Hoofdstuk 3
De grondslagen van het snellezen begrijpen In dit hoofdstuk: 䊳 Wat zijn oogfixaties? 䊳 Wat is begrip? 䊳 Heb je een aanwijzer nodig? 䊳 Wat is voor jou de juiste leessnelheid?
I
n dit hoofdstuk leg ik uit wat er in je ogen en hersenen gebeurt als je snelleest, zodat je de grondslagen van het snellezen kunt toepassen op de snelleestechnieken die in hoofdstuk 4 worden behandeld. Ik vertel wat oogfixaties zijn, wat je blikveld is en hoe je je leessnelheid kunt verhogen door je blikveld te vergroten. Ik kijk tevens naar je begrip tijdens het lezen en hoe je de juiste leesstrategie kiest als je een nieuw boek, artikel of webpagina begint te lezen.
Fixeren op oogfixaties Je ogen mogen niet bewegen als je iets wilt zien. Als je je ogen door de kamer beweegt, kun je niet verwachten dat je iets anders ziet dan een waas. Als je iets scherp wilt zien – je vingernagel een mug op het raam, de achtertuin van de buren, het hoogste punt aan de horizon, een ster in de lucht – moeten je ogen stilstaan. Hetzelfde geldt voor het lezen van woorden op een pagina. Om de woorden te kunnen zien, mogen je ogen niet bewegen. Om de woorden tijdens het lezen in je op te kunnen nemen, moeten ze echter ook van links naar rechts over de pagina bewegen. Hoe kunnen je ogen stilstaan en toch tegelijkertijd bewegen? Het antwoord is door middel van oogfixaties Als je leest, bewegen je ogen met schokjes over de pagina. Ze fixeren op een los woord of een cluster woorden en als de betekenis tot je is doorgedrongen, bewegen ze naar het volgende woord of cluster woorden. Je leest iedere regel tekst op deze manier.
Kijken naar oogfixaties Wetenschappers geloofden lange tijd dat iedereen slechts één woord tegelijk leest. Ze dachten dat snelle lezers afzonderlijke woorden sneller konden identificeren en begrijpen, woord na woord.
36
DEEL I: Wat is snellezen? ______________________________________ Rond 1910 voerden enkele wetenschappers die geïnteresseerd waren in het verbeteren van leesprestaties van studenten enkele experimenten uit om precies te kunnen zien wat er gebeurt tijdens het lezen. Ze ontdekten het bestaan van oogfixaties. Het viel hun op dat ogen niet geleidelijk over de pagina bewegen, maar met horten en stoten. Ze ontdekten ook dat naarmate het aantal oogfixaties van een lezer vermindert, het leestempo omhoog gaat. Deze doorbraak was het begin van het moderne snellezen. In figuur 3.1 zie je een oogfixatie schematisch weergegeven. De ogen zijn gericht op het fixatiepunt, maar zien ook letters en woorden links en rechts van het dit punt in het blikveld. In het voorbeeld leest de lezer drie woorden – ‘in gematigde delen’ – in een enkele oogfixatie. Blikveld Figuur 3.1: Het lezen van drie woorden in een enkele oogfi xatie
De wilg groeit in gematigde delen van het noordelijk halfrond Fixatiepunt
Je kunt zelf het volgende experiment doen om te zien hoe oogfixaties werken: 1.
Nodig een vriend uit die het niet erg vindt dat je naar hem kijkt als hij leest. Als je geen vriend bij de hand hebt, zet dan een zonnebril op en ga naar een openbare ruimte, bijvoorbeeld een wachtruimte of een bibliotheek, waar meerdere mensen zitten lezen.
2.
Geef je vriend een boek of artikel uit een tijdschrift te lezen en kijk naar zijn ogen terwijl hij leest. Wees discreet als je naar een onbekende kijkt die zit te lezen. Zorg ervoor dat de zonnebril hoog op je neus staat.
3.
Kijk hoe de ogen van de lezer bewegen. Ze blijven een fractie van een seconde op een plek hangen, bewegen dan met een rukje naar rechts, blijven weer een fractie van een seconde hangen en bewegen weer verder naar rechts. Wat je ziet, zijn oogfixaties. Als de ogen aan het eind van de regel zijn, gaan de ogen met een vaartje weer naar links en fixeren zich op een positie aan het begin van de volgende regel, waarna de oogfixaties opnieuw beginnen.
4.
Om het aantal oogfixaties per regel te kunnen tellen, vraag je de lezer steeds een seintje te geven als hij aan het eind van de regel is. (Deze stap kun je beter overslaan als je naar een vreemde kijkt die zit te lezen.)
_____________ Hoofdstuk 3: De grondslagen van het snellezen begrijpen De ene regel levert meer oogfixaties op dan de andere. Dit is afhankelijk van een aantal factoren, bijvoorbeeld hoe lang de regel is, of de lezer bekend is met het onderwerp en of de woorden voorkomen in zijn woordenschat. Je ziet de ogen niet alleen met schokjes naar rechts bewegen, maar met schokjes naar links. Ogen fixeren van rechts naar links als de lezer terugspringt tijdens het lezen. Zoals ik heb uitgelegd in hoofdstuk 2, is terugspringen het opnieuw lezen van tekst om er zeker van te zijn dat je deze goed begrepen hebt.
Oogfixaties en leessnelheid Lezers die minder oogfixaties per regel hebben, lezen sneller, omdat ze meer woorden per fixatie in zich opnemen. Een snelle lezer leest niet een of twee woorden per oogfixatie, maar kan er drie tot veertien in één oogfixatie zien en verwerken. Het aantal woorden dat je per oogfixatie in je kunt opnemen, is afhankelijk van je blikveld, je woordenschat en je bekendheid met het onderwerp waarover je leest. Ik licht dit toe in de volgende paragrafen.
Oogfixaties en je blikveld Hoe breder je blikveld, hoe meer woorden je in één oogfixatie kunt verwerken en hoe sneller je kunt lezen. Om te leren snellezen, is het vermogen een flink aantal woorden tegelijk te zien onontbeerlijk. Lees de volgende zin om te zien wat ik bedoel: De kat krabt de krullen van de trap. Een langzame lezer met een klein blikveld leest deze zin langzaam, in vijf tot acht oogfixaties, waarbij hij soms maar één woord per fixatie in zich opneemt. De lezer moet harder werken om de zin te begrijpen, omdat de betekenis van de woorden gefaseerd de hersenen binnenkomt. In de volgende versie van de zin geef ik met schuine strepen aan waar een langzame lezer zijn ogen zou fixeren tijdens het lezen: De kat \ krabt \ de krullen \ van \ de trap. Een snellere lezer met een breder blikveld kan de zin in twee of drie oogfixaties lezen. Deze lezer zal een groter begrip hebben omdat hij de zin zinsdeel voor zinsdeel leest (of gedachtecluster voor gedachtecluster – in hoofdstuk 7 lees je meer over deze terminologie) en zinsdelen bevatten meer betekenis dan losstaande woorden. In de volgende versie van de zin heb ik schuine strepen geplaatst waar een snelle lezer zijn ogen zou fixeren tijdens het lezen. De snelle lezer leest de zin in maar twee oogfixaties: De kat krabt de krullen \ van de trap.
37
38
DEEL I: Wat is snellezen? ______________________________________
Oogfixaties en je woordenschat Lees de volgende zinnen zorgvuldig, om de relatie tussen oogfixaties en woordenschat te begrijpen: Willem, die Madocke maakte Daar hij dikken omme waakte Hem vernooide zo harde Dat die avonture van Reinaerde In Dietse ongemaket bleven -– die Aernout niet hevet vulschreven – dat hij die vite dede zoeken enden hij ze na den Walschen boeken in Dietse dus hevet begonnen. Omdat de meeste woorden uit deze zinnen waarschijnlijk niet in je woordenschat voorkomen, had je vast moeite met het lezen ervan, tenzij je bekend bent met Middelnederlands, of toevallig het verhaal van Reinaert de Vos kent. Je herkende de woorden niet en moest ze dus een voor een goed bekijken, waardoor je rond de veertig oogfixaties nodig had, bijna voor ieder afzonderlijk woord. Het zal een stuk eenvoudiger zijn de vertaling van deze regels te lezen, omdat bijna alle woorden voorkomen in je woordenschat. Let op hoeveel sneller je deze vertaling leest: Willem, die Madoc maakte wat hem dikwijls z’n nachtrust kostte vond het zo jammer dat van de avonturen van Reinaert niet eerder een Nederlandse vertaling voltooid is – Aernout heeft haar immers niet afgemaakt – dat hij Reinaerts levensverhaal liet opsporen en op grond van Franse handschriften in het Nederlands als volgt is begonnen. Je kon deze vertaling sneller lezen, omdat je minder oogfixaties nodig had. Je had waarschijnlijk maar de helft of minder oogfixaties nodig. Omdat de woorden je bekend voorkwamen, hoefde je er niet over na te denken, waardoor je meer dan één woord tegelijk kon lezen.
_____________ Hoofdstuk 3: De grondslagen van het snellezen begrijpen Hoe groter je woordenschat, hoe meer woorden je tijdens het lezen meteen herkent. Als je de woorden herkent, kun je meer woorden per oogfixatie in je opnemen. Daarom is het belangrijk je woordenschat te vergroten als je wilt leren snellezen. Lees hoofdstuk 12 voor meer informatie over het vergroten van je woordenschat.
Oogfixaties en bekendheid met het onderwerp Bekendheid met het onderwerp waarover je leest, is ook een belangrijke factor die invloed heeft op het aantal woorden dat je in één oogfixatie ziet. Als je een tekst leest over een onderwerp waarin je gespecialiseerd bent, of dat je interesse heeft, lees je met meer zelfvertrouwen. Je kunt sneller lezen met minder oogfixaties, omdat je bekend bent met de terminologie en de woorkeus van de schrijver. Je achtergrond, algemene ontwikkeling, je informatiebronnen, je opleiding: al deze factoren bepalen mede hoe snel je kunt lezen. Mensen met een brede algemene ontwikkeling lezen sneller omdat ze met meer onderwerpen bekend zijn. Omdat je door snellezen efficiënter en met meer plezier leest, nodigt het je uit meer te lezen, waardoor je werkt aan je algemene ontwikkeling en waardoor je weer sneller gaat lezen.
Oogfixaties oefenen Oefening 3.1 is erop gericht je te laten zien waar je ogen op fixeren tijdens het lezen en duidelijk te maken wat de rol van oogfixaties tijdens het lezen is. In oefentekst 3.1 zie je twee versies van het essay ‘Zeg dank je wel voordat het slechts een herinnering is’ (‘Say Thanks Before It’s Just a Memory’) van de Amerikaanse columnist Harvey Mackay (gepubliceerd op 4 oktober 1998). Volg de volgende stappen om deze oefening te doen: 1.
Kijk hoe laat je begint met lezen.
2.
Lees het essay aan de linkerkant in je normale leestempo. Het getal rechts van de regels geeft aan hoeveel woorden er op die regel staan.
3.
Als je klaar bent met lezen van de eerste versie van het essay, schrijf je op het werkblad in bijlage B op hoe lang je erover hebt gedaan.
4.
Kijk hoe laat je begint met het lezen van de tweede versie van het essay, aan de rechterkant van de pagina.
5.
Lees het essay en probeer bij iedere regel zo vaak te fixeren als wordt aangegeven. Links van iedere regel staat een getal. Dit getal geeft aan hoe vaak je op die regel je ogen moet fixeren. Om je ogen te helpen fixeren, heb ik de delen waarop ik vind dat je moet fixeren om en om gewoon en
39
40
DEEL I: Wat is snellezen? ______________________________________ cursief gedrukt. Probeer je op iedere regel te houden aan het aantal oogfixaties dat is aangegeven. 6.
Als je klaar bent met het lezen van de tweede versie van het essay, schrijf je op het werkblad in bijlage B op hoe lang je erover hebt gedaan en vergelijk je beide tijden.
Las je sneller toen je minder vaak fixeerde?
3 2 4 2 0 2 2 2 3 3 2 3 2 2 2 1
14 8 11 8 1 10 10 11 10 10 10 7 11 11 8 7
De eigenaar zwoer dat hij geen bonussen meer zou uitkeren en als iemand zou klagen, dan zou zijn reactie zijn: ‘Dit jaar zijn er geen bonussen omdat geen van de huidige medewerkers ooit de tijd en de moeite nam om even “dank je wel” te zeggen’. In haar antwoord verwees Ann Landers naar de vele brieven die zij had gekregen van andere mensen, voornamelijk ouders en grootouders, die wilden weten wat te doen als er niet wordt bedankt voor een gift. Wat was er gebeurd? Is de arme ontvanger met stomheid geslagen? Is hij van de aardbodem verdwenen? Is de gift bij de post kwijtgeraakt?
3 4 3 3
Hij deed dit al zestien jaar en in al die tijd waren er maar twee medewerkers geweest die ‘dank je wel’ hadden gezegd. Geen van beide werkte nog voor het bedrijf. De ene was overleden, de andere was met vervroegd pensioen gegaan.
vs.
9 9 9 5
De eigenaar zwoer dat hij geen bonussen meer zou uitkeren en als iemand zou klagen, dan zou zijn reactie zijn: ‘Dit jaar zijn er geen bonussen omdat geen van de huidige medewerkers ooit de tijd en de moeite nam om even “dank je wel” te zeggen’. In haar antwoord verwees Ann Landers naar de vele brieven die zij had gekregen van andere mensen, voornamelijk ouders en grootouders, die wilden weten wat te doen als er niet wordt bedankt voor een gift. Wat was er gebeurd? Is de arme ontvanger met stomheid geslagen? Is hij van de aardbodem verdwenen? Is de gift bij de post kwijtgeraakt? (wordt vervolgd)
Hij deed dit al zestien jaar en in al die tijd waren er maar twee medewerkers geweest die ‘dank je wel’ hadden gezegd. Geen van beide werkte nog voor het bedrijf. De ene was overleden, de andere was met vervroegd pensioen gegaan.
Enige tijd geleden schreef de eigenaar van een goedlopend bedrijf aan columnist Ann Landers over zijn gewoonte zijn medewerkers jaarlijks een bonus te geven. Het bedrag was gebaseerd op dienstjaren en salarisniveau.
Door Harvey Mackay
Door Harvey Mackay
Enige tijd geleden schreef de eigenaar van een goedlopend bedrijf aan columnist Ann Landers over zijn gewoonte zijn medewerkers jaarlijks een bonus te geven. Het bedrag was gebaseerd op dienstjaren en salarisniveau.
Zeg dank je wel, voordat het slechts een herinnering is
Zeg dank je wel, voordat het slechts een herinnering is
Oogfixatie/enkele per regel
Tekst in normale opmaak, waarbij suggesties voor oogfixaties zijn gemarkeerd
aantal fixaties
Tekst in normale opmaak
Oogfixaties op ieder afzonderlijk woord
Oefentekst 3.1
_____________ Hoofdstuk 3: De grondslagen van het snellezen begrijpen
41
9 8 9 9 10 8 10 13 7 10 5 12 9 12 13 12 10 12 11 13 10 2 11 9 7 9 10 10
Hoe vaak hebben we niet een cheque gestuurd zodat iemand zijn verjaardagscadeau zelf kon kopen, met als enige bewijs dat de cheque was ontvangen het bericht van de bank dat de cheque niet gedekt was?
Hoe vaak heb je meer fooi gegeven dan nodig zonder dat je hiervoor werd bedankt? Bedienend personeel zou toch moeten weten dat een grotere fooi betekent dat de klant het naar zijn zin heeft gehad en van plan is terug te komen, zeker als de vrijgevigheid wordt gewaardeerd. Het komt regelmatig voor dat mensen die uit eten gaan vragen om hun favoriete ober.
Als je als verkoper, of eigenaar van een bedrijf net van een vaste klant een grotere order dan normaal hebt binnengesleept, laat je dan aan die klant merken dat je blij bent met de order? Het is leuk om je partner mee uit eten te nemen om te vieren dat je zo’n goede verkoper bent, maar hoe zit het met degene van wie je de order hebt gekregen?
Het zeggen van dank je wel is een bewijs van goede manieren. Een gepast ‘dank je wel’ is zo gezegd en kost minder moeite dan ‘Oh ja, ik was nog vergeten te zeggen hoe blij ik ben met je nieuwste order’ of ‘Hoe gaat het tegenwoordig met je?’
In de Amerikaanse stad New York zien agenten toe op de naleving van de ‘kwaliteit van leven’-wetten en burgemeester Giuliani riep zelfs taxichauffeurs en bedienend personeel op iets aan hun manieren te doen, omdat onbeleefdheid slecht is voor de zaken. Het lijkt te werken. Misdaadcijfers dalen. Toerisme neemt toe. Het gaat goed met New York.
vs.
2 2 2 2 3 2
3 3 2 3 0
3 2 2 3 3 2
3 2 2 3 2 2 1
3 3 3 2
In de Amerikaanse stad New York zien agenten toe op de naleving van de ‘kwaliteit van leven’-wetten en burgemeester Giuliani riep zelfs taxichauffeurs en bedienend personeel op iets aan hun manieren te doen, omdat onbeleefdheid slecht is voor de zaken. Het lijkt te werken. Misdaadcijfers dalen. Toerisme neemt toe. Het gaat goed met New York.
Het zeggen van dank je wel is een bewijs van goede manieren. Een gepast ‘dank je wel’ is zo gezegd en kost minder moeite dan ‘Oh ja, ik was nog vergeten te zeggen hoe blij ik ben met je nieuwste order’ of ‘Hoe gaat het tegenwoordig met je?’
Als je als verkoper, of eigenaar van een bedrijf net van een vaste klant een grotere order dan normaal hebt binnengesleept, laat je dan aan die klant merken dat je blij bent met de order? Het is leuk om je partner mee uit eten te nemen om te vieren dat je zo’n goede verkoper bent, maar hoe zit het met degene van wie je de order hebt gekregen?
Hoe vaak heb je meer fooi gegeven dan nodig zonder dat je hiervoor werd bedankt? Bedienend personeel zou toch moeten weten dat een grotere fooi betekent dat de klant het naar zijn zin heeft gehad en van plan is terug te komen, zeker als de vrijgevigheid wordt gewaardeerd. Het komt regelmatig voor dat mensen die uit eten gaan vragen om hun favoriete ober.
Hoe vaak hebben we niet een cheque gestuurd zodat iemand zijn verjaardagscadeau zelf kon kopen, met als enige bewijs dat de cheque was ontvangen het bericht van de bank dat de cheque niet gedekt was?
Oefentekst 3.1 (vervolg)
42 DEEL I: Wat is snellezen? ______________________________________
10 11 10 10 11 9 10 9 8 10 12 10 9 13 10 10 11 9 11 10 13 11 10 11 8 8 9 1
Veel bedrijven wachten met het sturen van een bedankje tot de feestdagen. Daar is op zich niets mis mee, maar waarom zou je wachten? Het is veel persoonlijker om van het moment gebruik te maken en deze magische woorden uit te spreken op het moment dat ze van toepassing zijn. En laat de rommel met je bedrijfslogo als bedankje achterwege. Het is prima reclame. Voor jezelf. Maar het is geen cadeautje.
De mooiste cadeaus die ik ooit heb gekregen, hadden geen geldelijke waarde, maar iets wat ik momentwaarde noem. Het zijn brieven die ik heb gekregen van mensen die voor het krijgen van een baan, een bonus of een grote order gebruik hebben gemaakt van tips of adviezen, die ik heb gegeven tijdens speeches, of in columns of boeken.
Ik was 9 dagen lang in de wolken toen een dame van 72 me schreef om me te bedanken voor mijn hulp, waarmee ze een levendige sprong in de door haar gekozen richting had gemaakt. En het was een oppepper toen ik van een gevangene hoorde dat hij een andere wending aan zijn leven had gegeven na het lezen van een van mijn boeken.
Een deel van ons leven waarin velen van ons vergeten om dank je wel te zeggen, is de leertijd. Het heet niet voor niets ‘leer’tijd. Heb je ooit dank je wel gezegd tegen de docenten en trainers die je netjes op je voeten hebben gezet, je hebben afgestoft en je een duwtje in de goede richting hebben gegeven toen je erachter probeerde te komen wat opgroeien nu precies betekende? Geloof me, een briefje, of zelfs een telefoontje, zal zeker worden gewaardeerd.
vs.
2 3 3 2 3 2 3 3 1
3 3 2 3 1 2
3 2 3 2 3 2
2 3 3 3 3 2 3
Een deel van ons leven waarin velen van ons vergeten om dank je wel te zeggen, is de leertijd. Het heet niet voor niets ‘leer’tijd. Heb je ooit dank je wel gezegd tegen de docenten en trainers die je netjes op je voeten hebben gezet, je hebben afgestoft en je een duwtje in de goede richting hebben gegeven toen je erachter probeerde te komen wat opgroeien nu precies betekende? Geloof me, een briefje, of zelfs een telefoontje, zal zeker worden gewaardeerd.
Ik was 9 dagen lang in de wolken toen een dame van 72 me schreef om me te bedanken voor mijn hulp, waarmee ze een levendige sprong in de door haar gekozen richting had gemaakt. En het was een oppepper toen ik van een gevangene hoorde dat hij een andere wending aan zijn leven had gegeven na het lezen van een van mijn boeken.
De mooiste cadeaus die ik ooit heb gekregen, hadden geen geldelijke waarde, maar iets wat ik momentwaarde noem. Het zijn brieven die ik heb gekregen van mensen die voor het krijgen van een baan, een bonus of een grote order gebruik hebben gemaakt van tips of adviezen, die ik heb gegeven tijdens speeches, of in columns of boeken.
Veel bedrijven wachten met het sturen van een bedankje tot de feestdagen. Daar is op zich niets mis mee, maar waarom zou je wachten? Het is veel persoonlijker om van het moment gebruik te maken en deze magische woorden uit te spreken op het moment dat ze van toepassing zijn. En laat de rommel met je bedrijfslogo als bedankje achterwege. Het is prima reclame. Voor jezelf. Maar het is geen cadeautje.
Oefentekst 3.1 (vervolg)
_____________ Hoofdstuk 3: De grondslagen van het snellezen begrijpen
43
44
DEEL I: Wat is snellezen? ______________________________________
Begripstechnieken begrijpen Een reden waarom een snellezer meer van een tekst begrijpt dan een langzame lezer ligt in het feit dat de snellezer beter in staat is de gedachten en ideeën van de schrijver op te nemen in zijn kortetermijngeheugen. Als je langzaam leest, raakt je kortetermijngeheugen in de war, waardoor je meer moeite hebt om te begrijpen wat je leest. In de volgende paragrafen leg ik uit hoe snellezen je kortetermijngeheugen helpt beter te begrijpen wat je leest.
Lezen en je kortetermijngeheugen Je kortetermijngeheugen is een deel van de hersenen dat informatie als eerste opslaat. Je kunt er zo’n vijf tot zeven feiten of ideeën opslaan en dit slechts gedurende korte tijd (en daarom vergeet je het telefoonnummer dat je net had opgezocht als iemand je stoort voordat je hebt kunnen bellen). Na deze kortetermijnopslag worden de feiten verdrongen door nieuwe feiten, of doorgeschoven naar het langetermijngeheugen, waar ze onderdeel gaan uitmaken van je permanente kennis. Lezen is het opnemen van informatie, eerst in je kortetermijngeheugen en daarna (als je in de gelegenheid bent het verder te verwerken) in je langetermijngeheugen. Als je leest, gebeurt er grofweg het volgende: 1.
In een enkele oogfixatie neem je een tot veertien woorden in je op.
2.
Je ogen bewegen verder in de zin naar het volgende fixatiepunt. Gedurende deze fractie van een seconde wordt een afdruk van de woorden die je zag in je hersenen opgeslagen als betekeniscluster en in je kortetermijngeheugen opgeslagen.
3.
Je hersenen vragen om meer betekenisclusters.
4.
Je neemt tijdens de volgende oogfixatie weer een tot veertien woorden in je op.
5.
Je ogen bewegen verder over de zin en een afdruk van het nieuwste betekeniscluster wordt bliksemsnel opgeslagen in je hersenen. Dit cluster wordt opgeslagen in je kortetermijngeheugen, naast het betekeniscluster dat daar al aanwezig is.
Deze stappen herhalen zich tot je kortetermijngeheugen vol is. Daarna worden de concepten die in je kortetermijngeheugen hebt opgeslagen verdrongen of verwerkt (samengevoegd) zodat je ze kunt opslaan in je langetermijngeheugen.
_____________ Hoofdstuk 3: De grondslagen van het snellezen begrijpen
Het verwerken van concepten en ideeën In de cognitieve psychologie gebruikt men de term ‘chunking’ om te beschrijven hoe je hersenen concepten en ideeën verwerken die je hebt opgeslagen in je kortetermijngeheugen en hoe deze worden toegepast op je eigen ervaringen, zodat je ze kunt begrijpen. Chunking is in principe wat er gebeurt als je onthoudt wat je hebt gelezen. Een snellezer is beter in chunking – hij begrijpt het gelezen materiaal beter – omdat hij uitgebreidere concepten kan opslaan in zijn kortetermijngeheugen. Hij kan vijf tot zeven complexe gedachteclusters onthouden in plaats van vijf tot zeven woorden of kleine groepjes woorden Tegen de tijd dat de informatie verwerkt en ‘eigen’ gemaakt moet worden, heeft hij meer materiaal om mee te werken. Hij ontvangt meer ideeën van de schrijver in één keer. Kijk bijvoorbeeld eens hoe verschillend een langzame en een snelle lezer onderstaande alinea lezen: De rotatorenmanchet is een groep van vier spieren en de bijbehorende pezen die de schouder stabiliseren en de bewegingen controleren. De spieren vormen een kapsel rond de kop van het opperarmbeen (humerus). De rotatorenmanchet stelt je in staat je arm te bewegen. Een langzame lezer met een klein blikveld kan maar een paar concepten tegelijk opslaan in zijn kortetermijngeheugen: rotatorenmanchet, groep van spieren, vier spieren en bijbehorende pezen, stabiliseren, beweging. Maar een snelle lezer, die veel woorden tegelijk kan lezen, kan de hele alinea in zich opnemen in vijf tot zeven oogfixaties. Een snelle lezer kan dus alle ideeën van de schrijver in zich opnemen en verwerken.
De grote aanwijzervraag De stereotype snellezer leest met een aanwijzer. Een aanwijzer is een visueel hulpmiddel – bijvoorbeeld je vinger, hand, of een stuk papier zoals op de spiekbrief voor in dit boek – dat je helpt tijdens het snellezen. In dit stereotype beweegt de snellezer zijn vinger naar beneden over de pagina en slorpt als een waanzinnige, met honderd kilometer per uur, woorden in zich op, waarbij hij een pagina leest in bijna hetzelfde tempo als waarmee hij de pagina’s kan omslaan. Tijdens veel snelleescursussen leer je om tijdens het lezen je vinger of hand als aanwijzer te gebruiken. Het doel van de aanwijzer is om je focus te geven bij aanleren van snellezen, gebruik te maken van de totale perifeerruimte die er aanwezig is. Een conventionele lezen gebruikt slechts 20% van zijn blikveld (zowel verticaal als horizontaal) tijdens lezen, terwijl een snellezer de overige 80% perifere ruimte eromheen ook benut tijdens lezen. Een snellezer gebruikt dus het volledige blikfeld dat er is om te lezen; zoals hij naar de wereld kijkt als hij bijvoorbeeld in het verkeer deelneemt. Ondanks dat hij recht voor zich uit kijkt, neemt hij de omgeving eromheen ook waar. Men noemt lezen met een aanwijzer ook wel metageleiding; men geleidt de ogen over een pagina heen met een
45
46
DEEL I: Wat is snellezen? ______________________________________ aanwijzer, waarbij gebruik wordt gemaakt van de gehele perifere ruimte. Aanwijzerbewegingen zijn: de z-beweging, de tweeregelige sprong, de meerregelige sprong, de s-beweging, de horizontale lus, de verticale lus, de ovale beweging, de slang en de kolommenbeweging. Mijn mening over het gebruik van een aanwijzer is de volgende: een aanwijzer kan nuttig zijn als je begint met snellezen, maar je moet het ding aan de kant gooien zodra je de grondbeginselen van het snellezen onder de knie begint te krijgen. Je kunt de aanwijzer dan nog wel met regelmaat gebruiken om je perifeerruimte op te rekken, je te helpen om je leestempo op te voeren, je oogflexibiliteit te trainen. Tijdens de oefeningen in dit boek vraag ik je soms de kleine, de medium of de grote uitgeknipte aanwijzer te gebruiken (die je voor in dit boek in de spiekbrief hebt gevonden). Ik raad je aan deze hulpmiddelen te gebruiken omdat ik wil dat je je tijdens het lezen van de oefeningen concentreert op woordclusters, zinsdelen, gedachteclusters en betekenisclusters en de uitgeknipte aanwijzers helpen je hierbij. Ze helpen je tijdens het lezen meer dan een woord tegelijk te zien en je blikveld te vergroten, zodat je meer woorden tegelijk in je kunt opnemen. Het gebruik van je hand of wijsvinger als aanwijzer kan je op dezelfde manier helpen je blikveld te vergroten. Terwijl je je hand of vinger naar beneden beweegt over de pagina, word je aangemoedigd je blikveld ook verticaal uit te breiden en woorden op meer dan één regel tegelijk te zien. Als je wilt experimenteren met het gebruik van je hand of vinger als aanwijzer, zal ik je zeker niet tegenhouden. Probeer het en kijk of het voor jou een goede methode is. Als je tijdens het lezen op een monitor je muisaanwijzer wilt gebruiken als aanwijzer, houd ik je ook niet tegen. Het kan voor jou nuttig zijn. Ik geloof echter dat een aanwijzer je op de lange termijn niet helpt sneller te lezen en ik ben niet de enige. Veel leesonderwijzers zijn van mening dat het gebruik van een aanwijzer nadelig is voor je leessnelheid en begrip. Je leest met je ogen en hersenen, niet met je vingers. De hersencellen die je besteedt aan het bewegen van je vinger over de pagina kunnen beter worden benut door je blikveld te verruimen en zinsdelen en gedachteclusters met je ogen en hersenen te herkennen. Als je de basisbeginselen van het snellezen onder de knie hebt, leidt het gebruik van een aanwijzer je af. Je gaat er zelfs minder snel door lezen.
Bepalen hoeveel je uit lezen wilt halen Voordat je ergens mee begint, moet je jezelf afvragen: ‘Hoeveel wil ik uit deze tekst halen?’ Je leessnelheid en je concentratieniveau tijdens het lezen zijn afhankelijk van de vraag waarom je leest. Als je voor je plezier leest, lees dan langzaam en geniet van de woorden. Als tijd van groot belang is omdat je leest voor een tentamen of een belangrijke bijeenkomst, moet je wel snel lezen. Hieronder staan enkele vragen die je jezelf moet stellen voor je bepaalt hoeveel je uit de te lezen tekst wilt halen.
_____________ Hoofdstuk 3: De grondslagen van het snellezen begrijpen
Uit nood geboren Evelyn Wood, de snelleespionier, maakte het gebruik van aanwijzers bij het snellezen populair. In de jaren zestig, zeventig en tachtig van de twintigste eeuw werd er op televisie reclame gemaakt voor de snelleescursussen van Wood; ze sloeg munt uit de term snellezen. Ik kende Evelyn en ze vertelde mij eens hoe ze op
het idee was gekomen om aanwijzers te gebruiken. Toen ze een keer gefrustreerd was omdat ze niet sneller kon lezen, gooide ze het boek dat ze aan het lezen was op de grond. Toen ze het stof van de pagina’s veegde, merkte ze hoe nuttig de beweging van haar hand over de pagina was voor haar leessnelheid.
⻬ Hoe belangrijk is het om de informatie die ik vergaar uit het lezen van deze tekst te onthouden? Als je bijvoorbeeld een onderwerp uitdiept dat je helpt vooruit te komen in je carrière, moet je zorgvuldig lezen. Je kunt dan overwegen woorden te onderstrepen of aantekeningen te maken in de kantlijn. Deze vorm van lezen vergt uiterste concentratie. Als je daarentegen een menukaart leest, kun je dat op je gemakje doen. ⻬ Wat wil je halen uit het lezen van deze tekst? Het antwoord op deze vraag bepaalt hoe snel je leest. Als het lezen een belangrijk doel dient – je zult worden geëxamineerd op wat je hebt gelezen of je hebt de informatie nodig voor een verslag of presentatie – moet je lezen met een hoger concentratieniveau. Maar als je het sportkatern of een detective leest, kun je er de tijd voor nemen. ⻬ Wat voor informatie wordt er aangeboden? Het in je opnemen van feiten en getallen vereist meer concentratie. Een dialoog is echter veel gemakkelijker te lezen.
47