De Europese Innovatie-enquête 2010 (CIS 2010) In deze enquête wordt informatie verzameld over product- en procesinnovatie, organisatorische en marketinginnovatie, in de periode van begin 2008 tot en met eind 2010. Een innovatie is de marktintroductie van een nieuw of sterk verbeterd product (of dienst), productieproces, organisatiemethode of marketingmethode. De innovatie moet nieuw zijn voor uw onderneming, alhoewel ze oorspronkelijk door een ander bedrijf kan ontwikkeld zijn. Deze vragenlijst is verdeeld in 4 modules: A. Algemene informatie over het bedrijf B. Module over de product- en procesinnovaties geïntroduceerd door uw onderneming C. Module over de organisatorische en marketinginnovaties geïntroduceerd door uw onderneming D. Module over creativiteit en door uw onderneming onderzochte vaardigheden Om ondernemingen met en zonder innovatieve activiteiten te kunnen vergelijken, vragen we alle ondernemingen alle vragen te beantwoorden, tenzij anders aangegeven.
1
Geadresseerde In te vullen en of te wijzigen Aangeschreven persoon: Functie: Organisatie: Adres: Postcode:
Gemeente:
BTW: Website: Hoofdactiviteit (NACE-BEL 2008 code met 4 cijfers)1
De hoofdactiviteit is die activiteit die het grootste aandeel vormt van de omzet (of toegevoegde waarde).
Contactpersoon Contactpersoon voor verdere inlichtingen, (indien verschillend van hierboven): Naam Functie: Telefoon:
Fax:
E-mail:
1
De NACE-BEL 2008 code heeft 4 cijfers. De lijst vindt u op de volgende website: http://www.belspo.be/stat/cis2008/NACE_Rev2_nl.xls
2
MODULE A. ALGEMENE INFORMATIE OVER HET BEDRIJF 1.
Algemene informatie over het bedrijf
1.1.
Groepsstructuur
Maakte uw onderneming deel uit van een groep in 2010? (Een groep is een operationele eenheid, samengesteld uit minimum twee ondernemingen die elk hun eigen rechtspersoonlijkheid hebben, maar toch onder de controle van een gemeenschappelijke aandeelhouder vallen. Elke onderneming binnen de groep kan verschillende geografische markten bedienen, bijvoorbeeld via nationale of regionale filialen, of kan ook andere producten aanbieden. Het moederbedrijf maakt ook deel uit van de groep). Ja
Neen
In welk land ligt het moederbedrijf2 ? ______________________
Indien uw onderneming deel uitmaakt van een groep, gelieve de volgende vragen alleen voor uw onderneming in België te beantwoorden (op niveau van het BTW-nummer). Voeg geen resultaten voor dochter- of moedermaatschappijen toe! 1.2
Welke geografische markten bediende uw onderneming tussen begin 2008 en eind 2010? Ja
Neen
A. Lokale markt / regionale markt in België
B. De Belgische markt (buiten uw regio, maar binnen België)
C. Andere landen van de Europese Unie (EU), EVA-landen, of EU-kandidaat-landen*
D. Andere landen
In welke van deze geografische zones heeft u het grootste aandeel van uw omzet gerealiseerd tussen 2008 en 2010? (Duid de overeenkomstige letter aan)
______
*: Met inbegrip van de volgende landen: Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, FYROM (Macedonië), Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slovakije, Spanje, Tsjechië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland.
2 Een groep is een operationele eenheid, samengesteld uit individuele ondernemingen die elk hun eigen rechtspersoonlijkheid hebben, maar toch onder de controle van een gemeenschappelijke aandeelhouder (moederbedrijf) vallen. Het moederbedrijf wordt noch direct noch indirect door een andere juridische eenheid gecontroleerd. De filialen worden direct of indirect door het moederbedrijf gecontroleerd.
3
2.
Economische basisgegevens van uw onderneming
In de onderstaande vraag 2.1., gelieve de bedragen af te ronden op duizendtallen, dus bv. 43 660,16 EUR te noteren als: 4 4 0 0 0
2.1.
Hoeveel bedroeg de totale omzet van uw onderneming in 2008 en 2010 (in duizenden EUR)? Omzet wordt gedefinieerd als de marktwaarde van goederen en diensten3 (inclusief alle belastingen behalve BTW). 2008
2010 0 0 0
2.2.
0 0 0
Hoeveel werknemers (in fysieke eenheden) had uw onderneming in 2008 en 2010 gemiddeld in dienst? (Indien het jaarlijks gemiddelde niet beschikbaar is, geef het aantal werknemers op het einde van elk jaar).
2008
2.3
3
2010
Hoeveel procent van de werknemers in uw onderneming bezat in 2010 een universitair diploma ?4 0%
1% tot 4%
5% tot 9%
10% tot 24%
25% tot 49%
50% tot 74%
75% tot 100%
Voor kredietinstellingen: rente en soortgelijke baten; voor verzekeraars: geboekte brutopremies.
4 Werknemers met academische masteropleidingen (4-jarige opleiding) aan de hogescholen (industrieel ingenieur, architectuur, vertalertolk, handelswetenschappen), of met welke ook opleiding aan de universiteit, of met een doctoraat.
4
MODULE B. PRODUCT- EN PROCESINNOVATIE GEÏNTRODUCEERD DOOR UW ONDERNEMING 3.
Productinnovatie (goederen of diensten)
Een productinnovatie is de marktintroductie van nieuwe goederen of diensten of sterk verbeterde goederen of diensten wat betreft kenmerken, zoals betere software, gebruiksvriendelijkheid, nieuwe componenten of subsystemen. • De innovatie (vernieuwing of verbetering) moet nieuw zijn voor uw onderneming, maar hoeft niet nieuw te zijn voor uw bedrijfstak of markt. • Het maakt niet uit of de innovatie oorspronkelijk door uw onderneming of door andere ondernemingen is ontwikkeld. Goederen zijn meestal tastbare objecten, zoals bv. smart phones, meubels, softwarepakketen, enz. Downloadbare software, muziek en film zijn ook goederen. Diensten zijn meestal immaterieel, zoals bv. verkoop, verzekeringen, opleidingen, vliegreizen, consulting, enz. 3.1.
Heeft uw onderneming tussen begin 2008 en eind 2010 het volgende geïntroduceerd: Ja
Neen
Nieuwe of sterk verbeterde goederen (met uitzondering van het enkel doorverkopen van nieuwe goederen die van een andere onderneming zijn afgenomen en veranderingen van louter esthetische aard)
Nieuwe of sterk verbeterde diensten
Indien u "NEEN" heeft geantwoord op beide vragen, gelieve dan verder te gaan naar vraag 4. 3.2.
Wie heeft deze productinnovaties ontwikkeld? (Alle mogelijkheden die van toepassing zijn aankruisen) Goedereninnovaties
Diensteninnovaties
Uw onderneming zelf
Uw onderneming samen met andere ondernemingen/instellingen*
Uw onderneming door het aanpassen of veranderen van goederen of diensten die oorspronkelijk door andere bedrijven of instellingen ontwikkeld werden*
Voornamelijk andere ondernemingen/instellingen* *: Inclusief onafhankelijke ondernemingen alsook andere onderdelen van uw ondernemingsgroep (dochterondernemingen, zusterondernemingen, hoofdkantoor, etc.). Instellingen zijn universiteiten, onderzoeksinstituten, non-profitorganisaties, enz.
5
3.3.
Waren één of meerdere van deze goederen- en diensteninnovaties geïntroduceerd in de periode 2008-2010: Ja
Neen
Nieuw op uw markt?
Uw onderneming heeft vóór uw concurrenten nieuwe of sterk verbeterde goederen of diensten op uw markt gebracht (ook al waren deze misschien al op andere markten beschikbaar).
Alleen nieuw voor uw onderneming?
Uw onderneming heeft nieuwe of sterk verbeterde goederen of diensten op de markt gebracht die al door concurrenten op uw markt waren gebracht.
Op basis van de volgende definities, gelieve het aandeel in uw totale omzet5 in 2010 van de volgende elementen aan te geven: In 2008-2010 geïntroduceerde goederen- en diensteninnovaties die nieuw voor uw markt waren: Uw onderneming heeft vóór uw concurrenten nieuwe of sterk verbeterde goederen of diensten op uw markt gebracht (ook al waren deze misschien al op andere markten beschikbaar).
%
In 2008-2010 geïntroduceerde goederen- en diensteninnovaties die alleen nieuw voor uw bedrijf (en niet voor uw markt) waren: %
Uw onderneming heeft nieuwe of sterk verbeterde goederen of diensten geïntroduceerd die al door concurrenten op uw markt waren gebracht.
Goederen en diensten die in 2008-2010 onveranderd of slechts licht veranderd waren (inclusief de doorverkoop van nieuwe goederen of diensten die van andere ondernemingen waren afgenomen). Totale omzet 2010
3.4.
% 1 0
0 %
Was één van deze in 2008-2010 geïntroduceerde productinnovaties: Ja
Neen
Niet gekend
Een primeur voor de Belgische markt?
Een primeur voor Europa?
Een wereldprimeur
5 Voor kredietinstellingen: rente en soortgelijke baten; voor verzekeraars: geboekte brutopremies.
6
4.
Procesinnovatie
Procesinnovatie is de toepassing van een nieuw of sterk verbeterd productieproces, distributiemethode of ondersteunende activiteit voor uw goederen of diensten. • De innovatie (vernieuwing of verbetering) moet nieuw zijn voor uw bedrijf, maar hoeft niet nieuw te zijn voor uw markt. • Het maakt niet uit of de innovatie oorspronkelijk door uw onderneming of door andere ondernemingen is ontwikkeld. • Puur organisatorische innovaties vallen hier niet onder (deze worden behandeld in Module C). 4.1.
Heeft uw onderneming tussen begin 2008 en eind 2010 het volgende geïntroduceerd: Ja
Neen
Nieuwe of sterk verbeterde methoden voor de productie van goederen of diensten?
Nieuwe of sterk verbeterde logistieke, leverings- of distributiemethoden voor uw inputs, goederen of diensten?
Nieuwe of sterk verbeterde ondersteunende activiteiten voor uw processen, zoals onderhoudssystemen of aankoop-, boekhoudkundige of rekenmethoden?
Indien u driemaal "NEEN" heeft geantwoord, gelieve dan verder te gaan naar vraag 5. 4.2
Wie heeft deze procesinnovaties ontwikkeld? (Alle mogelijkheden die van toepassing zijn aankruisen)
Uw onderneming zelf
Uw onderneming samen met andere ondernemingen/instellingen*
Uw onderneming door het aanpassen of veranderen van goederen of diensten die oorspronkelijk door andere bedrijven of instellingen ontwikkeld werden*
Voornamelijk andere ondernemingen/instellingen* *: Inclusief onafhankelijke ondernemingen alsook andere onderdelen van uw ondernemingsgroep (dochterondernemingen, zusterondernemingen, hoofdkantoor, etc.). Instellingen zijn universiteiten, onderzoeksinstituten, non-profitorganisaties, enz.
7
5.
Lopende of afgebroken innovatieactiviteiten
Innovatieactiviteiten omvatten onder andere de aanschaf van machines, apparatuur, software en licenties; engineering en ontwikkeling, industrieel design, opleiding, marketing en onderzoek en ontwikkeling (O&O) als deze specifiek gericht waren op de ontwikkeling en/of implementatie van een product- of procesinnovatie. Ook fundamentele O&O wordt hierbij gerekend, zelfs wanneer die niet rechtstreeks gerelateerd is aan één of andere product- of procesinnovatie.
5.1 Had uw onderneming innovatieactiviteiten voor het ontwikkelen van product- of procesinnovaties tussen begin 2008 en eind 2010 die niet uitmondden in de implementatie van een product- of procesinnovatie omdat deze activiteiten: Ja
Neen
Afgebroken of afgelast werden vóór voltooiing? Eind 2010 nog niet voltooid waren?
Indien uw onderneming geen enkele product- of procesinnovatie, of innovatieactiviteiten ontwikkelde in de periode 2008 - 2010 (altijd "NEEN" op vragen 3.1, 4.1 en 5.1) gelieve naar vraag 9 te gaan. Anders gaat u gewoon verder.
8
6.
Innovatieactiviteiten en -uitgaven
6.1.
Heeft uw onderneming tussen begin 2008 en eind 2010 de volgende innovatieactiviteiten verricht:
Intramurale (interne) O&O (Onderzoek en Ontwikkeling)
Creatieve werkzaamheden binnen uw onderneming (op niveau van uw BTW-nummer) om de kennisvoorraad te vergroten en de toepassing daarvan voor het ontwerpen van nieuwe en verbeterde producten en processen (inclusief de ontwikkeling van software) Indien ja, had uw onderneming O&O-activiteiten in de periode 2008 - 2010: op permanente basis (uw onderneming beschikt over permanent O&O personeel)?
Ja
Neen
of eerder occasioneel (enkel indien behoefte eraan)?
Extramurale (externe) O&O
Dezelfde activiteiten als hierboven, maar verricht door andere bedrijven (waaronder andere ondernemingen binnen uw groep) of door publieke of particuliere onderzoeksorganisaties en aangekocht door uw onderneming
Aankoop van machines, apparatuur en software
Aankoop van geavanceerde machines, uitrusting en computer-hardware of –software ten behoeve van nieuwe of sterk verbeterde producten en processen
Aankoop van andere externe kennis
Aankoop van of licentieovereenkomsten voor octrooien en nietgeoctrooieerde uitvindingen, knowhow en andere vormen van kennis van andere ondernemingen of organisaties voor de ontwikkeling van nieuwe of sterk verbeterde producten en processen
Opleiding
Interne of externe opleidingen voor uw personeel specifiek gericht op de ontwikkeling en/of introductie van nieuwe of sterk verbeterde producten en processen
Marktintroductie van innovaties
Activiteiten voor de marktintroductie van uw nieuwe of sterk verbeterde goederen en diensten, inclusief marktonderzoek en reclame bij de productintroductie
Design
Activiteiten om de vorm of het uiterlijk van nieuwe of sterk verbeterde goederen of diensten te ontwerpen, te verbeteren of te wijzigen
Andere
Andere activiteiten om nieuwe of sterk verbeterde producten en processen te verwezenlijken, zoals haalbaarheidsstudies, testen, routine softwareontwikkeling, 'industrial engineering', enz.
9
6.2.
Geef een schatting van de uitgaven voor elk van de volgende innovatieactiviteiten alleen in het jaar 2010 (inclusief de personeels- en aanverwante kosten; in duizenden EUR).
In deze vraag, gelieve de bedragen af te ronden op duizendtallen, dus bv. een uitgave van 43 660,16 EUR te noteren als: 4 4 0 0 0 Kruis "Geen" aan als uw onderneming in 2010 geen uitgaven heeft gedaan voor een bepaalde categorie
Intramurale (Interne) O&O (inclusief personeels- en aanverwante kosten, kapitaaluitgaven voor gebouwen en apparatuur specifiek bestemd voor O&O)
Geen
€
€
€
€
€
0 0 0
Extramurale (externe) O&O (Aankoop van O&O) 0 0 0
Aankoop van machines, apparatuur en software (exclusief uitgaven voor apparatuur voor O&O) 0 0 0
Aankoop van andere externe kennis 0 0 0
Totaal van deze vier uitgavencategorieën voor innovatie
10
0 0 0
6.3.
Heeft uw onderneming tussen begin 2008 en eind 2010 overheidssteun voor innovatieactiviteiten ontvangen van de volgende instanties? Deze vraag betreft ook financiële steun in de vorm van belastingkredieten of aftrekposten, subsidies, gesubsidieerde leningen en garanties voor leningen. De vraag heeft geen betrekking op onderzoek en andere innovatieactiviteiten die volgens contract volledig voor de overheid zijn verricht. Ja
Neen
Lokale of regionale overheden
Federale overheid (inclusief agentschappen of ministeries)
De Europese Unie (EU)
Indien « Ja », heeft uw bedrijf deelgenomen aan het zevende kaderprogramma voor onderzoek en technologische ontwikkeling van de EU?
11
7.
Informatiebronnen en samenwerking voor innovatieactiviteiten
7.1
Hoe belangrijk waren elk van de volgende informatiebronnen in de periode tussen begin 2008 en eind 2010 voor de innovatieactiviteiten van uw onderneming? Geef aan welke bronnen informatie verschaften voor nieuwe innovatieprojecten of bijdroegen tot de uitvoering van bestaande innovatieprojecten. Mate van belangrijkheid Kruis het vakje "Niet van toepassing" indien de genoemde bron geen informatie heeft geleverd Groot
Middelmatig
Gering
Binnen uw onderneming(sgroep)
Niet van toepassing
Leveranciers van apparatuur, materieel, componenten of software
Klanten of afnemers
Concurrenten of andere ondernemingen in uw bedrijfstak
Consultants, commerciële laboratoria of particuliere O&O-instellingen
Universiteiten of andere instellingen voor hoger onderwijs
Overheids- of openbare onderzoeksinstellingen
Conferenties, handelsbeurzen of exposities
Wetenschappelijke tijdschriften en vak-/technische publicaties
Beroeps- en sectorverenigingen
Informatiebron Interne bronnen
Marktbronnen
Institutionele bronnen
Overige bronnen
12
7.2
Heeft uw onderneming in de periode tussen begin 2008 en eind 2010 voor haar innovatieactiviteiten samengewerkt met andere ondernemingen of instellingen? Innovatiesamenwerking is actieve participatie met andere ondernemingen of niet-commerciële instellingen op het gebied van innovatieactiviteiten. Beide partners hebben niet noodzakelijk commercieel baat bij de samenwerking. Deze vraag heeft geen betrekking op uitbesteding van werkzaamheden zonder actieve samenwerking. Ja Neen
7.3
(Indien Neen, ga naar vraag 8)
Beschrijf het type samenwerkingspartner en de locatie (Alle mogelijkheden die van toepassing zijn aankruisen)
België
Ander Europees land*
Verenigde Staten
China of India
Overige landen
A. Andere ondernemingen binnen uw ondernemingsgroep
B. Leveranciers van apparatuur, materieel, componenten of software
C. Klanten of afnemers
D. Concurrenten of andere ondernemingen in uw bedrijfstak
E. Consultants, commerciële laboratoria of particuliere O&Oinstellingen
F. Universiteiten of andere instellingen voor hoger onderwijs
G. Overheids- of openbare onderzoeksinstellingen
Type samenwerkingspartner
* Met inbegrip van de volgende landen van de Europese Unie (EU), EVA-landen of EU-kandidaat-landen: Bulgarije, Cyprus, Denemarken, Duitsland, Estland, Finland, Frankrijk, Griekenland, Hongarije, Ierland, IJsland, Italië, Kroatië, Letland, Liechtenstein, Litouwen, Luxemburg, Macedonië, Malta, Nederland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Roemenië, Slovenië, Slovakije, Spanje, Tsjechië, Turkije, het Verenigd Koninkrijk, Zweden en Zwitserland.
7.4
Welk type samenwerkingspartner vond u het meest waardevol voor de innovatieactiviteiten van uw onderneming?
(Vul in met de overeenkomstige lettercode) _______
13
8.
Doel van uw product- en procesinnovaties in de periode 2008-2010
8.1
Hoe belangrijk waren elk van de volgende doeleinden voor uw activiteiten inzake de ontwikkeling van product- of procesinnovaties tussen begin 2008 en eind 2010? Mate van belangrijkheid Indien uw bedrijf verschillende product- of procesinnovatieprojecten had, geef een algemene evaluatie
Objectief
Groot
Middelmatig
Gering
Uitbreiding van het goederen- of dienstenaanbod
Niet van toepassing
Vervanging van verouderde producten of processen Introductie op nieuwe markten of groei van het marktaandeel Betere kwaliteit van de aangeboden goederen of diensten Verbeterde flexibiliteit van de productie van goederen en diensten Verhoogde productiecapaciteit van goederen en diensten Lagere arbeidskosten per eenheid output Lager materiaal- of energieverbruik per eenheid output Verminderde impact op het milieu Verbeterde gezondheid en veiligheid van de werknemers
9.
Factoren die product- en procesinnovatie belemmeren
9.1.
In welke mate verhinderden of belemmerden elk van de volgende factoren uw innovatie-activiteiten in de periode tussen begin 2008 en eind 2010? Mate van belangrijkheid Groot
Middelmatig
Gering
Niet als belemmering ervaren
Gebrek aan financiële middelen in onderneming(sgroep) Gebrek aan externe financiële middelen
Innovatiekosten te hoog
Gebrek aan gekwalificeerd personeel
Gebrek aan informatie over technologie
Gebrek aan marktinformatie
Moeite met het vinden van samenwerkingspartners voor innovatie
De markt gedomineerd door gevestigde ondernemingen Onzekere vraag naar innovatieve goederen of diensten
Geen behoefte aan vanwege eerdere innovaties van uw onderneming Geen behoefte aan innovaties vermits er geen vraag naar is
Factor
Kostenfactoren
Kennisfactoren
Marktfactoren
Redenen om niet te innoveren
14
MODULE C. ORGANISATORISCHE EN MARKETINGINNOVATIES GEÏNTRODUCEERD DOOR UW ONDERNEMING 10.
Organisatorische innovaties
Een organisatorische innovatie is de toepassing van een nieuwe – nog niet eerder door uw bedrijf gebruikte – organisatiemethode in de bedrijfspraktijken (inclusief het kennisbeheer), in de arbeidsorganisatie of in de externe relaties met andere bedrijven of openbare instellingen. • Deze nieuwe organisatiemethode moet het gevolg zijn van strategische beslissingen genomen door het management • Worden niet meegerekend: fusies en overnames, ook indien ze voor de eerste keer plaatsvonden. 10.1 Heeft uw onderneming tussen begin 2008 en eind 2008 de volgende organisatorische innovaties geïntroduceerd: Ja
Neen
Nieuwe bedrijfspraktijken voor het organiseren van werk of van procedures (vb. supply chain management, business re-engineering, kennisbeheer, lean production, kwaliteitsmanagement, enz.)
Nieuwe methodes voor het organiseren van verantwoordelijkheden en beslissingsbevoegdheden in het bedrijf (vb. eerste ingebruikname van een nieuw systeem van werknemersverantwoordelijkheden, team work, decentralisatie, integratie of de-integratie van departementen, opleidingssystemen, enz.)
Nieuwe methodes voor de organisatie van externe relaties met andere bedrijven of met publieke instellingen (vb. het aangaan van de allereerste alliantie, samenwerking, uitbesteding of onderaanneming, enz.)
Indien u op deze 3 opties “NEEN” heeft geantwoord, gelieve naar vraag 11 te gaan. Anders gaat u verder. 10.2 Hoe belangrijk waren elk van de volgende objectieven voor de organisatorische innovaties die uw bedrijf tussen begin 2008 en eind 2010 heeft geïntroduceerd? Mate van belangrijkheid Indien uw bedrijf verschillende organisatorische innovaties heeft geïntroduceerd, geef een algemene evaluatie
Groot
Middelmatig
Gering
Niet van toepassing
Snellere reactie op behoeften van klanten of leveranciers
Verbeterd vermogen om nieuwe producten of processen te ontwikkelen
Betere kwaliteit van goederen of diensten
Lagere kosten per eenheid output
Verbeterde communicatie of informatiedeling binnen uw bedrijf of met andere bedrijven of openbare instellingen
Objectief
15
11.
Marketinginnovaties
Een marketinginnovatie is de toepassing van een nieuw marketing concept of van een nieuwe marketingstrategie die significant verschillend is van de binnen uw bedrijf bestaande marketingmethodes en die nog nooit eerder door uw bedrijf werd gebruikt. • Het vereist significante veranderingen in design, verpakking, plaatsing, promotie of prijszetting van het product. • Seizoenveranderingen, regelmatige veranderingen of andere routinematige veranderingen in de marketingtechnieken vallen hier niet onder. 11.1
Heeft uw onderneming in de periode tussen begin 2008 en eind 2010 de volgende marketinginnovaties geïntroduceerd? Ja
Neen
Significante veranderingen van het esthetisch design of verpakking van goederen of diensten (uitgezonderd veranderingen die alleen maar de functionele of gebruikskenmerken van het product wijzigen – dit zijn productinnovaties)
Nieuwe middelen of technieken voor het promoten van een product (vb. eerste gebruik van een nieuw advertentiemedium, een nieuw imago, invoering van getrouwheidskaarten, enz.)
Nieuwe technieken voor de plaatsing van een product in de markt of de aanwending van nieuwe verkoopskanalen (vb. eerste gebruik van franchising, distributielicenties, directe verkoop, exclusieve detailhandel, nieuwe concepten voor productpresentatie, enz.)
Nieuwe methodes voor de prijszetting van goederen en diensten (vb. eerste gebruik van variabele prijszetting naargelang de vraag, kortingen, enz.)
Indien u op deze 4 opties “NEEN” heeft geantwoord, gelieve naar vraag 12 te gaan (Module D). Anders gaat u verder. 11.2
Hoe belangrijk waren de volgende doeleinden voor de marketinginnovaties die uw bedrijf in de periode tussen begin 2008 en eind 2010 heeft geïntroduceerd?
Objectief
Mate van belangrijkheid Indien uw bedrijf verschillende marketinginnovaties heeft geïntroduceerd, geef een algemene evaluatie Groot Middelmatig Gering Niet van toepassing
Groter of gehandhaafd marktaandeel
Introduceren van producten bij nieuwe klantengroepen
Introduceren van producten op nieuwe geografische markten
16
MODULE D: CREATIVITEIT EN VAKKENNIS 12.1
Heeft uw onderneming in de periode 2008-2010 eigen personeel ingezet dan wel externe bronnen geraadpleegd, met de volgende vakkennis? Kruis zowel 'Eigen personeel' als 'Uit externe bronnen bekomen'* aan als dit van toepassing is.
Eigen personeel
Uit externe bronnen bekomen
Vakkennis niet aangewend/Niet relevant
Grafische kunst / layout / reclame
Design van objecten of diensten
Multimedia (combinatie van audio, grafische kunst, tekst, foto's, animatie, video, enz.)
Webdesign
Softwareontwikkeling
Marktonderzoek
Engineering / toegepaste wetenschappen
Wiskunde / statistiek / database management
Vakkennis
*:
12.2
Hieronder wordt verstaan: freelancers, consultants, andere ondernemingen binnen uw ondernemingsgroep, andere niet gerelateerde ondernemingen, enz.
Heeft uw onderneming in de periode 2008-2010 één van de volgende methodes gebruikt om nieuwe ideeën of creativiteit te stimuleren bij de medewerkers? Zo ja, was de methode succesvol in het produceren van nieuwe ideeën of de verhoging van de creativiteit? Methode gebruikt en:
Brainstormsessies Multidisciplinaire of cross-functionele teams Jobrotation tussen verschillende departementen of met andere ondernemingen binnen uw ondernemingsgroep Financiële incentives voor werknemers om nieuwe ideeën te ontwikkelen Niet-financiële incentives voor werknemers om nieuwe ideeën te ontwikkelen, zoals vrije tijd, publieke erkenning, interessanter werk, enz. Opleidingen rond het ontwikkelen van nieuwe ideeën of creativiteit
Succesvol
Niet succesvol
Weet niet of het succesvol was
Niet gebruikte methode
17
OPMERKINGEN Eventuele opmerkingen of suggesties bij de vragenlijst kunt u hier invullen:
Wij danken u voor de tijd die u hebt uitgetrokken voor het invullen van deze vragenlijst. Uw medewerking wordt erg op prijs gesteld. U kunt de ingevulde vragenlijst kosteloos terugsturen in de bijgevoegde antwoordenvelop.
18