15
Jaargang 7 • 08 december 2011
N i e u w s , a c h t e r g ro n d e n e n o p i n i e s u i t b o u w & i n f r a
Bouwend Nederland en de speerpunten van 2012
2/3
Wubbo Ockels: "Duurzaamheid moet meer uit het hart komen"
4
EIB: Bouw en infra lijken diepste dal door te zijn
Meld u aan voor de nieuwsbrief op
6
www.bouwendnederlandpodium.nl
Elco Brinkman: Nederland moet weer in beweging durven komen
“De hand mag weer van de knip” Foto: Fedde de Weert
De bewegingloosheid van consumenten, bedrijven en decentrale overheden heeft de bouw en infra in 2011 danig parten gespeeld. Alle stimuleringsmaatregelen van het kabinet ten spijt. Dat moet in 2012 veranderen, vindt Elco Brinkman, bestuursvoorzitter van Bouwend Nederland. “We moeten niet zo somber zijn, en veel creatiever omgaan met de mogelijkheden. Want die zijn er nog wel degelijk. Nederland moet gewoon weer in beweging durven komen.” Het is al een aantal jaren slecht weer in de bouw en infra. Een slinkende orderportefeuille en dito werkvoorraad, dalende prijzen, verlies van arbeidsplaatsen en de nodige bedrijfsbeëindigingen. In amper vijf jaar tijd daalde het productievolume van de bouw en infra met circa 8 miljard van 63 miljard euro naar 55 miljard euro. Elco Brinkman ziet het met lede ogen gebeuren. “Lange tijd is de gedachte geweest: als we nu maar een of twee jaar de adem inhouden, dan komt het herstel vanzelf. Maar dat is dus niet zo. De bewegingloosheid op de markt blijft maar voortduren. Op de woningmarkt, in de kantorensector, en in de grond-, water- en wegenbouw in de regio en op lokaal niveau.” Het heeft alles te maken met vertrouwen, denkt de voorzitter van Bouwend Nederland. “Een consument of ondernemer die voortdurend slecht nieuws voorbij ziet komen over de beurzen, de banken, Griekenland, Italië en de eurocrisis in het algemeen, is al snel geneigd om de hand
op de knip te houden en te denken: ik wacht wel even op betere tijden. Datzelfde geldt voor provincies en gemeenten. Die zien de budgetten afnemen en menen daarom al bij voorbaat te moeten bezuinigen. We lijken met elkaar te zijn vergeten dat er ondanks alles toch echt nog heel wat geld in de maatschappij aanwezig is. Natuurlijk moeten we het zuiniger aandoen dan in het verleden, maar we vallen echt niet opeens terug van honderd naar nul.”
Hand van de knip Kom in beweging, was dan ook in 2011 het centrale punt in het pleidooi van Bouwend Nederland. En dat zal in 2012 niet anders zijn. Brinkman: “We moeten alles op alles zetten om de decentrale overheden, burgers en bedrijven weer in beweging te krijgen en hen ervan te overtuigen dat de hand weer van de knip kan. Er is ook wel degelijk nog vraag naar een kwalitatief goede woning en passende bedrijfsruimte. We vinden mobiliteit en bereik-
C o m m e n ta a r Van alle markten thuis De kerstmarkt, de vismarkt, de automarkt, de woningmarkt: geen markt is gelijk. Ze zijn onderling niet vergelijkbaar, maar ook de ene kerstmarkt is de andere niet, et cetera. Op de woningmarkt is het al niet anders. Wat betekent dat voor de besluitvorming en de bijbehorende besluitvormers? Veel! De woningmarkt in pakweg de oostelijke Mijnstreek is in weinig opzichten te vergelijken met die van de noordelijke Randstad of Zwolle. Wie op al deze markten wil meespelen, moet van alle markten thuis zijn. Van de schaarste of juist het overaanbod. Van de (gewenste) verhouding huur/koop. Van de gemiddelde financiële positie van kopers en huurders. En niet te vergeten van de leeftijds- en huishoudenopbouw in de verschillende streken. Nederland mag op Europese of wereldschaal een minispeler zijn, op dit relatief kleine grondgebied is het overzicht niet eenvoudig. Samenwerking, communicatie en informatie zijn van levensbelang. Voor de leden van Bouwend Nederland zijn de regiokantoren de ogen en oren voor met name de lokale en regionale markt. Ze vormen de onmisbare schakel tussen de besluitvormers en de uitvoerders. Ze vangen de signalen uit de markt op en vertalen die naar de broodnodige informatie voor bouwondernemers. Zij maken de markt inzichtelijk: ze zijn van alle markten thuis.
"Het is nu aan ons allen om weer op eigen kracht tot investeren over te gaan", aldus Elco Brinkman.
baarheid ook nog steeds belangrijk. En Nederland moet nog altijd beschermd worden tegen het water. Alleen: die vraag wordt niet vertaald in concrete besteding.” Het kabinet heeft in 2011 al het nodige gedaan om de markt wel tot besteding te verleiden. “Er zijn -mede op initiatief van Bouwend Nederland - allerlei tijdelijke stimuleringsmaatregelen genomen, die wel degelijk effect hebben gehad en de klap voor veel van onze leden ook wat gedempt hebben. Naar de maat van het mogelijke is het rijk absoluut ruimhartig geweest. Maar het einde van die regelingen is inmiddels bereikt of komt in zicht. En dus is het nu aan ons allen om weer op eigen kracht tot investeren over te gaan. Misschien niet meer zo groots en meeslepend als in het verleden mogelijk was. Maar in iets aangepaste vorm - wat kleinschaliger, wat goedkoper – valt er nog wel degelijk een hoop te doen.”
Waarde creëren Investeren is dus wat anders dan consumeren, benadrukt Brinkman. “Investeren creëert waarde en werkgelegenheid, terwijl wie consumeert het geld alleen maar opmaakt. Vooral dat werkgelegenheidsaspect blijft nog wel eens onderbelicht. Maar het afgelopen jaar hebben we in de bouw en infra 25.000 arbeidsplaatsen verloren, en nog eens 25.000 in de flexibele schil van zzp'ers en uitzendkrachten. De macro-economische effecten daarvan zouden veel zwaarder moeten worden meegewogen. Alleen al op basis daarvan kan de conclusie niet anders zijn dan dat er ook in 2012 maximale ruimte moet worden gecreëerd om het investeren aantrekkelijker te maken. Met
name in het fiscale instrumentarium zijn daar nog legio mogelijkheden voor.”
Kunst van het verleiden Ondertussen wordt ook van het bouwend bedrijfsleven de nodige inspanning verwacht. “De sector zal de blik moeten verschuiven van nieuwbouw naar bestaande bouw, met alle gevolgen van dien voor zijn producten- en dienstenaanbod. De bedrijven zullen hun klanten ook nog centraler moeten gaan stellen. De vraag kan niet meer vanaf de tekentafel worden beredeneerd, maar zal in termen van dienstverlening, snelheid, variatie en gebruiksgemak moeten worden uitgedrukt.” Natuurlijk moet er aan bouwprojecten altijd getekend en gerekend worden, maar de kwaliteit van de klantbenadering is volgens Brinkman een hele belangrijke, en misschien wel doorslaggevende factor aan het worden. “Waarom koopt een consument wel een auto, en investeert hij niet in het energiezuiniger maken van zijn woning, terwijl dat goedkoper is en ook nog geld oplevert? Omdat wij als sector de meerwaarde van onze producten en diensten kennelijk onvoldoende voor het voetlicht weten te krijgen. Mensen worstelen met de vraag waar zij hun geld in moeten investeren. Als onze sector daar adequaat op inspeelt en hen bijvoorbeeld ook wijst op nieuwe mogelijkheden op het terrein van comfort, duurzaamheid en energiebesparing, ben ik ervan overtuigd dat onze bedrijven ondanks de somberheid een goede omzet kunnen genereren. We moeten ons in 2012 de kunst van het verleiden eigen maken.”
Bouwend Nederland Podium | 15 | 8 december
1
Joep Rats, directeur Economische en Verenigingszaken van Bouwend Nederland over 2011:
“Oppositie heeft te veel onrust gestookt” Het continu terugkerende politieke gesteggel over de woningmarkt. Dat was dit jaar een doorn in het oog van Joep Rats, directeur Economische en Verenigingszaken van Bouwend Nederland. “Terwijl de markt schreeuwt om rust stelde de oppositie in de Tweede Kamer voortdurend de hypotheekrenteaftrek ter discussie. Je zou het bijna opportunistisch kunnen noemen.”
trekkelijker zou worden om een woning te kopen. Met als streven minimaal 20.000 en maximaal 80.000 verhuisbewegingen per jaar te genereren. Op die manier ontstaat druk van onderaf en komt de markt als geheel weer in beweging.”
Speerpunt Mobiliteit Richard Mulder: “Na een groei in de investeringen in de infrastructuur in 2008 en 2009 zijn ze in 2010 met 11% teruggevallen. Rond de Provinciale Statenverkiezingen in voorjaar 2011 is de regionale infrastructuur nadrukkelijk een punt van aandacht geweest. Het heeft ertoe geleid dat dit belangrijke lobbypunt van Bouwend Nederland goed in de coalitieakkoorden terecht is gekomen. Provincies en gemeenten wijzen op de achterstand in onderhoud aan wegen en kunstwerken. Dat is niet overbodig, getuige de onmiddellijke sluiting van de Julianabrug in Alphen aan den Rijn.”
Verkoopcijfers Afgezien van de economische malaise en de dramatische gevolgen daarvan voor de lidbedrijven van Bouwend Nederland, meent Rats toch te kunnen terugkijken op een redelijk geslaagd 2011. Veel van de zaken waar Bouwend Nederland het afgelopen jaar bij het kabinet voor heeft gepleit, zijn immers gehonoreerd. Zoals het lagere btw-tarief voor onderhoudswerkzaamheden, de tijdelijke verlaging van de overdrachtsbelasting, de verruiming van de kredietregeling voor bedrijven en de verhoging van de maximale grens van de Nationale Hypotheekgarantie. “We hebben gepleit voor maatregelen waardoor het vooral ook voor de starters op de woningmarkt aan-
Voor de zomer ging het ook absoluut de goede kant op met de verkoopcijfers. “Maar het stokte toen de banken in augustus met hun aangescherpte regels voor het verlenen van een hypothecair krediet kwamen en in de maanden daarna de eurocrisis losbarstte. Duidelijk is dat het zonder alle maatregelen veel slechter zou zijn gegaan. Maar het was nog beter gegaan als er aan de zijde van de kredietverlening niet zo hard was ingegrepen. Daardoor zijn de effecten van de diverse stimuleringsmaatregelen kleiner geweest dan ze hadden kunnen zijn.” Ook de aanhoudende discussie over prijsdalingen en een eventuele aantasting van de hypotheekrenteaftrek heeft de woningmarkt danig parten gespeeld.
Speerpunt Crisis Mathieu van Rooij: “Uit oogpunt van crisismaatregelen hebben we veel kunnen bereiken: tijdelijke btw-verlaging, verhoging van de NHG, verlaging van de overdrachtsbelasting. Nieuwe maatregelen liggen niet in het verschiet. Maar nog belangrijker is het consumentenvertrouwen. Zolang dat ontbreekt, gloort er nog weinig licht aan het eind van de tunnel.”
[email protected]
Speerpunt Woningmarkt Mathieu van Rooij: “Niet de hypotheekrenteaftrek verstoort de woningmarkt, maar de overdrachtsbelasting, en vooral het scheefwonen en een te grote voorraad aan sociale woningen. Alleen een evenwichtige aanpak kan de noodzakelijke doorstroming weer op gang helpen, zodat er ook weer ruimte komt voor nieuwbouw.”
[email protected]
Speerpunt Duurzaamheid Paul Schumacher: “Meer met Minder heeft meer opgeleverd dan pessimisten dachten. Het maakt deel uit van een van de drie energiebesparingsconvenanten die minister Donner wil herijken tot één koepelconvenant. Daarmee kunnen we verder inspelen op meer comfort voor bewoners, lagere energielasten en verdere vermindering van de CO2-uitstoot.”
[email protected]
Rats: “Onzekerheid en onduidelijkheid zijn altijd slecht als het gaat om een langetermijninvestering. Als de prijsontwikkeling onzeker is en er onduidelijkheid bestaat over de financierbaarheid op de lange termijn, dan leidt dat altijd tot stagnatie.” Met name de Tweede Kamer had zich dit beter moeten realiseren. “De oppositie heeft het thema van de woningmarkt voortdurend gebruikt om een discussie over de hypotheekrenteaftrek op te starten. Vooral om politiek in het spotlicht te komen en de coalitiepartijen tegen elkaar uit te spelen. De hypotheekrenteaftrek heeft te maken met inkomenspolitiek, maar werkt niet verstorend voor de woningmarkt. De discussie erover echter wel.”
Stappen voorwaarts Voor de infrabedrijven is ook een aantal stappen voorwaarts gezet. “De Crisis- en herstelwet is permanent gemaakt, evenals de Tracéwet. Daardoor zal de besluitvorming voortaan veel sneller verlopen dan daarvoor het geval was. Verder is er, mede op aandringen van Bouwend Nederland, in de budgettering van de overheid veel aandacht gekomen voor onderhoud van infrastructuur. Dat zal de komende jaren tot een stabiele stroom van opdrachten leiden.” Op provinciaal en gemeentelijk niveau zal Bouwend Nederland in 2012 nog het nodige zendingswerk moeten verrichten. “We zijn erin geslaagd het contact met de bestuurders van provincies en gemeenten te intensiveren. Maar het belang van goede infrastructuur kan met name op dat niveau niet vaak genoeg worden benadrukt.” Zoals in 2012 ook meer aandacht zal worden gevraagd voor de kwaliteit van het aanbeste-
Speerpunt Ketensamenwerking
Bob Gieskens: “De crisis heeft ketensamenwerking in de afgelopen jaren in een stroomversnelling gebracht. Elke onderneming - of het nu mkb is of grootbedrijf - die te maken heeft met twee of meer partijen in het bouwproces kan profijt hebben van ketensamenwerking. Dat illustreren we aan de hand van een aantal best practices. Om dat over het voetlicht te brengen, werken we zelf nauw samen met andere organisaties als Aedes, BNA, NLIngenieurs, Uneto-VNI, TLN en EVO.”
[email protected]
dingsbeleid. “Gemeenten en provincies besteden nog te veel aan op basis van de prijs. Mede daardoor voelen infrabedrijven zich gedwongen onder de kostprijs te duiken. De opdrachtgevers maken vervolgens gretig gebruik van die situatie. Dan ben je als overheid niet bepaald maatschappelijk verantwoord bezig. We gaan eraan werken dat het in 2012 anders gaat.”
Speerpunt Onderwijs
[email protected]
Speerpunt Aanbesteden, contracten en inkoop Dick van Werven: “De sector zit met smart te wachten op een aantal belangrijke vernieuwingen die de Aanbestedingswet met zich meebrengt. De Nota van wijzigingen die minister Verhagen heeft ingediend, geeft ons wel meer zicht op proportionaliteit en uniformering onder de drempel. Met name de mkb-leden van Bouwend Nederland zijn bij deze beide punten gebaat. Verder jammer dat zowel de herziening van de UAV als het modelCombinatiecontract ook vertraging oplopen.”
[email protected]
Marieke van der Post en Annemiek Scholten: “Met de Techniektorens en het lespakket Klokhuis Bouwt trachten we kinderen al op de basisschool te interesseren voor technische beroepen in het algemeen en de bouw in het bijzonder. Maar onze activiteiten strekken zich ook uit tot het voortgezet onderwijs, mbo, hbo en universiteiten. Het is belangrijk dat de bouwsector met andere technische branches een vuist maakt als het erom gaat voldoende instroom op gang te brengen. Dat doen we in onder meer VNO-NCW/MKB-Nederland-verband.”
[email protected] [email protected]
Speerpunt Arbeidsomstandigheden
Mathieu van Rooij: “We moeten beducht zijn op wateroverlast door overvloedige regenval. Daarvoor moet niet alleen het rioleringsstelsel up to date worden gemaakt, maar de hele stedelijke omgeving. Ruimte voor water in de verstedelijkte omgeving is een gezamenlijke opdracht voor (gemeentelijke) overheden en marktpartijen. Die gezamenlijke inbreng kan de kwaliteit van de leefomgeving vergroten.”
Joop Letteboer: “Wanneer de opdrachtgever, de architect en de constructeur al bij het ontwerp rekening houden met risicofactoren als fysieke belasting, valgevaar en stof kan dat de arbeidsomstandigheden nog verder verbeteren. Werkgevers, werknemers, ontwerpers en opdrachtgevers in de bouw hebben daarom de handen ineengeslagen om de arbeidsomstandigheden in de ontwerpfase aan te pakken. Samen ontwikkelen ze instrumenten die ontwerpers en constructeurs helpen bij het maken van arbovriendelijke keuzes.”
[email protected]
[email protected]
Speerpunt Water
2
Bouwend Nederland Podium | 15 | 8 december
Feiten & Cijfers Bouwproductie stabiliseert in 2012 Raming ontwikkeling bouwproductie 2011 en 2012
Het jaar 2011 loopt ten einde. Een goed moment om eens te kijken of de bouwproductie zich dit jaar naar verwachting heeft ontwikTNO EIB ABN AMRO ING Gemiddeld keld en alvast een eerste blik op komend jaar raming 1 - 1,0% 1,0 % - 1,0 % - 1,0 % - 0,5 % te werpen. Hiertoe zijn de achtereenvolgende 2011 raming 2 3,7 % 3,0 % 2,8 % 3,2 % productieramingen van het EIB, TNO (Bouwprognoses) en de economische bureaus van raming 1 1,2 % 3,5 % 3,0 % 2,6 % ING en ABN AMRO met elkaar vergeleken. 2012 raming 2 0,4 % - 1,0 % 0,0 % - 0,2 % Wat zijn dan de meest opvallende conclusies? Ten eerste blijkt dat de bouwproductie dit jaar raming 1: eind 2010 / begin 2011 raming 2: eind 2011 hoger zal uitvallen dan aanvankelijk geraamd. Hier zijn drie hoofdoorzaken voor aan te wijBron: TNO, EIB, ING, ABN AMRO (bewerking Bouwend Nederland) zen. Eén ervan is het goede weer in het eerste kwartaal van dit jaar, waardoor er flink kon worden doorgewerkt. Daarnaast heeft ook de tijdelijke btw-verlaging voor de woningbouw haar effect niet gemist. Ten slotte geeft ook de lager dan verwachte productie in 2010 (bijna -11 %) een opwaarts effect aan de bijstelling. Per saldo is de productieraming voor 2011 bijgesteld van gemiddeld -0,5 % naar 3,2 %. Een tweede conclusie is, dat we komend jaar worden geconfronteerd met de keerzijde van de medaille. De oorzaken van de hogere groei in 2011 zijn op hun beurt weer belangrijke redenen voor een neerwaartse bijstelling van de groeiramingen voor komend jaar. Naar de jongste inzichten zal de aanvankelijk verwachte groei voor 2012 van gemiddeld 2,6 % niet worden gerealiseerd. Mede in het licht van de gematigde (en onzekere) economische vooruitzichten resulteert voor volgend jaar een stabilisatie (- 0,2 %) van de bouwproductie.
Van Tuinen De Top der toppen
De dag na het verschijnen van deze editie van Podium vindt een belangrijke EU-top plaats. Op deze, volgens velen, alles bepalende bijeenkomst van de Europese regeringsleiders om de crisis aan te pakken zal naar verwachting een aanpassing van het EU-verdrag worden gepresenteerd. Deze moet Europa in de toekomst gaan wapenen tegen een nieuwe financiële crisis. De zich voortslepende en verdiepende cri-
Voor meer (gedetailleerde) cijfers zie www.primos.abfresearch.nl
sis heeft tot nu toe duidelijk gemaakt dat de politiek niet goed bij machte is geweest om adequaat en met de vereiste snelheid
Joba van den Berg, directeur Sociale Zaken en Ledenservice van Bouwend Nederland over 2011:
“Draagvlak cao bouw kalft af” De ontwikkelingen in 2011 op de arbeidsmarkt baren Bouwend Nederland grote zorgen. Joba van den Berg, directeur Sociale Zaken en Ledenservice: “Omdat arbeidsplaatsen verloren gaan, de instroom terugloopt en het percentage zzp’ers toeneemt
en daadkracht te reageren. Belangrijke beslissingen werden uitgesteld en besluiten die werden genomen gingen vaak niet ver genoeg. De wens om er gezamenlijk de schouders onder te zetten werd onder meer gedwarsboomd door nationaal politiek belang. Aanstaande verkiezingen spelen daar zeker een rol bij. Ons land is een exportland met een open
dreigt het draagvlak onder de cao bouw te verdwijnen. Dat moeten sociale partners
economie en een grote financiële sector.
gezamenlijk zien te voorkomen.”
Wij zijn daarom sterk afhankelijk van de ontwikkelingen in Europa. En als het in Eu-
zijn sowieso goedkoper.” Dit soort bepalingen maken dat steeds meer bedrijven de cao proberen te ontwijken. “Als er niets aan de cao gebeurt, zal deze imploderen”, voorspelt Van den Berg dan ook. “Alles wat wij als collectief met elkaar hebben afgesproken komt in dat geval op losse schroeven te staan. En dat zou een uitermate slechte zaak zijn, zowel voor de werknemers als voor de werkgevers. Nog afgezien van het feit dat dit een behoorlijk negatieve invloed zal hebben op de aantrekkingskracht van
de sector als geheel.” Vernieuwing van de cao is dan ook de voornaamste opgave voor 2012 en de jaren daarna, aldus Van den Berg. “We moeten als sociale partners alles op alles zetten om te voorkomen dat het draagvlak onder onze cao bouw nog verder afkalft. Dat vergt o.a. een flexibeler cao, die meer ruimte biedt voor maatwerk tot op individueel bedrijfsniveau en een duurzaam systeem van opleiden. We zijn verheugd dat we met de vakbonden dezelfde zorgen over het draagvlak van de cao hebben. ”
ropa economisch niet goed gaat heeft dat ook gevolgen voor onze exporteurs , pensioenen, spaargelden en werkgelegenheid. Financiële stabiliteit in de eurozone is een voorwaarde om de Europese economie zich positief te laten ontwikkelen. Echter de alom aanwezige onrust, die door het uitblijven van de juiste beslissingen, is ontstaan heeft er voor gezorgd dat onder meer het consumentenvertrouwen steeds
Dat de economische situatie van dit moment ook de werkgelegenheid in de bouwnijverheid raakt, blijkt wel uit de cijfers. Vanaf het derde kwartaal 2008 loopt de werkgelegenheid in de bedrijfstak bouw gestaag terug. Toen waren er 513.000 personen werkzaam in de totale bouwnijverheid, waarvan 115.000 zelfstandigen. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek over het tweede kwartaal 2011 laten zien dat het aantal werkzame personen inmiddels tot 476.000 is teruggelopen, waarvan 109.000 zelfstandigen. “Hun aandeel is dus verhoudingsgewijs toegenomen”, aldus Van den Berg. “Zeker als je het vergelijkt met de situatie in 1999. Toen lag het percentage zzp’ers in de bouwnijverheid nog maar op 6 procent. In 2009 was dat al gestegen tot 15 procent.” In vergelijking met januari 2009 is het aantal dienstverbanden, dat valt onder de cao voor de Bouwnijverheid, op dit moment met ruim 25.000 afgenomen (min 15 procent). Het aantal bouwplaatswerknemers liep naar schatting met ruim 20.000 terug (min 18 procent, nu 94.000 werknemers); het aantal UTA werknemers daalde met bijna 5.000 (min 9 procent, nu 49.000 werknemers). Per 1 december 2011 registreerde Cordares bijna 143.000 dienstverbanden van werknemers, die vallen onder de cao voor de Bouwnijverheid.
Op losse schroeven Volgens Van den Berg is daarmee dus ook het draagvlak onder de cao fors afgenomen. “Het bewustzijn neemt toe dat er de nodige onevenwichtigheden in de cao zijn geslopen. Een goed voorbeeld is de salariëring van leerlingen. Een 22-jarige bbl3-leerling verdient meer dan een beginnend vakman. En zowel een bbl2- als een bbl3-leerling is duurder dan een zzp'er en een gevorderde allround vakman. Uitzendkrachten
verder gedaald is. De voortdurende stroom
Speerpunt Modern personeelsbeleid
van berichten over nieuwe economische cijfers in binnen- en buitenland, de moei-
Fenneken Lamaker: “De Handleiding Modern Personeelsbeleid bestaat intussen drie jaar. Tijd voor een update en uitbreiding. Aan het standaardwerk worden nieuwe onderwerpen toegevoegd zoals het nieuwe werken en duurzame inzetbaarheid. Het hoofdstuk levensfasebewust personeelsbeleid wordt verder uitgebreid. Met de brochure ‘Gezocht: talent v/m’ besteden we aandacht aan het werven van meer vrouwen in de bouw.”
[email protected]
zame pogingen om nationale parlementen gezamenlijk de juiste richting te laten kiezen, de fel reagerende beurzen zijn maar een paar van de vele elementen die er voor zorgen dat consumenten met een negatieve blik richting de nabije en verder gelegen toekomst kijken. Dat heeft ook grote gevolgen voor onder
Speerpunt AOW/Pensioen
meer onze nationale woningmarkt die mede daardoor al veel te lang op slot zit.
Jørgen Hulsmans en Kees Scheepens: “Het is een misverstand dat werknemers in de bouw na het verhogen van de AOW-leeftijd langer moeten doorwerken. De regel is en blijft dat de werknemer zelf bepaalt wanneer hij wil stoppen. Het effect daarvan op de hoogte van de pensioenuitkering kan gecompenseerd worden met een derde pijler onder het pensioen: een persoonlijke spaarregeling. Het is echter vrijwel onvermijdelijk dat de bedrijfstak geconfronteerd zal worden met premiestijgingen.” AOW:
[email protected] Pensioen:
[email protected]
De betrokken regeringen moeten individueel en collectief slagvaardig veel harder aan de slag om het tij te keren. Dat houdt in ieder geval in dat de begrotingsdiscipline moet verbeteren en dat de begrotingsregels strenger moeten worden gehandhaafd. Ik ga er van uit dat er op de komende EUtop een belangrijke stap richting een finale
Speerpunt CAO Gerard Werkhoven: “Bij de cao-onderhandelingen staan drie elementen centraal: onevenwichtigheden wegwerken, zoals de loonkosten van leerlingen, meer flexibiliteit en vereenvoudiging van de cao. De voordelen van een cao blijven opwegen tegen de nadelen. Zonder cao zouden 12.000 werkgevers in het midden- en kleinbedrijf zelf de arbeidsvoorwaarden met hun werknemers moeten regelen, al dan niet met professionele hulp.”
[email protected]
oplossing gezet wordt. Dat is goed voor Europa en voor Nederland. En het is essentieel voor de voor de bouw- en infrasector dat er snel orde op zaken wordt gesteld.
W ilt u reageren op deze column? Mail dan naar
[email protected].
In t e r v i e w Wie eenmaal dat kleine bolletje aarde vanuit de ruimte heeft bekeken, weet hoe kwetsbaar we zijn. En hoe zuinig we moeten zijn op datzelfde bolletje. Maar voorlopig lijken nog weinig mensen zich echt druk te maken over de opwarming van de aarde, het uitputten van fossiele brandstof of het verduurzamen van de samenleving. Toch laat Wubbo Ockels, hoogleraar en voormalig ruimtereiziger, zich niet uit het veld slaan. Het wordt tijd dat er een nieuwe democratie tot stand komt waarbij de burger zelf het niet meer pikt dat we zijn overgeleverd aan de willekeur van de grote energieleveranciers.
Nederland loopt achter waar het gaat om verduurzaming, stelt Ockels. “Op de lijst van duurzame Europese landen komen we op de achttiende plaats. Waar we wel uitstekend in scoren is de CO2-uitstoot: daar staan we op de vierde plaats. Nederland is gewoon een smerig land. Zolang er hier gepraat wordt over - en sterker nog: gebouwd wordt aan - kolen- en kerncentrales, zal dat niet veranderen. We hebben nog nauwelijks zonnepanelen en we lopen achter in het elektriciteitsnetwerk. Duurzaamheid gaat over de toekomst. Zoals we het nu doen, gokken we op de Shells en de Gasunies. Ik denk niet dat dat een goede gok is. Duitsland doet het in dat opzicht beter. Daar sluiten ze kerncentrales en verbieden de bouw van nieuwe kolencentrales. Tegelijkertijd stimuleren ze de energieopwekking voor eigen gebruik.” “Er ligt zoveel voor het oprapen”, vervolgt hij. “Op bescheiden wijze laat de Nederlandse bouw dat ook al zien. Maar dat zijn over het algemeen particuliere initiatieven en niet het gevolg van een brede overheidsvisie. Er worden energieneutrale kantoren en huizen gebouwd. Het kan dus wel. Maar het moet meer uit het hart komen, meer een modeverschijnsel worden.”
Terugverdientijd Een belangrijke sta-in-de-weg voor verduurzaming is de terugverdientijd, aldus Ockels. “Een raar economisch denken dat niet past bij normaal consumptiegedrag. Je kijkt toch ook niet naar de terugverdientijd van een keuken of een auto. Die is er helemaal niet. We moeten verduurzaming leuk gaan vinden. We moeten er trots op willen zijn dat we in een huis wonen dat weinig energie vraagt. Dat gevoel, die gedachte is nog niet goed ingeburgerd in Nederland.” En dat terwijl de natuurlijke energieopwekking bij wijze van spreken voor het grijpen ligt. We zouden als land aan de Noordzee met windenergie net zo’n vooraanstaande positie kunnen innemen als bijvoorbeeld Saoedi-Arabië met olie. Een opvatting die Ockels deelt: “De Noordzee geeft veel mogelijkheden voor offshore wind. Maar je moet het dan wel samen doen met omliggende landen. Als je kans ziet de velden met windmolens van de verschillende landen met elkaar te verbinden, vang je altijd wel ergens wind. Maar daarnaast moet je Nederland toch ook niet onderschatten als het gaat om zonne-energie. Wij vangen op elke vierkante meter ongeveer de helft van de zon van de Sahara. Dat is heel veel. Je moet zorgen voor energieopvang in je eigen huis en die direct gebruiken, zodat je geen transportverlies hebt. We zouden bij wijze van spreken onze daken moeten volzetten. Sterker nog; ik verzeker je dat dat binnen tien jaar ook echt gaat gebeuren. Vanuit mijn kamer bij de TU Delft kijk ik over een industrieterrein vol platte daken. Die komen vol te liggen. Want wie wil er geen gratis energie?”
Bouw goed bezig De vraag is hoe de bouw in dit geheel staat. Daarover is Ockels niet somber. “De bouw is goed bezig. Er zijn mensen die het wel zien. En er zijn al prachtige voorbeelden gerealiseerd. Het zijn tot mijn verrassing ook niet alleen de architecten en de grote bouwondernemingen die het begrijpen. Ik heb twee jaar geleden samen met de toenmalige minister van VROM, Jacqueline Kramer, twee energieneutrale woningen in het Friese Kollum onthuld. Het ene gebouwd door een groot bouwbedrijf, het andere door een plaatselijke aannemer. Beide lieten zien dat het kan, voor bijna dezelfde prijs. Het is een kwestie van kennis en toegang tot de techniek. Ik herinner me trouwens van een paar jaar geleden ook een campagne van Bouwend Nederland om de bestaande bouw om te turnen naar duurzame woningen. Dit soort organisaties kan een sleutelrol spelen.” Dat de bouw momenteel zware klappen krijgt van de economische situatie hoeft daarbij geen belemmering te zijn, aldus Ockels. Integendeel. “Deze periode geeft ook bedenktijd. Het is een kwestie van kansen zien. Daarbij zou de regering er veel aan kunnen doen, maar ik merk er niks van of het verkeerde. Dereguleren is het modewoord. Maar intussen lopen we aan de leiband van bedrijven die erbij gebaat zijn dat we fossiele brandstoffen blijven gebruiken. We houden elkaar voor de gek: we zijn een land van ‘tweedehands autohandelaren’. En dat is een slechte houding om duurzaamheid te realiseren.”
Energienet kan lichter Hij vervolgt: “De netbeheerders hebben vastgesteld dat het energienet in Nederland verzwaard moet worden. Als ik dat hoor, breekt mijn klomp. Het zou juist lichter kunnen als mensen de kans krijgen hun eigen energie te produceren. En vroeger of later gaat dat gebeuren. Dan zitten we met een te grote productie en wordt de afzet een probleem. Met als gevolg dat energiebedrijven failliet gaan en de Nederlandse regering wordt opgezadeld met grote kolen- en kerncentrales die ontmanteld moeten worden. Met geld van de belastingbetaler.” In één adem waarschuwt Ockels ook voor de problemen die de olieraffinaderijen in de toekomst met zich mee zullen brengen. De installaties zijn langzamerhand verouderd, maar niemand neemt het initiatief om ze op te ruimen. Als voorbeeld noemt hij de Canarische Eilanden, waar de olieproductie vrijwel is gestaakt, waar duizenden mensen hun baan hebben verloren, waar sloppenwijken zijn ontstaan en waar niemand de viezigheid in de grond kan opruimen omdat dat te veel geld kost. En dat hebben ze niet. De oliemaatschappijen die deze raffinaderijen hebben gebouwd, maken nu megawinsten. Dat soort taferelen staat ook Nederland te wachten.
Van onderop
Kansen voor het oprapen
Een aantal (bouw)ondernemingen ziet het wel, de visionaire burger ook. En zelfs een aantal gemeenten ziet het. “Er gebeuren van onderop al allerlei dingen. Dat gaat zijn weg wel vinden. Het is alleen jammer dat het allemaal wordt afgeremd door de overheid en de lobby van de grote energieleveranciers. Dat heeft alles te maken met heersende belangen. We importeren momenteel al viermaal zoveel fossiele brandstof als we nodig hebben. Alleen maar vanuit onze handelsgeest; omdat we de Energierotonde van WestEuropa willen zijn. Daar valt geld aan te verdienen, dus is het helemaal niet interessant om juist voor minder gas of elektriciteit te gaan. Je elektrische auto thuis opladen, met energie uit je zonnepanelen, is helemaal niet leuk voor Shell. En als Duitsland de bouw van een kolencentrale bij Emden verbiedt, zijn we er als de kippen bij om Delfzijl aan te bieden. Daar valt geld mee te verdienen.” Ockels is mede-initiatiefnemer van ‘Nederland 2050’, een stichting die ernaar streeft Nederland in 2050 voor honderd procent schoon en duurzaam te maken. Een principe waarmee eigenlijk iedereen het wel eens is. “Elke Nederlander heeft burgerrechten. Het recht op onderwijs, op zorg, op vrije meningsuiting. Een schone toekomst is een burgerrecht dat ook in dat rijtje thuishoort. Je hoeft het alleen maar te willen, er alleen maar gebruik van te maken. ‘Een goed milieu begint bij jezelf’ is een misleidende gedachte, want het gaat om de grote stroom. Een honderd procent schoon Nederland moet je met z’n allen afdwingen. De vraag is alleen hoe je dat voor elkaar krijgt. En het lukt zeker niet als we het begrip democratie invullen met ‘het maakt toch allemaal niks uit’. Wie zich wel engageert, wil iets doen. Maar tot dat abstractieniveau zijn we nog niet in staat. Dat is teleurstellend.”
En toch noemt hij zichzelf een optimist. “Dat is moeilijker dan pessimist zijn”, geeft hij toe. “Zeker in de huidige economische situatie valt dat niet mee. Maar met pessimisme kun je niet winnen. En de kansen liggen voor het oprapen. Zoals de Superbus. Ik kwam op het idee nadat ik alles bij elkaar negen uur in de trein van Delft naar Groningen en vice versa had gezeten. Een afstand van hooguit 200 km. Ik vind treinreizen en openbaar vervoer wel plezierig, want het geeft je de tijd om te werken. Maar de randvoorwaarden zijn wel snelheid, comfort, redelijk privé, duurzaam en niet vervuilend, en me afzetten in de buurt van waar ik wil zijn. Zo kwam ik tot het prototype van de Superbus. Iedereen was meteen enthousiast: zo goed kan openbaar vervoer er dus uitzien tegen minder kosten dan de trein. Nu is het een kwestie van ‘m verkopen, zieltjes winnen, de markt op. Net zo lang tot mensen zeggen: dat willen wij ook. Het grappige is dat er een enorme belangstelling is uit het buitenland: Dubai, Washington, Japan, China. Die bus komt er, daar ben ik van overtuigd. Het heeft tijd nodig en we moeten ‘m nog verder uittesten. Hou vol, de echte doorbraak komt als je ’t kunt laten zien. Dat geldt voor alle dingen die ik doe.” Optimisme heeft hem ook geholpen nadat zijn in aanbouw zijnde schip, de Ecolution, in de haven van Groningen tot zinken werd gebracht. Afgelopen mei kon hij uiteindelijk zijn eerste vaart maken van Groningen naar Rotterdam en vervolgens naar Scheveningen. “Het was een feest”, zegt hij. “Mijn vrouw en ik hebben gehuild toen voor het eerst de zeilen omhoog gingen. Ik heb het schip samen met Gerard Dijkstra ontworpen, maar er zitten ook dingen in die ik zelf heb doorgedrukt. En als het dan allemaal reageert zoals je in je hoofd had, dan voelt dat meteen goed. Ook dat is een voorbeeld van gewoon doorgaan.”
Wubbo Ockels:
“Ik ben een optimist” 4
Bouwend Nederland Podium | 15 | 8 december
Foto: Hans Kuiper
Bouwend Nederland Podium | 15 | 8 december
5
Vrouw in de bouw In deze rubriek laten we uiteenlopende vrouwen in de bouw aan het woord. Wat zoeken ze in dit overwegend mannenberoep? Hoe staan ze hun ‘mannetje’?
Inge Schipper, projectmanager Hurks Bouw:
“Enthousiasme voor de bouw overdragen” Voor het einde van het jaar verschijnt de brochure ‘Talent gezocht v/m’ van Bouwend Nederland. Deze gaat uitvoerig in op de wijze waarop meer (technische) vrouwen verleid kunnen worden om in de bouw te komen werken. De brochure behandelt ook de stappen die een bouwbedrijf in de werving van vrouwelijk talent kan maken. Ter illustratie is een aantal interviews opgenomen met vrouwen in de bouw. Maar er is meer vrouwelijk talent dat de bouwbedrijven een ander imago geeft. Zoals Inge Schipper, projectmanager bij Hurks Bouw. Inge Schipper: “Hurks is een vrouwvriendelijk bedrijf. We hebben hier onder meer drie vrouwelijke werkvoorbereiders en negen vrouwen op de afdeling vastgoed. Of dat een bewust beleid is, durf ik niet te zeggen. In elk geval is er zeker geen sprake van een voorkeursbehandeling of positieve discriminatie. Kennis en vaardigheden, daar gaat het om. Feit is natuurlijk wel dat een bedrijf waar al wat vrouwen werken, ook gemakkelijk nieuw vrouwelijk talent aantrekt. En een uitvoerder met wie ik heb samengewerkt zei eens: ‘Ik ben blij met meisjes, want die zijn nauwkeuriger in de werkvoorbereiding’. Verschillen zijn er dus wel degelijk.”
Spin in het web Zelf koos ze na haar vwo bewust voor een opleiding bouwkunde. Ze was goed in wiskunde en hield bovendien van tekenen. Natuurlijk: ze had architect kunnen worden. Ze bezocht daarom ook een open dag van de TU Eindhoven. Toch werd het de hbo-opleiding bouwkunde. “Dat was wat schoolser, maar ook praktischer voor mij. Er werd meer in groepen samengewerkt en de opleiding sloot gewoon beter aan bij wat ik wilde. Ik heb zowel bij een architectenbureau stage gelopen als hier bij Hurks in de werkvoorbereiding. Dat laatste sprak me het meeste aan.” Het is vooral het contact met verschillende mensen en de afwis-
seling die haar aantrokken. “Ik voelde me de spin in het web die een proces kon aansturen. En wat je voorbereidt, zie je straks ook in werkelijkheid staan. Daarom vond ik werkvoorbereider toen een dynamisch-actief beroep.”
Projectmanager Intussen is ze doorgegroeid naar de functie van projectmanager. Dat betekent wel wat meer op kantoor en minder op de bouwplaats. “Nee, ik vind dat niet jammer. De bouwplaats is natuurlijk altijd heel leuk. Ik heb voor een groot project twee jaar werkvoorbereiding vanuit de bouwplaatskeet gedaan. Maar op een gegeven moment zag ik projectleiders rondlopen die jonger waren dan ikzelf. Dus toen heb ik voor mezelf besloten dat het tijd was voor een stapje verder. Een beetje ambitieus? Vast wel, maar waarom niet?” Functioneren mannen anders in eenzelfde functie als vrouwen? “Dat weet ik eigenlijk niet. Ik geloof dat het eerder met karakter te maken heeft. We werken hier met z’n vieren in dezelfde functie. Projectmanagement is eigenlijk projectbegeleiding in het voorbereidingstraject. We pakken dat alle vier wel iets anders aan, maar ik denk niet dat dat veel te maken heeft met het verschil tussen man en vrouw.”
Veel hangt van jezelf af Schipper heeft niet het gevoel dat er nog vreemd tegen vrouwen op de bouwplaats wordt
G e sp o t In deze rubriek worden recent uitgekomen boeken, uitgaven en onlangs gelanceerde websites gesignaleerd die nadere aandacht verdienen.
40 jaar passie voor ondergronds bouwen Waar tunnels worden gebouwd, ontstaat beroering. Er worden successen behaald en verliezen geleden, bouwers maken opzienbarende sprongen vooruit en hebben met tegenvallers te maken. Maar altijd is er leven. Het boek `40 jaar passie voor ondergronds bouwen’, uitgegeven ter gelegenheid van het veertigjarige bestaan van de afdeling Tunneltechniek en Ondergrondse Werken van het Koninklijk Instituut van Ingenieurs (KIVI NIRIA TTOW), vertelt erover. Het laat in vogelvlucht de ontwikkeling van de tunnelbouw in Nederland zien. Van het heroïsche verhaal van de eerste afzinktunnel tot de achttien kilometer lange supertunnel tussen Duitsland en Denemarken. Van de zeeheldwaardige intocht van de Piet Heintunnel tot ‘Starwars at sea’ in Korea. Een mooi boek met soms bijna jongensboekachtige verhalen en interviews, geïllustreerd met veel foto’s, waar het plezier van afstraalt. De verhalen geven een beeld van de ontwikkeling van de tunnelbouw in Nederland sinds 75 jaar geleden het startsein werd gegeven voor de Maastunnel. Maar de ingenieurs van TTOW willen ook de pioniersgeest laten proeven die van meet af aan met het ondergronds bouwen heeft samengehangen. Het zijn spanende verhalen, over de uitdagingen van de eerste afgezonken tunnels, van het op zestig meter diepte boren van een tunnel onder de Westerschelde, over de complexiteit van tunnels onder de stad. Nederlandse ingenieurs hebben steeds weer oplossingen gevonden voor het bouwen in een ondergrond. Maar ook de minder succesvolle verhalen komen aan bod. Over projecten die vertragingen opliepen, waar schade ontstond of budgetoverschrijdingen: de Noord/ZuidLijn in Amsterdam, de tramtunnel in Den Haag. Maar vooral toch klinkt trots door. Want Nederland heeft zich ontwikkeld tot wereldwijd kenniscentrum op het gebied van afzinktunnels. Daarbij groeit ook de expertise op het gebied van boortunnels in slappe bodem naar een niveau dat internationaal opzien baart.
40 jaar passie voor ondergronds bouwen, ISBN/EAN 978-90-818104 0-1. Bestellen via de website van het Centrum voor Ondergronds bouwen, www.cob.nl , € 49,95.
6
Bouwend Nederland Podium | 15 | 8 december
aangekeken. In elk geval niet bij projecten van haar werkgever. “Nee, vreemd kijken is voor 95% over. Natuurlijk zijn er nog altijd mensen voor wie dat niet geldt, maar die zijn in de minderheid. Maar veel hangt ook van jezelf af. Je moet je niet te nadrukkelijk als overheersende vrouw profileren. Je moet je een beetje aanpassen aan je omgeving.” Zelf heeft ze nog nooit overwogen om in deeltijd te gaan werken. Maar om zich heen ziet ze dat meer en meer gebeuren. Zowel bij vrouwen als bij mannen. Maar of het daarmee gemakkelijker wordt om werk en andere besognes te combineren, vraagt ze zich af. “Er is nog altijd veel werk te verzetten bij ons. Als mensen minder gaan werken wordt het werk er niet automatisch minder van. Dus kan het erop neerkomen dat je hetzelfde werk in minder tijd moet gaan doen. En of dat aantrekkelijk is, betwijfel ik.”
Schoolbeleid veranderen Op de vraag of ze van plan is over te stappen naar een ander bedrijf en zo ja, welke kenmerken dat dan zou moeten hebben, zegt ze: ”Misschien ooit wel eens. In elk geval zal ik dan zoeken naar eenzelfde open, informele sfeer als hier. Je kunt hier alles inbrengen, ook naar de directie toe. Dat geeft een plezierige werksfeer die goed bij me past. Zoiets zou ik dan weer zoeken. En nee, ik zou geen werkgever selec-
Projectmanager Inge Schipper vindt het jammer dat zo weinig vrouwen kiezen voor techniek.
teren op het aantal vrouwen dat er werkt.” Het is al met al jammer, vindt Schipper, dat zo weinig vrouwen kiezen voor techniek. Het schoolbeleid zou daar verandering in kunnen brengen. “Er zou meer aandacht besteed moeten worden aan de leuke kanten van techniek. En misschien moeten mensen zoals ik daar ook wel wat meer voordrachten over geven. Gewoon om het enthousiasme over te dragen.”
Bouwproductie stijgt onvoldoende om verlies te compenseren
EIB: Bouw en infra lijken diepste dal door te zijn Voor 2012 lijkt stabilisatie of een hele lichte stijging van de productie het meest realistische scenario. Echt herstel treedt pas op in 2013 en 2014, maar dit zal onvoldoende zijn om de verliezen van de afgelopen jaren te compenseren. Dat blijkt uit cijfers van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB). De cijfers werden gepresenteerd in het kader van de halfjaarlijkse bijeenkomst van Euroconstruct in Parijs van november 2011. Volgens het EIB valt in 2012 het groeitempo van de bouwproductie - net als in de ons omringende landen - ook in Nederland terug. Tegenover een geraamde productiegroei van 3,7 procent in 2011 staat komend jaar nog slechts een groei van 0,4 procent. De oorzaken daarvan zijn vooral de slechte kantorenmarkt, de terughoudendheid in de gezondheidszorg en de teruglopende overheidsbudgetten voor infrastructurele werken. Het EIB ziet vooralsnog geen terugval in de woningnieuwbouw. De verwachtingen voor de middellange termijn zijn gematigd positief. Na de zware productieverliezen in 2009 en 2010 verwacht het EIB dat de bouwproductie in zowel 2013 als in 2014 verder zal toenemen, met respectievelijk 3,6 en 4,4 procent. Overigens zal daarmee het productieniveau van voor de crisis nog niet worden bereikt. Alle sectoren dragen in positieve zin bij aan deze groeicijfers. De sterkste groei wordt voorzien voor de nieuwbouw van woningen. Het EIB gaat er daarbij vanuit dat er in de komende jaren weer genoeg woningen worden gerealiseerd om aan de vraag te voldoen (70.000 in
2013 en 74.000 woningen in 2014). Als gevolg van verbeterde economische omstandigheden zijn de vooruitzichten voor de utiliteitsbouw gematigd positief: 3,7 procent groei in beide jaren. Op hogere groeicijfers - zoals in het verleden wel eens is gerealiseerd - mag echter niet meer gerekend worden. De sterke productiedalingen in 2009 en 2010 zullen in 2014 dan ook bij lange na niet zijn gecompenseerd. Naar schatting van het EIB zal in de nieuwbouw nog niet de helft van de productiedaling zijn ingehaald. In 2013 en 2014 zal de productie in de grond-, water- en wegenbouw naar verwachting een bescheiden groei beleven. Dalende overheidsbudgetten zullen hier worden gecompenseerd door investeringen van de private sector en het aantrekken van de bouwactiviteiten in de burgerlijke en utiliteitsbouw. In 2014 zal per saldo echter nog geen 40 procent van het sinds 2010 geleden productieverlies zijn ingelopen.
In s t e l l i ng Aan het einde van het jaar legt Podium een stelling voor aan de vijf regiomanagers van Bouwend Nederland. Hoewel de regio’s zowel op het vlak van de bouw als infra van elkaar verschillen, is het algemene beeld niet rooskleurig.
“Het huidige productieniveau is de nieuwe realiteit voor de bouw” Regio Noord
Regio Randstad Noord
Groei en krimp
Vertrouwen op een laag peil “De woningbouwproductie in Randstad Noord is in een paar jaar met zo’n 30% gedaald. Ondanks een toenemend woningtekort, vooral in Noord-Holland-Zuid en Utrecht, zakt de woningbouw nog steeds verder in. Tot 2020 is er in Utrecht nog ruimte voor 85.000 woningen en in Noord-Holland voor 100.000 woningen. De huidige trend is dat veel meer kleinschalig, binnenstedelijk wordt gebouwd (nu al 70%).De verwachtingen voor de verbouw en verduurzaming van woningen zijn redelijk positief. Corporaties, onder andere in de stad Utrecht, hebben afspraken gemaakt om in 2012 en verder grote aantallen huurwoningen te renoveren. Vanuit de regio Randstad Noord lopen gesprekken met corporaties om versneld te gaan verduurzamen. In de utiliteitsbouw blijven de vooruitzichten slecht. Met name voor de kantorenbouw. Het aantal opdrachten in de zorgsector blijft op peil. De investeringen in de grond-, water- en wegenbo blijven vrij redelijk op niveau. In Utrecht wordt een start gemaakt met de Noordelijke Randweg Utrecht en de verbreding van de A12. In Noord-Holland zorgt de aanleg van de Westfrisiaweg voor een grote stimulans. De provincies bezuinigen niet op het onderhoud in de gww-sector. Voor de komende jaren stijgen de uitgaven zelfs. De gemeenten geven een wisselend beeld. De gemeente Utrecht bijvoorbeeld, bezuinigt niet op het onderhoud. Andere gemeenten temporiseren het onderhoud, waardoor over de hele linie de productie toch enigszins daalt. Jan Overtoom, Voorspellen wat de toekomst brengt, is gezien de huidige financiële crisis vrijwel onmogelijk. Het ver- regiomanager trouwen in de economie staat op een laag peil. Als we er vanuit gaan dat het vertrouwen niet snel zal toenemen, verwacht ik dat het volume in de bouw nog wat verder wegzakt, voordat een evenwicht wordt gevonden. Het volume in de gww blijft vrij constant, op een wat lager niveau dan het huidige.”
“2012 zal niet veel nieuw perspectief bieden voor de bouw en infra in het noorden, bepaald niet. Te veel seinen staan ‘on hold’; investeerders en consumenten wachten af, publiek én privaat. En voordat de boel weer op gang is, zijn we wel even verder. Overleven met de ‘harde kern’ is voor veel bedrijven het motto. Vanuit dat perspectief is de stelling helaas een waarheid als een koe. Helaas, omdat er intrinsiek meer vraag is naar bouw en infra. In het noorden gaan krimp en groei hand in hand. Groei in stedelijk wonen, studentenhuisvesting, de Agri-business, Energy Valley en verduurzaming. En verbetering Rolf Koops, van de infrastructuur om de aansluiting op de nationale economie te verregiomanager sterken (over enkele jaren). Aan de andere kant verdunning op het platteland met een herstructureringsopgave in wonen, zorg en onderwijs. Met als gevolg een bundeling van voorzieningen, een fijnmaziger (digitale) infrastructuur en inzet op waardebehoud van het resterende vastgoed. Groei en krimp dus. Beide brengen een bouwopgave mee die op termijn zeker tot (gedeeltelijk) volumeherstel zal leiden. Maar bovenal betekent die toekomst andere en nieuwe kwalitatieve uitdagingen voor de bouwkolom. Daarom is het van vitaal, algemeen belang om nu kennis en kunde in de sector vast te houden, te investeren in innovatie en nieuwe samenwerkingsvormen. Anders is straks het aanbod een remmende factor.”
[email protected]
Regio Oost:
De pijn verzachten “Ik verwacht dat wij in regio Oost nog door een zure appel heen moeten bijten. Het dal is nog niet bereikt. Het gaat vooral slecht in de nieuwbouw van woningen en de utiliteitsbouw. Ook de infra krijgt de komende tijd forse klappen, omdat ook de (decentrale) overheden fors moeten bezuinigen. De orderportefeuilles lopen gestaag terug en er is nog steeds sprake van personeelskrimp bij bedrijven. De woningmarkt kent Robert ter Hoek, een zeer grillig verloop en grote regionale verschillen. 2011 wordt historegiomanager risch laag en 2012 wordt zo mogelijk nog lager. Alleen de woonconsument kan de woningmarkt weer op gang brengen. De starter is hierbij zeer belangrijk. Starters haken nu af bij gebrek aan vertrouwen. In de utiliteitsbouw drukt de overcapaciteit van kantoren de groei in de komende jaren. Het prijsniveau bij onze infrabedrijven is ronduit slecht. Ook de budgetten voor het onderhoud van wegen staan zwaar onder druk als gevolg van bezuinigingsrondes bij gemeenten. Wij zetten vol in op de campagne ‘Onderliggend wegennet’ om het kwaliteitsniveau op peil te houden. Wij zijn continu op zoek naar maatregelen die de pijn kunnen verzachten. Investeren in de bouw en infra is immers investeren in een mooie regio. De provincies hebben oog voor de problemen van de sector. Er worden mooie resultaten behaald in de verduurzaming van de bestaande woningvoorraad: voor de nabije toekomst nog een groeimarkt voor veel bedrijven!”
[email protected]
Regio Randstad-Zuid
Zorgen over besluitvorming “Ja, absoluut en als men die realiteit niet snel inziet, laat die zich vanzelf voelen. Bij gemeenten zien we bezuinigingen op onderhoud en aanleg van infrastructuur. Gemiddeld wordt zo’n tien procent bezuinigd en dat gaan de leden van Bouwend Nederland hard merken. De situatie op de inframarkt is al slecht. Er is keiharde concurrentie, Niels Ruyter, veelal op prijs en als de markt krimpt, regiomanager wordt die strijd harder. Een deel van de problematiek komt ook doordat de markt voor infrastructuur en woningbouwplannen is gekrompen. Provinciaal wordt er gelukkig niet bezuinigd. Er zijn wel zorgen over de besluitvorming. Juist nu is daadkracht belangrijk om te voorkomen dat beschikbare middelen in de toekomst niet worden aangewend. Wij vragen om meer aandacht voor kleinere infraprojecten. In de markt vallen nu harde klappen. De markt voor nieuwbouwwoningen ligt op z’n gat in Zuid-Holland, hoewel een enkel project wel tot ontwikkeling komt. Waar voor de crisis meer dan 10.000 nieuwbouwwoningen per jaar werden verkocht, mogen we nu blij zijn als het er 6000 worden in 2011. Ook bij de huurwoningen is het minder, corporaties investeren meer in de bestaande voorraad en minder in nieuwbouw. De kantorenmarkt wordt hard geraakt door de crisis en het sentiment bij het bedrijfsleven. Wij werken mee aan initiatieven van stadsregio’s Rijnmond en Haaglanden om die woningmarkten inzichtelijker te maken bij gemeenten, corporaties en natuurlijk de leden van Bouwend Nederland. In 2012 richt de regio zich ook op de markt voor verduurzaming van bestaande woningen. Hiermee kan de markt voor renovatie lokaal impulsen krijgen.”
[email protected]
[email protected]
Regio Zuid:
Een nieuwe werkelijkheid “De leden uit de regio Zuid geven duidelijk aan dat een lager productieniveau inderdaad de nieuwe realiteit is”, aldus regiomanager Rene Meyboom. Een aantal van hen aan het woord. “Een tijdelijke crisis? We zitten qua financierbaarheid in een nieuwe werkelijkheid. Ons werk verschuift naar onderhoud, renovatie. Na een terugval zal het productieniveau weer groeien. In deze nieuwe realiteit vormt de basis: duurzaamheid, ketenintegratie en life-cost-benadering.” Frank Zuthof, Aannemersbedrijf Jongen B.V. (KWS), Landgraaf
René Meyboom, regiomanager
“Bezuinigingen van de overheid en een zeer terughoudend investeringsniveau in woningbouw zullen tot verder teruglopende omzetten leiden in de bouw. Het is echter zeer onverstandig om te bezuinigen op asfaltonderhoud, omdat dit absoluut zal leiden tot hogere onderhoudskosten in de toekomst!” Johan Janssen, Janssen de Jong Infra b.v., Horst
“Door grotere zorgen over de economie en hun eigen positie zijn consumenten nog terughoudender geworden, net zoals de banken. Aan de andere kant is er een meer kwalitatieve woningbehoefte door veranderende leef- en gezinspatronen. Vervangende nieuwbouw na herstructurering zal dus zeker een toekomst hebben. Datzelfde geldt voor verduurzaming van de bestaande voorraad. En voor de utiliteitsbouw. De toekomst zal moeten uitwijzen welke kant het opgaat. Een andere klantbenadering en andere behoeften zullen bijdragen aan een nieuw evenwicht in de marktsituatie.” Hans Geertman, Huybregts Relou B.V., Son
“Iedereen was begin dit jaar optimistisch gestemd, maar dat optimisme is ver weg. Van een financiële crisis, via een economische crisis en na een opleving in 2009 nu een eurocrisis. Ik ben bang dat de gevolgen hiervan de komende jaren blijven voortduren. Door bezuinigingen is er minder geld voor investeringen en onderhoud. Dat is de nieuwe realiteit waar we onze productie op zullen moeten uitlijnen.” Eric de Ruijsscher, H4A Groep te Sas van Gent
[email protected]
Bouwend Nederland Podium | 15 | 8 december
7
v i j f a n t w o o r d e n va n . . . Ir. Hetty Klavers, Programmadirecteur IJsselmeergebied:
“Samen zoeken naar een veilig IJsselmeer” De zeespiegel zal de komende decennia stijgen. Aangezien Nederland voor 60 procent overstroombaar is, zijn maatregelen nodig. Maatregelen die onder de supervisie van de Deltacommissaris worden uitgewerkt in het Deltaprogramma. Nederland is daarvoor onderverdeeld in deelgebieden. Het IJsselmeer is er één van. Aan Hetty Klavers de opdracht om met deskundigen van het rijk, provincies, gemeenten en waterschappen, maar ook met het bedrijfsleven, te zoeken naar oplossingen voor een veilig IJsselmeer.
Wat zijn de problemen die ons rond het IJsselmeer te wachten kunnen staan? Klavers: “Als de zeespiegel stijgt, kan het overtollige water van het IJsselmeer bij eb niet meer op een natuurlijke manier naar de Waddenzee worden gespuid. Dan zullen we dus enorme pompencomplexen moeten inzetten. Een andere oplossing zou kunnen zijn het waterniveau van het IJsselmeer mee te laten stijgen met de zeespiegel. Dat heeft als voordeel dat we extra zoet water hebben, maar dan moeten we tegelijkertijd wel zorgen dat de bewoners rond het IJsselmeer droge voeten houden. Om verantwoorde keuzes te maken, zullen we verschillende strategieën moeten bekijken. Daar zijn we nu mee bezig. Het IJsselmeer is momenteel een vrij stabiel watersysteem, maar daardoor ook inflexibel en gevoelig voor externe veranderingen. Wij weten dat het klimaat gaat veranderen, maar hoe snel en in welke omvang is onzeker. Daarom beraden we ons op maatregelen om met kleine stapjes die flexibiliteit te vergroten zodat we daarmee de eerste klimaatveranderingen kunnen opvangen. En tegelijkertijd denken we na over grotere ingrepen in de toekomst. Het is eigenlijk als kijken door een dubbelfocusbril, met een leesgedeelte voor dichtbij en met het andere gedeelte voor veraf.”
Bij het rijk en andere overheden werken deskundigen, maar die zijn er ook bij het bouwbedrijfsleven. Op welke wijze maken jullie daar gebruik van? “De waterveiligheid van Nederland is natuurlijk een eerste verantwoordelijkheid van de overheid. Maar we hebben daar het bedrijfsleven ook bij nodig. Daarom is er aan ons programmabureau sinds een paar maanden ook iemand toegevoegd uit het bedrijfsleven via het Netwerk Deltatechnologie: Peter Minnema van Dura Vermeer. Hij denkt en kijkt met ons mee, maar voorziet ons ook van informatie uit de waterbouwwereld.” Wat moeten we ons daarbij voorstellen? “Zoals gezegd: de overheid staat voor waterveiligheid. Tegelijkertijd ligt er hier een kans om andere ambities mee te koppelen en innovaties mogelijk te maken; het zou niet terecht zijn om de hele rekening dan bij de overheid neer te leggen. We zullen dus samen met het bedrijfsleven aan de slag moeten. En dan niet alleen als medefinanciers, maar ook als procesontwikkelaars. Want als we bijvoorbeeld willen dat er buitendijks gebouwd zou moeten worden, dan heb je elkaar daarbij hard nodig. Een bedrijf als Dura Vermeer heeft al ervaring in bouwen op water.
Ze weten wat er nodig is, wat het kost en wat de randvoorwaarden zijn. Peter Minnema heeft daar heel goede ideeën over en houdt ons ook een spiegel voor. Zo stelt hij dat klimaatverandering in zekere zin technisch oplosbaar is. De echte onzekerheden zitten eerder bij de beleidsmakers. Een verfrissende en geestverruimende opmerking. En de manier waarop Dura, maar ook andere bedrijven in de sector, denkt over oplossingen, biedt ongekende mogelijkheden. Het geeft meerwaarde als je in elkaars wereld stapt.” Betekent dit een algemene opstap naar meer betrokkenheid van het bedrijfsleven? “Wat mij betreft wel. De overheid krimpt de komende jaren behoorlijk. Daarmee zal de betrokkenheid van maatschappelijke organisaties en het bedrijfsleven dan bijna automatisch vergroot moeten worden. Wil je althans voor vraagstukken als het Deltaprogramma samen de nodige maatschappelijke meerwaarde creëren.” Er zijn vier veiligheidsstrategieën ontwikkeld voor het IJsselmeergebied. Hoe gaat het nu verder? “We zijn nu bezig die strategieën aan te vullen met een aantal ambities. Dan moet je denken
Hetty Klavers, directeur van het deelprogramma IJsselmeergebied: “Dubbelfocus op het IJsselmeer”
aan nieuwe ruimtelijke en ecologische opgaven, dat soort zaken. De volgende stap is: bekijken welke strategie – of welke combinatie van strategieën – de meeste kansen biedt en welke randvoorwaarden er dan aan te pas komen. In elk geval zetten we in op vergroten van de flexibiliteit van het watersysteem. Zodat we bijvoorbeeld in de zomer net iets meer water in het IJsselmeer kunnen bergen. Met 10 cm méér water kun je de beschikbare hoeveelheid zoet water met 200 miljoen m2 doen toenemen. Als je vandaag kans ziet de flexibiliteit te vergroten, koop je daarmee ook tijd om op termijn ingrijpender maatregelen uit te voeren.” Bouwend Nederland overweegt begin volgend jaar een bijeenkomst te beleggen met als onderwerp van discussie: nut en noodzaak tot intensivering van de samenwerking met de overheid voor dit soort opgaven. We houden u op de hoogte!
bouw in beeld Wonen, werken, reizen, recreëren; de bouw maakt het mogelijk. In Bouwend Nederland Podium belichten we telkens een opvallend project.
Bijzondere, bijna onzichtbare nieuwbouw Drents Museum Verplaatsen van het koetshuis
Foto’s: Geveke Bouw
Een modern, groot gebouw moest nieuwbouw voor het Drents Museum - een opdracht van de provincie Drenthe - niet worden. In de historische en dorpsachtige kern van Assen zou dat absoluut niet passen. Maar voor architect Erick van Egeraat was het ook duidelijk dat de uitbreiding moest afwijken van de bestaande monumentale bouw. Hij ging daarom ondergronds en ontwierp een nieuwe tentoonstellingsvleugel van ongeveer 1000 m2 op 18 meter diep. Met een ondergrondse publieksruimte onder het bestaande Koetshuis die de verbinding vormt tussen de oudbouw en de nieuwe tentoonstellingsruimte. Een complexe bouwopdracht waaraan Geveke Bouw twee jaar met man en macht gewerkt heeft.
Colofon Podium is een maandelijkse uitgave van Bouwend Nederland, de vereniging van bouw- en infrabedrijven. Met circa 5.000 bedrijven is Bouwend Nederland de grootste werkgeversorganisatie in de bouw. De totale bouwsector is in Nederland goed voor 5,5% van het bruto nationaal product en voor een omzet van 55 miljard euro. De sector als geheel biedt werk aan 450.000 mensen. Podium wordt in een oplage van 9.000 verspreid onder relaties van Bouwend Nederland en de lidbedrijven. Overname van artikelen uitsluitend in overleg met de redactie.
Hoofdredactie Anita van den Berg
Redactie Bezoekers gaan dan wel diep onder de grond, maar de architect heeft ervoor gewaakt dat ze het idee hebben in een duistere kelder af te dalen. De nieuwe ruimte is als een grote, helderwitte doos, een bijzondere ruimte, alleen al door de sierlijke, organisch gevormde pilaartjes, en een opvallende wenteltrap. Maar de zaal is vooral levendig door het welvende dak, dat overvloedig licht binnenlaat door glazen openingen. Boven op het dak is een (openbare) tuin aangelegd. De welvingen vormen kleine heuvels, met wandelpaden langs de ‘dakramen’. Op het hoogste punt is een driehoek uit de heuvel ‘gesneden’, zodat ook voorbijgangers in de nieuwe museumzaal kunnen kijken. De bouw van de nieuwe ruimte had flink wat voeten in de aarde. Om plaats te maken voor de bouwwerkzaamheden moest het oude Koetshuis (met een gewicht van 400 ton) verplaatst worden, en later weer teruggezet. Geveke Bouw leverde een huzarenstukje door het over 24 meter op rails naar de andere kant te rijden. Het Koetshuis doet nu dienst als nieuwe entree. Het werd boven het maaiveld getild en op een glazen sokkel geplaatst. Daardoor valt daglicht diep de ondergrondse publieksruimte binnen.
Informatie: www.gevekebouw.nl; www.drentsmuseum.nl
Ank Benko, Carla van den Bergen, Harm Dragt, Eric Harms, Pim Nusselder, Theo Scholte, Wim Schreurs
Productie Begeleiding: Harms Communicatie, Utrecht Vormgeving: Helen Verbeek Grafische Producties, Z'meer Druk: Kon. BDU Grafisch Bedrijf, Barneveld
Redactieadres Bouwend Nederland Astrid van Mill Postbus 340 2700 AH Zoetermeer Zilverstraat 69 079 3 252 189, 079 3 252 290
[email protected] www.bouwendnederlandpodium.nl Podium wordt verstuurd aan personen, bedrijven en instellingen die bij de bouwsector betrokken zijn. Verzoeken voor een gratis verzending zijn ter beoordeling van Bouwend Nederland. Podium staat integraal op de internetsite www. bouwendnederland.nl onder ‘Publicaties’. Mutaties/opzeggingen kunt u mailen naar
[email protected]. Ideeën en verzoeken kunt u sturen naar
[email protected].
8
Bouwend Nederland Podium | 15 | 8 december