De goede doelstichting Naar een systeem van overheidstoezicht? Een rechtsvergelijkend onderzoek C.R.M. Versteegh
Uitgeveri] LEMMA BV - Utrecht - 2003
• DE GOEDE DOELSTICHTING -
Inhoudsopgave VOORWOORD INHOUDSOPGAVE AFKORTINGEN ALGEMENE INLEIDING
I
HOOFDSTUK I WETGEVING EN RECHTTEN AANZIENVAN GOEDE DOELORGANISATIES, RECHTSVERGELIJKEND BESCHOUWD A. INLEIDING
12
B. ENGELS RECHT
12
I. Ontwikkeling van de charity 1. Totstandkoming van de criteria 2. Spanningtussen criteria enwerkelijkheid II. Wetgeving spedfiek gericht op de problemen van de charity 1. Wetgevingtegen misbruik 2. Toezichthoudende instanties 3. Rechtvaardigingvanhetoverheidstoezicht III. Rechtsvormen van de charity 1. Inleiding 2. Trust 3. Charitableunincorporatedassodation 4. Charitable Company byguarantee 5. Een hybride rechtsfiguur 6. Nieuwe organisatievorm
13 13 18 21 21 22 25 26 26 27 32 34 37 38
C. DUITS RECHT
I. Ontwikkeling van hetstichtingenrecht 1. Historische ontwikkeling van hetgoededoei 2. Aanzetten tot juridische regeling van hetdoelvermogen 3.Goeddoeliseenfiscaalbegrip 4. Betekenisvanhetbegrip "gemeinnützig"
INHOUDSOPGAVE
39 39 40 41 42
• DE GOEDE DOELSTICHTING -
II.
Rechtsvormenvoorhetgoededoel 1. De zelfstandigeprivaatrechtelijke Stiftung 2. De onzelfstandige Stiftung III. Competentiedeelstaten 1. Verschil in wetgeving 2. Beieren 3. Nordrhein-Westfalen IV. Beschermingtegen de overheid V. Hervormingsvoorstellen 1.44ste Juristendag 2. Resultaten van de hervormingsvoorstellen
43 43 52 56 56 57 58 59 60 60 61
D. NEDERLANDS RECHT
I. Ontwikkelingvanhetstichtingenrecht 1. Historie vanhet "goededoel" 2. Destichtingalsorganisatievoorhet"goededoer 3.Geenerkenningdoordewetgever, welerkenninginderechtspraak II. Destichting 1. Wettelijke regeling 2. Materielle kenmerken 3. Goeddoel isfiscaalrechtelijkbegrip 4. Wordt de stichting voor onjuiste doeleinden gebruikt? 5.Toezichtopdenalevingvanhetstichtingsdoel 6. Relativering van de betekenis van materiele kenmerken 7. Hervormingsvoorstellen
63 63 65 66 68 68 69 74 76 .79 81 82
E. VERGELIJKING TUSSEN HET ENGELSE, DUITSE EN NEDERLANDSE RECHT . .84 F. CONCLUSIE
85
HOOFDSTUK II OPRICHTINGSKWESTIES A. INLEIDING
88
B. ENGELS RECHT
I. Oprichting van de (charitabie) trust, unincorporated assodation en Company limitedby guarantee 1. Oprichtingvan de charitabie trust 2. Oprichtingvart de charitabie unincorporated assodation 3. Oprichting van de Company limitedby guarantee II. Oprichtingsakte 1. Gebreken in de oprichtingsakte 2. Interpretatie van de oprichterswil 3. Toepassingvan decy-pres-leerbij de oprichting 4. Voorbeelden van toepassingvan de cy-pres-leerbij de oprichting 5. Interpretatie van hettestamenten de invloed van de rechtsvorm 6. Registratie 1. Registratie is een bestuursverplichting 2. De registratieprocedure
HiHOÜDSOPGWE
88 88 92 94 97 97 99 100 100 102 103 103 105
• DE GOEDE DOELSTICHTING •
C.
DUITS RECHT
I. Oprichting van de zelfstandige Stiftung 1. Bepalingen van het Bürgerliches Gesetzbuch 2. Oprichting van de zelfstandige Stiftung bijleven 3.0prichtmgvandezelfstandigeStiftungbijlevenvolgenshetdeelstaatrecht 4. Oprichting van de zelfstandige Stiftung bij testament II. Oprichting van de onzelfstandige Stiftung III. Oprichting van de onzelfstandige Stiftung bij leven 1. Oprichting van de onzeflstandige Stiftung bij testament IV. Oprichtingsakte V Gebrekenin de oprichtingsakte VI. Registratie
106 106 107 108 111 112 112 114 116 116 118
D. NEDERLANDS RECHT
I. Oprichting van de stichting 1. Oprichting bij leven en bij testament 2. Vermogenstoedeling 3. Positie van de notaris bij de oprichting II. Oprichtingsakte 1. Gebrekenin de oprichtingsakte 2. Uitleg van de oprichterswil III. Registratie
120 120 121 122 123 123 124 126
E. VERGELIJKINGTUSSEN HET ENGELSE, DUITSEEN NEDERLANDSE RECHT .128 F. CONCLUSIE
131
HOOFDSTUK III BEHEERSREGELS ENTOEZICHT OP HET BEHEER A. INLEIDING
134
B. ENGELS RECHT
I. Beheer 1. Vernieuwde charitywetgeving 2. Positie bestuurder II. Toezicht 1. Wie kunnen toezicht uitoefenen? III. Alternatievenvoor toezicht 1. Arbitrage 2. Mediation
135 135 136 146 147 163 163 165
C. DUITS RECHT
I. Zelfstandige stichting l.Beheer II. Toezicht 1. Toezicht door de overheid 2. Toezicht door een niet overheidsorgaan.: curatorium 3.Publicatievanfinancielegegevens
INHOUDSOPGAVE
166 166 173 173 178 179
- DE GOEDE DOELSTICHTING -
III. Onzeifstandige stichting 1. Beheer 2. Toezicht 3. Stichtingenregister
181 181 182 183
D. NEDERLANDS RECHT I.
II.
Beheer van de stichting 1. Positie van de bestuurder 2. Eisen aanhetvermogensbeheer 3. Registratie Toezicht 1 Handelen in strijdmetbestuursverplichting 2. Externe toezichthoudende Organen 3. Intern toezicht: Commissarissenmodel 4. Corporate Governance
183 183 186 196 197 197 204 217 218
E. VERGEL1JKJNGTUSSEN HET ENGELSE, DUITSE EN NEDERLANDSE RECHT 220 F. CONCLUSIE
223
HOOFDSTUK IV MOMENTEN WAAROP DE BESTEMMINGVAN HET VERMÖGEN GEWIJZIGD KAN WORDEN A. INLEIDING
226
B. ENGELS RECHT I.
Doelwijziging van de charitabie trust, charitabie unincorporated assodation
ende charitabie Company volgens de cypresregel 1. Toepassingvan decy-presregel 2. Vöorwaarden voor toepassing van de cy-pres-regel 3. Artikel 13 lid2vandeCharitiesAct 1993 4.Nietfunctionerenvandedoelorganisatie 5.Vrijetoepassingvandecy-pres-leerdoorderechter 6. Praktische toepassing van de cy-pres-Ieer door de Commissioners bepleit II. Wijziging van de bestemming van het doelvermogen 1. Geenwettelijke regeling van de fusie 2. Perikelen 3. Vermogenssituatie van de charitabie Company III. Ontbinding 1. Algemeen 2. Wettelijke regeling van de ontbinding 3. Ontbindingvan de trust 4. Ontbindingvan de unincorporated association 5. Ontbindingvan de Company limitedby guarantee
INHOUDSOPGAYE
227 227 229 231 234 234 235 236 236 238 238 239 239 240 241 242 243
• DE GOEDE DOELSTICHTING -
C . DUITS RECHT
I. Doelwijziging 245 1. Zelfstandige Stiftung 245 2. Onzelfstandige Stiftung 250 II. Pusie 252 III. Omzetting 254 1. Umwandlung 254 2. Afsplitsing van hetstichtingsvermogen van de zelfstandig Stiftung 254 IV. Ontbinding 255 1. Zelfstandige Stiftung 255 2. Onzelfstandige Stiftung 257 V. Verschillen tussen de stichtingenwet van Beieren en Nordrhein-Westfalen betreffende de zelfstandige Stiftung 259 VI. Vergelijking tussen de zelfstandige en de onzelfstandige Stiftung 259 D. NEDERLANDS RECHT
I. Statuten-en doelwijziging 1. Statuten-en doelwijziging door een orgaan 2. Statuten-en doelwijziging door de rechter II. Omzetting 1. Wettelijke regeling 2. Procedure 3. Doel- en vermogensbescherming III. Fusie 1. Wettelijke regeling 2. Procedure 3. Vereisten voor juridische fusie 4. Doel- en vermogensbescherming bij fusie 5. Rechtsgevolgen van fusie
260 260 262 266 266 266 267 269 269 269 270 272 273
IV. Splitsing
274
1. Wettelijke regeling 274 2. Procedure 275 3. Waarborgen voorschuldeisers 276 4.Waarborgenvoordoelbescherming? 276 V. Ontbinding 277 1. Ontbinding door een stichtingsorgaan of een "gebeurtenis"die volgens de Statuten tot ontbindingleidt 277 2. Ontbinding door de rechter 278 3. Ontbinding door Kamer van Koophandel 280 4. Betekenis van de ontbinding voor het stichtingsvermogen 280 E. VERGELIJKING TUSSEN DE BESCHERMINGSOMVANG VOLGENS HET ENGELSE, DUITSE EN NEDERLANDSE RECHT. 282 F.
CONCLUSIE
INHOUDSOPGAVE
28S
- DE GOEDE DOELSTICHTING HOOFDSTUKV BELANGEN EN BELANGHEBBENDEN A. INLEIDING
288
B. ENGELS RECHT I.
Belanghebbenden bij de organisatie
1. Hetprocesrechtelijke begrip belanghebbende 2. Rechten van belanghebbenden II. Belanghebbenden bij vermogensbeheer 1. Inleiding 2. Attorney-General 3.Trustees 4. Stichting/executeur-testamentair 5. Begunstigde 6Donor 7. Schuldeisers III. Belanghebbenden bij de wijziging van de bestemming van het doelvermogen 1. Belanghebbenden bij doelwijziging en fusie 2 Belanghebbenden bij ontbinding
289 289 292 294 294 295 296 297 298 299 301 302 302 306
C. DUITS RECHT I.
Belanghebbenden bij de organisatie 1. De begrippen "belanghebbenden bij" en "begunstigde van" een organisatie 2. Stichtervan de zelfstandige Stiftung 3. Stichtervan de onzelfstandige Stiftung 4. Begunstigde van de zelfstandige Stiftung 5. Begunstigde van de onzelfstandige Stiftung II. Belanghebbenden bij wijziging van de bestemming van het doelvermogen 1. Belanghebbenden bij Statuten- en doelwijziging, fusie, ontbindingvan de zelfstandige Stiftung 2. Belanghebbenden bij Statuten- en doelwijziging, fusie, ontbindingvan de onzelfstandige Stiftung III. Met welke belangen houdt de overheid rekening?
307 308 308 309 310 311 312 312 315 316
D. NEDERLANDS RECHT I.
Belanghebbenden bij de organisatie 1. Het begrip belanghebbende 2. GKN-arrest 3. Het begrip belang bij fusie op basis van het Niac- arrest 4. Betekenis van de twee-kringen-leer in het Niac- arrest II. Belanghebbenden bij vermogensbeheer III. Belanghebbenden bij wijziging van de bestemming van het doelvermogen 1. Statuten-en doelwijziging 1. Omzetting 2. Fusie 3. Spütsing 4. Ontbinding
MHOUDSOKATE
316 316 317 318 320 321 323 323 327 329 333 335
- DE GOEDE DOELSTICHTING -
E. VERGELIJK1NG TUSSEN DE B E S C H E R M 1 N G S O M V A N G V O L G E N S HET ENGELSE, DUITSE EN N E D E R L A N D S E R E C H T
1. Belanghebbenden bij vermogensbeheer 2. Belanghebbenden bij wijziging van de bestemming van het doelvermogen 3. Belanghebbenden bij ontbinding F.
338
338 339 343
CONCLUS1E
HOOFDSTUKVI CONCLUSIES EN AANBEVELINGENVOOR DE NEDERLANDSE WETGEVER A. SAMENVATTING EN CONCLUSIES UIT DEVOORAFGAANDE HOOFDSTUKXENVOOR HET NEDERLANDSE RECHT.
346
B. DE NEDERLANDSE STICHTING ALS DOELORGANISTIE
349
I.
II.
III.
IV.
V.
Onderscheidinstichtingen 1. Huidige wettelijke regeling is niet voldoende ingesteld op goede doelstichtingen 2. Noodzaak van wettelijke erkenning tussen commerdele en niet-commerdele stichtingen 3. Categoriaal onderscheid van stichtingen Vormen van bestaand toezicht l.Rechterlijkeinstanties 2. Niet-rechterlijke instanties Disdplinair toezicht 1. Rechterlijkesancties 2. Andere sancties Het stellen van eisen ter bescherming van het goede doel 1. Eisen aan de oprichting 2. Eisen tenbehoeve van de organisatie 3. Eisen tenbehoeve van het vermogensbeheer Overheidsbemoeienis 1. Legitimatie van overheidsbemoeienis 2. Meer overheidsbemoeienis? 3.0verheidinrelatietotoprichter/schenker
349 . .349 350 351 352 352 354 359 359 360 362 362 362 363 369 369 370 371
C. VOORSTELLEN TOT VERBETERING
373
I.
Voorstellen tot verbetering binnen het bestaandesysteem l.Inleiding 2. Voorstellen II. Suggestie tot verbetering buken het bestaande systeem 1. Inleiding 2. Vergunningsysteem 3. Uitvoering van een vergunningsysteem 4. Zelfstandigbestuursorgaan als vorm van toezicht 5. CBF als zelfstandigbestuursorgaan? 6. Samenstelling, taken en bevoegdheden van het ZBO
373 373 373 378 378 379 381 382 383 384
D. AFRONDING
385
INHOUDSOPGAVE
- DE GOEDE DOELSTICHTING -
ZUSAMMENFASSUNG
388
SUMMARY
404
UITSPRAKENREG1STER
415
VERWERKTE RAPPORTEN
420
VERWERKTE LITERATUUR
423
TREFWOORDENREGISTER
441
INHOUDSOPGAVE