De Kas
3
Voorwoord
5
Lusthof Utrecht
8
De Kas 0 Frank Halmans
16
De Kas 1 Reinier Lagendijk
24
De Kas 2 Anna van Suchtelen
32
De Kas 3 Halina Zalewska
40
De Kas 4 AtelierNL en Maarten Kolk
48
De Kas 5 Lisette Verkerk
56
De Kas 6 Jan Koen Lomans
64
Colofon
1
Periode
De Kas
De tuin
2
De Kas
2004 – 2008
Voorwoord
tuin was toen nog in de ‘oude’ staat. De werkperiode van Halina Zalewska in 2007 vond plaats net
In 2004 werd de kas in de tuin van de Kunstuitleen
voordat de tuin verbouwd werd. Maarten Kolk en
aan de Maliebaan 42 in Utrecht geplaatst. Het
AtelierNL (Lonny van Rijswijck en Nadine Sterk)
ontwerp van de kas was van de hand van Jurgen
beleefden tijdens hun ‘residence’ de realisatie van
Bey en onderdeel van zijn plan – eveneens uit 2004
het nieuwe tuinontwerp. In 2008 ging eerst Lisette
- om de tuin te transformeren in Lusthof Utrecht:
Verkerk en daarna Jan Koen Lomans aan het werk
een zinnenprikkelende tuin waar het publiek in
in de vernieuwde tuin.
contact komt met kunst en vormgeving. Het plan van Jurgen Bey voor de tuin was ambitieus en het
Dit boek geeft een beeld van de projecten die
duurde tot 2007 voordat dit daadwerkelijk gerea-
van 2004 tot en met 2008 in de tuin hebben
liseerd kon worden. De kas stond er echter al met
plaatsgevonden. Drie auteurs – Jelle Bouwhuis,
het idee dat kunstenaars deze als atelier konden
Karen Duking en Erik van Tuijn - beschrijven de
gebruiken en vanuit de kas zouden reageren op
projectperiodes en het werk van de kunstenaars
de tuin. De eerste kunstenaar die zijn intrek nam
en ontwerpers die in De Kas verbleven. In het
in dit tuinatelier was Frank Halmans. Hij richtte de
inleidende essay schrijft Peter van Kester over de
kas in als Werkruimte voor een tuinman en sug-
kenmerkende ontwerpvisie van Jurgen Bey die ook
gereerde dat hier een tuinman bezig was een plant
ten grondslag lag aan Lusthof Utrecht.
te kweken in de vorm van een mooi meisje. Het project van Frank Halmans – die de kas gebruikte
Het project De Kas gaat de komende jaren verder,
als droomplek, waar de kunstenaar zijn fanta-
met de wens dat door de activiteiten van kunste-
sieën loslaat en ideeën ontwikkelt in relatie tot de
naars die in de tuin plaatsvinden Lusthof Utrecht
tuin - was een mooie opmaat voor De Kas, een
zijn uiteindelijke vorm krijgt.
samenwerkingsproject van Centrum Beeldende Kunst Utrecht en Kunstuitleen Utrecht dat startte
Iris Stelder,
in 2006. CBKU had vanaf het begin een rol ge-
Centrum Beeldende Kunst Utrecht
speeld bij het ontwikkelen van een concept voor de tuin en was adviseur bij de keuze voor Jurgen
Pieternel Linssen,
Bey en Frank Halmans. Met het project De Kas
Kunstuitleen Utrecht
wilden CBKU en Kunstuitleen Utrecht de krachten bundelen om een bijzonder podium te creëren
maart 2009
voor Utrechtse en niet-Utrechtse kunstenaars dat functioneert als ontmoetingsplek met het publiek. De kunstenaars die ‘in residence’ gingen in De Kas kregen de opdracht een project in of vanuit de kas uit te voeren en een semi-permanent kunstwerk achter te laten voor de tuin. Elke werkperiode – die vier à vijf weken duurde – werd afgesloten met een openbaar kunstenaarsgesprek onder leiding van een kunsthistoricus. In 2006 verbleven Reinier Lagendijk en Anna van Suchtelen in De Kas. De
Lusthof Utrecht
3
Periode
De Kas
De tuin
4
De Kas
2004 – 2008
Lusthof Utrecht De terugkeer van de geschiedenis
waar het plezierig was om te verblijven, die naast kunstleners ook een zo breed mogelijk publiek zou trekken. Behalve voor de vaste beeldencollectie moest er ruimte komen voor tijdelijke presentaties
Studio Makkink & Bey is een gevierd ontwerpbu-
en verkoop van hedendaagse tuin-designproduc-
reau van producten en interieurs. Dat het bureau
ten. Ook fantaseerde men over een eigentijdse,
ook interessante plannen voor tuinen, parken en
voor het publiek aantrekkelijke lusthof, waarin de
openbare ruimten bedacht, is minder bekend. 1999
visies van kunstenaars op tuinen prikkelend ge-
was bijvoorbeeld een belangrijk ‘tuinjaar’. Toen
stalte zouden krijgen.
ontwierp Jurgen Bey de Ceramic Garden voor Museum Princessehof in Leeuwarden, waarin hij
In plaats van steeds nieuwe dingen te ontwerpen
de tuin inrichtte als extra expositiezaal. In datzelfde
laat Studio Makkink & Bey zich liever inspireren
jaar ontstonden tijdens een project bij Potsdam
door het bestaande. Men is ervan overtuigd dat
zijn inmiddels klassieke Tree Trunk Bench en de
oplossingen voor design-opgaven overal voor het
banken van geperst tuinafval. De stad Amersfoort
grijpen liggen. Het gaat erom deze te onderkennen
verraste hij met de Zodenbank, een voorstel om
en om te zetten in iets bruikbaars. In zijn Tree Trunk
zitplekken te maken door met een aangepaste
Bench combineerde Jurgen Bey bijvoorbeeld een
bulldozer happen uit de stadswal te nemen. Hij
in het park Oranienbaum gevonden boomstam
plaatste een straatbank in Tokio, parkmeubilair in
met bronzen afgietsels van stoelen die hij aantrof
Heerhugowaard en waterbanken in Barsingerhorn.
in het gelijknamige slot. Deze dwarse kijk op de
Het bureau dacht mee over kunsttoepassingen in
werkelijkheid laat cultuur en natuur, heden en
het traject van de TGV en ontwierp landschappe-
verleden, vanzelfsprekend samenvloeien. Ook
lijke plannen voor locaties in Friesland, Groningen
natuurlijke processen - de manier waarop dieren
en Noord-Holland. Lusthof Utrecht is in het oeuvre
en planten voortdurend van vorm veranderen om-
van Studio Makkink & Bey geen verdwaald project,
dat zij zich aanpassen aan nieuwe omstandighe-
maar past in een lange reeks.
den - spreekt tot de verbeelding. In zijn projecten probeert de studio de natuur haar gang te laten
Jurgen Bey is gefascineerd door het publieke
gaan. De Amersfoortse Zodenbanken zouden
domein. Daar liggen nog kansen om alternatieve
bijvoorbeeld vanzelf met gras begroeid raken en
vormen van gemeenschapszin en samenwer-
zo worden ‘gedecoreerd’.
king te ontwerpen en hij betreurt het dat (te)veel goede plannen spaaklopen op bestuurlijke onwil
In Lusthof Utrecht concentreerde Studio Makkink
of praktische hindernissen. Toen de Kunstuitleen
& Bey zich vooral op de geschiedenis en de func-
Utrecht en het Centum Beeldende Kunst Utrecht
tie van de locatie. Aanvankelijk was het idee niet
in 2004 Studio Makkink & Bey benaderden voor
alleen de tuin, maar ook de villa bij het ontwerp
de herinrichting van de verweesde binnentuin
te betrekken. Een bijzonder vormgegeven eigen
aan de Maliebaan 42, hoefde deze niet lang na te
huisvesting zou bedrijven en bezoekers inspi-
denken. De Kunstuitleen wilde de tuin die als een
reren hoe zij kunst en vormgeving in hun eigen
‘verborgen parel’ achter de stadsvilla lag, actiever
omgeving konden toepassen. Het pand en zijn
bij het beleid betrekken. Het moest meer dan een
geschiedenis boden handvaten in overvloed.
beeldentuin worden, een semi-openbare ruimte,
Ooit werd de Maliebaan aangelegd als speelbaan
Lusthof Utrecht
5
De Kas
2004 – 2008
voor studenten. Al snel gingen mensen er fla-
richtte het terrein letterlijk in, als een buitenkamer,
neren en hadden hoveniers er hun kwekerijen.
net als in het niet-uitgevoerde ontwerp voor de
Op het terrein van het nog niet bestaande num-
Princessehof in Leeuwarden. In de oude situ-
mer 42 groeiden moerbeibomen, waarvan de
atie lag het accent op het midden van de tuin en
bladeren als voedsel dienden voor de zijderups.
werden de flanken nauwelijks gebruikt. Door de
Halverwege de negentiende eeuw verrezen er
bestaande struiken weg te halen of bij te snoeien,
twee idyllische stadsvilla’s zoals die alleen toen
ontstond er een groter vloeroppervlak. Het oor-
werden gebouwd: deftig, duur en eclectisch, maar
spronkelijk geplande silhouet van de vroegere
fantasievol en comfortabel. In 1899 kocht F.H.
eigenaar Fentener van Vlissingen, veranderde in
Fentener van Vlissingen een van de villa’s, waar
een classicistisch bloemenpatroon dat verwijst
hij tot 1951 woonde. Toen schonk hij het pand
naar de Franse ‘parterre de broderie’, een klas-
aan de stad die er eerst een dependance van het
sieke tuinvorm die past bij de geschiedenis van de
Centraal Museum huisvestte en omstreeks 1985
locatie. De bodem werd bedekt met ritterplaten,
de Kunstuitleen Utrecht.
waarvan de vakjes werden opgevuld met grind, als pixels, in de kleuren grijs, wit en zwart. Het patroon
Studio Makkink & Bey bedacht een sprankelend
is niet symmetrisch en slingert zich door de hele
concept voor de lange termijn. Zij leverden een ba-
tuin. Dit mozaïek oogt als een tapijt en fungeert
sisontwerp voor de tuin, inclusief een speciaal ont-
als een podium voor wisseltentoonstellingen en
worpen plantenkas die zou gaan dienen als ruimte
buitenmanifestaties.
voor een artist-in-residence. Een soort overdekte expositieplek in de tuin zodat er het hele jaar door
Als artist-in-residence-ruimte ontwierp Studio
gewerkt kon worden. Kunstenaars en ontwerpers
Makkink & Bey een tuinhuis door een aluminium
zouden worden uitgenodigd tijdelijk in de tuin te
frame te bespannen met transparant plastic.
exposeren en te reageren op dit uitgangsontwerp.
Hoewel hij oogt als een standaard plantenkas,
Na afloop zouden zij steeds een (semi)-permanent
werden de maten speciaal op de plek afgestemd.
werk achterlaten, bijvoorbeeld een waterpartij,
Het tuinhuis is in het werk van de studio een ge-
speciale tuinfauteuils met ‘buitenboeken’ die
liefd en terugkerend motief dat steeds andere vor-
bezoekers in de tuin zouden kunnen lezen of een
men aanneemt. Bijvoorbeeld het Linnenkasthuis
heetwatervoorziening om thee te zetten van ter
uit 2002, een collage van oude meubels en de-
plekke groeiende kruiden. Zo zou er volgens deze
kens, die Jurgen Bey als overdekt hemelbed voor
zwaan-kleef-aan-methode binnen een vijftal jaren
in de tuin ontwierp. Het roept associaties op met
een eigentijds ingerichte, ware lusthof in de stad
een woonwagen, maar het gevaarte is niet mobiel.
Utrecht ontstaan. Inspirerend voor bezoekers en
Dat is de Barbapapa blob uit 2004 wel, eveneens
een visitekaartje voor de Kunstuitleen. De studio
een compacte verblijfsmodule, net als de recente
droomde ervan ook de villa bij het project te be-
Slow Car voor Vitra, een werkplek op wielen. Het
trekken. Kunstenaars zouden dan meubels voor
zijn steeds ruimten om zich af te zonderen, indivi-
de kinderkamers, bijzondere lampen, stoelen of
duele cellen voor reflectie.
plafondschilderingen kunnen ontwerpen. Hoewel Studio Makkink & Bey zich nadrukkelijk Besloten werd dat Studio Makkink & Bey allereerst
als ontwerper opstelt, beweegt men zich graag in
de tuin onder handen zou nemen. Het bureau
andere disciplines. Wetenschap, architectuur en
Lusthof Utrecht
6
2004 – 2008
De Kas
beeldende kunst vormen welkome inspiratiebronnen. Jurgen Bey bewondert de ideeënrijkdom van kunstenaars als Job Koelewijn, John Körmeling of Merijn Bolink. Hun ogenschijnlijk nutteloze kunst ontstaat niet vanuit nut en efficiëntie, maar is het gevolg van persoonlijke obsessies en associaties. In Lusthof Utrecht, opgeleverd in 2007, begaf de studio zich op het terrein van de tuinarchitect. Het is verrassend te constateren dat de historievriendelijke benadering van het project past in de ontwikkelingen binnen de tuin- en landschapsarchitectuur van de laatste decennia. Daar werd de geschiedenis in ere hersteld want steeds meer landschapsarchitecten knopen in hun ontwerpen aan bij het verleden van een locatie. Zij breken met de modernistische traditie van functionele, a-historische objectiviteit. Niet als doel, maar als middel om de breuk met het verleden te herstellen. (1) Minstens zo interessant is dat Studio Makkink & Bey zich gedraagt als interieurontwerper die de tuin als een extra kamer bij het pand inricht. Door het neerleggen van een barok tapijt vervagen de grenzen tussen binnen en buiten en openen zich, letterlijk, nieuwe perspectieven. Peter van Kester 1 zie het werk van Michael van Gessel, een van de toonaangevende landschapsarchitecten van zijn generatie en inmiddels supervisor bij de Amsterdamse zuidelijke IJ-oevers. Hij studeerde in 1978 af met een herstelplan voor park Groeneveld bij Baarn en baseerde zich in dit ontwerp op de geschiedenis van de locatie om de continuïteit van de plek te herstellen. Het werd de basis van zijn verdere loopbaan, waarin Van Gessel de geschiedenis combineert met modernistische ontwerpmethoden. Zie C. Bertram en E. de Jong, ‘Analyse en intuïtie: ontwerpen aan landschap’, Michael van Gessel: Landschapsarchitect, Rotterdam (NAi uitgevers), 2008, pp. 8-9.
Lusthof Utrecht
7
6 t/m 21 november 2004
De Kas
De Kas 0
Frank Halmans
De Kas 0 Frank Halmans
8
6 t/m 21 november 2004
Een plek om weg te dromen
De Kas
sculptuur Giardini Segreti (geheime tuinen) die hij realiseerde aan de gevel van het Lumax-gebouw
Het idee voor Een plek om weg te dromen was er
in de Utrechtse wijk Ondiep in 2007. Het beeld
al lang voordat Frank Halmans het daadwerkelijk
bestaat uit omheinde tuintjes die aan de hoek van
uitvoerde in De Kas in 2004. Vijf jaar eerder had
de gevel hangen. Verschillende bedrijven die in
hij mij al verteld over zijn fantasie van een tuinman
het gebouw gehuisvest zijn, kunnen hun identiteit
die, teruggetrokken in zijn schuur, werkt aan een
uitspelen bij het bepalen van wat er in de tuintjes
ultieme mannendroom: het kweken van een plant
groeit en bloeit. Vergelijkbaar met Halmans’ pro-
in de vorm van een mooi meisje. Ik zag dat toen al
ject in De Kas gaat het erom wat zichtbaar wordt
voor me: Halmans de tuinman, die in zijn ‘atelier’
gemaakt uit de privésfeer – in dit geval van wat er
druk doende is met het plan om de Pygmalion-
zich afspeelt in het Lumax-gebouw – en als dat
mythe nieuw leven in te blazen en ondertussen als
gebeurt, wat wij daar dan uit kunnen afleiden.
een soort alchemist allerlei ontdekkingen doet,
Dat is uiteindelijk niet zo veel. In Halmans’
“ontwerpen maakt en ideeën tot ontwikkeling
voortdurende beroep op de privésfeer gaat het
brengt als gunstige nevenproducten van zijn –
niet om het direct en voorspelbaar expliciteren
waarschijnlijk – onhaalbare doel”.(1) Het project
van zaken als seksualiteit, ik-/jij-hyperbolen en
in De Kas kwam precies daar op neer. Alleen had
ander basaal menselijk behaviorisme, zoals in
het heimelijke karakter ervan plaats gemaakt voor
reality-televisie. Het is hem meer te doen om de
de situatie van een open atelier en was het tot een
herinnering en de fantasie die besloten liggen in
publiek toegankelijke expositie verworden. Daarin
de menselijke geest en wat daarvan wakker kan
waren de verschillende proeven van de tuinman
worden geschud. Het vroege werk In uitvoering
te bezichtigen: vooral veel tekeningen van planten
– de slaapkamers waarin ik nog steeds wakker
in of gecombineerd met figuurvormen, oude
word uit 1996 is in dat opzicht exemplarisch. Het
gravures waaruit bleek dat het idee ook vroeger
bestaat uit een reconstructie, op schaal, van de
al de fantasie bezig hield (denk aan de Griekse
kamers die door de jaren heen fungeerden als
mythologie), een in scène gezette kwekerij, beel-
slaapkamer van Halmans. Ze maken deel uit van
den van planten in de vorm van een figuurtje, een
zijn persoonlijke, geaccumuleerde ‘verledens’.
opgerolde tuinbroek die eruit zag alsof de tuinman
Tegelijkertijd heeft het werk een minder persoonli-
er zo was uitgestapt voor een bezoek aan… Ach,
jke kant, in de zin dat we ons allemaal kunnen voor-
we weten het eigenlijk niet.
stellen hoe een dergelijke reconstructie van onze eigen slaapkamers eruit zou kunnen zien en de
Meer dan alleen een meisjesobsessie – die bij de
stroom herinneringen die dat idee losmaakt (nog
één wellicht leidt tot een Pygmalion-schilderij,
los van de formeel-esthetische kwaliteiten van het
bij de ander tot een komische puberfilm – zijn
beeld). In dit veralgemeniseren en delen van het
de tuinman en diens heimelijke ‘kweeksels’ bij
huiselijke en intieme toont Halmans, ondanks de
Halmans vooral metaforisch voor zijn werk als
geveinsde beslotenheid, wel degelijk affiniteit met
geheel. In de eerste plaats geldt deze metafoor
hedendaagse maatschappelijke tendensen. In
de intieme, private ruimte, waarmee hij zich bezig
het werk Speeltuin NAP uit 2003 – net als Giardini
houdt. In de tweede plaats de rol die elementen
Segreti ook bestemd voor de openbare ruimte
als tuinen en tuinieren in zijn werk innemen. Een
– werd het collectieve geheugen nadrukkelijker
direct en duidelijk voorbeeld daarvan is de recente
opgevoerd, in een periode dat de term ‘global
De Kas 0 Frank Halmans
9
6 t/m 21 november 2004
De Kas 0 Frank Halmans
De Kas
10
6 t/m 21 november 2004
De Kas
warming’ op ieders lippen bestorven lag. Voor een nieuwbouwwijk in Heerhugowaard in WestFriesland heeft Halmans de kleurige objecten van een standaard speeltuin laten uitvoeren op het niveau van het Normaal Amsterdam Peil, dat wil zeggen op 2,60 meter boven het maaiveld van de vroegere polder. Dit om aan te geven hoe hoog het water in de wijk zou staan als de dijken doorbreken of als de zeespiegelstijging daadwerkelijk doorzet. Het collectieve geheugen wordt hier met een licht traumatische variatie teruggekaatst naar een publiek dat zich in de veilige haven wil nestelen van een bestaan in suburbia. De antropoloog Arjun Appadurai publiceerde medio jaren negentig verschillende artikelen over de culturele gevolgen van de globalisatie. Het heeft de mensheid meer kwaad dan goeds opgeleverd, stelt hij. Toch ziet hij ook een lichtpuntje want voor de misbedeelden en onderdrukten in onze wereldwijde samenleving heeft de globalisering in ieder geval de imaginaire – en steeds meer ook de reële – kansen geschapen om aan een miserabele situatie te ontvluchten. Daar kunnen we tegenover stellen dat de globalisering de imaginaire ruimte voor de westerling alleen maar heeft verkleind. Wat er van rest is een gemakkelijk consumeerbaar product voor vlieg- en flitstoeristen, bestaande uit hotelparken die meer lijken op ‘thuis’, op Heerhugowaard bijvoorbeeld, dan op ‘elders’. Voor je verbeelding hoef je het vliegtuig niet meer in te stappen. Halmans’ imaginaire ruimte speelt zich dan ook vooral af in de straal van eigen huis en tuin. Daar valt nog genoeg te halen, zoals wel bleek uit zijn werk in De Kas. Jelle Bouwhuis 1 J. Bouwhuis, ‘Een plek om ouderwets weg te dromen’, Frank
Halmans. Noodverlichting, Amersfoort (Hermen Molendijk Stichting / Centrum Beeldende Kunst), 1999, pp. 32-37; p. 32.
De Kas 0 Frank Halmans
11
6 t/m 21 november 2004
De Kas 0 Frank Halmans
De Kas
12
6 t/m 21 november 2004
De Kas 0 Frank Halmans
De Kas
13
6 t/m 21 november 2004
De Kas 0 Frank Halmans
De Kas
14
6 t/m 21 november 2004
De Kas 0 Frank Halmans
De Kas
15
11 september t/m 8 oktober 2006
De Kas
De Kas 1
Reinier Lagendijk
De Kas 1 Reinier Lagendijk
16
11 september t/m 8 oktober 2006
De kunstenaar-hovenier
De Kas
Lagendijk gebruikte niet alleen de kas maar de gehele tuin als atelier, waar, tijdelijk, verschillende
In eerste instantie doet het werk van Reinier
sculpturen waren te zien. Daaronder een ‘boom
Lagendijk vooral denken aan dat van Giuseppe
van staal’ bestaande uit een groen stalen staketsel
Penone. Wie kent niet diens om een dun boom-
in de vorm van een rudimentair boomskelet waar-
stammetje geklemde bronzen hand, die na verloop
aan potplanten haingen.
van jaren met en in de dikker wordende stam
Penone gebruikt het verheven brons voor
vergroeide? Of het werk Elevazione in Rotterdam,
zijn ingrepen in het natuurlijke proces. Lagendijk
waar een bronzen replica van een kale boom is
houdt het voornamelijk bij banaal plastic en
vastgeklemd tussen vijf echte populieren en die
staal, dat een heel andere zeggingskracht heeft.
met het verglijden van de tijd langzaam hoger en
Bijvoorbeeld in een installatie met wilgentakken
hoger wordt getild door de groeikracht van de
en potgrond uit 2000, waarin wilgen groeien uit
bomen.
schijnbaar achteloos op de stoep uitgespreide
Er is een groot verschil. Waar de werken van
zakken potgrond. Het werk is een uitvergroting
Penone grotendeels door de toevalligheden van
van de combinatie natuur en groothandel zoals je
het groeiproces worden bepaald, en daar hun
vaak tegenkomt in tuincentra en die, na aankoop
poëtische kracht aan ontlenen, bepaalt Lagendijk
en verwerking, eindigt in quasi-romantische tuin-
veel meer het groeiproces en laat het uitmonden
tjes in Vinex-wijken. In de tuin van de Kunstuitleen
in een vooraf vastgestelde vorm. Hij zet de na-
had Lagendijk in 2006 enkele torens van in elkaar
tuur naar zijn hand. Dat is in ieder geval zo bij zijn
gestapelde plastic plantenpotten opgesteld, met
vroege beelden als Wilg en Zaagblok van 1997
in de bovenste potten varens. De associatie met
waarbij de stam van een wilg – een erg robuuste
wuivende palmen was onmiskenbaar. Ook hier
en daarom eenvoudig te ‘behandelen’ boomsoort
vloeiden concepties van massaconsumptie en ge-
– met louter een tak in het water opnieuw uitspruit
veinsde romantiek naadloos in elkaar over – waar
langs de zonzijde. Voor een recenter beeld uit
maar weer eens mee gezegd is dat die twee mis-
2007 zaagde hij Yucaplant doormidden om deze
schien wel eens dichter bij elkaar liggen dan menig
in een rechte hoek van negentig graden door te
marketeer ons wil doen laten geloven.
laten groeien, en dat twee keer bij dezelfde plant.
In de kas zelf kweekte Lagendijk sperziebonen
Zulke werken zijn natuurlijk eindig; het zijn concep-
in grote, lege sperziebonenblikken, zoals die wor-
ten die heruitgevoerd kunnen worden, zoals de
den gebruikt door de groothandel. De etiketten en
Grascacteeën uit 2001: cactusvormen gemaakt uit
de blikdeksels zaten nog aan de blikken, ze verwij-
streng verticaal groeiend, puntig gras. In het suc-
deren maakte voorwant het groeiproces maakte
cesnummer Wilg en Staal wordt het proces van
dat natuurlijk niets uit. De met potaarde gevulde
groei heel letterlijk vertaald naar het motief van
blikken werden via een slangensysteem automa-
een ladder door stalen sporten tussen twee boom-
tisch en gelijkwaardig bevloeid, als in een echte,
pjes te bevestigen, en hier benadert Lagendijk de
professionele kas. De bonen groeiden prima en
werkwijze van zijn collega Penone nog het dichtst.
het enige mogelijke signaal van een niet geheel gelukte kweekmethode was het feit dat ze nogal
Dit laatste werk werd aangekocht door de
melig smaakten bij consumptie aan het einde van
Utrechtse Kunstuitleen Utrecht naar aanleiding
het project. Maar misschien is een melige boon
van Lagendijks werkperiode in De Kas in 2006.
wel ‘eerlijker’ dan een malse.
De Kas 1 Reinier Lagendijk
17
11 september t/m 8 oktober 2006
De Kas
Waar veel beeldhouwers die met hout werken hun best doen hun sculpturen naar de organisch golvende houtnerven te voegen, hanteert Lagendijk het principe van materiaaleigenheid op zijn eigen manier. Het beeld Wilg en Zaagblok is er een mooi voorbeeld van. Maar ook Bijl, gemaakt van een levende wilg: zowel het zaagblok als de bijl zijn gemaakt uit hout dat met een bijl en zaagblok gewonnen en bewerkt zou kunnen zijn. Net als Penone, Sjoerd Buisman en Marinus Boezem heeft Lagendijk oog voor de poëtische en formele gelaagdheid van zijn materiaal. Dat is de kwaliteit van de Arte Povera. Lagendijks ingrepen zijn vaak net iets steviger dan die van zijn voorgangers en neigen iets meer naar het domein van het design. Of noem het ‘microhovenierskunst’. Die combinatie natuur en vormgeving is in feite weer heel klassiek. Abbé Laugier meende in de 18de eeuw dat de archetypische architectuur van een Griekse tempel terug zou gaan op de natuurlijke oervorm van bomen waarvan de takken in een hoek naar elkaar zijn toegegroeid en zo een natuurlijk puntdak vormen. Het idee van zulke oerhutten verwerkte Lagendijk in verschillende beelden en installaties, zoals in het rotondebeeld Villa Lisiduna in Leusden (2005). Daar schiep hij een huisvorm van baksteen, waarbij de muren in de top uiteenwijken als een bloemkelk, om ruimte te bieden aan een hoge boom binnenin. Lagendijks fascinatie voor het kunstmatige in de natuur ontstond tijdens zijn studie op de kunstacademie AKI in Enschede begin jaren negentig. In plaats van ‘kunst’ te maken bracht hij soms uren door in het bos. Misschien deed hij dat als vlucht uit de wereld van het artificiële. Maar ergens ontdekte hij de onmogelijkheid daarvan. Bossen in Nederland zijn immers per definitie aangelegd. Kunstmatigheid is onontkoombaar. Jelle Bouwhuis
De Kas 1 Reinier Lagendijk
18
11 september t/m 8 oktober 2006
De Kas 1 Reinier Lagendijk
De Kas
19
11 september t/m 8 oktober 2006
De Kas 1 Reinier Lagendijk
De Kas
20
11 september t/m 8 oktober 2006
De Kas 1 Reinier Lagendijk
De Kas
21
11 september t/m 8 oktober 2006
De Kas 1 Reinier Lagendijk
De Kas
22
11 september t/m 8 oktober 2006
De Kas 1 Reinier Lagendijk
De Kas
23
16 oktober t/m 19 november 2006
De Kas
De Kas 2
Anna van Suchtelen
De Kas 2 Anna van Suchtelen
24
16 oktober t/m 19 november 2006
De Kas
Het verglijden van de tijd De aarde wordt geopend, de camera dringt diep naar binnen. Door verschillende bodemlagen heen, als een tijdmachine, op zoek naar de geschiedenis van een tuin. De tuin van de Kunstuitleen aan de Maliebaan 42. Zo begint de film ‘Cocon’ van Anna van Suchtelen, het eindresultaat van haar artist-inresidence-periode in De Kas. ‘Waar kom je als je hier de grond in gaat?’ ‘Wat hoor je als je deze aarde vastpakt?’ ‘Wat vertel je?’, zijn vragen die de kunstenaar zichzelf stelde. Om daar antwoord op te krijgen groef Van Suchtelen zich letterlijk in: in de geschiedenis van het huis en de tuin, waar ze grondboringen liet verrichten door een fysisch geograaf en een tuinarchitect. Een symbolische daad, waarna de vrijgekomen aarde werd uitgespreid op een tafel in de kas. De verschillende aardlagen die naar boven kwamen werden gelezen als een boek. Maar de kunstenaar dook ook in de historie van de Maliebaan en het statige pand op nummer 42, dat pas rond 1880 in neoclassicistische stijl werd opgetrokken. De Maliebaan bestond al veel langer en werd in 1637 aangelegd voor het maliespel, een spel voor studenten. Na verloop van tijd ontstonden aan weerszijden ruiter- en wandelpaden, omringd door bomen. Lusthoven en kwekerijen zorgden voor een rustieke sfeer. Huizen werden er pas in de negentiende eeuw gebouwd. Lange tijd was het goed toeven op de Maliebaan: het lag aan de rand van de stad en men kon er heerlijk wandelen onder een groen dak van bladeren. Als een verwoed onderzoeker vergaarde Van Suchtelen oude foto’s, artikelen en verhalen uit archieven over het gebouw en de Maliebaan. Ook maakte ze tijdens alle seizoenen foto’s van de planten en bloemen om het verstrijken van de tijd aan te duiden. Tot slot interviewde ze een kleindochter van de laatste bewoners van het huis, de familie Fentener van Vlissingen. Met de ruim
De Kas 2 Anna van Suchtelen
25
16 oktober t/m 19 november 2006
De Kas 2 Anna van Suchtelen
De Kas
26
16 oktober t/m 19 november 2006
De Kas
zeventigjarige dame doorliep ze alle etages van
handeling werd gefilmd door middel van close-
het kapitale pand, waarbij dierbare herinneringen
ups van schrijvende handen en blazende monden.
werden opgehaald. Het resultaat presenteerde
Langzamerhand vulde de kas zich met witte bal-
ze in de serre van de Kunstuitleen, die diende als
lonnen, die aan het plafond werden gehangen. Het
onderzoeksbureau en archief.
glazen gebouwtje fungeerde als één grote broei-
Omdat ze teveel informatie had, verviel het in-
erige cocon waarin iets werd gesponnen en gaar
terview. Dat illustreert Van Suchtelens omslachtige
gestoofd. Na het afsluitende kunstenaarsgesprek
manier van werken: ze doet grondig onderzoek,
werden de verhalen geoogst door de ballonnen
zodat ze een helder beeld krijgt van het onderwerp
met een naald kapot te prikken. Zoals de zijdeco-
en de plek, waarna ze inzoomt op één aspect en
connen werden opengeknaagd door de rupsen.
dat abstraheert. Voor dit project richtte ze zich
De verhalen vielen bij bosjes op de grond. Daarna
uiteindelijk op de zijderups. Tijdens haar zoektocht
pootte Van Suchtelen ze stuk voor stuk in de grond
ontdekte ze dat er vroeger een moerbeiboomgaard
en gaf ze water om de verhalen een vruchtbare
was met een gebouw waarin zijderupsen werden
toekomst te geven. Daarmee is de cirkel rond. Het
gekweekt door de Maatschappij voor de aankwe-
boren, schrijven en zaaien verbinden vroeger, nu en
king van den witten moerbezienboom, de opvoe-
later. De verglijdende tijd in beeld gevat.
ding van de zijdewormen en de zijdeteelt. De bladeren van de moerbeibomen dienden als voedsel voor
Verhalen verzamelen, dat is wat Anna van
de rups; iets anders eten ze niet. De Maatschappij
Suchtelen doet. Oerverhalen over het verstrijken
was geen florerend bedrijf; het kon overleven
van de tijd, het geheugen en herinneringen. Taal
dankzij de sponsoring van rijke en sympathiserende
speelt een essentiële rol in haar werk. Niet zo
Utrechters. Wie het leuk vond, kon zijderupsen
vreemd gezien haar achtergrond als Neerlandicus
in bruikleen krijgen en zo zelf zijde telen. Om zo’n
en redacteur bij een uitgeverij. Soms gebruikt ze
etende zijderups te filmen moest de kunstenaar
hele lappen tekst op transparante stoffen, maar
naar Zeeland, waar vier rupsen in een piepklein
ook abstracte begrippen en losse woorden. Door
museum worden gehouden. Van Suchtelen legde
ze in een andere context te plaatsen, krijgen ze
de nadruk op de zijderups omdat het onderwerp
een nieuwe betekenis. Schrijven is volgens haar
staat voor transitie - de overgang van rups, cocon
het synchroniseren van tijd, waarbij de ene associ-
naar vlinder - en het verglijden van de tijd.
atie de andere oproept en tijdsgrenzen wegvallen.
De kas fungeerde tijdens haar werkperiode als
der tot een kunstenaar die multimediale installaties
filmstudio, waar bezoekers een persoonlijk verhaal
creëert, waarbij ze gebruik maakt van onder meer
op moerbeipapier konden schrijven. Alle verhalen
film, stof, grafiek en glas. Het medium film is betrek-
smeedde Van Suchtelen later samen tot één oer-
kelijk nieuw voor haar. In haar werk gaat ze steeds
verhaal, dat in de film door een voice-over wordt
verder de diepte in en komt dichter tot de kern. De
verteld. Bezoekers konden een herinnering, notitie
overtollige ballast - van de dikke verflagen - heeft ze
of beschrijving geven van de tuin van hun grootou-
van zich afgegooid en het gekozen materiaal wordt
ders, een park of hun lievelingsklimboom – als het
steeds lichter en transparanter. Zelfs letterlijk: doe
maar over het begrip tuin ging. Vervolgens werd
het licht aan en het filmbeeld is verdwenen.
Van Suchtelen ontwikkelde zich van een schil-
het verhaal opgerold, in een witte ballon gestopt en, door de ballon op te blazen, ingesponnen. De
De Kas 2 Anna van Suchtelen
Karen Duking
27
16 oktober t/m 19 november 2006
De Kas 2 Anna van Suchtelen
De Kas
28
16 oktober t/m 19 november 2006
De Kas 2 Anna van Suchtelen
De Kas
29
16 oktober t/m 19 november 2006
De Kas 2 Anna van Suchtelen
De Kas
30
16 oktober t/m 19 november 2006
De Kas 2 Anna van Suchtelen
De Kas
31
10 september t/m 14 oktober 2007
De Kas
De Kas 3 Halina Zalewska
De Kas 3 Halina Zalewska
32
10 september t/m 14 oktober 2007
De Kas 3 Halina Zalewska
De Kas
33
10 september t/m 14 oktober 2007
Op zoek naar je roots
De Kas
Zalewska maakte vier sculpturen en begon er enkele maanden van tevoren mee – textiel is
Wortels en oorsprong, daarom draait het artist-in-
erg arbeidsintensief – en voltooide ze in De Kas.
residence-project Roots van Halina Zalewska in De
Een babyjas, een gouden wortel, wortels van een
Kas. Een toepasselijk thema, dat zijn sporen in de
mangroveboom en een stapeltje stevige, korte
tuin achterliet in de vorm van uitgegraven boomwor-
wortels. De donzen babyjas staat voor de kinder-
tels. De tuin van de Kunstuitleen ziet Zalewska als
tijd en herinneringen. De vorm ontleende ze aan
een ideale, goedgewortelde plek die eeuwenoud is.
oude baby- en kleuterfoto’s van haar kinderen. Ze
De Pools-Nederlandse kunstenares onder-
trok de vorm over en vergrootte die. Vervolgens
zocht de symbolische band van mensen met hun
werden de stoffen baby’s gevuld met dons, af-
geboortegrond. Het onderwerp Roots staat,
komstig uit een deken die Zalewska’s moeder
gezien haar achtergrond, dicht bij de kunstenares.
vroeger voor haar had gemaakt. De veertjes pluk-
Het idee ontstond toen ze zich realiseerde dat ze
ten ze van hun eigen ganzen, die ze stuk voor stuk
inmiddels even lang in Nederland woont als dat ze
scheurden. Een Poolse traditie, die van generatie
in Polen had gewoond: vijfentwintig jaar. Op dat
op generatie werd overgeleverd. Zo’n deken
kruispunt aangekomen wilde ze onderzoeken wat
maakte deel uit van de uitzet, waar meisjes op het
de ‘roots’ van mensen zijn en hoe ze integreren in
platteland al vroeg mee begonnen. Als ze het huis
hun nieuwe omgeving. Het politieke klimaat speel-
uit gingen, kregen ze de deken mee. Het gebruik
de eveneens een rol: na de moord op Theo van
van dierbare stoffen en de gekozen vormen is een
Gogh werd de sfeer grimmig. Allochtonen voelden
rechtstreekse verwijzing naar Zalewska’s moeder,
zich opeens ongewenst, iets wat Zalewska in al
haar kinderen en haar eigen jeugd. De wortels van
die jaren nooit eerder had gevoeld.
drie generaties verbeeld in één jas.
Voor het Kas-project besloot ze mensen te
Die heel persoonlijke laag, waarbij ze verwijst
interviewen die ook in een ander land geboren
naar haar eigen familie(geschiedenis) en afkomst,
waren en in Nederland opnieuw probeerden te
komt steeds weer terug in haar werk. Door de
wortelen. De gesprekken met zes personen uit
intieme inhoud om te zetten in universele thema’s
Argentinië, Israël, Suriname, Nieuw-Zeeland en
geeft ze een nieuwe betekenis aan het verleden.
Koerdistan (Iran) resulteerden uiteindelijk in de
Voor het project Hemellichamen uit 2006 - een
film Omdat je wortelt. Heel openhartig vertellen ze
eerbetoon aan haar overleden moeder en een
over hun achtergrond, identiteit, familie, heimwee
verwijzing naar de microkosmos in het menselijk
en hun gevoel van thuiskomen, hierbij gebruik
lichaam - gebruikte ze bijvoorbeeld oude lakens
makend van de textiele objecten die Zalewska had
die haar oma voor haar moeder had geweven van
gecreëerd. Deze objecten dienden als ‘conversa-
het vlas in haar tuin.
tion pieces’ waardoor ze zich letterlijk verbonden
De wortels van het Kas-project verhalen ook
voelden met de eigen wortels. Bij aanvang van het
over essentiële thema’s die diepverankerd zijn in
gesprek mochten ze intuïtief één object kiezen.
het leven. Zo staat de gouden wortel – een hele
Daar konden ze mee doen wat ze wilden: om de
rechte – voor het goddelijke of beschouwende.
schouders draperen, stevig omarmen of over hun
Hij verbeeldt de verbondenheid met religie. Het
schoot leggen. Door de sculpturen te verplaatsen,
daarin verwerkte gouddraad werd speciaal in
om te hangen of aan te trekken versterkten ze hun
Polen besteld. Daartegenover staat de aardse
persoonlijke visie en verhaal.
wortel, een bos korte, gehaakte wortels, als waren
De Kas 3 Halina Zalewska
34
10 september t/m 14 oktober 2007
De Kas
het boompjes. Ze symboliseren de familie, die
op het fysieke ligt. Bij Roots vertaalt zich dat als
hoever ook van je vandaan, altijd dichtbij je zal zijn.
een omkering: wortels zijn niet fysiek of zichtbaar
Opvallend was de mangroveboom, een hangende
aanwezig, maar worden wel zo ervaren. Soms heel
spierwitte wortel van vilt, draad en elastiek met
sterk, als een soort fantoompijn. Dat wordt ook
vertakkingen die ragfijn uitlopen op de grond.
duidelijk in Zalewska’s film. Dit medium brengt
Bezoekers werden uitgenodigd om de wortels
haarzelf ook weer terug naar haar ‘roots’. Filmen
aan te raken, om te hangen, te verplaatsen of de
beschouwt zij als beeldhouwen: beeldhouwen in
babyjas aan te trekken en ondertussen te vertellen
de tijd.
over hun wortels, wie ze zijn, en wat hun gevormd heeft. Die handelingen filmde en fotografeerde
Karen Duking
de kunstenares. Uiteindelijk fungeerden sommige foto’s als autonoom beeld en werd het overgebleven filmbeeld zorgvuldig bewaard voor een eventueel nieuw project. Ook in de tuin van de Kunstuitleen konden bezoekers hun ‘roots’ onderzoeken. Vlakbij de kas staat een omgehakte beuk, waar men letterlijk wortels bloot kon leggen – met de handen of een schepje. Bovenop de boomstronk plaatste Zalewska het tekstbordje Kom eens in mijn schoe-
nen staan en een paar Hollandse klompen, maat 52. Zó groot dat iedereen er met schoenen aan in past en een beschouwende blik naar beneden kan werpen. Zeker honderd mensen – waaronder schoolklassen – zijn komen graven, totdat het hele wortelsysteem bloot lag. Sinds enkele jaren neemt textiel een centrale plaats in binnen het werk van Halina Zalewska. Nadat ze stopte met haar grote liefde beeldhouwen, omdat het fysiek te zwaar werd, richtte ze zich vanaf midden jaren tachtig op potloodtekeningen, schilderijen, objecten en grafiek, later gevolgd door borduursels, textiel, fotografie en film. De stoffen die ze gebruikt dragen vrijwel altijd een geschiedenis met zich mee en vertellen een persoonlijk verhaal. Zalewska is gefascineerd door de perfectie en chaos van de natuur en de anatomie van het menselijk lichaam; grote thema’s die als een rode draad door haar werk lopen en waarbij de nadruk
De Kas 3 Halina Zalewska
35
10 september t/m 14 oktober 2007
De Kas 3 Halina Zalewska
De Kas
36
10 september t/m 14 oktober 2007
De Kas 3 Halina Zalewska
De Kas
37
10 september t/m 14 oktober 2007
De Kas 3 Halina Zalewska
De Kas
38
10 september t/m 14 oktober 2007
De Kas 3 Halina Zalewska
De Kas
39
12 november t/m 16 december 2007
De Kas
De Kas 4
Atelier NL en Maarten Kolk
De Kas 4 AtelierNL en Maarten Kolk
40
12 november t/m 16 december 2007
Wat kan zijn en niet meer is
De Kas
vormgevers. Zij staan in een tendens die het recente Nederlandse design kenmerkt en waarin het
Het project dat eind 2007 in De Kas plaatsvond
niet gaat om het vormgeven van een industrieel
was een collectieve onderneming en speelde
product maar veeleer om kleinschalige ontwerpen
zich af tijdens de metamorfose van de tuin van de
waarin het designconcept nadrukkelijk aanwezig
Kunstuitleen in een ‘lusthof’, naar ontwerp van
is. Die nadruk blijkt bijvoorbeeld uit het gebruik
Jurgen Bey. Het was ook Bey die enkele vormge-
van geavanceerde materialen die het aanzicht
vers voorstelde voor een werkperiode in De Kas
van traditionele gebruiksvoorwerpen aanzienlijk
tijdens de herinrichting van de tuin. Dit waren
kunnen veranderen. De Knotted Chair van Marcel
Maarten Kolk en bureau AtelierNL, bestaande
Wanders, gemaakt van geknoopt touw dat ver-
uit Lonny van Rijswijck en Nadine Sterk. Allen
hard is met kunsthars, is inmiddels klassiek. Het
studeerden in 2006 af aan de Design Academy in
accent op het concept van een ontwerp in plaats
Eindhoven.
van op de produceerbaarheid ervan resulteerde in objecten die, vanwege de beperkte produceer-
Zij gingen - net als Reinier Lagendijk die in 2006 in
baarheid, eerder tegen de mentaliteit van een
De Kas verbleef - vooral in op de materiële aspec-
kunstwerk aanschurken dan productmatig zijn
ten van de tuin. Maarten Kolk deed een onderzoek
(wat ook wel weer kritiek heeft opgeleverd). Ook
naar de kleuren van de beplanting in de tuin.
leidde het tot intensieve aandacht voor zowel de
Daartoe verzamelde hij allerlei delen van bomen,
allernieuwste als de meer traditionele en zelfs in
planten, bladeren, wortels en besjes. Hij liet deze
onbruik geraakte materialen, tot onderzoek naar
drogen om tenslotte alles tot poeder te vermalen,
de intrinsieke ‘identiteit’ van een product en, re-
waarna hij de verschillende poeders in glazen buis-
center, tot ecologisch georiënteerd design.
jes sorteerde. Het resultaat is een opmerkelijk rijk geschakeerd kleurenpalet met een groot aantal
Deze aandachtsgebieden komen terug in het
nuances uiteenlopend van bruin en licht rozerood
werk van zowel Jurgen Bey, die in de jaren ne-
tot oker en groen.
gentigdoceerde aan de Design Academy en
AtelierNL ging met de grondboor aan de slag
onder andere ontwerper is voor Droog Design
en verzamelde klei uit de verschillende dieptela-
(het internationale uithangbord en verkooploket
gen onder de tuin. Van de kleimonsters werden
van de hedendaagse Nederlandse vormgeving),
tegels gebakken en, afhankelijk van de kleilaag
als in dat van AtelierNL en Maarten Kolk. Het ac-
waaruit werd geput, leverde ook dit procédé een
cent op het concept is duidelijk aanwezig in het
afwisselend palet op. Enkele tegels van AtelierNL
eindexamenwerk van Nadine Sterk: Sleeping
(met opdruk) en buisjes van Kolk werden, ver-
Beauty, een hangende lamp-met-breimachine die
pakt in een ‘kleurdoos’, achtergelaten bij de
zijn eigen lampenkap breit. Lonny van Rijswijck
Kunstuitleen na de afsluiting van de werkperiode
studeerde tegelijkertijd af met servies dat uit
in december 2007.
lokaal gevonden klei wordt gebakken (Uit de klei
Wat vertelt ons deze speels onderzoekende aan-
met Sterk een kleurenpalet van lokale klei voor de
pak om van de geografisch-biologische identiteit
gemeente Best als identiteitsscheppend concept
van de tuin een soort vingerafdruk te maken? In
voor een nieuwbouwwijk. De schoonheid van
eerste plaats iets over de achtergrond van de
het proces is belangrijk voor AtelierNL. Het duo
getrokken); een jaar later ontwikkelde ze samen
De Kas 4 AtelierNL en Maarten Kolk
41
12 november t/m 16 december 2007
De Kas
boort de klei zelf, maalt en perst deze tot tabletten
te ontginnen landschap is”. De serviezen van
die eigenhandig worden gebakken. Het project
AtelierNL, de foto’s van de boeren, het ’polderher-
speelt zodoende met ideeën over het lokale en het
barium’ van Kolk: uit alles spreekt niet alleen een
ambachtelijke, en refereert daarmee weer aan de
onderzoek naar oer-Hollandsheid, maar bovenal
nostalgie en plattelandsromantiek die eigen is aan
ook een drang om wat dat oer-Hollandse dan ook
de totstandkoming van buitenwijken en de bijbe-
mag zijn, als een Carl Linnaeus of August Sander
horende marketingstrategie. Maar hun werk is
van de eenentwintigste eeuw vast te leggen, te
ook te beschouwen als een soort reactie daarop.
indexeren, te archiveren. Dit echter niet langer met
Feitelijke massaproductie van het concept ten
de modernistische gedachte het te kunnen door-
behoeve van bijvoorbeeld de bakstenen waarvan
gronden of ‘verder’ te ontwikkelen, maar puur om
de huizen worden gebouwd, zou aan de beleving
de schoonheid van het idee inzicht te hebben in
van de wijk weinig toevoegen, terwijl de inherente
wat zou kunnen zijn en niet meer is.
ambachtelijkheid van het ontwerp hierdoor zeker om zeep zou worden geholpen.
Jelle Bouwhuis
Bij Kolk gaat het vooral om natuurlijke processen. Anticiperend op een hernieuwde ecologische wind die door het post-industriële westen waait, vertegenwoordigt zijn werk een terug-naar-denatuur-ethiek zonder dat daaraan een vastomlijnd doel is verbonden – laat staan een winstoogmerk. Voor Doorgeschoten, zijn afstudeerwerk, liet hij de groei van groenten in een moestuin verwilderen. Het leverde vervreemdende beelden op, ‘een woud van sla en een muur van venkel’, beelden die we in het dagelijks leven nooit te zien krijgen omdat we gewoon zijn om groenten in perfecte staat te verbouwen, te oogsten, te verkopen en te consumeren. In De Kas hebben AtelierNL en Maarten Kolk projecten afgeleverd die in het verlengde lagen van hun eerdere onderzoek. Direct daarna hebben ze er nog een jaar lang aan doorgewerkt op de boerderij van Jurgen Bey in de Noordoostpolder. Daarbij werd ook een groot aantal boeren betrokken die hen lokale input verschafte, voornamelijk geografische kennis over het in 1942 nieuwgewonnen land. Het was in feite terug naar de bron, naar de moeder aller Vinex-locaties of, in de woorden van Bey, “de Noordoostpolder is naar mijn idee een geschikte plek omdat het nog een
De Kas 4 AtelierNL en Maarten Kolk
42
12 november t/m 16 december 2007
De Kas 4 AtelierNL en Maarten Kolk
De Kas
43
12 november t/m 16 december 2007
De Kas 4 AtelierNL en Maarten Kolk
De Kas
44
12 november t/m 16 december 2007
De Kas 4 AtelierNL en Maarten Kolk
De Kas
45
12 november t/m 16 december 2007
De Kas 4 AtelierNL en Maarten Kolk
De Kas
46
12 november t/m 16 december 2007
De Kas 4 AtelierNL en Maarten Kolk
De Kas
47
21 april t/m 25 mei 2008
De Kas
De Kas 5 Lisette Verkerk
De Kas 5 Lisette Verkerk
48
21 april t/m 25 mei 2008
Samen met de bijen
De Kas
komen we deze eigenschap ook tegen: de materialen die zij in haar werk gebruikt, vormen vaak
In een gesprek onderscheidden de Duitse kun-
de aanleiding voor een diepgravend onderzoek,
stenaars Wolfgang Tillmans en Iza Genzken eens
waardoor zij zowel de bouwstenen als het on-
twee typen kunst: allereerst kunst die zichzelf
derwerp van het werk worden. Zo leidde haar
graag als kunst afficheert; kunst waarmee de
interesse in wol haar bijvoorbeeld naar Peru, waar
maker wil laten zien dat hij of zij kunst maakt. Het
zij een eigen kudde alpaca’s aan het samenstellen
tweede type is het gevolg van een oprechte (en
is die een staalkaart moet worden van alle kleu-
soms allesverslindende) persoonlijke interesse in
ren alpacawol die er bestaan. Voor haar project
een specifiek onderwerp. Lisette Verkerk is een
in De Kas, bleef ze iets dichter bij huis: ze nam
kunstenaar van het tweede type, zoveel werd wel
enkele bijenvolken (die ze als hobbyimker houdt)
duidelijk tijdens haar werkperiode in De Kas.
mee naar de tuin aan de Maliebaan, om zichzelf te voorzien van honing en bijenwas. Op deze
Of beeldend kunstenaars hun ideeën nu visuali-
manier ontstond er een curieuze symbiose: de
seren door middel van verf, klei, marmer, plastic,
bijen en Verkerk werkten parallel aan elkaar aan
autobanden of vuilniszakken, in tegenstelling
de totstandkoming van een wassen kunstwerk
tot muziek of literatuur staat de beeldende kunst
en heerlijke honing. Verkerk deelde ondertussen
vrijwel altijd met ten minste één been in het ma-
door middel van een showkast (een bijenkorf met
teriële. Het materiaal is het scheppingsmiddel,
een glazen plaat) haar verwondering over de bijen
maar niet zelden ook een doel op zich. Bij Verkerk
met bezoekers, passanten en schoolklassen.
De Kas 5 Lisette Verkerk
49
De Kas
21 april t/m 25 mei 2008
Onder het toeziend oog van de beschermheilige
tot een ‘kunstwerk’ –een eindproduct– maar
van de imkers: Ambrosius - aanwezig in de vorm
dit kunstwerk dient met name als focus voor de
van een rieten bijenkorf compleet met mijter en
beschouwer, een manier om ons te wijzen op de
staf - werd de bijenwas het uitgangspunt, het mid-
bijzonderheid van het kleine in onze directe om-
del en het onderwerp van Verkerks verblijf. Verkerk
geving. Het idee van de ’l’art pour l’art’ heeft geen
had zich ten doel gesteld de tuin te gebruiken als
plaats in haar werk: haar kunst is een katalysator
werkplek en vluchthaven, als focuspunt voor haar
voor haar eigen fascinaties, bedoeld om interes-
voortdurende verwondering voor en interesse
ses aan te wakkeren en ogen te openen. Verkerks
in de natuur om haar heen. Niet alleen de bijen
prothesen vallen net genoeg op om ons te dwin-
stroopten de tuin af, ook Verkerk nam de tijd haar
gen beter naar de plataan te kijken in plaats van
omgeving in zich op te nemen.
alleen naar haar ingreep. ‘When someone points a finger, only a fool looks at the finger’ zogezegd.
Haar oog viel uiteindelijk op een oude plataan die op de grens van de tuin van de Kunstuitleen en
Verkerk was niet de enige die tijdens het afslui-
het naastgelegen bisschoppelijk paleis staat. De
tende kunstenaarsgesprek het resultaat van haar
boom is bezaaid met knobbels of boomknollen,
werkperiode toonde aan de verzamelde geïnteres-
de zogeheten Calli. Deze knollen worden door
seerden. Ook de bijen leverden hun kunstwerk af:
platanen gevormd om ziektes of andere binnenge-
een heerlijke lichtgekleurde lindehoning met dank
drongen onwenselijkheden uit de boom te werken.
aan de vele lindebomen aan de Maliebaan.
De vorm ervan is, onder de bast, perfect glad en rond. De plataan omkapselt het ongezonde weef-
Erik van Tuijn
sel met gezond waardoor een kogel ontstaat, die uiteindelijk afbreekt. Dit samenvallen van kracht en kwetsbaarheid, van schoonheid en verminking is een thema dat ook vaak terug te vinden is in Verkerks werk. Zo onderzocht ze bijvoorbeeld de anatomische collecties van de negentiende-eeuwse professoren Hubrecht en Bleuland, werkte voor het project Shameless samen met vrouwen wiens borst was afgezet en legde tijdens haar verblijf in Het Vijfde Seizoen - het kunstenaarsverblijf bij de gesloten inrichting van Altrecht in Den Dolder contact met patiënten die zichzelf verminken. Voor haar project besloot Verkerk afgietsels van de verschillende knollen te maken in bijenwas, die zij vervolgens terugplaatste op de plataan waarbij de ‘prothesen’ opnieuw opgaan in hun omgeving. De onopvallendheid van Verkerks werk past bij haar houding als kunstenaar: haar fascinatie zet een proces in gang dat weliswaar vaak leidt
De Kas 5 Lisette Verkerk
50
21 april t/m 25 mei 2008
De Kas 5 Lisette Verkerk
De Kas
51
21 april t/m 25 mei 2008
De Kas 5 Lisette Verkerk
De Kas
52
21 april t/m 25 mei 2008
De Kas 5 Lisette Verkerk
De Kas
53
21 april t/m 25 mei 2008
De Kas 5 Lisette Verkerk
De Kas
54
21 april t/m 25 mei 2008
De Kas 5 Lisette Verkerk
De Kas
55
15 september t/m 12 oktober 2008
De Kas
De Kas 6 Jan Koen Lomans
De Kas 6 Jan Koen Lomans
56
15 september t/m 12 oktober 2008
De tuin als bedevaartsoord
De Kas
een materiaalexperiment. De tuin rond de kas was hierbij niet alleen de plaats van handeling maar
Jan Koen Lomans verwierf na zijn afstuderen aan
ook het onderwerp. Hij verdiepte zich in het maken
de AKV St. Joost al snel bekendheid met mohairen
van een gipsafdruk en de beste manier waarop
wandkleden voorzien van grote verwelkte bloe-
hij deze in nikkel kon laten gieten. Als onderwerp
men. De hyperesthetische werken zijn tegelijk
koos hij, toevalligerwijs, de plataan waar ook
warm en duister, met een hoog ‘memento mori’
Lisette Verkerks oog op gevallen was. Lomans’
gehalte. Ook in zijn tekeningen, die de ruggen-
blik op de boom was evenwel een totaal andere:
graat van zijn werk vormen, nemen bloemen een
zijn interesse ging niet zozeer uit naar de boom
centrale plaats in. Hij tekent ze voortdurend; ver-
zelf, maar, net als bij de bloementekeningen, naar
kent ze minutieus met pen, potlood of houtskool,
de mogelijke symbolische betekenissen van zijn
bij voorkeur in verwelkte toestand omdat hun
onderwerp. Hij verbond de knobbels op de boom
vormen en kleuren juist dan een enorme variëteit
met de legende van de koortsboom, volgens
kennen. De keuze voor een enkel motief en studi-
de overlevering een boom die in staat is ziektes
euze benadering geven het werk iets meditatiefs;
van mensen over te nemen. In de volkscultuur
zijn gedrevenheid om elke nuance van de bloem
bestaan, ook in Nederland, nog verschillende
voor zijn ogen te vangen geven het een sacraal
koortsbomen, gewoonlijk volgehangen met lapjes
gevoel. Lomans is er niet op uit om de, met bloe-
stof afkomstig van de kleding van zieken, al zijn
men verweven, christelijke symboliek opnieuw uit
het tegenwoordig vaker zakdoeken. Koortsbomen
te vinden. Liever probeert hij de bloem een eigen,
worden vaak geassocieerd met een heilige: zo is
op zichzelf staande symbolische waarde te geven.
de heilige eik van Schijndel opgedragen aan Onze
Een witte lelie verwijst dus niet noodzakelijk naar
Lieve Vrouwe van de Smarten en de koortsboom
de annunciatie van Maria door de engel Gabriël, al
in Alphen aan de Rijn aan Johannes de Doper. In
is de term ‘annunciatie’ wel als titel terug te vinden
de directe omgeving verrees geregeld een kapel
in zijn werk.
en de bomen werden vaak het doel van bedevaarten. Deze katholieke connotaties vond Lomans bij
Lomans’ keuze voor een enkel motief als motor
de plataan terug in zijn standplaats: op de grens
achter zijn werk geeft hem extra ruimte om de
tussen de Kunstuitleen en het Utrechtse bisschop-
materiële kant van het kunstenaarschap te onder-
pelijk paleis - tussen hemel en aarde als het ware.
zoeken en te experimenteren met verschillende
De samenkomst van meer en minder toevallige
materialen. Zo vindt het tekenen zijn vervolg in de
associaties en betekenissen leidde tot het idee
grafiek – met als recent voorbeeld de prent die hij
dat de boom een ceremoniële functie zou gaan
voor het CBKU grafiekabonnement maakte – en
vervullen binnen de tuin. Om die status kracht bij
experimenteert hij voortdurend met nieuwe tech-
te zetten maakte hij een afgietsel van een deel
nieken en materialen voor zijn wandkleden, iets dat
van de bast van de boom en liet het polyuretha-
onlangs resulteerde in de vondst van een techniek
nen positief dat hij hiermee maakte vernikkelen.
om ‘smeltwerken’ te maken, waarbij een tekening
Vervolgens verving hij de originele boombast,
in een plastic gaasdoek wordt gesmolten.
zinspelend op een ‘wonder’, door de nikkelen. Ook liet hij een vaandel produceren op basis van
Het was dan ook niet verbazingwekkend dat
de CBKU abonnementsprent van zijn hand. Het
Lomans voor het verblijf in De Kas ook koos voor
resultaat is een blauwdruk van een ceremonie: een
De Kas 6 Jan Koen Lomans
57
15 september t/m 12 oktober 2008
De Kas
locatie waaraan bovennatuurlijke kracht toegeschreven kan worden – een bedevaartsoord - in combinatie met een ritueel attribuut, in dit geval het vaandel, dat in een processie naar het bedevaartsoord gedragen kan worden. Maar waar een ceremonie gewoonlijk gekoppeld is aan een specifiek religieus gedachtegoed, is het interessante dat Lomans dat nu juist achterwege laat. Hij biedt het ritueel aan, niet de beleving. Het is een oecumenisch ritueel, bruikbaar voor alle gezindten, van christen, boeddhist, atheïst tot ietsist. Bezoekers van de Kunstuitleen kunnen het ritueel uitvoeren en naar wens en behoefte voorzien van persoonlijke betekenis. Hoewel Lomans tijdens de werkperiode een hele andere weg in is geslagen dan we van hem gewend zijn, kunnen we toch verschillende parallellen met zijn ‘normale’ werk trekken. Het ritueel ligt aan de basis van veel van zijn tekeningen: het is de steeds terugkerende handeling van het geconcentreerd natekenen van dat enkele motief: de bloem. De tekeningen en de koortsboom hebben nog iets gemeen. Lomans wil met zijn bloemen een religieus gevoel van schoonheid bereiken, zonder vast te lopen in vooraf vastgestelde betekenissen en symbolen. Bij het ritueel van de koortsboom gebeurt iets soortgelijks: de gebruikte elementen worden niet vastgezet, maar juist opengesteld voor diverse interpretaties en belevingen. Lomans lijkt in zijn opzet geslaagd te zijn: door de werkperiode in De Kas te gebruiken voor experiment, hebben de bestaande thema’s uit zijn werk een nieuwe vorm gekregen. Erik van Tuijn
De Kas 6 Jan Koen Lomans
58
15 september t/m 12 oktober 2008
De Kas 6 Jan Koen Lomans
De Kas
59
15 september t/m 12 oktober 2008
De Kas 6 Jan Koen Lomans
De Kas
60
15 september t/m 12 oktober 2008
De Kas 6 Jan Koen Lomans
De Kas
61
15 september t/m 12 oktober 2008
De Kas 6 Jan Koen Lomans
De Kas
62
15 september t/m 12 oktober 2008
De Kas 6 Jan Koen Lomans
De Kas
63
De Kas
Colofon
Grafisch ontwerp
Deze publicatie is een gezamenlijke uitgave van
Herman van Bostelen
Centrum Beeldende Kunst Utrecht en Kunstuitleen Utrecht bij het project De Kas – Lusthof Utrecht
Drukkerij
2004 – 2008, in de tuin van de Kunstuitleen.
Libertas, Bunnik
Teksten
Oplage
Peter van Kester
500
Jelle Bouwhuis Karen Duking
Met financiële steun van
Erik van Tuijn
Fentener van Vlissingen Fonds
Voorwoord en tekstredactie
Met dank aan
Iris Stelder, Centrum Beeldende Kunst Utrecht
Gerda Brethouwer, Annelore Scholten en Paulo
Pieternel Linssen, Kunstuitleen Utrecht
Martina. Zij hebben bij de ontwikkeling van Lusthof Utrecht en het project De Kas een belangrijk rol
Eindredactie
gespeeld.
Iris Stelder, Centrum Beeldende Kunst Utrecht ISBN 978-90-74690-49-2
Fotografie p. Teo Krijgsman
© 2009, Centrum Beeldende Kunst Utrecht
p. Cees Oortwijn Fotografie Frank Halmans: Jeannette Schols
www.cbk-utrecht.nl
Fotografie werkperiode Reinier Lagendijk:
www.kunstuitleenutrecht.nl
CBKU/Miriam Windhausen, Kunstuitleen Utrecht/ Matthijs Helmich Fotografie werkperiode Anna van Suchtelen: Anna van Suchtelen, Kunstuitleen Utrecht/ Matthijs Helmich Fotografie werkperiode Halina Zalewska: Hans Laban, Halina Zalewska, Kunstuitleen Utrecht/Cees Oortwijn Fotografie werkperiode AtelierNL en Maarten Kolk: Kunstuitleen Utrecht/Cees Oortwijn Fotografie werkperiode Lisette Verkerk: Lisette Verkerk, Kunstuitleen Utrecht /Cees Oortwijn Fotografie werkperiode Jan Koen Lomans: Kunstuitleen/Cees Oortwijn
64