De energie van de stad Voortgangsrapportage 2015
Utrecht.nl
De energie van de stad
Inhoudsopgave 1. Indeling van deze voortgangsrapportage..................................................3 2. Het Stadsgesprek Energie.........................................................................5 3. Effect in de stad........................................................................................ 7 4. Cirkel van Controle - Eigen organisatie - Eigen gebouwen........................10 5. Cirkel van Invloed - Wonen - Bedrijven - Zon............................................14 6. Cirkel van lobby en kennisontwikkeling..................................................32
2
De energie van de stad
1. Indeling van deze voortgangsrapportage Uitvoeringsprogramma 2015
Utrecht loopt voorop
•Utrecht heeft de ambitie om klimaatneutrale stad te •Bedrijven als Stedin weten Utrecht te vinden als stad worden en hiervoor alles uit de kast te halen. waarmee ze graag willen samenwerken omdat er een •In 2015 continueerden we hiervoor het programma consistent beleid is, voldoende realisatiekracht en een Utrechtse Energie dat in 2011 is gestart. goed netwerk. In 2015 kregen we niet alleen een Europese •De focus in 2015 lag op drie doelgroepen: bewoners, nominatie voor het Stadsgesprek Energie, in Utrecht bedrijven en maatschappelijke organisaties. werd ook het klimaatstraatfeest gewonnen en bovendien •Naast deze activiteiten is in 2015 gewerkt aan een nieuwe werden we Solar City! aanpak om de impact van het programma te vergroten. •Er is bij het Rijk en andere gemeenten veel aandacht voor •Hiervoor is het Energieplan gemaakt tijdens het de Utrechtse aanpak. Niet alleen is er veel interesse voor Stadsgesprek Energie. Dit leidde tot het maken van de Utrechtse Energieagenda’s.
Energietransitie in nieuwe fase
•
In 2015 hebben we gemerkt dat de energietransitie in Utrecht in een nieuwe fase is beland. We zien dit omdat: •We bij huiseigenaren en bedrijven de groep koplopers • • •
(10 %) hebben overschreden. Nieuwe personen en organisaties melden zich met ambities om koploper te worden. Zonne-energie is ook zonder de landelijke en lokale subsidie hard doorgegroeid en het aantal blauwe daken (daken met zonnepanelen) in de stad blijft stijgen, ook op monumentale panden. De gemeente en de energieambassadeurs krijgen steeds meer vraag van partners, bewoners en VVE’s naar totaalrenovaties die een pand energieneutraal maken in plaats van kleine maatregelen.
het stadsgesprek maar ook voor de bedrijvenaanpak: de Utrechtse Mix en het Energiefonds. Het gemiddelde aantal Utrechtse inwoners dat een energieavond bezoekt is vergeleken met andere steden hoog. Een gemiddelde avond wordt door meer dan 100 mensen bezocht. Utrecht heeft (internationaal) koplopende projecten zoals Smart Solar Charging in Lombok en de energieambassadeurs.
De energietransitie vraagt een leeromgeving
•De ambitie van Utrecht blijft een uitdaging van
grote omvang waarbij een transitie in alle stopcontacten nodig zijn. Om stappen te blijven maken moeten we ook willen blijven leren van ons zelf en van anderen. Deze voortgangsrapportage geeft daarom, naast inzicht in wat er is gebeurd, ook inzicht in wat er is geleerd.
• •
3
De energie van de stad 1. Indeling van deze voortgangsrapportage
Leeswijzer voortgangsrapportage Cirkel van controle: emissies die we als gemeentelijke organisatie zelf kunnen beïnvloeden • Verduurzaming eigen organisatie •H andhaving Wet Milieubeheer bij bedrijven Cirkel van invloed: emissies die we kunnen reduceren als wij ons maximaal inzetten en partners zich eveneens maximaal committeren • Stimulering particuliere woningeigenaren (vooral verhuizers en klussers) • Corporatie woningen naar gemiddeld label B • Meerderheid kantoren en zorginstellingen gaan substantiële reductie realiseren • Vergroening stadsverwarming • 10% daken belegd met zonnepanelen
Mate van invloed die de gemeente Utrecht heeft op de omvang van de CO2 emissies
Gebruikte kleuren (RGB) 54 105 164 115 159 208 205 230 248
165 165 165 216 216 216 242 242 242
Cirkel van lobby & kennisontwikkeling: emissies waarvoor we afhankelijk zijn van (met name) landelijke ontwikkelingen zoals •V erdere vergroening van de elektriciteitsvoorziening • Apparaten • Mobiliteitsbeleid
Alle cirkels hebben witte lijnen, behalve de twee grote lichtgrijze; die hebben een grijs lijntje 216, 216, 216
4
Figuur 1: Het uitvoeringsprogramma 2015 richtte zich op drie doelgroepen: bewoners, bedrijven en maatschappelijke ondernemingen. De indeling in cirkels, zoals opgenomen in de Utrechtse Energieagenda’s (aangeboden aan de commissie: 18 november 2015) is na de start van het uitvoeringsprogramma 2015 geïntroduceerd. In 2015 is nog niet conform deze cirkels gewerkt en gerapporteerd. Omdat we nu voor langere tijd een eenduidige rapportage nastreven is de voortgangsrapportage wel vormgegeven in deze indeling. Hiermee is deze rapportage de start van een opzet voor de komende jaren. Hiermee nemen we de activiteiten op het gebied van maatschappelijke organisaties (vooral scholen en sportverenigingen) mee bij de teksten over zonne-energie, wonen en eigen organisatie. In 2015 is de eigen organisatie (Cirkel van controle) niet meegenomen in het uitvoeringsprogramma. Er is wel gecontinueerd met beleid van eerdere jaren.
• • • • •
De energie van de stad
2. Het Stadsgesprek Energie •In maart en april 2015 organiseerde de gemeente een Stadsgesprek Energie, waarbij zij door middel van loting een doorsnee van de Utrechtse bevolking uitnodigde om een energieplan voor de stad te schrijven. 10.000 willekeurige Utrechters kregen een persoonlijke uitnodigingsbrief van de wethouder. Uiteindelijk stelden 165 Utrechters samen een energieplan op gedurende drie zaterdagen. De centrale vraag was: Wat kan Utrecht extra doen om klimaatneutraal te worden? Na het stadsgesprek energie kreeg de gemeente uit diverse hoeken het verzoek om haar aanpak toe te lichten. Er was interesse vanuit de wetenschap, ministeries, energiesector en ook van (internationale) overheden. Daarnaast is Utrecht genomineerd voor de EUROCITIES Award 2015 in de categorie ‘Participatie’.
• • •
•Het stadsgesprek leverde een energieplan voor de stad op. Het energieplan vormt de basis van hoe Utrecht verder gaat met energie besparen en opwekken. Hierin staat welke stappen Utrecht zet om zo snel mogelijk klimaatneutraal te worden. Het energieplan is door de Utrechtse gemeenteraad ontvangen en de duiding ervan is vastgesteld. Van de deelnemers van het stadsgesprek energie gaf ruim 97% aan tevreden of zeer tevreden te zijn over het stadsgesprek. De neveneffecten van het stadsgesprek zijn dat we nieuwe energieambassadeurs erbij hebben, betrokken organisaties voelen meer eigenaarschap voor de energietransitie in de stad en er is een grotere verankering in de gemeentelijke organisatie.
• • •
Meer informatie over het stadsgesprek De film over het stadsgesprek
5
De energie van de stad 2. Het stadsgesprek Energie
6
De energie van de stad
3. Effect in de stad Het coalitieakkoord heeft drie concrete doelstellingen waar het programma Utrechtse Energie zich op richt. 30% reductie van de stedelijke CO2 uitstoot (t.o.v. 2010) 20% opwekking van duurzame energie (t.o.v. 2010) 10% daken met geïnstalleerd zon PV.
• • • •We zien een gestaag dalende trend van de totale
CO2-emissie in de stad van 3% in de loop van 2010-2014. Deze is gecorrigeerd voor temperatuurschommelingen door de jaren heen. In vorige rapportages is gemeld dat de daling 2010-2013 circa 5% was in de stad. Een verklaring van het verschil is de correctie voor het minder milieurendement van de stadsverwarming; in de nieuwe gerapporteerde gegevens (en alle andere gegevens) zijn vanaf 2012 de correctie meegenomen in de CO2 uitstoot cijfers. Landelijk wordt een daling van de CO2 emissies gemeld van 3% (PBL Compendium van de Leefomgeving), zonder correctie voor temperatuur. Gezien de zachte winters van afgelopen jaren en de correctie van de stadsverwarming gegevens doen we het in Utrecht dus iets beter dan het landelijk gemiddelde, als het gaat om de vermindering van het energieverbruik. De daling van CO2 emissie in Utrecht is in lijn met de landelijke trend, waarbij met name de daling van het gasverbruik bijdraagt aan de lagere stedelijke CO2 -emissie. Daarnaast is er een daling te zien in het elektriciteitsverbruik van de zakelijke afnemers.
•
•
•De trend is te weinig om de doelstelling 30% reductie in 2020 te behalen omdat hiervoor dan jaarlijkse de emissies met 2,5% moeten dalen. Per hoofd van de bevolking is de daling van de CO2-uitstoot 9%. Oftewel 2,25% per jaar. De CO2 emissies per inwoner daalde sneller dan de totale emissies omdat in deze periode het aantal inwoners groeide met 7%. De daling in CO2-verbruik in 2014 is vooral het gevolg van een daling van gas en elektriciteitsverbruik in de zakelijke markt. De CO2 emissie van warmte stijgt door de correctie voor het mindere milieurendement van de stadsverwarming. Bij het elektriciteitsverbruik zien we een lichte daling in het verbruik bij particulieren evenals is het gasverbruik; de CO2 emissie bij particulieren daalt daarom licht. Het gebruik van warmte, elektriciteit en aardgas (dus exclusief mobiliteit) daalde in de periode 2010 -2014 met 4%. Zowel het gebruik van gas als elektriciteit is tussen 2010 en 2014 afgenomen, warmte gebruik is echter gestegen. Gedeeltelijk is dit door een correctie van het verbruik vanaf 2012 met 40%, echter ook het aantal aansluitingen op stadsverwarming bij particulieren is sinds 2012 gestegen met ruim 5.300. Dit zijn met name nieuwe aansluitingen in Leidsche Rijn. We zien dat het aandeel zonne-energie in Utrecht blijft stijgen. De cijfers voor de eerste helft van 2015 geven een groei aan van meer dan 10% tot 10,6 MWp. Hierbij is circa 9,3 GWh elektriciteit opgewekt.
•
• • •
•
7
•In totaal schatten we dat dit overeen komt met •
~3% van de daken. We zien aan de groei in de afgelopen jaren dat de doelstelling van 15.000 daken bereikbaar blijft. De 15000 daken komen overeen met 10% van de Utrechtse daken. Daarnaast schatten we dat de bestaande WKO-systemen 40 GWh voor hernieuwbare warmte leverden. Dit is een schatting op basis van een theoretisch rendement van de WKO systemen.
De energie van de stad 3. Effect in de stad
CO2 uitstoot in ton, particulier en zakelijk
CO2 warmte
1.000.000 900.000 800.000 700.000 600.000 500.000 400.000 300.000 200.000 100.000
2010
2011
2012
2013
zakelijk
Particulier
zakelijk
Particulier
zakelijk
Particulier
zakelijk
Particulier
zakelijk
Particulier
0
2014
8
CO2 gas
CO2 elektriciteit
Figuur 2: laat de CO2 uitstoot verdeeld over gasverbruik, elektriciteitsverbruik, warmte en mobiliteit zien. In 2014 is de CO2-emissie met 3% gedaald ten opzichte van het referentie jaar 2010. Bij warmte is het verminderde milieurendement van de stadsverwarming (vanaf 2012) meegenomen in de CO2 emissies, zoals te zien is in de grafiek. De daling van de totale CO2 emissie komt vooral door een daling in CO2-emissies in de zakelijke markt, voornamelijk door gas en elektra. Hierdoor is ook de emissie per hoofd van de bevolking gedaald, te weten met 9% ten opzichte van 2010, waarin eveneens de groei van de stad is meegenomen (circa 7% ten opzichte van 2010). De bronnen van de data zijn voor elektriciteit en gas Energie in Beeld (Stedin) en voor warmte van Eneco. De CO2-emissies van mobiliteit worden 1 keer per 2 jaar bepaald op basis van het verkeersmodel van de gemeente (waarbij alleen gemeentelijke wegen zijn meegenomen), de voertuigsamenstelling en op basis van landelijke kengetallen van de emissies van voertuigen.
De energie van de stad 3. Effect in de stad
Opgesteld zonnestroom vermogen en elektriciteitsproductie 12.000
10,0 9,0 8,0
10.000 8.000
7,0 6,0
6.000
5,0 4,0
4.000
3,0 2,0 1,0 0,0
2.000 0 2000
2002
2004
2009
Opgesteld vermogen (GWpiek)
2011
2013
2015
Elektriciteitsproductie (GWh)
Figuur 4: De doelstelling in Utrecht is om 10% van de daken te beleggen met zonnepanelen, dat zijn ongeveer 15000 particuliere daken. Het exacte aantal daken met zonnepanelen is lastig te tellen. We kunnen wel op basis van het opgestelde vermogen het aantal daken schatten (“dakequivalenten”). Wanneer we aannemen dat er gemiddeld 10 panelen per dak liggen en deze 250 W/paneel aan vermogen hebben dan is op dit moment ruim 4000 van de daken belegd met zonnepanelen, oftewel 3% van de daken. Met de huidige groei ligt de doelstelling binnen bereik.
kWpiek/1.000 woningen 80 70 60 50 40 30 20 10 0 2008
2009
Utrecht
2010
2011
Den Haag
Figuur 3: laat de stijging van het opgestelde vermogen en geleverde elektriciteit van de zonnepanelen in Utrecht zien vanaf het jaar 2000 tot halverwege 2015. In het eerste half jaar van 2015 is zonne- energie met 10% toegenomen. Afgelopen jaren was dat in de orde van meer dan 30%. De figuur laat zien dat ook na de afschaffing van de subsidieregeling landelijk en lokaal in 2014 de stijging doorgaat. In 2016 verwachten we een grotere stijging omdat succesvolle aanvragen bij de SDE+ regeling uit 2014 worden geplaatst (Bron data is RWS).
2012
2013
Amsterdam
2014
2015
Rotterdam
9
De energie van de stad
4. Cirkel van controle Eigen organisatie: instrumenten Wat is er gebeurd?
•Het belangrijkste eigen instrument dat actief wordt ingezet is handhaven op Wet milieubeheer bij bedrijven. Dit gebeurt als onderdeel van de bedrijvenaanpak en wordt in het hoofdstuk bedrijven beschreven. In 2015 is de welstandsnota geactualiseerd (01-05-2015) waarbij ruimte is gebleven binnen het welstandsbeleid verduurzamingsvraagstukken, waaronder NOM renovaties, op te lossen. De Commissie Welstand en Monumenten neemt hierbij een constructieve, begeleidende houding aan. Gronduitgifte: In tenders voor gronduitgiftes worden eisen/voorwaarden gesteld aan de duurzaamheid en energieneutraliteit. Er waren twaalf tenders in 2015 waarvan zes een aanbod van de markt opleverden met EPC=0 (energieneutraal) en twee nog geen uitsluitsel. Inkoop: We hebben duurzaamheid in aanbestedingen vertaald in ambitieniveaus: Niveau 1 is minimum (landelijke eisen), niveau 2 is verhoogde eisen of een gunningscriterium t.a.v. duurzaamheid met een weging van max 20%, niveau 3 is een zwaarder wegend gunningscriterium en/of hele ambitieuze minimumeisen Inkoop: Er zijn zeven aanbestedingen, die via tendernet zijn gegaan, waarbij de CO2 prestatieladder is gebruikt zoals bij de herinrichting Mariaplaats en herstel wal- en kluismuren Kromme Nieuwe gracht. Bij 5 opdrachten in 2015 hebben we circulair ingekocht. Dit is bijvoorbeeld succesvol gedaan bij de inkoop van hulpmiddelen vanuit WMO. Denk aan rolstoelen of rollators. In 18 opdrachten (45,5 mlj. Euro) hebben we een verbetering
• • •
• • •
10
ingezet m.b.t. duurzaamheid. In 20 projecten zijn we zelfs zeer ambitieus geweest t.a.v. duurzaamheid (hoog wegingspercentage, circulair of hoge eisen). Combineren: in 2015 hebben we op twee plekken energiebesparing gecombineerd met andere doelen: veiligheid woningen (APK) en geluidsanering.
•
Wat hebben we geleerd?
•Tot medio 2013 werden met enige regelmaat zonnepanelen op beschermde monumenten aangevraagd. De aanvraag werd ad hoc door Erfgoed getoetst, al had de commissie voor welstand en monumenten al wel eigen richtlijnen. Vanaf september 2013 werken we met de vastgestelde richtlijnen voor zonnepanelen op monumenten en voor panden in beschermde stads- en dorpsgezichten. Inmiddels weten we dat dit werkte. Afwijzingen van aanvragen komen feitelijk niet voor, mede op grond van de richtlijnen wordt ter plaatse gekeken naar een aanvaardbare oplossing, als dat nodig is. Om op verschillende plekken in de gemeentelijke organisatie duurzaamheid mee te nemen is kennis van de kansen en van het onderwerp duurzaamheid (energiebesparing) nodig. Dit merkten we bij de APK pilot maar ook bij de verschillende gronduitgiftes. In 2016 gaan we naast directe advisering ook cursussen geven over verschillende thema’s. Het combineren van beleidsdoelen in instrumenten gebeurt op verschillende plekken en kan heel effectief zijn. De combinatie met geluidsanering en woningveiligheid is een interessante combinatie die we door willen zetten.
•
•
De energie van de stad 4. Cirkel van controle
Eigen organisatie: eigen vastgoed Wat is er gebeurd?
•In 2015 hebben we stappen gezet met zonne-energie. Op •
• •
30 kleine sportpanden van de gemeente worden ca.1300 zonnepanelen geïnstalleerd. Eind 2014 is voor acht panden SDE+ subsidie aangevraagd. In 2015 is opdracht gegeven om ongeveer 6000 zonnepanelen te plaatsen op vijf panden. Op drie panden wordt zogenaamde thin folie geplaatst (vanwege de draagkracht van de daken). De specifieke planning van de werkzaamheden dit jaar wordt afgestemd op eventuele onderhoudswerkzaamheden op de daken van de panden. Tevens is gestart met verkennen voor een grondgebonden zonnesysteem. De verduurzaming van bestaande panden wordt meegenomen in de meerjarenonderhoudsplanning. Dat is het moment waarop we grotere stappen kunnen maken. Een mooi voorbeeld is de schouwburg die na renovatie is opgeleverd met een energielabelsprong van vier stappen.
Wat werkte goed en wat hebben we daarvan geleerd?
•De kennis over zonne-energie, de markt en
aanbestedingen en mogelijkheden hebben we onder de knie. De aanbestedingstrajecten duurden lang maar hebben veel opgeleverd. In vervolg aanbestedingstrajecten zullen we hier ons voordeel mee doen en ook kijken of op een of andere wijze kunnen aanbesteden.
Wat werkte minder en wat hebben we daarvan geleerd?
•Het meenemen van de duurzaamheid in meerjaren onderhoudsplanning is zeer zorgvuldig, efficiënt en kostendekkend maar gaat niet erg snel. We kijken op dit moment naar mogelijkheden om dit te versnellen.
11
•Er wordt onderzocht of we met een andere aanpak kunnen versnellen. De (financiële) consequenties daarvan worden in beeld gebracht.
De energie van de stad 4. Cirkel van controle
M2 bvo per Label 8000 6000 4000 2000 0 A++
A+
A
B
C
D
E
M2 bvo per label categorie
Figuur 5: Wanneer het Energie Maatwerk Advies (EMA) wordt opgesteld krijgen we een nauwkeurig vastgestelde Energie Index (EI). Inmiddels hebben we voor 80 panden een EMA opgesteld. Hierbij is ook de energie index weergegeven waardoor we de EI per vierkante meter (m2) kunnen berekenen. De gemiddelde EI/m2 is 1,18. Dit komt neer op een label D. Onderstaande grafiek laat de labels zien in relatie tot de m2.
12
F
G
De energie van de stad 4. Cirkel van controle
Interview Stadsschouwburg
Energiezuinige lampen: niemand die het merkt Meesterarchitect Dudok zou in zijn nopjes zijn geweest met de recente renovatie van de Stadsschouwburg. Het gebouw is ingrijpend opgeknapt in de geest van de beroemde ontwerper, met veel aandacht voor licht en ruimte. Maar het bieden van meer comfort aan de bezoekers was niet de enige ambitie. “We wilden ook voor energielabel A gaan,” zegt hoofd gebouwbeheer en theatertechniek Sebastiaan van Haperen.
Moeiteloos somt hij de maatregelen op die samen enorm veel besparingen opleveren. Het vervangen van de halogeenverlichting door ledlampen. Het toepassen van warmte-koudeopslag. De aanschaf van een slim luchtbehandelingssysteem. Het regelen van de luchtvochtigheid via verneveling in plaats van het gebruik van stoom. Een nieuw dak voor de Blauwe Zaal met hoge isolatiewaarden... De toepassingen waren niet allemaal even eenvoudig te realiseren. Dubbel glas? Dat kan dus niet zonder de aanblik van het rijksmonument aan te tasten. Daarom viel de keus op glas met een onzichtbare folie om toch een isolerend effect te krijgen zonder de oorspronkelijke kozijnen te hoeven vervangen. Andere ingrepen waren simpeler, zoals het omlaag brengen van de netspanning. Energiebesparing: minimaal vijf procent. “De aanschaf van het systeem dat het voltage verlaagt van 240 naar 220 hebben we er binnen drie jaar al uit! Het is eigenlijk
Sebastiaan van Haperen
“Het is goed dat we daarbij samen optrekken met de gemeente, die op dit gebied mooie ambities heeft.” onbegrijpelijk dat niet iedere organisatie dat doet. Onze lampen branden nu iets minder fel, maar niemand die het ziet.” Sebastiaan is ook tevreden over een minder voor de hand liggende ingreep: het verlengen van de garage waar grote vrachtauto’s laden en lossen. “Die pasten er vaak niet in. We moesten de deuren daarom open laten en stookten dan voor de hele stad. Het is een verbetering waar ik echt blij mee ben.” Hij vindt het belangrijk dat de schouwburg een voorbeeldfunctie heeft. “We zijn een publiek gebouw, met
13
jaarlijks ruim 200.000 bezoekers. Een milieuvriendelijke uitstraling heeft dus een grote reikwijdte. Het is goed dat we daarbij samen optrekken met de gemeente, die op dit gebied mooie ambities heeft. We zijn daardoor inmiddels gestart met een onderzoek naar de mogelijkheid van zonnepanelen op het dak van de grote zaal.” En wat inspireert Sebastiaan zelf? Lachend: “Vanuit ons vakgebied zijn we dol op techniek en het is leuk om met inzet van die techniek winst te behalen als het gaat om duurzaamheid.”
De energie van de stad
5. Cirkel van invloed Wonen Wat is er gebeurd?
•Corporaties: Versnelling bij corporaties: nul-opde-meter projecten zijn gestart, business cases voor zon-projecten liggen klaar voor uitvoering. Ook is energiebesparing onderdeel van de prestatieafspraken. Samen met woningbouwcorporaties hebben we een energiecampagne gevoerd door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Er zijn 800 adviezen gegeven met een gemiddelde besparing van 10%. Particulieren: Via bijeenkomsten hebben we in totaal 12.000 huishoudens bereikt. Dat heeft geleid tot adviezen en individuele verduurzaming, en gezamenlijke inkoop-acties op isolatie en zon. Toename van activiteit van energieambassadeurs, die met hun buren aan de slag gaan. Start eerste NOM-project met particulieren.
• • • •
Wat heeft gewerkt en wat hebben we daarvan geleerd?
•Bewonersavonden worden steeds succesvoller. Het aantal bezoekers per bijeenkomst neemt toe. Dit komt omdat we steeds meer met partners in de stad werken om de bijeenkomsten te organiseren. Het zijn geen avonden meer ‘van de gemeente’ maar ‘van de stad’. Hiermee vergoten we de omvang, maar wordt het effect ook minder direct meetbaar.
•Gerichte en geconcentreerde campagne zoals warmtescans leverde veel ‘awareness’ op. Tijdens die campagne schoot ook het bezoek aan de gemeentelijke website flink omhoog. In 2014 waren de acties heel erg gericht op energieadviezen. Ook dat is zichtbaar in de cijfers. In 2016 gaat de campagne Slimme Meters van start. Deze sluit aan op de landelijk verplichte uitrol van slimme meters door netwerkbedrijf Stedin in Utrecht. De start is in Leidsche Rijn. Duurzaamheidsleningen nemen gestaag toe. Bewoners weten het product steeds beter te vinden. Het is nu onderdeel van het totale pakket op bewonersavonden. Corporaties hebben hun prestatieafspraken uit 2011 meer dan uitgevoerd, en via het energieprogramma hebben we een versnelling op gang gebracht. Succesvolle start van de energiebesparingscampagne voor huurders wordt verlengd en uitgebreid van sociale huur naar de particuliere huursector.
• • •
Wat werkte minder en wat hebben we daarvan geleerd?
•Bij monumenten lag de aandacht afgelopen jaar meer op zon, en minder op stimuleren en uitzetten van leningen. Effect is dus ook meer zonne-energie op monumenten, maar minder nieuwe duurzame monumentenleningen.
14
•We bereiken de bewoners, maar slagen er nog niet in om dat bereik om te zetten naar de benodigde massa voor grootschalige renovaties in de stad. Het programma wordt daarop aangepast. We gaan gebiedsgericht werken en ontwikkelen een ‘klantvolgsysteem’ dat mensen bij elke stap in het proces een handelingsperspectief biedt voor vervolg. Nul op de meter project particulieren: De afspraken over wat NOM is, hoe een contract tussen bewoners en aannemers er uit moet zien, en de rol van gemeente daarbij waren niet altijd duidelijk. Bij de eerste pilot hebben we veel geleerd. Financiering: het lukt niet goed om concrete afspraken te maken met financiers over (gebouw gebonden) financiering van duurzaamheidsmaatregelen. De randvoorwaarden voor banken, zoals risicobeoordeling en regelgeving, staan concrete resultaten in de weg. Dit is iets wat nu landelijk wordt opgepakt. De particuliere huursector blijft moeilijk te bereiken. We blijven dit proberen via huurder en concrete aanleidingen (bijvoorbeeld de discussie over blokverwarming), maar laten onze focus varen. Er was veel discussie rond stadsverwarming. We gaan een regietafel starten om verduurzaming in wijken te stimuleren. Onderdeel daarvan is met Eneco samen kijken hoe de communicatie richting bewoners kan worden verbeterd.
• •
• •
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
15.000
2,5
12.000
2
9.000
1,5
6.000
1
3.000
0,5
0
2009
2010
2011
2012
2013
2014
2015
A++
0
1
1
1
2
2
A+
3
4
7
7
21
30
A
243
552
847
1120
1501
2573
3269
B
222
1730
4194
5215
6691
8057
10718
C
340
3448
7209
8747
10173
11485
12380
D
526
3368
7558
9286
11495
12149
13298
E
575
1724
3434
4572
5282
5462
6284
F
333
1199
3040
3874
4407
4492
5138
G
437
683
1679
1972
2832
2908
3244
Index
2,11
1,81
1,83
1,83
1,84
1,79
1,77
15
0 energie-index
aantal woningen
Woningen: energielabel & gemiddelde energie-index Figuur 6: geeft de verdeling weer van de energielabels in Utrecht. Het energielabel geeft inzicht in de energietoestand van de woning. De waarde van het energielabel is gebaseerd op openbare gegevens uit het Kadaster (type huis, grootte, bouwjaar) en op gegevens van vergelijkbare huizen. Iedereen die zijn huis wil verkopen of verhuren, is verplicht een energielabel te hebben. Het energielabel kan een waarde hebben tussen A en G, waarbij A het meest energiezuinig is, en G het minst. Hoe meer energie men bespaart, hoe hoger de energielabelclassificering. Hiervoor is wel registratie na besparing noodzakelijk. Vanwege deze extra stap zijn de energielabels voor ons niet de beste maat voor de energiebesparing in de stad.
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
labeltype in procenten van het totaal aantal gelabelde woningen per stad Figuur 7: geeft de verdeling weer van de energielabels in Utrecht in relatie met andere G4 steden. In vergelijking met de andere G4 steden heeft Utrecht een gemiddeld beter energielabel. We hebben relatief gezien meer aantallen B labels en hoger (door onder andere de bouw van Leidsche Rijn), echter relatief gezien heeft Utrecht ook veel woningen met label G en F, labels die de slechtste energieprestaties weergeven.
60%
50%
40%
30%
20%
10%
label
A++
A+
Amsterdam
A
B
C
Den Haag
D
E
Rotterdam
F
G
C of B of hoger hoger
Utrecht
16
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Bewonersavonden voor huis eigenaren
Aantal bijeenkomsten
160
Cumulatief bijeenkomstem
140 120
Figuur 8: De gemeente organiseert samen met de energieambassadeurs en een aantal adviseurs en met de stichting (H)eerlijk wonen regelmatig bewonersavonden om informatie te geven over de mogelijkheden voor energiebesparing in de woning, zonne-energie en de instrumenten die de gemeente hiervoor beschikbaar heeft.
100 80 60 40 20 0
2012
2013
2014
2015
Bezoekers bewonersavonden
Figuur 9: De doelgroepen zijn huiseigenaren en soms specifiek VVE’s. Er zijn algemene avonden en ook thema avonden in de wijk of soms stadsbreed. Initiatief komt van partnerorganisaties. In 2013 zijn de avonden gehouden rond de warmtescans (infraroodscans) vooral door de gemeente zelf georganiseerd. Dat zorgde voor een toename van bezoekers. Inmiddels blijven de aantallen toenemen doordat we beter aansluiten in de wijken en we samenwerken met de partners. We doen dit dus ook niet meer (helemaal) zelf. In totaal zijn hiermee meer dan 12.000 bewoners bereikt (~17% woningeigenaren).
14000 12000 10000 8000 6000 4000 2000 0 2012
2013
2014
2015
17
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Aangevraagde warmtescans en Energieadviezen 6.000 5.000
Aantal aangevraagde warmtescans Cumulatief warmtescans Aantal uitgebrachte energieadviezen Cumulatief energieadviezen Figuur 10: In 2012/2013 hebben we warmtescans gemaakt van 60.000 woningen. Iedereen die een nieuwe scan wil of voor wiens woning eerder nog geen scan was kan (opnieuw) een scan aanvragen. Dat kan op de bewonersavond. We zien dat mede door de vraag naar grootschaliger concepten en het feit dat veel huizen al een scan thuis hebben, de vraag naar warmtescans afneemt.
4.000 3.000 2.000 1.000 0
2012
2013
2014
2015
Aantal duurzaamheidsleningen 60
Aantal toegewezen leningen
50
Cumulatief aantal leningen
40 30 20 10 0
t/m 2013
2014
2015
Figuur 11: De duurzaamheidslening is een instrument om woningeigenaren te helpen hun energiemaatregelen te realiseren met aantrekkelijke leningen via de SVN organisatie. De aantallen toegewezen leningen zijn afgelopen jaren toegenomen doordat de aantallen bewoners die iets doen zijn toegenomen en de lening meer onder de aandacht is gebracht bij de bewonersavonden. Met de leningen die in de pijplijn zitten komt het einde van de gereserveerde €800.000 in zicht. De grafiek geeft het aantal toegewezen leningen weer t/m 2015.
18
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Aantal energieambassadeurs totaal aantal eigenaar bewoners | huurders 80 70 60 50 40 30 20 10 0 Eind 2012
Eind 2013
Eind 2013
Eind 2015
Eigenaar - bewoners | Huurders Aantal energieambassadeurs per wijk (stand april 2014) Onbekend West
Figuur 12: Utrecht kent veel actieve energieambassadeurs. Het aantal energieambassadeurs is sinds de start van het netwerk flink toegenomen: van 15 tot bijna 70 en blijft nu redelijk constant. De ambassadeurs informeren en stimuleren bewoners om hun woning energiezuinig te maken, ieder op zijn eigen manier. Inmiddels brengen zij de opzet ook over bij andere steden in de regio. De energieambassadeurs zijn in alle wijken te vinden en worden ondersteund door Energie-U.
Oost Noord-West Noord-Oost Zuid Zuidwest VleutenDe Meern Leidsche Rijn Overvecht Binnenstad 0
2
4
6
8
10
12
14
16
19
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Interview verzekeringskantoor a.s.r.
Energieverbruik omlaag? Dan ook bijen uitzetten Mooi en energiezuinig kunnen prima samengaan. Een goed voorbeeld is het totaal vernieuwde kantoor van verzekeraar a.s.r. in Rijnsweerd. De betonnen kolos uit 1974 veranderde in een sierlijke kas. En de verspringende gevels met veel glas zien er niet alleen fraai uit, ze zorgen er ook nog eens voor dat het energieverbruik omlaag kan. Dankzij de ‘truc’ met een dubbelwandige klimaatgevel van glas komt ’s winters de kou bijna niet binnen en blijft de temperatuur tijdens zomerse dagen aangenaam. “Het is een soort spouw, ’s winters hoeven we het gebouw bijna niet te verwarmen,” zegt directeur Business Support Fiona van ’t Hullenaar.
“Het gaat veel verder dan alleen je energiekosten omlaag brengen.” Het is maar één van de vele ingrepen die er samen voor zorgden dat het totale energieverbruik 60 procent naar beneden kon en het bedrijf het groene energielabel A én het keurmerk Breeam-Excellent kreeg. Als geoloog is Fiona met name enthousiast over het systeem voor warmte- en koudeopslag (wko). Het effect is vergelijkbaar met dat van de klimaatgevel. “Via een warmtewisselaar gaat bodemwater naar onze klimaatplafonds. Het stralingssysteem is niet alleen heel zuinig, maar ook bijzonder comfortabel.” Fiona van ’t Hullenaar
20
De vernieuwing van één van de grootste kantoorpanden van Nederland – 84.000 vierkante meter - kostte zo’n drie jaar. Ieder jaar werd een vleugel onder handen genomen, leidraad daarbij was duurzaamheid. “Maar voor mij gaat dat veel verder dan alleen je energiekosten omlaag brengen. Zorg voor je personeel hoort daar bijvoorbeeld ook bij, en oog hebben voor je maatschappelijke functie. Het is waardevol om in meerdere opzichten aan de langere termijn te denken.” Die visie leidde dus niet alleen tot slimme oplossingen voor energievraagstukken, maar ook tot uiteenlopende beslissingen als het hergebruik van veel materialen, het starten van een fitnesscentrum, het verkopen van gezonde producten in het bedrijfsrestaurant en het houden van bijenvolken in de buitenruimte. “Het is in de visie van a.s.r. niet logisch om het één te doen en het ander laten.” De komende tijd staat de energiebesparing in het teken van het monitoren van de nieuwe systemen: kan de afstelling nog nét wat nauwkeuriger om een beter rendement te krijgen. Daarnaast onderzoekt a.s.r. de mogelijkheden van diepe geothermie voor héél Rijnsweerd en universiteitscentrum de Uithof. Lachend: “Je moet niet stilstaan, want dan gebeurt er niks.”
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Huurdercampagne corporaties met energieadvies 900
Adviezen per maand Figuur 13: Om energiebesparing bij sociaal huurders meer onder de aandacht te brengen is het project Energieadviezen huurders gestart. Met behulp van mensen die werkloos waren en omgeschoold zijn tot energieadviseur worden huurders bezocht, geadviseerd en eerste maatregelen direct geplaatst. Hiermee zijn tot nu toe 800 huurders bezocht, is gemiddeld 10% bespaard en zijn 6 mensen aan een nieuwe baan geholpen bij een adviesbureau. In 2016 zetten we dit project voort.
800 700 600 500 400 300 200
21
dec-15
nov-15
okt-15
sep-15
aug-15
jul-15
jun-15
mei-15
apr-15
mrt-15
feb-15
jan-15
dec-14
nov-14
100 0
Cumulatief aantal leningen
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Monumenten: dumoadviezen, leningen & projecten 2014
25
2015
Figuur 14: Bij monumenten lag de aandacht in 2015 meer op zon, en minder op stimuleren en uitzetten van leningen. Effect is dus ook meer zonne-energie op monumenten, maar minder nieuwe duurzame monumentenleningen.
20
15
10
5
0 Energiebesparingsprojecten uitgevoerd of in uitvoering
22
Uitvoerde DuMO adviezen
Aangevraagde leningen (URF energie & restaurantiefonds)
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Corporatiewoningen: aantal gerealiseerde labelstappen 25.000
20.000
aantal woningen
10.000
5.000
2011 2012 2013 2014 2015 Totaal Totaal
2012
2013
2014
2015
totaal
Aantal woningen medio 2015
Figuur 15: De energieprestatie van de circa 46.000 corporatiewoningen in Utrecht verbetert. Sinds 2011 hebben alle corporaties forse (label)stappen gezet, in totaal 20.500. Het doel is om in 2020 alle woningen op energielabel B te krijgen. Dit is vastgelegd in de Prestatieafspraken 2019-2026 tussen corporaties en gemeente. Daarnaast wordt ingezet op het realiseren van een substantieel aantal woningen met ‘Nul-op-de-Meter tot 2020.
15.000
0
2011
Mitros
Portaal
Bo-Ex
2630 4320 4091 2120 1940
318 522 651 785 605
577 603 1056 1075 465
15101 21629
2881 12395
3776 7766
23
Groen West 0 0 0 5 63 68 1859
SSH 184 303 617 99 0 1203 2623
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Interview Tbs-kliniek
‘Met een goed verhaal over duurzaamheid kun je iets bereiken’ Een tbs-kliniek duurzaam renoveren is niet vanzelfsprekend. Veiligheid staat voorop, dus daar is uiteraard de meeste aandacht voor in de plannen. Dat geldt ook voor de Utrechtse Van der Hoevenkliniek, onderdeel van de stichting Forensische Zorgspecialisten. Maar dankzij de inzet van Marian Wiarda, hoofd Facilitaire Dienst, is er toch flink geïnvesteerd in energiebesparende maatregelen. Overal energiezuinige led-verlichting in de tbs-kliniek? Veel te duur! Dat was lange tijd het heersende idee binnen de stichting. Totdat een besparingsonderzoek uitwees dat de terugverdientijd maar zes jaar is. De stichting liet het onderzoek uitvoeren na ondertekening van het convenant Duurzame Zorg in 2013. Tien Utrechtse zorginstelling verplichtten zich daarmee hun CO2-uitstoot fors te verminderen. “Een goed initiatief van de gemeente Utrecht! Met het convenant in de achterzak kon ik onder meer pleiten voor het installeren van led-verlichting tijdens de renovatie. En dankzij het onderzoek zijn we ook aan de slag gegaan met goede isolatie.”
Een andere stimulans is de rol van de stichting als opdrachtgever van het project Energy Explore Lab. Ruim driehonderd leerlingen van drie middelbare scholen zijn de afgelopen maanden druk geweest met het bedenken van manieren waarmee de stichting energie kan besparen. “Kinderen rekenden bijvoorbeeld uit dat we straks 913 zonnepanelen kunnen gebruiken op het dak van onze nieuwe kliniek. Dat is eenmalig een forse investering, maar op langere termijn wel een verstandige. Ik ga me in eerste instantie sterk voor maken voor onze locatie in Amersfoort, want daar is meer ruimte.”
Als het maar even kan, maakt ze bij haar collega’s reclame voor duurzaamheid. “Het onderwerp is bij ons inmiddels hoger op de agenda gekomen en daar ben ik best trots op. Ik ben steeds overtuigder geraakt van het belang van een duurzame aanpak. Met een goed verhaal kan ik binnen onze organisatie echt iets bereiken en het verschil maken. Dat is enorm inspirerend.”
“Overal energiezuinige led-verlichting in de tbs-kliniek? Veel te duur!”
Ieder steuntje in de rug richting duurzaamheid is welkom, volgens Marian. Veel (zorg)instellingen willen namelijk wel energiezuiniger werken, maar de praktijk is vaak weerbarstig. “Initiatieven komen daardoor minder snel van de grond dan je zou hopen. Het personeel is druk met de directe zorg voor patiënten, duurzame vernieuwingen vragen om tijd en investeringen. Het gaat allemaal niet vanzelf.” Marian Wiarda
24
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Bedrijven Wat is gebeurd?
•In de periode 2011 t/m eind 2015 zijn met de verschillende instrumenten binnen het programma ruim 1800 grote bedrijfsvestigingen bereikt, dat is 30% van alle bedrijven die vallen onder wet milieubeheer. De Programma-aanpak richtte zich met name op middel- en grootverbruikers en kleinverbruikers die onder de Wet milieubeheer vallen. Handhaving: Bijna geen van de bezochte bedrijven voldeed aan de bij de eerste controle aan de verplichting binnen de Wet Milieubeheer om alle maatregelen met een terugverdientijd van minder dan 5 jaar te implementeren. Bij een tweede controle bleek meer dan 90% van de bedrijven dit wel te hebben gedaan. Naar schatting realiseren bedrijven een gemiddelde besparing van 10%. Branches: in vrijwel alle branches zijn aantoonbare besparingen gerealiseerd. Omvang en bijdrage van het programma verschilt tussen de branches. Bedrijfsterreinen: Op vier bedrijfsterreinen zijn afspraken gemaakt en maatregelen uitgevoerd of in voorbereiding. Energiefonds Utrecht: Dit fonds vult een ‘gat’ in de markt wat betreft de financiering van projecten die voor traditionele banken (i) te klein zijn in financiële omvang of (ii) zekerheden vereisen van ondernemers met een startend bedrijf die zij (nog) niet kunnen geven.
•
• • •
Wat werkte goed en wat leerden we daarvan?
•De Utrechtse mix (vrijwillige instrumenten/afspraken i.c.m. handhaving) heeft tot aantoonbare versnelling van energiebesparing en toepassing van duurzame energiebronnen geleid bij een groot aantal bedrijven.
•De aanpak bij bedrijven vraagt om een lange adem: Pas na een aantal jaren worden de eerste concrete resultaten zichtbaar (dit is ook de ervaring in andere gemeenten). Het is belangrijk om aan tafel te blijven, de boodschap te blijven herhalen, bedrijven te ontzorgen en de boodschap breed binnen bedrijven uit te dragen. Kans dat bedrijven tussentijds afhaken is anders groot. In 2016 betrekken we het Energiefonds ook meer bij het begin van een traject. Een individuele/persoonlijke benadering door een deskundige adviseur die een bedrijf kan ontzorgen en kan meebewegen met de wensen van het bedrijf blijkt het meest effectief.
•
•
Wat werkte minder en wat leerden we daarvan?
•Energie-impuls: De bekendheid van de subsidieregeling Energie-impuls (haalbaarheidsstudie business cases) is laag. Tot nu toe zijn er vijf aanvragen voor een totaalbedrag van ruim €100.000,- gedaan die deels zijn afgerond of nog in uitvoering zijn. Er is echter wel voldoende aangevraagd waardoor het einde van het budget uit de zogenaamde green deal in zicht komt. We zullen de regeling in deze vorm dan ook niet verlengen. Bedrijven die collega-ondernemers inspireren met succesverhalen vergroten de kans op herhaling. Dit hebben we afgelopen jaar te weinig benut en zetten we de komende jaren nadrukkelijker in.
•
25
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Aantal bezochte bedrijven: eerste controles Bezochte bedrijven: eerste controles
700
Cumulatief bezochte bedrijven
600 500 400 300 200 100 0
2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015
26
Figuur 16: De afdeling handhaving heeft voor eind 2015 bij 600 bedrijven een eerste energiecontrole uitgevoerd. De ervaring leert dat vrijwel geen van de bezochte bedrijven bij een energiecontrole voldoet aan de verplichting binnen de Wet milieubeheer om alle maatregelen met een terugverdientijd van minder dan vijf jaar te implementeren. Bij de hercontrole blijkt meer dan 90% van de bedrijven dit wel te hebben gedaan. Naar schatting realiseren bedrijven een gemiddelde besparing van 10%. De cijfers van 2015 zijn exclusief de supermarkten omdat die in een ander traject rondom toezicht en handhaving zitten.
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Aantal bedrijfsvestigingen bereikt met verschillende instrumenten Sport
1000
Figuur 17: Utrechtse bedrijven zijn bereikt met diverse instrumenten. Circa 100 bedrijfsvestigingen in Utrecht doen vrijwillig mee aan de landelijke Meer Jaren Afspraken (MJA 3) energiebesparingen. Dit zijn allemaal bedrijven die in de categorie grootverbruikers vallen. Met de branchegerichte benadering zijn ruim 830 bedrijven bereikt. Dit betreft een groot aan detailhandel- en horeca-vestigingen die binnen de categorie middenen kleinverbruikers vallen. Daarnaast is gewerkt aan energiebesparing in de zorgsector, bij sportverenigingen en de hospitality. Via een gebiedsgerichte aanpak zijn op vijf bedrijfsterreinen afspraken gemaakt met bijna 150 bedrijven. Bij deze bedrijven zijn maatregelen uitgevoerd of in voorbereiding.
ECU: Kantoren & Scholen Evenementen
800 Zorginstellingen Hospitality Horeca/Retail
600
Handhaving: Supermarkten Handhaving
400 Meer Jaren Afspraken (MJA-3)
200
Oudenrijn/Vleuten De Meern De Wetering-Haarrijn Lage Weide Rijnsweerd Overvecht
0 Handhaving
MJA
Branches
27
Bedrijfsterreinen
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Energiefonds Utrecht totaal eind 2015
14 12
WKO
overig
Figuur 18: Energiefonds Utrecht is twee jaar onderweg en biedt Utrechtse bedrijven en instellingen financiële ondersteuning voor realisatie van projecten op het gebied van energiebesparing en duurzame opwekking. Het totale fondsvermogen bedraagt €6,8 miljoen euro. Eind 2015 was €3,6 miljoen euro uitgezet bij in totaal 12 projecten. Met deze projecten is in totaal €9,2 miljoen aan particuliere investeringen gemoeid.
10 8 6 4 2 0
Zon-PV
gerealiseerde aanvragen
28
totale investering (mjn.)
omvang financiering (mjn.)
CO2 reductie (kton)
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Interview student Joost de Kruif
Zonnepanelen op dak huisbaas Nog nooit eerder vertoond in Nederland: een student met z’n eigen zonnepanelen, maar dan wel op het dak van de huisbaas, woningcorporatie SSH. Joost de Kruif, student Humanistiek in Utrecht, kreeg het voor elkaar. Hoe? Een kwestie van je gedrevenheid omzetten in overtuigingskracht. Joost: “Vraag advies, heb geduld en doe het gewoon.” Een betekenisvol moment tijdens een verblijf in Noorwegen, vorig jaar: Joost staat bij een tankstation en raakt aan de praat met de Noorse eigenaar van een op elektriciteit rijdende Tesla. Het verhaal van de Noor liegt er niet om. In Noorwegen is het terugdringen van de CO2-uitstoot de normaalste zaak van de wereld. Uitlaatgassen? Dat kun je je kinderen echt niet aandoen. Joost realiseert zich op dat moment dat hij meer werk wil maken van zijn eigen interesse in duurzaamheid. Die heeft hij niet van vreemden: bij pa en ma thuis liggen ook zonnepanelen op het dak. Een volgende duwtje in de rug is de aanwezigheid van Energie-U bij een voorlichtingsavond van de Rabobank over hypotheken. Op een foto ziet Joost welke Utrechtse daken geschikt zijn voor zonnepanelen. Jawel, het stadspand van de SSH waar hij met zes andere studenten woont heeft een perfecte ligging. “En Energie-U wilde wel advies geven over hoe je zoiets aanpakt. Ik heb echt heel veel aan hun hulp gehad.” Niet alle medebewoners staan onmiddellijk te springen van enthousiasme, maar Joost weet ze om te krijgen. De SSH is aanvankelijk eveneens huiverig, maar ook de
Joost de Kruif
“Joost realiseert zich op dat moment dat hij meer werk wil maken van zijn eigen interesse in duurzaamheid.” studentenhuisvester raakt gegrepen door het verhaal van hun doortastende huurder. “Ik begrijp die terughoudendheid wel, niemand had ervaring met deze situatie. Maar uiteindelijk is het allemaal niet zo moeilijk, als je maar goede afspraken maakt. De SSH werd steeds positiever.” Het licht gaat op groen, Joost kan zo’n drieduizend euro investeren in acht panelen, de energiekosten voor de bewoners zullen iets omlaag gaan en Joost mag het grootste deel van de besparingen in eigen zak steken, ook na een eventuele verhuizing. “De terugverdientijd is acht jaar, dus die panelen zijn gewoon een goede investering. Maar veel belangrijker is
29
dat we iets betekenen voor het milieu. Ik hoop anderen te inspireren, maar niet per se tot de aanschaf van zonnepanelen. Het mag ook dubbel glas zijn. Je kan op heel veel manieren iets betekenen voor een betere toekomst.” Zomer 2015. Hoogste tijd voor een ‘openingsfeestje’ met gasten uit velerlei hoeken: wethouder Paulus Jansen, diverse studentenorganisaties, SSH, Energie-U. Joost wijst op een enorme bos zonnebloemen van zijn vriendin. “Een prachtig symbool.” Op het moment dat de champagnekurken knallen, breekt de zon door. Dat kan haast geen toeval zijn...
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Zonne-energie Wat is gebeurd?
•Hoewel de exacte cijfers over 2015 nog niet bekend zijn weten we dat er weer een groei heeft plaatsgevonden van 10% t.o.v. 2014. Door directe koppeling met het project ‘Energiebesparing grondgebonden woningen en vereniging van eigenaren’ zijn huurders, particuliere eigenaren, monumenten en VvE’s bereikt. De Stimuleringsregeling Collectieve Inkoop Zonneenergie is juni 2015 gelanceerd. Er zijn twee aanvragen gehonoreerd (Energie-U en VSU) . Er zijn aanvragen in voorbereiding voor VvE’s met het doel om een voorbeeldproject te realiseren waar andere VvE’s gebruik van kunnen maken. Daarbij worden pakketten ontwikkeld met daarin voorbeeldcontracten, zodat elke volgende Vve deze kan gebruiken. Zonnepanelen op bedrijven/instellingen: In 2015 zijn bij diverse organisatie de SDE+ aanvragen uit 2014 verzilverd: o.a. hoofdkantoor A.S.R. Zonnepanelen op corporatiedaken: Bo-Ex en Portaal. In 2015 zijn er gesprekken gevoerd met 5 corporaties: 1 corporatie (SSH) vraagt in maart 2016 SDE+ aan voor het realiseren van zonnepanelen op het IBB-complex 3 corporaties (GroenWest, Bo-Ex en Portaal) komen in 2016 met een concreet plan van aanpak voor installatie van zonnepanelen. Zonnepanelen zichtbaar gemaakt in Utrecht via hotspots: De Tour de France hebben we aangegrepen om zonnepanelen letterlijk in het zonnetje te zetten: Op het Kromme Rijn College zijn zonnepanelen in de vorm
• •
• • • •
van een fiets gelegd door Lomboxnet, dit is live te zien geweest tijdens de uitzending van de Tour. Samen met Eneco en Voordorp op Eigen Kracht is de langs de route een Smartflower geplaatst. Grondgebonden projecten: Er is gestart met het pilotproject Zonneweide Overvecht op voormalig sportterrein Overvecht Noord (Floridadreef). En het lobby traject bij RWS rond zonnepanelen op geluidswal A27 is gestart. Bij 15 scholen zijn er medio februari 2016 zonnepanelen geplaatst. Als het plaatsen van de panelen bij de overige 7 scholen is afgerond zijn er in totaal ca. 2540 panelen geplaatst. De raming is dat nu op circa 25 monumenten zonnepanelen zijn geplaatst, in totaal zo’n 650 tot 700 panelen. VSU heeft gebruikmakend van de collectieve zonneenergieregeling ervoor gezorgd dat 10 sportclubs hun handtekening onder een offerte voor zonnestroom hebben gezet. Voor één sportclub, Elinkwijk, wordt een maatwerkoplossing gezocht. Daarnaast hebben LTC Vleuten de Meern op eigen kracht zonnepanelen gerealiseerd.
• • • •
Wat werkte goed en wat leerden we daarvan?
•Zonne-energie krijgt van zichzelf al veel aandacht en de bekendheid groeit. We ondersteunen en liften soms mee met bestaande partijen en gremia om een extra zetje te
30
geven. Een mooi voorbeeld is de regeling collectieve zonneenergie en de bijeenkomsten samen met VeH. (vereniging Eigen Huis) •De inzet voor de SDE+ aanvragen moest in 2015 verzilverd worden, we zijn aan tafel gebleven om te verbinden en waar mogelijk versnellen. Om te waarborgen dat zonnepanelen een structureel product zijn bij energiebesparing bij woningen, zijn in 2015 een reeks bijeenkomsten en workshops georganiseerd i.s.m. verschillende marktpartijen (Stichting (H)eerlijk Wonen, VVE Belang , Vereniging Eigen Huis en Energie U). Hier gaan we mee door in 2016. Het vieren van successen: het winnen van de titel Solar City (juni 2015); de lancering van het eerste studentenhuis met zonnepanelen op initiatief van een student (juli 2015) en voor de geplande realisatie (medio 2016) van PV systemen van UU en UMC gaan we gezamenlijk optrekken. Door deze successen te delen inspireren we andere initiatiefnemers aan de slag te gaan en bieden we ze kans om van elkaar te leren.
•
•
Wat werkte minder en wat leerden we daar van?
•De mogelijkheden en kansen voor win-win werden soms laat onderkend. We hebben daarvan geleerd en organiseren ons nu in een netwerk. Daarnaast starten we met interne cursussen waardoor kansen daar ook sneller kunnen worden gesignaleerd.
De energie van de stad 5. Cirkel van invloed
Interview Hogeschool voor de Kunsten Utrecht
‘Eerder investeren in zonnepanelen dan in een keuken’ Duurzaamheid begint soms al bij de receptie. Wie de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) aan het Janskerkhof binnenstapt, kan op een scherm direct zien hoeveel energie de zonnepanelen op het dak opwekken. “Dat kan geen kwaad als het om het bevorderen van de bewustwording gaat,” zegt Helma van de Veerdonk, hoofd ondersteuning en beheer bij de HKU. De afgelopen paar jaar zijn de verouderde panden aan Janskerkhof 4a, 17 en 18 ingrijpend gerenoveerd. Een energiezuinige aanpak met zorg voor het milieu was bij de vernieuwing voortdurend het uitgangspunt. Talloze ingrepen maakten de gebouwen energiezuiniger, variërend van isolerende voorzetwanden tot sensors die ervoor zorgen dat het licht en de verwarming pas aan gaan wanneer een ruimte in gebruik is. De zonnepanelen op twee daken vormen de ‘kroonjuwelen’, met een jaarlijkse besparing van vier- à vijfduizend euro. De directie liet zich niet 1,2,3 overtuigen van de noodzaak van de aanschaf vanwege de aanschafkosten. “Met een begroting erbij heb ik de rendementen laten zien en uiteindelijk kreeg ik gelukkig wel toestemming.” De gebouwen zijn gemeentelijke monumenten, dus vernieuwen heeft wel z’n beperkingen. De zonnepanelen en een luchtbehandelingskast op het dak van 4a mochten bijvoorbeeld geen rommelige indruk gaan geven aan voorbijgangers. “Samen met de gemeente hebben we gezocht naar de oplossing die het minst afbreuk doet aan de monumenten. De samenwerking verliep heel goed.” Helma van de Veerdonk
31
Voor haar zelf is ‘rendement’ van ondergeschikte betekenis. Het gaat Helma boven alles om zorg en aandacht voor het milieu. En dat gaat verder dan haar werk: in haar vrije tijd is ze bestuurslid van energiecoöperatie BENG!, de Biltse Energie Neutrale Gemeenschap. Momenteel houdt BENG zich onder meer bezig met het realiseren van een zonneweide die duizend panelen telt. “Een prachtig initiatief.” Die betrokkenheid is haar met de paplepel ingegoten: op de biologische boerderij van haar vader was verspilling al taboe. Ze lacht: “Weet wat je eet en weet wat je in je tas hebt, dat zat er al vroeg in bij mij.” Serieus: “Mensen geven soms makkelijker 10.000 euro uit aan een nieuwe keuken dan de helft aan zonnepanelen. Het zou mooi zijn wanneer dat verandert.”
“Mensen geven soms makkelijker 10.000 euro uit aan een nieuwe keuken dan de helft aan zonnepanelen.” Haar ideaal? Een HKU die een afdeling Duurzaamheid heeft. “Universiteiten hebben die al als toetssteen voor hun beleid. Wanneer de aandacht niet versnippert, boek je meer resultaten.” Ze ziet van dichtbij dat studenten zich steeds meer bezighouden met milieuvriendelijkheid en is dan ook optimistisch over de toekomst. “De bewustwording groeit, daar ben ik van overtuigd. En bewustwording is uiteindelijk de sleutel tot een beter milieu.”
De energie van de stad
6. Cirkel van lobby en kennisontwikkeling Lobbyagenda: wat komt er op ons af? Gebiedsgerichte aanpak
•Zoals aangekondigd in het Energierapport (2016) zet het Rijk in op verdere CO2 reductie om zijn doelen te bereiken. Oplossingen hiervoor moeten op lokaal niveau worden afgewogen, erkent het Rijk. Met de gebiedsgerichte aanpak loopt de gemeente Utrecht voorop als het gaat over nieuwe pilots in Nederland die in de tweede helft 2016 starten. Onder voorwaarde dat het niet vertragend werkt, kijken we of het interessant is als ‘living lab’ aan deze pilots mee te doen. Utrecht lobbyt voor een bevoegd gezag rol zodat de fossiele gasinfrastructuur kan worden uitgefaseerd.
•
Warmtevoorziening
•Specifieke aandacht is er voor de warmtevoorziening. Het verduurzamen en toekomstgericht maken van de warmtevoorziening staat hoog op de agenda’s. We doen ons uiterste best om aardgas langzaamaan te vervangen door andere vormen van warmte. Vergelijkbaar met de regietafel warmte (energietransitie) in Utrecht is het Rijk gestart met ronde tafels over de warmtevoorziening in Nederland. Utrecht is uitgenodigd om daarin mee te denken. Daarnaast biedt de evaluatie van de Warmtewet mogelijkheden om de Utrechtse uitgangspunten voor warmte (transparantie in tarieven en toegang voor andere aanbieders) onder de aandacht te blijven brengen.
Meer sturing lokaal
•Op dit moment heeft de gemeente een beperkt aantal instrumenten beschikbaar om zelf te sturen. Het streven is om de impact van deze beschikbare instrumenten te vergroten. Denk bijvoorbeeld aan het versneld actualiseren van een erkende maatregelenlijst voor bedrijven die sinds 2015 invulling geven aan de verplichte energiebesparing bij bedrijven. Of, indien mogelijk, verder te gaan dan het Bouwbesluit en energieneutraal bouwen in Utrecht als eis te hanteren. Uit een recente uitspraak van de rechter (over bedrijf Aldi) blijkt dat de erkende maatregelenlijsten die nu wordt geïntroduceerd niet voldoende instrumentarium biedt om de bedrijven die niet willen te dwingen energiebesparende maatregelen te treffen. We zetten in op het verbeteren van dit instrumentarium zodat we indien nodig bedrijven kunnen dwingen om maatregelen te nemen. De EED (de energie-audit van de European Energy Directive) biedt veel kansen voor meer energiebesparing bij bedrijven en dit ook te monitoren. Zeker 1000 bedrijven in Utrecht krijgen hiermee te maken. Er is hiervoor geen geld ter beschikking gesteld door het Rijk. Een onderzoek betreffende de lastenverzwaring en eventuele compensatie voor gemeenten laat op zich wachten. De uitvoering van het EED-instrument kan door het Rijk stevig worden ondersteund als ze extra geld voor toezicht en handhaving beschikbaar stellen. Uit de ervaring van Utrecht met het instrument toezicht en handhaving blijkt dat dit het energieverbruik in bedrijven verlaagd.
•
•
32
De energie van de stad 6. Cirkel van lobby en kennisontwikkeling
Lobbyagenda: waarmee gaan we aan de slag? Nieuwe regelingen vanuit het Rijk
•De grootste uitdaging voor rijk en gemeente is de energietransitie in de bestaande bouw. In 2015 kondigde het rijk een aantal maatregelen aan waarmee de bewoners van Utrecht hun voordeel kunnen doen in 2016 zoals een campagne om bewoners te informeren over woningisolatie. In 2016 komen er twee subsidieregelingen voor VvE’s en particulieren beschikbaar: de ISDE (Investeringssubsidie duurzame energie) en een regeling voor energiebesparende maatregelen. Vanuit de prioriteiten in de Energieagenda’s kijken we hoe we hier op kunnen inspelen. De regeling om coöperatieve initiatieven voor grootschalig zonPV (postcoderegeling) is aangepast waardoor businesscases mogelijk zijn. Vanuit de Energieagenda 2016 gaan we dit op verzoek van de gemeenteraad extra ondersteunen met flankerend beleid.
•
•
33
Waar gaan we mee aan de slag?
•Zoals aangegeven sluiten activiteiten uit de Energieagenda’s aan bij de ontwikkelingen zoals we die op landelijk niveau zien. De regietafel energietransitie, de versnellingsagenda voor het verduurzamen van de bestaande woningen en kantoren en de gebiedsgerichte aanpak zijn of worden op landelijk niveau ook opgepakt. Waar interessant sluit gemeente Utrecht aan, onder voorwaarde dat het niet tot vertraging van de projecten van de energieagenda’s leidt. Waar nodig zetten we in op het benoemen van de belemmeringen waar we in Utrecht tegenaan lopen bij het Rijk of andere relevante stakeholders. We werken, waar mogelijk, in coalities samen om de boodschap te brengen.
•
De energie van de stad
Colofon Uitgave Gemeente Utrecht, programma Utrechtse Energie Utrecht.nl/energie
[email protected] @energie030
Vormgeving Foto’s
Teksten interviews Datum
DDK, Utrecht Rianne Bakker-Mansvelder, Ruth Catsburg, Willem Mes, Eddy Steenvoorden, cu2030.nl en Kees Jan Bakker Eddy Steenvoorden juni 2016
34