GEMEENTERAAD ZITTING VAN 24 MEI 2012
Aanwezig: Henk Heyerick, burgemeester-voorzitter, Eric Vermeersch, Rosanne Buyle, Catherine De Smet en Stijn Van De Wiele, schepenen, Van den Weghe Ignace, Devlieger Marc, Van Steenberghe Philippe, De Vos Herman, Boeckaert Tony, De Waele Hendrik, Ruttyn Flor, Delaere Sophie, Desmet Ann, Van Vynckt Willy, Den Tandt Patricia, Lippens Lieven, Cosijns Sally, De Smet Monique, Lagrange Simon, Claeys Ives, Dierick Sofie, raadsleden en Sylvie Bohez, secretaris.
De burgemeester-voorzitter verklaart de zitting voor geopend om 19.30 uur. Schepen Luc Millecamps wordt verontschuldigd. De agenda wordt aangevangen.
----------
OPENBARE ZITTING Agendapunt nr. 1 : GOEDKEUREN VERSLAG VERGADERING VAN 26 APRIL 2012.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op artikel 33 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad, vastgesteld in de gemeenteraad van 22 februari 2007 waardoor de notulen van de vorige vergadering samen met de oproepingsbrief ter beschikking gesteld werden van de raadsleden via het extranet. Overwegende dat er geen bezwaren werden ingebracht over deze notulen;
BESLUIT:
De notulen van 26 april 2012 worden goedgekeurd.
----------
Agendapunt 2: BOUWEN VAN EEN ADMINISTRATIEF CENTRUM - RENOVATIE PASTORIE. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het besluit van het college van burgemeester en schepenen van 18 juli 2011 betreffende de gunning van de ontwerpopdracht voor het “Bouwen van een administratief
centrum - renovatie pastorie” aan goedefroo+goedefroo architecten bvba, Ooigemstraat 2a te 8710 Wielsbeke; Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 1 maart 2012 houdende 1. bouwen van een administratief centrum – renovatie pastorie: contractuele publiek private samenwerking onder de vorm van een promotieovereenkomst. Goedkeuren lastvoorwaarden en gunningswijze 2. vestiging opstalrecht 3. goedkeuring b(uild)f(inance)m(aintain)overeenkomst; Gelet op de publicatie van de opdracht “Bouwen van een administratief centrum - renovatie pastorie: contractuele publiek private samenwerking onder de vorm van een promotieovereenkomst” in het Bulletin der Aanbestedingen van 5 maart 2012 en in het Europees Publicatieblad van 9 maart 2012; Gelet op de collegebeslissing van 16 mei 2012 waarbij beslist werd de gunningsprocedure “Bouwen van een administratief centrum - renovatie pastorie: contractuele publiek private samenwerking onder de vorm van een promotieovereenkomst” definitief te beëindigen omwille van onaanvaardbaar hoge prijzen; Overwegende dat in het kader van deze opdracht een bijzonder bestek met nr. 2012/081 werd opgesteld door de ontwerper, goedefroo+goedefroo architecten bvba, Ooigemstraat 2a te 8710 Wielsbeke; Overwegende dat de totale uitgave voor deze opdracht wordt geraamd, inclusief de verplichte opties, op 4.867.296,75 EUR excl. btw of 5.889.429,07 EUR incl. 21% btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de openbare aanbesteding; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 15; Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 1; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld be-sluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen; Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur;
Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat het krediet voor deze opdracht zal voorzien worden bij eerste budgetwijziging 2012; Gelet op de tussenkomst van raadslid Lagrange die aandringt op de concrete motivatie om de lopende opdracht onmiddellijk stop te zetten. Wat is een onaanvaardbaar hoge prijs? Er is bijkomende informatie nodig om te kunnen afwegen of de prijs al dan niet onaanvaardbaar is. Schepen Vermeersch antwoordt dat de prijzen juridisch gezien niet kunnen vrijgegeven worden. De procedure is lopende . De burgemeester vult aan dat vooral het advocatenkantoor zich kantte tegen de vrijgave van prijsgegevens in het kader van de bescherming van de concurrentiepositie van de resp. firma’s. Het bestuur neemt terzake haar verantwoordelijkheid op en wenst hierin geen fouten te maken. Raadslid Devos deelt mee dat hij zichzelf ook bevraagd heeft en dat er geen enkel probleem is om kennis te geven van de totaliteit van de verschuldigde vergoedingen in het kader van de BFM-constructie. Schepen Vermeersch herhaalt dat het excuberante cijfers zijn. Dit is in hoofdzaak te wijten aan de financieringscomponent. Raadslid Simon Lagrange maakt een algemene bedenking bij het volledige dossier. Het is reeds 2 maal dat het bestuur met hangende poten dient terug te komen op een genomen beslissing, met name eerst over de locatie van het gemeentehuis en naderhand over de financieringswijze. In beide gevallen kreeg de VLD-fractie uiteindelijk gelijk. Hierdoor ging in het dossier ongeveer een klein jaar verloren. De gunning van de opdracht was initieel voorzien voor september 2011. Daarenboven ging veel geld verloren (loonkost personeel, kost voor aanstelling studiebureau haalbaarheidsstudie, communicatiebureau & advocatenkantoor). Het bestuur dient haar politieke verantwoordelijkheid te nemen maar heeft nu alle geloofwaardigheid verloren. De burgemeester stelt dat het advocatenkantoor de verdere procedure kosteloos zal begeleiden. De VLD-fractie ziet het nut niet in van de verdere samenwerking met het advocatenkantoor Eubelius en neemt uitdrukkelijk afstand van deze beslissing. Raadslid Philippe Van Steenberghe vraagt of een loon- en materiaalsverrekening van toepassing is. Dit wordt nagekeken en door de dienst overgemaakt aan raadslid Van Steenberghe. De VLD-fractie keurt de keuze voor een klassieke openbare aanbesteding voltallig goed. Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2012/081 en de raming voor de opdracht “Bouwen van een administratief centrum - renovatie pastorie”, opgesteld door de ontwerper, goedefroo+goedefroo architecten bvba, Ooigemstraat 2a te 8710 Wielsbeke. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheids-opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De totale raming inclusief de verplichte opties, bedraagt 4.867.296,75 EUR excl. btw of 5.889.429,07 EUR incl. 21% btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de openbare aanbesteding. Artikel 3: De kredieten voor deze opdracht zullen voorzien worden bij de eerste budgetwijziging 2012.
----------
Agendapunt 3: LEVEREN VAN EEN TWEEDEHANDSE BESTELWAGEN VOOR DE GROENDIENST VAN OLSENE. GOEDKEURING LASTVOORWAARDEN EN GUNNINGSWIJZE
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de collegebeslissing de dato 19 december 2005 waarbij de opdracht voor het leveren van een dienstwagen voor de technische uitvoeringsdienst gegund werd aan Dhont G.J.L., Petegemstraat 14, 9870 Zulte voor de som van 10.493,81 EUR incl. btw; Overwegende dat deze auto, een Opel Combo, betrokken was bij een verkeersongeval op 3 mei 2012 en dat de auto daarbij volledig vernield werd; Overwegende dat het bijgevolg noodzakelijk is dringend een tweedehandse bestelwagen aan te kopen; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Leveren van een tweedehandse bestelwa-gen voor de groendienst van Olsene” een bijzonder bestek met nr. 2012/073 werd opgesteld door Gemeente Zulte; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 6.694,22 EUR excl. btw of 8.100,00 EUR incl. 21 % btw; Overwegende dat voorgesteld wordt de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a (limiet van 67.000,00 EUR excl. btw niet overschreden); Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 120; Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 2; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Gelet op de wet van 29 juli 1991 betreffende de uitdrukkelijke motiveringsplicht van bestuurshandelingen, en latere wijzigingen;
Gelet op het decreet van 26 maart 2004 betreffende de openbaarheid van bestuur; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 248 tot en met 264 betreffende het bestuurlijk toezicht; Overwegende dat bij de eerstvolgende budgetwijziging 2012 krediet zal voorzien worden voor deze opdracht; Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 2012/073 en de raming voor de opdracht “Leveren van een tweedehandse bestelwagen voor de groendienst van Olsene”, opgesteld door Gemeente Zulte. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 6.694,22 EUR excl. btw of 8.100,00 EUR incl. 21% btw. Artikel 2: Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsproce-dure zonder bekendmaking. Artikel 3: Het krediet voor deze opdracht zal voorzien worden bij de eerstvolgende budgetwijziging 2012.
----------
Agendapunt nr.4: GOEDKEUREN VAN POLITIEREGLEMENT TER BESCHERMING TEGEN BRAND- EN PANIEKRISICO’S BIJ PUBLIEKE EVENEMENTEN VAN TIJDELIJKE AARD
DE GEMEENTERAAD
Overwegende dat voor een aantal activiteiten de organisator zijn weg moet zoeken in diverse bestaande reglementeringen en wetgevingen wat niet altijd even eenvoudig is; Overwegende dat binnen de brandweerzone Centrum werk gemaakt is van een duidelijk reglement m.b.t. de veiligheidsmaatregelen bij publieke evenementen van tijdelijke aard; Overwegende dat dit reglement vooral een duidelijke samenvatting is van diverse bestaande wetgevingen, wat vooral de inrichter en burger ten goede komt; Overwegende dat dit reglement nagezien en goedgekeurd is in de werkgroep 4 ‘preventie” binnen de brandweerzone Centrum; Overwegende dat dit reglement besproken is op de diverse bijeenkomsten van de technische commissie binnen de brandweerzone Centrum;
Overwegende dat het beheerscomité van de brandweerzone Centrum zijn goedkeuring heeft gegeven aan dit reglement en akkoord is gegaan om deze om te zetten in een politiereglement; Gelet op de brief d.d. 10 april 2012 waarbij de brandweercommandant vraagt naar de goedkeuring en invoering van het betrokken politiereglement; Overwegende dat verzocht wordt om het dossier te agenderen voor de gemeenteraad van mei 2012; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Het politiereglement ter bescherming tegen brand- en paniekrisico’s bij publieke evenementen van tijdelijke aard wordt als volgt vastgesteld met ingang van 1 juni 2012: Hoofdstuk I Toepassingsgebied en definities Artikel 1 Deze verordening is van toepassing op publieke evenementen van tijdelijke aard waarbij 100 personen of meer tegelijkertijd toegang kunnen nemen tot het evenement, ongeacht of het evenement plaatsvindt in een gebouw, in een overdekte accommodatie of op een niet overdekte plaats. Deze verordening is niet van toepassing op evenementen die plaats vinden in publiek toegankelijke inrichtingen, zoals bedoeld in het reglement inzake brandpreventie met betrekking tot publiek toegankelijke inrichtingen. Artikel 2 Voor de toepassing van deze verordening gelden de volgende definities: Publiek evenement van tijdelijke aard (later evenement): publiek gebeuren dat in een tijdspanne van één jaar gedurende maximaal 90 aansluitende dagen mag plaatsvinden op een zelfde plaats. Bij langere termijn is een stedenbouwkundige vergunning noodzakelijk. Onder publieke evenementen wordt verstaan manifestaties, vergaderingen of samenkomsten op plaatsen die toegankelijk zijn voor het publiek, ook al wordt het publiek er slechts onder bepaalde voorwaarden toegelaten. Publieke evenementen zijn onder meer: • kermissen en circussen; • markten, foren, braderijen, straatfeesten, buurtfeesten; • evenementen in tenten; • toneelvoorstellingen, concerten, fuiven, zelfs wanneer zij plaatsgrijpen in gebouwen die niet vallen onder het toepassingsgebied van het politiereglement inzake brandpreventie met betrekking tot publiek toegankelijke inrichtingen, zoals reeds goedgekeurd door de gemeenteraad; • handelsbeurzen, tentoonstellingen, zelfs wanneer zij plaatsgrijpen in gebouwen die niet vallen onder het toepassingsgebied van het politiereglement inzake brandpreventie met betrekking tot publiek toegankelijke inrichtingen, zoals reeds goedgekeurd door de gemeenteraad. Brandpreventie: het geheel van veiligheidsmaatregelen, zoals omschreven in artikel 1 van de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen.
Publiek toegankelijke inrichting: gebouwen, lokalen of plaatsen, die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn, ook al wordt het publiek er slechts onder bepaalde voorwaarden (kosteloos, tegen betaling of op vertoon van een lidkaart) toegelaten, en waar het aantal gelijktijdig toegelaten personen 50 of meer kan bedragen. Basisnormen: de basisnormen, vastgesteld in het koninklijk besluit van 7 juli 1994, met latere wijzigingen, tot vaststelling van de basisnormen voor de preventie van brand en ontploffing waaraan de nieuwe gebouwen moeten voldoen. Uitgang: een uitgang leidt het publiek vanaf de locatie, waar het tijdelijke evenement georganiseerd wordt, ofwel rechtstreeks naar de openbare weg ofwel naar een veilige plaats. Evacuatieweg: de weg die men aflegt vanaf de locatie waar het tijdelijk evenement georganiseerd wordt, tot op een veilige plaats buiten de evenementenruimte. Netto-oppervlakte: de oppervlakte die beschikbaar is voor het publiek, verminderd met de oppervlakte die wordt ingenomen door het vaste meubilair, de vestiaire(s) en het sanitair. Evenementenzone: zone waarbinnen één of meerdere evenementen van tijdelijke aard plaatsvinden. Evenementenruimte: locatie waar een evenement van tijdelijke aard plaatsvindt. Evacuatieniveau: het niveau dat de uitgang(en) bevat waardoor de evacuatie naar buiten of naar een veilige plaats mogelijk is. Bouwsel: kraam, container, verkoopstand, kassa, loket. Tent: verplaatsbare en demonteerbare overdekte accommodatie. Constructie: voorziening zoals: een trap; een podium; een tribune; een ponton, gebruikt bij een organisatie van een evenement. Installatie: technische uitrusting zoals schermen, licht- en geluidsinstallaties gebruikt bij organisatie van een evenement van tijdelijke aard. Opstellingsplan: plan waarop een evenementenruimte met de plaats van de eventuele verschillende constructies is ingetekend. Inplantingsplan: plan waarop een algemeen overzicht van de gehele evenementenzone en directe omgeving werd ingetekend. In functie van geaardheid, grootschaligheid en locatie van het evenement kan door de brandweer een meer gedetailleerd inplantingplan, met o.m. aanduiding van waterwinplaatsen, hydranten en gasafsluiters, worden gevraagd Fossiele brandstoffen: dit zijn koolwaterstofverbindingen bestemd om verbrand te worden ter verwarming, verlichtingen of aandrijving. ( bvb. aardolie, aardgas, kolen )
Hoofdstuk II Inplanting en evacuatie Artikel 3 Elke evenementenruimte moet tot op ten minste 60 m door de voertuigen van de hulpdiensten kunnen benaderd worden via de openbare weg of een weg die voldoet aan de volgende eisen. - minimale vrije breedte: 4 m - minimale draaistraal: 11 m aan de binnenkant en 15 m aan de
- buitenkant - minimale vrije hoogte: 4 m - maximale helling: 6% - draagvermogen: derwijze dat voertuigen, zonder verzinken, met een maximale asbelasting van 13 ton moeten er kunnen rijden en stilstaan, zelfs wanneer ze het terrein vervormen. Voor evenementenruimten in tenten met verdiepingen of gebouwen met meer dan één bouwlaag moeten de voertuigen van de hulpdiensten, ongeacht de verdieping waar de evenementenruimte zich bevindt, tenminste één punt in de wand van een tentconstructie of in een gevel van het gebouw kunnen bereiken dat op een herkenbare plaats toegang geeft tot de evenementenruimte. Een inplantingplan van de evenementenruimte en/of –zone, met de kenmerken van de omgeving, moet aan de bevoegde brandweer worden overgemaakt. Alle aanwezige hydranten, waterwinplaatsen en gasafsluiters, welke aanwezig zijn binnen de evenementenzone, moeten te allen tijde vrij en bereikbaar blijven. De reguliere aanduidingen, van voormelde hydranten, waterwinplaatsen en gasafsluiters moeten op elk moment goed zichtbaar blijven vanaf de openbare weg. Artikel 4 §1 Een maximum van 3 personen per m² netto-oppervlakte mag in een evenementenruimte niet worden overschreden. §2 Aantal uitgangen Elke evenementenruimte in een gebouw moet minstens één brandveilig evacuatietraject hebben. Elke evenementenruimte in een tent of in een gebouw heeft: − één uitgang indien de bezetting minder dan 100 personen bedraagt; − twee uitgangen indien de bezetting 100 of meer dan 100 en minder dan 500 personen bedraagt; − 2+n uitgangen indien de bezetting 500 of meer dan 500 personen bedraagt waarbij n het gehele getal is onmiddellijk groter dan de deling door 1000 van de maximale bezetting van het compartiment. Het minimum aantal uitgangen kan door de brandweer verhoogd worden in functie van het risico en de configuratie van de lokalen. §3 Breedtes uitgangen, evacuatiewegen, deuren In een evenementenzone wordt de breedte van de evacuatiewegen bepaald door de brandweer, in functie van de geraamde opkomst. Een uitgang, een evacuatieweg en een deur moeten minstens 80cm breed zijn en 200 cm hoog. Schuifdeuren kunnen als uitgang alleen in aanmerking worden gebracht wanneer ze in open stand worden geblokkeerd. In een evenementenruimte moeten de uitgangen, evacuatiewegen en deuren een totale breedte hebben die tenminste gelijk is, in centimeters, aan het aantal personen, dat ze moet gebruiken. §4 In een tent moeten de uitgangen met één handeling over de volle breedte te openen zijn en draaien in de richting van de vluchtroute. §5 Trappen Trappen zijn van het rechte type en moeten toegang geven tot het evacuatieniveau. De optrede mag hoogstens 18 cm bedragen, terwijl de aantrede minstens 20 cm moet zijn. Trappen moeten een totale breedte hebben die tenminste gelijk is, in centimeters, aan het potentieel betredend aantal personen vermenigvuldigd met: − 1,25 indien ze afdalen naar de uitgang
− 2 indien ze er naar opklimmen. Bij het berekenen van de vereiste breedten moet enkel rekening gehouden worden met de personen die zich op het betreffend niveau of verdieping bevinden. Trappen hebben minstens één leuning. De trappen moeten aan beide zijden van een stevige leuning zijn voorzien indien ze meer dan 1,20 breed zijn. Indien de trapbreedte gelijk of groter is dan 2,40 meter, moet een stevige leuning zijn aangebracht in hun as. De traptreden en de overlopen van trappen moeten zodanig zijn vervaardigd, of bekleed, dat ze slipvrij zijn. § 6 De af te leggen afstand vanaf elk punt binnen een evenementenruimte in een gebouw of in een tent bedraagt maximaal: − 30 m tot de dichtstbijzijnde uitgang; − 60 m tot de tweede uitgang. § 7 Constructies dienen stabiel te zijn opgesteld zodat de beschikbare nuttige evacuatiebreedte van de uitgangen, evacuatiewegen en deuren behouden blijft. Artikel 5 Bouw van constructies en installaties: • De ruimten onder de constructies mogen niet toegankelijk zijn voor het publiek en worden op elk moment gevrijwaard van iedere vorm van brandbelasting. • De treden, vloeren en trappen moeten kunnen weerstaan aan een minimale gebruiksbelasting van 4kN/m2 (NBN B03-103). Hun stabiliteit in alle richtingen moet verzekerd worden door een voldoend aantal dragende elementen. In geen geval mag het bezwijken van één der dragende elementen aanleiding geven tot kettingreactie met als uiteindelijk gevolg de instorting van een deel of van gans van de constructie. Voor tribunes met een zeer hoge bezettingsdichtheid met kans op dynamische werking, moeten zij kunnen weerstaan aan een minimale gebruiksbelasting van 5kN/m2 (NBN B03103). Een attest dient te worden voorgelegd. • Trappen, podia, tribunes en alle publiek toegankelijke delen van een constructie die hoger dan 2 m boven de afgewerkte vloer liggen, moeten voorzien zijn van borstweringen die kunnen weerstaan aan een horizontale kracht van 1 kN per lopende meter (NBN B03-103). Een keuringsattest dient te worden voorgelegd. • De constructiematerialen van een tent (inclusief tentdoek, vaste zijpanelen e.d.) moeten inzake reactie bij brand voldoen aan de Belgische klasse A2, beschreven in de norm NBN S21-203. a) Tot de Belgische klasse A2 behoren : - alle materialen die volgens de Franse methode NF P 92-501-7 tot de klasse M2 behoren - alle materialen die volgens de Britse methode BS 476 part 7 tot de klasse Class 2 behoren. b) Nieuwe constructiematerialen, geklasseerd volgens de Europese indeling inzake reactie bij brand beschreven in de norm NBN EN 13501-1, moeten minstens beschikken over de Europese klasse C-s3,d1, volgens de proefmethode SBI (Single Burning Item) beschreven in de norm NBN EN 13823. • Een hoogteverschil van meer dan 21 cm tussen de vloer van een evenementenruimte en het aansluitende terrein ter plaatse van de uitgangen, moet zijn overbrugd door een trap of hellingbaan; de breedte van de trap en van de hellingbaan moet tenminste gelijk zijn aan de breedte van de uitgang, vermeerderd met 50 cm gelijkmatig verdeeld over voormelde breedte van desbetreffende uitgang. De trap of hellingbaan moet steeds voldoende slipvrij zijn. • Een borstwering dient zodanig te worden ontworpen dat er geen mogelijkheid bestaat om de borstwering op te klimmen als een ladder. Deze hoogte van een borstwering bedraagt minstens 1,10 m, deze hoogte wordt gemeten vanaf het hoogste niveau waarop de voet kan geplaatst worden. Een borstwering moet weerstaan aan een horizontale kracht in functie van de helling van de tribune of verhoogd platform.
Artikel 6 De plaats van elke uitgang en de evacuatiewegen alsook de blusmiddelen, moeten worden aangeduid door de reddingstekens gegeven in het KB van 17/06/97 en eventuele latere aanvullingen, betreffende de veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. Artikel 7 Bij gebrek aan natuurlijke verlichting wordt de zichtbaarheid van de reddingtekens verzekerd door veiligheidsverlichting met een autonomie van minstens 1 uur. Zij moet te allen tijde vanuit alle delen van de voor het publiek toegankelijke lokalen goed waarneembaar zijn. De brandweer kan altijd bijkomende veiligheidsverlichting eisen in functie van de tijdsduur of hoedanigheid van het evenement en de publieke capaciteit. Artikel 8 Niet-vastbevestigde bekledingen Horizontaal aangebrachte doeken zijn verboden. Verticaal hangende doeken mogen geen deuren of uitgangen aan het zicht onttrekken of het gebruik ervan bemoeilijken. De brandweer kan, mits de nodige motivatie, voor doeken en (over)gordijnen de Belgische klasse A2 opleggen, beschreven in de norm NBN S21-203. Tot de Belgische klasse A2 behoren voor deze toepassing : - alle materialen die volgens de Franse methode NF P 92-501-7 tot de klasse M2 behoren - alle materialen die voldoen aan de Britse norm BS 5867 of behoren tot Class 1 of 2, conform de norm EN 13773. Versieringen Alle aangebrachte versieringen mogen geen bijzonder risico voor de brandveiligheid met zich mee brengen. Gemakkelijk brandbare materialen mogen niet als versiering worden gebruikt.
Hoofdstuk III Brandbeveiligingsmiddelen en andere voorzorgsmaatregelen Artikel 9 Brandbestrijdingsmiddelen, de aard, het aantal en de plaats van de blusmiddelen worden bepaald in akkoord met de bevoegde brandweer. De blustoestellen moeten gekeurd zijn door een bevoegd persoon. Het keuringsbewijs moet aan het toestel bevestigd zijn. Het brandbestrijdingsmaterieel moet goed worden onderhouden, beschermd tegen vorst, doelmatig gesignaleerd, gemakkelijk bereikbaar en oordeelkundig verdeeld. Het moet steeds onmiddellijk functioneren. Artikel 10 Bij gebruik van occasionele installaties met vloeibaar gemaakte petroleumgassen, aardgas en/of elektriciteit moet het door de gemeenteraad goedgekeurd politiereglement, met betrekking tot de na te leven veiligheidsmaatregelen opgenomen in voormelde reglementering, worden nageleefd. Installaties (met een verbranding van fossiele brandstoffen) en hun brandstofvoorraden moeten tenminste op 4 meter afstand zijn verwijderd van een tent, beglaasde gevel of brandbare materialen. De nodige maatregelen moeten worden getroffen zodat de uitrusting niet toegankelijk is voor het publiek. Het is verboden om in een tent, een gebouw of een vaartuig waar publiek aanwezig is de volgende uitrustingen onder te brengen: - stroomgeneratoren voorzien van een verbrandingsmotor - kachels of verwarmingselementen met open vuur of open gloeidraden
- straalkachels met atmosferische verbranding en heteluchtkanonnen op basis van vloeibare petroleumgassen en gasolie. Artikel 11 Ballonnen gevuld met een brandbaar en/of giftig gas mogen in een evenementenruimte, gelegen in een tent of gebouw, niet worden gebruikt. Motorvoertuigen, vaartuigen of machines tentoongesteld in de tijdelijke inrichtingen mogen slechts een beperkte hoeveelheid brandstof in hun reservoirs hebben. De brandweer kan, mits de nodige motivatie, vragen de startbatterij van het voertuig te ontkoppelen.
Hoofdstuk IV Attesten – controles - afwijkingen - sancties Artikel 12 De verantwoordelijke inrichter (organisator) moet ter inzage aan de burgemeester, of zijn afgevaardigde, de volgende documenten kunnen voorleggen, indien van toepassing:
• Kopie verzekering B.A.; • Keuringsattesten van de elektrische installatie, gasinstallatie, veiligheidsverlichting zowel van de permanente als van de tijdelijke installaties binnen de evenementenruimte en/of evenementenzone
• CE attest stroomgroepen; • Onderhoudsattest rookafvoerkanalen; • Keuringsattesten van de stabiliteit van tribunes, torens en podia, installaties en tenten;
• Keuringsattesten blusmiddelen; Deze opsomming is niet limitatief en kan op vraag van de brandweer worden uitgebreid. Artikel 13 Onverminderd de bijzondere controlemaatregelen welke inzake brandvoorkoming werden uitgevaardigd, kunnen, de in dit reglement bedoelde evenementen, door de gemeentelijke brandweerdienst worden geïnspecteerd overeenkomstig artikel 22 van het KB van 8 november 1967 (BS 18/11/1967). Artikel 14 Indien het onmogelijk is te voldoen aan één of meerdere vereisten van deze reglementering, kan de burgemeester, op advies van de bevoegde brandweer, afwijkingen toestaan, voor zover deze in overeenstemming zijn met de bepalingen van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk, beantwoorden aan het algemeen beveiligingsprincipe en een veiligheidsniveau bieden dat tenminste gelijk is aan het niveau beoogd met deze reglementering. Elke afwijkingsaanvraag dient gemotiveerd te zijn. Een gedetailleerd opstellingsplan, een verklarende nota en de voorgestelde bijkomende veiligheidsmaatregelen, dienen te worden bijgevoegd. Een afwijkingsaanvraag dient voorafgaand aan de activiteit te worden overgemaakt aan de brandweer. Artikel 15 Overtredingen van onderhavig reglement worden gestraft met politiestraffen, namelijk een gevangenisstraf van één tot zeven dagen en een geldboete van één tot vijfentwintig euro of slechts met één van deze straffen, onverminderd de bevoegdheid van de burgemeester hem verleend door de wet van 30 juli 1979 betreffende de preventie van brand en ontploffing en betreffende de verplichte verzekering van de burgerrechtelijke aansprakelijkheid in dergelijke gevallen.
Artikel 2: Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 3: Het reglement treedt in werking op 1 juni 2012. Artikel 4: Een afschrift van dit besluit overgemaakt aan : • de brandweercommandant van Deinze, Stadionlaan 24, 9800 Deinze • de korpssecretaris van de Brandweer Gent, de heer Didier De Wulf , Botermarkt 1, 9000 Gent • de provinciegouverneur, • het parket van de procureur des Konings, • de griffies van de rechtbank van Eerste aanleg van het arrondissement en van de Politierechtbank van het kanton, • de korpschef van de lokale politie.
----------
Agendapunt nr.5: GOEDKEUREN VAN POLITIEREGLEMENT OP HET PLAATSEN EN GEBRUIKEN VAN EEN SLEUTELKOKER (SLEUTELKLUIS)
DE GEMEENTERAAD
Overwegende dat inzake bereikbaarheid voor de brandweerdienst van terreinen en/of gebouwen het soms noodzakelijk is dat een sleutelkluis aangebracht kan worden; Overwegende dat de aanwezigheid van een sleutelkluis de snelheid van tussenkomst sterk kan verhogen en de schade kan beperken; Overwegende dat op het grondgebied van de gemeente reeds tal van sleutelkluizen geplaatst werden, zowel in of aan bedrijven, instellingen en openbare gebouwen; Overwegende dat er voor het ogenblik geen duidelijke reglementering bestaat inzake de plaatsing van de sleutelkluizen ten behoeve van de brandweerdienst; Overwegende dat een reglement m.b.t. de plaatsing en gebruik van sleutelkluizen een betere opvolging mogelijk maakt en eventuele misbruiken voorkomt; Overwegende dat er binnen de brandweerzone Centrum werk gemaakt is van een eenvormig reglement m.b.t. de plaatsing en gebruik van sleutelkluizen voor de brandweerdiensten; Overwegende dat dit reglement besproken is op de technische commissie binnen de brandweerzone Centrum; Overwegende dat het beheerscomité van de brandweerzone Centrum zijn goedkeuring heeft gegeven aan dit reglement; Gelet op de brief d.d. 10 april 2012 waarbij de brandweercommandant vraagt naar de goedkeuring en invoering van de betrokken politiereglementen; Overwegende dat verzocht wordt om het dossier te agenderen voor de gemeenteraad van mei 2012; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Het politiereglement op het plaatsen en gebruiken van een sleutelkoker (sleutelkluis) wordt als volgt vastgesteld met ingang van 1 juni 2012: Artikel 1 Elke eigenaar, huurder of gebruiker van een gebouw of terrein kan onder in dit reglement bepaalde voorwaarden op dat gebouw of terrein een sleutelkoker plaatsen, waarin zich de toegangssleutel of badge bevindt waarmee de brandweer zich, in geval van noodoproep, toegang kan verschaffen. Artikel 2 De sleutelkoker mag slechts in gebruik genomen worden na voorafgaande toelating van de burgemeester. De aanvraag wordt gericht aan de brandweerpost Deinze, Stadionlaan 24, 9800 Deinze welke de aanvragen zal overmaken aan het bevoegde college van burgemeester en schepenen. De aanvraag tot toelating vermeldt: 1. naam en adres van de aanvrager; 2. naam en adres en telefoonnummer van de persoon verantwoordelijk voor het beheer of de exploitatie van het gebouw of terrein; 3. het adres van het gebouw of terrein evenals een precieze beschrijving van de plaats waar de sleutelkoker zal geplaatst worden. Artikel 3 Enkel sleutelkokers die kunnen geopend worden met de hoofdsleutel gebruikt door de brandweer zullen mogen geplaatst worden. Artikel 4 Aan de aanvrager die de toelating bekomt wordt een sticker afgeleverd die moet worden aangebracht op de klep van de sleutelkoker of zal bij de levering een deksel voorzien worden waarop de aanduiding reeds is aangebracht. De brandweer zal slechts gebruik maken van sleutelkokers waarop deze sticker / aanduiding is aangebracht. Artikel 5 Behalve indien in de toelating andere voorwaarden worden opgelegd moet de sleutelkoker: 1. in de gevel of in een solide constructie verankerd worden zodat hij niet kan weggenomen worden. 2. geplaatst worden boven of naast de toegangsdeur, -poort, - of hekken. 3. beschermd worden tegen atmosferische omstandigheden door een sleutelklep waarop de in artikel 4 bedoelde sticker / aanduiding moet aangebracht zijn. Artikel 6 Sleutels voor het openen van de sleutelkoker mogen slechts aangemaakt worden nadat naam en adres van de personen die er zullen over beschikken, is meegedeeld. Artikel 7 De aanvrager en de verantwoordelijke, bedoeld in art 2, 1° en 2°, zullen ervoor instaan dat: 1. de sleutelklep / -dop, voorzien van de sticker, niet wordt overschilderd of op enige andere manier aan het zicht wordt ontrokken; 2. stopzetting van het gebruik van de koker, bij verhuring of verkoop van het gebouw of terrein waar de koker is aangebracht, binnen de 15 dagen schriftelijk aan de burgemeester wordt gemeld; 3. zich in de koker steeds de passende sleutel of badge bevindt;
4. de sleutelkoker regelmatig wordt gecontroleerd en dat eventuele defecten onmiddellijk worden hersteld. 5. de sleutelkluis bij voorkeur aangesloten is op inbraakbeveiliging door middel van een magneetcontact zodat bij opening het inbraakalarm wordt geactiveerd. Artikel 8 Elke nieuwe huurder, eigenaar of gebruiker van een gebouw of terrein waar een in dit reglement bedoelde sleutelkoker is aangebracht, is gehouden binnen de 15 dagen hetzij een nieuwe aanvraag overeenkomstig artikel 2 te doen, hetzij schriftelijk de buitengebruikstelling van de sleutelkoker te melden aan de brandweer. Artikel 9 Overtredingen van dit reglement worden gesanctioneerd met een administratieve geldboete. Artikel 2: Het reglement wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 3: Het reglement treedt in werking op 1 juni 2012. Artikel 4: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan : • de brandweercommandant van Deinze, Stadionlaan 24, 9800 Deinze • de korpssecretaris van de Brandweer Gent, de heer Didier De Wulf , Botermarkt 1, 9000 Gent • de provinciegouverneur, • het parket van de procureur des Konings, • de griffies van de rechtbank van Eerste aanleg van het arrondissement en van de Politierechtbank van het kanton, • de korpschef van de lokale politie • de provinciale sanctieambtenaren (GAS).
----------
Agendapunt nr.6: GOEDKEUREN VAN POLITIEREGLEMENT M.B.T. OCCASIONELE WARMTEBRONNEN OP VLOEIBAAR GEMAAKTE PETROLEUMGASSEN, AARDGAS EN/OF ELEKTRICITEIT EN VAN HET ADDENDUM M.B.T. FOTOVOLTAISCHE ZONNE-ENERGIESYSTEMEN
DE GEMEENTERAAD
Overwegende dat voor een aantal activiteiten de organisator zijn weg moet zoeken in diverse bestaande reglementeringen en wetgevingen wat niet altijd even eenvoudig is; Overwegende dat binnen de brandweerzone Centrum werk gemaakt is van duidelijke reglementen m.b.t. veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele warmtebronnen op vloeibaar gemaakte petroleumgassen, aardgas en/of elektriciteit en van een addendum m.b.t. fotovoltaïsche zonne-energiesystemen; Overwegende dat deze reglementen vooral een duidelijke samenvatting zijn van diverse bestaande wetgevingen, wat vooral de inrichter en burger ten goede komt; Overwegende dat deze reglementen nagezien en goedgekeurd zijn in de werkgroep 4 ‘preventie” binnen de brandweerzone Centrum;
Overwegende dat deze reglementen besproken zijn op de diverse bijeenkomsten van de technische commissie binnen de brandweerzone Centrum; Overwegende dat het beheerscomité van de brandweerzone Centrum zijn goedkeuring heeft gegeven aan deze reglementen en akkoord is gegaan om deze om te zetten in politiereglementen; Gelet op de brief d.d. 10 april 2012 waarbij de brandweercommandant vraagt naar de goedkeuring en invoering van de betrokken politiereglementen; Overwegende dat verzocht wordt om het dossier te agenderen voor de gemeenteraad van mei 2012; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Het politiereglement houdende veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties met vloeibaar gemaakte petroleumgassen, aardgas en/of elektriciteit wordt als volgt vastgesteld met ingang van 1 juni 2012: Deel 1: Toepassingsgebied De politieverordening dient nageleefd te worden bij het gebruik van occasionele installaties met gas en/of elektriciteit zonder onderscheid of deze installatie zich bevindt op openbaar- of op privéterrein, in open lucht of in een inrichting. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: Occasionele installaties - tijdelijke installaties met gas en/of elektriciteit die ten hoogste 6 maanden op eenzelfde plaats gevestigd blijven - voorbeelden ( niet-limitatieve opsomming ) kip aan ’t spit, pannenkoekenkraam, pittakraam, hamburgerkraam, marktwagen, tijdelijke keukens, enz. Batterij van gasflessen Twee of meer glasflessen of ten minste twee groepen van gasflessen die onderling verbonden zijn Binnenleiding De leidingen die de uitlaat van de dienstkraan verbinden met de ingang van het (de) verbruikstoestel(en) DN Symbool voor nominale diameter uitgedrukt in mm. Eerste ontspanner Verlagen van de uitgangsdruk van het opslagrecipiënt door middel van een drukregelaar (ontspanner) die de druk van de gasfles of de flessenbatterij in één bewerking reduceert naar de nominale werkdruk van het verbruikstoestel (zoals op de kenplaat vermeld door de fabrikant) Gasfles Recipiënt voorzien van een dienstkraan en bestemd om vloeibaar gemaakt petroleumgas te bevatten
Gasinstallatie Het geheel van de binnenleiding en de aangesloten verbruikstoestellen inbegrepen de voorzieningen die nodig zijn voor een goede en veilige werking van deze toestellen, met name de toevoer van de verbrandingslucht, de ventilatie en de afvoer van de verbrandingsproducten Hoogste werkdruk ( MOP-Maximum Operating Pressure ) Hoogste druk in een leiding geëxploiteerd overeenkomstig de wettelijke bepaling Knelfitting en toebehoren Fitting of toebehoren waarbij de verbinding verwezenlijkt wordt door het samendrukken van een metalen knelring op de buitenwand van de buis bij middel van een aangepaste losse moer. Leidingen Het geheel van buizen en toebehoren. De toebehoren omvatten de verbindingen, de kranen, de drukregelaars en de controletoestellen. LPG Engelse letterwoord voor “liquefied petroleum gas”,vloeibaar gemaakt petroleumgas. Omschakelaar Al dan niet automatisch werkende inrichting die de koppeling toelaat bij het gebruik van meerdere gasflessen en daarbij de omschakeling van de gastoevoer mogelijk maakt van de ene naar de andere fles of flessenbatterij. Ontspannen gas Gas waarvan de max. druk na ontspanning 5 bar is. Ontspanning Bij middel van een drukregelaar verlagen van de inlaatdruk naar een begrensde uitlaatdruk. Persfitting en toebehoren Fitting of toebehoren in koper uitgerust met een elastomeren o-ring die op een niet demonteerbare wijze op de buitenwand van de koperen buis samengedrukt wordt. Sectioneerkraan Kraan die toelaat een gedeelte van de installatie af te zonderen Stopkraan Kraan van de installatie, die onmiddellijk voor een verbruikstoestel geplaatst is Tweede ontspanning Verlagen van de uitgangsdruk van de 1ste drukregelaar naar de werkdruk van de verbruikstoestellen door middel van een drukregelaar die de uitgangsdruk van de 1ste drukregelaar reduceert naar de werkdruk van de verbruikstoestellen. Verbruikstoestel Met gas gevoed toestel dat op de binnenleiding is aangesloten De toestellen worden gerangschikt -in typen, volgens de uitvoering van de afvoer van de verbrandingsproducten en de verbrandingsluchttoevoer -in categorieën volgens het (de) gebruikte gas(sen) Type RHT - weerstand tegen hoge temperatuur Het in staat zijn van een leidingonderdeel, toestel of verbinding om bij blootstelling aan een thermisch programma, zijn dichtheid te behouden
Deel 2: Veiligheidsvoorschriften voor installaties op basis van elektriciteit. Algemeen 1.1 De volledige elektrische installatie met al zijn verbruikers moet voldoen aan de algemene bepalingen en richtlijnen opgenomen in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties(AREI). 1.2 De volledige elektrische installatie moet gekeurd worden door een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC) en dit volgens de periodiciteit opgenomen in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). Met uitzondering van één tijdelijke installatie welke aangesloten wordt op een huishoudelijke installatie door middel van een verlengsnoer met maximale lengte van 50 meter op één stopcontact. Deze huishoudelijke installatie moet beveiligd zijn door een automatische differentieelschakelaar van maximum 300m Ampère én een zekering van maximum 16 Ampère of een automaat van 20 Ampère. Deze tijdelijke installatie moet niet gekeurd worden door een EDTC. 1.3 De inplanting van de warmte -en/of verlichtingsbronnen moet zodanig zijn dat geen brandgevaar kan ontstaan. De verlichtingseenheden mogen niet met papier- of ander brandbaar materiaal worden omwikkeld. 1.4 De elektrische bekabeling moet op degelijke wijze worden geïsoleerd en mag enkel aan kramen, tenten, woonwagens of andere voertuigen en constructies worden bevestigd door middel van isolerend en onbrandbaar materiaal. 1.5 Een positief keuringsverslag van EDTC moet overgemaakt worden aan de brandweerpost Deinze, voor de ingebruikname van de volledige installatie en zijn verbruikers. 1.6 Eventueel voorkomende bemerkingen moeten weggewerkt worden voor de ingebruikname van de volledige installatie en zijn verbruikers.
Deel 3: Veiligheidsvoorschriften voor installaties op basis van vloeibaar gemaakte petroleumgassen en aardgas. 3.1.
Algemeen
3.1.1
De normen NBN D 51-003, NBN D 51-004 (voor aardgas) en NBN D 51-006 (voor LPG) blijven onverminderd van toepassing.
3.1.2
Het is verboden een verbruikstoestel te voeden vanuit een recipiënt dat ook gebruikt wordt voor het aandrijven van een motor.
3.1.3
De installatie dient voor de 1ste ingebruikstelling en daarna jaarlijks gecontroleerd te worden door een EDTC op dichtheid en conformiteit met de geldende normen. Een positief keuringsverslag moet overgemaakt worden aan de brandweerpost Deinze.
3.1.4. Ieder verbruikstoestel moet: - een CE-markering bezitten. - bestemd zijn voor België. - ontworpen zijn voor de gassen van de 2de ( aardgassen ) of 3de familie (vloeibaar gemaakte petroleumgassen ). - geschikt zijn voor de aanwezige toevoer van verbrandingslucht en geschikt zijn voor het aanwezige afvoerkanaal voor de verbrandingsproducten.
3.1.5
Eventueel voorkomende inbreuken moeten weggewerkt worden voor de ingebruikname van de installatie.
3.1.6
De installatie moet door een vakbekwaam persoon worden uitgevoerd.
3.2
Vloeibaar gemaakte petroleumgassen ( butaan, propaan, LPG- gassen)
3.2.1
Gasflessen
- Volle flessen moeten voorzien zijn van een zegel, die geplaatst is aan de uitgang van de kraan en die identificeerbaar is door de vermelding van de code van het vulcentrum dat de vulling heeft verzekerd. - Elke fles moet geëtiketteerd zijn. Op het etiket dient de naam van de verdeler te staan, de hoeveelheid gas en de benaming van het gas. - De datum van de laatste fleskeuring dient aanwezig te zijn op de gasfles (afhankelijk van het type is dit 10 of 15 jaarlijks). 3.2.2
Opslag van gasflessen
- De recipiënten moeten in open lucht worden geplaatst. Zij mogen evenwel in een daartoe voorziene “afgesloten” ruimte worden geplaatst (vb. marktkraam, technische ruimte) indien er een onderverluchting is voorzien over 2 % van de oppervlakte van de bodem met een minimum van 100 cm². - De recipiënten moeten opgeslagen worden in een gasflessenkast voor buitenopstelling van gasflessen. Zo worden de flessen fysisch en visueel afgesloten van het publiek. - De recipiënten moeten door het gebruik van een gasflessenkast beschut zijn tegen de inwerking van de zonnestralen of de inwerking van iedere andere warmtebron. - De recipiënten moeten "staande” gestockeerd worden. Voldoende voorzorgsmaatregelen tegen omkantelen moeten worden genomen. - De lege flessen moeten fysisch gescheiden worden van de volle flessen. - Enkel de daghoeveelheid van maximum 130 kg gas mag aanwezig zijn in de inrichting, met uitzondering van de vaste LPG-installaties. - De lege recipiënten mogen maximaal 24 uur in de inrichting gestockeerd worden. - De recipiënten mogen niet geworpen of hardhandig gehanteerd worden. - Na het gebruik en vóór alle vervoer, moeten alle recipiënten (ook de lege) luchtdicht gesloten worden. - De recipiënten dienen op minstens 3 meter afstand te staan van kelderopeningen, rioolmonden en andere lager gelegen delen zodanig dat ontsnapte gassen zich niet kunnen verzamelen. - De recipiënten en zijn verbruikers moeten op minimum 4 meter staan van de beglaasde gevel(s) van de omliggende gebouwen. 3.2.3
Vullen van recipiënten
- Het vullen van verplaatsbare recipiënten met een inhoudsvermogen van minder dan 300 liter mag alleen gebeuren in inrichtingen speciaal ontworpen en uitgerust voor deze activiteit. - Verplaatsbare recipiënten, tankwagens inbegrepen, mogen niet aangewend worden voor het vullen met vloeibaar handelspropaan, vloeibaar handelsbutaan of LPG, van om het even welk recipiënt met een inhoudsvermogen dat groter is dan 1 liter en kleiner dan 300 liter. 3.2.4
Ontspanner
- De ontspanner moet geschikt zijn voor het aangewende gas. - Het is verboden een ontspanner te verwarmen door middel van een vlam. - De eerste ontspanner bevindt zich steeds op het gasrecipiënt. Uitzondering: batterijinstallaties cfr 3.2.6 )
- Bij gebruik van meerdere verbruikstoestellen moet er een tweede ontspanning gebeuren, ofwel een tweede ontspanner voor ieder verbruikstoestel, ofwel een algemene ontspanner voorafgegaan door een afsluitkraan. 3.2.5
Gasleidingen
3.2.5.1 Algemeen voor ontspannen gas - Vaste leidingen in staal of koper Volgende verbindingen zijn toegelaten: a) gelaste verbindingen voor stalen leidingen. b) geschroefde verbindingen voor stalen leidingen met dichtingsmateriaal. c) driedelige koppeling met conische sluiting. d) hardsolderen ( smeltpunt > 450 °C ) voor koperen leidingen. e) knelfittingen voor koper tot Ø 28 mm. f) persfittingen voor koper tot Ø 28 mm (Ø 28 mm, dikte buis 1,5 mm ). De verbindingen moeten aangepast zijn aan de leidingen. - Metalen slangen RHT ( bestand tegen 670 °C ) en maximum lengte 2 m Afwijkingen Voor bv. beurzen, kramen, gebruik van gasrecipiënten in open lucht zijn langere metalen slangen type RHT ( bestand tegen 670 °C ) toegelaten mits aflevering van een conformiteitsattest van de fabrikant. - De leidingen moeten zoveel mogelijk zichtbaar geplaatst worden. - Enkel hardsoldeer- en lasverbindingen mogen ingewerkt worden. - De leidingen en toebehoren moeten gemaakt zijn volgens een code van de goede praktijk. 3.2.5.2 Algemeen voor niet-ontspannen gas ( vb. gasflessenbatterij) - Naadloze stalen buizen, koperen buizen of flexibels speciaal voor niet ontspannen gas ( = hoge druk – fabrieksklaar ). - Knelfittingen en persfittingen zijn niet toegelaten voor niet-ontspannen gas. 3.2.5.3 Aansluiten van de toestellen ( ontspannen gas ) - Metalen slangen RHT - Elastomeren slangen, lengte maximum 2 m, type ontspannen gas. • deze elastomeren slangen zijn om de 5 jaar te vervangen. • spanbanden van het geschikte type zijn toegelaten voor de verbindingen. - De leiding moet uit één ononderbroken stuk bestaan. 3.2.6
Afsluiters
- Voor ieder verbruikstoestel moet er een stopkraan staan, die gemakkelijk bereikbaar is. - Bij een batterij-installatie moet een afsluiter of omschakelaar voor de eerste ontspanner geplaatst worden. Hierdoor worden de leidingen niet geledigd bij het vervangen van een lege fles door een volle fles. 3.3
Aardgas
3.3.1
Verbindingen en hulpstukken
- Volgende verbindingen zijn toegelaten: a) gelaste verbindingen voor stalen leidingen b) geschroefde verbindingen voor stalen leidingen met dichtingsmateriaal c) driedelige koppeling met conische sluiting d) hardsolderen (smeltpunt > 450 °C) voor koperen leidingen e) knelfittingen voor koper tot Ø 28 mm
f) persfittingen voor koper tot Ø 28 mm (Ø 28 mm, dikte buis 1,5 mm ) - De verbindingen moeten aangepast zijn aan de leidingen - Hulpstukken moeten van het type RHT (bestand tegen 670°C) zijn. 3.3.2 -
Leidingen
De leidingen voor vaste installaties moeten vervaardigd zijn uit staal of koper. De leidingen moeten zoveel mogelijk zichtbaar geplaatst worden. Enkel hardsoldeer- en lasverbindingen mogen ingewerkt worden. Bij de aftakking van de vaste installatie naar een occasioneel verbruikstoestel moet een sectioneerkraan worden geplaatst.
3.3.3 Aansluiting verbruikstoestel - Voor ieder verbruikstoestel moet een stopkraan geplaatst zijn die gemakkelijk bereikbaar is. - De aansluiting moet gebeuren met vaste leidingen, metalen slang RHT lengte maximum 2 m of elastomeren slang lengte maximum 2 m met KVBG-markering met 2 losse wartelmoeren. Deel 4: Sancties Bij elke inbreuk welk een acuut gevaar betekent voor de openbare veiligheid, wordt een tijdelijk verbod tot ingebruikname van de occasionele installatie tot het moment van hercontrole bevolen. Om de tijdelijke sluiting op te heffen, dient bij deze hercontrole aan alle voorwaarden opgenomen in het politiereglement voldaan te zijn, hetgeen wordt vermeld in een positief evaluatieverslag. Artikel 2: Het politiereglement – addendum houdende veiligheidsmaatregelen bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van fotovoltaïsche zonne-energiesystemen wordt als volgt vastgesteld met ingang van 1 juni 2012: Deel 1: Toepassingsgebied Onderhavig addendum aan de bepalingen van het politiereglement dient nageleefd te worden bij het gebruik van occasionele installaties voorzien van een fotovoltaïsche zonneenergiesysteem, zonder onderscheid of deze installatie zich bevindt op openbaar- of op privéterrein, in open lucht of (deels) in een inrichting. Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: 1.1
Fotovoltaïsche zonne-energiesysteem (PV-systeem)
Een fotovoltaïsch systeem bestaat uit: zonnepanelen met fotovoltaïsche cellen, een omvormer (invertor) om gelijkstroom om te zetten naar wisselstroom en een groene stroommeter (wanneer het systeem wordt aangesloten op het elektriciteitsnet). Het elektrische systeem omvat aan de zijde van de zoncellen een gelijkspanningscircuit (primaire kring) en aan de zijde van de verbruiker een wisselspanningscircuit (secundaire kring). De primaire en secundaire kringen worden gescheiden door de omvormer. 1.2
Fotovoltaïsche zonnepanelen (PV-paneel)
Een fotovoltaïsch zonnepaneel zet zonlicht om naar elektriciteit. Een standaard zonnepaneel bestaat uit zonnecellen die aan de voorzijde worden beschermd door een lichtdoorlatende plaat of glasplaat, met meestal aan de achterzijde een ondoorzichtige draagstructuur en beschermingplaat. Rond het paneel wordt voor de stevigheid meestal een aluminium kader bevestigd. Op de achterzijde bevindt zich een waterdichte
aansluitdoos voor de elektrische kabelverbinding. Het vermogen van een paneel of module wordt uitgedrukt in Wp (Watt piek). 1.3 Brandweerschakelaar (gelijkspanningsonderbreker) Een brandweerschakelaar is een manuele gelijkspanningsonderbreker waarmee de stroomtoevoer van de panelen kan worden onderbroken, zodat de panelen worden losgekoppeld van het systeem. Deel 2: Veiligheidsvoorschriften voor fotovoltaïsche zonne-energiesystemen Algemeen 2.1 Het volledige fotovoltaïsch zonne-energiesysteem (PV-systeem) met al zijn elektrische kringen en verbruikers moet voldoen aan de algemene bepalingen en richtlijnen opgenomen in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties(AREI). 2.2 Het volledige fotovoltaïsch zonne-energiesysteem, wisselspanning- en gelijkspanningsinstallatie, moet worden gekeurd door een Externe Dienst voor Technische Controle (EDTC) en dit volgens de periodiciteit opgenomen in het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (AREI). 2.3 De onderdelen waarmee het fotovoltaïsch zonne-energiesysteem werd samengesteld moeten: - een CE-markering bezitten; - bestemd zijn voor België. 2.4 De fotovoltaïsche zonnepanelen en de omvormer moeten zodanig worden opgesteld, dat zij afgeschermd en onbereikbaar zijn voor het publiek, geen gevaar kunnen vormen voor de openbare veiligheid en goed bereikbaar zijn voor de brandweerdiensten en andere hulp- of nutsdiensten. 2.5 De omvormer (invertor) moet goed bereikbaar zijn voor de controle van de werking van het systeem, daarnaast moet de omvormer voldoende worden geventileerd om geproduceerde warmte af te voeren. De omvormer moet altijd op een droge plaats en op een minimale hoogte van 1m t.o.v. het grondoppervlak (maaiveld) worden gemonteerd. Alle nodige voorzorgen moeten zijn genomen, dat bij wateroverlast geleiders of contacten niet in contact kunnen komen met water. 2.6 De elektrische bekabeling moet op een degelijke wijze worden geïsoleerd en mag enkel aan constructies worden bevestigd door middel van isolerend en onbrandbaar materiaal. 2.7 De elektrische bekabeling van het gelijkspanningscircuit (primaire kring) moet correct zijn gedimensioneerd volgens de installatievoorschriften van de zonnepanelen en omvormers. In het bijzonder moet de gelijkspanningsbekabeling zoveel als mogelijk mechanisch worden beschermd om mogelijke vlambogen tussen de geleiders en elektrocutie van personen te voorkomen. Alle stroomvoerende leidingen en de aansluitverbindingen moeten beschikken over een dubbele of versterkte isolatie (Klasse II). 2.8 Het gelijkspanningscircuit moet zo dicht mogelijk nabij het zonnepaneel, of een string met modules, worden uitgerust met een manuele gelijkspanningsonderbreker (brandweerschakelaar). Met deze alpolige onderbreker moet het mogelijk zijn om de stroomtoevoer van de panelen naar de omvormer rechtstreeks te onderbreken, zodat de panelen zijn losgekoppeld van het systeem. Deze onderbreker moet duidelijk herkenbaar zijn en te allen tijde bereikbaar zijn voor de brandweerdiensten. De onderbreker moet worden aangeduid met een bord met de
vermelding:“BRANDWEERSCHAKELAAR”. Het bord heeft de volgende kenmerken: - minimale afmetingen: 15 cm breedte x 10cm hoogte. - kleur: rode achtergrond en witte tekst. Aanvullend wordt de onderbreker aangeduid met een waarschuwingspictogram voor het aanduiden van gevaar voor elektrische spanning, conform het KB van 17-06-1997 (BS 19-9-1997): veiligheids- en gezondheidssignalering op het werk. 2.9 Specificaties van de brandweerschakelaar of onderbreker zijn o.m.: de bediening van de onderbreker gebeurt met een zijbediening met hendel voorzien van een trekring, de onderbreker is een lastscheider geschikt om gelijkspanning te schakelen en het vermogen te schakelen van de respectievelijke kring, de onderbreker is voorzien van een rode behuizing. 2.10 Het wisselspanningscircuit (secundaire kring) moet beveiligd zijn door een automatische differentieelstroomschakelaar van maximum 300mA, een zekering of automaat en een aarding of volgens de installatievoorschriften eigen aan de omvormer. 2.11 Een positief keuringsverslag van EDTC moet overgemaakt worden aan de brandweerpost Deinze, voor de ingebruikname van het volledige installatie en zijn verbruikers. 2.12 Eventueel voorkomende bemerkingen moeten weggewerkt worden voor de ingebruikname van het volledige zonne-energiesysteem en zijn elektrische kringen en verbruikers. 2.13 Kleine fotovoltaïsch zonne-energiesystemen al dan niet geïntegreerd in een toestel of gelijkspanningscircuits (primaire kring) met een werkspanning tot maximaal 60V, een vermogen tot maximaal 600Wp en niet aangesloten op het distributienet, worden vrijgesteld van dit reglement. Aansluiting op het distributienet 2.14 Wanneer de installatie wordt aangesloten op het distributienet moet het fotovoltaïsch zonne-energiesysteem voldoen aan de technische aansluitvoorschriften van de VREG (Vlaamse reguleringsinstantie voor de elektriciteits- en gasmarkt) en van de elektriciteitsdistributienetbeheerder. 2.15 Het aansluiten op het distributienet van een installatie met een vermogen kleiner of gelijk is aan 10 kW moet worden gemeld aan de elektriciteitsdistributienetbeheerder. Wanneer het totaal vermogen van de installatie groter is dan 10 kW mag het systeem enkel na schriftelijke toestemming op het distributienet worden aangesloten. Het vermogen (uitgedrukt in kW) is het maximaal AC-vermogen van de omvormer(s) ingeval het een installatie betreft met zonnepanelen. 2.16. De volledige installatie moet altijd gekeurd zijn, en de netkoppeling gecontroleerd, door een keuringsorganisme dat wordt erkend door de elektriciteitsdistributienetbeheerder (met uitzondering van kleine installaties zie punt 2.13). 2.17. In toepassing van artikel 235 van het AREI m.b.t. de veiligheidsonderbreking, moeten de nodige schikkingen worden getroffen om terugvoeding in het wisselspanningscircuit te vermijden wanneer de installatie door verschillende bronnen wordt gevoed. Aan deze voorwaarde wordt, in het geval van autonome bronnen die geen deel uitmaken van het distributienet en die in parallel met dit net kunnen werken voldaan, indien deze, onverminderd de bepalingen van artikel 270 van het AREI, beantwoorden aan de volgende schikkingen: Voor autonome éénfasige fotovoltaïsche bronnen met een nominaal vermogen kleiner dan of gelijk aan 5 kW, moet een automatisch scheidingssysteem voorzien worden dat beantwoordt aan de volgende voorwaarden:
a. bestaan uit twee in serie geplaatste elementen die ieder de ontkoppeling van de stroombaan met het distributienet bewerkstelligen. Een van de elementen verzekert een fysische scheiding door middel van een alpolige automatische lastscheidingsschakelaar; het tweede element mag, een elektronisch schakelsysteem zijn; b. verzekeren dat een galvanische scheiding tot stand komt: - binnen de 0,2 sec. wanneer: - de spanning aan de klemmen van de autonome bron kleiner is dan 80 % van de nominale netspanning; - de spanning aan de klemmen van de autonome bron groter is dan 106 % van de nominale netspanning; - de frequentieafwijking groter is dan 0,2 Hz; - binnen een tijd niet groter dan 5 sec. wanneer de voeding van het net wordt afgeschakeld of wegvalt; c. het in verbinding stellen van de autonome bron met het distributienet voorkomen wanneer de kenmerken van de spanning of van de frequentie aan de klemmen van de autonome bron buiten de onder punt b. hierboven bepaalde grenzen vallen; Voor autonome bronnen met een nominaal vermogen groter dan of gelijk aan 10 kW, moet een vergrendelbare veiligheidsonderbreking voorzien worden, permanent toegankelijk voor de distributienetbeheerder en de brandweer. Deel 3: Sancties Bij elke inbreuk welk een acuut gevaar betekent voor de openbare veiligheid, wordt een tijdelijk verbod tot ingebruikname van de occasionele installatie tot het moment van hercontrole bevolen. Om de tijdelijke sluiting op te heffen, dient bij deze hercontrole aan alle voorwaarden opgenomen in de politieverordening voldaan te zijn, wat wordt vermeld in een positief evaluatieverslag. Artikel 3: Beide reglementen wordt bekendgemaakt overeenkomstig de artikelen 186 en 187 van het gemeentedecreet. Artikel 4: Beide reglementen treden in werking op 1 juni 2012. Artikel 5: Een afschrift van dit besluit overgemaakt aan : • de brandweercommandant van Deinze, Stadionlaan 24, 9800 Deinze, • de korpssecretaris van de Brandweer Gent, de heer Didier De Wulf , Botermarkt 1, 9000 Gent, • de provinciegouverneur, • het parket van de procureur des Konings, • de griffies van de rechtbank van Eerste aanleg van het arrondissement en van de Politierechtbank van het kanton, • de korpschef van de lokale politie. Artikel 6: Dit besluit wordt ter kennis gebracht van de provinciegouverneur door middel van de lijst overeenkomstig artikel 252 van het gemeentedecreet.
----------
Agendapunt nr.7: GOEDKEUREN VAN SAMENWERKINGSAKKOORD TECHNICUS- BRANDVOORKOMING BINNEN DE ZONE CENTRUM OOST-VLAANDEREN
DE GEMEENTERAAD
Gelet op artikel 22 van de wet van 8 november 1968 waarin opgenomen is dat elke brandweerdienst op zijn eigen grondgebied de controles dient te doen op de toepassing van de wettelijke bepalingen inzake brandvoorkoming en dat dit dient te gebeuren door een technicus brandvoorkoming; Overwegende dat dit op het grondgebied van de gemeente Zulte dient te gebeuren door de technicus van de territoriaal bevoegde brandweerdienst, dus de brandweerdienst van Deinze; Overwegende dat niet alle korpsen beschikken over meerdere personen die kunnen optreden als technicus brandvoorkoming; Overwegende dat er binnen het korps van Deinze slechts één persoon beschikt over het brevet van technicus brandvoorkoming, zijnde de brandweercommandant; Overwegende dat in geval van (langdurige) afwezigheid door vakantie, ziekte,... deze taak volgens de huidige wetgeving niet kan worden waargenomen door een technicus brandvoorkoming van een ander korps, zelfs niet bij dringende gevallen; Overwegende dat dit probleem kan opgevangen worden door het aangaan van een overeenkomst binnen de brandweerzone Centrum Oost-Vlaanderen waarbij in voorkomend geval een technicus brandvoorkoming kan optreden (na het verkrijgen van een opdracht van de plaatselijke burgemeester en bij afwezigheid van de territoriaal bevoegde technicus brandvoorkoming) op het grondgebied van een andere gemeente; Overwegende dat deze samenwerking eerder uitzonderlijk zal zijn en kosteloos zal gebeuren; Gelet op de besprekingen en goedkeuringen in de technische commissie en het beheerscomité van de brandweerzone Centrum Oost-Vlaanderen; Gelet op het nazicht van deze overeenkomst door de juridische diensten verbonden aan de brandweer Gent; Gelet op de brief d.d. 10 april 2012 waarbij de brandweercommandant vraagt naar de goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst; Overwegende dat verzocht wordt om het dossier te agenderen voor de gemeenteraad van mei 2012; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: Het samenwerkingsakkoord technicus-brandvoorkoming binnen de zone Centrum Oost-Vlaanderen wordt goedgekeurd en als volgt vastgesteld: Artikel 1. Situering Overeenkomstig artikel 220 van de Wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid, worden de brandweerdiensten in brandweer- en reddingsposten ondergebracht, wanneer de Koning vaststelt dat aan bepaalde voorwaarden is voldaan. In afwachting van de vereiste koninklijke besluiten, blijft de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming van toepassing, op grond waarvan de brandweerdiensten georganiseerd worden op basis van Hulpverleningszones. Deze Hulpverleningszones kunnen de hulpverlening organiseren op basis van het beginsel van de snelste adequate hulp.
Artikel 22 van het koninklijk besluit van 8 november 1967 (zoals genoemd in artikel 2 van de Overeenkomst) bepaalt dat elke brandweerdienst, zowel in zijn eigen gemeente als in een andere gemeente van de gewestelijke groep die hij beschermt, controle laat uitoefenen op de toepassing van de wettelijke bepalingen inzake brandvoorkoming door een technicus-brandvoorkoming. Artikel 22bis van hetzelfde besluit voegt daaraan toe dat deze controle kan worden geregeld door middel van een samenwerkingsovereenkomst. Momenteel beschikken niet alle korpsen over meerdere personen welke kunnen optreden als technicus-brandvoorkoming. Voor de goede werking van de korpsen is het dan ook noodzakelijk is dat de technicusbrandvoorkoming kan optreden / werken buiten het grondgebied van zijn korps / post. Artikel 2. Toepasselijke wetgeving Gelet op : • De wet van 31 december 1963 betreffende de civiele veiligheid; • het koninklijk besluit van 8 november 1967 betreffende de organisatie van de brandweerdiensten en meer specifiek op artikel 22 en 22 bis m.b.t. de brandpreventieopdrachten en de uitvoering ervan; • het ministerieel besluit van 16 mei 2000 tot bepaling van de geografische uitgestrektheid van de hulpverleningszones van de provincie Oost-Vlaanderen; • de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid; • het ministerieel besluit van 4 februari 2008 tot oprichting van een beheerscomité met het oog op de uitvoering van de wet van 15 mei 2007 betreffende de civiele veiligheid en tot vaststelling van de samenstelling en de opdrachten ervan; • het koninklijk besluit van 2 februari 2009 tot vaststelling van de territoriale afbakening van de hulpverleningszones. Artikel 3. Definities In de Overeenkomst zullen de hieronder vermelde begrippen de volgende betekenis hebben: Overeenkomst: onderhavige overeenkomst met alle bijlagen, die er integraal deel van uitmaken Zone Centrum Oost-Vlaanderen: hulpverleningszone zoals omschreven in artikel 10bis van de wet van 31 december 1963 betreffende de civiele bescherming, waarvan de geografische uitgestrektheid voor wat de provincie Oost-Vlaanderen betreft, werd vastgesteld bij ministerieel besluit van 16 mei 2000 zoals genoemd in artikel 2 van de Overeenkomst. Beheerscomité: het beheerscomité zoals opgericht bij ministerieel besluit van 4 februari 2008genoemd in artikel 2 van de Overeenkomst. Artikel 4. Voorwerp van de Overeenkomst Deze Overeenkomst heeft als doel de samenwerking van de verschillende preventiediensten van de brandweerdiensten binnen de Zone Centrum Oost-Vlaanderen vast te leggen, wat betreft de mogelijkheid om beroep te doen op een technicusbrandvoorkoming van een ander korps, in afwachting van de definitieve zonevorming. Artikel 5. Technicus-brandvoorkoming De technicus-brandvoorkoming, verbonden aan een post van Zone Centrum OostVlaanderen, zal optreden op het grondgebied van alle gemeenten welke deel uitmaken van Zone Centrum Oost-Vlaanderen, dit wanneer een Partij erom verzoekt. Artikel 6. Informatie-uitwisseling De Partijen verbinden zich er toe de uitwisseling van informatie en gegevens te bewerkstelligen. Zo zal de territoriaal bevoegde brandweerdienst schriftelijk of elektronisch vooraf op de hoogte gebracht worden wanneer de bespreking of het plaatsbezoek door de technicus-brandvoorkoming plaats heeft.
Het door de technicus-brandvoorkoming opgemaakte verslag zal door hem ondertekend worden, alsook door de dienstchef van de territoriaal bevoegde brandweerdienst. De verdere administratieve afhandeling en opvolging van het dossier zal gebeuren door het territoriaal bevoegde korps. Artikel 7. Kosten De Partijen verbinden zich ertoe deze samenwerking binnen Zone Centrum OostVlaanderen kosteloos uit te voeren. Artikel 8. Inwerkingtreding en opzeg De Overeenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop zij werd goedgekeurd door de bevoegde instanties van de verschillende Partijen en zal gelden tot de inwerkingtreding van artikel 220 van de wet van 15 mei 2007 of voor een maximale geldigheidsduur van vijf jaar indien de inwerkingtreding van voornoemd artikel 220 niet geschiedt binnen de vijf jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst. Elke Partij kan de Overeenkomst opzeggen via een aangetekend schrijven met ontvangstmelding gericht aan de andere partijen en mist het respecteren van een opzegtermijn van 3 maanden. De opzegtermijn vangt aan de derde dag na aangetekende verzending. Artikel 9. Kennisgeving Een afschrift van de Overeenkomst zal ter informatie overgemaakt worden aan de - De Minister van Binnenlandse zaken; - De Gouverneur van de provincie Oost-Vlaanderen; - Het Beheerscomité en de technische commissie van de Zone Centrum Oost-Vlaanderen. Artikel 10. Non-discriminatieclausule De Partijen verbinden er zich toe: • geen enkele vorm van discriminatie op grond van het geslacht, nationaliteit, zogenaamd ras, huidskleur, afkomst, nationale of etnische afstamming, leeftijd, seksuele geaardheid, burgerlijke staat, geboorte, vermogen, geloof of levensbeschouwing, politieke overtuiging, taal, huidige of toekomstige gezondheidstoestand, handicap, fysieke of genetische eigenschap of sociale afkomst te dulden; • toegankelijk te zijn voor iedereen; • elk discriminerend gedrag op de werkplaats te voorkomen en indien nodig te bestrijden en te bestraffen; • de wetten en reglementen die de toepassing van de non-discriminatie en gelijke kansen bevorderen en verdedigen na te leven; • indien men beroep doet op derden onderhavige code aan hen ter kennis te brengen en ervoor te zorgen dat ook zij die naleven in de bijdrage die zij leveren in het kader van de Overeenkomst. Artikel 11. Slotbepalingen 1. De Overeenkomst is onderworpen aan en zal geïnterpreteerd worden volgens het Belgisch recht. 2. De rechtbanken van het arrondissement Gent zijn bevoegd om kennis te nemen van betwistingen ontstaan uit of naar aanleiding van de Overeenkomst. 3. De nietigheid of onafdwingbaarheid van één der bepalingen van de Overeenkomst brengt de geldigheid en afdwingbaarheid van de overige bepalingen niet in het gedrang, tenzij dit het evenwicht tussen de wederzijdse rechten en verplichtingen van de Partijen verstoort. In dat geval zullen de Partijen één of meerdere nieuwe bepalingen opnemen in de Overeenkomst, die van inhoud en geest zo nauw mogelijk aansluiten bij de ongeldig geoordeelde bepalingen en hen toelaten, voor zover mogelijk, eenzelfde of gelijkaardig resultaat te bereiken. 4. De Overeenkomst is persoonlijk en mag niet zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere Partijen aan een derde overgedragen worden.
De Overeenkomst kan slechts gewijzigd worden met instemming van alle Partijen, door opmaak en ondertekening door alle Partijen van een nieuwe of aanvullende schriftelijke overeenkomst. Artikel 2: De samenwerkingsovereenkomst treedt in werking op de eerste dag van de maand volgend op de datum waarop zij werd goedgekeurd door de bevoegde instanties van de verschillende Partijen en geldt tot de inwerkingtreding van artikel 220 van de wet van 15 mei 2007 of voor een maximale geldigheidsduur van vijf jaar indien de inwerkingtreding van voornoemd artikel 220 niet geschiedt binnen de vijf jaar na de inwerkingtreding van de Overeenkomst. Artikel 3: Een afschrift van dit besluit wordt overgemaakt aan : • de brandweercommandant van Deinze, Stadionlaan 24, 9800 Deinze • de korpssecretaris van de Brandweer Gent, de heer Didier De Wulf , Botermarkt 1, 9000 Gent • de provinciegouverneur • de minister van binnenlandse zaken.
----------
Agendapunt nr.8: VASTSTELLEN VAN DE GEMEENTELIJKE JAARREKENING 2011, BESTAANDE UIT DE BEGROTINGSREKENING, DE BALANS, DE RESULTATENREKENING EN DE TOELICHTING.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de jaarrekening 2011, opgemaakt door de heer Van Hauwaert Lieven, gemeenteontvanger; Gelet op het omstandig verslag met de bijhorende stukken: de toelichting bij de begrotingsrekening, de toelichting bij de balans- en de resultatenrekening, het formulier T en de nog te innen vastgestelde invorderingsrechten, gevoegd bij de begrotings- en jaarrekening, overeenkomstig artikel 96 en 99 van de nieuwe gemeentewet; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005 en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 174; Gelet op het Koninklijk Besluit d.d. 02 augustus 1990 houdende het Algemeen Reglement op de Gemeentelijke Comptabiliteit inzonderheid artikelen 72 tot en met 79; Gelet op het decreet d.d. 28 april 1993 houdende de regeling voor het Vlaams Gewest in verband met het administratief toezicht van de gemeenten, inzonderheid artikel 15 tot en met 19; Gelet op de vergadering van de gemeenteraadscommissie financiën die plaatsvond op maandag 21 mei 2012; Gelet op de toelichting door schepen Vermeersch die verwijst naar de samenvattende tabel op pag. 230-231 van deel 1. Het eigen dienstjaar 2011 telt een overschot van 2.156.944 euro, zijnde 17% van de ontvangsten. Mei 2011 was reeds een topjaar maar mei 2012 is grand cru. Rekening 2010 In flagrante tegenstelling met verschillende analyses door neutrale personen werd de rekening 2010 vorig jaar door de oppositie voorgesteld als de slechtste ooit. Diezelfde ‘slechte rekening’ werd in een toenmalige analyse van DEXIA (en dit in het bijzijn van secretaris en ontvanger)
geprezen aangezien onze gemeente in de top 5 van de financieel gezondste gemeenten in Vlaanderen behoort. Een studie in het Laatste Nieuws (uitgevoerd door een neutrale professor) situeerde onze financiën tot de top van de regio, de beste van de klas. Schepen Vermeersch citeert : “De financiën van Zulte behoren tot de gezondste van Vlaanderen. De schuldgraad per inwoner daalde in de huidige legislatuur met een derde tot 512 euro per inwoner en bedraagt slechts de helft van het Vlaamse gemiddelde. Voor haar financieel beleid geeft begrotingsspecialist prof. Herman Matthys van de VUB daarom Zulte een stevige 8.5 op 10. De beste van de klas !” Rekening 2011 Waarom een GRAND CRU-jaar ? 1° De voorziene uitgaven zijn verminderd met 11% t.o.v. het oorspronkelijke budget, dit hoofdzakelijk door de beheersing van de werkingskosten (-500.000 euro). Dit bewijst onze voortdurende alertheid en zuinigheid. 2° De evolutie van de inkomsten uit de personenbelasting. Niettegenstaande de aanslagvoeten sedert 1993 ongewijzigd zijn, behoren ze tot de laagste van Vlaanderen. Ondanks het behoud van de 7% op de personenbelasting en de 1000 opcentiemen krijgen we een sterke stijging van onze inkomsten. Deze stijging blijkt structureel te worden. Dit is zeer goed nieuws voor de toekomst. Die structurele stijging is wellicht deels afkomstig van de indexering en wellicht ook deels van het stijgend aantal inwoners en nieuwe woningen. Onze spaarpot (algemeen begrotingsresultaat gewone dienst) is aangegroeid tot 7.726.239 euro. Dit is historisch hoog en dit ondanks de vele investeringen … ook het voorbije jaar. Schepen Vermeersch verwijst naar de commentaar van de financieel beheerder op pag. 35 van deel 2 . “Het investeringsniveau ligt dit jaar op ca 6 miljoen, wat hoger is dan de voorbije jaren. Daarnaast kan ook gesteld worden dat ook de realisatie van het aantal geplande dossiers uitzonderlijk hoog kan genoemd worden gelet op het groot aantal dat voorzien werd.”. Raadslid Herman De Vos verwijst naar het resultaat eigen dienstjaar. Dit is het laagste ooit tijdens de bestaande bestuursperiode (en nog verder). Dit is een belangrijk cijfer. Reeds 2 jaar op rij stijgen de uitgaven sneller dan de inkomsten. Raadslid De Vos vraagt bijzondere aandacht voor de investeringen die met eigen middelen gebeuren. In 2011 werd 1,3 miljoen euro eigen middelen gebruikt om investeringen te doen, dit is het laagste niveau sedert 2003. Het bestuur heeft dus massaal geschrapt in investeringen. De laatste 2 jaar zijn 3,2 miljoen euro investeringen met eigen middelen uitgevoerd. Het college zit met investeringsangst. Dit is geen rekening om trots op te zijn. Schepen Vermeersch stelt dat de investeringen niet zonder meer over de jaren heen vergeleken kunnen worden aangezien de rioleringen volledig uit het pakket verdwenen zijn. Overwegende dat verder geen enkel raadslid een afzonderlijke stemming heeft geëist over één of meer artikelen of posten van de jaarrekening; De burgemeester-voorzitter vraagt de stemming nopens het aannemen over het geheel van de jaarrekening (begrotingsrekening, balans en resultatenrekening) over het dienstjaar 2011. De stemming geeft het volgende resultaat: 8 onthoudingen (VLD) 14 ja-stemmen (CD&V)
BESLUIT:
Artikel 1: De gemeentelijke jaarrekening 2011 is nagezien en wordt aangenomen. Artikel 2: De bovenvermelde stukken zullen voor goedkeuring aan de Bestendige Deputatie van de Provincieraad worden toegestuurd.
Agendapunt nr.9: GOEDKEURING GRATIS GEBRUIK VAN DE GEMEENTELIJKE ZAAL GASTON MARTENSZAAL DOOR KOESTER STICHTING
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het gemeenteraadsbesluit van 24 april 2008 waarbij het gebruikersreglement van de gemeentelijke zalen goedgekeurd werd, meer bepaald artikel 3 waarbij bepaald werd dat alle niet-Zultse verenigingen en niet-gesubsidieerde Zultse inrichtingen onderworpen zijn aan het betalen van een gebruikersvergoeding, volgens vastgelegd tariefreglement; Gelet op het gemeenteraadsbesluit 26 februari 2009 waarbij het tariefreglement voor het gebruik van de gemeentelijke zalen vastgelegd werd voor de periode van 1 januari 2009 tot en met 31 december 2012; Gelet op de aanvraag van dhr. Martin Gilbert, waarin hij een wijnproeving wenst te organiseren op 9 december 2012 in de Gaston Martenszaal, ten voordele van het Kinderkankerfonds Gent en dit in samenwerking met de vereniging Teaterpunt; Gelet op artikel 3, 3. van het tariefreglement waarbij bepaald wordt dat de gemeenteraad voor bepaalde manifestaties met een uitgesproken liefdadig of sociaal doel een afwijking of vrijstelling kan toestaan van de voorziene retributie; Gelet op het gunstige advies van het college van burgemeester en schepenen d.d. 23 april 2012 om deze persoon vrij te stellen van de retributie voor deze dag; Gelet op het Gemeentedecreet, bekrachtigd door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op 31 augustus 2005, inzonderheid artikelen 42, 248 tot 260; Gelet op de omzendbrief d.d. 13 januari 2006 – BA 2006/01 – van de Vlaams Minister van Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering Marino Keulen; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: De goedkeuring wordt verleend aan dhr. Martin Gilbert, om de Gaston Martenszaal wegens sociaal doel gratis te gebruiken op 9 december 2012 voor het organiseren van een wijnproeving ten voordele van het Kinderkankerfonds. Artikel 2: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in art. 251 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
----------
Agendapunt nr.10: HERSTELLINGSWERKEN MUSEUM A. MEHEUS. DE GEMEENTERAAD
Overwegende dat er een inspectie plaatsvond in het museum Adolphe Meheus door Monumentenwacht vzw op 10 december 2009;
Overwegende dat het Museum Adolphe Meheus te kampen heeft met vochtproblemen en er in grote delen van het huis houtaantasting is door insecten en zwammen (houtrot); Overwegende dat op basis van de inspectie door Monumentenwacht vzw een prijsvraag werd gericht om deze problemen aan te pakken; Overwegende dat in het kader van de opdracht “Herstellingswerken museum A. Meheus. ” een bijzonder bestek met nr. 1369 werd opgesteld door Gemeente Zulte; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht wordt geraamd op 20.000 EUR incl. btw; Overwegende dat voorgesteld werd de opdracht te gunnen bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking; Overwegende dat het dossier werd gestart volgens de normale procedure en dat de lastvoorwaarden, uit te nodigen firma’s (27 februari 2012) en goedkeuring gunning (16 april 2012) door het college van burgemeester en schepenen werden goedgekeurd; Overwegende dat de lastvoorwaarden en goedkeuring gunningswijze eigenlijk door de gemeenteraad dienden goedgekeurd te worden daar de uitgave voor deze opdracht werd geraamd op 20.000 EUR incl. btw en voorzien was op de buitengewone dienst; Overwegende dat het dossier voor de herstellingswerken niet ter goedkeuring werd voorgelegd aan de gemeenteraad; Gelet op de hoogdringendheid van de aanpak van de problematiek in het museum Adolphe Meheus; Overwegende dat volgende firma’s werden aangeschreven om deel te nemen aan de onderhandelingsprocedure: - Hydrotec, G. Merchierstraat 44, 9700 Oudenaarde; - Aroo Bio Security Service, Jan Van Renesselaan 39, 2390 Oostmalle; - Van Lierop, De regenboog 1, 2800 Mechelen; Overwegende dat 27 maart 2012 om 11.00 uur werd voorgesteld als uiterste datum voor het indienen van de offertes; Gelet op het feit dat 1 offerte werd ontvangen namelijk van: - Van Lierop, De regenboog 1, 2800 Mechelen voor de som van 13.399 EUR excl. btw of 16.212,79 EUR incl. 21% btw; Gelet op het verslag van nazicht van de offertes van 2 april 2012 opgesteld door Jeugd, Sport & Cultuur; Gelet op het voorstel van de ontwerper om, rekening houdende met voormelde elementen, de werken te gunnen aan de enige bieder nl. Van Lierop, De regenboog 1, 2800 Mechelen tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 13.399 EUR excl. btw of 16.212,79 EUR incl. 21% btw; Gelet op de wet van 24 december 1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 17, § 2, 1° a (limiet van 67.000 EUR excl. btw niet overschreden); Gelet op het koninklijk besluit van 8 januari 1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 120;
Gelet op het koninklijk besluit van 26 september 1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken, en latere wijzigingen, inzonderheid artikel 3, § 2; Gelet op de algemene aannemingsvoorwaarden, opgenomen in de bijlage bij voormeld besluit van 26 september 1996, en latere wijzigingen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, en latere wijzigingen, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gelet op de omzendbrief ABB 2006/19 van 1 december 2006; Overwegende dat de uitgave voor deze opdracht voorzien is in het budget van 2012, op artikel 771/724-60 van de buitengewone dienst en dat de financiering gebeurt met eigen middelen; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: De gemeenteraad gaat akkoord met de lastvoorwaarden en gunningswijze en de gunning voor de herstellingswerken van het museum Adolphe Meheus: - Goedkeuring wordt verleend aan het bijzonder bestek met nr. 1369 en de raming voor de opdracht “Herstellingswerken museum A. Meheus. ”, opgesteld door Gemeente Zulte. De lastvoorwaarden worden vastgesteld zoals voorzien in het bijzonder bestek en zoals opgenomen in de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten. De raming bedraagt 20.000,00 EUR incl. btw. - Bovengenoemde opdracht wordt gegund bij wijze van de onderhandelingsprocedure zonder bekendmaking. - Aan Van Lierop, De regenboog 1 te 2800 Mechelen wordt de opdracht “Herstellingswerken museum A. Meheus. ” toegewezen, tegen het nagerekende inschrijvingsbedrag van 13.399 EUR excl. btw of 16.212,79 EUR incl. 21% btw. De uitvoering dient te gebeuren overeenkomstig de lastvoorwaarden vastgelegd in het bijzonder bestek met nr. 1369. Artikel 2: Deze beslissing is slechts uitvoerbaar onder voorbehoud van het visum van de financieel beheerder. Artikel 3: De uitgave voor deze opdracht is voorzien in het budget van 2012, op artikel 771/724-60 van de buitengewone dienst.
----------
Agendapunt nr.11: BEGRAAFPLAATSEN: VOORTIJDIGE BEËINDIGING VAN CONCESSIE OP VRAAG VAN BETROKKEN CONCESSIEHOUDER DE GEMEENTERAAD
Gelet op de schriftelijke aanvraag d.d. 1 april 2011 tot beëindiging van grafconcessie nr. 224 die op 18 februari 1961 verstrekt werd voor een duur van 100 jaar op de begraafplaats te Machelen (oud kerkhof) voor Prosper De Clercq; Overwegende dat de gemeenteraad op schriftelijk verzoek van de concessiehouder een concessie voortijdig kan beëindigen; Overwegende dat de vraag uitgaat van de dochter van de overledene; Met algemene stemmen;
BESLUIT:
Enig artikel: Bovenvermelde grafconcessies ten gunste van Prosper De Clercq wordt voortijdig beëindigd op schriftelijk verzoek van de dochter van de overledene.
----------
Agendapunt nr.12: UITBRENGEN ADVIES NOPENS DE REKENING OVER HET DIENSTJAAR 2011 VAN DE KERKFABRIEK SINT MICHIEL, CORNELIUS EN GHISLENUS MACHELEN.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de rekening van de Kerkfabriek SINT MICHIEL, CORNELIUS EN GHISLENUS MACHELEN met de daarbijgevoegde bewijsstukken, opgemaakt voor het dienstjaar 2011, afsluitend met een batig saldo van 12.752,09 EUR voor exploitatie en een nul-saldo voor investeringen; Overwegende dat de uitgaven in het investeringsbudget deels gefinancierd werden met eigen middelen van de kerkfabriek, deels met een overboeking vanuit het exploitatiebudget; Overwegende dat de voorziene gemeentelijke investeringstoelage slechts in 2012 werd opgevraagd (deel 1 van airco-verwarmingsinstallatie in de Raveelkapel), doordat ook de investeringsuitgave slechts later werd betaald; Overwegende dat er in deze rekening geen toelage van de gemeente werd ingeschreven voor de exploitatie-kosten; Gelet op de bijhorende bewijsstukken waarbij een verklarende nota bij de rekening 2011, de inventaris met de activa en passiva, de kastoestand op datum van 31 december 2011, de nodige investeringsfiches en een lijst van alle pachters en huurders; Overwegende dat op 2 mei 2012 ontbrekende stukken werden opgevraagd, nl. het voorblad van de rekening en een overzicht van 1 effectendossier; Gelet op de correcte aanvullingen ons overgemaakt op 7 mei 2012 door de voorzitter van de kerkfabriek; Gelet op het decreet van 07 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten, inzonderheid artikelen 54, 5, 61 §2 en 62 §3; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 13 oktober 2006 inzake het algemeen reglement op de boekhouding van de besturen van de erediensten, inzonderheid de artikelen 28 tot en met 44;
Gelet op het Ministerieel besluit d.d. 27 november 2006 waarbij de modellen van de boekhouding van de besturen van de eredienst worden voorgesteld ; Gelet op de omzendbrief van het Vlaams Ministerie d.d. 12 januari 2007 betreffende de boekhouding van de besturen van de eredienst; Gelet op de omzendbrief van het Vlaams Ministerie d.d. 18 juli 2008 betreffende de wijzigingen van de regelgeving van het financieel beheer, de verwerking van de overschotten en tekorten in het budget, de verwerking van de overschotten/tekorten in het meerjarenplan en de wijzigingen in de modellen; Gelet op het Gemeentedecreet d.d. 15 juli 2005 ;
BESLUIT:
Artikel 1: Adviseert gunstig de rekening over het dienstjaar 2011 van de Kerkfabriek SINT MICHIEL, CORNELIUS EN GHISLENUS MACHELEN. Artikel 2: Dit advies van de gemeenteraad wordt overgemaakt aan de heer Provinciegouverneur voor goedkeuring, conform artikel 55 §2 van het decreet van 7 mei 2004 betreffende de materiële organisatie en werking van de erkende erediensten. Artikel 3: Samen met het advies worden de aanvankelijk ontbrekende stukken meegestuurd naar de toezichthoudende overheden: de provinciegouverneur en het bisdom.
---------Raadslid Hendrik De Waele verlaat de gemeenteraad. ----------
Agendapunt nr.13: KENNISNAME VAN DE AGENDA VAN DE ALGEMENE VERGADERING OP 22 JUNI 2012 VAN DE FINANCIERINGSINTERCOMMUNALE FIGGA EN AANDUIDEN VERTEGENWOORDIGER EN PLAATSVERVANGEND VERTEGENWOORDIGER.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het feit dat de gemeente aangesloten is voor de energievoorziening bij Gaselwest en aangesloten is bij de zuivere financieringsvereniging Figga; Gelet op het feit dat de gemeente wordt opgeroepen deel te nemen aan de algemene vergadering van Figga die bijeengeroepen wordt op 22 juni 2012 per aangetekend schrijven van 24 april 2012; Overwegende dat de agenda van voormelde algemene vergadering volgende punten bevat : 1.
Afsluiting boekjaar 2011 a. Verslag van de Raad van Bestuur b. Goedkeuring jaarrekening, balans per 31/12/2011 en winstverdeling c. Verslag van de commissaris d. Kwijting van de bestuurders e. Kwijting van de commissaris
2. 3.
Verslaggeving VID Statutaire benoemingen en mededelingen
Overwegende dat de gemeenteraad het stemgedrag van zijn vertegenwoordiger op de algemene vergadering bepaalt; Overwegende dat het verslag van de raad van bestuur een getrouwe weergave is van de activiteiten die Figga in 2011 heeft ontwikkeld en deze activiteiten in overeenstemming zijn met het ondernemingplan van Figga dat door de algemene vergadering van 22 juni 2007 is goedgekeurd; Overwegende dat de raad van bestuur op 20 april 2012 de resultatenrekening voor het boekjaar 2011, de balans op 31 december 2011 en de winstverdeling heeft opgemaakt; Overwegende dat de jaarrekening 2011 en de balans per 31 december 2011 een getrouwe weergave is van de financiële resultaten voor het boekjaar 2011 en de commissaris een verslag heeft opgemaakt over zijn controlewerkzaamheden, zonder voorbehoud; Overwegende dat de winstverdeling een getrouwe uitvoering is van de statutaire bepalingen; Gelet op de documenten die bij de oproeping zijn gevoegd; Gelet op het gemeentedecreet; Gaat over tot de geheime stemming voor de aanduiding van de vertegenwoordiging van onze gemeente op deze buitengewone algemene vergadering: 21 raadsleden nemen aan de stemming deel; 21 stembiljetten worden neergelegd; De opening der stembiljetten geeft volgende uitslag : Schepen Luc Millecamps bekomt 14 stemmen en raadslid Tony Bouckaert bekomt 7 stemmen als vertegenwoordiger; Raadslid Ives Claeys bekomt 14 stemmen en raadslid Patricia Den Tandt bekomt 7 stemmen als plaatsvervangend vertegenwoordiger;
BESLUIT:
Artikel 1: Na onderzoek van de documenten die bij oproeping van 24 april 2012, zijn goedkeuring te hechten aan de agenda en elk van de afzonderlijke punten van de agenda van de algemene vergadering van Figga van 22 juni 2012: 1.
2. 3.
Afsluiting boekjaar 2011 a. Verslag van de Raad van Bestuur b. Goedkeuring jaarrekening, balans per 31/12/2011 en winstverdeling c. Verslag van de commissaris d. Kwijting van de bestuurders e. Kwijting van de commissaris Verslaggeving VID Statutaire benoemingen
Artikel 2: Keurt het verslag van de raad van bestuur, de jaarrekening 2011, de balans per 31 december 2011 en de winstverdeling goed. Beslist kwijting te verlenen aan de bestuurders en de commissaris voor hun werkzaamheden gedurende het boekjaar 2011. Artikel 3: Schepen Luc Millecamps wonende te 9870 Zulte, Kerselarenlaan 24, aan te duiden als vertegenwoordiger en raadslid Ives Claeys wonende te 9870 Zulte, Olsenestraat 172, aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente om deel te nemen aan de algemene vergadering van Figga op vrijdag 22 juni 2012.
Zij worden opgedragen hun stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in onderhavig raadsbesluit. Artikel 4: Het college van burgemeester en schepenen te belasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en er onder meer kennis van te geven aan het secretariaat van het intergemeentelijk samenwerkingsverband Figga, p/a Ravensteingalerij 4 bus 2 , 1000 Brussel, t.a.v. de heer Lieven Ex. Artikel 5: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in art. 251 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
---------Raadslid Hendrik De Waele komt terug binnen op de gemeenteraad. Schepen Eric Vermeersch verlaat de gemeenteraad. ----------
Agendapunt nr. 14: KENNISNAME VAN DE AGENDA VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN DE INTERGEMEENTELIJKE OPDRACHTHOUDENDE VERENIGING VOOR HUISVUIL– VERWERKING MEETJESLAND (IVM) OP WOENSDAG 20 JUNI 2012 EN AANDUIDEN VERTEGENWOORDIGER EN PLAATSVERVANGENDE VERTEGENWOORDIGER OM DEEL TE NEMEN AAN DIE ALGEMENE VERGADERING.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op het aangetekend schrijven van I.V.M. van 19 april 2012 inzake de uitnodiging tot de algemene vergadering van 20 juni 2012; Gelet op de dagorde voor de algemene vergadering van de I.V.M. van 20 juni 2012, vastgesteld door de Raad van Bestuur in zijn zitting van 17 april 2012; Gelet op het decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking; Gelet op de statuten van de I.V.M., inzonderheid op artikel 30 bis; Gelet op het artikel 44, 1ste en 3de alinea van het Decreet van 6 juli 2001 houdende de intergemeentelijke samenwerking, waarbij bepaald wordt dat de gemeenten-vennoten hun vertegenwoordigers op een algemene vergadering van een intercommunale vereniging bij gemeenteraadsbesluit dienen aan te wijzen uit de leden van de gemeenteraad en dat dergelijke benoemingsprocedure met de vaststelling van het mandaat van de vertegenwoordiger dient te worden herhaald voor elke algemene vergadering; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 25 januari 2007 waarbij raadsleden Sofie Dierick en Marc Devlieger, respectievelijk als eerste en tweede bestuurder bij de I.V.M. werden voorgedragen en de beslissing van de Algemene Vergadering van de I.V.M. van 28 maart 2007 houdende de benoeming; Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 22 maart 2012 waarbij naar aanleiding van het ontslag van raadslid Sofie Dierick uit I.V.M., de heer Ives Claeys en mevrouw Rosanne Buyle, respectievelijk als eerste bestuurder en eerste plaatsvervangend bestuurder bij de I.V.M. werden voorgedragen;
Gelet op het telefonisch onderhoud d.d. 15 mei 2012 waarin door I.V.M. bevestigd wordt dat er een onverenigbaarheid is tussen het mandaat van effectief bestuurder en de aanduiding als vertegenwoordiger op de Algemene Vergadering; Overwegende dat schepen Buyle op vandaag van rechtswege het mandaat van 1ste bestuurder daadwerkelijk bekleedt; Overwegende dat raadslid Ives Claeys –onder voorbehoud van goedkeuring- op de Algemene Vergadering als 1ste bestuurder benoemd zal worden; Overwegende dat de gemeenteraad aldus noch schepen Buyle noch raadslid Claeys als vertegenwoordiger kan aanduiden voor de Algemene Vergadering van 20 juni e.k.; Overwegende dat de benoeming opgenomen is op de agenda van de algemene vergadering; Gaat over tot de geheime stemming : 21 raadsleden nemen aan de stemming deel; 21 stembiljetten worden neergelegd; De opening der stembiljetten geeft volgende uitslag : Schepen Stijn Van de Wiele bekomt 13 stemmen en raadslid Simon Lagrange bekomt 8 stemmen als vertegenwoordiger; Raadslid Flor Ruttyn bekomt 13 stemmen en raadslid Hendrik De Waele bekomt 8 stemmen als plaatsvervangend vertegenwoordiger;
BESLUIT:
Artikel 1: Kennis te nemen van de agenda voor de Algemene vergadering van I.V.M. op woensdag 20 juni 2012 en goedkeuring te verlenen aan het totaal van de volgende punten waarover een beslissing moet genomen worden: 1. Verslag van het directiecomité over de werking van de intergemeentelijke vereniging met inbegrip van de belangrijke actuele dossiers. 2. Verslag van de commissaris 3. Verslag van de raad van bestuur 4. Goedkeuring jaarrekening per 31.12.2011 5. Verlenen van kwijting aan de bestuurders en de commissaris 6. Benoeming bestuurder en plaatsvervangend bestuurder gemeente Zulte naar aanleiding van het ontslag van mevr. Sofie Dierick 7. Varia. - project ‘zwerfvuilarme gemeente’: toelichting bevraging door studenten HoGent. Artikel 2: Schepen Stijn Van de Wiele wonende te 9870 Zulte, Vaartstraat 29, aan te duiden als vertegenwoordiger en raadslid Flor Ruttyn, wonende te 9870 Zulte, Waalstraat 201, aan te duiden als plaatsvervangend vertegenwoordiger van de gemeente om deel te nemen aan de zitting van de Algemene vergadering van I.V.M. op woensdag 20 juni 2012. Zij worden opgedragen hun stemgedrag af te stemmen op de beslissingen genomen in onderhavig raadsbesluit. Artikel 3: Iedere (plaatsvervangende) vertegenwoordiger beschikt voor de Algemene vergadering van I.V.M. op 20 juni 2012 over 14.611 stemmen. Artikel 4: Het College van Burgemeester en Schepenen te belasten met de uitvoering van de hierbij genomen beslissing en er onder meer kennis van te geven aan de voorzitter van de intercommunale IVM.
Artikel 5: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in art. 251 § 1 en 252 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
---------Schepen Eric Vermeersch komt terug binnen op de gemeenteraad. ----------
Agendapunt nr. 15: GOEDKEURING STATUTENWIJZIGING VOLKSHAARD EN AANDUIDEN VERTEGENWOORDIGER VOOR DE ALGEMENE VERGADERINGEN.
DE GEMEENTERAAD
Gelet op de uitnodiging van Volkshaard CVBA voor de gewone en buitengewone algemene vergadering die plaatsvindt op dinsdag 29 mei 2012; Gelet op het verzoek om de bijgevoegde statutenwijziging op de eerstvolgende gemeenteraad te agenderen en om een vertegenwoordiger aan te duiden voor beide algemene vergaderingen; Gelet op het ontwerp van statutenwijziging dat door de sociale huisvestigingsmaatschappij aan de gemeente werd overgemaakt per brief; Overwegende dat in het nieuwe erkenningsbesluit voor sociale huisvestingsmaatschappijen ondermeer bepaald werd dat elke sociale huisvestingsmaatschappij de modelstatuten opgelegd door de Vlaamse Regering dient aan te nemen. Dit houdt ondermeer in dat de vennootschap het sociaal oogmerk dient aan te nemen; Gelet op het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, inzonderheid artikels 42 en 43, betreffende de bevoegdheden van de gemeenteraad, en latere wijzigingen; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 24 november 2006 betreffende de inwerkingtreding van sommige bepalingen van het gemeentedecreet van 15 juli 2005 en ter uitvoering van artikel 160 en 179 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005; Gaat over tot de geheime stemming voor de aanduiding van de vertegenwoordiger: 22 raadsleden nemen aan de stemming deel; 22 stembiljetten worden neergelegd; De opening der stembiljetten heeft volgende uitslag: Luc Millecamps bekomt 14 stemmen en Philippe Van Steenberghe bekomt 8 stemmen;
BESLUIT:
Artikel 1: De voorgestelde statutenwijziging van Volkshaard CVBA wordt goedgekeurd. Artikel 2: Luc Millecamps wonende te 9870 Zulte, Kerselarenlaan 24 wordt aangeduid als afgevaardigde van de gemeente op de beide Algemene vergaderingen d.d. 29 mei 2012 van Volkshaard CVBA en wordt gevolmachtigd om in naam van de gemeente deel te nemen aan alle beraadslagingen en stemmingen, alle notulen, de aanwezigheidslijst en andere documenten te ondertekenen en in het algemeen alles te doen wat nodig is om de belangen van de gemeente te behartigen op deze vergadering.
Artikel 3: Afschrift van dit besluit wordt aan CVBA Volkshaard, Ravensteinstraat 12 te 9000 Gent overgemaakt. Artikel 4: Dit besluit wordt ook ter kennis gebracht van de heer Provinciegouverneur, door middel van de lijst bedoeld in artikel 251 § 1 van het gemeentedecreet van 15 juli 2005.
----------
Agendapunt nr.16: AANGEVRAAGD DOOR RAADSLID SALLY COSIJNS: STAND VAN ZAKEN BETREFFENDE HET ORGANISEREN VAN EEN STEMBUREAU IN HET RUSTHUIS Raadslid Sally Cosijns heeft in de raad van juni 2009 de vraag gesteld of de mogelijkheid bestaat om een stembureau in te richten in het rusthuis te Zulte. Op deze manier krijgen de niet meer mobiele rusthuisbewoners, die noodgedwongen een volmacht verlenen, de kans zelf hun stem uit te brengen. Tot op heden heeft het raadslid hierop nog geen definitief antwoord gekregen. Zij herhaalt dan ook haar verzoek. De burgemeester antwoordt dat de dienst het verzoek om uitéénlopende argumenten negatief geadviseerd heeft : • Impliceert wijziging van oproeping van kiezers. Gebeurt nu alfabetisch per deelgemeente. Bij geografische indeling van de kiezerslijsten dient software volledig aangepast te worden. • Is slechts zinvol indien inwoners ook daadwerkelijk gedomicilieerd zijn in het rusthuis (is niet altijd het geval) aangezien de oproeping op basis van domicilie gebeurt. • Biedt geen oplossing voor mindervaliden of kiezers die minder mobiel zijn & nog thuis wonen. • Is organisatorisch niet haalbaar om stembureau(s) te organiseren in het rusthuis zelf (bij gebrek aan vrije ruimte, tijd voorafgaand nodig voor opbouw-afbouw, …) • Quid andere seniories op ons grondgebied? Raadslid Sally Cosijns vraagt of geen specifieke ondersteuning kan geboden worden aan minder mobiele kiezers waardoor deze makkelijker het stembureau kunnen bereiken, bv. door het inschakelen van de minder mobielencentra, vrijwilligers,… De burgemeester antwoordt dat de administratie daartoe een onderzoek zal stellen en een voorstel (bv. ahv inschrijvingen) zal formuleren tegen de komende zitting van de gemeenteraad. Raadslid Lagrange antwoordt dat dit voorstel door de oppositie ondersteund wordt.
----------
Bijkomend agendapunt nr.1: VRAAG BETREFFENDE DE STAND VAN ZAKEN PROBLEMEN BIJ WEGDEK WARANDESTRAAT. Raadslid Philippe Van Steenberghe stelt vast dat er opnieuw herstellingswerken worden uitgevoerd in de Warandestraat. Er zijn hier reeds verschillende herstellingswerken uitgevoerd. Tijdens een interpellatie in oktober 2010 ging het bestuur er van uit dat het probleem van de verzakkingen definitief van de baan was. Wat is er hier aan de hand ? Op vandaag werd in overleg met TMVW een bestek uitgewerkt waarbij de opdracht geraamd wordt op 54.000 euro excl. BTW. Het probleem doet zich voor t.h.v. de aansluiting met de
verkaveling in de Leeuwerikstraat. Uit het bestek blijkt dat sprake is van een relining (kous) over een lengte van 100 meter en van het uitfrezen van wortels & andere obstakels. De vraag rijst of het probleem niet structureel is. De burgemeester antwoordt dat de werken uitgevoerd worden op advies van TMVW en dat hij hoopt op een definitieve oplossing. Raadslid Van Steenberghe stelt zich vragen bij de expertise van TMVW.
----------
Bijkomend agendapunt nr.2: VRAAG AAN HET COLLEGE I.V.M. DE KOSTPRIJS VOOR AFVALVERWERKING. Raadslid Philippe Van Steenberghe heeft tijdens een vergadering van IVM op 20 april in Eeklo vastgesteld dat er wijzigingen op til zijn die betrekking hebben op de kostprijs van de afvalverwerking. Vanaf maart 2013 zou er een prijs moeten betaald worden op het containerpark voor bepaalde zaken. De intentie zou ook bestaan om een gelijke prijs te bepalen voor de huisvuilzak in de ganse intercommunale. Voor Zulte zou dit zeker om een meerprijs gaan. Mogelijks zouden aan ons pas heringericht containerpark kostelijke aanpassingen moeten gebeuren. Raadslid Van Steenberghe vraagt wat hiervan aan is. Schepen Van de Wiele antwoordt dat de ev. wijzigingen voortvloeien uit het nieuw materialendecreet en –besluit en dat het bestuur weinig vat heeft op nieuwe reglementering. Midden juni wordt hieromtrent een infovergadering georganiseerd en vermoedelijk zal dan bijkomende informatie verstrekt worden. Schepen Van de Wiele stelt voor om voorlopig af te wachten. Het punt is ook reeds geagendeerd voor de komende milieuraad. De termijn voor het invoeren van de reglementering zal vermoedelijk ook verdaagd worden van maart 2013 naar juli 2013 (of later). Het is nu niet het moment om definitieve standpunten in te nemen over de principe van de gelijke prijs voor de huisvuilzak. Dit kadert in een totaalverhaal – concept voor de toekomst. Raadslid Van Steenberghe merkt op dat de meeste deelnemers aan de vergadering gewonnen waren voor een uniforme prijszetting voor de huisvuilzak. Hij stelt dat dit een aantasting van de gemeentelijke autonomie kan inhouden. Raadslid Marc Devlieger merkt op dat de prijs voor de huisvuilzak gemiddeld iets hoger ligt in de meeste deelnemende gemeenten (tussen 1,25 & 1,30 euro). Het is aan de volgende bewindsploeg om hierover een beslissing te nemen.
----------
Bijkomend agendapunt nr.3: VRAAG BETREFFENDE WATEROVERLAST OP TERREIN WAALMEERS. Raadslid Sophie Delaere stelt dat de terreinen op domein Waalmeers weinig of niet waterdoorlatend zijn bij aanhoudende regenval. De terreinen staan voor een groot deel nat met als gevolg dat ze moeilijk / nauwelijks bespeelbaar zijn. Raadslid Delaere vraagt hoe de gemeente hieraan zal verhelpen. Sommige afvoerbuizen zitten onder het water. Ze vraagt of er geen technisch probleem aan de oorzaak ligt. De burgemeester antwoordt dat er begin maart een overleg geweest is met de firma Lavaert die de betrokken werken heeft uitgevoerd. In uitvoering van het overleg worden in elk geval 2
bijkomende drainagebuizen voorzien. Bij bugetwijziging wordt een bijkomend budget voorzien van 10.000 euro voor bijkomende werken op domein Waalmeers (o.a. bijkomende drainage). Het probleem kan niet vroeger aangepakt worden aangezien het voetbalseizoen nog lopende was/is en dat het budget slechts bij 1ste budgetwijziging (gemeenteraad 21 juni 2012) kan voorzien worden. De werken zullen zo spoedig mogelijk na de budgetwijziging worden uitgevoerd. In eigen beheer zullen ook een aantal grachten uitgemaakt worden. Raadslid Delaere vraagt of de firma die de werken heeft uitgevoerd hieromtrent geen waarborg heeft geboden. De firma wist dat de terreinen waterziek waren. Raadslid Delaere vraagt of er een voorafgaande studie van de waterhuishouding heeft plaatsgevonden en zo ja, wat hiervan de resultaten waren. Deze vraag wordt overgemaakt aan de dienst voor nazicht en antwoord.
----------
Namens de gemeenteraad: (get.) Sylvie Bohez Secretaris
(get.) Henk Heyerick Burgemeester-voorzitter Voor eensluidend uittreksel
Sylvie Bohez Secretaris
Henk Heyerick Burgemeester