Zeewering tot Deltahoogte. Uit Atens verhaal blijkt dat de Zeewering al zes eeuwen een ‘zwakke schakel’ in onze Noordzeekust is. Minstens even interessant is de historie van de polders achter de Hondsbossche. Want die is lek. Onder en door de Zeewering dringt zout zeewater het land in. Juist dat brakke milieu maakt de Pettemer- en Hargerpolder heel bijzonder. Sinds 2010 vormen ze zelfs een zwaar beschermd Natura 2000-gebied. Maar wanneer duiken de eerste berichten over het brakke drangwater op? En hoe ging men ermee om? “De Dijk / Rots in de branding?” vormt een bijzondere hommage aan de oude Zeewering van basalt, beton en asfalt. Want hoe indrukwekkend hij ook is, De Dijk bij Petten voldoet niet meer aan de veiligheidsnormen. “De Dijk / Rots in de Branding?” telt 76 bladzijden en is helemaal in kleur geïllustreerd. Het boekje kan bij het hoogheemraadschap worden besteld (
[email protected], tel. 072-582 82 82). Prijs €15,—. (bron www.hhnk.nl)
20
DE KLEINE ALK
Communicatie & Actualiteiten Van het bestuur Promotie De Vogelwerkgroep heeft sinds kort dan eindelijk een eigen folder. Jasper Hulleman werd ingehuurd om deze vorm te geven en het resultaat mag er zijn! We bedanken Jan Stok, Miranda Zutt en Hans Brinks voor het beschikbaar stellen van de mooie foto’s. Op de lezingen zijn exemplaren aanwezig die jullie mee kunnen nemen om zo zelf leden te werven. Standaard een folder mee in de tas en als je iemand tegenkomt met interesse in vogels kan je hem/haar meteen een folder aanbieden. Natuurdag Er wordt al jaren over gesproken, maar op zaterdag 11 mei zal dan eindelijk de eerste Alkmaarse Natuurdag plaatsvinden. We organiseren dit in samenwerking met het IVN, KNNV, Stichting Oudorperhout, Animo, Gemeente Alkmaar en de molenaars van de Zeswielen. Deze dag is het namelijk ook Molendag en daar komen jaarlijks zeker 500 belangstellenden op af. Met onze activiteiten samen hopen we nog veel meer mensen naar de Oudorperhout te trekken. Er zullen verschillende kramen aanwezig zijn, een imker, er zijn excursies door het gebied, kijkpunten, een quiz, schminken voor kinderen enz. Wil je deze dag helpen laat het dan zo spoedig mogelijk weten (
[email protected], 0226-32 02 01). We zoeken excursieleiders en bezetting voor onze promotiekraam. Of misschien heb je zelf nog een leuk idee? Laat het ons dan ook z.s.m. weten. Gemeente Alkmaar Hopelijk krijgen we binnenkort meer duidelijkheid over de voortgang van het besteden van het gewonnen bedrag van de Stadsvogelprijs. Animo heeft overleg gehad over de meeuwen in Alkmaar. Er is o.a. een presentatie gedaan van mogelijke locaties van slechtvalkkasten. Vooralsnog hopen we dat de gemeente inziet dat het bieden van alternatieve broedgelegenheid, ondergrondse vuilopslag en het informeren van de directe omgeving waar de overlast plaatsvindt heel belangrijk is. Animo is ook nog in overleg met de provincie over de bermen van de N245 (S3) langs Alkmaar Noord, onder andere middels een veldbezoek op 18 december. De provincie wil de bestaande beplanting in de middenberm en de oostelijke zijberm weer terugbrengen naar de oorspronkelijke bedoeling: gevarieerde bosschages. Vanuit praktisch en financieel oogpunt is een aantal jaren geleden gekozen voor de huidige ‘haagscheermethode’. Die leidt op de langere termijn echter tot uitholling van bosschages: aan de buitenzijde wordt al het licht opgevangen, binnenin wordt het te donker waardoor daar steeds minder planten kunnen groeien. Vanuit ecologisch oogpunt geeft dit veel minder waarde dan een gevarieerde bosschage en bovenal ontstaat hierdoor een instabiele begroeiing en wordt niet voldaan aan de vereiste beeldkwaliteit. Met betrekking tot de brede zijbermen zijn we het hierover eens met de provincie en ook over
DE KLEINE ALK
21
enkele maatregelen, zoals selectief kappen en het creëren van zonnige inhammen voor insecten. Met betrekking tot de zeer smalle middenberm zijn wij niet tegen de haagscheermethode: het zorgt voor een dichte haag, waardoor je niet wordt afgeleid door tegenliggers. Wordt vervolgd. De gierzwaluwpannen bij de Remonstrantse kerk blijken nog niet te zijn geplaatst. Toegezegd is dat dit deze winter gaat gebeuren. We houden dit in de gaten. Broedvogelatlas Sovon Maarten Platteeuw is voor onze Vogelwerkgroep de coördinator van dit project. Elders in dit blad staat een artikel van hem met meer informatie over dit project. Hondsbossche en Pettemer Zeewering Er is een brief gestuurd o.a. namens de VWG naar de Deltacommissaris. Hij heeft destijds het advies aan de minister uitgebracht om te kiezen voor zand. Dit was echter voordat alle onderzoeken waren afgerond. Ons wordt steeds voorgehouden dat zijn keus en hard substraat onbespreekbaar zijn en we vroegen ons af of dit ook werkelijk zo is. En hoe denkt hij daar nu over, nu bekend is hoe nadelig deze keus voor de natuur zal zijn? Er kwam al snel een eerste reactie, dat geeft weer hoop. Natuurmonumenten en Vogelbescherming Nederland hebben nog steeds geen standpunt naar buiten toe uitgedragen, wat hoogst opmerkelijk is gezien het grote verlies aan natuurwaarde. Het Bestuur
Bergermeer De uitgestrekte weilanden langs de Kolonel Sneepweg in de Bergermeer worden regelmatig door onze leden bezocht. In de bloemrijke weilanden broedden voorheen veel weidevogels. Bij de molen zat een Steenuil in een nestkast en Kwartels laten zich hier in het voorjaar regelmatig horen. Al vaker hebben we echter ook al geschreven over minder verkwikkelijke zaken in deze polder, vooral de laatste jaren. Onlangs kregen we via Animo het volgende lijstje van een bewoner van het gebied: •Hondenuitlaatservices, die honden daar uitlaten (los, TD). Broedseizoen of niet, maakt niet uit. Speurhonden die daar worden uitgelaten. •Jagen vanuit auto’s, rijdend langs het water, b.v. eenden schieten. •Er wordt veel geoefend door Defensie, zo erg dat hij al eens plat op de grond moest wachten tot het over was. •Welwillende vrijwilligers die weidevogelnesten markeren, die dan vervolgens leeggerooft zijn. Iemand die eieren aan het rapen was, gezien. •Er wordt gestroopt.
22
DE KLEINE ALK
•Er hangen illegale netten voor visvangst. •Er komen lesauto’s (en motorfietsen, TD) oefenen. •Er wordt met modelvliegtuigjes gevlogen, of met vliegers, of met kites gesurft over de sneeuw. •Er wordt gemaaid voor 15 juni, en mest uitgereden. •Er gaan steeds meer mensen langs, ook met auto’s, want de SUV’s kunnen langs het hek. •Het is een afwerkplaats geweest. De Vogelwerkgroep heeft al verschillende keren contact gezocht met Natuurmonumenten over o.a. het plaatsen van een afrastering en de hondenuitlaatservice. Marcel Groot, ons contactpersoon daar, heeft ze eenmaal betrapt en gewaarschuwd en een andere uitlaatservice heeft hij gebeld (er stond op de auto een naam die we konden doorgeven). Het probleem is dat de grond nog van BBL (Bureau Bemiddeling Landbouwgronden) is en dat Natuurmonumenten (NM) dat mogelijk in de toekomst in beheer krijgt. Een moeilijkheid daarbij is de munitie die nog in de grond zit. Zo lang er nog geen overdracht heeft plaatsgevonden mag NM er niets doen. Dus ook geen hek zetten langs de Kolonel Sneepweg, zoals al eerder is geadviseerd. Overigens is wel al twee jaar achter elkaar laat gemaaid voor de aanwezige Kwartels. Alleen over het particuliere perceel net ten zuiden van het Defensie-hek heeft NM geen zeggenschap en dat wordt dus eerder gemaaid (rond eind mei; heeft mogelijk gevolgen voor een enkele Graspieper). Nestbescherming vindt waarschijnlijk alleen ten zuiden van de ringvaart plaats op enkele intensief gebruikte percelen direct langs de weg (geen echt grasland, maar eigenlijk akkers).
De Bergermeer langs de Kolonel Sneepweg.
Foto: Miranda Zutt-van der Made
DE KLEINE ALK
23
Van Pieter Korstanje (Beleidsmedewerker Groen en Landschap, gemeente Bergen) ontvingen we onderstaande aanvulling/reactie: “De Kolonel Sneepweg is geen openbare weg, daarom kan de gemeente hier niet handhaven op verkeer. Wanneer het om de jacht gaat is het de provincie die moet handhaven. Overigens is het de bedoeling dat de Sneepweg fietspad wordt met bestemmingsverkeer, zodat de Nationale Reserve die op het MOB-complex achterblijft wel bereikbaar blijft voor auto’s, maar er voor de rest alleen gefietst en gewandeld wordt. Verder loopt er een nieuw bestemmingsplan, waarbij het zuidelijke deel deze zomer al een natuurstatus krijgt. Voor het noordelijke deel is dit nog niet mogelijk omdat hier nog een agrariër zit die een stuk grond in eigendom heeft. Op dit moment wordt het terrein afgezocht op niet gesprongen munitie, zodat er straks gegraven kan worden zonder ongelukken. Het is de bedoeling dat eind dit jaar werkzaamheden starten in het zuidelijke deel, waarbij dit wordt ingericht voor waterberging en natuur. Het is o.a. het idee om tussen de Sneepweg en de graslanden een sloot te leggen, Hierdoor wordt het lastiger om het land te betreden. Wanneer alles is afgerond gaat de grond, zo is de bedoeling, naar Natuurmonumenten, waardoor die ook mee grip krijgen op het beheer.” Jullie merken dat er achter de schermen wordt gewerkt aan een betere bescherming van het gebied. Helaas gaat dat niet altijd zo snel als je eigenlijk zou willen. Tom Damm, Miranda Zutt, Pieter Korstanje
De nieuwe nationale atlas van vogelverspreiding: het veldwerk in het werkgebied VWG Alkmaar e.o. Ongetwijfeld hebben velen van jullie al in één of ander vogelblad gelezen over het begin december 2012 opgestarte nieuwe atlaswerk van Sovon Vogelonderzoek Nederland. Het gaat hier om een actualisering van het verspreidingsbeeld van de diverse in ons land in het vrije veld voorkomende vogelsoorten in zowel het winterhalfjaar als gedurende de broedtijd. De vorige atlas van winter- en trekvogels dateert inmiddels alweer van de jaren 1978-1983 en het moge duidelijk zijn, dat er sindsdien vele, vaak spectaculaire veranderingen zijn geweest in enerzijds het landschap en de stedelijke ontwikkelingen in ons land en anderzijds de respons in het voorkomen van vogels op zowel deze veranderingen als op bijvoorbeeld klimaatgerelateerde ontwikkelingen. Via de site www.vogelatlas.nl hebben potentieel geïnteresseerden al sinds het najaar van 2012 een zgn. ‘atlasblok’ van 5x5 km2 kunnen ‘claimen’, waarbij ze dan ook konden aangeven in welk winterseizoen en/of welk broedseizoen ze het desbetreffende blok zouden inventariseren. In het werkgebied van de VWG Alkmaar e.o. zijn, voor de
24
DE KLEINE ALK
wintertellingen, in principe alle atlasblokken geclaimd. In figuur 1 is aangegeven om welke atlasblokken het gaat en wie ze hebben geclaimd.
Figuur 1. Overzicht van de atlasblokken in het werkgebied VWG Alkmaar en welke waarnemers ze voor welk winterseizoen hebben geclaimd. atlasblok
14-51 14-52 14-53 14-54 19-11 19-12 19-13 19-14 19-21 19-22 19-23 19-24 19-31 19-32 19-33 19-34 19-35
winter
zomer
2014 2014 2012 2012 2013 2013 2012 2012 2012 2013 2012 2012 2013 2012 2012 2012 2012
2015 2015 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2014 2013 2013 2013 2013 2013 2013 2013
teller
Jaap Hooijmans Jaap Hooijmans Thea Scheepe - Dekker Herman Wolfswinkel Dook Vlugt Dook Vlugt Maarten Platteeuw Jurgen Rotteveel Kees Scharringa Maarten Platteeuw Maarten Platteeuw Stephan Koppes Wim van Gelder Jr Kees Scharringa Harry Smit Cor Thomas Hans Oudejans
DE KLEINE ALK
25
Het is nog een flinke klus om gedurende drie winterseizoenen en drie broedseizoenen al deze atlasblokken volgens alle regelen der kunst (zie http://vogelatlas.nl/static/vogelatlas/docs/Atlas-handleiding2012_web.pdf ) zo volledig mogelijk te inventariseren. Gedurende het zogenaamde ‘gouden grid’-onderzoek, een intensivering van het veldwerk in acht volgens een vast patroon gekozen 1x1 km-hokken in ieder atlasblok, worden waarschijnlijk zowel voor de winterverspreiding als voor de broedvogels de meeste soorten wel gevonden. Om echter de soortenlijst echt compleet te krijgen, de aantalsschattingen echt betrouwbaar en, in het broedseizoen, de broedzekerheid per soort (en de aantalsschattingen) zo goed mogelijk, is het, zo blijkt uit de ervaringen van de eerdere atlasprojecten, zeer gewenst om zo veel mogelijk aanvullend werk te doen. Deze aanvullende gegevens kunnen zowel betrekking hebben op hetzelfde seizoen als waarvoor het veldwerk per atlasblok is geclaimd als ook in andere seizoenen binnen het driejarige project. Voor de aanvullende gegevens kunnen alle waarnemingen van vogels uit winterseizoen en broedseizoen (de laatste mits voorzien van een indicatie omtrent de mogelijkheid, waarschijnlijk of zekerheid van broeden) uit bovengenoemde atlasblokken worden gebruikt. Ook waarnemingen ingevuld in waarneming.nl worden gekoppeld aan de vogelatlas. Wees daarbij zo volledig mogelijk met je omschrijving. Dus ook aangeven wat je de vogel hebt zien doen: zingen, nestbouw, paren e.d. Voor een zinvolle vergelijking van de resultaten van het huidige atlaswerk met dat van de vorige atlas is het eigenlijk nodig dat van zo veel mogelijk atlasblokken in ieder geval de soortenlijst compleet wordt en betrouwbaar is. Om deze reden heeft Sovon dan ook zgn. ‘districtscoördinatoren’ aangezocht en de districtscoördinator (Kees Scharringa) van ‘ons’ district Noord-Holland noord heeft bij de VWG Alkmaar gezocht naar een contactpersoon (Maarten Platteeuw) tussen hem en de VWG-leden. Bij deze willen we dan ook een pleidooi doen aan alle actieve vogelaars binnen de VWG om zo veel mogelijk hun losse waarnemingen van vogels binnen het werkgebied zo nauwkeurig mogelijk, in ieder geval op het niveau van atlasblok, te noteren. Daarbij rekent de contactpersoon binnen de VWG het tot zijn taak om te trachten contact te leggen met en tussen alle vogelaars die één of meer atlasblokken binnen ons werkgebied én eraan bij te dragen dat zowel zij als de andere actieve vogelaars hun waarnemingen aan het atlasproject ten goede kunnen laten komen. Maarten Platteeuw, Kotterstraat 40, 1826 CE Alkmaar, (072) 561 73 94, (0651) 47 61 73,
[email protected] Kees Scharringa, Trompenburg 26, 1852 CD Heiloo,
[email protected]
26
DE KLEINE ALK
2013: het Jaar van de Patrijs De meesten van jullie weten al dat 2013 het Jaar van de Patrijs is geworden. We hopen dat veel mensen een bijdrage willen leveren. De basis bestaat uit twee maal een telling. De eerste telling vindt binnenkort plaats tussen half februari en eind maart. Vandaar dat we jullie nogmaals willen attenderen op die telling. In september volgt dan de tweede. Vaker tellen mag natuurlijk altijd. Hieronder wordt in het kort uitgelegd waarom de Patrijs tot soort van het jaar 2013 is gekozen, wat je kunt doen als vrijwilliger en waar je meer informatie kunt vinden. Waarom Nog maar veertig jaar geleden was de Patrijs een kenmerkende soort van het Nederlandse platteland. Maar sinds de jaren zeventig zijn de aantallen met ruim 95% afgenomen. De Patrijs is bezig te verdwijnen uit Nederland. Sovon en Vogelbescherming willen dat niet laten gebeuren en hebben daarom 2013 uitgeroepen tot het Jaar van de Patrijs. Waar zit de Patrijs? Voor een goede bescherming is kennis nodig. Waar zitten Patrijzen en hoeveel zijn
Op zoek naar de Patrijs.
Foto: Jan Stok
DE KLEINE ALK
27
dat er? Wat zijn de kenmerken van die plekken en hoe goed doen ze het daar? Met gerichte tellingen hopen we hierover zoveel mogelijk gegevens te verzamelen. Daarnaast willen we ook iets voor de Patrijs gaan doen. In een aantal gebieden proberen we de leefomstandigheden voor Patrijzen alvast te verbeteren. In die gebieden wordt geëxperimenteerd met inrichtingsmaatregelen en beheervormen, en wordt onderzocht welke daarvan wel en niet succesvol lijken te zijn (contact:
[email protected]). Wat kun jij doen? Tellen! We roepen iedereen op om mee te doen aan de tellingen die we in het Jaar van de Patrijs organiseren. We vragen je minimaal twee keer te tellen. Zelfs als je nog over weinig kennis van de Patrijs beschikt, kun je meedoen. Hoe moet er geteld worden en wanneer? Op www.jaarvandepatrijs.nl staat alle informatie over het project. Daar vindt je o.a. een uitgebreide handleiding voor de tellingen, een beknopte telflyer voor in het veld en een powerpointpresentatie die gebruikt kan worden om mensen te enthousiasmeren. Doe mee voor de Patrijs! SOVON & Vogelbescherming
Ontdek Natuurmuseum Westflinge Westflinge is een heerlijk regionaal Natuurmuseum dat zich richt op de ontstaansgeschiedenis van de regio midden West - Friesland met ook de daarbij behorende rijk geschakeerde flora en fauna. In prachtige diorama’s en verschillende uitstallingen wordt uitgelegd hoe het landschap is ontstaan en welke dieren er hebben geleefd. Van gesteenten, mineralen, schaaldieren, schelpen en fossielen naar de uitstallingen van dag- en nachtvlinders is maar een kleine stap. Het vogeldiorama met ca. 90 dieren en de historische stereoscoop met glasplaatfoto’s van Burdet, zijn voor vogelliefhebbers een must. Als sluitstuk zijn een aantal uitstallingen als een reis door de tijd te ervaren. Van 550 miljoen jaar geleden tot en met de laatste IJstijd met mammoet en andere dieren. De reis eindigt met de uitstalling van mens en dier in de Prehistorie en vroegste bewoning in het Geestmerambacht. Openingstijden: Iedere zondag van 13.30 tot 16.30 van 1 maart tot 1 november. In juli en augustus tijdens de Langedijkerdagen ook op de woensdagen. Groepen vanaf
28
DE KLEINE ALK
10 personen kunnen elke dag een afspraak maken. Entree: volwassenen €2,00, kinderen t/m 12 jaar €1,00. Contact: (072) 564 39 47,
[email protected] Meer informatie: www.museumwestflinge.nl, Kerkplein 2, Sint Pancras
Lezingen Woensdagavond 20.00 uur buurthuis “De Eendracht”, Papaverstraat 9 te Alkmaar. De KNNV-lezingen zijn chronologisch verwerkt in de overzichten en herkenbaar aan “[KNNV]”; deze vinden plaats in Wijkcentrum Overdie, Ruusbroechof 97 te Alkmaar. Woensdag 20.00 uur. Parkeren Bergerhof Rondom de Eendracht mag tot 20.00 uur alleen geparkeerd worden met een speciale vergunning. Je kan het best parkeren langs de Kruseman van Eltenweg en daar een paar centen in de meter gooien, want een boete is zonde van het geld. [KNNV] Woensdag 27 maart: Rob Monsees met Australië Zie hiervoor de uitgebreide aankondiging in het vorige nummer. Dinsdag 19 maart: Publieksavond met Nico de Haan Nico de Haan komt in samenwerking met Zeiss/Bynolyt naar Vogelwerkgroep Alkmaar e.o. om een avond te verzorgen waarin het genieten van vogels kijken centraal staat. Nico de Haan werkte bijna 30 jaar bij Vogelbescherming Nederland. Naast het maken van televisie- en radioprogramma’s en het realiseren van documentaires geeft Nico ook vogelcursussen (zie ook www.vogelskijken.nl), geeft hij managementtrainingen en leidt hij excursies. Met zijn droge humor weet hij aan velen, jong en oud, zijn passie voor vogels over te brengen. De toegang is gratis. Kom op tijd want vol = vol! Programma 19:30 uur 20:00 uur 20:10 uur 20:50 uur 21:00 uur
Zaal open en gelegenheid om (op eigen kosten) een kopje koffie of thee te drinken Een korte inleiding door de voorzitter Harry Smit van Vogelwerkgroep Alkmaar e.o. Een powerpointpresentatie van Nico de Haan: Happen en Stappen in Vogelland Een korte vogelquiz waarmee je een Zeiss-verrekijker kan winnen en informatie over verrekijkers Pauze
DE KLEINE ALK
29
21:30 uur 22:15 uur 22:30 uur
Presentatievideo over roofvogels met live commentaar van Nico Afsluiting en bekend maken van de prijswinnaar Einde
Locatie Deze avond wordt gehouden in Wijkwaard, Muiderwaard 224 in Alkmaar. Woensdag 17 april: Roelf Hovinga met De natuur van Noord-Iran Iran komt hier vooral in het nieuws door z’n omstreden nucleaire programma, gesluierde vrouwen en ronduit enge regeringsleiders. Tijdens zijn reizen naar dit land ondervond Roelf Hovinga dat de werkelijkheid geheel anders is en het land veel meer heeft te bieden. De bevolking is zeer gastvrij en de natuur erg gevarieerd. Tijdens deze lezing staan we stil bij de natuur in Mazandaran, een provincie in het noorden van het land. Het landschap varieert hier van hoge bergtoppen met eeuwige sneeuw, uitgestrekte bosgebieden tot omvangrijke moerassen. Deze avond staat vooral in het teken van de grote variatie aan vogelsoorten die hier broedt en overwintert. Door de geografische ligging en variatie aan leefgebieden zijn dat zowel vertrouwde Europese als minder bekende soorten als Siberische kraanvogel, Keizerarend en Witstaartkievit. Ook planten, dagvlinders en de lokale cultuur zullen deze avond aan bod komen.
Zwartkopgors.
Foto: Roelf Hovinga
[KNNV] Woensdag 24 april: Joke Stuurman met Nachtvlinders In Nederland en België komen meer dan 2000 soorten nachtvlinders voor, waarvan er ongeveer 900 tot de grotere nachtvlinders (macro-nachtvlinders) behoren. De overige 1100 soorten betreffen de kleine nachtvlinders (micro-nachtvlinders).
30
DE KLEINE ALK
De nachtvlinders zijn in families onderverdeeld. Bij de macro-nachtvlinders vormt de familie uilen (Noctuidae) met meer dan 350 soorten de grootste groep. Ook de spannerfamilie (Geometridae) is met ongeveer 300 soorten een grote groep. Daarnaast zijn er nog een aantal bekende families, onder andere de beren (Arctiidae), Pijlstaarten (Sphingidae), bloeddrupjes (Zygaenidae), waartoe de Sint Jansvlinder behoort. Dit is een dagactieve nachtvlinder. Ook in andere families komen dagactieve soorten voor. De kolibrievlinder – een pijlstaartvlinder – is misschien een bekend voorbeeld. Verder zijn er nog een aantal wellicht minder bekende families zoals boorders (Hepialidae en Cossidae), spinners (Lasiocampidae) enz. Deze families komen in de lezing ook aan bod. De groep kleine nachtvlinders is ook in families opgesplitst en over deze groep is veel te vertellen en te laten zien. Zakdragers, stippelmotten, bladrollers en ook een groep grotere kleine nachtvlinders (Pyralidae) passeren de revue. Tijdens de lezing zullen de rupsen niet ontbreken, waarbij waardplanten en biotopen worden getoond. Kortom; een gevarieerde lezing, waarbij duidelijk zal worden, dat de nachtvlinders een kleurrijke en interessante groep vlinders betreffen. Woensdag 15 mei: leden tonen eigen plaatjes Onze leden reizen heel wat af op zoek naar vogels; in ons eigen land, maar ook ver daarbuiten. Tijdens die tochten worden er vele mooie vogelplaatjes geschoten. Vanavond stellen we jullie in de gelegenheid deze te delen. Geef je hiervoor zo spoedig mogelijk op bij Harm Niesen (
[email protected], (072) 589 42 19. Harm Niesen,
[email protected] [KNNV] Rob Monsees,
[email protected]
Excursienieuws Alle excursies vertrekken vanaf de parkeerplaats achter station Alkmaar, tenzij anders vermeld. Dat is met name het geval bij de KNNV-excursies, waarvan soms een flink deel ’s avonds doordeweeks is. Deze zijn chronologisch verwerkt in de overzichten en herkenbaar aan “[KNNV]”. Zie ook internet http://www.vwg-alkmaar.nl/ en http://www.knnv.nl/alkmaar/. Zaterdag 13 en zondag 14 april: Limburg o.l.v. Jan Stok Zuid-Limburg in het voorjaar is natuurlijk altijd genieten. De voorjaarsflora komt net op gang, de Middelste bonte spechten baltsen volop en ook de overige specialiteiten zoals Taigaboomkruiper (ondersoort Kortsnavel-) en Europese kanarie zijn met wat moeite vaak wel op te sporen. Afhankelijk van de interesses van de deelnemers zullen we pogingen doen om Dassen of andere leuke niet-vogels te zien te krijgen. Deze excursie is volgeboekt.
DE KLEINE ALK
31
Zondag 12 mei: Texel o.l.v. Marco Witte Deze excursie behoeft natuurlijk geen uitgebreide aankondiging: Texel in het voorjaar staat al sinds het begin van de jaartelling op onze agenda. En terecht natuurlijk. Juist in deze periode is de trek op zijn hoogtepunt, zingt alles volop en wie weet zien we zelfs Morinelplevieren! We bezoeken de diverse natuurgebieden op het eiland zoals de lepelaarkolonie, het nieuwe gebied Utopia en natuurlijk de noordpunt waar zich veel trekvogels verzamelen. Vertrek: 7:15 uur, boot 8:30 uur. Duur: hele dag. Zaterdag 1 juni: Lauwersmeer o.l.v. Pierre van der Wielen Het Lauwersmeergebied is gedurende het hele jaar een ware magneet voor vogels. In deze periode is vaak nog wat steltlopertrek gaande en we gaan ook zeker proberen de balts van de Grauwe kiekendieven te bewonderen. Afhankelijk van het getij gaan we ook nog enkele buitendijkse gebieden langs de Waddenkust bezoeken. Vertrek: 7:00 uur. Duur: hele dag. Zaterdag 24 augustus: Makumer- en Workumerwaard o.l.v. Mart van Zweeden Juist in deze periode is deze regio met zijn grote rietmoerassen, ondiepe kusten en weidse graslanden bijzonder vogelrijk. Kemphanen en andere steltlopers komen in grote aantallen door, er zijn vrijwel altijd wel Reuzensterns en Krooneenden te zien en met een beetje geluk ook nog Buidelmezen. Op de heen- of terugweg maken we mogelijk nog stops op Kornwerderzand of Breezanddijk om te zoeken naar zangvogels. Vertrek: 7:30 uur. Duur: hele dag. Zaterdag 14 september: vaartocht door de Biesbosch o.l.v. boswachter Hier wordt nog aan gewerkt maar het is de bedoeling om de geweldige excursie van een paar jaar geleden nog eens dunnetjes over te doen. Dit houdt in dat we ’s ochtends met een fluisterboot gaan rondvaren en in de middag in enkele gebieden met veel watervogels gaan wandelen. Kosten per persoon €20,00. Wanneer te betalen volgt later. Aanmelden kan vanaf heden. Leden van de Vogelwerkgroep hebben voorrang bij aanmelding. Vertrek: 7:00 uur. Duur: hele dag. Het wordt op prijs gesteld als u zich uiterlijk drie dagen voor aanvang van de excursie aanmeldt, zodat tijdig de beschikbaarheid in de auto’s kan worden geregeld. Doe dit voor de VWG-excursies bij Erwin van Saane, voor de KNNV-excursies bij de excursieleiders (ook voor inlichtingen), zie onder. Er wordt voor de auto’s gerekend met een tarief van 15 cent per kilometer. We raden de bestuurders aan in het bezit te zijn van een inzittendenverzekering. Erwin van Saane,
[email protected] of (072) 564 43 25 of (0623) 70 84 61 [KNNV] Sipke Gonggrijp (072) 506 74 95, Rob Monsees (072) 589 47 13 of Jan Verkaik (072) 561 56 05
32
DE KLEINE ALK
Buitencentrum Schoorlse Duinen Openingstijden: dinsdag tot en met zondag van 10-17 uur. In het buitencentrum vindt u bosbrasserie IJgenweis. Daar kunt u genieten van biologische streekproducten. Voor alle excursies en activiteiten aanmelden op (072) 509 33 52 (ook voor inlichtingen), tenzij anders vermeld. Expositie Re-Bird, tot en met 30 maart Vogels zijn allemaal heel verschillend. Ieder met een eigen karakter: deftig, vrolijk, actief, vertederend, elegant... Zo ook de vogels van de Utrechtse kunstenares Karin Bauman. Ze maakt fascinerende beelden van afvalmaterialen. Als je goed kijkt, herken je soms onderdelen van een fiets, stofzuiger, tuingereedschap of sieraden. Van de afgedankte, verloren of vernielde resten van de welvaart en mèt haar kunstzinnigheid creëert zij nieuwe vogels. Op speelse wijze vraagt ze aandacht voor onze leefwijze en het beperkter worden van de vogelstand, wat in haar ogen met elkaar verbonden is. Nieuwsgierig? Kom een kijkje nemen in Buitencentrum Schoorlse Duinen van Staatsbosbeheer. http://www.staatsbosbeheer.nl/, Activiteiten, “Schoorl” of Natuurgebieden, “Schoorlse Duinen” (of klik op Noord-Holland en op Schoorlse Duinen)
Waarnemingenoverzicht november 2012 t/m januari 2013 Gebiedsafkortingen: HbZ = Hondsbossche Zeewering NHD = Noord-Hollands Duinreservaat
TB = telpost Bergen aan Zee TC = telpost Camperduin
Deze periode werden maar liefst 7066 waarnemingen ingevoerd. Opvallend veel daarvan uit het Geestmerambacht en omgeving waar bezoekers aan een Bruine boszanger ook allerhande andere leuke waarnemingen deden. In deze periode viel ook een flinke koudeperiode; blijkbaar de langste sinds 1963! Gelukkig bleef er veel open water waardoor de gevolgen voor soorten als IJsvogel, Roerdomp mee lijken te vallen. Wel was de vorst mogelijk fataal voor de Bruine boszanger. De gehele periode zaten er grote aantallen Roodkeelduikers voor de kust. Zo werden er op 29-12 ruim 1300 langs Camperduin geteld. Op diverse andere data werden er vele honderden gemeld. De Parelduiker die van 25-11 tot en met 13-12 op de Zomerdel in het Geestmerambacht verbleef was door zijn tamme gedrag bijzonder populair bij vogelaars en fotografen. Nadat ie een dagje kwijt was, werd de vogel op 15/16-12 op het Noord-Hollands Kanaal teruggevonden. Er waren twee waarnemingen van IJsduikers: de eerste werd door een groep waarnemers gezien toen de vogel op 17-11 langs de HbZ naar zuid vloog. De tweede was op 26-12 op dezelfde locatie.
DE KLEINE ALK
33
Parelduiker, Geestmerambacht.
Foto: Jan Stok
Er werd slechts één Roodhalsfuut gemeld. Deze vloog op 24-11 langs de HbZ naar noord. Kuifduikers deden het maar iets beter met 1 op 16-12 en 13-1 langs de HbZ. Op 14-12 verbleef een Geoorde fuut op het Geestmerambacht. Op 7-11 werd een Grauwe pijlstormvogel langs de HbZ gezien. Een vrij late Noordse pijlstormvogel vloog op 11-11 langs de HbZ. Eén van de zeer weinige Stormvogeltjes dit jaar in NL vloog op 12-11 langs de HbZ naar zuid. Ondanks het regelmatig verblijven van Kuifaalscholvers in IJmuiden en Den Helder, blijft het hier toch een schaarse soort. De enige waarneming was op 16-12. Roerdompen deden het duidelijk beter en waren tijdens de vorstperiode ook erg zichtbaar. Er werden er tot maximaal 4 in het Geestmerambacht gezien en ook in de Bergerpolder, Eilandspolder, Sluispolder (Bergen), Oudorp en de Polders L en R nabij Burgerbrug en Petten werden Roerdompen gezien. De enige Kleine zilverreiger uit de periode zat op 3-1 in De Putten. De Grote zilverreiger blijft het uitstekend doen. Er waren maar liefst 77 waarnemingen met in de Schermer, rond Heiloo en Bergen ook groepjes van 3 tot 4 stuks. Zijn er inmiddels al slaapplaatsen van deze soort bekend uit ons werkgebied? Bijzonder laat was de Zwarte ooievaar die op 8-12 van Callantsoog tot in het NHD werd waargenomen. Twee Lepelaars verbleven tot aan de vorstinval in en nabij De Putten. Daarnaast was er een melding van 12 stuks vliegend over Bergen op 19-1. Langs de kust en bij het Geestmerambacht werden in de periode zes waarnemingen van Kleine zwanen gedaan. De aantallen zijn echter nog maar een fractie van wat we hier 10 jaar geleden zagen; de grootste groep bestond uit slechts 18 vogels. Wilde zwanen werden beduidend meer gemeld. Er werden er tot 8 op de Zomerdel in het Geestmerambacht gezien en ook in de Diepsmeerpolder zit nog steeds de bekende
34
DE KLEINE ALK
vogel. Een opvallende waarneming is die van 75 bij Heiloo op 30-12. Ganzen deden het ook vrij goed. Begin november en bij de vorstinval werden regelmatig overvliegende groepen Toendrarietganzen gezien. De grootste groep (240 stuks) was op 12-1 over de Damlanderpolder. Kleine rietganzen verbleven in de Harger- en Pettemerpolder (1), Koedijk (2) en 55 in Polder Q op 28-1. Overvliegend werden er langs de kust 75 op 24-11 en 16 op 30-11 gezien. Kolganzen blijven maar toenemen met deze winter circa 2400 stuks in de Harger- en Pettemerpolder. Dat maakt het zoeken naar Dwergganzen er niet makkelijker op. Ze arriveerden laat deze winter. De eerste werden pas op 4-1 gezien. Tot de vorstinval werden er tot maximaal 42 gemeld. Daarna leken ze kwijt maar bleken ze (deels?) in grote groepen ganzen tussen het Noord-Hollands Kanaal en Burgerbrug te zitten. Door de grote afstand waren ze hier veel moeilijker te bekijken en er werden er slechts maximaal 4 gezien. Na de vorst zaten er al snel weer circa 10 achter De Putten. Opvallender waren de Sneeuwgans die op 5-11 over de Bergermeer vloog en de drie ontsnapte Ross’ ganzen die op hun tournee door Noord-Holland op 14-1 kort ons werkgebied aandeden. Ze werden zowel in Polder Q als achter De Putten gezien. Ook leuk waren de 5 Witbuikrotganzen die vanaf 16-12 in de Harger- en Pettemerpolder zaten. Op 8-11 vloog een IJseend langs het NHD. De overige meldingen waren van Camperduin met 1 vogel op 17-11 en 4-1 en maar liefst 7 op 3-1. Het bekende ontsnapte vrouwtje Buffelkopeend verbleef weer de hele winter op de Zomderdel in het Geestmerambacht. Van 11-12 tot de vorstinval op 13-1 zat er een vrouw Nonnetje op De Putten. Een tweede vogel zat op 8-12 en van 24-1 tot 30-1 3 op het Geestmerambacht. Op 20-1 vlogen er 3 over Bergen. Een Zeearend vloog op 19-1 over zee van IJmuiden tot op Texel en werd ook in onze
De Kleine burgemeester van Heiloo.
Foto: Jan Stok
DE KLEINE ALK
35
Steenuil, Heerhugowaard.
Foto: Hans Brinks
regio gezien en wel bij Bergen aan Zee. Er werden vier Bruine kiekendieven gemeld. Onduidelijk is echter of Blauwe kiek wel is uitgesloten, winterwaarnemingen in Noord-Holland zijn immers erg schaars. En Blauwe kiekendieven werden deze winter nu juist opvallend veel waargenomen. Er werden 84 waarnemingen doorgegeven. Er sliepen er minimaal 4 in de Kleimeer en verder waren er vooral veel waarnemingen in de grote, open polders langs de kust. Op 9-11 werd in het NHD een Ruigpootbuizerd gezien. Er zijn slechts 5 Smellekens doorgegeven. Met 65 waarnemingen deden Slechtvalken het beter. Naast de vaak gemelde vogel nabij De Putten werden er in (alweer) het Geestmerambacht, Heerhugowaard west, de Schermer, Heiloo, het NHD en boven Alkmaar Slechtvalken gezien. Kortom, overal waar regelmatig mensen kijken... Op 25-11 vloog een Kraanvogel over de Diepsmeerpolder. Op 9 tot 14-11 zat daar ook een Kluut, niet zo gebruikelijk daar in de winter. Paarse strandlopers werden, zoals gebruikelijk, alleen in De Putten en op de HbZ gezien, maar de aantallen waren hoog dit jaar, tot maximaal 36. Op 6-1 liepen nog 5 Kemphanen in Polder Q. Op 16-1 liepen nog 2 stuks bij het Groot Ganzenveld. Zoals altijd werden in de koudeperiode in de diverse kwelslootjes nabij de kust weer Bokjes gezien. Vroeger in het seizoen werden er in natte duinvalleien tot maximaal 5 bijeen gevonden, op 9-11 in het
36
DE KLEINE ALK
Buizerdvlak (NHD). Op 16-12 werden nabij De Putten 2 Grutto’s gefotografeerd. Ook laat waren de Groenpootruiters op 3-11 in De Putten en op 5-11 in het NHD. Rosse franjepoten waren schaars dit najaar. Bij ons vloog er 1 op 4-11 langs de HbZ. Late Zwartkopmeeuwen zaten in de Bosmolenpolder op 18-11 en een andere zat op 22-12 bij Camperduin. De enige doorgegeven Vorkstaartmeeuw vloog op 8-11 langs de HbZ. Op 26-12 zaten er Geelpootmeeuwen in De Putten en op het strand ten zuiden van Hargen. Pontische meeuwen werden meer waargenomen met op 2 en 111 1 op de HbZ, op 15-1 1 in Egmond, op 25-1 2 op zee t.h.v. de Schoorlse Duinen en 3 op het Noord-Hollands Kanaal in Alkmaar en de laatste zat in het NHD op 27-1. Zoekt iemand wel eens de meeuwen bij de vuilverbranding af? Op 17-11 en 12-12 zat er een Kleine burgemeester in de Overdie en vanaf 28-1 werd er regelmatig 1 in Heiloo gezien. Dezelfde vogel? De laatste Grote stern vloog op 14-11 naar zuid. Ook Alk/Zeekoeten deden het erg goed met regelmatig aantallen van >5000/dag langs de diverse telposten. Ook werd er op 28-11 een nieuw record geteld: 14.739 langs de HbZ. Als de waarnemingen van pleisterende vogels representatief zijn, zitten er nu aardig wat Alken tussen de Zeekoeten. Op 6-11, 16-11 en 29-12 vloog telkens 1 Kleine alk langs de HbZ naar zuid. Papegaaiduikers waren talrijker met op 11-11, 24-11, 12-12 telkens 1 en op 16-12 en 4-1 telkens 2 stuks langs de HbZ. Er werden 31 IJsvogelwaarnemingen doorgegeven, waarvan meerdere van na de vorstperiode. De derde koudeperiode in drie jaar heeft ze dus niet allemaal de das omgedaan. Er waren slechts twee waarnemingen van Strandleeuweriken: op 4-11 5 over Bergen aan Zee en op 11-11 11 over de HbZ. Tussen 15 en 17-11 verbleef er een Grote pieper op de HbZ, op 17-11 vloog er nog 1 over het NHD en de laatste vloog
Appelvink in de Rekerhout.
Foto: Roelof de Beer
DE KLEINE ALK
37
op 24-11 over de Kleimeer. Er zaten in nov/dec tot maximaal 3 Waterpiepers in de Kleimeer. Op 24-11 zat er 1 bij Graft-De Rijp en 16-12 3 nabij Bergen. Winterwaarnemingen van Rouwkwikstaarten zien we niet heel veel. Een adulte man zat op 30-11 bij Noord-Scharwoude en op 12-12 zat er 1 tussen wat Witte kwikken in de Wimmenummerduinen. In het vorige overzicht sprak ik over een mogelijk invasie van Pestvogels. Nu, dat is aardig goed uitgekomen. Er werden maar liefst 156 waarnemingen doorgegeven. De piek was in november met afnemende aantallen gedurende december. Na de jaarwisseling zijn slechts twee waarnemingen van telkens 1 vogel doorgegeven. Leuke groepen waren 45 in ’t Rak Noord, 43 in Alkmaar Centrum, 25 in Zuid-Scharwoude en 40-50 over Heerhugowaard. Een late Gekraagde roodstaart zat op 6-11 in het NHD. Zoals gebruikelijk probeerden op diverse plekken in en nabij de duinen Roodborsttapuiten te overwinteren. Tot aan de vorstperiode waren er waarnemingen op vier locaties, erna geen meer. Op 8-12 werd in het Geestmerambacht een Bruine boszanger ontdekt. Deze werd tot 20-12 regelmatig doorgegeven. Daarna werd het stil tot ie op 14-1 weer werd teruggevonden. Op 18-1 (na sneeuw en flinke vorst) was de vogel toch echt weg (of dood...). Bij deze vogel werd ook regelmatig een Tjiftjaf waargenomen. Op diverse locaties in het NHD werd regelmatig een Klapekster gemeld; telkens dezelfde of zouden er meer overwinteren? Tot op heden geen waarnemingen uit de Schoorlse duinen! Vanaf 15-12 was de Bonte kraai bij Zuid-Scharwoude weer terug op zijn stekkie. Wel bestreek de vogel deze winter een groter gebied en werd vaak op boerenerven bij de maïskuil gezien. Eén van de laatste in Nederland. Op 4-11 vloog een IJsgors over De Putten en op 11-12 1 over de HbZ. Op 4-11 trok een Dwerggors wat bezoek in de Wimmenummerduinen en daar werd de vogel ook op 9-11 nog gemeld. Bij Egmond-Binnen zit ook deze winter weer een groep Geelgorzen. Er werden er tot 23 gemeld. Pierre van der Wielen,
[email protected]
38
DE KLEINE ALK
31: De Oervraag
Het bijzondere aan China is dat het direct onder de oppervlakte miegelt van oudheden. Vrijwel iedere welgemikte spade doet schatkamers vol antiek en fossielen openspringen. Struikelend kwam ik langs een inderhaast neergekwakte loopplank aan land en ik wist me nog net aan een iel boompje vast te klampen. Een grasmusje schoot weg uit mijn ooghoek. Maar wat kon mij dat schelen? Daar was ik niet voor gekomen, want daar hebben we er thuis zat van. Om die te zien hoef je niet een oceaan, een zeestraat en nog een oceaan met piraten, kooplui en ander gespuis voor te doorkruisen. Niet om de levende fladderaars boven de grond maar om de stenen exemplaren onder de zoden ging het mij. Bij wijze van good-bye werd mij mijn koffer achterna geworpen. Blij toe was ik van deze zeelui verlost te zijn. Eindelijk kon ik aan het werk. Met enkele schreden landinwaarts was ik op een plek aangekomen die het proberen waard was. Ik plaatste de schop in de aarde, zette er mijn voet op en hoorde de eerste fossiele botten kraken. Heerljk! Krachtig snoof ik een teug frisse lucht op en zette de arbeid voort tot het gat bijna een meter diep was. Of het een vrouwelijk of een mannelijk exemplaar was kon ik ondanks al mijn voorbereidingen niet zeggen, maar wel was duidelijk dat het hier om een zeer oude vogel ging. Een Archeopteryx? Zoiets, hield ik mezelf voor. En waarom ook niet. Dit nieuwe China verrast niet alleen met Olympische Spelen, economische groei en zonnepanelen – om maar een paar dingen te noemen – maar met nog veel meer. De grootste verrassing van allemaal is de doorkijk die dit land ons biedt op de aller-aller-verledenste tijd, die zo ver achter ons ligt dat de menselijke ervaring er op tientallen miljoenen jaren achterstand achteraan hinkelt. Wat opviel aan die goedgeconserveerde snavel was een rij dikke tanden, waar ook nog eens gleufjes inzaten om prooien extra goed mee te vermalen. Zo indrukkend, dat de vraag zich opdrong hoe zo’n goed gebouwde vogel ooit kon zijn uitgestorven. Wat at het dan, wat er eerst wél was en later niet meer? Wat heeft dit prooidier doen verdwijnen? Diezelfde vogel, zegt u? Ja, zo weet ik er nog wel een paar, meneertje of mevrouwtje die dit leest. U denkt veel te makkelijk over zaken die zich 60 miljoen jaar geleden afspeelden. Waarmee maar gezegd is dat de vraag of je met een mannetje of een vrouwtje te maken hebt er een van alle tijden is.
DE KLEINE ALK
39
De tweede prijs van de Nationale gedichtenwedstrijd ging naar Elly Stolwijk uit Alkmaar met haar gedicht ‘Waarom de zilvermeeuw in de nacht boven de parkeerplaats moet schreeuwen’: waarom de zilvermeeuw in de nacht boven de parkeerplaats moet schreeuwen er is dat veld, dat beweegt als je je hoofd beweegt, je hoofd voorover beweegt in mijn schoot. het witte veld waarover de binnenkant van mijn pols zich wil verlengen, handpalm ook, de arm gestrekt. je hemd dat los moet, dat witte, de woorden die los uit de zinnen misselijk makend niet kunnen zeggen wat er is. wat beweegt van binnen. wat wil schreeuwen boven braak liggend land, met honger.
Oplossing pagina 10: Plofkip
40
DE KLEINE ALK