VOL004/ICT1 /39-70
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 39
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
1
De impact van ICT op het vormgeven aan onderwijs- en leerprocessen en de schoolorganisatie Jan Driesen ICTO-coördinator Erasmushogeschool Brussel
1. Inleiding 2. De computer en de computernetwerken 3. Computer Ondersteund Onderwijs (COO) 3.1. COO begeleidt het leerproces van de lerende 3.2. COO en didactische werkvormen 3.2.1. Drill & practice 3.2.2. Het voeren van on line onderwijsleergesprekken 3.2.3. Simulaties: het werken met modellen en spelletjes 3.3. Evoluties op het gebied van de ontwikkeling van courseware 3.4. Het teleleerplatform 4. De informatie- en communicatiemogelijkheden van het Internet 4.1. Informatie zoeken 4.2. On-linewoordenboeken en -encyclopedieën 4.3. Informatie publiceren 4.4. Communicatie 4.4.1. E-mail 4.4.2. Nieuwsgroepen 4.4.3. Discussiegroepen 4.4.4. Nieuwslijsten of discussielijsten 4.4.5. De chatbox of babbelbox 4.4.6. Virtuele werelden en games 5. De impact van andere technologische ontwikkelingen 5.1. Mobiele telefonie en SMS 5.2. Wanneer komen de PDA’s het onderwijs ondersteunen? 5.3. Nieuwe ontwikkelingen maar gebrek aan bandbreedte
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 39 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 40
algemeen kader
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
2
6. De interne en externe communicatie op instellingsniveau digitaliseren 6.1. De schoolwebsite 6.2. Het schoolintranet 6.3. Het teleleerplatform (TLP) 6.4. De wireless campus 7. Schooloverstijgende ICT-projecten 7.1. Anytime Anywhere Learning (AAL) 7.2. Digikids 7.3. CST 8. ICT en onderwijsinnovatie 8.1. Denken vanuit ICT of vanuit onderwijsinnovatie? 8.2. Begeleide zelfstudie wordt belangrijker zowel in het hoger als in het secundair onderwijs 8.3. Krijgen we een beter onderwijs door ICT? 9. Literatuur
Krachtlijnen In dit artikel geven we een overzicht van de mogelijkheden van ICT ter ondersteuning van het onderwijs. We gaan na wat er vandaag zoal gebeurt en welke mogelijkheden zich aandienen. We zullen vooral op het micro- en het meso-onderwijsniveau focussen. Hoewel ICT de mogelijkheid in zich draagt om volledig afstandsonderwijs te organiseren, zullen wij uitgaan van ons bestaand onderwijssysteem en nagaan hoe ICT hierin ingeschakeld kan worden en eventueel een ‘hefboom’ tot onderwijsinnovatie kan zijn. Voorts onderzoeken we hoe ICT en onderwijsinnovatie tot voor kort elk hun eigen weg gingen en hoe de twee nu aan een wenselijke integratie begonnen zijn.
afl. 1, juni 2002, 40 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
2
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 41
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
3
1. Inleiding
het begrip ICT
Internet
overzicht van de mogelijkheden van ICT als ondersteuning van het onderwijs
Nog maar vier jaar geleden wisten enkel de ingewijden dat ICT de afkorting is van informatie- en communicatietechnologie. Vandaag gebruikt iedereen te pas en te onpas het begrip. Sommigen vinden dat ze al goed met ICT bezig zijn als ze voor hun leerlingen een studietekst op diskette zetten. Anderen zien het gelukkig ruimer. Voor hen gaat het om heel de technologie rond computers en computernetwerken. Het Internet als ‘netwerk aller netwerken’ krijgt daarbij een centrale plaats in het ICTgedachtegoed. In dit artikel geven we een overzicht van de mogelijkheden van ICT als ondersteuning van het onderwijs. Wat gebeurt er vandaag al en welke mogelijkheden dienen zich aan? We zullen vooral op het micro- en het meso-onderwijsniveau focussen. Hoewel ICT de mogelijkheid in zich draagt om volledig afstandsonderwijs te organiseren, zullen wij uitgaan van ons bestaand onderwijssysteem en nagaan hoe ICT hierin ingeschakeld kan worden en eventueel een ‘hefboom’ tot onderwijsinnovatie kan zijn. We vertrekken niet vanuit één bepaalde onderwijsvisie maar tonen de mogelijkheden die ICT het onderwijs biedt. Waar dit relevant geacht wordt, zullen we kort relaties leggen met aspecten van onderwijsinnovatie, onderwijstechnologie en verschillende visies over leren en opleiden.
2. De computer en de computernetwerken nieuwe, interactieve werkelijkheid
jongeren staan open voor multimediale leefwereld
ict en onderwijsvernieuwing
Tekstverwerking, gebruik van een rekenblad, databasebeheer, publiceren met Powerpoint, een cd-rom of DVD bekijken, ... het kan allemaal op een modale hedendaagse multimediacomputer. Een hele nieuwe, interactieve werkelijkheid ligt binnen handbereik. Sinds de PC zowat twintig jaar geleden zijn intrede deed in huis- en op studentenkamers, is het gebruik ervan gemeengoed geworden. Geen PC hebben haalt tegenwoordig je status meer onderuit dan het ontbreken van een microgolfoven in de keukenwand. Ook kinderen en jongeren vinden spelletjes spelen, surfen op het Internet en SMS’en … ‘keigaaf’. Een onderzoek van onderwijskundige Martin Valcke wees uit dat de grote meerderheid van de kinderen tussen 10 en 12 jaar thuis op een PC terecht kan om te werken of te spelen, en dat een groot deel van hen ook opzoekwerk op het Internet verricht in het kader van schoolopdrachten of
afl. 1, juni 2002, 41 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 42
algemeen kader
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
4
aansluitend op eigen interesses (Valcke, 2000). De generatie die zich nu in het onderwijs aanbiedt, is vertrouwd met de PC, SMS en het Internet. Al is die mate van vertrouwdheid toch nog sterk uiteenlopend, waardoor het moeilijk is om hier in de klas gericht op in te spelen. Duidelijk is echter wel dat jongeren maar al te graag bereid zijn de PC, de gsm en de spelconsole een plaats te geven in hun leefwereld. Voor hen moet het Internet niet langer met een hoofdletter geschreven worden. Ouders zijn wellicht minder enthousiast omdat de financiële kosten van alle bij elkaar opgetelde multimediale ‘wensen’ al vlug hoog oplopen. toekomst voor het Computer Ondersteund Onderwijs?
Duidelijk is alvast wel dat het Computer Ondersteund Onderwijs (COO) door al deze elkaar in sneltempo opvolgende ontwikkelingen nieuwe kansen krijgt, doordat heel wat bestaande en aangekondigde toepassingen nu gewoon worden aangeboden via het Internet of op het schoolnetwerk kunnen worden geplaatst. Dringend tijd dus om te verkennen welke mogelijkheden er zich aandienen en welke invloed ze hebben op de vernieuwing van het onderwijs.
3. Computer Ondersteund Onderwijs (COO) 3.1. COO begeleidt het leerproces van de lerende Bij COO is het zo dat de computer drie taken op zich neemt, namelijk: kennis aanbrengen, die kennis toetsen en de lerende begeleiden doorheen het programma of het curriculum. kennis aanbrengen
•
kennis toetsen
•
lerende begeleiden
•
De aangebrachte kennis kan nieuw zijn of een herhaling van iets dat niet goed begrepen werd. Met de vele mogelijkheden van multimedia kan de kennis leuk en kwalitatief hoogstaand worden aangeboden. Het toetsen van de kennis kan gebeuren aan de hand van verschillende vraagvormen: meerkeuzevragen, ‘matching’vragen, invulvragen, open vragen e.d. Het doel van het inlassen van testvragen is de lerende te helpen het geleerde toe te passen en te verwerken, terwijl anderzijds gecheckt wordt of de leerstof ook echt begrepen is. Na het toetsen beslist het begeleidende systeem hoe de lerende verder moet gaan: nieuwe leerstof doornemen, niet begrepen leerstof herhalen of extra vragenreeksen beantwoorden.
Bij het beoordelen van bestaande educatieve pakketten moeten deze drie taken in het oog worden gehouden. Zitten ze verankerd in het pakket in kwestie, of is dat slechts gedeeltelijk het geval? Even uitproberen is de boodschap.
afl. 1, juni 2002, 42 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
4
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 43
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
Nederlandstalige educatieve software voor het basisonderwijs
5
Wat pakketten voor het basisonderwijs betreft, is er voor geïnteresseerden sinds kort de mogelijkheid om on line informatie op te vragen over ruim 850 toepassingen die in Nederlandstalige versie beschikbaar zijn (zie de bijdrage ‘On line databank inzake educatieve software voor het basisonderwijs’ in dit boek of surf naar www.programmamatrix.be). Per pakket wordt telkens ook een soort COO-grafiek meegegeven.
3.2. COO en didactische werkvormen COO kan gebruikmaken van verschillende didactische werkvormen, variërend van inoefenen via ‘drill & practice’ over het voeren van on line onderwijsleergesprekken tot simulatie en werken met modellen.
basisinzichten en -vaardigheden oefenen
elektronisch evaluatiesysteem Question Mark
QMP om vreemde talen te oefenen docenten kunnen zelf oefeningen aanmaken
ict en onderwijsvernieuwing
3.2.1. Drill & practice De computer kan ingeschakeld worden bij het ‘inslijpen’ van basisinzichten en -vaardigheden. Er is een groot assortiment oefenpakketten op de markt om cijferen, uitspraak en vervoegingen te leren. Nieuw is dat deze pakketten meer en meer on line gaan. Een goed voorbeeld is het elektronische evaluatiesysteem Question Mark (QM) dat op Microsoft Windows draait. Eind jaren negentig werd QMPerception (QMP), een web based versie van hetzelfde pakket (http://www.questionmark.com/ned/home.htm), op de markt gebracht en nu raakt de oorspronkelijke Windows-versie steeds meer in de verdrukking. In de Erasmushogeschool Brussel wordt de on-lineversie QMP gebruikt om vreemde talen te oefenen. Studenten krijgen na het beëindigen van elke oefenreeks feedback over hun prestaties, waarna ze zelf kunnen beslissen of ze de reeks nogmaals willen doorlopen of een volgende reeks aanvatten. QMP werkt als een ‘auteurssysteem’. Dit houdt in dat docenten op een relatief eenvoudige manier zelf kennis, oefeningen en toetsvragen kunnen aanmaken en in de toepassing integreren. Hiertoe biedt QMP een ruime waaier aan vraagtypes aan voor de invoer van getallen, van uitleg en van antwoordalternatieven bij meerkeuzevragen. Bovendien laat het programma ook toe eigen vraagtypes te ontwerpen. Of je nu een expert of een beginneling bent, je kan met gemak afbeeldingen, hyperlinks en multimediatoepassingen aan je zelf ontworpen oefenreeksen toevoegen. QMPerception biedt de gebruikers onmiddellijk een update van de vragen, inclusief feedback en een snelle analyse van de resultaten.
afl. 1, juni 2002, 43 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 44
algemeen kader
Internet verdringt Windows-versie
on line discussiefora
onmiddellijke respons op inbreng van de lerende
behavioristische visie op leren
KlasCement biedt interessante courseware bruikbare informatie en concrete demonstraties
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
6
Dat de Windows-versie van QM het nu moet afleggen tegen de web based versie QMPerception is illustratief voor de snelle ontwikkelingen op het gebied van beschikbaarheid van ‘courseware’. Steeds meer laat de kracht van het Internet zich gelden. Op Educause 2000, het grootste ICT-evenement van de VS, bleek al dat het Internet de drager is geworden van zowat alle ICT-toepassingen gebruikt in het Amerikaanse hoger onderwijs. 3.2.2. Het voeren van on line onderwijsleergesprekken Ook op het gebied van het aanbrengen van nieuwe kennis of inzichten of het verkennen van minder gestructureerde informatie, laat ICT zich steeds meer gelden. Een toepassing als BridgED (http://www.bridged.org) maakt het bijvoorbeeld mogelijk dat een leraar soepel documenten, cursusinhouden en internetlinks samenbrengt in een virtuele cursusruimte en dat hij vervolgens de lerende uitnodigt tot discussie en verdieping over definities, stellingen, omschrijvingen van situaties, specifieke toepassingen, … In het ‘discussieforum’ kunnen alle studenten dan perfect volgen wie waarop heeft gereageerd, hoe de discussie verloopt, welke sporen allemaal zijn verkend en aldus beslissen hoe zij hierin verder willen participeren. De moderator van het forum zorgt op zijn beurt op tijd voor frisse input en voor richtinggevende feedback. Op die manier wordt niet alleen getoetst of de lerende heeft begrepen waar het om gaat, hij kan er ook op gewezen worden de leerstof of bepaalde ‘topics’ nog eens grondiger aan te pakken. Wanneer de discussie succesvol is en iedereen voldoende geparticipeerd heeft, wordt er een volgend discussiepunt aangeboden. Indien uit het discussieverloop blijkt dat de leerstof nog niet goed verwerkt is, volgt verdieping via bijkomende input of oriënterende vragen. We herkennen hierin de principes van de geprogrammeerde instructie en de behavioristische visie op leren gebaseerd op de kracht van het ‘reinforcement’, zij het dat hier duidelijk gewerkt wordt binnen een ‘open’ leeromgeving zodat de richtingen die door de lerenden genomen worden nooit exact te voorspellen zijn. 3.2.3. Simulaties: het werken met modellen en spelletjes Voor vakken als fysica, chemie, wiskunde en technologische opvoeding is in dit verband interessante ‘courseware’ ontwikkeld die nu ook on line gaat. Het loont dan ook meer dan de moeite om de Eduwijzers-pagina’s van KlasCement eens te bezoeken (http://www.klascement.net) en de betreffende bijdrage in dit handboek eens te lezen. Leraren basis- en secundair onderwijs vinden hier hele pakken bruikbare informatie, alsook allerhande ‘applets’ die als concrete demonstraties bij
afl. 1, juni 2002, 44 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
6
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 45
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
7
allerlei proefopstellingen of bewijsvoeringen kunnen worden gebruikt. Hierbij krijgt de lerende een model van de werkelijkheid te zien, kan hij voorspellen, inschatten of berekenen wat er zal gebeuren, en vervolgens controleren of hij het bij het rechte eind heeft. Prachtige toepassingen die helpen bij het veraanschouwelijken van de probleemsituaties.
SimCity-toepassingen en -varianten
Maar tegelijk is er het besef dat er zich precies op dit gebied nog een hele evolutie kan voltrekken. Want als we kijken naar de spelletjessector, dan is het duidelijk dat er nog heel wat meer mogelijkheden in het verschiet liggen om het leren in rijkere, veel meer interactieve contexten plaats te laten vinden. Een goed voorbeeld zijn de al jarenlang zeer succesvolle SimCity-toepassingen en -varianten waarbij de speler een stad, een ziekenhuis of andere complexe samenwerkingscontexten tot leven moet brengen en uitgedaagd wordt de gevolgen van zijn eigen beslissingen telkens weer goed in te schatten en waar nodig bij te sturen. Steeds meer geraken kinderen en jongeren inderdaad vertrouwd met elektronische spellen die ze vanop een spelconsole, vanop een huiscomputer, direct over het Internet én straks dus gewoon via gsm met onbekende tegenspelers kunnen spelen. De impact van de virtuele contexten die in ‘genetwerkte’ spellen verkend worden, is nog onduidelijk, maar er liggen beslist kansen op educatief gebied (zie ook: 4.4.6. Virtuele werelden en games).
3.3. Evoluties op het gebied van de ontwikkeling van courseware multimediale courseware ontwerpen: taak voor uitgeverijen, softwarebedrijven, ...
de autonomie van de individuele leerkracht neemt toe
Het zal duidelijk zijn dat het ontwerpen van multimediale courseware voor COO ingewikkeld en tijdrovend is. Het leren van programmeertalen is voor velen een uitdaging op zich en zelfs als het gaat om auteurssystemen, is het aangewezen om in team te werken via vak- of expertgroepen om er aldus voor te zorgen dat de ontwikkelingstijd beperkt kan worden gehouden. Hier is zeker een taak weggelegd voor educatieve uitgeverijen, softwarebedrijfjes en koepelorganisaties uit de onderwijssector. Tegelijkertijd zal de uitwisseling van ‘good practices’ tussen onderwijsinstellingen belangrijker worden. Ze kunnen hun in huis ontwikkelde lesmodellen, leerinhouden en softwaretoepassingen in verzameldatabases ter beschikking stellen. Bij dit laatste is er ook een belangrijke, voorwaardenscheppende rol voor de overheid weggelegd. We zien ook dat er steeds meer ontwikkelingen opgang maken die de autonomie van individuele leerkrachten vergroten. Elektronische leeromgevingen zoals Blackboard, gecombineerd met allerhande hulpprogramma’s (building blocks) zoals kennismanagement- en auteurssystemen, vereenvoudigen de aanmaak van eigen courseware sterk. Ook
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 45 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 46
algemeen kader
zelfontwikkelde elektronische leeromgeving
functiebeschrijving van de leraar verandert
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
8
programma’s zoals het gratis Hot Potatoes (http://web.uvic.ca/hrd/halfbaked) zijn erg in trek. Waar leerkrachten eigenlijk altijd al een mix van eigen cursusmateriaal gecombineerd met handboeken, documenten, materialen enz. ontwikkelden, wordt het nu steeds meer een evidentie dat zo’n mix daadwerkelijk ook geïntegreerd wordt tot een zelfontwikkelde elektronische leeromgeving waarin de eigen input bovendien soepel gecombineerd kan worden met elektronische informatie afkomstig van educatieve uitgeverijen, onderzoekscentra, nieuwsagentschappen enz. Steeds vaker zal het trouwens ook zo zijn dat groepen studenten de resultaten van hun opzoekwerk zullen publiceren in een elektronische leeromgeving, zeker wanneer zij in het kader van projectmatig werken of een meer Probleemgestuurde Onderwijs (PGO-)aanpak uitgedaagd worden multimediale presentaties te maken over het resultaat van hun onderzoek en kennisverwerking. Al bij al mogen we in dit kader ook stellen dat de functiebeschrijving van de leraar hierdoor noodgedwongen enkele aanpassingen zal ondergaan. Behalve als coach vanr een groep kenniscreërende lerenden, zal de nieuwe leraar ook steeds meer als kennismanager en als bediener van auteurssystemen optreden.
3.4. Het teleleerplatform van individualistisch naar meer geïntegreerd COO
teleleerplatform: integratie van leerstof, communicatie en organisatie
Uit wat voorafgaat zal duidelijk geworden zijn dat de sterke opmars van de computernetwerken en in het bijzonder van het Internet een nieuwe impuls heeft gegeven aan het vroegere meer individualistische COO. Dankzij het ‘open karakter’ van de onder 3.2. omschreven leeromgevingen, waarbij het via discussie zelf construeren van leerwegen een belangrijk gegeven is, is de computer een schakel geworden in het vormgeven aan sociaal interactief leren dat flexibel én los van plaats en tijd kan worden georganiseerd. Onder punt 4 gaan we in dat verband trouwens dieper in op deze kennisconstructivistische mogelijkheden van ICT en het Internet, meer geïntegreerde leeromgevingen. We reiken er startinformatie aan om een eigen rudimentair ‘leerplatform’ te creëren van waarop leraren hun lerenden in de informatiezeeën van het Internet kunnen laten onderduikelen zonder dat die het risico lopen algeheel ‘ten onder te gaan’. Toch willen we dit luik afronden met wat meer informatie over de zogenaamde teleleerplatforms (TLP’s). Zo’n TLP is een elektronische leeromgeving waarin het leren, de communicatie ten behoeve van het leren alsook de organisatie van het leren mogelijk worden gemaakt en
afl. 1, juni 2002, 46 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
8
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 47
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
9
daadwerkelijk op elkaar afgestemd. Daarbij gaat het om de integratie van onderdelen als: leerstof/toetsen, communicatie én organisatie en beheer (Droste, 1998). In andere onderdelen van deze bijdrage zal geregeld worden verwezen naar de in België en Nederland meest gebruikte TLP, namelijk Blackboard. Wat we over dit TLP inbrengen, geldt grotendeels ook voor andere TLP’s zoals Lotus Learning Space en WebCT.
4. De informatie- en communicatiemogelijkheden van het Internet ‘eigen’ leeromgeving creëren op het Internet
samenwerking over klas- en landsgrenzen heen
starttips
ict en onderwijsvernieuwing
Een ‘eigen’ leeromgeving of digitale werkplek creëren op het Internet ligt binnen het bereik van iedereen die een verbinding met het Internet heeft. Je krijgt samen met je internetabonnement een ruimte in de virtuele werkelijkheid waar je eigen materiaal kan ‘publiceren’. Met enige zin voor experiment kan iedereen aldus eigenhandig gemaakte foto’s, tekstfragmenten en illustraties op het Internet zetten. Of je nu werkt met pakketten als Frontpage of Dreamweaver, programmeren moet je tegenwoordig niet echt meer kunnen om een website te ontwikkelen. In de bijdrage ‘ICT & Onderwijsvernieuwing: hinkstaplerend de kennismaatschappij tegemoet’ wordt het inspirerende voorbeeld gegeven van een leraar aardrijkskunde die met zijn leerlingen een cursusgebonden website ontwierp. Daarop zijn heel wat links naar relevante webpagina’s samengebracht die allemaal te maken hebben met de onderwerpen platentektoniek, vulkanen en aardbevingen. Belangrijk om mee te geven is ook nog dat je je hierbij zo kunt organiseren dat er ook off line kan worden gebrowsed, zodat je het surfgedrag van jongeren meer kunt leiden. Behalve aan de slag gaan met internetinformatie, zijn er ook heel wat mogelijkheden om leerlingen of studenten met elkaar en met de docent te laten communiceren. Niet alleen kan er zeer makkelijk over de klasgrenzen heen worden samengewerkt, er kunnen op deze manier ook heuse internationale uitwisselingsprojecten worden opgezet. Een heel nieuwe leercultuur komt tot ontwikkeling zodra jongeren via zo’n interactieve leercontext zelfstandig gaan leren, hun werk op het Internet kunnen publiceren én daarover los van plaats en tijd met anderen in discussie kunnen gaan. In kort bestek reiken we de lezer hieronder alvast een aantal starttips aan om een digitale werkplek in te richten. Het onderwerp is echter zo rijk en veelomvattend dat we het hier onmogelijk in zijn totaliteit kunnen behandelen.
afl. 1, juni 2002, 47 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 48
algemeen kader
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
10
Maar laten we beginnen met het zoeken van informatie. De miljarden pagina’s van het Internet groeien elke dag aan. Voor het onderwijs liggen hier enorme kansen open. Maar hoe halen leraren en leerlingen nu de gewenste informatie uit die miljarden pagina’s?
4.1. Informatie zoeken URL
Informatie zoeken op het Internet doe je door rechtstreeks de URL van de site of webpagina die je zoekt in te brengen in je browser (Netscape of Explorer). Wil je naar de website van het onderwijstijdschrift Klasse, dan toets je gewoon www.klasse.be in en je bent er. Vanuit de homepage zoek je dan verder in de pagina’s.
zoekrobot of zoekmachine
Google
URL’s en enkele zoekrobots vermelden
communities
Als je het adres niet kent, dan gebruik je het best een zoekrobot of zoekmachine. Er zijn veel zoekmachines, waardoor de keuze niet vanzelfsprekend is. Jarenlang waren Yahoo en Altavista de toppers (www.yahoo.com en www.altavista.com). Anno 2002 is Google (www.google.com) de onbetwiste topper. We kunnen hier geen beknopte cursus over zoeken op het Internet opnemen, maar het loont de moeite hieraan wat tijd te besteden. Lees daarom minstens de korte on-linehandleidingen voor je begint. Laten we even Google onder de loep nemen. Google heeft een erg sobere openingspagina die vlot binnenloopt, een snelheid die ook het zoeken zelf kenmerkt. De resultaten zijn van goede kwaliteit en je kunt gemakkelijk doorklikken naar de relevante categorie in de Google-directory (te vergelijken met Yahoo) en naar verwante sites. Het is verbazend hoe snel je de onmogelijkste dingen vindt. Google onderzoekt dan ook meer dan 1,5 miljard webpagina’s en dat aantal neemt dag na dag toe. Bij het ontwerpen van een digitale werkplek kunnen leraren de voor het vakgebied belangrijke URL’s en enkele zoekrobots opgeven (Google, Yahoo, Altavista, …) zodat leerlingen en studenten gestimuleerd worden om extra informatie te zoeken. Het zoeken kan eventueel nog gestuurd worden door een aantal trefwoorden op te geven. Tegenwoordig vind je moeiteloos informatie over sofware en relevante internetsites ter ondersteuning van de verschillende vakgebieden: aardrijkskunde, wiskunde, biologie, talen enz. De verenigingen van vakleerkrachten zullen je hierover zeker kunnen inlichten. Interessant is de evolutie naar ‘communities’ rond allerhande interesses en vakgebieden. Op de portaalsite www.klascement.net kun je er enkele bezoeken.
afl. 1, juni 2002, 48 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
10
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 49
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
portals en vortals
twee bedenkingen
ProFusion
6minutes search & find
gespecialiseerde wetenschappelijke databanken
11
Anderzijds is het begrijpelijk dat onderwijsmensen, die pedagogisch en didactisch denken, niet altijd zo blij zijn met de massa’s informatie die Google tegen het computerscherm spuwt. Als we nu eens alle relevante sites voor het onderwijs of voor een vakgebied in categorieën onderbrengen en die op een website in een portaal samenbrengen, dan zou dat het zoeken gerichter en eenvoudiger kunnen maken. Dit soort portaalsites (portals) en verticale portaalsites (vortals) zijn in de bedrijfswereld in volle opkomst. Ook het onderwijs kan voordeel halen uit een verticale portaalsite. Pi-online (http://pion.rug.ac.be), ontwikkeld aan de vakgroep Pedagogiek van de Universiteit Gent, is zo’n interactieve vortalsite, gericht naar iedereen die belangstelling heeft voor opvoeding en onderwijs (zie: Interactieve portaalsite: Pi-online als casus). Tot slot nog twee bedenkingen over het grote aantal zoekmachines of ‘searchers’ die niet allemaal dezelfde informatiebronnen aanspreken. Hoe kies je de juiste zoekmachine voor een bepaald type zoekopdracht? Een mogelijke oplossing vind je bij ProFusion (http://profusion.com). ProFusion is enerzijds een algemene metasearcher die grote searchers raadpleegt. Anderzijds is het interessantste onderdeel de thematische directory die uitsluitend gespecialiseerde zoekmachines, webgidsen of andere relevante naslagwerken bevat. In totaal zijn er dat duizend, waaronder honderden die behoren tot het zogenaamde ‘invisible web’ of tot de massa’s websites die niet onderzocht worden door de klassieke zoekrobots. Er beweegt nogal wat in de wereld van de zoekrobots. Het is dan ook aan te raden je kennis regelmatig bij te werken door je bijvoorbeeld in te schrijven voor de gratis tweewekelijkse nieuwsbrief van 6minutes search & find (http://www.6minutes.net/nl/index.htm). Ten slotte vermelden we nog dat er gespecialiseerde wetenschappelijke databanken ter beschikking staan van het onderwijs. Zo kun je artikels uit wetenschappelijke en vaktijdschriften downloaden, al dan niet tegen betaling. Een voorbeeld is http://www.swetsnetnavigator.nl/direct. De inhoudsopgaven van 17.000 tijdschriften (de meeste Engelstalig en enkele Nederlandstalig) worden door de firma Swets gescand en via de website ter beschikking gesteld. Je kunt zoeken op titel, trefwoord, uitgever enz. Meer info over hoe je abstracts en volledige artikels kunt downloaden vind je op www.icto.be (ga eerst naar ‘zoeken’ en dan naar ‘vaktijdschriften’).
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 49 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 50
algemeen kader
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
12
4.2. On-linewoordenboeken en -encyclopedieën Van Dale en Encarta
Britannica
aardrijkskunde en
De cd-romversies van het Van Dale woordenboek en de Encarta encyclopedie kun je op schoolcomputers en thuis installeren. Je kunt ze echter ook on line raadplegen op www.vandale.be en www.encarta.com. Op www.britannica.com vind je een complexe zoekmachine waarmee je gelijktijdig zoekt op het web, in de wereldberoemde encyclopedie, in boeken en in tijdschriften. Een handig hulpmiddel om inhoudelijk materiaal over een bepaald onderwerp te vinden. Ga eens kijken op http://www.leren.nl/rubriek/wetenschap/geografie,
andere vakken
waar je interessante bronnen voor het vak aardrijkskunde kunt raadplegen. Ook andere vakgebieden komen op www.leren.nl aan hun trekken. Je kunt je er ook op de gratis nieuwsbrief abonneren. Stop dus een selectie van voor jouw doelgroep belangrijke on-linenaslagwerken en websites in de digitale werkplek die je voor leerlingen of studenten creëert.
verklaring van
Voor al het onbegrijpelijke computerjargon verwijzen we je graag naar het lexicon in deze uitgave of naar enkele on-linewoordenboeken. De meest Free On-Line Dictionary of Computing uitgebreide is de (http://wombat.doc.ic.ac.uk/foldoc). Als je ook afbeeldingen en verwijzingen naar verwante termen zoekt, is TechEncyclopedia (http://www.techweb.com) de moeite waard. Als je Nederlandstalige
computerjargon
naslagwerken wilt, ga dan naar het internetwoordenboek (http://www.internetwoordenboek.com) of naar http://www.computerwoorden.nl/woorden/menu/cwbindex.htm.
4.3. Informatie publiceren
in zuivere HTML of met MS Frontpage hoofdingrediënten van een schoolsite
klassen die hun werkjes publiceren
Een website aanmaken voor de school, de eigen klas of een project behoort tot de algemene ICT-vaardigheden. Zo’n site kan aangemaakt worden in zuivere HTML of met een programma zoals MS Frontpage, waarbij je omzeggens geen HTML nodig hebt. De hoofdingrediënten van een schoolsite zijn meestal gelijk. Ik som er enkele op: voorstelling, bereikbaarheid, inschrijvingen, studieaanbod, activiteiten, oudervereniging en oud-leerlingenwerking. Maar weinig schoolwebsites overstijgen op dit ogenblik het niveau van een gedigitaliseerde schoolbrochure. Soms worden er leerlingenpagina’s toegevoegd om het geheel wat dynamischer te maken. Interessanter wordt het wanneer klassen hun werkjes gaan publiceren. Vooral de Freinet-scholen zijn drukdoende met het digitaal publiceren van schoolbladen en verslagen van klasprojecten.
afl. 1, juni 2002, 50 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
12
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 51
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
initiatieven in het hoger onderwijs
zelfgemaakte sites van jongeren
tools om inhouden on line te brengen
Student Homepage in Blackboard
13
In het hoger onderwijs stellen studenten zichzelf of hun groepswerk on line voor. Eric Hulsens, lector aan de Plantijnhogeschool Antwerpen, heeft de aanmaak van een website in MS Frontpage alsook het gebruik van de persoonlijke homepage van Blackboard in zijn onderwijs geïntegreerd. Zijn ervaring is dat de homepage van Blackboard een prima middel is om studenten tot een eerste en gemakkelijke vorm van digitaal publiceren te brengen en om de nieuwsgierigheid naar HTML op te wekken. Vervolgens komt het accent op Frontpage te liggen (zie Ervaringen met Blackboard). Een eenvoudige website maken in MS Frontpage of gelijkaardige eenvoudigere software is voor vele jongeren heel gewoon. Surf maar eens naar de honderden Nederlandstalige scooter-sites gebouwd door tieners. Het is logisch dat je deze mogelijkheden ook voor onderwijsdoeleinden kunt aanwenden, zoals voor het publiceren van projectverslagen en schoolevenementen. Elektronische leeromgevingen hebben meestal ingebouwde tools om inhouden on line te brengen. Dat kan gaan van een eenvoudige personal homepage tot een tool om groepsverslagen, resultaten van nazoekwerk of papers te uploaden. In het PGO-project ‘Interculturele communicatie’ aan de Erasmushogeschool Brussel stelden groepen eerstejaars zich in Blackboard voor op hun ‘Student Homepage’. Dit is een snelle en aangename vorm van ‘socialising’, zeker als je schooloverschrijdend en internationaal gaat werken. Naargelang de gegeven opdracht kan dit instrument uitgroeien tot een curriculum vitae, klaar voor de arbeidsmarkt, of aan studenten kan gevraagd worden om over een aantal belangrijke punten een persoonlijk standpunt in te nemen. Je kunt er heel wat opsteken over hun persoonlijkheid, hun attitude tegenover de school en het leren, muziek, collega’s enz. Figuur 1: Student Homepage in Blackboard
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 51 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 52
algemeen kader
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
14
Onder de buttons schuilen mogelijkheden om aankondigingen, cursusinfo, documenten, opdrachten en links te publiceren. Onder de button Groups is het mogelijk om binnen de beslotenheid van een projectgroep informatie te uploaden zodat alle groepsleden die voortdurend ter beschikking hebben.
4.4. Communicatie enorme communicatiemogelijkheden
Verdedigers van elektronische leeromgevingen (ELO’s) of teleleerplatforms (TLP’s) wijzen meestal op de enorme mogelijkheden voor het ondersteunen van de communicatie. Ze verwijzen dan naar e-mail, discussieforums, nieuwslijsten, chatboxen, white boards enz. Gebruikers die ICT-geletterd zijn, kunnen al deze communicatiemiddelen afzonderlijk kiezen en zelf integreren. Een teleleerplatform bundelt al deze middelen en maakt ze tot een geïntegreerd geheel, waardoor de toegangsdrempel sterk verlaagd wordt en ook ICT-ongeletterden ermee aan de slag kunnen. Ter illustratie vind je hieronder de communicatie-instrumenten in Blackboard die bij groepswerk kunnen worden aangewend. Figuur 2: communicatie-instrumenten voor groepswerk in Blackboard
PGO-project
In een PGO-project Interculturele communicatie komen groepen van acht studenten tweemaal per week samen en passen ze de klassieke PGOmethode van de zevensprong toe. De eerste vijf fasen, waarbij het probleem gedefinieerd en geanalyseerd wordt en de studenten tot zelfgefor-
afl. 1, juni 2002, 52 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
14
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 53
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
communicatie verloopt grotendeels gedigitaliseerd
15
muleerde leerdoelen komen, gebeuren in een vergadering. Fasen 6 en 7, waarin zelfstudie en uitwisseling van informatie plaatsvinden, gebeuren gedeeltelijk on line. De communicatie en de uitwisseling van documenten en werkjes worden binnen de ‘group pages’ van Blackboard voortgezet. Je kunt afspraken mailen, standpunten innemen in het discussieforum, chatten in een virtuele klas en informatie of verslagen in File Exchange ter beschikking stellen. Deze communicatie-instrumenten maken het mogelijk om een aanzienlijk deel van de communicatie te digitaliseren. Dit opent de weg naar plaats- en tijdonafhankelijk leren. In plaats van deze communicatiemiddelen nu geïntegreerd te gebruiken in een elektronische leeromgeving, kun je ze ook afzonderlijk van het Internet plukken en je eigen potje koken. Voor leken is de integratie van deze tools toch wel een heuse uitdaging. In de volgende punten willen we de mogelijkheden van enkele communicatie-instrumenten zoals e-mail, discussieforums en chatboxen onderzoeken en hun didactische mogelijkheden beschouwen. 4.4.1.
E-mail Figuur 3: voorbeeld van e-mailgebruik
Studenten mailen elkaar frequent binnen studiegroepen. Zoals u in figuur 3 ziet, mailen studenten niet alleen naar elkaar maar ook naar hun leraar die dan vragen kan stellen of de verbeterde werkjes kan terugsturen.
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 53 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 54
algemeen kader
snelle en goedkope communicatie ...
... maar soms overweldigend
papers en eindwerken indienen en verbeteren moeilijk stelbare vragen
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
16
De vele voordelen van e-mail E-mail is snel en goedkoop, laat een vertraagde reactie toe en biedt de mogelijkheid om grote tekst-, beeld- en geluidsbestanden naar een geadresseerde door te sluizen. Allemaal heel leuk, tenminste als de hoeveelheid mails binnen de perken blijft. In het talenonderwijs worden nogal wat docenten bedolven onder de mails met ingeleverde vertalingen in bijlage. Aangezien het lezen en verbeteren rechtstreeks op het scherm moeten gebeuren, zullen ze deze gewoonte moeten aanleren. E-mail wordt ook veel gebruikt voor het indienen en verbeteren van werkjes, papers en eindwerken, zodat heel wat verplaatsingen worden vermeden. Nog een voordeel is het feit dat de leerling of student een vraag kan stellen die hij in de klas niet zou kunnen of durven stellen. Dit is een kans voor de leraar om interesse te tonen, de communicatie open te houden, verlegen studenten aan te moedigen en zo de kwaliteit van de relatie te verbeteren. Onderzoekers vinden wel eens dat de Amerikaanse en Nederlandse jongeren in de klas gemakkelijker hun vragen durven te stellen dan Vlamingen. Uitnodigen en aanmoedigen om te communiceren is in dat geval zeker aangewezen. Groepen van mailadressen aanmaken In MS Outlook Express kun je op een vrij eenvoudige manier groepen met mailadressen aanmaken en daarna je bericht tegelijk naar iedereen in de groep versturen. Dit bespaart heel wat tijd.
altijd extern bereikbaar
werken met users, groepen en selecties
E-mail geïntegreerd in teleleerplatforms Teleleerplatforms hebben meestal goed uitgebouwde e-mailmogelijkheden. Bij Blackboard is het zo dat studenten en docenten hun eigen extern e-mailadres inbrengen. Leraren en studenten zijn zo altijd extern bereikbaar, of ze nu een gratis web based programma zoals Hotmail gebruiken, het e-mailadres van hun eigen provider of het e-mailadres van hun onderwijsinstelling. Blackboards mogelijkheden voor e-mail Een gebruiker ingeschreven in de cursus, ‘user’ genoemd, kan mailen naar alle andere users in de cursus. Indien het een project is dat opgedeeld is in verschillende groepen, dan kunnen alle groepen of een aantal geselecteerde groepen aangesproken worden. Studenten kunnen ook alle ‘instructors’ of docenten mailen. Ten slotte kun je uit de deelnemerslijst ook een aantal users selecteren en die als groep eenzelfde boodschap sturen.
afl. 1, juni 2002, 54 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
16
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 55
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
17
Figuur 4: e-mailmogelijkheden in Blackboard
op zoek naar een oplossing voor je probleem
4.4.2. Nieuwsgroepen Vraag het aan iemand die het kan weten! Nieuwsgroepen, newsgroups of usenet bieden de mogelijkheid om met een grote groep internetgebruikers in contact te komen op een soort gigantisch elektronisch prikbord, met als doel hulp te zoeken rond een bepaald thema. Bij computerfanaten en onderzoekers is deze internetdienst populair. In veel gevallen kun je een antwoord vinden op je vragen bij iemand die jouw probleem zelf al eens eerder opgelost heeft. Steeds opnieuw het wiel uitvinden hoeft nu ook weer niet. Met dit principe in gedachten loont het de moeite eens een kijkje te nemen in enkele nieuwsgroepen. Hoe vind je een nieuwsgroep?
sleutelwoord ‘news:’ + naam van de nieuwsgroep
Een nieuwsgroep kun je oproepen door als locatie het sleutelwoord news: in te geven, gevolgd door de benaming van de groep. Bijvoorbeeld de Nederlandse site: news:nl.wetenschap over alle vormen van alledaagse wetenschap, of de Belgische site news:be.science. Ben je in wiskunde geïnteresseerd, dan kun je news:k12.ed.math eens proberen. De belangrijkste site voor het zoeken van newsgroups www.dejanews.com of www.deja.com is nu overgenomen door de zoekrobot Google. Dezelfde mogelijkheden heb je daarom vanaf nu in www.groups.google.com.
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 55 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 56
algemeen kader
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
18
Figuur 5: voorbeeld van het gebruik van een nieuwsgroep
Didactisch gebruik van nieuwsgroepen Nieuwsgroepen kunnen door studenten en docenten aangewend worden als bron van informatie. Een paar goedgeplaatste vragen kunnen een echte hulp zijn om een onderwerp dat niet gekend is te exploreren. De procedure is als volgt: zoek eerst een nieuwsgroep die aansluit bij je onderwerp, post je vraag in de nieuwsgroep, selecteer de nuttige informatie uit de antwoorden, bedank je respondenten en post eventueel een nieuwe vraag (Van Ryssen, 2001, p. 166).
moderator
werkwijze en afspraken
4.4.3. Discussiegroepen Discussiegroepen, e-groups of discussiepagina’s laten toe een asynchroon on-linegesprek te voeren. De toegang wordt meestal beperkt door een moderator bij wie de leden zich moeten registreren. Als de moderator ook toeziet op wat er meegedeeld wordt, dan spreken we van een gemodereerde discussiegroep. Bepaalde discussiegroepen zijn publiek en kunnen door iedereen worden gelezen, bij andere kun je wel lezen maar niet posten. De discussies komen terecht op een webpagina met een eigen URL. De moderator bepaalt het algemene thema en de deelnemers kunnen meestal zelf een nieuw onderwerp ter sprake brengen. Vooraf worden een aantal regels vastgelegd en bij conflicten of afdwalingen van het onderwerp kan de moderator de deelnemers tot de orde roepen.
afl. 1, juni 2002, 56 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
18
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 57
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
discussiegroep over stage-ervaringen
van passief naar actief: veel motivatie en geduld gevraagd
virtuele uitwisseling van ideeën
Toepassing in het onderwijs In het onderwijs zijn allerhande toepassingen te bedenken. Een docent zou bijvoorbeeld een discussiegroep kunnen openen om stage-ervaringen uit te wisselen. De studenten registreren zich via een on-lineformulier en vullen enkele gegevens over hun stageplaats in. Studenten van de groep, stagebegeleiders en docenten kunnen aan de discussie deelnemen. Overige studenten van de opleiding kunnen enkel meelezen. Deze aanpak is toepasbaar op allerhande onderwerpen, of het nu om examenuitslagen, projectonderwerpen of brainstormingsessies gaat. Om succesvolle discussiegroepen te organiseren die het leerproces op gang kunnen brengen, zul je als docent duidelijke regels moeten stellen en de deelnemers voortdurend moeten motiveren. Van leerlingen en studenten werd tot nu toe veelal passiviteit verwacht. Die passiviteit is er en dat zal niet onmiddellijk veranderen. Een waarschuwing vooraf en een groepsgesprek om bij de aanvang de betrokkenheid te vergroten zijn dan ook zeker niet overbodig. De groepen komen meestal traag op gang. Geduld oefenen is dan ook de boodschap. Een discussiegroep kan ook beperkt worden tot één groepje studenten die aan een project werken. In het al eerder genoemde probleemgestuurd project over de Arabische wereld aan het departement Communicatie van de Erasmushogeschool Brussel was één van de evaluatiemomenten een debat over de toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Als voorbereiding van dit debat werden in de PGO-groepen afspraken gemaakt om een virtuele uitwisseling van ideeën op te starten in het discussieforum van Blackboard. Argumenten pro en contra werden afgewogen en getoetst. In zo’n discussieforum kun je ook deskundigen binnenhalen die het niveau inhoudelijk verhogen. Dit kunnen collega’s of externe deskundigen zijn. Een opleiding in het efficiënt didactisch gebruiken van discussieforums is wel aan te bevelen. 4.4.4.
combinatie van nieuwsgroepen en e-mail
gemakkelijker dan een discussiegroep
ict en onderwijsvernieuwing
19
Nieuwslijsten of discussielijsten
Het gaat hier om een combinatie van nieuwsgroepen en e-mail. De berichten worden niet op een bepaalde plaats bijgehouden maar worden automatisch via e-mail doorgestuurd naar iedereen die zich op de lijst heeft ingeschreven. Er kan een verantwoordelijke moderator zijn maar dat hoeft niet. De lijsten kunnen gesloten zijn, of open voor iedereen. Een educatief voorbeeld: om leerlingen in contact te brengen met experts in een bepaald gebied, kan een discussielijst gestart worden zodat alle leerlingen alle gesprekken kunnen volgen. Een nieuwslijst is gemakkelijker te starten dan een discussiegroep en je kunt gemakkelijker controleren wie je wel of niet toelaat. Een interessant project dat hier vermeld kan worden, is dat waarbij leerlingen volwassenen interviewden die de oorlog meegemaakt hadden, waarna ze hun interviews publiceerden op de dis-
afl. 1, juni 2002, 57 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 58
algemeen kader
hulp bij begeleide zelfstudie
virtuele ontmoeting via geschreven dialogen
voor kleinere projectgroepen beheer van de virtual classroom
games of collectieve avonturen in tekstgebaseerde virtuele werelden
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
20
cussielijst (Hertveldt, Vanneste en Wylin, 1997, p. 91). Daarnaast konden ze ook vragen stellen aan een panel van mensen die tijdens de oorlog leefden. De ‘experts’ konden dan asynchroon reageren en de aan hen gerichte mails beantwoorden. Je zou hier ook synchroon kunnen werken door een babbelbox (IRC) in te schakelen, maar dat is complexer en er moeten dan duidelijkere afspraken gemaakt worden. Als een onderwijsinstelling groepen deskundigen per vakgebied zou samenbrengen en studenten de gelegenheid zouden krijgen aan hen vragen te stellen per e-mail of chat, dan kan dit een krachtige ondersteuning zijn bij het vormen van ‘begeleide zelfstudie’, waarbij studenten leerinhouden zelfstandig doornemen en docenten om hulp kunnen vragen. 4.4.5. De chatbox of babbelbox IRC, Internet Relay Chat of kortweg chat, is een internettoepassing waarbij vele gebruikers op verschillende plaatsen elkaar virtueel ontmoeten en een geschreven dialoog kunnen voeren. Chatten is zeer geliefd bij jongeren. Pedagogisch en didactisch is dit instrument maar zinvol als er een concreet doel mee nagestreefd wordt en jongeren niet verzanden in eindeloos geleuter. In het teleleerplatform Blackboard is een ‘virtual classroom’ opgenomen waarbij een chatbox en een white board of gemeenschappelijk bord zijn geïntegreerd. Dit instrument is bruikbaar voor kleinere projectgroepen zoals bij project- of probleemgestuurd onderwijs. Meer dan acht deelnemers werkt al moeilijk. De virtual classroom kan door de docent beheerd worden maar deze taak kan ook gedelegeerd worden aan de voorzitter van de groepsvergadering. Iemand die geleerd heeft de leiding te nemen op een vergadering, zal dat ook kunnen in een chatruimte. 4.4.6. Virtuele werelden en games Virtuele werelden in de vorm van MUD’s (Multi-User Dungeon) en MOO’s (Multi-User Dungeon Object Oriented) zijn al jaren in gebruik. Het gaat om games of collectieve avonturen in tekstgebaseerde virtuele werelden waarbij meerdere spelers elk een bepaalde figuur en een taak worden toegewezen. Deze programma’s draaien op spelservers en kunnen langs het Internet gespeeld worden. In MOO’s kunnen deelnemers zelf virtuele ruimten (rooms of kamers) programmeren en er voorwerpen achterlaten. Ze worden al jaren educatief gebruikt door een veeleer beperkte groep van ingewijden. Een voorbeeld van een Zwitserse tekstuele virtuele ruimte voor onderwijs, onderwijstechnologie en research vind je op http://tecfa.unige.ch/moo/tecfamoo.html. Dikwijls gaat het om een aantal virtuele kamers die met elkaar verbonden zijn, zoals de ruimten in een schoolgebouw. In die kamers bevinden zich
afl. 1, juni 2002, 58 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
20
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 59
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
21
voorwerpen en mensen die je kunt leren kennen, maar dan in de vorm van tekstbestanden. De virtueel aanwezigen kunnen studenten, leraren of deskundigen zijn die zich waar ook ter wereld bevinden. Uit reacties van deelnemers blijkt dat deze vorm van leren heel anders is omdat het om een heel andere omgeving gaat waarin wordt verkend. Virtuele werelden zijn dan ook moeilijk in te passen in de klassikale situatie.
Activeworlds: virtuele werelden
videogames
Ondertussen zijn nu ook de mogelijkheden voor het ontwikkelen van virtuele grafische of visuele werelden toegenomen. Bekend is de 3D-technologie (driedimensionaal) voor het scheppen van virtuele ruimten van Activeworlds. De Activeworlds-gemeenschap bestaat uit honderdduizenden gebruikers die chatten en 3D virtuele realiteiten bouwen. Je kunt een van de grootste virtuele werelden, Alpha World genaamd, bezoeken en educatieve toepassingen bekijken nadat je een ‘avatar’ of virtuele persoon hebt gekozen om de wereld te betreden (http://www.activeworlds.com en http://edu.activeworlds.com). De videogames ontwikkeld voor Playstation2, waarin je boeiende virtuele werelden opgebouwd uit beeldmateriaal kunt verkennen, zijn iets gelijkaardigs (http://games.yahoo.com). Jongeren leren op die manier omgaan met virtuele werelden. Er zijn games in ontwikkeling waarin je de hele menselijke geschiedenis zelf kunt ervaren in opeenvolgende virtuele historische periodes. De educatieve toepassingen liggen voor de hand. Even op de kamer van tienerzoon of -dochter meekijken loont zeker de moeite. Trouwens, ook volwassenen ‘gamen’.
5. De impact van andere technologische ontwikkelingen 5.1. Mobiele telefonie en SMS GSM, GPRS en WAP: voorbeelden uit Nederland
ict en onderwijsvernieuwing
GSM, GPRS en WAP worden in diverse hoger-onderwijsinstellingen al volop toegepast. Bij onze noorderburen vinden we de volgende voorbeelden. De Universiteit Twente heeft binnen haar plannen voor een ‘Wireless Campus’ een prominente plek ingeruimd voor het Wireless Application Protocol (WAP). Ook studenten van de Erasmus Universiteit Rotterdam kunnen inmiddels met een WAP-telefoon hun cijfers controleren en kijken of er docenten afwezig zijn. De Technische Universiteit Eindhoven deed vorig jaar al proeven met General Packet Radio Service (GPRS). De Katholieke Universiteit Brabant bood eind vorig jaar de mogelijkheid om via SMS’jes reacties op collegeonderwerpen naar de docent te sturen. De docent van de rechtenfaculteit kon zo met de vragen van zijn studenten rekening houden tijdens volgende colleges.
afl. 1, juni 2002, 59 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 60
algemeen kader
de ‘smart-phone’ van de toekomst
SMS-berichten versturen
praktisch en goedkoop
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
22
Zelf heb ik kunnen ervaren dat Vlaamse eerstejaars hoger onderwijs die in projectgroepen werken vlot telefoneren en berichtjes sturen wanneer iemand niet op tijd komt opdagen en om afspraken vast te leggen. Hoe de mobiele toestellen van de toekomst er zullen uitzien, is nog geen uitgemaakte zaak. Waarschijnlijk zullen ze evolueren naar een soort ‘smartphone’, een veredelde mobiele telefoon met de mogelijkheden van een on-linelaptop die op het draadloze netwerk van de onderwijsinstelling zal kunnen worden aangesloten. SMS (Short Message Service) is ongewoon populair bij jongeren. Deze techniek maakt het mogelijk om via de mobiele telefoon tekstberichten naar andere mobiele telefoons te sturen. Het opstellen van een bericht vergt echter enige oefening omdat hiervoor de cijfertoetsen van de mobiele telefoon gebruikt moeten worden. Zo betekent één druk op de ‘2’toets een ‘a’, twee drukken een ‘b’ en drie een ‘c’. Zo herbergt elk cijfer drie of vier letters van het alfabet of één of meer leestekens. Per bericht zijn slechts zo’n 150 tekens mogelijk. Na het typen wordt het mobiele nummer van de ontvanger geselecteerd en na het versturen van de tekst krijgt de ontvanger binnen enkele minuten het bericht op de display van zijn mobiele telefoon. Het versturen van een SMS-bericht is goedkoop. Inmiddels zijn er ook speciale diensten, zoals het ontvangen van filemeldingen of het weerbericht als SMS-bericht. Daarnaast kunnen ook via Internet SMS-berichten verstuurd worden en is het mogelijk e-mail- en faxberichten naar mobiele telefoons te sturen. Omgekeerd kunnen ook SMS-berichten naar emailadressen en faxen worden gezonden. Voor de ongeduldige SMS’er bestaan er kleine toetsenbordjes die aan de mobiele telefoon kunnen worden aangesloten om het typen te vergemakkelijken.
5.2. Wanneer komen de PDA’s het onderwijs ondersteunen? intrede in het onderwijs
PDA’s (Personal Digital Assistents), ook wel handheld computers, palmtopcomputers of handzame computers genoemd, zijn de meest voorkomende namen om de kleine digitale assistent van menig zakenman te benoemen. Na de zakenwereld is ook het hoger onderwijs het nut gaan inzien van dit toestel. Zo zal de helft van de nieuwe eerstejaars aan de University of Minnesota dit najaar verplicht worden een palmtopcomputer aan te schaffen. De apparaten worden afbetaald in vier semesters (200 dollar per semester). De studenten zullen via het draadloze netwerk
afl. 1, juni 2002, 60 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
22
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 61
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
23
van de universiteit op verschillende plaatsen contact kunnen maken met het Internet, bijvoorbeeld in collegezalen. Vanaf het najaar van 2002 zullen alle nieuwe studenten tot de aanschaf van een palmtop verplicht worden. De University of South Dakota heeft ook plannen aangekondigd om haar nieuwe studenten tot de aanschaf van deze ‘handheld computers’ te bewegen. handige communicatiemiddelen in combinatie met een draadloos netwerk
PDA’s worden vooral als handige communicatiemiddelen gezien, zeker wanneer ze in combinatie met een draadloos netwerk gebruikt worden. Ook voor het opnemen van observaties en het verzamelen van data die vervolgens naar een pc kunnen worden gekopieerd, lijkt de palmtop interessant. Het gemak van de mobiliteit van de apparaten, de relatief lage kosten, het zijn voordelen voor zowel student als universiteit. Ook zullen de kosten van de infrastructuur van de universiteit gereduceerd kunnen worden en zal niet elke stoel in een collegezaal nog van een vaste netwerkaansluiting voorzien hoeven te worden. Zal de handzame computer naast de oprukkende laptop bestaan of zal er een nieuw toestel (device) ontstaan, een combinatie van laptop, handheld en gsm? Nog even afwachten.
5.3. Nieuwe ontwikkelingen maar gebrek aan bandbreedte snellere dataoverdracht via GPRS en UMTS
mini-internet
ict en onderwijsvernieuwing
Dataoverdracht via het traditionele GSM-netwerk is niet optimaal omdat er een lage overdrachtsnelheid is en omdat het netwerk specifiek geoptimaliseerd is voor spraak. Ontwikkelingen als GPRS en UMTS zijn technieken die de overdracht van informatie sneller trachten te laten verlopen. Deze evolutie zal het mogelijk maken ook internetsites met grafische data en video te raadplegen op je mobiel telefoontoestel, waardoor het onderwijs plaatsonafhankelijker zal worden. WAP (Wireless Application Protocol) WAP is een soort miniatuuruitvoering van Internet, speciaal voor mobiele telefonie. Via het beeldscherm van de mobiele telefoon is het met dit protocol mogelijk om informatie uit de hele wereld op te vragen via het Internet. Op dit moment werkt de informatieoverdracht nog vrij traag en zijn de langere tekstberichten ook erg onoverzichtelijk en vervelend om te lezen op de kleine schermpjes. Met de komst van GPRS zal de techniek waarschijnlijk sneller en praktischer worden. Misschien breekt deze mobiele internettoegang dan wel door.
afl. 1, juni 2002, 61 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 62
algemeen kader
radiogedeelte van het GSM-netwerk
toekomstige opvolger van de GSM
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
24
GPRS (General Packet Radio Service) GPRS is een techniek die gebruikmaakt van het radiogedeelte van het GSM-netwerk. De introductie van GPRS is relatief gemakkelijk omdat er geen nieuwe masten geplaatst hoeven te worden voordat de techniek gebruikt kan worden. De snelheden van de GPRS-verbinding zijn vergelijkbaar met die van een analoge telefoonlijn of een ISDN-lijn. De belangrijkste vernieuwing van GPRS en het meer geavanceerde UMTS (zie hieronder) is dat er dataoverdracht kan plaatsvinden zonder dat er eerst een verbinding moet worden opgezet. Je zal dus permanent on line zijn. GPRS wordt gezien als een voorproefje van UMTS. UMTS (Universal Mobile Telecommunications System) Dit is de derde generatie mobiele netwerken die GSM zal gaan vervangen. In theorie zijn met UMTS verbindingen van rond de 2 Mbit/s mogelijk. Het zal nog geruime tijd duren vooraleer het UMTS-netwerk volledige dekking zal hebben in heel Vlaanderen; tot die tijd kan er gebruikgemaakt worden van de GPRS-technologie. Aangezien UMTS optimale bandbreedte belooft waar je ook bent, zijn de gevolgen voor het onderwijs veelbelovend. Digitale interactieve televisie vanop je mobiele telefoon, streaming video in de trein op weg naar school of zware grafische bestanden te downloaden op je PDA. De mogelijkheden lijken onbegrensd.
6. De interne en externe communicatie op instellingsniveau digitaliseren 6.1. De schoolwebsite grote verschillen in uitwerking van schoolwebsites
Elke school die zichzelf respecteert, is tegenwoordig aanwezig op het Internet. Op goed vijf jaar tijd is dit gemeengoed geworden. Toch zijn vele van deze websites van het lager en secundair onderwijs het stadium van de digitale schoolbrochure nog niet ontgroeid. De koplopers gaan nu een stapje verder en maken van hun site een portaalsite van waaruit je informatie kunt zoeken over programma’s, schoolreglement, voordrachten, klasprojecten, vakantiedagen en nog veel meer. De sites worden ook interactiever, in die zin dat je kunt reageren, vragen stellen, van gedachten wisselen in een discussieforum, je inschrijven voor een activiteit enzovoort. Door een koppeling met het schoolintranet wordt de website dynamisch.
afl. 1, juni 2002, 62 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
24
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 63
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
25
6.2. Het schoolintranet intranet en extranet in de bedrijfswereld
Naar analogie van de bedrijfswereld, waar intranetten en extranetten gemeengoed worden, koppelen een aantal onderwijsinstellingen nu hun interne netwerken aan hun website en creëren zodoende een intranet dat langs de website met het Internet verbonden is. Bedrijven zijn tegenwoordig drukdoende om al hun bedrijfsinformatie in een ERP (Enterprise Resource Planning) te stoppen (zie www.mysap.com). Gekoppeld aan een CRM-systeem (Customer Relations Management) dat de relaties met de klanten organiseert, krijgen bedrijven vat op de overvloed aan informatie die intern aanwezig is. Kennismanagement wordt algemeen erkend als een succesfactor voor elk bedrijf.
intranet in KMO’s en op scholen
In KMO’s is deze zware software niet altijd nodig. Toch zijn ook kleine en middelgrote bedrijven drukdoende met het ombouwen van hun computernetwerk tot een bedrijfsintranet. Schoolgemeenschappen zien ook voordelen in het bouwen van een functioneel intranet. Meestal is er al een website en een server met gemeenschappelijke gegevensopslag en e-mail aanwezig. Op basis hiervan worden dan een uitbreiding en een ombouw overwogen. De interne doelgroepen zijn dan leerkrachten, studenten en administratief personeel. In het artikel ‘Een intranet voor de school’ wordt het opzetten van een intranet in het Provinciaal Onderwijs Limburg geschetst.
6.3. Het teleleerplatform (TLP)
Blackboard en intranet
andere teleleerplatforms
Scholengemeenschappen in het basis-, secundair en hoger onderwijs kunnen een elektronische leeromgeving op hun intranet plaatsen. Een hogere versie van Blackboard kan zelfs als een portaalsite met intranet gebruikt worden en hele campussen met studenten, docenten en administratief personeel met elkaar verbinden. In Leuven werden in oktober 2001 30.000 studenten in dit teleleerplatform ingebracht en zij kunnen hierbinnen ‘communities’ vormen rond hun interessepunten. Binnen die communities kan leren zelfstandiger gebeuren in voortdurende confrontatie met gelijkgestemden. Naast Blackboard zijn er nog andere teleleerplatforms op de markt: WebCT, Learning Space en ook een aantal kleinere spelers. Een overzicht van veelgebruikte teleleerplatforms kun je vinden in de uitgave Advies keuze Teleleerplatform 2000 (Droste, 2000). Veel informatie over teleleerplatforms vind je op www.teleleerplatforms.nl. Neem ook eens een kijkje op
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 63 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 64
algemeen kader
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
26
de Edu-site van de SURF-organisatie. SURF organiseert elk jaar weer interessante workshops en congressen over ICT in het hoger onderwijs (www.edusite.nl en www.surf.nl).
6.4. De wireless campus voordelen van draadloos werken
Limburgs voorbeeld
In diverse pilootgroepen in allerlei instellingen voor onderwijs komt men tot het besluit dat draadloos werken voordelen biedt. Verschillende standaarden zijn in ontwikkeling, waaronder de Bluetooth-technologie. Het gaat om een goedkope radio-oplossing die verbindingen voorziet tussen mobiele computers, mobiele telefoons en andere draagbare toestellen, en die tevens zorgt voor verbinding met het Internet. Vanuit je gsm of laptop kun je de fax en de dataprojector draadloos besturen, althans als deze apparaten voorzien worden van een Bluetooth chipkaart. De Provinciale Hogeschool Limburg is in oktober 2001 gestart met een wireless campus en een aanbod van laptops voor alle studenten (www.phlimburg.be). In dit grote laptopproject werd gekozen voor Ciscosoftware. Bij het inrichten van nieuwe schoolgebouwen of bij de vernieuwing van bestaande netwerken is het zeker aan te raden om de mogelijkheden van een wireless oplossing te onderzoeken.
7. Schooloverstijgende ICT-projecten schooloverstijgende initiatieven en incentives
Scholen die als ICT-innovator naar voren willen treden, worden daartoe door een aantal schooloverstijgende initiatieven en incentives gestimuleerd. Verder in deze publicatie zal een overzicht gegeven worden van al deze initiatieven. We vermelden er in dit artikel enkele bij wijze van voorbeeld.
7.1. Anytime Anywhere Learning (AAL) sinds 1999-2000 van start in België partnerschap
Opmerkelijk voor Vlaanderen is het AAL-initiatief. Anytime Anywhere Learning is bedacht op Australische scholen, overgenomen in de Verenigde Staten en Engeland en is vanaf het schooljaar 1999-2000 ook in België van start gegaan. Doel van dit partnerschap tussen scholen, lokale bedrijven, software- en hardwarebedrijven en solution providers is om op termijn
afl. 1, juni 2002, 64 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
26
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 65
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
Web Communities
27
iedere leerling of student met een eigen laptop te laten werken. De verschillende partners van het project organiseren naast opleidingen en technische en softwaresupport ook informatiesessies voor AAL-scholen. AAL-scholen genieten daarbij nog van de AAL Web Communities om elkaar via het Web te helpen. Scholen doen bijvoorbeeld langs AAL een beroep op informaticastudenten die in de school komen helpen bij de uitbouw van het intranet. Deze AAL-scholen (http://www.deinsbeke.be bijvoorbeeld) hebben een genetwerkte leeromgeving opgebouwd en bieden hun leerkrachten en leerlingen of studenten toegang tot een eigen laptop en informatie on line waarmee ze een eigen leerpad kunnen volgen (http://www.aal.be/start1.html).
7.2. Digikids Ook Digikids is een opmerkelijk initiatief. De site www.digikids.be is zeker een bezoekje waard. Voortdurend worden er incentives, opleidingen en onderzoeksgegevens voorgesteld.
7.3. CST De beurs voor computers op school en thuis is uitgegroeid tot een echt event. In toespraken en demonstraties worden recente ICT-ontwikkelingen onder de aandacht van een groot publiek gebracht. Na afloop is er een award-uitreiking voor bijzondere prestaties in de ICT-sector (www.cst.be).
8. ICT en onderwijsinnovatie 8.1. Denken vanuit ICT of vanuit onderwijsinnovatie? ICT en onderwijsinnovatie op zoek naar convergentie
ict en onderwijsvernieuwing
Na een tijd van onafhankelijk parallel evolueren, lijken ICT en onderwijsinnovatie nu op zoek naar convergentie. In een handboek over probleemgestuurd leren (Dochy, Heylen en Van de Mosselaer, 2000) is het onderwerp ICT samengebald onder het kopje ‘Nieuwe mogelijkheden met ICT’. Ik citeer: “De technologische communicatiemogelijkheden bieden tal van wegen om het onderwijsaanbod te verruimen. Het inschakelen van informatie- en communicatietechnologie (ICT) neemt nog te veel een marginale positie in. ICT kan een zinvolle plaats krijgen bij het structureel uitbouwen van een nieuwe oplei-
afl. 1, juni 2002, 65 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 66
algemeen kader
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
28
dingsdidactiek. De technische mogelijkheden geven lectoren en docenten nieuwe kansen om krachtige leeromgevingen aan te bieden waarbinnen studenten uitgedaagd worden tot fundamenteel leren. (…)” Zou het kunnen dat ICT en O (onderwijsinnovatie) tot nu toe elk een eigen koers hebben gevaren en dat we nu voor een integratie staan in de zin van ICT + O = ICTO? Een van de besluiten na vijf jaar STIHO-projecten, waarover ook een artikel is opgenomen, klinkt als volgt: “De ontwikkelde digitale leermaterialen worden – een aantal uitzonderingen niet te na gesproken – niet meteen gebruikt om iets anders te doen, maar veeleer gezien als een bijkomende mogelijkheid om te doen wat men al deed. De mogelijkheden tot onderwijsvernieuwing die ICT biedt, worden nog onvoldoende ingezien en benut”. ICT als hefboom tot onderwijsinnovatie
manieren om ICT te integreren
ICT kan een hefboom tot onderwijsinnovatie zijn, maar is dat blijkbaar niet automatisch. De mogelijkheden van ICT brengen sommige docenten tot het inzicht dat leren ook anders kan, ze experimenteren met de nieuwe communicatie-instrumenten en vervangen delen van hun cursus door recentere informatie op het web waarrond ze opdrachten geven. Wat voor zin heeft het om veel leerstof aan te bieden en reproductie als onderwijsdoel na te streven als met een zoekrobot betere en recentere informatie voor het grijpen ligt? Studenten kunnen toch beter zelf op zoek gaan naar informatie om een gesteld probleem aan te pakken. Ook in team werken wordt ineens haalbaar met behulp van de on line communicatietools. Zo ontstaan verschillende vormen van innovatie. Andere leraren blijven echter streng klassikaal werken met de nadruk op kennisoverdracht van de leraar naar de leerling. ICT wordt door hen gebruikt als een extra didactisch middel: PowerPoint-presentaties, cursusdelen, extra informatie of oefeningen worden on line gezet en verzwaren dikwijls het al zware aanbod van de lesgever. Anderzijds gaan leraren die begaan zijn met bepaalde vormen van onderwijsinnovatie, zoals projectwerk, competentieleren, flexibel leren, probleemgestuurd leren enz., op zoek naar manieren om ICT te integreren ter ondersteuning van die vernieuwingen. In dit artikel hebben we het accent gelegd op de ICT-zijde van dit probleem. Je zou een gelijkaardig artikel kunnen concipiëren vanuit een bepaalde onderwijsinnovatie zoals probleemgestuurd onderwijs (PGO): over hoe ICT zo efficiënt mogelijk wordt gebruikt om deze innovatie te realiseren. Wij hebben in dit artikel geopteerd om een overzicht te brengen van de mogelijkheden die vanuit ICT aangereikt worden voor elke vorm van innoverend onderwijs.
afl. 1, juni 2002, 66 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
28
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 67
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
29
8.2. Begeleide zelfstudie wordt belangrijker zowel in het hoger als in het secundair onderwijs
begeleide zelfstudie in het hoger onderwijs
begeleide zelfstudie in het secundair onderwijs
In instellingen voor hoger onderwijs wordt er druk gezocht naar middelen en methoden om de zelfstudie van studenten te dynamiseren en te begeleiden. Het begrip ‘begeleide zelfstudie’ is populair. De KULeuven heeft begeleide zelfstudie zelfs tot haar belangrijkste aandachtspunt voor het toekomstig onderwijs gemaakt. Waarover gaat het eigenlijk? Op de universitaire website lezen we de volgende informatie voor toekomstige studenten: “Begeleide Zelfstudie is een totaalconcept. Dat wil zeggen: het bepaalt zowel de doelstellingen van het onderwijs aan de KULeuven als de rol en de verantwoordelijkheden van studenten en docenten en de vorm waarin het leerproces tijdens de opeenvolgende opleidingsjaren moet worden gegoten om de doelstellingen waar te maken. Begeleide Zelfstudie heeft twee grote uitgangspunten: 1. het onderwijs aan de KULeuven moet wetenschappelijk onderbouwd zijn; 2. deelname van studenten aan onderzoek is kenmerkend voor universitair onderwijs en heeft een grote vormende waarde. De basis van het concept is dat studenten zelf door het uitvoeren van allerhande leeractiviteiten alleen of in groep tot resultaten komen. Belangrijk is dus dat jouw eigen leeractiviteiten altijd en overal centraal staan.” (Bron: http://www.kuleuven.ac.be/onderwijs/beleidsinfo/begzelfstudie.htm) Ook in het secundair onderwijs leggen onderwijsvernieuwingen meer de nadruk op begeleide zelfstudie. De Studiehuis-ontwikkeling in Nederland waarin voor ICT een belangrijke taak is weggelegd, wordt hier met aandacht gevolgd. Leerlingen kunnen oplossingen digitaal aanleveren en de overige groepsleden kunnen die daarna kritisch evalueren. Een cursus kan ook interactief gemaakt worden via ICT: vragen worden door de leraar of door medeleerlingen beantwoord en zo mogelijk in FAQ’s ondergebracht. Als voorbereiding op de examens kan het elektronisch monitoraat, bemand met ‘tele-coaches’, wel eens belangrijk worden. Op de achtergrond van deze ontwikkelingen spoken de kostenbesparing en het gebrek aan leerkrachten, maar ook het idee van levenslang leren en de nood aan internationale uitwisselingen spelen een rol.
8.3. Krijgen we een beter onderwijs door ICT? media zijn maar transportmiddelen van een leerinhoud
ict en onderwijsvernieuwing
Vergelijkend mediaonderzoek heeft al eerder aangetoond dat “het gebruik zelf van een apparaat geen direct effect op het leerresultaat heeft”. Media zijn transportmiddelen die een leerinhoud transporteren. Wanneer er in
afl. 1, juni 2002, 67 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 68
algemeen kader
mediakundige benadering
onderwijskundig standpunt
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
30
vergelijkend mediaonderzoek toch een effect wordt gevonden, dan blijkt dit van korte duur te zijn. Apparaten die nieuw zijn, krijgen over het algemeen meer aandacht. De hardware zelf is dus niet verantwoordelijk voor de kortstondige verbetering van het leerresultaat, wel de extra aandacht die de lerende voor het nieuwe opbrengt. Vandaar dat latere onderzoekers (Salomon,1994) een mediakundige in plaats van een louter technologische benadering hebben voorgesteld. Zo moet het gebruik van beelden in het onderwijs onderzocht worden en dit los van het feit of deze beelden gegenereerd worden door een tv, computer, dia of transparant. Wel belangrijk zijn het verbale of non-verbale, de beweging, het visuele, het auditieve, de technologische en de verwerkingsmogelijkheden: het ontvangen, opslaan, terugvinden, organiseren, omzetten en vertalen van de informatie. Ook deze benadering is minder interessant geworden wegens de veralgemening van de multimedia, waardoor de vraag zich meer is gaan toespitsen op het didactisch verantwoord gebruik van de mogelijkheden van beeld en geluid. Hoewel dit soort discussies nog steeds gevoerd wordt, wordt de vraag naar het meest geschikte medium tegenwoordig beantwoord vanuit een onderwijskundig standpunt. Het onderwijskundig gebruik van de technologie dient centraal te staan. Probleem is dat we een duidelijk onderwijskundig concept voor ogen moeten hebben. Waar willen we met ons onderwijs naartoe? Welke visie op leren zit daarachter? Dan pas kunnen media geëvalueerd worden naar de mate waarin zij tot die visie en tot dat doel bijdragen. In werkelijkheid is dat niet altijd zo duidelijk, soms lijkt het omgekeerd te werken. Neem het voorbeeld van de toegenomen interesse voor het coöperatief leren. Voor een deel is deze interesse gegroeid door een evolutie in de media zelf, namelijk de enorme communicatiemogelijkheden in computernetwerken. Visies kunnen tijdelijk dominant worden en dan door nieuwe ontwikkelingen weer uit de belangstelling verdwijnen. Zo mag het sociaalconstructivisme zich de voorbije jaren verheugen in een toenemende belangstelling. Onder de noemer ‘krachtige leeromgeving’ wordt thans veel onderzoeks- en ontwikkelingswerk verricht naar de wijze waarop binnen een sociaalconstructivistisch kader optimaal onderwijs kan worden gerealiseerd. Het inzicht is de laatste jaren gegroeid dat de ‘kansen’ die ICT te bieden heeft, niet tot hun recht komen in ons traditioneel klassikale onderwijssysteem waaraan ze als illustratiemiddel worden toegevoegd. Op die manier komen ze het bestaande onderwijs ‘over-
afl. 1, juni 2002, 68 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing
VOL004/ICT1 /39-70
30
algemeen kader
08-04-2003
11:51
Pagina 69
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
31
belasten’. Het lijkt erop dat de redenen waarom ICT in het onderwijs geïntegreerd wordt, niet onmiddellijk het verbeteren van het onderwijsleerproces op het oog hebben. Maatschappelijke, politieke en economische factoren spelen wellicht een doorslaggevender rol. Het moet ons dan ook niet verwonderen dat de pedagogische en didactische aanpak van de docent nog niet fundamenteel veranderd is. Nieuwe werkvormen vervangen de bestaande niet en kennisverwerving en -reproductie staan nog steeds centraal in de evaluatie. We mogen niet verwachten dat studenten aan digitale materialen de nodige aandacht zullen geven als deze activiteiten voor de eindevaluatie onbelangrijk zijn. De basisregel blijft nog steeds dat datgene wordt gedaan dat ook beloond wordt. Hoopvol is wel dat in onderwijsinnovatieprojecten meer aandacht aan nieuwe onderwijsmethoden wordt geschonken, waarbij ICT en teleleerplatforms gemakkelijker geïntegreerd kunnen worden en ook door de studenten als zinvol en niet als belastend ervaren worden. Als onderwijsvisie lijkt het sociaalconstructivisme kansen te bieden om een groot deel van de mogelijkheden van ICT te benutten in het onderwijsleerproces. Her en der wordt al ijverig geëxperimenteerd, de campusbrede verandering staat in een aantal pilootscholen al in de steigers. Eén ding staat vast: het eerste decennium van de 21ste eeuw wordt een scharnierpunt voor het Europese onderwijs en dat niet enkel door de Bolognaverklaring. Het belooft een boeiende tijd te worden.
9. Literatuur Dochy, F., Heylen, L. en Van de Mosselaer H., Coöperatief leren in een krachtige leeromgeving. Handboek voor probleemgestuurd leren in de praktijk, Leuven/Leusden, Acco, 2000, 143 p. Droste, J., Advies keuze Teleleerplatform 2000, Utrecht, Surf Educatie/ CINOP, 2000, 231 p. Elen, J., Technologie voor en van het onderwijs. Een inleiding in onderwijstechnologische inzichten en realisaties, Leuven/Leusden, Acco, 2000, 168 p. Hertvelt, F., Vanneste, Ph. en Wylin, B., Internet, een nieuw didactisch medium, Antwerpen, Standaard Uitgeverij-MIM, 1997, 252 p. Mesdom, F., Daniëls, K. en De Craemer, J., Ict.onderwijs@vlaanderen. Tips voor de invoering en het gebruik van ICT in het onderwijs, Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, Departement Onderwijs, 2000, 49 p. Valcke, M., Onderwijskunde als ontwerpwetenschap, Gent, Academia Press, 2000, 396 p.
ict en onderwijsvernieuwing
afl. 1, juni 2002, 69 terreinverkenningen
VOL004/ICT1 /39-70
08-04-2003
11:51
Pagina 70
algemeen kader
overzicht van ict-gebruik in het onderwijs
32
Van de Poele, L., Computers om te leren. De verspreiding en het gebruik van nieuwe media in het onderwijs, Leuven/Apeldoorn, Garant, 1999. Van Ryssen S., De hoop van Pandora. ICT in het onderwijs, Leuven/Apeldoorn, Garant, 2001, 262 p.
afl. 1, juni 2002, 70 terreinverkenningen
ict en onderwijsvernieuwing