Verseonnummer 2075438 Dagmail 22 december 2011
Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling N. Maaskant Telefoon (036) 036-5277739 Fax (036)
[email protected] Stadhuisplein 1 Postbus 200 1300 AE Almere Telefoon 14 036 Fax (036) 539 99 12
Aan de raad van de gemeente Almere
E-mail
[email protected] www.almere.nl
Onderwerp: Haalbaarheidsonderzoek Alfacheque 2011
Geachte raad, In het voorjaar 2011 heeft u een presentatie over de zogenaamde Alfacheque gekregen. Vervolgens hebben wij u op 14 juni 2011 per raadsbrief geïnformeerd over de start van een haalbaarheidsonderzoek naar de Alfacheque door adviesbureau BMC. Hieronder informeren wij u over de uitkomsten van dit onderzoek. Ter inleiding het volgende. Wat is de alfacheque? De alfacheque is een betaalmiddel aan alfahulpen in de zorg, met name bij hulp in het huishouden (HH), voor mensen die daartoe zelf beperkt in staat zijn. De gemeente geeft hiervoor indicaties af in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Als mensen een indicatie hebben voor Hulp bij het huishouden, dan kan dat verstrekt worden in de vorm van Zorg in Natura (ZIN) en in de vorm van een Persoonsgebonden budget (PGB). Mensen kiezen zelf wat ze het liefste willen. Bij een PGB krijgen mensen geld om een hulp zelf in te huren en worden ze dus werkgever. Als burgers dat wensen kunnen zij (administratieve) ondersteuning krijgen bij het vervullen van deze werkgeversrol. In Almere zijn hiervoor drie servicebureaus actief. Om het PGB nog gemakkelijker te maken voor mensen is de alfacheque bedacht. Degene met een indicatie voor zorg, krijgt dan alfacheques toegestuurd en daarmee kan men de hulp betalen. Alleen de gewerkte uren worden zo betaald en de verantwoording achteraf vervalt. Net zoals bij de servicebureaus horen bij het systeem van de alfacheque een bemiddelingsfunctie, een kassiersfunctie en een informatiefunctie. Dat moet worden georganiseerd in een aparte uitvoeringsorganisatie buiten de gemeente, in opdracht van de gemeente. Het onderzoek richt zich op de vraag: “wat valt hiermee te winnen in Almere en is het haalbaar?”
Datum 20 december 2011 Uw brief van/kenmerk
Ons kenmerk
Bijlagen: Collegebesluit Rapport Haalbaarheidsonderzoek
De belangrijkste conclusies uit het voorliggende haalbaarheidsonderzoek zijn: - invoering van de alfacheque is haalbaar. - er is op termijn een besparing mogelijk van € 160.000 per jaar. - budgettair neutrale exploitatie is op termijn te realiseren en afhankelijk van het te bereiken volume zorguren. - invoering van de alfacheque past binnen de visie van de gemeente Almere op het gebied van wijkgericht werken, re-integratie en activering. - er is een verbreding mogelijk naar andere flankerende voorzieningen. - implementatie is mogelijk in het eerste kwartaal 2012. BMC doet de volgende aanbevelingen: 1. Maak afspraken over de dekking van aanloopverliezen. 2. Kies de juiste partner in uitvoering. 3. informeer zorgaanbieders bij de aanvang van nieuwe contracten HH1. Bestuurlijke reactie op het rapport. In systematiek en visie delen we de conclusies ten aanzien van de invoering van een systeem van vouchers of cheques. We zien tevens de mogelijkheid van verbreding naar andere flankerende voorzieningen. De conclusies en aanbevelingen ten aanzien van de implementatie en mogelijke besparingen delen wij niet, omdat de aannames gebaseerd zijn op een werkelijkheid die sneller aan het veranderen is en complexer is dan BMC schetst. Dit vraagt om nader onderzoek naar de mogelijkheden van implementatie. Het vervolg Wij zullen de scenario’s voor implementatie uitwerken in samenhang met de evaluatie van de Activeringscentra en de ontwikkelingen rond het thema “Wmo meets WWB”. Tevens komen dan in beeld de relevante ontwikkelingen rond de transities van jeugdzorg, AWBZ en Wet Werken naar Vermogen. De verwachting is dat wij u eind mei 2012 nader kunnen informeren c.q. consulteren. De volledige rapportage van BMC hebben wij heden ter inzage naar de griffie gestuurd. Hoogachtend, burgemeester en wethouders van Almere,
de secretaris, A.J. Grootoonk
de burgemeester, A. Jorritsma - Lebbink
Datum 20 december 2011 Ons kenmerk
Pagina 2/2
Haalbaarheidsonderzoek naar meerwaarde Alfacheque
Conceptrapport, eindversie Gemeente Almere
BMC oktober 2011 J.A. Braam E.H. van der Wiel Projectnummer: 012370 Correspondentienummer: NR-2510-52298
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
INHOUD HOOFDSTUK 1
INLEIDING
3
HOOFDSTUK 2
DE MANAGEMENTSAMENVATTING
4
HOOFDSTUK 3
DE ONDERZOEKSVRAAG
6
HOOFDSTUK 4
DE OMGEVING
7
HOOFDSTUK 5
HET BELEIDSCONCEPT VAN DE ALFACHEQUE
9
HOOFDSTUK 6
DE PRODUCTEN
11
HOOFDSTUK 7
VRAAG EN AANBOD
13
7.1
Wmo-klanten (vraag)
13
7.2
Alfahulpen (aanbod)
13
HOOFDSTUK 8
DE TOEGEVOEGDE WAARDE VAN DE ALFACHEQUE
15
8.1
Beleidsmatig
15
8.2
Financieel
17
HOOFDSTUK 9
DE ONDERNEMING: DE UITVOERINGSORGANISATIE
19
9.1
Bemiddelingsfunctie
19
9.2
Kassiersfunctie
19
9.3
Conclusie ten aanzien van uitvoeringsorganisatie
20
HOOFDSTUK 10
ONDERZOEK NAAR VOLUME EN GROEIPOTENTIE
21
HOOFDSTUK 11
BENODIGDE PRODUCTIEMIDDELEN/ORGANISATIE
23
11.1
Personeel/inzet SW
23
11.2
ICT
23
11.3
Financiering
23
11.4
Exploitatie Alfacheque
24
11.5
Kostprijs
24
11.6
Kosten van implementatie
24
11.7
Gemeentelijke besparingen
25
HOOFDSTUK 12
PLANNING
27
HOOFDSTUK 13
RISICOPARAGRAAF
28
1/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
HOOFDSTUK 14
CONCLUSIE EN AANBEVELINGEN
30
14.1
Conclusie
30
14.2
Aanbevelingen
31
HOOFDSTUK 15
SLOT
32
BIJLAGE 1
GEHOUDEN INTERVIEWS
33
2/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 1 Inleiding Zoals u weet hebben gemeenten de plicht om burgers bij een indicatie voor Hulp bij het Huishouden (HbH) te laten kiezen tussen: • een financiële vergoeding voor een alfahulp; • het klassieke persoonsgebonden budget (PGB); • zorg in natura. Sinds de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) ten aanzien van HbH per 1 januari 2010 is gewijzigd, mogen zorgaanbieders geen alfahulpen meer inzetten voor het leveren van een voorziening in natura. Door deze wetswijziging zijn veel gemeenten op zoek naar alternatieve manieren om de systematiek van de alfahulpdienstverlening te kunnen continueren. Dat levert de klant meer regie en vrijheid op. De druk op de gemeentelijke Wmo-budgetten zorgt er daarnaast voor dat gemeenten op zoek zijn naar kostenbesparingen binnen het geheel van de Wmo-uitgaven. Het beleidsconcept van de Alfacheque, zoals dat in Tilburg en omstreken is neergezet, voorziet daarin. U hebt in Almere, op verzoek van de gemeenteraad, besloten dit concept op haalbaarheid voor Almere te laten onderzoeken. Bij de ambtelijke voorbespreking van het onderzoek zijn daarbij twee aandachtspunten genoemd. Ten eerste de ontwikkelingen op gebied van re-integratie en participatie die de mogelijkheden van de Alfacheque kunnen benutten voor inzet van werklozen en voor wijkgerichte hulp bij participatie. Om deze reden wilt u de mogelijkheid laten onderzoeken om de uitvoering bij de gemeente zelf te laten plaatsvinden. Ten tweede zijn er al alternatieve vormen van financiële vergoeding voor alfahulp aanwezig. Toch wordt nog te veel gekozen voor zorg in natura. U vraagt ons nadrukkelijk bij het onderzoek de verschillen in de mogelijkheden tussen de bestaande vormen en de systematiek van de Alfacheque te onderzoeken. De gewenste planning voor het project is als volgt: • juli/augustus 2011: opstellen concepthaalbaarheidsonderzoek; • eind september 2011: rapport haalbaarheidsonderzoek voor het college; • november 2011: besluitvorming door de gemeenteraad.
3/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 2 De managementsamenvatting Almere wil mogelijk de Alfacheque toevoegen aan het Wmo-verstrekkingenpakket. BMC is gevraagd onderzoek naar de haalbaarheid daarvan. Hoofdvraag van het onderzoek is geweest: Welke toegevoegde waarde heeft de Alfacheque ten opzichte van het Almeerse beleid en voorzieningenniveau? Het haalbaarheidsonderzoek wijst uit dat het Wmo-bestand voor de HbH1 en de PGB meer dan voldoende potentie/mogelijkheden biedt om de Alfacheque in te voeren. Met gericht beleid en concrete pr-/marketingactiviteiten is binnen twee jaar een volume haalbaar van 170.000 zorguren. Op welke termijn de Alfacheque qua exploitatie budgettair neutraal uitgevoerd kan gaan worden, is echter volledig afhankelijk van de snelheid waarmee het te bereiken volume gehaald wordt. Uitgaande van enkele geformuleerde beleidsdoelstellingen (zie hoofdstuk 10) kan binnen twee jaar, buiten de effecten van het PGB-voorkeursbeleid, een extra besparing door de Alfacheque worden behaald van ! 160.000,— op de Wmo. Daarmee wordt een oplossing geboden voor de financiële taakstelling die in de komende jaren voor de Wmo is opgelegd. Naast de financiële besparingsmogelijkheden zijn er voor Almere nadrukkelijk andere argumenten om over te gaan tot implementatie van de Alfacheque. De dienstverlening wordt namelijk uitgebreid met een nieuw product, waarbij de klant centraal staat en de regie door de klant wordt bevorderd. De meerwaarde ten opzicht van de bestaande dienstverlening door de servicebureaus is tweeledig. • De fysieke cheque biedt, zonder betalingsrompslomp, specifieke voordelen en is de serviceverlening meer dan de meeste servicebureaus bieden. • Het instrument wordt door de gemeente zelf aangeboden en niet op vrijblijvende basis door een derde partij, onafhankelijk van de gemeente. Tijdens dit haalbaarheidsonderzoek is duidelijk geworden dat de systematiek van de Alfacheque ook naadloos past in de integrale visie van Almere op gebied van ‘wijkgericht werken, het ontwikkelen van de civil society’ en ‘Almere werkt!’. De methodiek van de Alfacheque kan namelijk prima ingezet worden als re-integratieen activeringsinstrument, waarbij er ook een verdere verbreding kan plaatsvinden naar andere flankerende voorzieningen als vervoer, boodschappendiensten, klussendienst, tuinonderhoud et cetera. In de toekomst biedt het instrument ook mogelijkheden op gebied van de decentralisatie van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) en de jeugdzorg. Essentieel hierbij is dat de gemeente regie heeft op de uitvoering van de Alfacheque-systematiek. Dit is niet mogelijk bij de bestaande dienstverlening voor PGB’s door de servicebureaus.
4/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Kortom, implementatie van de Alfacheque kan een duidelijke impuls geven aan de realisatie van de bredere beleidsdoelen van Almere. Bij aanvang van het onderzoek was het uitgangspunt dat de Alfacheque door snelle besluitvorming en een strakke projectsturing in het laatste kwartaal kan worden geïmplementeerd, waardoor het nieuwe product per 1 januari 2012 volledig operationeel kan zijn. Tijdens het onderzoek bleek dit niet haalbaar. Wij verwachten dat de systematiek van en de organisatie rondom de Alfacheque bij aanvang van het tweede kwartaal 2012 operationeel kan zijn. Aanbevelingen 1. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek kan gesteld worden dat de invoering van het concept Alfacheque nadrukkelijk haalbaar is en toegevoegde waarde heeft voor de gemeente Almere. Het startvolume zal voor de uitvoerder mogelijk ontoereikend zijn om dit in het eerste jaar kostendekkend uit te voeren. Aanbevolen wordt om het concept in te voeren en afspraken te maken met de uitvoerder over de dekking van de aanloopverliezen. 2. Voor een start in het begin van 2012 dient zo snel mogelijk de keuze voor uitvoerder gemaakt te worden en zo nodig aanbesteding te doen of verordeningen aan te passen. Aanbevolen wordt dit onder te brengen bij de Tomingroep. 3. Daarbij is het noodzakelijk dat de indicatiestellers van het Servicepunt Z op korte termijn geïnstrueerd worden. 4. Aanbevolen wordt om bij aanvang van de nieuwe contracten voor HH1 met zorgaanbieders in gesprek te gaan over de start van uitvoering van nieuw product in 2012 (alfahulpdienstverlening). In hoofdstuk 13 zijn nog diverse risicofactoren benoemd, waarmee rekening moet worden gehouden en die van invloed kunnen zijn op het behalen van de geformuleerde beleidsdoelstellingen.
5/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 3 De onderzoeksvraag Voordat u als gemeente mogelijk besluit tot de implementatie van de Alfacheque hebt u behoefte aan het laten uitvoeren van een haalbaarheidsonderzoek, waarin wordt beschreven onder welke voorwaarden en condities het mogelijk is om deze vorm van alfahulpdienstverlening in Almere in te voeren. Daarbij is de wens geuit de gemeentelijke organisatie zelf in te zetten als uitvoerder, met name ten behoeve van de bemiddelingsfunctie. Deel van het onderzoek is de vraag op welke wijze de uitvoering plaats zal moeten vinden. Bij de mogelijkheden van de Alfacheque worden de ontwikkelingen betrokken op gebied van Wmo en re-integratie. Daarbij is de plaats van met name de matching tussen hulpverlener en klant belangrijk. En de mogelijkheid hulpverlening in de Wmo te combineren met re-integratie. Behalve de matching is de plaats van de administratieve afhandeling, wezenlijk onderdeel bij uitvoering van de Alfacheque, onderdeel van het onderzoek. Er zijn in Almere al servicebureaus actief op het gebied van ‘alfahulp’. In het onderzoek wordt betrokken waar de verschillen liggen tussen de systematiek van de Alfacheque en de aanwezige instrumenten. De aanwezige instrumenten dragen nog onvoldoende bij aan de kanteling, waarbij klanten voor een groter deel kiezen voor eigen regie met een PGB of alfahulp. In het onderzoek wordt bekeken in welke mate de invoering van de Alfacheque kan bijdragen aan een groter volume PGB/Alfacheque ten opzichte van de – duurdere – zorg in natura. In de eerste planning is de invoering van de Alfacheque voorzien voor 1 januari 2012. Reden hiervoor is dat met ingang van deze datum de nieuwe aanbesteding HbH Zorg in Natura (ZIN) van kracht wordt. Daarbij is de HbH per 1 juli 2007 naar de gemeenten overgegaan. Deze indicaties worden voor vijf jaar afgegeven. Met ingang van 1 januari 2012 is daarom een groot aantal herindicaties verwacht. Dit is een goed moment om het Wmo-beleid richting PGB vorm te geven. De invoering van de Alfacheque kan daarbij een positieve factor zijn. Tijdens het onderzoek is gebleken dat een start per 1 januari 2012 echter niet haalbaar is.
6/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 4 De omgeving Almere is een grote gemeente met rond de 191.000 inwoners. Daarbij is de gemeente een groeigemeente die kan doorgroeien tot een stad van 250.000 tot 350.000 inwoners. Almere zet sterk in op werk, mede vooruitlopend op de Wet werken naar vermogen. Almere ontwikkelt momenteel het beleidsconcept ‘Almere werkt’. Werk is leidend in het re-integratieproces dat er voor moet zorgen dat alle Almeerse burgers zonder baan de mogelijkheid krijgen zich maximaal te ontplooien richting de arbeidsmarkt. De basis van deze virtuele werkorganisatie, genaamd ‘Almeerse Werkorganisatie’ wordt gevormd door de Tomingroep, het SW-bedrijf van Almere en diverse andere gemeenten. Het aanbod binnen dit werkconcept is divers. Veel van dit werk ligt in de sfeer van het beheer van de stad: onderhoud van het groen, schoonhouden van de stad. Kortom gemeentelijk werk wordt gebruikt om de positie van de Almeerse inwoners met een afstand tot de arbeidsmarkt te verbeteren. Deze werkmethode wordt geïllustreerd in onderstaande afbeelding: Tomingroep
Almere Werkt! Afdeling Publiekszaken Almere
Stadsbeheer
De gemeente heeft één loket voor ondersteuning en voorzieningen binnen de Wmo opgericht, namelijk Servicepunt Z. De Z staat voor zelfstandig, zelfredzaam en zorgzaam. Vanuit dit servicepunt Z worden de individuele voorzieningen binnen de Wmo verstrekt. Dit betreft voor wat betreft de huishoudelijke zorg HbH1 en HbH2, die beide zowel in de vorm van ZIN wordt verstrekt als in de vorm van een PGB.
7/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
De administratieve afwikkeling wordt afgewikkeld door het Wmo-kantoor. Op dit moment wordt een nieuwe aanbesteding gedaan voor ZIN. Dit betekent dat de huidige contracten aflopen per eind december, en dat per 1 januari 2012 nieuwe contracten van kracht worden. De PGB’s worden door de gemeente direct aan de burger verstrekt, zonder tussenkomst van servicebureaus. Waar gebruikgemaakt wordt van servicebureaus gebeurt dit in afzonderlijke afspraken tussen de burger en het servicebureau. Per 1 januari is bestaat het volgende beeld van de inzet van huishoudelijke hulp: 1 januari 2011
%
1 augustus 2011
%
Prognose 2011
ZIN HbH1
1.181!
37%!
1.360!
41%!
157.790!
32%!
HbH2 Totaal ZIN
844! 2.025
26%! 63%
785! 2.145
24%! 65%
129.813! 287.603
26%! 58%
PGB
!
!
HbH1
1.092!
34%!
1.065!
32%!
181.627!
37%!
HbH2 Totaal PGB
102! 1.194
3%! 37%
90! 1.155
3%! 35%
23.707! 205.334
5%! 42%
!
!
!
!
!
Totaal
3.219
100%
3.300
100%
492.937
100%
HbH1
2.273
71%!
2.425
73%!
339.417
69%!
946
29%!
875
27%!
153.520
31%!
HbH2 Totaal
3.219
3.300
492.937
Bijna een half miljoen uur Huishoudelijke hulp wordt naar verwachting in 2011 ingezet. Daarbij zijn uit deze cijfers de volgende trends zichtbaar1: • Naar verhouding wordt in stijgende mate meer HbH1 dan HbH2 toegekend. • Naar verhouding wordt in stijgende mate meer PGB dan ZIN toegekend. • Het aantal uur dat ingezet wordt is bij ZIN gemiddeld lager dan bij PGB.
1
Deze trend is al in de cijfers van 2010 zichtbaar.
8/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 5 Het beleidsconcept van de Alfacheque De Alfacheque is een nieuw concept dat binnen de beleidskaders van prestatieveld 6 van de Wmo valt. Nu de zorgaanbieders door de wijziging van de Wmo geen alfahulpen meer mogen inzetten op de HbH1 is onder de vlag van het PGB een alternatief ontwikkeld, waarmee de alfahulpdienstverlening op een eenvoudige wijze alsnog kan worden verleend. De cliënt neemt ‘alfahulp’ af van de gemeente, waarbij de cliënt naar keuze zelf een alfahulp kiest of gebruikmaakt van het aanbod van de gemeente. De cliënt sluit hierover een contract met de gemeente en ontvangt geen eigen budget. Alle verantwoording van de inzet van geleverde hulp vindt plaats door ondertekende, papieren cheques, waarbij voor ieder uur dat gewerkt is de alfahulp een door de cliënt ondertekende cheque ontvangt en deze bij de gemeente weer inlevert. Typerend van de Alfacheque is dat de verstrekking een apart product is náást ZIN of PGB en waarvoor de gemeente voorziet in de voorziening. De cliënt tekent een contract met de gemeentelijke dienstverlener en ontvangt zelf geen geld vanuit het PGB. Hierbij onderscheidt de Alfacheque zich beduidend van de bestaande manier om alfahulpen in te zetten. De rol van de Wmo-klant als werkgever wordt versterkt, of, in het geval van PGB met alfahulp, de cliënt behoudt zijn vrijheid in het inzetten van alfahulp, maar de cliënt wordt daarbij net zo ‘ontzorgd’ als bij ZIN. De gemeente krijgt daarbij de regie over mogelijkheden om te sturen op het beleid en de in te zetten alfahulp. Daardoor biedt het concept volop re-integratiemogelijkheden voor Wwb’ers en SW’ers. Toegespitst op de gemeente Almere zou mogelijk de ambtelijke organisatie de uitvoering ervan geheel of gedeeltelijk voor zijn/haar rekening kunnen nemen. De bemiddelingsfunctie (matching vraag en aanbod) zou bijvoorbeeld bij het werkplein en/of de Almeerse Werkorganisatie neergelegd kunnen worden. Mogelijk dat de louter administratieve afhandeling (de kassiersfunctie) in combinatie met een andere organisatie plaats kan vinden. Hiervoor bestaan verschillende mogelijkheden (uitkeringsadministratie, publiekszaken, Tomingroep of bestaande servicebureaus als Alphatrots of Menzis). Hoe werkt de Alfacheque in de praktijk? Het werkproces van de Alfacheque2 bestaat grofweg uit vijf stappen: • de stappen 1 en 2 vormen de bemiddelingsfunctie; • de stappen 3, 4 en 5 vormen de kassiersfunctie.
2
Dit betreft de werkwijze, zoals deze in Tilburg wordt uitgevoerd.
9/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Stap 1: na het afgeven van de Wmo-beschikking wordt, als de klant daarvoor kiest, de keuze voor de Alfacheque in applicatie van de Alfacheque opgenomen. … (de uitvoerder?) vraagt de wensen van de Wmo-klant uit ten aanzien van de inzet van een alfahulp. Stap 2: in deze fase wordt er door … (de uitvoerder?) voor gezorgd dat een alfahulp wordt gekoppeld aan de klant. Hierbij wordt in eerste instantie binnen het postcodegebied van de Wmo-klant gezocht. Na het tot stand komen van een ‘match’ kan de alfahulp aan de slag! Stap 3: de klant en de alfahulp ontvangen beiden een informatiemap, waarin alle benodigde informatie wordt aangeboden inclusief een arbeidscontract en de benodigde Alfacheques voor een eerste periode van twaalf weken. Stap 4: na het verrichten van werk verstrekt de klant voor elk uur één cheque aan de alfahulp. Op de cheque staan alle gegevens van de klant (naam, adres, BSN-nummer) en een unieke barcode. Hierdoor is misbruik of oneigenlijk gebruik niet mogelijk. Stap 5: de alfahulp verzamelt over een periode van vier weken alle cheques en stuurt deze aan de uitvoerder, die de betaling, volgens een vast betaalschema, aan de alfahulp verzorgt. De uitvoerder verzorgt daaromheen alle benodigde activiteiten en handelingen. De belangrijkste hiervan zijn: • ziek- en betermeldingen aan de SVB; • organisatie van vervanging ingeval van ziekte/langdurige afwezigheid van alfahulp; • gegevensuitwisseling met het CAK ten behoeve van vaststelling eigen bijdrage; • klachtenafhandeling; • inrichting/bemensing helpdesk.
10/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 6 De producten Bij implementatie van de Alfacheque kunnen de Almeerse inwoners, indien ze voor de HbH1 geïndiceerd zijn, voortaan kiezen uit een drietal mogelijkheden (voorheen twee mogelijkheden): Voorziening 1. ZIN (bestaand) 2. Reguliere PGB (bestaand) 3. De Alfacheque (nieuw)
Wijze van uitvoering Door zorgaanbieders Door klant zelf Door … (nader te bepalen)?
Ad 2. Reguliere PGB in relatie tot inhuur alfahulp Tot nu toe is het mogelijk de oude ‘alfahulp’ in te huren vanuit het PGB. De cliënt krijgt een PGB van de gemeente toegekend en overgemaakt, van waaruit deze de alfahulp als werkgever inhuurt. De cliënt verantwoordt de gemaakte kosten aan de gemeente. Voor ondersteuning van deze werkgeversfunctie is een drietal servicebureaus in Almere/de regio werkzaam, waar de cliënt desgewenst gebruik van kan maken. Deze servicebureaus hebben elk hun eigen serviceniveau en rekenen verschillende tarieven per uur inhuur alfahulp: • Alphatrots ! 0,70 • Menzis ! 0,60 • Almer ! 2,70 Almer lijkt de meest uitgebreide service te bieden. Deze bestaat uit: • selectie deskundige alfahulpen; • een modelarbeidsovereenkomst; • uitbetaling van het loon aan de alfahulp; • vervangende hulp bij ziekte/vakantie van de vaste alfahulp; • administratieve verantwoording van het PGB; • telefonische bereikbaarheid via de Zorglijn, maandag tot en met vrijdag van 9.00 uur tot 17.00 uur. Ad 3. De Alfacheque De Alfacheque kent drie functies: 1. De kassiersfunctie De kassiersfunctie bestaat uit de volgende taakonderdelen: • uitgifte van Alfacheques aan klanten; • controle van de cheques bij inlevering door de alfahulp; • uitbetaling aan de alfahulpen op basis van de ingeleverde cheques; • gegevensuitwisseling met het CAK.
11/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
2. De bemiddelingsfunctie De bemiddelingsfunctie bestaat uit de volgende taakonderdelen: • werving en selectie van alfahulpen; • bemiddeling van alfahulpen en klanten; • opmaken van arbeidsovereenkomst; • samenwerking met SVB met betrekking tot collectieve verzekering (WA en arbodienstverlening). 3. De informatiefunctie De informatiefunctie is taakonderdeel dat afgeleid is van de kassiers- en bemiddelingsfunctie. De informatiefunctie bestaat uit de volgende taakonderdelen: • inrichting/bemensing van helpdesk; • verstrekken van informatie; • beantwoorden van vragen. De wijze waarop deze functies ingericht worden, kan per gemeente, of uitvoeringsorganisatie, verschillen.
12/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 7 Vraag en aanbod Voor een succesvolle implementatie van dit nieuwe beleidsconcept is het nodig inzicht te hebben in de twee doelgroepen, te weten de Wmo-klanten en de alfahulpen; ofwel ‘vraag en aanbod’. Dit inzicht maakt het mogelijk gerichte acties te ondernemen om het bereik zo groot mogelijk te laten zijn. In dit hoofdstuk worden diverse mogelijkheden geïnventariseerd en geschetst. 7.1
Wmo-klanten (vraag) De Alfacheque is, zoals in hoofdstuk 4 is beschreven, een voorziening voor iedere Wmo-klant, waarvoor door de gemeente de indicatie HbH1 is vastgesteld. Volume is belangrijk. Er is in Almere bij de start een vijftal (sub)groepen te onderscheiden. Op alle vijf subgroepen kan actie worden ondernomen om het volume ten behoeve van de Alfacheque op te bouwen en later uit te bouwen: 1. Bestaande Wmo-klanten, ZIN. Aanbevolen wordt vanuit bestaande klanten, die nu zorg in natura ontvangen, door middel van een gerichte wervingscampagne te werven. 2. Nieuwe Wmo-klanten. Dagelijks vragen inwoners deze Wmo-voorziening aan. Voortaan kunnen de Almeerse inwoners ook voor de Alfacheque kiezen. Het wordt in dat kader belangrijk dat inwoners aan het loket goed geïnformeerd worden over het nieuwe product. 3. Reguliere PGB-houders die alles zelf regelen. Beleidsmatig is het aan te bevelen om zoveel mogelijk reguliere PGB-houders te laten overstappen naar de Alfacheque. De ervaring leert dat er bij de Alfacheque minder zorguren worden gedeclareerd dan bij de vooruitbetaling van de reguliere PGB’s. 4. ‘PGB met service’. Vanuit de Wmo-wetswijziging is er momenteel in Almere/de regio een drietal zorgaanbieders werkzaam, dat een alternatief concept aanbiedt. Het is van belang de voordelen van de Alfacheque bij deze klantgroep onder de aandacht te brengen. Omdat dit feitelijk een voorziening tussen de klant en het servicebureau betreft, kan de klant niet gedwongen worden te kiezen voor de alfacheque; ook niet bij een herindicatie. 5. Binnen de vijfde groep zitten de klanten die mogelijk in aanmerking komen voor een herindicatie waarbij de zorg van HbH2 omgezet wordt naar HbH1. De verhouding HbH1 – HbH2 is landelijk 60-40%, in Almere is deze 70-30%. Daarbij laat de ontwikkeling in de tijd een afname van HbH2 ten opzichte van een (sterkere) stijging van HbH1 zien.
7.2
Alfahulpen (aanbod) ‘Iedereen’ kan in principe alfahulp worden. HbH1 betreft immers alleen ‘poetsen’, waar geen zorgcomponenten aan gekoppeld zijn. Er zijn in die zin ook geen (formele) kwaliteitseisen aan verbonden. De Wmo-klant speelt hierbij de belangrijkste rol als werkgever. De Wmo-klant bepaalt wie hij/zij wil laten poetsen. De aanbieder van de Alfacheque ondersteunt en faciliteit hier alleen bij.
13/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Daarnaast is het mogelijk als aanbieder van de Alfacheque een sterk regulerende rol te spelen in het aanbod van alfahulpen. Wanneer de gemeente de bemiddeling zelf ter hand neemt, is de gemeente in staat om niet alleen het beleid hiervoor te bepalen, maar ook dicht op de uitvoering te zitten van de bemiddeling voor het aanbod. Hierbij zijn diverse varianten mogelijk. De alfahulpen kunnen geworven worden uit bestaande bestanden vanuit de Wmo (participatie, vrijwilligerswerk, wijkteams et cetera) en vanuit de re-integratie van werklozen Wwb, Wet sociale werkvoorziening (Wsw), Wet investeren in jongeren (WIJ), Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten (Wajong)). Op termijn is het aanbod ook aan de inhoud aan te passen, door alfahulpen niet alleen voor HbH1 aan te bieden, maar de dienstverlening uit te breiden met andere hulpverlening in de zorg in het kader van welzijn of de decentralisatie van de AWBZ. De wijze van uitvoering kan verschillen. Er is ervaring met de werkwijze dat nieuwe alfahulpen eerst uitgenodigd worden voor een kennismakingsgesprek dat groepsgewijs wordt georganiseerd. Tijdens deze gesprekken wordt onder andere ook ingegaan op de verwijstaak die zij hebben richting de klant. Indien meer zorg geboden moet worden aan de klant, dan is een van de taken van de alfahulp het signaleren van de behoefte. Uiteraard hebben hierin ook familie, buren en kennissen een taak. 7.2.1 Bestaande alfahulpen Bestaande alfahulpen zijn alfahulpen die een contract hebben met bestaande PGB-cliënten en waarbij een servicebureau bemiddelt in de dienstverlening, met name de financiële dienstverlening voor de alfahulp. De nieuwe werkwijze kan voor de alfahulpen voordelen bieden, afhankelijk van kosten en service van huidige servicebureau. 7.2.2 Nieuwe alfahulpen Het is belangrijk dat de uitvoerder voldoende alfahulpen tot haar beschikking heeft om in te zetten. In dat kader is het belangrijk dat de gemeente tijdens de implementatiefase wervingscampagnes organiseert. Deze zullen in de loop der tijd ook diverse keren moeten worden herhaald. In aanvulling daarop kan de op te zetten poule aan alfahulpen worden aangevuld met Wwb-klanten. Hiermee krijgt de Alfacheque eveneens het karakter van een re-integratie-instrument, dat van positieve invloed kan zijn op de druk op het gemeentelijke I-deel.
14/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 8 De toegevoegde waarde van de Alfacheque Hoofdvraag van dit haalbaarheidsonderzoek is: heeft de Alfacheque toegevoegde waarde voor Almere en het bestaande instrumentarium dat de gemeente tot haar beschikking heeft staan? Uit het deskresearch en de interviews is komen vast te staan dat de Alfacheque nadrukkelijk op grond van meerdere argumenten relevante toegevoegde waarde heeft voor Almere om de gestelde beleidsdoelen te realiseren. In dit hoofdstuk gaan we in op de beleidsmatige en de financiële meerwaarde van de Alfacheque. 8.1
Beleidsmatig PGB-voorkeursbeleid Almere voert een PGB-voorkeursbeleid. Op termijn wil Almere 65% van de HbH in PGB verstrekken en 35% in ZIN. Medio 2011 is die verhouding nog andersom en vertoont de ontwikkeling een tegengestelde trend. Met de huidige werkwijze slaagt Almere er in onvoldoende mate in om dit beleidsdoel te realiseren. Met de introductie van de Alfacheque (= een afgeleide vorm van het reguliere PGB) krijgt het PGB voorkeursbeleid een extra product en een nieuwe impuls, die er uiteindelijk toe kan leiden dat Almere een hoger PGB% realiseert. Ontzorgen Almere werkt klantgericht en wil de klanten zoveel mogelijk ontzien van drempels en administratieve rompslomp bij het ontvangen van zorg. Hoewel de genoemde servicebureaus ook tot doel hebben klanten te ondersteunen, blijven er verschillende handelingen bestaan. Met de Alfacheque worden de klanten volledig ondersteund in alle handelingen. Bovendien is er tussen gemeente en klant geen geld meer in omloop. De gemeente verstrekt bij de Alfacheque uitsluitend cheques, waardoor klanten geen financiële handelingen meer hoeven te verrichten. De klanttevredenheid in gemeenten, waar de Alfacheque al wordt aangeboden, is op dit punt hoog, te weten een 8,7. Terugdringen oneigenlijk gebruik Het reguliere PGB wordt vooraf verstrekt zonder dat zekerheid bestaat of het budget ook voor het doel wordt besteed. De rapportage laat zien dat bij een PGB de inzet van uren relatief hoger in aantal is dan bij ZIN. De Alfacheque biedt een methode waardoor alleen werkelijk gemaakte kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Immers, er wordt alleen een Alfacheque verstrekt als er gewerkt is. Niet gewerkt, geen cheque, geen vergoeding ... Bijkomend voordeel is dat op deze manier controle vóóraf plaatsvindt; door de ‘waterdichte’ systematiek van de papieren Alfacheque, is geen controle achteraf op besteding van het budget meer nodig.
15/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Toepassing overige beleidsvelden De systematiek kan ingezet worden voor re-integratie- en activeringsbeleid/ wijkgericht werken/buurthulp+. Almere heeft op gebied van Werk en Inkomen en Wonen/Welzijn/Zorg een duidelijke integrale visie. ‘Almere werkt!’ is het concept dat de visie van Almere op gebied van re-integratie vorm en inhoud geeft. Almere telt daarnaast drie activeringscentra: in de stadsdelen Haven (de Hoven), Buiten (Bouwmeesterbuurt) en Stad (Stedenwijk). Het concept haakt aan bij de door de gemeente ingezette integrale wijkaanpak. Dat is een gezamenlijke en op elkaar afgestemde aanpak om het toekomstperspectief van bewoners in de wijken fundamenteel te versterken. Deze centra hebben twee doelen: • het stimuleren van ‘meedoen’ in de maatschappij; • opbouw van de civil society, waarbij de maatschappij/het eigen netwerk de primaire ondersteuning kan bieden aan inwoners en de geïndiceerde individuele voorzieningen op de tweede plaats komen, als de primaire ondersteuning onvoldoende blijkt te zijn. Om deze visie te kunnen realiseren is het nodig dat de gemeente zelf de regie voert over dit beleid. Daarnaast is het belangrijk dat Almere een partner heeft, die dit op een voor de gemeente beïnvloedbare manier, betaalbaar uitvoert en waarbij inhoudelijke doelstellingen kunnen prevaleren boven een commercieel belang. Samenwerking met de Tomingroep ligt hierbij voor de hand. De Almeerse werkorganisatie, onderdeel van de Tomingroep, is uitvoerder van de re-integratie van werklozen. Het beleidsconcept van de Alfacheque past naadloos in deze beleidsvisie en biedt toegevoegde waarde op gebied van: • inzet van (goedkope) alfahulpen voor de uitvoering van de Wmo-voorziening ‘hulp bij het huishouden’; • de instroom van uitkeringsgerechtigden als alfahulpen; • de inzet van uitkeringsgerechtigden voor de ondersteuning van inwoners van de wijk op gebied van andere vormen van dienstverlening (klussen, boodschappen, tuinonderhoud et cetera) en de bevordering van het ‘meedoen’ in de maatschappij wat ook de sociale samenhang bevordert. Hiermee kan de Alfacheque de aanzet zijn voor de versterking van de verbindingen. Het biedt een bruikbare methode om eigen klanten (burgers) actief en gestructureerd in te schakelen in diverse beleidsterreinen. Dat vraagt om een centrale visie en aanpak: • voor de totale doelgroep; • voor de realisatie van de opbouw van de civil society, waarin op een vraaggerichte wijze inwoners wijkgericht worden ingezet op de specifieke vraagstukken. Het accent ligt hierbij met name op de collectieve voorzieningen.
16/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Social return
Re-integratie
Wmo/ kanteling
Wijkgericht werken
8.2
Financieel Efficiencywinst ten opzichte van PGB In paragraaf 8.1 is al vastgesteld dat de Alfacheque een methode biedt waardoor alleen werkelijk gemaakte kosten voor vergoeding in aanmerking komen. Immers, er wordt alleen een Alfacheque verstrekt als er gewerkt is. Niet gewerkt, geen cheque, geen vergoeding ... In gemeenten waar de Alfacheque reeds eerder geïmplementeerd is, wordt ten opzichte van de reguliere PGB een efficiencywinst gerealiseerd van 10 tot 11%. Met andere woorden, de Wmo-klanten gaan in deze systematiek zuinig(er) om met de uitgifte van cheques, hetgeen een directe besparing bij de gemeente oplevert. Besparing ten opzichte van ZIN Landelijk gezien ligt het tarief voor ZIN door zorgaanbieders gemiddeld rond de ! 22,—. In 2011 is het tarief in Almere ! 21,—. Momenteel loopt in Almere een nieuwe aanbestedingsprocedure. Almere laat voor 2012 inschrijven op een tarief van ! 18,— per zorguur. In de systematiek van de Alfacheque liggen de uitvoeringskosten, afhankelijk van de uitvoeringsorganisatie, rond de ! 15,—/! 16,— per zorguur. Dit betekent een besparing van ! 2,— à ! 3,— per zorguur. De nieuwe instroom die gebruikmaakt van de Alfacheque, bepaalt uiteindelijk de mogelijke besparingen voor Almere. Dit wordt nader uitgewerkt in hoofdstuk 11. Loonwaarde van de cheque De cheque vertegenwoordigt voor de alfahulp het loon per gewerkt uur. De hoogte hiervan is het PGB-uurtarief minus de kosten per cheque die door de uitvoerder gerekend worden. Omdat het tarief van de uitvoerder nog niet bekend is, is ook de waarde van de Alfacheque nog niet bekend.
17/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Uitgaande van een maximale kostprijs van ! 2,50 voor uitvoering, resteert een loonwaarde van minimaal ! 12,70. De vergelijking met bestaande alfahulpen is niet te maken, omdat dit particuliere contracten zijn tussen de klant en de alfahulp. Voor sommige alfahulpen zal dit een verlaging betekenen van het uurloon en voor sommigen zal het een verhoging blijken te zijn.
18/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 9 De onderneming: de uitvoeringsorganisatie Tijdens het onderzoek zijn verschillende varianten aan bod gekomen als uitvoeringsorganisatie van de Alfacheque. Grofweg zijn er per organisatie drie mogelijkheden: • uitvoering door de gemeentelijke organisatie zelf; • uitvoering door het SW-bedrijf, in uw geval de Tomingroep; • uitvoering door derden. Voor de afweging is onderscheid gemaakt in de bemiddelingsfunctie en de kassiersfunctie. Deze functies kunnen gescheiden worden georganiseerd. 9.1
Bemiddelingsfunctie De uitvoering door derden wordt als optie niet aanbevolen. De opgedane ervaring met servicebureaus voor het PGB heeft niet de gewenste kanteling naar PGB’s als effect gehad. Bovendien heeft Almere hier geen enkele sturingsmogelijkheid vanwege het ontbreken van contracten. Om voldoende sturing te kunnen geven en integraliteit van beleid te bevorderen, is gefocust op de uitvoering door de gemeente Almere en/of door de Tomingroep. 3 Voor uitvoering van de bemiddeling zijn verschillende mogelijkheden. De vraag komt van cliënten Wmo. Deze wordt meestal aan het Servicepunt Z gesteld, al dan niet via het klantcontactcentrum (KCC). Het aanbod is nieuw, komt via cliënten Wmo óf wordt door re-integratieafdelingen aangeleverd. Op basis hiervan zijn het KCC, het Servicepunt Z, en de Almeerse werkmaatschappij (Tomingroep) de betrokken partijen voor de bemiddeling. De bemiddeling voor de Alfacheque is wel een forse taakuitbreiding ten opzichte van de huidige activiteiten en moet zo mogelijk als serviceverlenende organisatie duidelijk herkenbaar in de organisatie weggezet worden. Bij het KCC liggen geen specifieke bemiddelingskwaliteiten, zoals deze al wel bestaat wel bij het Servicepunt Z en de Almeerse Werkmaatschappij.
9.2
Kassiersfunctie De Kassiersfunctie is een vrij technische financieel administratieve functie. In dat kader is het een reële optie om deze functie onder te brengen bij Sociale Zekerheid. Hier is al ruime ervaring met de uitbetaling van bedragen aan cliënten. Nadeel van het beleggen van deze functie bij de gemeentelijke afdeling is dat schaalvergroting in de regio niet voor de hand ligt, terwijl schaalvergroting wel financiële voordelen biedt.
3
Vanuit de beleidsafdeling wordt ook geopteerd voor de bekende lokale partner ‘Almer’. Om bovengenoemde redenen sluiten we hier in het advies niet bij aan.
19/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Een andere mogelijkheid is deze functie uit te besteden aan de Tomingroep. De ervaring in een SW-bedrijf is nog uitgebreider op dit gebied (payrolling, detachering). Voor beide organisaties geldt dat de administratie een uitbreiding betreft van de huidige activiteiten. Bij de Tomingroep kunnen voor de administratieve handelingen ook SW-werknemers worden ingezet. De Tomingroep kan deze functie eventueel uitbreiden naar dienstverlening in de regio. Tot slot is het mogelijk deze functie onder te brengen bij een organisatie die al werkt met de methodiek. Hierbij ligt de keuze van 18K van de Diamantgroep voor de hand. Dit is het bedrijf waarmee de methodiek ontwikkeld is en die ruime ervaring heeft. 9.3
Conclusie ten aanzien van uitvoeringsorganisatie De bemiddelingsfunctie moet zo dicht mogelijk bij de uitvoerende beleidsafdelingen van de gemeente Almere worden geplaatst. De directie van de Tomingroep heeft aangegeven geïnteresseerd te zijn in de uitvoering van de Alfacheque. De Tomingroep opteert in dat geval voor de uitvoering van beide functies, te weten de bemiddelingsfunctie en de kassiersfunctie. Hierdoor liggen de volgende varianten het meest voor de hand: • volledige uitvoering door de gemeente: bemiddeling door servicepunt Z en de administratie van SZ als kassier; • bemiddeling door servicepunt Z en de administratie door 18K; • volledige uitvoering door de Tomingroep. De uiteindelijke keuze is aan Almere. Op basis van de huidige inzichten en interviews wordt echter aanbevolen de uitvoering van de Alfacheque onder te brengen bij de Tomingroep.
20/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 10 Onderzoek naar volume en groeipotentie In deze fase is nog geen realistische berekening te maken over het te realiseren bereik in 2012 en verder. Wel kan op basis van diverse doelstellingen en aannamen een indicatie worden opgesteld van de mogelijk te bereiken zorguren en de daaruit voortvloeiende besparingsmogelijkheden. In onderstaande tabel worden de inhoudelijke doelen geformuleerd om het bereik en het volume van de Alfacheque op te bouwen. De tabel is gebaseerd op de volgende uitgangspunten: • rapportage van het Servicepunt Z (augustus 2011); • benchmarktrapport Wmo 2010; • verschil tarief 2012 tussen HbH1 ZIN en PGB/Alfacheque is 2,80 (! 18,— – ! 15,20); • gemiddeld aantal uren HbH1 PGB is 3,2; • efficiencywinst bij Alfacheque ten opzichte van regulier PGB is 10%. Doelgroep: Bestaande Wmo-klanten HbH1, ZIN
Huidig bereik 1.360 klanten 156.000 uur per jaar HbH1
Nieuwe instroom vanaf 2012
Almere kent gemiddeld ongeveer 37 nieuwe aanvragen HbH1 per maand. Dit is per jaar 450.
Reguliere PGB’ers (met en zonder service)
Deze zijn per heden 1.065 (HbH1)
Nieuwe instroom vanwege verschuiving van HbH2 naar HbH1 op grond van herindicatie in 2012
De verhouding HbH1/HbH2 is Almere: 73-27%. Landelijk is deze 60-40%. Zal mogelijk klein aantal uren opleveren.
21/33
Doelstelling Met behulp van de pr- en voorlichtingsactiviteiten wordt 30% (doelstelling!) van de 1.360 klanten omgezet. Dit betreft rond de 400 klanten en 47.000 zorguren. Door goede voorlichting wordt aangenomen dat 50% (doelstelling!) hiervoor kiest voor de Alfacheque. Dit betreft 225 klanten en 37.500 zorguren. Omdat er signalen zijn dat de huidige service voor een groot aantal cliënten niet passend is, wordt verwacht dat een aantal cliënten overstapt naar Alfacheque Doelstelling: 50% = 530 klanten en 88.000 zorguren. PM.
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Op basis van de prognose is het te verwachten dat de Alfacheque in Almere binnen één of twee jaar een bereik realiseert van ruim 170.000 uur. Let wel, dit gaat niet vanzelf, achter elke doelstelling hangen activiteiten, die uitgevoerd moeten worden. Conclusie ten aanzien van zelfstandige start voor Almere: Startvolume Het startvolume is bij een invoering per 1 januari 2012 gering. Het volume zal geleidelijk opgebouwd moeten worden. Tijdens deze opbouwfase zullen de besparingen wellicht niet direct voldoende zijn om de uitvoeringskosten te dekken. Belangrijk potentieel voor de startfase is de groep die nu gebruikmaakt van ZIN, maar vanwege de aanbesteding per 1 januari 2012 op korte termijn een nieuwe aanbieder (óf Alfacheque) moet overwegen. Groeipotentie De groeipotentie is bij een volledig bereik voldoende voor een zelfstandige uitvoering. Expansie De Tomingroep is actief in de regio. Bij de keuze hiervan voor uitvoerende organisatie behoort in de toekomst uitbreiding van de capaciteit en serviceverlening van de Alfacheque tot dienstverlening aan andere gemeenten tot de mogelijkheid. Hiermee zou het rendement van de (administratieve) uitvoering stijgen en de kosten voor de gemeente Almere dalen.
22/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 11 Benodigde productiemiddelen/organisatie Op dit moment is nog niet zeker of Almere de Alfacheque implementeert en wie de uitvoering van de Alfacheque gaat doen. Om deze reden wordt bij de beschrijving ervan gesproken van ‘de uitvoerder’. 11.1
Personeel/inzet SW De uitvoerder zet voor de uitvoering van de Alfacheque een nieuwe werkeenheid op. Dit team wordt gefaseerd opgebouwd aangezien bij de start het volume (van de zorguren) vermoedelijk nog niet maximaal zal zijn, terwijl de inzet op gebied van beleidsvorming/publiciteit maximaal zal moeten zijn. Een extra re-integratiedoel kan gehaald worden door mensen uit het Wwb- of SW-bestand in te zetten voor de uitvoering. Hierover kunnen met de uitvoerder afspraken gemaakt worden. Daarnaast is personele inzet noodzakelijk van de organisatieonderdelen Servicepunt Z, het Werkplein en de Almeerse Werkorganisatie. Dit gebeurt door sturing vanuit de reguliere inzet op deze organisatieonderdelen.
11.2
ICT De werkprocessen, zoals beschreven in hoofdstuk 5, lenen zich er prima voor om deze te laten ondersteunen door passende ICT. Hierdoor kunnen de personeelskosten ook beperkt blijven. Qua ICT zijn er grofweg twee mogelijkheden: a. De uitvoerder kiest er voor om een eigen applicatie te laten bouwen/aan te passen. b. De uitvoerder maakt gebruik van de ondersteunde applicatie van Databyte. Deze applicatie is inmiddels een beproefd systeem en is na de start bij andere gemeenten in 2010 doorontwikkeld. Deze applicatie ondersteunt alle werkprocessen die voortvloeien uit de Alfacheque-systematiek. Aanbeveling: aanbevolen wordt om te kiezen voor optie b Alleen met behulp van deze systematiek kan gewaarborgd worden dat het vouchersysteem van de Alfacheque begin 2012 volledig operationeel is. Om ook de financiële geldstromen te ondersteunen dient de applicatie gekoppeld te worden aan het financiële betalingssysteem van de Uitvoerder. Databyte verzorgt deze koppeling.
11.3
Financiering Zoals in elk project gaan bij de implementatie van de Alfacheque ook hier de kosten – eerst – voor de baten uit. Aangenomen wordt dat het bereik van de Alfacheque (en dus ook het volume) in de beginperiode nog onvoldoende is om de uitvoering economisch volledig rendabel te krijgen.
23/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Daarnaast zullen de gewenste extra toepassingen op het gebied van de Wmo en reintegratie zeker in de beginfase extra beleidsmatige inzet vereisen. De gemeente zal met de uitvoerder afspraken hierover moeten maken. Een deel van de initiële investeringen kan als onderdeel van de kostprijs per uur in enkele jaren ‘terugverdiend’ worden. Daarnaast kan (een deel van) de initiële investering door de gemeente worden gedekt om zodoende de kostprijs per uur te kunnen drukken. (Effect is hogere loonwaarde van de Alfacheque.) 11.4
Exploitatie Alfacheque De uitvoerder zal voor de uitvoering van de Alfacheque haar eigen exploitatiebegroting moeten gaan opstellen. Pas dan kan: • reële kostprijs wordt vastgesteld (zie ook paragraaf 11.5); • een concretere berekening worden opgesteld van de reële besparingen voor de gemeente. Eerdere implementatietrajecten hebben uitgewezen dat de uitvoeringsorganisatie Alfacheque met slimme inzet van (bestaande) middelen en mensen ‘goedkoop’ kan worden ingericht. De hoogte van de exploitatielasten bepalen voor de uitvoeringsorganisatie uiteindelijk het ‘omslagpunt’ voor het rendabel krijgen van de Alfacheque-exploitatie.
11.5
Kostprijs Zie hiervoor ook de vorige paragraaf 11.4. Voor een optimaal besparingsresultaat (binnen de Wmo-uitgaven) voor de gemeente Almere is het van belang dat de kostprijs van de Alfacheque zo laag mogelijk blijft. De kostprijs wordt uitgedrukt in een prijs per zorguur. Op basis van eerdere ervaringen is het verantwoord om als doelstelling te formuleren dat het plafond van deze kostprijs op maximaal ! 2,50 per zorguur wordt gesteld. Als referentiekader kan hierbij de commerciële kostprijs ad ! 2,60 per zorguur worden genomen, die de samenwerkende partijen 18K en Databyte nu hanteren voor nieuwe klanten.
11.6
Kosten van implementatie BMC en Databyte hebben de kosten van implementatie en uitvoering in beeld gebracht. Deze zijn opgenomen in het volgende overzicht. Ter toelichting op deze tabel het volgende: • Om een goede start van het project te waarborgen is het aan te bevelen om door de uitvoerder een bedrijfsplan/implementatieplan op te laten stellen. Hierin wordt onder andere concreet ingegaan op de projectplanning, producten, marketing, implementatie, communicatie en voorlichting. • Om de vaart in het project te houden en communicatie tussen de diverse partijen helder te houden is het noodzakelijk om een projectstructuur te hanteren. Hierbij valt te denken aan een projectleider en projectondersteuning.
24/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Met betrekking tot hiervoor genoemde punten dient de gemeente Almere (samen met een eventuele derde partij als uitvoerder) hierin een aantal keuzen te maken zoals het zelf in zetten van een projectmanager en ondersteuning of neerleggen bij een externe partner als BMC. In onderstaande tabel is een kostenindicatie hiervoor opgenomen op basis van eerdere implementatietrajecten. De genoemde kosten zijn gebaseerd op aannames over volume en ervaringscijfers bij andere gemeenten.
•
•
Kosten Opstellen bedrijfsplan door BMC Projectmanagement (zelf of door derden) Optioneel: Projectondersteuning (zelf of door derden) Kosten applicatie: Applicatie Databyte
Incidenteel ! 10.000,—
Bijkomende kosten:
! 5.000,—
Bijkomende kosten:
! 8.800,—
Structureel
Toelichting Kosten ingeval van uitbesteding
! 40.000,—
Kosten ingeval van uitbesteding
! 25.000,—
Kosten ingeval van uitbesteding
! 75.000,—
15% per jaar
Verspreiding over meerdere jaren behoort ook tot de mogelijkheid Betreft ontwikkeling koppeling tussen applicatie en financieel pakket SW-bedrijf Installatiekosten 5 tot 10 dagen op basis van nacalculatie
NB Dit overzicht is exclusief: • de door de uitvoerder te maken organisatiekosten; • eenmalige kosten voor eventuele voorlichtingsbijeenkomsten ten behoeve van klanten en alfahulpen; • overige beleids- en communicatie-inzet door samenwerkende afdelingen van de gemeente. 11.7
Gemeentelijke besparingen De door Almere te realiseren besparing is volledig afhankelijk van het aantal Wmo-klanten en beschikbare alfahulpen. Dit is voor een beperkt deel beïnvloedbaar door communicatie/pr-activiteiten. Er is nog geen realistische berekening te maken over de te realiseren besparingen in 2012 en verder. Wel kan op basis van diverse beleidsdoelstellingen en aannamen een indicatie worden opgesteld van de mogelijk te bereiken zorguren en de daaruit voortvloeiende besparingsmogelijkheden. Op basis van de prognose is het te verwachten dat de Alfacheque in Almere binnen één of twee jaar een bereik realiseert van ruim 170.000 uur. Let wel, dit gaat niet vanzelf, achter elke doelstelling hangen activiteiten die uitgevoerd moeten worden.
25/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Bij een bereik van 170.000 uur per jaar kan de gemiddelde Wmo-besparing (afhankelijk van de kostprijs van de uitvoerder) na een eerste aanloopperiode/op de langere termijn oplopen tot zo’n ! 160.000,— per jaar. In de eerste periode zal de besparing lager zijn. Wellicht ten overvloede wordt hier nog eens vermeld dat deze besparingen kunnen worden gerealiseerd terwijl de dienstverlening met één product wordt uitgebreid. Hiervoor zijn dus geen negatieve bezuinigingsmaatregelen nodig, die ten koste gaan van het voorzieningenniveau van Almere. Specificatie van dit resultaat, gebaseerd op de eerder genoemde doelstellingen:
Overstap bestaande klanten, van ZIN naar Alfacheque Nieuwe instroom in Alfacheque 50%, verschil ten opzichte van ZIN 55% Nieuwe instroom in Alfacheque 50%, verschil ten opzichte van PGB 45% Efficiencyverschil 10% van overstap PGB naar Alfacheque Totaal:
Klanten
Uren
Tariefverschil
Mogelijk voordeel
408
46.800
! 2,80
PM
125
20.600
! 2,80
PM
100
16.850
! 1,52
! 25.000,—
533
88.700
! 1,52
! 135.000,— ! 160.000,—
Opmerkingen hierbij: Het verschil in uurtarief tussen HH1 ZIN en HH1 PGB is ! 2,80. Omgerekend naar omzetten van ZIN naar extra PGB in de vorm van Alfacheque betekent bruto een voordeel van ! 188.000,—. Echter, uit de cijfers van het Wmo-kantoor blijkt dat voor ZIN het aantal daadwerkelijk ingezette uren maar 75% van de geïndiceerde uren is, terwijl dit uitnuttingspercentage bij PGB veel hoger ligt. Hiermee gerekend is de inzet van PGB ten opzichte van ZIN zelfs duurder. Om een goede financiële vergelijking te maken met de bestaande situatie, hebben we een eventueel prijsverschil tussen PGB en ZIN buiten beschouwing gelaten. Dit prijsverschil rekenen we toe aan het PGB-voorkeursbeleid. Als financieel voordeel van de Alfacheque noemen we daarom in verband van dit haalbaarheidsonderzoek alleen het efficiencyverschil van de Alfacheque ten opzichte van een regulier PGB.
26/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 12 Planning Als mogelijke ingangsdatum wordt vooralsnog uitgegaan van 1 januari 2012. Om een beeld te krijgen van de procedure is hieronder een schema opgenomen om deze datum uiteindelijk ook te halen. Hierbij wordt ervan uitgegaan dat Almere daadwerkelijk overgaat tot invoering van het concept Alfacheque. Grofweg wordt uitgegaan van de volgende stappen: • juli/september 2011: haalbaarheidsonderzoek BMC; • november 2011: besluit in Almere tot implementatie van de Alfacheque; • december 2011 – maart 2012: implementatie; • per 1 april 2012: Alfacheque operationeel; • december 2011 tot en met april 2012: communicatieoffensief. Voorafgaand aan het maken van het businessplan zal de keuze voor uitvoerder gemaakt moeten worden. Nadere oriëntatie en de keuze voor uitvoerder kunnen zo spoedig mogelijk worden gestart, vóór politieke besluitvorming over het al dan niet uitvoeren van het concept. De implementatiefase zal vervolgens indien van toepassing moeten starten met voorbereiding van de inhuur van derden: door middel van een aanbesteding (18K) of door middel van gunnen alleenrecht (Tomingroep), waarbij de verordening rondom de Gemeenschappelijke Regeling mogelijk aangepast moeten worden. Vóór eind december moeten de verordening aangepast zijn. Omdat dit een raadsbesluit vergt is het van belang de voorbereiding hiervan zo vroeg mogelijk te starten. De implementatie kan gestart worden zodra het college akkoord is. De gemeenteraad kan dan tijdens de implementatiefase geïnformeerd worden. Om tot het gewenste volume te komen is voorlichting en communicatie van essentieel belang. De medewerkers van Servicepunt Z zullen al tijdens de implementatiefase zo goed mogelijk moeten worden voorgelicht en geïnstrueerd. Het eerste kwartaal van 2012 is een aanloopfase. Hierin zal met een maximale inspanning aan voorlichting een startvolume moeten worden bereikt.
27/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 13 Risicoparagraaf Het aanbieden van een nieuw product en het opzetten van een nieuw bedrijfsonderdeel levert altijd diverse bedrijfsrisico’s op. De belangrijkste worden hierna benoemd: Onzekerheid over volume In deze fase is er met geen enkele zekerheid een realistische inschatting te maken van het volume die bereikt gaat worden. Hoe groter het volume, hoe lager de uiteindelijke kostprijs. Bij de start moet rekening worden gehouden met een beperkt startvolume. In de loop van 2012 zullen de aannamen moeten worden afgezet tegen de werkelijkheid. Indien gekozen wordt voor samenwerking met de Tomingroep Er is nog te onderzoeken of er juridische obstakels zijn voor het vestigen alleenrecht of inbesteding van de Tomingroep. Financiële risico’s Het exploitatieresultaat is voornamelijk afhankelijk van het te bereiken volume. Deze risico’s staan echter in geen verhouding tot het totaal aan mogelijke besparingen binnen de Wmo-uitgaven ten behoeve van HbH1. Gemeente-breed is de implementatie van dit beleidsconcept van de Alfacheque daarom financieel voordelig. Contracten met derden Contracten met derden: momenteel heeft Almere heeft contractafspraken met zo’n twaalf zorgaanbieders met betrekking tot de levering van HbH1-diensten. In 2011 is een nieuwe aanbesteding procedure gestart dat leidt tot nieuwe contracten per 2012. Vooralsnog gaat Almere voor 2012 een jaarcontract aan. Contractueel loopt Almere hierdoor geen risico’s. Wel zullen de marktpartijen niet ‘blij’ zijn met het nieuwe concept van de Alfacheque aangezien er een verschuiving wordt nagestreefd van ZIN naar PGB/Alfacheque. Daarnaast werken in het werkgebied van Almere verschillende servicebureaus. Deze bureaus werken volledig zelfstandig en zonder contract. Contractueel loopt Almere hierdoor geen risico. Ook hier geldt dat deze servicebureaus niet blij zullen zijn met de implementatie van de Alfacheque. Het is belangrijk hierover tijdig te communiceren. Ze zijn volledig afhankelijk van vraag en aanbod.
28/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Product Duur/looptijd Karakter Volume afspraken/verwachting Tussentijdse ontbindingsmogelijkheden Inschatting risico
29/33
1. Contract ZIN ZIN via inzet van medewerkers in loondienst Nieuw contract in 2012 Algemeen
2. PGB met service Dienstverlening
Nee Ja
Geen contract Dienstverlening aan Wmo-klant en alfahulp Nee Niet van toepassing
Geen
Geen
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 14 Conclusie en aanbevelingen 14.1
Conclusie Algemeen Almere wil mogelijk de Alfacheque toevoegen aan het Wmo-verstrekkingenpakket. Het Wmo-bestand voor de HbH1 en de PGB biedt meer dan voldoende potentie/ mogelijkheden om de Alfacheque in te voeren. Met gericht beleid en concrete pr-/marketingactiviteiten is binnen twee jaar een volume haalbaar van 170.000 zorguren. Op welke termijn de Alfacheque qua exploitatie budgettair neutraal kan uitgevoerd kan gaan worden, is echter volledig afhankelijk van het te bereiken volume. Uitgaande van enkele geformuleerde beleidsdoelstellingen (zie hoofdstuk 10) kan binnen twee jaar de Wmo-besparing oplopen tot ! 160.000,— per jaar. Financiële effecten van het behalen van het PGB-voorkeursbeleid zijn hierbij buiten beschouwing gelaten. Naast de financiële besparingsmogelijkheden zijn er nadrukkelijk nog andere argumenten om over te gaan tot implementatie van de Alfacheque. De dienstverlening wordt namelijk uitgebreid met een nieuw product, waarbij de klant én de regie door de klant centraal staat. Waar de Alfacheque is ingevoerd, is de klanttevredenheid hiervan hoger dan die van PGB en van ZIN. Tijdens dit haalbaarheidsonderzoek is duidelijk geworden dat de systematiek van de Alfacheque ook naadloos past in de integrale visie van Almere op gebied van ‘wijkgericht werken, het ontwikkelen van de civil society’ en ‘Almere werkt!’. De methodiek van de Alfacheque kan namelijk prima ingezet worden als re-integratieen activeringsinstrument, waarbij er ook een verdere verbreding kan plaatsvinden naar andere flankerende voorzieningen als vervoer, boodschappendiensten, klussendienst, tuinonderhoud et cetera. Kortom, implementatie van de Alfacheque kan een duidelijke impuls geven aan de realisatie van de bredere beleidsdoelen van Almere. Hoewel invoering per 1 januari 2012 niet mogelijk is gebleken, denken wij dat de Alfacheque door snelle besluitvorming en een strakke projectsturing in het eerste kwartaal van 2012 kan worden geïmplementeerd waardoor het nieuwe product per 1 april 2012 volledig operationeel kan zijn.
30/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
14.2
Aanbevelingen 1. Op basis van de uitkomsten van het onderzoek kan gesteld worden dat de invoering van het concept Alfacheque nadrukkelijk haalbaar is en toegevoegde waarde heeft voor de gemeente Almere. Het startvolume zal voor de uitvoerder mogelijk ontoereikend zijn om dit in het eerste jaar kostendekkend uit te voeren. Aanbevolen wordt om het concept in te voeren en afspraken te maken met de uitvoerder over de dekking van de aanloopverliezen. 2. Voor een start in het begin van 2012 dient zo snel mogelijk de keuze voor uitvoerder gemaakt te worden en zo nodig aanbesteding te doen of verordeningen aan te passen. Aanbevolen wordt dit onder te brengen bij de Tomingroep. 3. Daarbij is het noodzakelijk dat de indicatiestellers van het Servicepunt Z op korte termijn geïnstrueerd worden. 4. Aanbevolen wordt om bij aanvang van de nieuwe contracten voor HH1 met zorgaanbieders in gesprek te gaan over de start van uitvoering van nieuw product in 2012 (alfahulpdienstverlening).
31/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Hoofdstuk 15 Slot Wij zijn van mening dat met de uitkomsten van het haalbaarheidsonderzoek een basis is gelegd voor de invoering van een nieuw zorgconcept, de Alfacheque. Door de invoering hiervan te realiseren, kan een besparing worden gerealiseerd binnen het Wmo-budget terwijl de dienstverlening voor de inwoners wordt uitgebreid.
32/33
HAALBAARHEIDSONDERZOEK NAAR MEERWAARDE ALFACHEQUE
Bijlage 1 Gehouden interviews • • • • • • • • • •
33/33
Nelly Maaskant Ivo Baars, Servicepunt Z Peter Deen Ed Belder, Servicepunt Z Steve Leijsner, Servicepunt Z Danny Louwerse, programmamanager Madeleine Meijer, beleidsadviseur Wmo Alfred Kok, beleid DMO Hans Roos, directeur Sociale Zaken en Re-integratiediensten (Tomingroep) Maurice Elstrodt, divisiedirecteur Facilitair (Tomingroep)