De gereedschapskist van de welzijnswerker nieuwe stijl : welke competenties zijn nodig om burgerparticipatie en eigen kracht te ondersteunen? Sandra Vos Arne van den Bos Lectoraat Rehabilitatie, Hanzehogeschool Groningen
Programma -
Introductie; inkaderen van de workshop, relatie met lectoraat, dagthema en WMO werkplaats.
5 min
-
Wat zijn ‘eigen kracht’ , ‘participatie’ en ‘competenties’
5 min
-
Casus in groepen bespreken
20 min
-
Nabespreken; groepen presenteren hun antwoorden
10 min
-
Conclusies/ handvatten uit de werkplaatsen
10 min
Inleiding - Relatie met het lectoraat rehabilitatie, - Dagthema: rehabilitatie en herstel - WMO werkplaats. - Wat zijn ‘eigen kracht’ en ‘participatie’ en ‘competenties’
Doelen workshop Op interactieve wijze de thema’s “eigen kracht” en “participatie” bespreken, die in de nieuwe welzijnswet WMO een belangrijke plaats innemen.
De deelnemers meegeven dat het “jezelf onbelangrijk maken als vrijwilliger of professional” erg belangrijk is om de eigen kracht te stimuleren; niet van alles doen voor je klant, dat maakt hem afhankelijk en onzeker over zijn eigen kunnen.
Participatie is een basis voor zelfverzekerdheid, deelnemen aan de samenleving en je verbonden en nuttig voelen. De meeste klanten willen participeren; er moet alleen samen met hen gezocht worden naar de plek waar deze specifieke klant het best tot zijn/haar recht kan komen.
Opdracht • • • • •
Verdeel in groepen van circa 3 personen Jullie krijgen een casus uitgereikt Lees deze rustig individueel door Beantwoord de vragen in de groep Na circa 20 minuten bespreken we de opdracht na • Wijs iemand aan die het woord doet namens de groep
Nabespreken 1. Wat zou je als eerste oppakken wanneer je de hulpverlener was? En waarom? Hoe past “activering” in dit plaatje? 2. Waar zie je aanknopingspunten voor inzetten van eigen kracht binnen deze casus? Welke niet professionele hulpbronnen zie je en wat kan deze klant zelf? 3. Hoe zou je participatie bevorderen? Waar zie je aanknopingspunten? Hoe zou je dit bespreekbaar maken? (hoe is het gesprek verlopen?).
Competenties?
Welke competenties zijn nodig om Marjan (van de casus) te kunnen ondersteunen?
s1
Dia 7 s1
wat bedoel je Arne? vosa; 22-06-2011
Ervaringen uit werkplaatsen Jezelf misbaar maken als hulpverlener. De klant acties zelf laten uitvoeren; of met netwerklid; de klant ervaart dan dat hij best wat kan en eigenlijk geen (professionele) hulp nodig heeft; emancipatie en eigen kracht. Eerst kijken wat iemand zelf kan en wil, vervolgens zijn omgeving en daarna pas vrijwilligers of professionals inschakelen. Regie bij de klant m.b.t. doelen en prioriteiten. Bij de uitvoering is soms wat meer regieovername nodig om sommige mensen in beweging te krijgen; stimuleren, controleren, houden aan afspraken. Steungroep (mensen uit het eigen netwerk) inzetten kan hierbij goed helpen = ook eigen kracht. Veel valt en staat met participatie; je nuttig en gewaardeerd voelen, contacten opdoen, etc. kwaliteit van leven verbeterd met participatie. Iemand moet ergens voor moeten en willen opstaan… Aansluiten bij wat de klant wil is essentieel; waar wil de klant heen? Met een toekomstdroom zijn mensen te motiveren. Steun in de rug; onbekend is al snel eng; veel burgers hebben baat bij een ‘eerste zetje in de goede richting’ en kunnen daarna al snel meer dingen zelf
Niet oplossings- of probleemgericht
maar
ontwikkelingsgericht
Niet sturend
maar
stimulerend
Niet vòòr iemand doen
maar
klant zelf of samen
Niet brengen
maar
wel toeleiden
Parallellen en metaforen Welzijnswerk is empowerment, net als opvoeden en bijvoorbeeld leren fietsen
Hulpverleners en vrijwilligers willen graag helpen: “Ik breng je er wel heen”, “ik weet wat goed voor jou is”
De klant kan ook zelf de kar trekken; eigen kracht en eigen regie
Steeds meer zelf doen met behulp van steun(tje in de rug), hulpbronnen, toe leiden en vangnetten
Vallen mag en hoort erbij
En uiteindelijk helemaal zelf!
Wanneer je altijd de veters voor iemand blijft strikken (bijvoorbeeld financiën regelen, formulieren invullen, etc) zal iemand het nooit zelf leren.
Einde